Roofkunst uit China Wim Ma (gepubliceerd in het Hua Yi blad van Juni 2009)
B
egin dit jaar 2009 is er veel beroering geweest rondom twee bronzen koppen van een rat en een konijn. Deze voorwerpen waren afkomstig uit de kunstverzameling van de onlangs overleden Franse modeontwerper
Yves Saint Laurent. In opdracht van de erfgenaam werden ze in februari van dit jaar door het veilinghuis Christie’s in Parijs te koop aangeboden. Deze zaak heeft vele Chinezen in binnen- en buitenland diep gekwetst. Ik zal proberen om deze kwestie hier uit de doeken te doen.
De hierboven afgebeelde bronzen koppen vormden oorspronkelijk een onderdeel van een schitterende grote fontein die in de 18e eeuw werd geplaatst in de voortuin van het keizerlijke Zomerpaleis Yuanmingyuan (‘Tuin van Perfecte Helderheid’) in Beijing. De fontein bestond uit een kring van de twaalf dieren van de Chinese dierenriem (zie foto). Op gezette tijdstippen van de dag spoot het water uit hun monden, zodat de fontein ook dienst deed als een waterklok. De fraaie tuin en het prachtige wit-marmeren paleis waren aangelegd en gebouwd in de zwierige 18e eeuwse Europese barokstijl door de Italiaanse
Jezuiet Giuseppe Castiglione, die als hofschilder en hofarchitect in dienst van keizer Qianlong (1736-1795).
Replica van de fontein met de twaalf bronzen beelden van de Chinese dierentiem.
Keizer Qianlong was een verwoed verzamelaar van Chinese kunstschatten, waaronder schilderijen en voorwerpen van porselein, jade, cloisonné, etc. Een groot deel van zijn kunstverzameling en de vele kostbare geschenken die hij ontving uit andere landen werden in het Zomerpaleis bewaard. In 1860 is het paleis door Franse en Britse soldaten tijdens de Tweede Opiumoorlog grondig geplunderd. Alle kostbaarheden werden door de soldaten en hun officieren meegenomen en het paleis vervolgens in brand gestoken en volledig verwoest. Tegenwoordig is er nog slechts een ruïne over, een treurige toeristische bezienswaardigheid (zie foto). Van de plundering wordt wel gezegd dat deze gelijkstaat met de plundering en verwoesting van het paleis van Versailles en het Louvre samen, met daarbij ook nog de verbranding van de hele Nationale Bibliotheek in Parijs. Dat geeft enig idee van de onvoorstelbare schade die de Franse en Britse troepen in 1860 in Beijing hebben aangericht. De grote Franse schrijver Victor Hugo schreef een jaar na de plundering: “…in de ogen van de geschiedenis zijn Frankrijk en Brittanië niet veel meer dan een stel bandieten” en “…al onze kathedralen bij elkaar wegen niet op tegen dit schitterend museum van het
Oosten”. Victor Hugo hoopte vurig dat: “…er een dag zal komen dat Frankrijk, vrijgemaakt en verschoond, de buit terug zal geven aan het leeggeplunderde China”…
Ruïne van het keizerlijk Zomerpaleis Yuanmingyuan in Beijing (foto: Wim Ma)
Van de twaalf bronzen koppen die in 1860 zijn gestolen, zijn er tot nu toe slechts vijf in Europa teruggevonden. Allemaal zijn ze door Chinese musea teruggekocht of door rijke overzeese Chinezen aangekocht en vervolgens aan China geschonken. In 2000 kwam de bronzen kop van de Os, de Aap en de Tijger op de veiling. Zij werden door het Chinese Poly Museum in Beijing gekocht voor een bedrag van respectievelijk US$ 954.000, 1,05 miljoen en 1,99 miljoen. In 2003 kocht een Chinese stichting de kop van het Varken voor US$ 750.000 en de Macao tycoon Stanley Ho Hung-sun kocht in 2007 de kop van het Paard voor US$ 8,9 miljoen. Stanley Ho heeft het beeld vervolgens aan China gedoneerd. Van de overige vijf koppen, namelijk die van de Draak, de Slang, het Schaap, de Haan en de Hond, is de verblijfplaats nog altijd onbekend.
Aangezien het hier om roofkunst gaat, heeft China pogingen ondernomen om de verkoop van de twee bronzen koppen in Parijs juridisch aan te vechten. Daarbij had men
ongetwijfeld in gedachten dat talloze kunstwerken die door Nazi’s in de oorlog zijn geroofd nu geleidelijk aan de Joodse erfgenamen worden teruggegeven. In Parijs deed een groot team van Chinese advocaten bij een Franse rechtbank een beroep op de Internationale Conventie voor Gestolen en Illegaal Geëxporteerde Culturele Objecten. Echter tevergeefs. De Franse rechter oordeelde dat de Internationale Conventie niet van toepassing was. Als reden werd aangevoerd dat de diefstal al in 1860 had plaatsgevonden, terwijl in 1995 is bepaald dat zaken 75 jaar na een diefstal zijn verjaard. Er viel in dit geval dus niets meer te claimen. De twee bronzen koppen werden vervolgens verkocht voor een bedrag van 31,5 miljoen euro (bijna US$ 40 miljoen).
Het is dus tegenwoordig erg moeilijk om via gerechtelijke actie nog gestolen kunst terug te krijgen. In vele buitenlandse musea en privéverzamelingen bevinden zich thans nog vele honderdduizenden topstukken van Chinees antiek, die in het verleden onrechtmatig zijn verkregen door plundering, diefstal of smokkel. Door de huidige culturele renaissance in China wil het land haar belangrijke culturele erfgoed weer terughalen. In de afgelopen 10 jaar is China erin geslaagd om bijna 4000 topstukken weer terug te krijgen hetzij door aankoop hetzij via donatie. Het is jammer dat Frankrijk een unieke kans heeft laten liggen om de relatie met China te verbeteren. Het land bijvoorbeeld zou beslag hebben kunnen leggen op de bronzen beelden om die aan China terug te geven als spijtbetuiging over de gebeurtenissen van 1860 toen Franse troepen het Zomerpaleis plunderden. Dat zou een mooi gebaar zijn geweest, vooral omdat de relatie aanzienlijk is bekoeld sinds Sarkozy vorig jaar de Dalai Lama heeft ontvangen. Frankrijk wilde zich echter niet bemoeien met wat zij een “privé kwestie” noemt. Wat Christie’s betreft, de Chinese State Administration of Cultural Heritage (SACH) liet weten dat zakendoen van dit veilinghuis in China wel eens ernstig zou kunnen worden belemmerd. De grote verrassing kwam pas na de veiling. Toen werd bekendgemaakt wie de koper was van de twee bronzen dierkoppen. Het bleek een zekere Cai Mingchao te zijn, de eigenaar van een kleine veilinghuis in Xiamen, Fukien. Hij trad op namens de National Treasures Fund van de China Foundation for the Development of Social Culture, een NGO die zich inzet voor de terugkeer van gestolen Chinese kunst naar China. Op een
persconferentie op 2 Maart 2009 deelde de heer Cai mede dat hij de 31,5 miljoen euro niet zou betalen. Hij gaf als reden op dat de SACH direct na de veiling had geëist dat voor de handel van Christie’s met China voortaan documentatie van legaliteit zal moeten worden overlegd. Aangezien de twee bronzen koppen als illegaal werden beschouwd, zouden ze China niet mogen binnenkomen. Ze mochten dus ook niet aan Cai worden afgeleverd. Door deze actie heeft men de verkoop van de twee koppen toch kunnen verhinderen. De kans dat Christie’s een tegenactie zal ondernemen lijkt vrij klein, hoewel ze wel de aanbetaling van Cai van enkele miljoenen wel kunnen inhouden. Sommige mensen zijn echter minder tevreden met het politieke protest. Men is bang dat het imago van de betrouwbaarheid van China schade zal ondervinden. Maar het merendeel van de Chinese publieke opinie steunt de protestactie. Bovendien, zou Christie’s het nu nog aandurven om ook de talrijke kunstwerken die door de Nazi’s zijn gestolen op de veiling te brengen?