Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania Hallo allemaal, Dit is de laatste rondzendbrief over mijn recente veldwerkperiode in Afrika. Ik zit op de luchthaven van Dar es Salaam met een Serengeti biertje en een laptop voor mijn neus. Het lijkt een gewoonte te worden om aan het eind van elk veldonderdeel een bericht te sturen.
Goed, mijn trip zit erop, zij het een dag later dan gepland. Gisteravond stond ik tevergeefs op deze luchthaven: mijn KLM vlucht was geannuleerd en er bleek geen enkele andere internationale vlucht te gaan. Mooie actie. Ik kon weer linea recta terug naar de stad en op dat moment was het zelfs onduidelijk of ik met de eerstvolgende vlucht mee zou kunnen. Bij navraag in NL bleek er nog stoel vrij te zijn op de 11 pm vlucht van de volgende dag en zodoende had ik onverwachts een zondag vrij. Ik heb dan ook maar besloten om mijn laatste dag in Dar als een cadeautje te beschouwen. Ben tot zaterdagmiddag laat aan het werk geweest – zelfs op zaterdag en zondag kun je hier interviews houden – en vandaag ben ik op de toeristische toer gegaan, samen met George, de chauffeur waarmee ik kort daarvoor een potentiële veldwerklocatie had bezocht. Eerst hebben we bij een werkcontact verse én sterke koffie gedronken – dat is zeker geen sinecure in koffie-exporterende landen als Kenya en Tanzania, waar je veelal oploskoffie krijgt waar je dwars doorheen kijkt – en daarna zijn we naar DE toeristenmarkt van Dar gegaan.
Prachtig Tingatinga werk op de markt
George vindt het ook wel wat
1
Tanzania is bekend om haar prachtige Tingatinga schilderijen en die waren dan ook niet te missen in de vele stands. Ik heb werkelijk prachtige afbeeldingen van hippo’s gezien! Gelukkig wordt het steeds 2 gemakkelijker om de verleiding te weerstaan. Hieraan draagt mijn propvolle Samsonite , die nauwelijks 1 2
Meer info over Tingatinga kun je vinden op: http://art-bin.com/art/atingae.html Voor de eerste keer in mijn leven reis ik met een koffer – werkelijk een prima opbergplaats voor een laptop!
1
Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania 3
dicht te krijgen is, zeker bij. Stapels boeken en papieren heb ik bij me – om nog maar niet te spreken over alle digitale documenten die ik heb gekregen. Gelukkig nemen memorysticks weinig plek in! Na afloop heb ik George uitgenodigd voor een lunch op de rotsen bij Coco Beach, met een prachtig zicht op de Indische Oceaan. Dat was erg grappig: het was zijn eerste kennismaking met het begrip picknick. Uiteraard hebben we die dag ook nog natte voeten gehaald. Kortom: een fraaie afronding van een bijzonder interessante veldwerkperiode. Saillant detail is dat ik, aan het eind van dit bezoek aan Tanzania, alleen nog maar beschik over een voorlopige onderzoekstoestemming van Costech, de organisatie die onderzoeksvergunningen afgeeft. De local reviewer heeft erg veel tijd nodig om mijn onderzoeksvoorstel te beoordelen, veel meer dan de 3 maanden die normaliter hiervoor wordt aangehouden. Dit heeft vermoedelijk niets met de inhoud te maken maar alles met het feit dat dergelijke beoordelingen geen prioriteit hebben: de reviewers krijgen namelijk niet betaald voor deze taak. Verder heb ik uitgebreid gesproken met Dr. S., die verbonden is aan de Universiteit van Dar es Salaam, over de realisatie van een MoU (Memorandum of Understanding, een samenwerkingsovereenkomst tussen Uni Dar en UvA). Als dat rondkomt, is de toestemming via Costech ook niet zo’n issue meer. Bovendien is een MoU veel breder van opzet zodat studenten daar wellicht ook gebruik van kunnen maken. Eventueel kan ik Dr. J. (eveneens Uni Dar) nog inzetten als ‘geheim wapen’. Hij heeft mijn onderzoeksopzet bekeken, is hiermee akkoord en is tevens bereid om, ter versnelling van het e proces, als reviewer te fungeren. Kortom: de uiteindelijke onderzoeksvergunning (inclusief 2 fase) zou geen probleem mogen zijn. Costech is maar één aspect: zonder de toestemming van de Directeur van de Wildlife Division (WD), de organisatie binnen het Ministry of Natural Resources & Tourism die verantwoordelijk is voor het wild buiten de nationale parken/reservaten, is het onmogelijk om data over wildlife te krijgen. De WD is erg hiërarchisch en sectoraal van opzet. De directeur heeft mijn onderzoeksopzet en schriftelijk verzoek om informatie gefiatteerd en het geheel gedelegeerd naar een van de ‘afdelingshoofden’. Deze persoon heeft me op haar beurt weer geïntroduceerd bij andere afdelingshoofden. Elke afwijking van de aanvraag 4 betekent dat je een nieuw informatieverzoek moet indienen bij de directeur . Zo kon de coördinator van de afdeling statistiek me geen cijfers geven over de (illegale en legale) jacht op wilde dieren omdat dit niet specifiek in mijn oorspronkelijke aanvraag was opgenomen. Dat klopte: ik heb op basis van mijn veldbezoek en de interviews op een later tijdstip om aanvullende informatie gevraagd (voortschrijdend inzicht). Als je de formele lijn niet volgt loop je het risico dat je dagenlang aan het lijntje wordt gehouden en uiteindelijk ‘nul op het rekest’ krijgt. Goed, inmiddels weet ik dat. Scheelt een hoop gedoe.
Een tropische bui in Arusha
Toch ben ik nog wel aan het stoeien geweest met de bureaucratie, bijvoorbeeld bij een van de wildlife instanties in Arusha, in het noorden van Tanzania. Mijn favoriete persoon was Dr. Zeep. Deze man heet daadwerkelijk zo en de naam siert hem om verschillende redenen..... Elke afwijking van de standaardroute straft hij zonder pardon af! Naar ik hoorde zit Dr. Zeep tegen zijn pensionering aan, zodat ik wellicht een volgende keer met zijn opvolger te maken krijg. In Arusha heb ik genoten van de fantastische koffietent die wordt gerund door een Indiase uit Kenya. De stad bruist en trekt veel toeristen vanwege de nabijheid van 3
Wonderbaarlijk genoeg hoefde ik niet bij te betalen voor het extra gewicht. Dit kwam vermoedelijk omdat ik in het Kiswahili kon uitleggen dat al het papierwerk te maken had met mijn onderzoek naar wilde beesten i.s.m. de Universiteit van Dar. 4 Deze man moet werkelijk overspoeld worden door mails: op de visitekaartjes die ik heb van een aantal medewerkers van de WD (circa 10 kaartjes) staat uitsluitend het mailadres van de directeur afgedrukt (noot: hij heeft 1 secretaresse).
2
Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania tal van wildparken (het noord-circuit) en Afrika’s hoogste berg, de Kilimanjaro. Vanaf het dak van mijn hotel in Moshi (circa 80 km van Arusha) had ik een fantastisch uitzicht op deze berg. De piektijd lag tussen 6.15 en 6.45 pm: buiten genoemde tijden moest je erg veel mazzel hebben om een glimp van de berg op te vangen. Het beklimmen van deze berg staat al jaren op mijn verlanglijstje en mogelijk wordt dat voor het eind van 2006 werkelijkheid. Stefanie heeft namelijk ook haar zinnen gezet op de top van Mount Kili en eerlijk gezegd kan ik me geen betere gids wensen dan mijn dochter, die fantastisch kan klimmen (al geloof ik niet dat dit een vereiste is). In Moshi ben ik nog op een verjaardagspartij geweest waar speciaal voor de gelegenheid een geit was geslacht. Biertje erbij en wat social talk: veldwerk doen heeft zo zijn charmes!
Mount Kilimanjaro oftwel Mlima Kilimanjaro, vanuit Moshi
Wat heb ik zoal uitgespookt in Tanzania? Interviews, interviews en nog eens…........... Tevens ben ik op jacht geweest naar kaartmateriaal van het door mij beoogde onderzoeksgebied. Het krijgen van de kaart bij de Maps Division in Dar bleek nogal wat voeten in de aarde te hebben. Gelukkig was ik daar met een lokaal contact, die me absoluut niet zonder kaart wilde laten vertrekken. Het werd uiteindelijk een blauwdruk van een kaart: kopiëren op groot formaat bleek ter plaatse niet mogelijk te zijn. Ik vermoed dat hij zich extra inspande omdat hij me een lift had aangeboden vanaf de Wildlife Division en we vervolgens twee lekke banden kregen. Alsof hij daar iets aan kon doen.... Zo kreeg ik in elk geval beetje bij beetje de benodigde onderzoeksinfo binnen. Het verzamelen van info is nauw verbonden aan de omvang van je netwerk. Ik denk dat het netwerk in de Afrikaanse context nog een grotere rol speelt dan hier. Het moge duidelijk zijn dat ik dan ook flink aan het netwerken ben geweest. Erg leuk, zeker omdat ik later dit jaar weer terug ga naar Afrika (geplande vertrekdatum: ergens in november). Het selecteren van potentiële onderzoekslocaties was ook een doel van deze onderzoeksfase. Voor het veldbezoek heb ik via-via een chauffeur en een Landrover gecharterd. Het was wel mogelijk om per trein naar Ifakara te gaan (deze route voert zelfs dwars door Selous Game Reserve, wat me wel aantrok), maar aanvullend vervoer was niet beschikbaar. Ifakara ligt midden in de Kilombero Valley, een 5 wetland met een oppervlakte van 387 km², dat in het zuidoosten van het land ligt. Sinds 2004 is de Kilombero Valley een Ramsar Site. Dit betekent hoofdzakelijk dat er verstandig gebruik (zgn. wise use principle) moet worden gemaakt van het wetland en dat grootschalige ontwikkelingsprojecten kunnen worden tegengehouden. Tanzania heeft de Ramsar Conventie in 2000 ondertekend. Dit is relatief kort geleden in vergelijking met Zuid-Afrika en Kenya, die dit respectievelijk in 1975 en 1990 hebben gedaan. Het lijkt er wel op dat wetlands de laatste jaren meer in de belangstelling komen te staan en dat overheden de waarde van deze waterrijke gebieden gaan inzien. Dat vertaalt zich onder meer in gewijzigde wetgeving en beleid. Het hebben van dergelijke regelgeving op zich is niet voldoende: het gaat vooral om de implementatie hiervan. In Ifakara heb ik met een aantal overheidsmedewerkers gesproken, zoals de District Game Officer (DGO), de District Environmental Officer, District Planning Officer, en de District Fisheries Officer. Daarnaast ben ik met een ranger en tolk naar Mofu geweest. Volgens de DGO was dit een belangrijk conflictgebied, maar daar heb ik tijdens ons bliksembezoek niet zoveel van kunnen zien. Het gebied was opvallend nat. Mofu ligt ongeveer 50 km van Ifakara af en is bereikbaar via een brug die een paar jaar geleden over de Ruipa Rivier is gebouwd en een aarden weg, die vanaf de rivier meer weg heeft van een modderpoel. Het land aan de overzijde van de Ruipa heeft water in overvloed: sommige huizen zijn uitsluitend via bruggetjes of bootjes bereikbaar, tenminste als je droge voeten wilt houden. Bij een aantal huizen waren de kinderen aan het zwemmen in de plas water voor hun huis. Een maf gezicht. Het bracht 5
In de Ramsar Convention worden wetlands gedefinieerd als: “areas of marsh, fen, peatland or water, whether natural or artificial, permanent or temporary, with water that is static or flowing, fresh, brackish or salt, including areas of marine water the depth of which at low tide does not exceed six metres”. Voor meer info over Ramsar: zie http://www.ramsar.org/
3
Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania associaties naar boven van de riante woningen en tuinen met zwembaden die ik veel in Zuid-Afrika heb gezien. Ook de kerk was uitsluitend via een houten steiger bereikbaar. Ik heb ‘m niet van binnen gezien, maar vroeg me wel af of de gelovigen droge voeten zouden houden in God’s huis. Het schijnt dat het water in de loop van de maand juni weer gaat zakken: exit privé zwembaden dus en ook de zwemvliezen kunnen weer in de kast.
Duidelijke voorbeelden van wateroverlast gedurende de regentijd
In Mofu hadden we een groepsinterview met de dorpsvoorzitter en circa 14 dorpsbewoners. Een van hen 6 sprak zijn zorg uit over de activiteiten van stropers in het gebied. Hij stelde dat vooral nijlpaarden het moesten ontgelden! Hij noemde de volgende redenen: “hippo’s zijn vrij gemakkelijk te doden en ze leveren veel vlees“. Een verdere verkenning van de omgeving van Mofu zat er niet in: het gebied was, vanwege het vele water, uitsluitend per boot toegankelijk. Op de terugweg heb ik uiteraard de ranger ‘uitgehoord’ over alles wat met wildlife in dat gebied te maken had. Het was een amusante terugtocht, niet in de laatste plaats vanwege de kip die onze ranger kocht van een man aan de kant van de weg. Ik moest direct denken aan de woorden van Dr. Okeyo, mijn Kenyaanse veldbegeleider, die in alle kippen, geiten enz. die hij tegenkomt potentiële maaltijden ziet en dat als volgt verwoordt: “This animal is in great danger”. Dat was voor deze kip niet anders. Het beest is uiteindelijk in de achterbak van de Landrover gezet en heeft daar alles heerlijk onder gepoept. George was daar heel relaxed over en heeft de auto ’s avonds schoongeveegd. Hij was minder relaxed over de auto zelf. Dat was vooral zichtbaar in zijn uiterst voorzichtige rijstijl: op aarden wegen werden wij zelfs door fietsers ingehaald! George zei dan heel laconiek: “I want to take this car back in one piece, all the way to Dar es Salaam”.
Schoolkinderen bij Mofu
Het diner van die avond?
6
Onlangs is de afname van het aantal nijlpaarden in de publiciteit geweest, vooral naar aanleiding van de sterke terugloop in de DRC. Het aantal nijlpaarden in Afrika wordt op dit moment geschat op 125.000. Ter indicatie (al zullen ecologen griezelen van deze toevoeging): het aantal Afrikaanse olifanten wordt geschat op 400.000 – 600.000 (WNF, 2005).
4
Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania
De hoofdroute van Dar naar Ifakara gaat dwars door Mikumi National Park. De weg is niet afgeschermd, het wild kan overal oversteken. Bij de meest gebruikte wildoversteekplaatsen (een soort zebra’s voor zebra’s etc.) zijn snelheidsremmende drempels aangebracht in het wegdek, maar niet elke chauffeur lijkt hier gevoelig voor te zijn. Veel giraffes gezien en zebra’s, maar ook olifanten. Ik heb er maar niet teveel over nagedacht wat het effect zou zijn van een botsing met een jumbo bij een snelheid van 50 à 60 km/u (noot: George reed wel harder op asfalt). Het laatste deel van onze tocht naar Dar reden we door het donker. Dat was een redelijk hachelijke onderneming: ondanks het beperktere zicht werd er onverminderd hard gereden op de tweebaansweg en krap ingehaald. De ANWB zou een dagtaak hebben aan het repareren van alle verlichting. Het aantal bijna-ongelukken was niet op de vingers van één hand te tellen! Het werkelijke aantal ongelukken is hoog: in veel Afrikaanse landen eist het verkeer jaarlijks talloze slachtoffers. Tanzania is hierop geen uitzondering.
De hoofdweg gaat dwars door het park
George is apetrots op de Landrover
Dar es Salaam, dat in het Arabisch ‘House of Peace’ betekent, is een heerlijk relaxte stad. Het ademt een Oriëntaalse sfeer en heeft een redelijk constant klimaat, waarbij de temperaturen van circa 30°C worden getemperd door een briesje vanuit de Indische Oceaan. Ook tijdens mijn tweede verblijf in Dar is het me niet gelukt om naar Zanzibar te gaan. Dit eiland voor de kust van Dar, dat ook wel ‘The Island of Sensations’ wordt genoemd, staat bekend om haar oude stenen stad en prachtige stranden. Ik had een bezoek gepland tijdens een van de vele public holidays, maar die hebben uiteindelijk toch in het teken van werk gestaan. Volgende keer staat Zanzibar met stip bovenaan de lijst (net onder de Kilimanjaro)!
Coco Beach, Dar es Salaam
Dit keer heb ik meer van de stad gezien dan vorig jaar en ben ik zelfs naar een concert van Twanga Pepeta geweest! Twanga staat voor de (verticale) beweging die je met een vijzel maakt, Pepeta heeft betrekking op de (horizontale) beweging die vrouwen maken wanneer zij rijst of mais schudden in rieten manden om het vliesje van de korrels te scheiden. TP is echt hot in Tanzania en ik heb mijn ogen uitgekeken want de “twanga’s” kunnen werkelijk fantastisch dansen. Zelfs de Tanzanianen, die toch een zeer goed ontwikkeld
5
Rondzendbericht van Aenne, no. 3, vanuit Dar es Salaam, Tanzania ritmegevoel hebben, waren ervan onder de indruk. Het lijkt wel of deze lieden een paar botten minder hebben, zo soepel zijn hun bewegingen. Dit geldt vooral voor de vrouwen. Geweldig om naar te kijken! Het publiek echter danste nagenoeg niet: het bleef op de plastic stoeltjes rondom het podium zitten. Alleen een paar stoere binken uit het publiek dansten naar de groep toe om geld te geven. Het was erg komisch om het publiek zo statisch te zien, vooral omdat ik me had ingesteld op een middagje swingen. Al beheers ik de ‘heupswing’ inmiddels aardig, ook ik heb me kunnen bedwingen om te blijven zitten en vanaf mijn stoel mee te wiebelen. Later heb ik met een bekende van vorig jaar nog een andere dansact bijgewoond, gewoon op straat. Heerlijk, zoveel enthousiasme en leven in de brouwerij..... Dat laatste geldt niet voor zondagochtend: de straten van Dar lijken dan wel uitgestorven en het heeft even geduurd voordat ik ontdekte waar ik voor 9 uur ’s ochtends koffie kon scoren. Het lijkt wel of ‘iedereen’ dan in de kerk zit. Dat zitten moet overigens niet te letterlijk worden genomen: bij het YWCA hostel rennen kerkgangers al om 8 uur joelend over straat. Het lijkt wel een joggende processie! Maar daar blijft het dan ook bij. Inmiddels ben ik in Amsterdam druk bezig met het uitwerken van alle veldwerkgegevens. Hier zit extra druk op omdat ik twee (externe) sponsoren heb gevonden die een deel van het onderzoeksbudget voor deze veldwerkfase voor hun rekening nemen (waarmee ik uiteraard verschrikkelijk blij ben) en hierover een rapport willen zien. Deze dames & heren moeten dan ook wel een fraai verslag krijgen! Verder zit ook de website nog in de planning. Vincent en ik hebben hierover binnenkort een afrondend gesprek, waarna de site zal worden gelanceerd. Het ziet er gaaf uit en de naam is super – meer verklap ik niet. Mijn eerstvolgende bericht zal dan ook te maken hebben met de website. 7
Haya basi, tutaonana baadaye : ok, het is genoeg, tot ziens!!! Er valt nog véél meer te vertellen, maar ik wil jullie niet langer laten wachten op deze update. Aenne
Picknicken bij de Indische Oceaan
Hollandse taferelen bij de Kilombero Ferry
7
Kiswahili – ook daar ligt nog een taak wil ik er eind dit jaar goed mee uit de voeten kunnen!
6