RONDREIS MAROKKO 2002 Door koningssteden en oases Marokko is al eeuwenlang een schakel tussen Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Overal in dit land tref je sporen aan van zeer uiteenlopende culturen. De koningssteden Fès, Marrakech en Meknès lijken het decor voor een verhaal uit duizend-en-een-nacht en in de dalen van de Atlas zie je in schilderachtige dorpjes hoe de Berberbevolking leeft. Omdat we met onze eigen bus reizen, hebben we onderweg steeds de mogelijkheid om stops te maken. Zo kom je op plaatsen die anders moeilijk te bereiken zouden zijn. Bij Cirque de Jaffar trekken we zelfs met landrovers het Atlas-gebergte in, waardoor een wandeling door dit ontoegankelijke berggebied mogelijk wordt. Marokko kent een schitterende natuur, die varieert van kurkdroge woestijnen tot groene bossen en valleien vol sinaasappel- en amandelbomen. Bij een oase aan de rand van de Sahara bestijgen we een kameel en overnachten we onder de sterrenhemel. Wie wil, kan daarna de hoogste berg van Marokko, de Toubkal, beklimmen. De reis eindigt ontspannen aan het strand van het mediterrane stadje Essaouira.
Arabisch sprookje in Afrika Voor Marokko heb je al je zintuigen nodig. Het land en zijn bewoners lijken nooit te slapen en staan niet toe dat je aandacht verslapt. En dat zou ook zonde zijn: niet voor niets diende het land allerlei kunstenaars tot inspiratiebron, en speelt menig Arabisch sprookje zich er af. De oorspronkelijke Berberbevolking vermengde zich in de loop der eeuwen met Arabieren, Spanjaarden en de zwarte bevolking van beneden de Sahara, met als gevolg een unieke culturele mix. De typisch Marokkaanse .medina. vind je nergens anders. Nauwe steegjes waarin nauwelijks twee voetgangers tegelijk passen, en de geur van leer, vermengd met zweet en muntbladeren. Het gebalk van ezels en geroep van kooplui klinkt er op tegen hoge gesloten muren, die paleizen blijken te herbergen. Het landschap steekt die verscheidenheid nog naar de kroon met zijn witte bergtoppen, diepe kloven, de Sahara, en lieflijke boomgaarden, die al sinds mensenheugenis vrucht afwerpen. Een land dus van 1001 indrukken; saai is het nooit. In dit boekje doen we verslag van onze reis die we door Marokko gemaakt hebben. Per dag wordt als eerste beschreven hoe het programma er globaal uit ziet volgens Baobab. Dit staat scheefgedrukt. Daarna wordt beschreven hoe wij de dag ervaren hebben. Veel leesplezier!
Dag 0: Vrijdag 19 april; Venlo – Schiphol Het is zover; we gaan! Om 17.30 uur staat Peter Schoonwater voor de deur om ons naar het station te brengen. Om 18.00 uur gaat de trein. Het is niet zo druk dus kunnen we onze bagage goed kwijt. Dit blijft zo tot Schiphol, terwijl we toch 2 keer moesten overstappen en wel in Eindhoven en in Amsterdam-Duivendrecht. Op Schiphol moesten we met de hele bagage door de douane. De scanner ontdekt al gauw Vicky.s zakmesje wat ze na veel gepraat toch maar inlevert. Snel inchecken in het Mercure hotel en nog wat eten op de luchthaven. Dit valt dus tegen; bijna alles is dicht. De McDonald man is bereid om om nog wat McAthenes te maken. Deze verorberd, een paar biertjes en cola gekocht en op de hotelkamer naar Ivo Niehe gekeken. Hopenlijk kunnen we slapen!! Dag 1: Zaterdag 20 april; Vlucht naar Casablanca, door naar Meknès We vliegen met Lufthansa naar Casablanca, waar onze reisleid(st)er je op het vliegveld opwacht. Met onze bus rijden we via Rabat naar Meknès, de eerste overnachtingsplaats. Om 6.00 uur worden we gewekt en krijgen we ontbijt op bed. Dit wordt snel opgegeten, dan wassen en vlug naar de incheck balie. We moeten eerst weer terug de douane door. Bij incheckbalie 1 staat al een aantal mensen te wachten. Er vertrekken 2 groepen; één van Baobab (wij dus) en één van Summum reizen. We krijgen onze tickets, checken in, waarna het wachten begint. De tijd wordt gedood met koffie drinken en in de winkeltjes rondneuzen. Uiteindelijk kunnen we om 8.45 uur aan boord voor het eerste gedeelte van de vlucht. We moeten nl. in Frankfurt overstappen. Hiervoor hebben we een klein uurtje de tijd. Het was wel haasten, vanwege de enorme omvang van het vliegveld aldaar. Vanaf hier gaat de vlucht rechtstreeks naar Casablanca waar we 3 uur later aankomen. Daar staan we nog een eeuwigheid in de rij voor de douane en als ook dat klusje geklaard is zijn we dan eindelijk in Marokko. De reisleider (Latif) staat ons al op te wachten samen met een stagiëre (Carola). Op het vliegveld wisselen we onze eerste reischeques in. Omrekenen blijkt heel eenvoudig: 1 Dirham = 10 Eurocent. Eén nulletje weglaten en je hebt het bedrag in Euro.s (100 Dirham = 10 Euro). Als we er allemaal zijn bestaat de groep uit 19 personen, 1 reisleider en de stagiëre. We gaan naar de bus, die volgepropt wordt met de bagage. Hier blijkt dat wij toch wel erg veel bij ons hebben in vergelijking met de rest. We snappen niet waar zij het allemaal laten. Het zou nog een lange reis worden van Casablanca naar Meknes. Na een kwartiertje gereden te hebben, komt Latif erachter dat hij iets vergeten is op het vliegveld. We keren om en gelukkig staat het pakje nog op zijn plaats. Met een half uur vertraging kunnen we dan aan de reis beginnen. Onderweg zien we, al rijdend door een groot kurk-eiken bos langs de weg allerlei vreemde bolletjes opgestapeld. Niemand weet wat dit is. Latif laat de bus stoppen om het aan een man te vragen die deze bolletjes blijkbaar verkoopt. Na een lang verhaal komt Latif de bus weer binnen met zo'n bolletje. Het blijken truffels te zijn die in het bos gevonden worden. Ze worden zomaar langs de weg verkocht. Met 2 á 3 tussenstops om de benen te strekken komen we om 19.00 uur aan bij het hotel in Meknes. De kamers worden verdeeld en er wordt een afspraak gemaakt om samen met Latif en diegene die het willen te gaan eten. Deze heeft een goed restaurant uitgezocht waar we een 3-gangen diner voor 90 Dirham (9 Euro) krijgen. De meesten bestellen een tagine. Dit is een soort stoofpot, klaargemaakt in een aardewerken kom met mooie deksel. Vicky had een tagine met gehakt en ei, Peter van gehakt met kikkererwten. Het wordt met brood gegeten en smaakt voortreffelijk. Dag 2: Zondag 21 april; Meknès, vrije dag Meknès is één van de vier Marokkaanse koningssteden. Als regeringszetel van sultan Moulay Ismail maakte de stad in de zeventiende eeuw een ongeëvenaarde bloeitijd door. In deze tijd werd een groot paleizencomplex gebouwd met tuinen, pleinen, fraaie stadsmuren en niet minder indrukwekkende poorten, waarvoor de bouwmaterialen uit Volubilis en andere paleizen werden geroofd. Verder heeft Meknès een fraaie medina, een Arabische souk en een 14e eeuwse medresse (koranschool). Een vrije dag. Om half 10 zijn we gaan ontbijten. Bijna iedereen was al weg op ontdekkingstocht. Even later kwam Carola nog bij ons zitten en nog iets later kwamen Elles en Wilma aankakken. Dit zijn 2 meiden uit Tilburg respectievelijk Nijmegen, die met ons meereizen. Zij zijn helemaal knots. Na het ontbijt hebben we met hun nog op de binnenplaats van het hotel gezeten. Rond 11.00 uur zijn we met een taxi naar de oude stad gereden (20 Dirham). Hier hebben we als eerste het mausoleum van sultan Moulay Ismail bezocht. Vóór dit mausoleum stond een zogenaamde waterverkoper die voor een vergoeding van 5 Dirham een foto van zich laat maken. Dit dus niet gedaan. Wij vinden het belachelijk om geld te betalen voor een foto. In het mausoleum was het prachtig; een serene stilte en veel en schitterend tegelwerk. Na dit bezoek nog wat door de stad gelopen totdat we bij de Medersa (of Medressa) kwamen. Dit is een koran school waar leerlingen onderwezen worden in de Koran. De kamers van de studenten waren ongeveer zo groot als twee keer onze WC. Om claustrofobisch van te worden. Net als in het mausoleum werkelijk itzonderlijk mooi tegelwerk en ook weer een binnenplaats met fontein en prachtige bogen. Inmiddels was het tijd voor een drankje, waarna de tocht vervolgd werd met een bezoek aan de overdekte levensmiddelen markt. Prachtig om te zien hoe de goederen uitgestald worden. Met name de olijven, dadels,
vijgen, kruiden en zoetigheden zorgen voor een kleurrijk geheel. De vleesafdeling is iets minder boeiend, vooral vanwege de geur van het vlees en de levende kippen. Vicky heeft op deze markt nog een blok parfum met musk-geur gekocht. Ja, echt waar, een blok! Het lijkt op een zeepje, maar als je ermee over je huid strijkt krijg je het parfum effect. Na deze indrukken bezoeken we nog de souk. Een souk is een Arabische overdekte markt gekenmerkt door smalle straatjes en duizend-en-een winkeltjes waar je werkelijk alles kunt kopen. Vaak zijn de winkeltjes van één bepaalde branche bij elkaar verzameld, zoals bijvoorbeeld de textielsouk, de koperslagerssouk enz. Een kakefonie van geluiden en de meest fantastische beelden worden in je geheugen gegrift. Je zou er hele fotorolletjes vol kunnen schieten. In de kleding souk zie je oude mannetjes achter naaimachines en met de hand naaiend bezig. In de winkeltjes zie je veel jonge jongens en toen Wilma en Elles iets wilden kopen, zette één van hen een Nederlandse rap-plaat op met een tekst om niet over naar huis te schrijven. Schunnig.. niet te misselijk. Toen Vicky op deze plaat reageerde moesten zij vreselijk lachen en een van de jongens begon meteen een break-dance show voor haar te geven. Errug leuk. De mensen zijn hier bijzonder vriendelijk en absoluut niet vervelend of opdringerig. Rond een uur of vier zijn we teruggelopen naar de taxi-plaats waar we een "petit taxi" aangehouden hebben. In dergelijke taxi's kun je met maximaal 3 personen vervoerd worden. Voor 6 Dirham bracht de taxi ons terug naar het hotel, waar we op de binnenplaats nog muntthee hebben gedronken. 's Avonds besluiten we om met zijn tweetjes bij een Italiaans restaurant te gaan eten (Ja. de liefde voor het Italiaanse eten blijft) Het smaakte heerlijk. Toen we klaar waren kwamen Ab en Marja binnen (een stel van 67 en 62 jaar oud uit Castricum). Zij schoven aan en de rest van de avond hebben we gezellig zitten kletsen met z'n vieren. Uit alle gesprekken met de mensen uit de groep blijkt trouwens toch een grote reiservaring aanwezig te zijn. Iedereen maakt geregeld rondreizen door verre landen als Jordanië, India, Nepal enz. We nemen nog wat bier mee om in het hotel op te drinken en gaan dan naar bed. Dag 3: Maandag 22 april; Meknès - Chefchaouen, via Volubilis en Moulay Idriss .s Morgens bezoeken we eerst de vlakbij Meknès gelegen de oude (in de 2e eeuw v. Chr. gestichte) Romeinse stad Volubilis. Deze stad, lieflijk gelegen tussen bloeiende bomen, is met name interessant vanwege zijn prachtige, bijzonder goed bewaard gebleven vloermozaïeken. Vervolgens gaan we naar het pelgrimsoord Moulay Idriss, gesticht door en genoemd naar de Marokkaanse “vader des vaderlands”. Dit stadje wordt door sommigen als .het Mekka van de armen. beschouwd: zeven maal een bezoek aan Moulay Idriss zou gelijkstaan aan een enkel bezoek aan Mekka. Het is voor niet-moslims overigens nog steeds verboden hier te overnachten. Laat in de middag komen we aan in Chefchaouen. Vandaag was het vroeg dag. Om 8.00 uur moesten de koffers in de bus geladen worden. Wilma en Elles waren goed voorbereid en hadden de wekker gezet. Helaas waren ze vergeten om de Marokkaanse tijd in te stellen zodat zij al om kwart vóór zes (2 uur tijdsverschil) gepakt en gezakt klaarstonden. Wij hebben ons laten wekken door de wekdienst. De tassen waren in een mum ingepakt; even ontbijten en om kwart over acht reden we weg. Onze eerste bestemming was Moulay Idris. Deze Heilige plaats krijgt ieder jaar vele pelgrims die hier naar toe komen in plaats van naar Mekka te gaan. Daar aangekomen staat een gids ons op te wachten die een rondleiding zal verzorgen. Het is een behoorlijke klim naar boven, en vanaf het begin worden we belaagd door een verkoper die petjes aan de man wil brengen. Blijkbaar heeft hij ooit iets van toeristen gehoord, want hij zegt steeds dat de petjes leuk zijn voor de Karnaval. De gids verteld hier en daar in het "Duits" zijn verhaaltje. Het gaat zó snel en de klemtonen zijn zó vreemd dat het zelfs voor Vicky nauwelijks te volgen is. Al met al is het een leuke wandeling met heel veel aardige, vriendelijke mensen die we tegen komen. We zijn nog in een bakkerij geweest waar de broden ouderwets in een houtoven gebakken worden. We knippen wat foto's en laten 1 Dirham achter als dank voor de gastvrijheid. We krijgen dan een stuk zoet brood te eten, waarmee iedereen duidelijk moeite heeft. Het was ontzettend droog en niet te pruimen. Dit geldt trouwens niet voor het brood dat we iedere dag eten. Dit smaakt perfect! We lopen nog even door de souk en gaan dan weer naar de bus voor een ritje van 10 minuten naar de oude Romeinse stad Volubulis. Vicky vindt dat ze vaak genoeg oude stenen gezien heeft en besluit niet mee naar binnen te gaan maar op het terras te blijven zitten. Oude stenen zeggen ons niet zo veel, maar vaak leveren ze wel mooie foto's op. Vandaar dat Peter wel meegaat. Het blijkt inderdaad een fotogeniek gebeuren te zijn, deze ruïnes in een prachtige omgeving. Door het jaargetijde bloeit alles, wat een mooi gezicht oplevert. Enkele ooievaars zijn druk bezig om hun nest te fatsoeneren, alles door ons gadegeslagen vanaf een hoger gelegen heuvel. Na een dik uur houden we het voor gezien en gaan we terug naar de uitgang. Latif had van tevoren gevraagd om de bestelling voor de lunch door te geven, zodat het gevraagde snel aangevoerd werd toen we terug waren. Na het eten begon de lange tocht (175 km) naar Chefchaouen in het noorden. Het dorp ligt in het armste deel van Marokko in het Rif gebergte. Daar bevindt zich ook het centrum van de hennep teelt voor de arokkaanse hasj (hier kif genoemd). Het mag van de regering wel verbouwd maar niet verhandeld worden (?) De kans is echter groot dat je in het geniep aangesproken wordt om wat kif te kopen. Dit wordt ten strengste afgeraden, omdat de politie niet zo mild is als in Nederland. De rit duurt erg lang, maar voert wel door een zeer afwisselend landschap. Vlak vóór Chefchaouen stopt de bus om een foto te maken en legt Latif het programma voor morgen uit. Er staat een fikse wandeling in de bergen en naar de hennep plantages op het menu. De vertrektijd zal rond 8 uur zijn en de verwachte aankomsttijd tegen 15.00 uur. De tocht is te zwaar voor Vicky en wij besluiten om niet mee te gaan. Later blijkt dat er nog een redelijk groot aantal mensen niet mee gaat. In het hotel aangekomen (Hotel Madrid) wacht ons een aangename
verrassing; behalve het kopje muntthee met koekje blijkt het een oer-gezellig hotel te zijn. De eetzaal bestaat uit banken waar je heerlijk in kunt relaxen en prachtig beschilderde tafels. Wij krijgen kamer 12. Dit blijkt de kamer te zijn die ook op de folder staat afgebeeld. Met andere woorden het is de mooiste kamer van het hotel. We hebben een eigen bankje en wederom een leuk beschilderd tafeltje. Het is allemaal perfect voor elkaar (naar Marokkaanse maatstaven). Op de badkamer liggen zeepjes, een scheermesje en zelfs een in plastic verpakte tandenborstel. Na de kamer in Meknes een hele opluchting. Latif heeft afgesproken, voor de mensen die het willen, om om 19.15 uur te vertrekken naar het dorp om wat te gaan eten. Hij wil naar een pas geopend restaurant gemaakt door artiesten. Wij besluiten om mee te gaan. Omdat het moeilijk is om ergens bier of wijn te kopen in Marokko vraagt Peter aan Latif waar hij dit kan krijgen. Deze weet een winkeltje maar zegt dat dit bijna gaat sluiten. We zijn al een stuk op weg naar het restaurant, dus ziet het rnaar uit dat er geen biertje of wijntje gedronken kan worden. In de restaurants wordt dit sowieso meestal niet geschonken. Latif vraagt of Peter graag een biertje wil en even later holt hij weg. Na een tijdje komt hij terug met een zakje met blikjes pils. Wat is het toch een schatje! Het dorp blijkt een plaatje te zijn. Dit zal ons nog heel wat foto's gaan kosten. Het ene winkeltje en straatje is nog mooier dan het andere. We komen uiteindelijk in het restaurant dat ook al een plaatje is. We zijn met zijn achten, te weten, Ab en Marja, Wilma en Elles, Latif, Carola en wij. Het eten is redelijk goed. Peter had brochettes (vlees aan een spiesje) en Vicky had couscous met vlees en groente. Dit bleek niet zo'n succes te zijn, maar dat weet je pas als je het probeert. Na het eten besluiten we om in het hotel in de banken nog een bakje koffie of thee te pakken. Aldus gebeure. We zitten nog een hele tijd gezellig na te keuvelen en bespreken en passant met Latif de situatie in Israël. Al met al een gezellige avond en we verheugen ons al op morgen als we het stadje bij daglicht kunnen zien. Dag 4: Dinsdag 23 april; Chefchaouen, vrije dag Chefchaouen is een bijzonder mooi gelegen stadje, dat nog weinig is aangetast door het toerisme. In het Berbers betekent Chefchaouen .tussen de hoornen., wat refereert aan de twee bergen die op de stad neerkijken. .s Ochtends kun je met de reisleid(st)er een wandeling maken in de omgeving. Tijdens deze wandeling, die ons voert over de heuvels rondom het stadje, kun je genieten van vele mooie vergezichten. In de omgeving worden grote hoeveelheden kif, oftewel marihuana gekweekt. .s Middags is er gelegenheid om Chefchaouen zelf te bekijken. Het heeft een schilderachtige medina met nauwe straatjes, waarin de Spaanse invloeden uit de koloniale tijd je zeker zullen opvallen. Allebei redelijk goed geslapen. Wel wakker geworden door de mensen die het waagden om de wandeling te gaan maken. Daarna toch nog even ingedut. Rond half tien zijn we gaan ontbijten. De niet-wandelaars zaten al lekker in de banken van het ontbijtje te genieten. Even later zitten ook wij aan de broodjes en de koffie. Deze is hier trouwens goed te drinken (Café au lait). Na het ontbijt zijn we opgestapt om het stadje te gaan bezichtigen. Eerst bij de bank wat cheques gewisseld waarna we begonnen aan de steile klim naar de oude medina. Het was inmiddels al weer behoorlijk warm geworden zodat het een pittig wandelingetje werd. De oude stad is werkelijk fantastisch. De kleuren van de koopwaar springen je tegenmoet. De meeste huisjes zijn blauw met wit met vaak prachtige entrees en deuren. We stoppen maar niet met foto's maken. Dit zal trouwens toch wel een probleem worden. Om de een of andere reden hadden we maar 4 rolletjes bij ons. We komen er zeker nog een aantal bij aan het kopen. Rond een uur of half 4 waren we terug in het hotel. Door schade en schande wijs geworden alvast enkele blikjes bier gekocht. In het hotel nog een bakkie leut genomen, om vervolgens even lekker wat te lezen en dit te schrijven. We hebben van anderen een goed adres om te eten gekregen dus dat gaan we vanavond maar eens proberen. Enkele uurtjes later! En weer maken we de verschrikkelijke weg naar boven. Bij het restaurant blijkt een aparte ruimte nog vrij te zijn. In deze ruimte, die helemaal Marokkaans ingericht is met wandkleden en kussens, nemen wij dus plaats. Het is bijna een echte chambre separée met dien verstande dat hij aan de voorkant helemaal open is. Je kijkt dus zo op straat en ziet de meest fantastische figuren voorbij komen. Ook Ab en Marja komen langs en we laten Ab even een foto maken voor de "Emo-doos". We nemen allebei een tagine van gehakt met ei. Deze smaakt uitstekend, evenals de bijgeleverde frietjes. Als toetje krijgen we sinasappels met kaneel en rozenwater en van het huis wordt er muntthee gegeven. Deze muntthee noemen de Marokkanen gekscherend Berber Whisky. Alles smaakt prima en uiteindelijk moeten we voor dit alles, inclusief fooi, 80 Dirham (8 Euro) betalen. ngelooflijk!. Om het maaltje te laten zakken lopen we nog even over het oergezellige plein en dan naar het hotel voor een bak koffie. Langzaam maar zeker komen er steeds meer mensen van de groep bij en wordt het erg gezellig. Ervaringen worden uitgewisseld en er wordt flink gelachen. Om 23.00 uur gaan we naar bed. Morgen wacht een lange reis naar Fes waar Peter zijn verjaardag zal vieren. Dag 5: Woensdag 24 april; Chefchaouen - Fès (Peter jarig) Over een mooie weg door het Rif-gebergte rijden we via Ketama naar Fès, waar we twee nachten verblijven. Uitgestrekte naaldbossen, waaronder veel ceders, typeren het landschap. Onderweg passeren we de grenspost tussen het voormalige Franse en het Spaanse gedeelte van Marokko. Vlak voor Fès verandert het ruige berglandschap van de Rif in een zacht glooiend, groen landschap. De rookpluimen van de traditionele pottenbakkersovens kondigen de stad Fès aan, de tweede koningsstad van Marokko. We moesten alweer vroeg op om op tijd weg te zijn naar onze volgende bestemming, te weten Fes. Om half 8 waren we beneden. Vicky (de schat) had een taart geregeld, die door Frank vakkundig in gelijke stukken gesneden
werd. Bijna iedereen nam een stukje en Latif hield nog een korte speech om Peter namens de groep te feliciteren en een cadeautje te overhandigen. Daarna werd het hoog tijd om te vertrekken. Het beloofde een lange dag te worden in de bus. Na enkele uurtjes hadden we de eerste koffiestop in een klein plaatsje. Al snel begonnen de Marokkanen aan een tafeltje naast ons, contact te leggen. Wij lieten ons niet onbetuigd en deden mee en al gauw kwamen de fotocamera's tevoorschijn. Dit is redelijk zeldzaam omdat moslims meestal niet gefotografeerd willen worden. Waarschijnlijk waren ze nog high van de kif. Ondertussen deed Latif enkele boodschappen voor de lunch, later op de dag. De rit ging verder door een adembenemend landschap en de volgende stop was op een grasveld in de cederbossen. Hier hielden we een picknick met de door Latif gekochte spullen. Het was echt heerlijk. Na nog enkele uren rijden zagen we in de verte de zwarte rookwolken die Fes aankondigen. Deze wolken worden veroorzaakt door de keramiekfabrieken. Fes is erg beroemd vanwege zijn keramiek en tegelwerk. In het hotel aangekomen, snel inchecken en op naar een eetgelegenheid. Diegene die kleren wilde wassen kon deze inleveren bij een of ander winkeltje, om ze de dag daarna weer schoon op te halen. Het restaurant was geweldig; live-muziek redelijk sjiek en wijn op de kaart. Ideaal voor een verjaardag. We waren met zijn achten en hebben genoten van een heerlijk maal. Na afloop nog wat gedronken in het hotel (Latif had bier geregeld) en daarna naar bed. Van zo'n busrit wordt je best moe. Dag 6: Donderdag 25 april; Fès, vrije dag Fès is zonder twijfel één van de meest fascinerende steden van Marokko, en dan vooral het oude gedeelteFès el Bali. Het is een onvergetelijke belevenis rond te lopen in het enorme netwerk van nauwe straatjes, waar elk ambacht zijn eigen souk (marktstraat) heeft en de sfeer van 1001-nacht heerst. Zo is er een souk van koperslagers, één van wolververs en één van leerlooiers. Vooral de buurt van de leerlooiers is indrukwekkend. De huiden worden in de open lucht gelooid en gekleurd in honingraatachtige complexen van grote vaten op open plekken tussen de huizen. Overal op de daken rondom liggen huiden te drogen. De stank is enorm, maar het is een fascinerend gebeuren, vooral gezien vanaf de daken van omliggende huizen. Verder zijn er in de medina, die niet toegankelijk is voor gemotoriseerd verkeer, oude medressen, moskeeën en paleizen te zien. Het leukste is echter gewoon wat rond te dwalen en alle straattaferelen gade te slaan. Het grootste deel van de oude stad is ommuurd en de enige ingangen zijn grote oude poorten zoals de bekende Bab (poort) Boujeloud. Vandaag staat een bezoek aan Fes en de oude stad (Medina) op het programma. De groep wordt in tweeën gedeeld, met elk een eigen gids. Als eerste gaan we echter met de bus naar een aantal plaatsen rondom de oude stad, zoals het koninklijk paleis, een burcht met een fantastisch uitzicht over de stad en een joodse wijk. Voorts bezochten we ook een keramiek fabriek. Hier konden we zien hoe de typisch Marokkaanse mozaïek gemaakt werd. De klei die binnenkomt, wordt door pottenbakkers tot een kunstwerk verwerkt (potten, asbakken vazen enz.). Ook zitten er kleine kinderen die klinkers of tegels van de klei vormen. Deze worden daarna door kleine kinderen in een oven geladen om gebakken te worden. Van het verbod op kinderarbeid hebben ze hier nog nooit gehoord. De kinderen worden door hun ouders van school gehaald, om het vak van hun vader te leren. Lezen en schrijven kunnen ze niet, maar wel toeristen om geld smeken. We kwamen in een ruimte waar hakkers uit tegels kleine stukjes hakken voor het mozaïek. Het zijn ware meesters. Een puntgaaf hartje, uit een tegel gehakt, wordt Peter aangeboden. Als hij het aanneemt wordt er toch om geld gevraagd. Vicky krijgt het echter gratis. Na de rondleiding kunnen we nog in een winkel terecht (uiteraard). Met 3 stellen vallen we op een prachtige fontein zoals die in Marokko gebruikt worden om te wassen. Het ding weegt 125 kg. Na veel wikken en wegen besluiten we hem niet te kopen. De anderen doen dit wel. Het geval kost 650 Euro. Hierbij komen nog ca. 130 Euro transportkosten. Over in-voerrechten is niets bekend. We zijn benieuwd hoe alles afloopt. Na het bezoek aan de fabriek gaan we de Medina in. Dit is eigenlijk een enorm grote souk met straatjes, zó smal dat er alleen maar ezels of muilezels door kunnen. Transport van en naar de winkels gebeurt dus middels deze dieren. Een gids is wel belangrijk, omdat de medina maar liefst 9400 straten heeft, verdeeld in 187 districten. Het is dus een hele wirwar waar je toch wel goed in verdwalen kunt. Wat we hier allemaal zien is niet te beschrijven. De verschillende ambachten hebben elk hun eigen souk. Zo vind je er de koperslagers, bakkers, slagers, leermakers en leerlooiers. Vooral dit laatste levert een zeer kleurrijk maar tevens ook stinkend geheel op. De huiden worden van weefsel en vet ontdaan met krabbers waarna ze in allerlei baden gaan om zo hun kleur te krijgen. Dit alles gebeurt volledig met de hand (en de voeten) en is een smerige bezigheid. Tussen de winkeltjes vinden we verschillende moskeeën en Medressa's (koranscholen) . De gids was buitengewoon goed en vertelde vanalles. Zo gaf hij aan welke groenten we allemaal zagen, welke kruiden enzovoort. Halverwege de dag zijn we in de souk gaan eten in een leuk uitziend restaurant. Als voorgerecht kozen we een salade Marocain. Deze bestaat uit ongeveer 10 schaaltjes met verschillende gerechten zoals tuinbonen met knoflook, linzen, courgettes wortels etc. Uiteraard alles op de typische manier gekruid. Na het voor-gerecht volgde een tagine en het diner werd afgesloten met sinasappels met kaneel. Heerlijk, en alles voor 10 Euro per persoon. Vervolgens weer gelopen door misschien wel 100 straatjes met 1000 kraampjes. Heel vaak moesten we ons tegen een muur pletten omdat er een muilezel door moest, volgeladen met koopwaar. En overal mensen, mensen en nog eens mensen. Soms liepen we door een piepklein donker straatje om daarna weer uit te komen in een gedeelte waar levende kippen, egels e.d. verkocht werden. De egels worden hier gegeten als middel tegen de verkoudheid. Het schijnt goed te werken. Ook bezoeken we een weverij waar met de hand gemaakte tafelkleden en zo gemaakt worden. Deze weverij ligt echt onder de grond. We moeten aan aantal trappen af en komen in een onderaards gewelf waar zo'n 5 weefgetouwen worden bediend. Wij kopen er allebei een shawl om rond ons hoofd te doen tijdens de aanstaande woestijntochten. En weer verder gaan we. We bezoeken een bakker waar de gids
ons de werking uitlegt. De vrouwen brengen hun eigen gemaakte brood naar de bakker om het ter plekke te laten bakken. Je ziet de vrouwen overal lopen met het brood op houten bladen en bedekt met doeken. Na een bepaalde tijd kan het brood weer opgehaald worden. Uiteindelijk verlaten we om ongeveer 18.00 uur de medina en gaan we met een taxi naar ons hotel. We kopen wat bier en cola en besluiten om in de foyer nog wat te drinken. Er komen en gaan mensen van onze groep en het is alweer beregezellig. Uiteindelijk belandden we rond 23.00 uur in onze slaapkamer waar we de tassen moeten pakken voor morgen. Ook moet ik dit verhaaltje nog schrijven, net zoals dat van gisteren omdat ik er toen geen zin in had. Vicky slaapt nu, ik drink nog een pilsje, lees wat en dan ga ik hetzelfde doen. Dag 7: Vrijdag 26 april; Fès - Midelt We rijden Fès uit en gaan via Ifrane en Azrou naar Midelt. Op weg naar de Midden-Atlas begint de weg al snel te stijgen. Hier verandert het landschap: Het golvende heuvelland rond Fès maakt plaats voor dichte cederwouden, afgewisseld met bergweiden en meertjes. Een schitterend gebied! .s Middags maken we een wandeling naar het prachtige meer van Aquelmane Sidi Ali. Ook zullen we proberen in de buurt verblijvende nomaden te bezoeken. We overnachten in het plaatsje Midelt, dat eens het trotse middelpunt was van een florerende mijnstreek. En weer gaat de reis verder. Volgende stop; Midelt. We verlaten Fes en rijden naar de Midden-Atlas. Het is een fantastische omgeving. We stoppen nog eens voor een koffiestop en komen uiteindelijk aan bij een plaats waar het wemelt van de apen (Makaken). We stoppen hier en nemen wat foto's. Ze zijn heel erg tam. We lopen dan een stuk het cederbos in om te lunchen. Hier zitten we onder gigantische bomen te genieten van het brood met tonijn en kaas. Dan gaat de rit weer verder totdat we bij een groot meer komen. Hier staat een wandeling op het programma. De route is te zwaar voor Vicky's knie. Latif wijst een pad aan dat omhoog voert. Dit pad zal de weg kruisen die de anderen nemen. Peter besluit om samen met Vicky het pad te nemen. Het blijkt echter niet zo'n gemakkelijke weg te zijn, vol met losliggende keien. We moeten uit-kijken voor de knie. Eenmaal boven aangekomen wachten we op de anderen. Als die er uiteindelijk ook zijn, gaan we naar een nomaden kamp. Hier woont één familie die in het bezit is van een geit en een hond (tegen de wolven). De geit wordt grootgebracht waarna die op de markt verkocht wordt. Van het geld kopen ze dan een nieuwe jonge geit, en van het vergebleven geld worden levensmiddelen, zoals meel, thee, aard-appels suiker en kruiden, gekocht. Er worden enkele dekens uitgespreid waarop we gaan zitten. De voeten (schoenen) mogen echter niet op de deken komen. De 3 nomaden mannen gaan thee zetten op een vuurtje en even later gaan 2 glaasjes thee en wat zelfgebakken brood rond. Ze zijn erg gastvrij, maar Latif zal hun wel wat geld geven voor deze gast-vrijheid. Toch was het heel leuk. Dan gaan we weer terug naar beneden over het pad dat Vicky en ik als eerste hadden genomen. Hier staat de bus te achten. We rijden weer verder door dit overweldigend mooie gebied. Uiteindelijk verlaten we het Midden-Atlas gebergte en komen we na een uurtje in Midelt aan. Het eigenlijke hotel waar we zouden verblijven blijkt niet beschikbaar en we komen in een hotel in het midden van het dorp. We krijgen een kamer met balkon en we frissen ons wat op om daarna te gaan eten in een redelijk sjiek hotel. Eerst zitten we nog een tijdje buiten op het terras in de tuin onder het genot van een pilsje (hoe moeilijker te krijgen hoe groter het genot). Daarna een hapje eten en weer terug naar ons eigen hotel. In Midelt barst het van de ooievaars die hun nesten op de huizen hebben gebouwd. Onderweg worden we begeleid door hun snavel geklepper en af en toe een schaduw van zo'n overvliegende kanjer. In het hotel nemen we nog een drankje en lezen we nog wat. Dan gauw slapen. Het zijn lange dagen en je doet veel, waardoor je 's avonds redelijk moe bent. Dag 8: Zaterdag 27 april; Midelt, wandeltocht naar het Cirque de Jaffar Deze dag gebruiken we om in de omgeving van Midelt een tocht te maken, over het Cirque de Jaffar, waar de Midden-Atlas overgaat in het Hoge-Atlasgebergte. Een adembenemende wandeling met uitzichten over het dal van de Oued Moulouya en de met eiken, ceders en thuya.s begroeide bergen, waaronder de Jebel Ayachi (3737 m). Voor het vervoer naar het beginpunt van de wandeling en weer terug naar Midelt gebruiken we lokaal gehuurde busjes Eerst lopen we door een lange, smalle kloof. In het voorjaar stroomt hier een riviertje, dat smeltwater van de omringende bergen afvoert. Na een rustige picknick vervolgen we de weg door een vallei, waar zich regelmatig halfnomaden ophouden. Zij verbouwen hier onder meer graan en appels, totdat de winter hen dwingt minder koude gebieden op te zoeken. Na kennis gemaakt te hebben met de gastvrijheid van deze mensen moet je nog een bescheiden bergje beklimmen voor we bij de busjes aankomen die ons weer terugbrengen naar Midelt. Wie liever in Midelt blijft hoeft natuurlijk niet aan de wandeling deel te nemen. De groep gaat vandaag een lange wandeling in de bergen maken. Ze vertrekken om 8.30 uur en zullen rond 15.00 uur terug zijn. Vicky's knie verhindert deelname, zodat we lekker in Midelt blijven. Een dag rust kan geen kwaad. Ook Ab en Jacques (een Belgische deelnemer) gaan niet mee. We staan wat later op. Hangen wat rond op ons balkon, douchen, lezen en drinken koffie op het terras, samen met de andere achterblijvers. Een echte luierdag dus. De wandelaars komen toch veel later terug dan gepland. Pas rond 17.00 uur arri-veren de busjes bij het hotel. Er zijn dan nog een aantal mensen die naar de hammam gaan. Dit is een Marokkaans badhuis. Daar wij weten hoe het in zo’n badhuis gaat, besluiten we om niet mee te gaan. We hebben het al eens meegemaakt in Turkije. Naast ons hotel is de dokter. Een keer per maand is er op Zaterdag gratis spreekuur. Al vanaf heel vroeg in de ochtend staan de mensen in een lange rij, buiten, te wachten. Ze hebben water en dergelijke bij zich en brengen de tijd door met kletsen of alleen maar zitten. Een politie agent regelt wie er naar binnen mag. Uren staan de mensen te wachten. Verschrikkelijk!
's Avonds gaan we met Elles en Wilma eten in een restaurant dat we de dag tevoren gezien hadden. Er is helemaal niemand. Wij vragen of we ook buiten kunnen zitten. Prompt wordt er een gedekte tafel van binnen naar buiten gesleept. De kelner neemt de bestellingen op en blijft maar om ons heen drentelen. Het is duidelijk dat hij graag een praatje wil maken. Als hij tenslotte vraagt of hij erbij mag komen zitten, stemmen we toe. Hij zit nog maar net of Latif en Carola komen eraan. Ook zij willen eten zodat de ober weer in de weer moet. Het wordt een super gezellige en melige avond. Verschrikkelijk hard gelachen en enorm veel flauwe kul verkocht. Latif weet niet meer hoe hij het heeft. Dag 9: Zondag 28 april; Midelt . Erfoud We rijden verder door de Hoge Atlas langs bergweiden met hier en daar nomadententen. Het landschap wordt roger en we verlaten het Atlasgebergte om af te dalen naar de rand van de Sahara. Het laatste stuk van de Atlas rijden we door de prachtige vallei van de Ziz met zijn steile, hoog oprijzende wanden, die door erosie zijn uitgesleten. Waar de kloof zich verwijdt, ligt het woestijngebied van de Sahara voor ons. Aan de oevers van de riviertjes die uit het Atlasgebergte stromen, hebben zich oases gevormd, die voornamelijk begroeid zijn met adelpalmen. De dorpjes in dit vroeger zeer turbulente gebied zijn vrijwel allemaal versterkt met lemen muren en torens en zien er uit als forten. Ze worden kasbah.s of ksour genoemd. Meteen na de Ziz-kloof zien we er al enkele, maar de mooiste kasbah.s zullen we een paar dagen later aan de Dadès en de Draa zien. Uiteindelijk bereiken we Erfoud, aan de rand van de Sahara. 's Morgens weer vroeg de bagage inpakken. We gaan naar het zuiden, richting Sahara. Eerst nog even ontbijten in het andere hotel en dan op pad. We rijden door het Hoge Atlas gebergte. Hier en daar stoppen we voor foto's en koffie. Rond de middag pauzeren we op een terras in een redelijk grote stad. De drankjes worden besteld en Latif gaat met enkele dames boodschappen doen in de "supermarkt". Ze komen terug met brood, tonijn, kaas, komkommer, bananen en meloenen. Aan de ober op het terras wordt om bestek, servetten en borden gevraagd wat ook wordt gebracht. Dit zou je in Nederland eens moeten proberen. Na dit smakelijke maaltje rijden we door. We zien veel nomadententen en dorpen bestaande uit lemen bouwsels. We stoppen weer geregeld en op een van deze plaatsen wordt een groepsfoto gemaakt. De chauffeur, Toufik, heeft heel wat camera's in de hand gehad. Na verloop van tijd wordt het landschap steeds schraler, totdat er uiteindelijk bijna niets meer groeit. In de buurt van onze eindbestemming bezoeken we een ksar. Dit is een echt ouderwets stadje, door een muur omringd. We worden gevraagd om de fototoestellen in de bus te laten, om de mensen in hun waarde te laten en niet met grote lenzen voor hun neuzen te zwaaien. Door een poort, waar de mannen bij elkaar zitten te kletsen, komen we in het dorp. We lopen door zeer nauwe straatjes, vaak overdekt, waar maar net een ezel door kan. Het dorp loopt uit om ons te zien, en tientallen kinderen hollen en springen om ons heen. Bij een bewoner, die ook een beetje les geeft aan de kinderen, gaan we thee drinken. Voor zijn hobby schrijft hij gedichten, waarvan hij er een voorleest. We nemen plaats op de tapijten, uiteraard nadat we onze schoenen weer uitgedaan hebben. Luisterend naar zijn gedicht en wat gitaarspel drinken we thee. Het is een aparte gewaarwording. Ook gaan we nog even op zijn dak kijken. Het is echt ongelooflijk hoe ze hun huizen geheel van leem gemaakt hebben. Het hele dorp bestaat uit dergelijke huizen, evenals alle andere dorpen in deze streek. Ze hebben dan ook allemaal dezelfde kleur. Heel typisch. Als we de stad verlaten lopen de kinderen ons achterna en beginnen te bedelen om bonbons, pennen of geld.We worden er helemaal gek van. Tijdens de rest van de reis zal dit nog veel vaker gebeuren. Als we eenmaal veilig in de bus beland zijn leggen we de laatste kilometers naar Erfoud af. Hier hebben we een prachtig hotel, met zwembad, waar we helaas maar één nacht zullen blijven. Als eerste neemt Peter een duik in het koele water en al gauw zitten we met een hele club aan het water te genieten van een pilsje dat in dit hotel wél te krijgen is. Iedereen krijgt langzaam maar zeker honger en rond 20.00 uur lopen we naar een restaurant. Er is maar één 4-gangen menu bestaande uit omelet of salade, gaia (het lokale gerecht gemaakt van stukjes vlees, groenten, eieren en duizend-en-een kruiden), spiesjes met vlees (brochettes) en meloen en sinasappels na. Het smaakt allemaal voortreffelijk, en dat allemaal voor de som van 50 Dirham (5 Euro). Zó goedkoop hebben we het nog niet gehad. Na het eten wordt er nog wat gedronken in het hotel. Morgen een dag waar velen zich op verheugd hebben; we gaan de woestijn in. Dag 10: Maandag 29 april; Erfoud, vrije dag Aan te raden is een tocht per landrover naar de zandduinen van Erg Chebbi bij Merzouga. Dit is de Sahara zoals je je die vooraf had voorgesteld: een roodgeel gekleurde zandvlakte met hoge, bijzonder fraai gevormde zandduinen. Het is het mooiste om hier .s middags met jeeps naar toe te rijden voor een overnachting. Onderweg kunnen we een bezoek brengen aan een fossielenopgraving. Hier zie je hoe grote brokstukken rots, met miljoenen jaren oude fossielen erin, uitgehakt en bewerkt worden. Kleine, met de hand gepolijste fossielen worden je ter plekke aangeboden. De .auberge. waar we laat in de middag aankomen is eenvoudig maar schoon, met zeer vriendelijk personeel. De ligging is heel rustig op slechts een paar honderd meter afstand van het hoogste zandduin. Na een korte stop voor een verfrissing, kun je de duinen inlopen om te genieten van de zonsondergang met schitterende kleuren. Na een heerlijke maaltijd is aan jou de keus waar je wilt slapen: binnen in de .auberge., op het dak of ...... in de duinen. Eventueel kun je ook een rustige ochtend of middag doorbrengen bij het luxe zwembad van een viersterrenhotel in Erfoud. 's Morgens kunnen we uitslapen, zodat we pas om 9.30 uur aan het ontbijt verschijnen, Ook Latif en Carola hebben het ervan genomen en schuiven bij ons aan. Op ons gemak eten we van het buffet (het was een goed
hotel). Vicky voelt zich niet zo best; ze heeft diaree. Hopenlijk werkt de immonium tablet. We gaan nog even het dorp in om te internetten en mailtjes naar familie, vrienden, collega's en bekenden te sturen. Dit duurt een hele tijd omdat de toetsenborden heel anders ingedeeld zijn. Na een poos verwoed typen versturen we het mailtje. Het gaat wel héél erg snel. We zijn benieuwd of het allemaal gelukt is. (Later blijkt dit dus niet het geval; niemand heeft een mail gehad). Na de cyber-sessie wordt het tijd om ons klaar te maken voor het Sahara-avontuur. De bagage wordt in een kamer opgeborgen en alleen het hoogst noodzakelijke gaat mee. Toiletspullen, een vest voor als het koud wordt, zaklantaarn en foto- en filmapparatuur. Ook kopen we in het hotel nog een fles wijn, want in de woestijn kun je die dus echt niet krijgen. Dan gaat het beginnen; 3 landrovers (zandrovers zou Vicky zeggen) staan klaar om ons naar de auberge bij de zandduinen van Erg Chebbi te brengen. Vlak voor we vertrekken begint het opeens flink te stormen, met als gevolg dat als wij het dorp uitrijden, het zicht 0 is. Wij vertrouwen er maar op dat de zandroverchauffeurs weten wat zij doen, want je ziet echt geen hand voor ogen door het opstuivende zand. Gelukkig hebben we van die Marokkaanse shawls in Fes gekocht waarmee we hoofd, neus en mond bedekken. We zien eruit als echte woestijnbewoners. Na een tijdje stoppen we bij een stuk woestijn waar nog veel fossielen gevonden worden. Zoals gewoonlijk komen hier ook direct de verkopers op ons af, maar wij gaan direct een stukje lopen om de fossielen, zeg maar in het wild, te bekijken. We hoorden toen dat de chauffeurs voorspellen dat om circa 18.00 uur de storm gaat liggen "in shia allah" (spreek uit: inshialla, wat betekent "als Allah het wil"). Na nog een stop arriveren we bij onze auberge. Op enkele meters afstand liggen de zandduinen van Erg Chebbi te pronken, badend in een roodachtig licht, veroorzaakt door de ondergaande zon. Het is adembenemend. We hebben 4 mogelijkheden om de nacht door te brengen en wel; 1. in een slaapzaal, 2. in een soort bedoeïnentent, 3. op het dak van de auberge of 4. in de woestijn zelf. Wij kiezen voor het dak omdat het nog steeds een beetje waait en dan is het niet zo prettig om in het zand te slapen. Ongeveer iedereen van de groep kiest ook voor deze optie. Slechts enkelen kiezen ervoor om in de woestijn te slapen. Later op de avond gaat de wind liggen en gaan de meesten alsnog de zandduinen in. Wij blijven op het dak. Voordat we gaan eten hebben we nog even tijd om de woestijn in te lopen. Het is behoorlijk moeilijk om de duinen op en af te lopen door het mulle zand. Het is echter een onvergetelijke ervaring. Fotocamera's klikken en videoapparatuur zoemt dat het een lieve lust is. Helaas komen er af en toe weer verkopers op ons af die ons niet met rust willen laten. Soms zijn harde woorden de enige methode. Dan is het tijd om te eten. Op het menu staat een gemengde salade, couscous met kip, de inmiddels bekende gaia en, uiteraard, meloen en sinasappels met kaneel. Alles smaakt prima. Na het eten gaan we er eens goed voor zitten, en wordt de fles wijn ontkurkt. Al gauw is het erg gezellig en komen de trommelaars tevoorschijn die op tam-tams en djembes een voorstelling geven. Er wordt flink gedanst en Vicky heeft al snel een trommel te pakken om vervolgens driftig mee te spelen. Alsmaar gezelliger wordt het. De djembe-spelers zijn echte virtuosen. Rond half een besluiten we toch maar om naar het dak te gaan om ons matrasje op te zoeken. Heel stilletjes hebben we ons omgekleed om de anderen niet te wekken. Het duurt nog een tijdje voor we de slaap kunnen vatten, mede door de trommelaars die nog steeds bezig zijn. Het is heel apart om in de woestijn in je bed te liggen, kijkend naar de sterrenhemel en op de achtergrond het geluid van de djembes. Afrikaanser kan bijna niet! Uiteindelijk vallen we dan toch in slaap. Dag 11: Dinsdag 30 april; Zandduinen - Gorges du Todra Degenen die bij de zandduinen geslapen hebben, komen per jeep rechtstreeks naar de markt van Rissani. Daar ontmoeten ze degenen die ervoor gekozen hebben twee nachten door te brengen in het hotel. Rissani is een echte .frontier.-stad: de laatste oase voor de enorme uitgestrektheid van de Sahara. Hier komen veel woestijnbewoners om handel te drijven. De markt is dan ook één van de kleurrijkste van heel Marokko. We vervolgen onze weg in de richting van de Todra-kloof, landschappelijk één van de grootste spektakels van Marokko. Het meest indrukwekkende stukje van de route bevindt zich vlak bij ons hotel. Dit ligt zeer sfeervol midden in de kloof, die tien tot twintig meter breed is en waarvan de wanden honderden meters loodrecht omhoog steken. Na aankomst kun je hier nog een wandeling maken. Koninginnendag! Dit jaar zonder Oranjebitter voor ons. Niet dat we dat ooit gedronken hebben, maar het klinkt zo leuk. Al vóórdat de zon opkomt wordt iedereen op het dak wakker. Het is dan ongeveer kwart over vijf. Helaas valt de zonsopkomst iets tegen vanwege de bewolking. Langzaam komt iedereen in beweging, schiet wat foto's, drinkt koffie die niet te pruimen is en frist zich op. Niet persé in deze volgorde. Om half 8 gaan we ontbijten, waarna we om half 9 weer in de jeeps zitten. De bestemming is Risani, een klein dorpje waar een markt is. De jeeps scheuren door het gebied waar geen echte wegen zijn. Je pakt gewoon het pad met de minste stenen en gaten. In het dorp aangekomen gaan we de markt bekijken. Deze is echt authentiek. Geen toerist te bekennen en je waant je in de middeleeuwen. De kraampjes zijn talrijk en divers. Op ons gemak lopen we er doorheen. We zien ook de schapenen koeienmarkt alsmede een heuse parkeerplaats voor ezels. Enkele honderden ezels staan hier geparkeerd en balken om het hardst. Als we alles gezien hebben drinken we nog wat en gaan dan met de zandrover terug naar het hotel in Erfoud waar we onze bagage hadden achtergelaten. Deze wordt nu in de bus geladen en dan gaan we weer verder. Druk, druk, druk! Bestemming: de Todrakloof. We rijden door een vlak, droog steenachtig gebied zonder hoogtepunten, totdat we in de Todrakloof komen. Hier is weer redelijk veel begroeiing in de vorm van dadelpalmen. We maken enkele fotostops en rijden het land van de Berbers binnen. Hier dragen de vrouwen geen sluiers, in tegenstelling tot de Arabische vrouwen. Het hotel ligt tegen een wand van de kloof "geplakt". Het is overweldigend hoe hoog en steil de kloof is. Een riviertje kabbelt langs het hotel, waardoor het hotel alleen te bereiken is via een houten plank die de ene oever met
de andere verbindt. Hierover moeten we onze tassen sjouwen. Na een welkoms kopje thee worden de kamers verdeeld. Wij gaan naar onze kamer waar we tot de ontdekking komen dat er geen licht is. De electriciteit gaat pas om 18.00 uur aan met behulp van een aggregaat. Wij wachten hier niet op maar gaan ons direct douchen, bijgelicht door onze zaklamp. Op de bodem van de douche ligt na afloop een hele berg Sahara-zand; een echte weldaad! Gauw nog een klein stukje wandelen en dan eten. Er liggen slechts 2 hotels in de kloof, en dat van ons zou de beste keuken hebben. Als we aanschuiven kan de klucht beginnen. Het voorgerecht komt en het smaakt veelbelovend. Iedereen had al direct na aankomst doorgegeven wat hij/zij wilde eten. Twee mensen wilden couscous met kip, enkelen wilden kefta (gehakt) met friet en weer anderen hadden een tagine besteld. Toen de kefta kwam kreeg ieder een klein schijfje ter grootte van een rijksdaalder (oude Nederlandse munt !!!) Er kwam nog meer, zo werd er gezegd. Vervolgens kwamen de frites. Deze hadden ongeveer 3 minuten in vet van 80° C. gelegen; half rauw en het vet droop eraf. Bovendien waren ze ook nog koud. Jacques (uit België) was helemaal van zijn á propos. Hij riep de kelner en de frieten werden teruggestuurd. Even later kwamen ze, veel bruiner, en allemaal aan elkaar geplakt terug. Toen ook de frites op waren konden we wachten op de volgende portie gehakt. Deze kwam inderdaad maar bleek nog half rauw te zijn. In een land als Marokko niet echt een aanrader als je ziet hoe het vlees in de slagerijen ligt/hangt. Enfin, ook deze werden teruggestuurd. Ondertussen zaten de couscous bestellers nog steeds op hun maaltje te wachten. Dit kwam maar niet en wat bleek: er was geen kip meer. Ze besloten dat ze niks meer wilden. De derde portie gehakt kwam en deze bleek gaar te zijn. Iedereen viel aan, maar al gauw grepen we naar de dichtstbijzijnde flessen water en cola. Een hele pot peper was er over gegooid. Iedereen moest van ellende ontzettend lachen. De sinasappels na afloop konden het allemaal niet meer goedmaken. Jammer maar helaas; This is Marocco man!! Na het eten hielden we nog een tussentijdse evaluatie, waar in elk geval gezegd werd dat Latif en de chauffeur Toufik het prima deden. Nog enkele kleine opmerkingen werden er gemaakt en klaar was Kees. Daarna begonnen de discussies aan de verschillende tafels en allemaal gingen ze over ene Marius en zijn vrouw Connie. Hij 67, zij 62 jaar. Een ware hel zijn deze mensen. Voor Marius is niets goed, elk land is beter en de reisleiding is waardeloos. Hij ergert zich aan alles. Het enig waarvoor hij naar Marokko is gekomen, is om de objecten die er leven te fotograferen. Hij ziet de Marokkanen als foto objecten en hij schroomt dan ook niet om met een telelens 1 meter voor een Marokkaan te gaan staan om hem op de foto vast te leggen. Als deze niet wil wordt hij ook nog uitgescholden ook. Fotograferen in een islamitisch land is toch al moeilijk en zo'n figuur verpest het voor de anderen. Nadat de meesten hun gal gespuid hebben ( Marius is als altijd direct weg) gaan we naar bed. Morgen een post-evaluatie dag. Kijken hoe die verloopt. Dag 12: Woensdag 1 mei; Gorges du Todra - Gorges du Dadès ‘s Morgens maak je, tenzij je liever bij het hotel blijft, een van de leukste wandelingen van de reis, die buiten de kloof langs akkertjes en door palmoases voert. De groene omgeving vormt hier een sterk contrast met de rotsachtige kloof. In de loop van de middag reis je dan met onze eigen bus via Boumalne naar de vallei van de Dadès, waar we overnachten. 's Morgens lekker opstaan en wassen. Niet dus! Er was geen water. Slechts op bepaalde tijdstippen is dit voorhanden evenals de electriciteit. Gelukkig hadden we nog wat water in een fles zodat we onze tanden in ieder geval konden poetsen. Daarna de wandelschoenen aan om ons op te maken voor een wandeling door de Todra vlakte. Je loopt dan door de akkertjes van de mensen. Deze akkertjes liggen weer verscholen onder de enorme palmbomen. Het is zo'n wirwar van paadjes dat een gids noodzakelijk is. In het begin is de "weg" steil, smal en moeilijk begaanbaar. Vicky kon en durfde dit niet aan zonder hulp. Iedereen bood toen zijn/haar hulp aan. Het was hartverwarmend. Latif is uiteindelijk de hele tijd bij haar gebleven om de helpende hand toe te steken waar dit nodig was. De wandeling was werkelijk prachtig. Je waande je in een oerwoud met her en der akkertjes. Langs deze velden liep weer een smal beekje dat voor de bevloeiïng zorgde. Vanalles werd er verbouwd, van "normale" dingen als tuinbonen en aardappelen tot minder voorkomende zaken als dadels en koriander. Overal waren mensen aan het werk met hun primitieve gereedschap en steeds weer moesten we plaats maken om een volbeladen ezel door te laten. Het aantal keren dat we bonjour of Salaam hebben gezegd was ontelbaar. Iedereen was even vriendelijk. Wel had Latif ons vantevoren op het hart gedrukt om geen foto's van de mensen te maken. Zij willen dat echt niet hebben.Jammer, maar het is niet anders en iedereen hield zich hier ook keurig aan. Op een van de rustplaatsen aan een helder stromend riviertje kwamen de vrouwen van het dorp bij elkaar om de was te doen. Dit was een mooi gezicht. Elles en Wilma gingen naar hun toe en hebben hun geholpen. Voor mannen is het verboden terrein. De vrouwen zouden direct weggelopen zijn, dus bleven we op de andere oever staan kijken. Als de Marokkanen bijvoorbeeld bezoek krijgen van vrienden, zullen de mannen in een aparte ruimte eten alsook de vrouwen. Ze zien elkaar de hele avond niet. Voor ons een vreemde gang van zaken, voor hun heel gewoon. Na deze pauze zijn enkelen, waaronder Peter, nog naar het hoogste punt geklauterd. Hier lag een verlaten Joods dorpje waarvandaan we een prachtig uitzicht over de vallei hadden. Langzamerhand werd het tijd voor de lunch. De gids nodigde ons met zijn allen uit om die bij hem thuis te gebruiken. Zijn vrouw en 6 dochters hadden een maaltijd voor ons klaargemaakt. Eerst kregen we een rondleiding door hun enorme huis. De WC was een apart gebouwtje op een gigantische binnenplaats. Hij had 1 koe, 1 kalf, 1 geit en 1 schaap. Op de eerste verdieping had hij een ruimte waar we gingen eten. Er werden een aantal tagines met rundvlees en groente geserveerd. Alvorens te beginnen ging hij met een bak en een kan water rond. De handen moest je boven de bak houden waarna hij er water uit de kan over goot. Zo kon je je handen wassen. Er wordt namelijk met de handen gegeten. Je neemt een stuk brood en hiermee pak je wat uit de tagine. Na het nagerecht (meloen en sinasappels) kwam de man weer met
zijn bak en de kan water. Nu lag er ook een stuk zeep bij. Het ritueel herhaalde zich, maar nu was het ook de bedoeling om met je vingers je mond en tanden te reinigen. Voldaan gingen we verder met het laatste deel van de wandeling. De schoenen werden weer aangetrokken (zoals altijd hadden we deze weer uitgetrokken alvorens naar binnen te gaan) en de tocht ging verder. Het laatste stuk naar het dorp Tinerhir was nog een steile klim en allebei waren we doodop. Eindelijk kwamen we aan waar de bus stond. De hele wandeling was 13 km. lang geweest. Op een terras nog wat gedronken en toen ingestapt om te vertrekken naar de Gorges de Dades. Onderweg rijden we weer door een fantastisch gebied en stoppen we nog in een dorp om wat water e.d. te kopen. Als we weer instappen en verder rijden, loopt Latif naar Marius en zijn vrouw Connie en barst in woede uit. Wéér heeft hij gezien dat ze foto's maken van mensen die dit niet willen. Even knalt het tussen hun. Dan gaat Latif wijselijk zitten. Hij leeft zó mee met zijn landgenoten dat het vaak heel erg moeilijk voor hem moet zijn. Na een korte maar prachtige rit komen we aan bij het hotel. We hebben wel nog enkele regendruppels gezien, maar dat was niet de moeite waard. Ook dit hotel ligt in een kloof en is eenvoudig maar netjes. We krijgen onze kamersleutels en maken ons op voor het eten. Het is erg lekker en ook erg gezellig. Latif had de avond tevoren nog 2 flessen wijn gekocht, die nu door 14 mensen gedeeld werden. Iedereen nam genoegen met 1 glaasje. Alcohol en Islam blijven een moeilijke combinatie en ook de toeristen merken dit. We hebben nog een hele tijd gezellig zitten kletsen maar toch gingen we al om 22.15 uur naar bed, moe van de wandeling. Tijdens het eten hebben we aan stagiëre Carola nog een ketting als aandenken gegeven. Zij gaat ons morgen verlaten, want Zaterdag a.s. krijgt zij haar eerste eigen groep, Iedereen, en vooral Vicky, vindt het jammer dat ze gaat. Het is nu 23.20 uur. Het licht valt ook hier uit en deze laatste regels schrijf ik bij het licht van de zaklantaarn. Met datzelfde licht lees ik nog een aantal bladzijden en dan hou ik het ook voor gezien. Dag 13: Donderdag 2 mei; Gorges du Dadès, vrije dag Deze dag geeft ruime gelegenheid om de schitterende omgeving al wandelend te ontdekken, eventueel onder begeleiding van een gids. Ook is het mogelijk je per minibus naar een prachtig uitkijkpunt te laten brengen en vandaar terug te lopen. Ruige bergen, koele riviertjes en de nodige kasbah.s. Een echte wandeldag. Een vrije dag vandaag. Toch staan we vroeg op om Carola uit te zwaaien. Ze vertrekt om 9.00 uur. Vicky geeft haar nog een teenring als persoonlijk aandenken. Als we allemaal afscheid genomen hebben, ontbijten we nog. Enkele mensen besluiten om een wandeling van 5 á 6 uur te maken in de bergen, onder begeleiding van een gids. Wij nemen de beslissing om vandaag helemaal niks te doen. We gaan naar het terras en laten samen met Ab, Marja, Elles en Wilma een kan koffie en koekjes brengen. We zitten hier een hele tijd, totdat Peter lang genoeg gezeten heeft. Hij gaat een stuk de kloof in wandelen. Het is een onbegaanbaar pad bedekt met grote en kleine stenen. In feite is het een drooggevallen riviertje. Al snel komt een Marokkaans jongetje bij hem lopen en begint te praten. De rest van de wandeling wijkt hij niet van zijn zijde. De tocht is schitterend. Na een tijdje komt Peter, Jacques en Annie uit België tegen. Ze praten wat en plotseling komen er heel veel geiten langs, die de kloof over willen steken. Ze worden vooraf gegaan door een herder. Maar liefst zo'n 700 geiten komen van het topje van de berg naar beneden, steken de kloof, die 3 meter breed is, over en gaan aan de andere kant weer de berg op. Het is een schitterend gezicht en geluid. We moeten ons wel onder overstekende rotsen schuilhouden tegen de vallende stenen. Alles wordt perfect georganiseerd door 2 honden die de boel goed in de gaten houden. Als de hele kudde over is, komt de vrouw van de herder nog en dan is het weer stil. We lopen gezamenlijk terug en zien de geiten weer afdalen naar de rivier die voor het hotel stroomt. Alle geiten staan te drinken en als ze genoeg hebben maken ze rechtsomkeert en gaan de bergen weer in. De rest van de middag blijven we op het terras afwisselend in de zon en de schaduw zitten. Er komt nog een lading Spanjaarden aan die op het terras gaat picknicken. Wat zij allemaal uitpakken is ongelooflijk. Plotseling ziet Vicky dat ze ook fuet hebben. Dit is een Spaanse worst waar zij dol op is. Onvervaard stapt ze op de mensen af om te vragen of ze een klein stukje mag proeven. Zij krijgt maar liefst een halve worst, die ze heerlijk oppeuzelt. Inmiddels is het tijd dat de generator weer aangezet wordt, wat betekent dat er licht en warm water komt. Douchen dus! Na het douchen tijd om te eten. We krijgen een overvloedig maal van soep, salade, spaghetti, tagine enz. Het smaakt heerlijk. Na het eten gaan we naar de kamer om de tassen te pakken want morgen hebben we weer een hele mooie reis voor de boeg. Dag 14: Vrijdag 3 mei; Dadès - Zagora Dit is één van de mooiste routes van de reis. We rijden eerst langs de Dadès, met uitzichten op de Hoge Atlas en vele kasbah.s. Na een bezoek aan de kasbah Taourirt in Ouerzazate rijden we zuidwaarts het dal van de Draa in. Dit dal is het meest schilderachtige deel van Marokko. De vele versterkte kasbah.s tussen de dadelpalm-oases, het kronkelende riviertje en de ruige rotsformaties zorgen in steeds wisselende combinaties voor pittoreske plaatjes. We zullen zeker hier en daar stoppen om rond te kijken. We overnachten in Zagora in een mooi hotel met zwembad. Vandaag een reisdag. We vertrekken om 8.30 uur richting het zuiden, naar Zagora. Zagora ligt aan de rand van de Sahara. De gemiddelde hoogste temperatuur is daar 34° C. We rijden eerst door de Dades vallei. Een prachtig gebied met veel groen. Dan komen we in de Vallée des Roses. Hier bevinden zich veel rozenkwe-kerijen. We stoppen in een dorp om wat te drinken. Overal worden produkten van rozen verkocht zoals rozenwater, zeep enz. Dan rijden we verder en bereiken we de Hoge Atlas. Steeds hoger rijden we en het landschap verandert alsmaar.
Uiteindelijk zitten we zó hoog dat er alleen maar keien en stenen liggen. We stoppen nog een paar keer en komen rond 18.30 uur in Zagora aan. Iedereen is bijna bevangen door de hitte. In Zagora hebben we een fantastisch hotel met zwembad, grote tuin en een bar. Snel worden de tassen naar de kamers gebracht. We frissen ons op en gaan dan naar de bar voor het eerste pilsje sinds dagen. Al gauw wordt het erg gezellig. We eten onder een bedoeïnen tent en aansluitend zitten we nog langere tijd aan de bar. De alcohol raakt Peter en ook Latif is behoorlijk onder invloed. Moe duiken we ons bed in. Peter is inmiddels verkouden geworden en is de hele dag aan het hoesten en snotteren. Dag 15: Zaterdag 4 mei; Zagora - kamelentrektocht Zagora, vrije ochtend; in de middag: kamelentrektocht Zagora ligt aan de rand van de woestijn en was het vertrekpunt van de grote karavanen naar Timboektoe in Mali. De tocht per kameel duurde 52 dagen. Je kunt hier het stadje verkennen, of eventueel via de palmoase wandelen naar Amezrou, vroeger een centrum van joodse edelsmeden. Ook het dorpje Tamegroute is een bezoek waard. Dit is het centrum van een oude moslimbroederschap, waar in een zeer oude bibliotheek bijzondere boeken worden bewaard. Tevens is er een heiligdom voor zieken en vind je er pottenbakkers die het voor de omgeving karakteristieke groen geglazuurde aardewerk produceren. Aan het einde van de middag, als het iets koeler begint te worden, vertrekken we naar de woestijn. Ons lokale vervoer hier is de kameel. Na ongeveer twee uur trekken bereiken we ons woestijnkamp. We eten buiten een gezamenlijke maaltijd. In het gloeiendhete woestijnzand wordt met behulp van een kampvuur brood gebakken. Een grote tent is onze overnachtingsplaats, of je kunt buiten een plekje onder het onmetelijke uitspansel van sterren zoeken. 's Ochtends besluit Vicky om met een kleine excursie naar een naburig dorpje mee te gaan. Daar is een pottenbakkerij, een mausoleum en een bibliotheek te zien. Om 8.30 uur vertrekt de bus. Peter heeft de hele nacht liggen hoesten en blijft in bed. Om 10.30 uur staat hij op. Een uurtje later komt ook Vicky terug. De bibliotheek was zeer de moeite waard; de rest was wat minder. Later op de dag zullen we met kamelen een tocht naar de woestijn maken. Peter twijfelt of hij meegaat omdat ze ook in de woestijn blijven slapen. Uiteindelijk besluit hij om de tocht te wagen. Ongeveer de helft van de groep voelt zich niet goed en heeft last van diaree. Dat wordt nog wat! De rest van de dag wordt in het hotel doorgebracht, liggend aan het zwembad en/of zittend in de chaduw. Dan is het zover; de kamelen tocht gaat beginnen. Vóór het hotel liggen zo'n 20 dromedarissen te wachten. Ze zijn wel héél erg groot. Annemarie ziet het op het laatste moment niet meer zitten en besluit om toch maar niet mee te gaan. In het totaal blijven er nu 6 mensen in het hotel. Latif doet voor hoe je je zittend moet houden als dat beest opstaat. Gelukkig hoeven we niet naar Timboektoe. Vroeger was Zagora namelijk de plaats waar vandaan de karavanen naar Timboektoe vertrokken. De tocht duurde 52 dagen. Er staat nog een bord in de stad met een richtingwijzer en de tekst "Tombouctou, 52 jours". Al snel zijn we in de woestijn. Het is een mooi gezicht als je iedereen op de kameel ziet zitten rijdend door het gele zand van de woestijn. Na 2 ½ uur komen we aan in het kamp voor de nacht. Hier staan 3 bedoeïnententen, waarvan er 1 dient om in te zitten en te eten. De schoenen moeten weer uit. We kletsen wat, want het duurt lang voordat het eten komt. Op een gegeven moment wordt er een kampvuur gemaakt door de kamelendrijvers. Als er alleen nog gloeiende kooltjes liggen worden deze weggeschraapt en wordt er een rond deeg op het gloeiend hete zand gelegd. Hierover wordt dan weer gloeiend zand gelegd. Na een paar keer draaien is het brood klaar. Het zand moet eraf geklopt worden en dan wordt het gegeten. Nu komen ze ook met het eigenlijke eten, uiteraard bestaande uit een salade vooraf en een tagine met aardappels, wortels en vlees. Het pasgebakken brood smaakt voortreffelijk. Degenen die eraan gedacht hebben om wijn mee te nemen, ontkurken de fles. Het alternatief is thee. Als we eigenlijk naar bed willen komen de Arabieren nog met wat plastic tonnen en dergelijke waar ze op beginnen te trommelen. Ze doen hun best maar het stelt niet veel voor. Dan worden de tenten opgezocht om de aanwezig matrassen op te maken. Het duurt uiteindelijk nog heel lang voordat we onze slaap kunnen vatten. Dag 16: Zondag 5 mei; Saharakamp - Zagora De volgende dag brengen onze kamelen ons terug naar Zagora, waar je het woestijnzand van je af kunt spoelen en een lekkere duik in het zwembad kunt nemen. Om 5.00 uur is Peter alweer wakker en om 5.30 uur springt Vicky plotseling rechtop en "stoot" haar hoofd tegen de tent. Ze heeft kramp in de kuit. Peter helpt de kramp onderdrukken. Langzaam maar zeker wordt iedereen wakker. Het is een mooi gezicht; een opkomende zon boven de woestijn, een groots verlaten uitzicht en dromedarissen die liggen te doezelen. Iedereen maakt min of meer toilet, wat niet méér is dan het poetsen van de tanden. Rond half 8 wordt het ontbijt gebracht. Ook hier weer als enige beleg, abrikozenjam. In bijna alle hotels is dat het enige dat je krijgt bij je ontbijt. Het eten is over het algemeen zéér eenzijdig in de restaurants. De voorgerechten zijn óf salade of soep Marocaine. Voor de hoofdgerechten kun je kiezen uit couscous (met vlees of kip) , tagine (met gehakt, vlees of kip met citroen) of brochettes (spiesjes). Als nagerecht is er altijd sinasappels met kaneel, meloen en soms crême caramel. Als het ontbijt verorberd is gaan we weer op "onze" dromedarissen terug naar het hotel in Zagora. Iedereen verheugt zich op de douche, het zwembad en de bar. De tocht voert via een iets andere route dan de heenweg, langs palm-oases waar links en rechts kinderen op ons afkomen en om snoepjes of pennen vragen. Ook al zo'n bezigheid waar ieder kind in Marokko aan meedoet. Soms word je gek van hun gebedel. Bij het hotel aangekomen klagen de meesten over spierpijn. Peter is helemaal rauw tussen de billen, veroorzaakt door het zweten en het
schuren over de kamelenrug. Snel naar de bar dan maar, voor een echte bak koffie. Het is dan half 10. Na de koffie een biertje en dan lekker douchen. Blijkt de douche op onze kamer niet te werken. Eén dun straaltje water is alles wat er uitkomt. Peter doet het er mee. Ondertussen gaat Vicky aan het personeel vragen of ze de douche kunnen maken. Er komt iemand mee kijken, maar daar Peter onder de douche staat gaat dat dus even niet. Vicky kan dan in een andere kamer terecht om te douchen en als Peter klaar is komt een monteur het euvel verhelpen. Peter besluit om nog even 2 uurtjes bij te slapen, terwijl Vicky richting zwembad gaat. Het is inmiddels zó heet dat alleen een plek in de schaduw de enige juiste is. De thermometer wijst 34° C. aan. De rest van de middag wordt in de schaduw aan het zwembad en de bar doorgebracht. 's Avonds gaan we met een aantal mensen met Latif en Toufik in de bus mee naar een nabijgelegen dorp om daar naar een speciaal winkeltje te gaan en om in dat dorp te eten. In het winkeltje, dat vanalles te koop aanbiedt, van Berber spullen tot tapijten en zilver vinden wij 2 zilveren Berber kettinkjes. Het afdingen begint. Na veel dralen, weglopen enz. wordt de koop gesloten. De hangers komen in ons bezit voor 350 Dirham en een T-shirt. Aparte manier van kopen, toch? Dan gaan we eten in een mooi hotel. We zitten aan verschillende tafeltjes en na enige tijd is één van de groepjes klaar en besluit even elders te gaan kijken. Er wordt afgesproken dat de bus over 1 uur vertrekt. Als wij vervolgens ook klaar zijn en naar de bus gaan is het groepje nog niet teruggekeerd.. We wachten nog wat en zoeken in de omgeving. Er is niemand te vinden. Latif besluit om te gaan. Hij gaat ervan uit dat de 6 mensen zijn gaan lopen. Bij het hotel aangekomen blijkt echter dat er niemand is. Wij dringen er bij Latif op aan dat dit niet kan en mag gebeuren. Hij besluit om zelf de bus te pakken en terug te rijden. (Toufik mag nl. niet meer rijden van de baas.) Uit solidariteit gaan we allemaal mee. De rit met de bus is een avontuur op zich, maar eenmaal bij het restaurant aangekomen blijkt er niemand meer te zijn. Alweer gaan we zoeken. Dan komt er een taxi aanrijden, die ons vertelt dat hij de verloren kinderen bij het hotel heeft afgeleverd. Wij dus ook weer terug. Bij het hotel staat het groepje ietwat pissig te wachten. Het blijkt echter dat de horloges van Latif en de anderen een kwartier verschilden. Na wat geharrewar is dit ook weer opgelost, al blijft een enkeling toch nog kwaad. Er wordt nog wat aan de bar gedronken waarna we ons bed opzoeken. Eerst even de tas inpakken, want morgen gaan we al om 7.00 uur op pad voor de langste tocht van de vakantie. Einddoel; Marrakech Dag 17: Maandag 6 mei; Zagora - Marrakech Vandaag rijden we weer door de Draa-vallei. Omdat deze reisdag vrij lang is, zullen we vroeg vertrekken. Zo hebben we onderweg voldoende tijd om de imposante kasbah Aït ben Haddou te bezoeken, die het decor heeft gevormd voor films als .Lawrence of Arabia. en .Sodom en Gomorrah.. .s Middags volgen we een van de mooiste routes van Marokko, de Hoge Atlas in. Het hoogste punt is de Tizin-Tichka-pas (2260 m). Onderweg hebben we prachtige uitzichten op de toppen van de Hoge Atlas en in het kale, woeste berglandschap waar soms verrassend groene plekjes opduiken met kleine Berberdorpjes. Vanaf het sfeervolle bergdorpje Taddert slingert de weg zich omlaag, richting Marrakech. Aan het eind van de dag bereiken we deze fraaie stad, waar ons centraal gelegen hotel, vlakbij het beroemde plein Djemaa el Fna, een uitstekend lopend buffet aanbiedt. Om 7.15 uur stappen we in de bus, om aan de tocht te beginnen. Het zal een rit van ca. 400 km. worden, overwegend door de bergen. We moeten nl. de Hoge Atlas oversteken. Als we ongeveer 2 uur gereden hebben begint het weer te verslechteren. Het wordt bewolkt. Rond de middag eten we in een restaurantje. We zouden eigenlijk picknicken maar daarvoor is het weer niet goed genoeg. Na de lunch rijden we naar de kasbah Aït ben Haddou. Deze is bekend omdat daar de film Lawrence of Arabia opgenomen is. Bij de kasbah waait het inmiddels hevig; het is er één grote stofwolk. Vicky vindt het te heftig en besluit om bij de bus te blijven. Omdat daar een stopplaats van een motorrally was, was dit niet zo'n probleem. Er was vanalles te zien. Peter loopt met Frank, Cora, Joes, Tineke en Els door de kasbah. Op een gegeven moment komen ze bij een huisje dat nog bewoont blijkt te zijn. Er komt een kind van 2 jaar oud naar buiten en steekt zijn armpjes uit om opgepakt te worden. Dit ziet wel zo verleidelijk uit dat Cora het meisje snel in haar armen neemt. Er worden wat foto's genomen en dan komt de moeder die ons lachend naar binnen roept. Ze laat ons de keuken, het erfje met geiten en een ezel zien, alsook het dak, van waaruit wij een mooi uitzicht hebben. Ook de vader staat er lachend bij en al gauw voelen we nattigheid. Het kindje blijkt zodanig opgeleerd dat ze toeristen op haar eigen maniertje naar binnen lokt. Als deze dan uiteindelijk weer gaan vraagt de moeder om een financiële bijdrage voor de foto's. We hadden het kunnen weten, maar konden de verleiding niet weerstaan. We geven het mens wat Dirhams en gaan weg. Na nog wat rondgelopen te hebben gaan we terug naar de bus. Daar staat Vicky, inmiddels druk in gesprek met de organisatie van de rally. Het blijkt dat deze 15 dagen duurt en door geheel Marokko voert. Ze koopt een Tshirt en krijgt er nog een petje en wat stickers bij. Dan gaan we verder en rijden de Hoge Atlas in. Het wordt donkerder, kouder en af en toe valt er een regendruppel. Alsmaar hoger gaan we en opeens staan we op de top op een hoogte van 2260 meter. Het stormt er verschrikkelijk en het is rond het vriespunt. Heel snel neemt Peter wat foto’s en dan weer gauw de bus in, naar de warmte. Het weer wordt niet beter en de rest van de dag zien we de meest vreselijke donkere luchten en mistige bergen. We stoppen nog in een dorpje voor een koffie. Het is een tent waar hoogstwaarschijnlijk net een geit geslacht is, getuige de houtsnippers die her en der liggen. We krijgen onze koffie en drinken hem dankbaar op. Er komt een muzikant met een raar instrument binnen en begint te spelen in de hoop een paar Dirhams te vangen. Het is er erg gezellig, mede door de entourage. Iedereen probeert zijn best te doen voor je. Vicky koopt nog een zakje suikerpinda's dat ze in de bus rond laat gaan als we weer vertrokken zijn. Marius (de oudste brombeer van de groep) gromt dat hij hoopt dat zijn kiezen het houden. Prompt breekt Peter een stuk van zijn kies af.
Tijdens een van de stops horen we telefonisch dat Pim Fortuin net vermoord is. We zijn allemaal verbijsterd en we begrijpen het niet. Het wordt stil binnen de groep; ieder met zijn eigen gedachten. Eindelijk, komen we om 20.30 uur aan in Marrakech. De kamers worden weer verdeeld en dan gaan we snel eten in het bijbehorende restaurant. Ze hebben er ook Italiaans eten en iedereen smult. Latif, de engel, rent nog snel naar een ander hotel om wat flessen wijn voor ons te halen. In ons hotel is dat niet te krijgen. Na het eten heeft Vcky het helemaal gehad. Uitgeblust ploft ze in bed. Peter blijft nog wat wakker om dit verhaaltje te schrijven en te genieten van het wijntje. Op de TV zien we op BBC World News de beelden uit Nederland rondom de moord op Pim Fortuin. Bizar! Dag 18: Dinsdag 9 mei; Marrakech, vrije dag Het centrale punt van de stad Marrakech is het plein Djemaa el Fna, dat in de schaduw ligt van de befaamde Koutoubia-minaret uit de twaalfde eeuw. Op dit plein gaat het leven 24 uur per dag door. Overdag zie je er schrijvers die brieven van analfabeten opnemen, slangenbezweerders, acrobaten en reciteerders van de koran. ’s Avonds komt het plein helemaal tot leven en is het een bonte mengeling van eettentjes, muzikanten, clowns, verhalenvertellers en toneelspelers. Alhoewel hier veel toeristen komen, is het in zijn geheel toch een zeer Marokkaanse aangelegenheid, die al eeuwenlang op dezelfde manier plaatsvindt. Het Djemaa el Fna ligt aan de rand van het stadscentrum met zijn kleurrijke souks. Het meest in het oog springend is de souk van de wolververs, waar grote strengen fel gekleurde wol over de straten hangen. Dat Marrakech van oudsher een Berberstad is, ontdek je onder meer op het pleintje van Rahba Kedima, waar zwarte magie wordt bedreven en kruidendokters tegen alle kwalen een remedie hebben. Verder bevinden zich in het centrum van Marrakech nog enkele interessante paleizen, medressen (koranscholen) en, onherkenbaar van buitenaf, een van de laatste synagogen van de stad. Heerlijk geslapen. Vannacht heeft het flink geregend. We staan vroeg op om zoveel mogelijk van deze fascinerende stad te zien. Het is net een sprookje uit duizend-en-een nacht. Als eerste lopen we naar de bekendste plek van Marrakech te weten Djemaa el Fna. Dit is een gigantisch groot plein in de oude stad waar op ieder gedeelte van de dag iets anders te beleven valt. ’s Ochtends zitten er brievenschrijvers die voor de analfabeten (en dat zijn er heel wat) brieven schrijven. Dan gaat het over in een soort openlucht theater/markt waarop vanalles gebeurt. Je vindt er prachtig uitgedoste waterverkopers die alles, behalve water verkopen. Ze staan er voor de foto's en als je toevallig probeert een foto te maken ben je een behoorlijk bedrag kwijt dat op kan lopen tot 100 Dirham (10 Euro). Ook zitten er slangenbezweerders die, wederom voor een flink bedrag, hun cobra's voor je laten dansen en om je nek leggen. Het geluid van hun fluiten hoor je boven alles uit. Verder zitten er dames die Henna-tatoeages zetten, schoenpoetsers, bedelaars enz. enz. Het is een fascinerend gebeuren. Wij gaan op het dakterras van een restaurant koffie drinken en hebben van daaruit een prachtig overzicht over het plein. We kijken onze ogen uit en het is maar goed dat we een telelens op het fototoestel hebben zodat we de waterverkopers toch op de plaat kunnen vastleggen. Als we lang genoeg gezeten hebben gaan we op weg naar de souk. Deze is hier erg, erg mooi. Je ziet duizenden winkeltjes/kraampjes met evenzoveel spullen, van pantoffels tot parfum, van kruiden tot koperen lampen. Tapijten, kleding, houtsnijwerk, prullaria enz. enz. Wij willen naar de wolververs souk. Hier worden strengen wol geverfd. De strengen gaan in een ketel met kokende vloeistof waaraan een kleurpigment is toegevoegd.. Na een tijdje worden de aldus gekleurde strengen boven de straatjes te drogen gehangen. Terwijl Peter met zijn fototoestel in de weer is ziet Vicky in een winkeltje een djembe (soort trommel) staan. Ze gaat naar binnen en de verkoper begint op het ding te slaan. Het is een heel mooi instrument met een prachtig geluid. We gaan ervoor, en vragen naar de prijs. Hij moet 3000 Dirham (300 Euro) kosten. Dit vinden wij (uiteraard) teveel. Peter doet een tegenbod van 100 Euro. Na veel op en neer bieden komen we tot een bedrag van 150 Euro. Dit is inclusief draagtas. Naar onze smaak een goede deal. Daar staan we dan met een grote djembe, midden in de souk. We besluiten om dat ding eerst naar het hotel te brengen, wat best nog een eind lopen is. Als we in het hotel komen, gaan we wat eten en verdwijnen dan weer. We nemen een taxi naar Le Jardin Majorelle. Dit is een prachtige tuin, gelegen midden in de nieuwe stad. Ook op de taxi moet afgedongen worden en als we een prijs afgesproken hebben rijdt de chauffeur ons naar de tuin. Na een kort ritje komen we daar aan. Het is een verademing, de rust die in de tuin heerst. De meest mooie planten in prachtig felgekleurde potten en een blauw huis begroeid met bougainvillae. Schitterend! De tuin is het eigendom van Yves Saint-Laurent, dus geen wonder. We slenteren heerlijk door de tuin en blijven foto's nemen. Bijna met spijt in het hart moeten we weer terug omdat de tuin gaat sluiten. Een taxi brengt ons naar het plein. We gaan weer op het dakterras zitten waar we Elles en Wilma treffen. We kletsen wat en kijken naar hetgeen zich beneden ons, op het plein afspeelt. Marktkraampjes maken plaats voor eetkraampjes, er komen dansers en danseressen, acrobaten en muzikanten. Het avondprogramma begint. Ook mooi om te zien zijn de verhalenvertellers. Ze vertellen een verhaal en drommen mensen staan erom heen en luisteren geboeid. Na afloop gaat de pet rond en geeft iedereen een bijdrage. De eetkraampjes zijn talrijk. Je kunt er vanalles krijgen. Zo zijn er kraampjes met soep, met spiesjes en kip, maar ook met gekookte geitenkoppen. Aan deze laatste kramen zitten alleen maar Marokkanen, wat ons niet verbaast. De geitenkoppen nodigen niet uit tot een gezellig maaltje. Wij eten wat op het dakterras en lopen dan over het plein. Van links en rechts wordt vanuit de kraampjes geroepen om wat te komen eten. Vicky wordt er langzaam maar zeker gek van! Aan het eind van de wandeling willen we nog even een T-shirt kopen van "hardrock café Marrakech". Leuk voor in de kelder! We zoeken een winkeltje uit en gaan naar binnen. Hij heeft niet het juiste T-shirt maar gaat het elders halen. Zo gebeurt dit bijna overal. Als ze iets niet hebben, vragen ze je om te wachten totdat zij het gehaald hebben in een ander winkeltje. Heerlijk toch? Hij komt met zijn T-shirt en het spel begint weer. Hij durft een eerste
bod van 350 Dirham (35 Euro) te doen. Peter kijkt hem aan en begint te lachen. Het tegenbod van ons is 4 Euro. Dit is een groot verschil (ca. 1/9 deel) maar wij hadden besloten om niet meer dan 50 Dirham uit te geven. Hij gaat naar 275 Dirham, waarna we ons laatste bod doen van 50 Dirham. Hij wil niet en vindt dat we er wat bij moeten doen. We lopen de winkel uit, maar dan komt hij ons achterna. Ondanks zijn smeekbeden blijven we bij ons bod. Weer lopen we weg en weer komt hij ons na. Dan zwicht hij. Het T-shirt verwisselt van eigenaar en hij krijgt 50 Dirham. Hij blij, wij blij! In het hotel drinken we nog een fruitsapje en dan gaan we maar weer naar bed. Een fantastische dag in een fantastische stad. Dag 19: Woensdag 8 mei; Marrakech - Essaouira In de ochtend rijden we in een paar uur naar het meest pittoreske kustplaatsje van Marokko. Essaouira staat bekend om zijn opvallend zachte en open uitstraling. Het was die uitstraling, die in de jaren zestig veel hippies trok en 10 jaar later vele kunstenaars en schrijvers inspireerde. Het stadje is prachtig gelegen, en heeft een zekere magie waardoor mensen van divers pluimage uit alle hoeken van de wereld hier zijn blijven hangen. Essaouira is ook erg in trek bij veel Marokkanen die aan het hete stadsleven willen ontsnappen. Dankzij de frisse zeewinden zijn de zomerse temperaturen hier opvallend aangenaam. Dit prachtige wit en blauwe stadje is met zijn vele mooie restaurantjes en winkeltjes de ideale afsluiting van een reis door Marokko. Vandaag niet zo'n heel lange tocht. We vertrekken dan ook pas om 9.30 uur. Op ons gemak rijden we door de mooie omgeving waar veel thuia bomen groeien. Hierom is deze streek bekend. Onderweg zien we, lach niet, geiten in bomen. Dit komt hier wel eens voor maar dan zijn de bomen anders van vorm en daardoor toegankelijk voor geiten. Hier zijn deze dieren echter door "eikels" in de bomen gezet. Ze kunnen niet vóór- of achteruit anders donderen ze naar beneden. Als er dan toeristen komen die een foto willen maken komen de "eikels" in actie. Ze willen geld! We stoppen, maar niet om foto's te maken. Latif stapt uit en gaat zijn mening verkondigen aan de dierenmishandelaars. Hij voert een soort persoonlijke Don Quichotte strijd, en iedere keer als hij zoiets ziet, ontploft hij bijna. We rijden weer verder en komen vroeg in de middag in Essaouira aan. Het stadje is helemaal ommuurd en alleen toegankelijk via kleine poortjes. Derhalve moet de bus buiten de stad neergezet worden. Vier Marokkanen met karretjes komen om de bagage naar het hotel te brengen. Daar aangekomen checken we in en dan snel op zoek naar de zee (Atlantische Oceaan). We doen dit samen met Latif die ons naar de vissershaven brengt. Hier liggen, in allerlei kraampjes, de zojuist gevangen vissen uitgestald te wachten op consumptie. Peter zoekt een vis uit en als deze iets later van de barbecue op zijn bord belandt blijkt hij toch wel erg groot. Desalnietemin wordt hij heerlijk opgepeuzeld. Vicky krijgt op een of andere manier brochettes van vlees. Waar die vandaan komen is een raadsel, maar ze smaken in ieder geval prima. Dan lopen we nog wat door de haven en langs terrasjes waar we geregeld plaatsnemen. We zijn al vroeg moe en besluiten om naar het hotel te gaan. Langs dit hotel ligt een restaurant waar Peter een klein flesje (1/2 liter) wijn koopt. Hij betaalt maar liefst 70 Dirham (7 Euro). In de lounge van ons hotel aangekomen blijkt Feyenoord net de Europacup te hebben gewonnen. We kijken nog met Latif naar de vreugdevolle beelden. Latif weet ergens een bar waar we wat bier halen. We blijven maar kletsen en uiteindelijk is het nog redelijk laat voordat we in bed liggen. Dag 20: Donderdag 9 mei; Essaouira, vrije dag Op een paar honderd meter afstand van ons hotel ligt het brede strand, waar je lange wandelingen kunt maken, lekker uit kunt uitrusten of in de zee kunt zwemmen. Essaouira werd in de 17e eeuw gebouwd en het stadsplan is ontworpen door een Franse architect, die als opdracht had hier speciaal voor de internationale handel een stad te ontwerpen. De medina is dan ook opvallend overzichtelijk en in de souk vind je veel interessante winkeltjes. Verder zijn er verschillende pleintjes waar je een terrasje kunt pakken en waarschijnlijk verrast zult worden door de vele straatmuzikanten die Essaouira rijk is. In de vissershaven zitten veel restaurantjes waar je een fantastische maaltijd van verse vis kunt krijgen. Een vrije dag (de laatste). We struinen wat door de stad, drinken hier en daar koffie en nemen wat foto's. Om 16.00 uur is er afgesproken bij het hotel met de rest van de groep. We hebben 2 jarigen in ons midden, te weten Annemarie en Annie. Latif heeft taart besteld die Frank (hij heeft dit vaker gedaan) in perfecte stukken snijdt. Samen eten we de taart en zitten we gezellig bij elkaar. Er zijn 2 cadeaus geregeld die worden overhandigd en het "lang zullen ze leven" klinkt door de straat. 's Avonds gaan we met zijn tweeën en Latif in een gezellig restaurant (La petite perle de Essaouira) eten. Even later komt het clubje van vijf (Frank, Cora, Joes, Tineke en Els) binnen. Ze sluiten zich aan. Snel rennen Frank en Joes naar de eerder genoemde bar om nog wat wijn te regelen. Zoals gewoonlijk ook in dit restaurant niet te krijgen. Na het eten gaan we terug naar het hotel. In het restaurant ernaast speelt een orkestje "Wish you were here" van Pink Floyd. We luisteren en neuriën even mee en houden het dan voor gezien. Dag 21: Vrijdag 10 mei; Essaouira - Casablanca Vroeg in de ochtend vertrekken we naar Casablanca. Met zijn drie miljoen inwoners is dit de grootste stad van Marokko. Het is het industriële- en economische centrum van het land en doet vergeleken met andere steden erg westers aan. Je hebt de hele namiddag de tijd om het centrum te verkennen.
Vandaag de reis naar onze laatste bestemming en wel Casablanca. Het is een vrij grote afstand (360 km.) maar gelukkig via redelijk vlakke wegen. Om 7.15 uur vertrekt de bus. Na een paar tussenstops en een lunch in een dorpje waar ze net een film aan het opnemen zijn, komen we bijna in Casablanca aan. We stoppen eerst nog even langs de weg waar ongeveer 1 miljoen potjes, vaasjes, tagines enz. verkocht worden. Wij kopen hier een theepotje en ook anderen kopen iets. We hebben nl. weer een jarige in ons midden. Dit keer is Cora aan de beurt. Zij neemt de presentjes dankbaar in ontvangst en zegt dat ze tijdens het afscheidsdiner, vanavond, de drankjes voor haar rekening zal nemen. In Casablanca aangekomen checken we in en zoeken we onze kamer op om te rusten en te douchen. Om 19.00 uur komt de groep weer bij elkaar voor het afscheidsdiner. Dit heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Een groot aantal mensen voelden niks voor zo'n diner. De groep begon een beetje in twee kampen uiteen te vallen. Een van de stillere dames uit de groep (Mieke) heeft deze personen aangesproken en verteld dat ze dat niet konden maken voor Latif. De meesten besloten om dan toch maar mee te gaan. Alleen Marius en Connie (uiteraard) en Annemarie en Hens waren niet van de partij. We lopen ongeveer 20 minuten door de stad. Halverwege deze wandeling ziet Vicky plotseling in een etalage een horloge liggen waarnaar ze in Nederland al lange tijd op zoek is. Het blijkt uit de collectie te zijn. Ze besluit om deze winkel morgen met een bezoek te vereren. We komen bij een redelijk sjiek restaurant waar we plaats nemen. Latif heeft weer eens een flinke korting op een aantal menu's weten te bedingen. We eten er heerlijk. Na de maaltijd neemt Peter het woord en bedankt, namens de groep, Latif voor zijn inzet en bevlogenheid. Latif bedankt ook iedereen en hoopt dat we het allemaal naar onze zin hebben gehad. Voor ons is dit zeker het geval! Eenmaal terug in het hotel nemen we met een aantal mensen nog een afzakkertje in de bar. Om 24.00 uur gaat plotseling het licht uit en wordt er een taart binnengebracht. Een van de personeelsleden blijkt jarig te zijn. Cora wordt ook naar voren geroepen. Helemaal opgelaten snijdt ze samen met de jarige de taart aan. Met zijn allen zingen we "Happy Birthday". Het is een beregezellige avond waar sinds lang rijkelijk drank vloeit. Ook Toufik heeft zich in de feestvreugde gestort. Dan is het uiteindelijk bedtijd; onze laatste nacht in Marokko breekt aan. Dag 22: Zaterdag 11 mei; Terugvlucht naar Amsterdam Vroeg in de morgen kun je aan de kust nog de moskee Hassan II bezoeken, die op dag 21 (vrijdag) gesloten is. Dit gigantische bouwwerk is aan het begin van de jaren negentig gebouwd en kan 25.000 gelovigen huisvesten. Het is hiermee één van de grootste moskeeën van de wereld, en de enige in Marokko waar nietislamieten naar binnen mogen. In de loop van de ochtend rijden we in een klein uurtje naar het vliegveld, vanwaar het vliegtuig naar Nederland vertrekt. 's Morgens hebben we nog tijd, en na het ontbijt gaan we naar de winkel die Vicky de vorige avond gezien had. We kopen inderdaad de horloge. Afdingen was hier niet mogelijk. Andere mensen uit de groep bezoeken deze ochtend de Moskee Hassan II. Dit is de enige moskee die van binnen bekeken mag worden en tevens een van de grootste van de wereld. Hij heeft een reuzenkapitaal gekost en iedere Marokkaan heeft er toendertijd een bijdrage van 25 gulden voor moeten doen. Afgezet tegen de armoede is dit een hele hoop geld. Als we naar het vliegveld willen vertrekken vraagt de eigenaar van het hotel of we nog een foto willen maken. Deze wil hij gebruiken in de nieuwe folder. Hij had zelfs een heuse fotograaf ingehuurd. Na deze sessie konden we vertrekken. De tocht naar het vliegveld duurt een uur. We checken snel in. De dame aan de balie zegt dat de djembe mee kan in de cabine wat ons zeer tevreden stelt. Dan vullen we de wachttijd tot vertrek op met het drinken van koffie. Eindelijk kunnen we gaan. In het vliegtuig blijkt het toch moeilijk om de djembe ergens op te slaan. Na lang aandringen lukt dat en kan wat ons betreft de terugreis beginnen. Drie uur en 40 minuten later komen we in Frankfurt aan. Daar moeten we hollen om de aansluitende vlucht naar Amsterdam te halen. Bij de balie vraagt Vicky aan een voorbijkomende steward of de djembe in de cabine mee kan. Deze zegt dat er wel een plaatsje voor te vinden is. Als Peter iets later met de trommel het vliegtuig inloopt zegt een stewardes dat de captain had gezegd dat er een djembe mee moest. Bleek dus geen steward te zijn waar Vicky dit aan gevraagd had, maar de piloot. Na een voorspoedige vlucht komen we een klein uurtje later aan op Schiphol. Aan de bagageband wordt van iedereen afscheid genomen. Er is een afspraak gemaakt voor een reünie die bij ons zal plaatsvinden. Eenmaal door de douane zien we Henk-Jan al staan. Het is ongeveer half elf. De thuisreis verloopt verder spoedig en moe maar voldaan vallen we enkele uurtjes later in ons eigen bed. Het zit er weer op en we kunnen aan de slag met de 7 fotorolletjes, 150 digitale foto's, 2 ½ uur film en vele geschreven velletjes van dit dagboek. Al met al een prachtige vakantie met veel indrukken en mooie momenten. Even alles laten bezinken en dan maar eens kijken waar we de volgende keer naar toe gaan. Nawoord: Het was een goed idee om deze reis te maken als vervanging van de reis naar Peru en Bolivia. Deze laatste is nog te vermoeiend voor de knie van Vicky. Het alternatief was dus perfect. Na 3200 km. door Marokko gereist te hebben, hebben we een redelijk goede indruk van het land gekregen. Zelden of nooit hebben we een land gezien dat zo veel verschillende landschappen kent. Van de droge Sahara tot de enorme cederbossen. Het ene moment waan je je in Zwitserland met zijn hoge, met sneeuw bedekte, bergen en de volgende dag reis je als het ware door de Toscane met zijn met graan begroeide heuvels. Ook de zee ontbreekt niet en prachtige oases in enorme droge gebieden kleuren het landschap. Het is net of heel Europa in één land samengebracht is. De mensen zijn van een apart kaliber. We hebben het idee dat er niets voor niets kan. Altijd maar bedelen, altijd moet je mee het winkeltje in en steeds weer wordt je naar de terrasjes of cafeetjes
geroepen. Met name in de steden is dit erg. En overal maar weer de bedelende kinderen die om een pen, een snoepje of een Dirham vragen. Zolang de toeristen dit blijven geven zullen ze dit ook blijven doen. Over de reisorganisatieBaobab niets dan goeds. Heel veel vrijheid, goede hotels en een goede reisleiding. Voldoende rustpunten in de reis afgewisseld met enorm boeiende wandelingen. Helaas zijn deze voor ons niet altijd weggelegd. Misschien over enige tijd weer. Volgende keer zullen we wéér voor Baobab kiezen als er een reis is die ons aanspreekt. Wellicht Bolvia/Peru. Vicky en Peter Mei 2002