Roermond En haar wateren
Justin van der Eerden 0599032 Jeroen Evers 0588670 Tim van den Heuvel 0587859 Thomas Krijnen 0590144 Sander Lenders 0593828 Strategies and places dr.ir. A.H.J. Bosman TU Eindhoven 14 januari 2009
Inhoudsopgave inleiding .......................................................................................................................5
Analyse -Romeinse tijd.................................................................................................7 -Middeleeuwen.............................................................................................. 13 -Gouden eeuw..............................................................................................25 -Industrialisatie...............................................................................................33 -Heden..........................................................................................................43
Strategieën -Roermond aan de Roer................................................................................53 -Roermond trekt zich terug............................................................................55 -Roermond breidt uit.....................................................................................57 -Roermond aan het water..............................................................................59
Artefacten -Het oude stratenpatroon...............................................................................63 -De Christoffelkerk.........................................................................................71 -De ontwikkeling van de buitenwijken.............................................................81 -Bouwen aan het water.................................................................................91 ...................................................................................................................103 Literatuurlijst
Inleiding Roermond is een middelgrote en eeuwenoude stad, gelegen in het noordelijk deel van de Euregio Maas-Rijn. Begin 2008 telde de stad ruim 45.000 inwoners en dit zal de komende jaren toenemen. Volgens prognoses wordt het de enige stad in Limburg met een groeiende bevolkingsomvang. Roermond heeft altijd een belangrijke plaats in de Limburgse geschiedenis ingenomen. Bij de analyse wordt hier dieper op ingegaan en wordt de geschiedenis van de stad beschreven. Aan de hand van de analyse worden verschillende strategieën van de stad Roermond door de eeuwen heen gedestilleerd. Deze strategieën worden vervolgens geïllustreerd door middel van enkele artefacten. De naam Roermond We willen ons onderzoek graag begin-
nen met de naam “Roermond”. Waar deze naam precies vandaan komt is nog steeds niet duidelijk. Dat de naam afgeleid is van de uitmonding van de Roer in de Maas, vlakbij de stad, is uitgesloten. De Maas stroomde namelijk ten tijde van het ontstaan van Roermond nog op enkele kilometers van zijn huidige bedding. Er zijn nog drie andere mogelijke verklaringen: - De rivier de Roer is genoemd naar Rura, een oude Keltisch-Germaanse godin die met water in verband werd gebracht. Het tweede gedeelte, mond, komt uit het Keltisch-Germaanse monde, wat “brug” betekende. De naam Roermond zou dan brug van Rura kunnen betekenen. - De rivier de Roer is afgeleid van het oude Rure. Het tweede gedeelte van de
naam is afgeleid van het Latijnse woord Mundium, dat versterking of versterkte plaats betekent. Roermond betekent volgens deze theorie Vesting aan de Roer. - Ook kan het tweede deel komen van Monte, dat landschappelijke verhoging betekent. De stad zou dan genoemd zijn naar de Landschappelijk verhoging bij de Roer. Wij hebben in de analyse de voor ons meest logische verklaring gebruikt; die van vesting aan de Roer.
Romeinse tijd SEXTUS OPSILIUS GEMINUS RURAE V.S.L.M. - Romeinse Wijsteen
Roermond in de Romeinse tijd 50 voor Chr. – 400 na Chr. De basis voor de vorming van Roermond is terug te leiden naar de Romeinse tijd. De eerste tekenen van menselijk bewoning in de omliggende omgeving waren er echter al veel eerder. In het gebied waar nu Swalmen ligt, zijn sporen van bewoning uit de steentijd (tot 3000 v.Chr.) gevonden. Onder andere stenen voorwerpen en een hurkgraf met de resten van de oermens. Ook zijn er ijzeren en bronzen voorwerpen gevonden uit de IJzer- en Bronstijd. Doordat dit
gebied rijk is aan vruchtbare rivierklei en hier uitgestrekte bossen en heidevelden waren werd het al bewoond gebied. Hoe het landschap rondom Roermond er precies uitzag in de oudheid is niet bekend. Maar het is wel zeker dat de Roer dan ook al stroomt langs het laagplateau, waarop de stad nu is gevestigd. (De Roer dient niet verward te worden met de Duitse Ruhr). De Maas lag ten tijde van de Romeinen veel westelijker dan de huidige bedding. De uiterste noordwesthoek van dat laagplateau, waarop nu Buitenop ligt, vormt een heuvel. Deze verhoging in het
landschap steekt relatief ver boven zijn omgeving in dit Maasdal uit. Hierdoor is deze heuvel bijzonder aantrekkelijk om te bewonen. De verhoging in het landschap en de 2 rivieren (Maas en Roer) zijn natuurlijke barrières en bieden bescherming. Vanaf de heuvel kan met de (handels)wegen over zowel land als water goed in de gaten houden. Deze wegen zijn, in combinatie met de heuvel en de rivieren, de basis voor het ontstaan van Roermond. Roermond zelf bestond in de Romeinse tijd nog niet, maar de Romeinen hebben wel voor een goede basis gezorgd.
1.1.1 Opgravingingen Maasnielderweg
Ni jm
eg en
Drietal romeinse pannenovens Xanten
Romeins gebouw Romeinse villa
n To
g
en r e
Grafveld Tempel
Heerlen
Romeinse tijd
Er liepen al van oudsher (voordat de Romeinen in dit gebied kwamen) drie handelswegen van zuid naar noord langs weerszijden van de oever van de Maas. Eén weg op de westelijke oever en twee aan de oostzijde. De weg op de linkeroever liep van het Belgische Tongeren naar Nijmegen. Aan de oostelijke zijde liep de weg, die het meest van de Maas verwijderd was, vanaf Heerlen naar Xanten. Dit ging via Tudderen, Melick, de Maasnielderweg, Boekoul en Groenewoud. De andere weg, langs de oostelijke Maasoever, was een wat kleinere weg. De twee grote wegen werden door de Romeinen verbeterd. Zij werden als Heerbanen gebruikt om snel goederen en legers te kunnen verplaatsen. Deze wegen zorgden voor een goede ontsluiting rond het latere Roermond. De oostelijke Heerbaan liep over de huidige Maasnielderweg, zo heeft archeologische onderzoek aangetoond. Hier zijn ook de resten gevonden van een Romeins grafveld. Er zijn naast dit grafveld in de buurt van het huidige Roermond nog meer resten gevonden van de Romeinse beschaving. Er zijn veel zwaarden, gebruiksartikelen
9
1.1.2 Opgravingingen
voor lichaamsverzorging ( zoals baden parfumflesjes en sieraden ) en schrijfmateriaal uit de grond gehaald. Verder zijn er resten gevonden van de grote boerderijen of villa’s die de Romeinen langs de oevers van de Maas bouwden. Deze waren in het begin
vooral voor de voedselproductie voor de troepenmacht in het bezette gebied. De Maas was een belangrijke handelsroute die tevens in tijd van nood dienst moest doen als een tweede verdedigingslinie, mocht de grens bij de noordelijker gelegen Rijn doorbroken worden.
Maasnielderweg
Romeinse tijd
De Romeinen brachten naast goederen ook vernieuwing in de landbouwmethoden en eeten kookgewoonten. In de Romeinse tijd kenden de mensen rond Roermond verschillende goden en met de komst van de Romeinen doen ook Romeinse goden hun intrede. Het meest sprekende voorbeeld hiervan is de Rura-wijsteen, die rond 1960 werd opgebaggerd uit de Maas bij Roermond. Naast de wijsteen werden ook pilaarfragmenten gevonden, die deel hebben uitgemaakt van een heiligdom, dat bij de monding van de Roer heeft gestaan. Dit heiligdom was gewijd aan de godin RVRA, een personificatie van de rivier de Roer. Het zal een tempel geweest zijn van een gemeenschap, die aan de Roer(monding) leefde. Deze resten van een Romeinse tempel zijn gevonden bij het huidige Buitenop.
11
heiligdom een voorloper heeft gehad. De 5 La Téne III zwaarden, die ook uit de Maas bij Roermond werden opgebaggerd wijzen sterk in de richting van een late IJzertijd cultusplaats. De zwaarden zouden dan als offergaven aan de Maas zijn toevertrouwd; dergelijke cultusplaatsen bevonden zich vaak op plaatsen waar twee rivieren samenvloeiden.
De Rura-wijsteen Het opschrift luidt: SEXTUS OPSILIUS GEMINUS RURAE V (otum).S(olvit).L(ibens).M(erito). Sextus = voornaam Opsilius = familienaam Geminus = een van een tweeling Rurae = aan Rura Votum = Belofte, Gelofte Solvit = hij heeft ingelost
Bij het vergelijken van deze steen met soortgelijke altaarstenen heeft men dit belangrijke historisch artefact gedateerd op ongeveer 200 na Christus. Het gebruikte materiaal voor de wijsteen is zandsteen. Er zijn sterke aanwijzingen, dat dit
Libens = graag, met genoegen Merito = Terecht, met recht.
De verklaring hiervan Opsilius Geminus (de aan Rurae, (de godin wijsteen is gewijd) zijn heeft ingelost.
is dat Sextus opdrachtgever) aan wie deze belofte gaarne 1.1.3 Romeinse wijsteen (200 n. Chr.)
Middeleeuwen 1.2.1 Balderik-oorkonde
Roermond in de Middeleeuwen 400 – 1572 De ontwikkeling van Roermond in de Middeleeuwen is op te splitsen in 2 delen; het eerste deel tot het jaar 1388 en het tweede deel van 1388 tot halverwege de 16e eeuw. In 1388 werd de stad namelijk belegerd door de troepen van de Franse koning en diens Brabantse bondgenoten. Dit beleg leidde tot nieuwe inzichten voor de ontwikkeling van de stad. Na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 door de Germanen werden
de levensomstandigheden een stuk slechter. De bevolking nam met groten getale af. Niet alleen vanwege massale slachtingen, oorlogsgeweld of grote hongersnoden, maar hoofdzakelijk door epidemieën die verspreid werden door de steppevolkeren. De bevolkingsomvang in de Vroege Middeleeuwen was zo’n driemaal zo klein als aan het begin van onze jaartelling. Aan het einde van de 10e eeuw kon door de verbeterende landbouwmethoden de bevolking gestaag toenemen. Talrijke nieuwe dorpen en steden werden
gesticht en oude Romeinse dorpen werden heropgebouwd. Zo is ook aan het begin van de Hoge Middeleeuwen (950 n. Chr.) Roermond ontstaan. In de Balderik-oorkonde (943 n. Chr.) wordt het dorpje, dat het toen niet meer was dan een paar huizen was, voor het eerst genoemd. Roermond is ontstaan langs de Roer en dankt zijn naam hier ook aan; “Ruregemunde”betekent “vesting aan de Roer” Roermond is dus ontstaan aan de Roer. Langs deze rivier bevond zich een laagplateau dat ideaal was om te
(943 n. Chr.)
Buitenop at
Castrum
e
lm wa
S
Markt
ra rst
aat
rstr
Nee
Middeleeuwen
bewonen. Er lag ook een heuvel op de uiterst Noordwestelijke punt van dit lage terras. Het was de enige heuvel van een dergelijk formaat dat in de nabije omgeving aanwezig was. In deze periode werd dit landschappelijk element de ‘Christoffelberg’ genoemd. Later werd het ‘Buitenop’. Deze naamsverandering heeft direct te maken met de gebeurtenissen rond 1388. Deze heuvel was zeer belangrijk voor het ontstaan en de ontwikkeling van Roermond. Op de Christoffelberg, zo stelt een geschrift uit ca. 1180 uit Siegburg, was een ‘castrum’ (versterking) gevestigd (vandaar ook “vesting aan de Roer”). Aan de voet ervan lag een oude handelsweg. Zie hiervoor ook het vorige hoofdstuk. Bij deze heuvel werd ook de Roer overgestoken. De handelswegen uit het noordoosten, de huidige Swalmerstraat, en uit het zuidoosten, de huidige Varkensmarkt-Steenweg, komen bijeen op de huidige Markt. Deze omstandigheden in combinatie met de aanwezigheid van het castrum zorgden ervoor dat de bebouwing zich uitbreidde. Het castrum zorgde namelijk voor de bescherming van de weg. Vanaf
de heuvel kon men over de gehele omgeving uitkijken. Het castrum stond in de beginperiode van Roermond in dienst van de graven van Gelre. Hierin woonden de voogden van Roermond; de plaatselijk vertegenwoordigers van de graaf. Zij hieven tol voor het gebruik van de wegen en het water. Om tol te betalen moesten de handelaren en reizigers, die van de wegen gebruik maakten, even halt houden. Er kwamen niet ver van het castrum herbergen voor eten, drinken en overnachting. Voor de deuren van de herbergen en ook binnen werd er handel gedreven. Dit leidde tot het ontstaan van een markt. Rond 1200 was dit marktplein al verhard. Dit plein was het begin van de stad en op den duur werden hier rondom de belangrijkste gebouwen van de stad gebouwd: het stadshuis, het belfort (als enige gesloopt), de kerk, het gewandhuis en de vleeshal. Door de bescherming die het castrum kan bieden groeide de kern die ontstaan was gestaag. De eerste beschermingsvorm op de Christoffelberg was een aarden wal met daarop een palissade. Op de Christoffelberg stond de voogdij waarin de voogden van de stad woonden.
Tevens stond hier de Christoffelkerk. De Maas meanderde in deze periode nog op enkele kilometers ten westen van deze nederzetting. Roermond had een haven in die oude Maas. Deze haven lag aan beide zijden van de toen zogenoemde Hornse Maas. Roermond werd dan ook een havenstad genoemd. Voor de handel was deze haven zeer belangrijk en zo ook direct voor de ontwikkeling van de stad. Roermond houdt in deze periode wel afstand van de Maas. Dit komt door de brede en drassige maasoevers. De
15
1.2.2 Munsterkerk
kort na 1388
tot 1376
kort na 1214
tot 1326
tot 1232
kort na 1388
Middeleeuwen
stedelijke ontwikkeling vindt plaats op een strategische plek, de kruising tussen weg en water, boven op een heuvel. Tussen de Roer en de Markt ontwikkelde zich de eerste woonbuurt. Daarbij ligt het voor de hand dat de nederzetting ontstaan is op het hoogst gelegen gedeelte in de Roerbocht, rond het begin van de Swalmerstraat. Volgens recente opgravingen is het aannemelijk dat op de heuvel aan deze Swalmerstraat ook nog een soort van castrum werd gebouwd. In 1214 omvatte deze nederzetting niet alleen het terrein tussen Roer en Luifelstraat, maar ook een al dan niet aaneengesloten bebouwing die zich uitstrekte tot in ieder geval het eind van de Swalmerstraat, de noordkant van het Munsterplein en het noorden van de Schuitenberg. rond 1200 ligt de grens van de bebouwing bij de huidige Roerkade, Roerkade, Roersingel, Molenstraat, Paredisstraat, Munsterplein-noordzijde, Pollarstraat, lindanusstraat, Wernerstraat en Pastoorswal. Het dorpje groeide gestaag tot het jaar 1214. Toen werd Roermond verwoest door de Duits Roomse Koning Otto IV. In
zijn ogen werden de Geldersen namelijk te machtig en daarom werd er een strafexpeditie op touw gezet. De toenmalige graaf van Gelre liet na deze verwoesting planmatig een nieuwe en grotere nederzetting aanleggen met een stenen ommuring, een marktplaats en straten die vanaf de markt neerwaarts liepen richting de rivier de Roer. Hierdoor kon de veiligheid van de stad gewaarborgd worden. Als onderdeel van de herbouw stichtten graaf Gerard van Gelre en zijn echtgenote Margretha van Brabant in 1218 een klooster. Van deze imposante abdij rest nu alleen nog de Munsterkerk. Dit klooster droeg voor een belangrijk deel bij aan de ontwikkeling van de stad. Hier vond namelijk de lakenproductie plaats. Juist deze lakenproductie bracht de jonge stad tot bloei. Roermond was destijds een Gelderse stad. Door zijn snelle groei en grote betekenis voor het Gelderse rijk kreeg het in 1231 stadsrechten van Graaf Otto II. De stad groeide flink, mede door de lakenproductie. Deze ontwikkeling ging in periodes (tot 1225, tot 1250, tot 1300 en tot 1400)
17
1.2.3 Maquette oorspronkelijke
Vanwege de sterke groei van Roermond in het begin van de 14e eeuw wilde de Hertog van Gelre de hoofdbedding van de Maas verleggen. Zo wilde hij de handel binnen de stadsmuren extra stimuleren. De stad herbergde namelijk het gilde der lakenwevers, het zogenaamde Wollenampt. Deze lakens hadden een afzetmarkt tot aan de Oostzeelanden en hadden daarom goede verbindingen nodig. Tevens was de stad een belangrijke doorvoerhaven voor de vele producten uit Dinant, Luik en Namen. Daarom kocht
Begijnhofkerk
Middeleeuwen
de stad Roermond in 1342 van Wilhelm, heer van Horn en Altena, het recht om de Maas te vergraven door de Levereweerd, Gelders leengrond. Er werd een nieuwe Maas gegraven tussen Ool en de bedding van de Roer ten noorden van de stad. Roermond kwam hierdoor aan de Maas te liggen kreeg een haven langs de rivier, deze werd in de Roer gebouwd. Door de komst van deze haven ontstond in deze periode op die plek Voorstad St. Jacob. Er woonden vooral vissers en arme mensen. Op dit eiland, omgeven door de Roer, ontwikkelde zich ook de eerste industrie; zoals volmolens. Deze molens werken op waterkracht. De ontwikkelingen met de verlegging gingen snel: na 5 jaar was er al sprake van de “Nieuwe Maas”. Tot circa 1388 breidt de middeleeuwse stad zich uit tot een ommuurde stad van formaat. De omtrek van deze middeleeuwse stadsmuur valt ongeveer samen met de huidige singelring. In 1388 raakte Gelre, en speciaal Roermond, plotseling betrokken bij een grote internationale oorlog. Dit was op het moment dat de 100-jarige oorlog op een laag pitje stond. In Gelre werd
de jonge Willem van Gulik de nieuwe hertog. Hij was nog niet zo ervaren en hij liet zich voor geld verleiden tot een bondgenootschap met de Engelse koning en hij stuurde naar de Franse koning een brief waarin hij verklaarde diens vijand te zijn. De Frans koning bracht een enorm leger bijeen om dit af te straffen en trok op naar Gelre. Men kwam er in deze periode achter dat door de verlegging van de Maas de verdediging van de stad ondermaats was. Doordat de noordwestelijke punt te kwetsbaar lag voor vijandelijke legers, door de landschappelijke veranderingen, werd er besloten deze heuvel af te stoten. De plek waar Roermond 400 jaar eerder was ontstaan werd ontmanteld en vervolgens afgegraven. De voogdij en het St. Christoffelkerkje werden afgebroken. Verder werd er in Voorstad Op de Laak de Begijnhofkerk ondergraven. Deze kon daardoor in geval van nood direct gesloopt worden. Tegelijkertijd werd er ook volop gewerkt aan de verbetering van de muren rondom de stad. Dit alles had grote gevolgen voor het uiterlijk van de stad. Binnen de Roermondse stadsmuren moeten namelijk de voogdij,
19
de parochiekerk en het Begijnhof worden herbouwd. De voogdij en het Begijnhof kregen beide een pek in het oosten van de stad, vlakbij het terrein waar enkele jaren eerder het Kartuizerklooster was gevestigd. Voor de kerk was het was lastiger. Om plaats te maken voor een nieuwe St. Christoffelkerk werd er een straat huizen gesloopt. Dat is dan ook de reden dat deze kerk met toren bij de bouw de vrije ruimte gemist heeft en als het ware werd ingeklemd tussen de belendende Kerkstraat en de stadmuur. 1.2.4 Herbouwde Voogdij
Begijnhof st. Christoffelkerk Voogdij
Droge gracht
Middeleeuwen
Na de eerste reparaties die in deze periode aan de muur werden verricht werd er begonnen met de bouw van een bredere, sterkere en grotere zogenoemde tweede omwalling. Hierbij werd ook meteen een extra stuk aan de stad toegevoegd bij de noordoostelijke punt bij het Begijnhof. Uiteindelijk is het toch niet tot een oorlog gekomen. Willems vader, de oude hertog van Gulik, zorgde namelijk voor dat zijn zoon excuses aanbood.
In de periode die volgde na het jaar 1388 werd er dus volop in de stad gebouwd. Grote gebouwen werden geplaatst en aan de muur werd hard gewerkt. Roermond werd groter en sterker. In 1441 werd de stad lid van de Hanze (De Hanze was een uit de 13e eeuw stammend Genootschap van reizende handelslieden dat zich later ontwikkelde tot een Genootschap van handeldrijvende steden) en 1472 kreeg ze muntrecht.
1.2.5 Rattentoren
In 1550 werd de tweede omwalling voltooid. Het uiteindelijke verdedigingswerk bestond uit 24 toren, 10 poorten en 3 kilometer muur. De omgrachting van de stad werd gevormd door een dubbele droge gracht die liep vanaf de Cattetoren in het noorden langs de oost- en zuidzijde van de stad naar de Ezelspoort in het zuidwesten. De Roer en de Maas-/Roerarm fungeerden als natte gracht voor het overige gedeelte aan het westen van de stad. Door de steeds grotere kracht van vuurwapens tegen het einde van de Middeleeuwen vonden er steeds aanpassingen plaats met het oog op een optimale verdediging, zo werden een tiental van de in totaal 24 torens later (na 1568) van hun spits ontdaan, zodat
er op het afgeplatte stuk een kanon kon worden geplaatst. Er waren vier hoofdpoorten. De Venlose poort, de Maasnielderpoort en de Zwartbroekpoort gaven handelsroutes vanuit Aken en Heinsberg toegang tot de stad. De Brugpoort gaf toegang voor de handelslieden die de stad vanuit het zuiden en westen benaderden. Deze route liep door Voorstad St. Jacob heen en ging over de Stenen Brug. Roermond was belangrijk geworden, het was de hoofdstad van het Gelderse Overkwartier. In 1543 kwam het in handen van keizer Karel V, waarna het in 1559 een bisdomstad werd. In 1572 werd Roermond veroverd door Willem van Oranje waarna zijn legers de stad plunderden. Roermond weigerde zich namelijk vrijwillig over te geven, want ze hadden geen zin om zich aan te sluiten bij de Opstand. In 1577 trokken de Spaanse troepen zich terug. Vanaf 1579 kwam de stad samen met de rest van de Zuiderlijke Nederlanden onder Spaans bestuur De bevolking groeit tot het jaar 1600 uit tot
21
Middeleeuwen
ca. 6000 personen. Roermond heeft een stadszegel, beheert zelf haar schatkist en heeft het recht munten te slaan, ze heeft zelfbestuur en rechtspraak. De productie van laken, een wollen stof die vaak een leven lang meeging, is tot de grote stadsbrand van 1554 de voornaamste productie. Schaapskuddes rondom de stad leveren de wol. De mechanisatie van het productieproces in de volmolens aan de Roer is onmisbaar in de internationale concurrentie. Een keurmerk van de stad is een waarborg voor de kwaliteit. Daarnaast is de productie van bier en leer belangrijk. De graanoverschotten uit Güluck ten zuidoosten van Roermond zorgen de grondstof van veel bierbrouwerijen. De handel is omvangrijk, vooral in wijn. Rond 1600, wanneer de welvaart van de stad al achteruitgaat, zijn er 33 zelfstandige schippers verenigd in het Nicolaasgilde. Handel en transport was er volop in onder andere hout, leer en zout.
1.2.6 Koopmanshuis (brugstraat)
23
Gouden eeuw Roermond in de Gouden Eeuw 1579-1782 In 1579 kwamen de Spanjaarden aan de macht. Dit na een korte machtswisseling. Roermond lag in de gouden eeuw het grootste deel van de tijd in een grensgebied en had hierdoor strategisch een belangrijke locatie. Zoals vermeld in het vorige hoofdstuk nam in 1572 Willem van Oranje met veel geweld Roermond in. Anders zoals op veel andere plaatsen in Nederland had Roermond geen last van muiterende
en plunderende van onder Spaans gezagstaande soldaten en steunde zij de Staatsen daarom ook niet. Nadat Willem van Oranje Roermond had ingenomen werd dit hard afgestraft en trokken de Staatsen troepen plunderend en moordend door Roermond heen. Nog datzelfde jaar werd Willem van Oranje gedwongen om zich terug te trekken door flinke verliezen bij een nachtelijke inval van het Belgische plaatsje Bergen. Op 6 Oktober keerde hij terug in Roermond en nam daar zijn nog gelegerde soldaten met zich mee. Don Frederik, een Spaans bevelhebber, nam zonder weerstand
op 12 Oktober Roermond weer terug in. Omdat er niemand weerstand bood werd Roermond een nieuw bloedbad bespaard. Van 8 oktober tot 4 jan 1577 probeerde Willem van Oranje opnieuw Roermond in te nemen. Door versterking vanuit het zuiden gestuurd door Don Juan, een Spaanse legerleider, mislukte deze poging echter. Op 12 februari 1577 ondertekende Don Juan het Eeuwig Edict voorgesteld door de Unie van Brussel (alle Nederlandse gewesten behalve Luxemburg vielen
1.3.1 Verovering van Roermond door Willem van Oranje
Gouden eeuw
hieronder). Don Juan erkende hiermee de ernst van de situatie en tekende de wapenstilstand. Hij trok zijn troepen terug uit de Nederlanden en dus ook uit Roermond. Nog datzelfde jaar maakte Don Juan een einde aan de afspraak door het citadel van Namen in te nemen. In 1579 viel Roermond hierdoor weer onder Spaanse gezag (zie afbeelding hiernaast voor een overzicht van de situatie op dat moment). Het Hertegdom Gelre waar Roermond tot dan toe onderviel viel hiermee definitief uit elkaar. Met de Unie van Utrecht aan de ene kant; drie van de vier kwartieren van het Hertegdom Gelre vielen hier onder. En de Zuidelijke Nederlanden onder Spaanse gezag aan de andere kant; het Overkwartier, het overgebleven kwartier van het Hertegdom Gelre, met Roermond als hoofdstad viel hier onder. Het ging verder onder de naam Spaansch Gelderland. In 1584 vind er een mislukte belegering van Roermond plaats door de StatenGeneraal. Tot 1632 blijven de Spanjaarden de baas. Hendrick van den Bergh en Warfusée, beide legeraanvoerders van
de Zuidelijke Nederlanden, lopen in dat jaar over en bieden hun diensten aan in Den Haag om de Republiek een aantal steden in handen te spelen. Op 6 juni werd Roermond veroverd nadat deze zich had overgegeven omdat er nauwelijks nog soldaten en munitie waren om de stad te verdedigen. In 1937 probeert het Spaanse leger Venlo, Roermond en Maastricht weer terug te veroveren. Op 25 augustus en 3 september worden respektievelijk Venlo en Roermond veroverd en staan de weer onder gezag van de Spaanse vorst Philip IV. Maastricht blijft echter definitief een staatsvestiging. In 1648 eindigde de Tachtig Jarige oorlog maar dat bevrijdde Roermond niet van onzekerheden, geschillen, oorlogsdreigingen, doortochten en andere moeilijkheden omdat de oorlog tussen Frankrijk en Spanje, dat in het bezit bleef van een aanzienlijk deel van de Landen van Overmaas, voorduurde. De onderhandelingen over een hereniging van de vier kwartieren van het Gelre liepen vast door buitensporig hoge eisen van de Staten-Generaal. Het Overkwartier met Roermond als hoofdstad zou tot 1702 onder Spaans
27
1.3.2 Roermond onder Spaans gezag
Gouden eeuw
gezag blijven. De stad Roermond kreeg in de periode 1600 tot 1700 vele rampen te verduren. Twee aardbeving, in respectievelijk 1640 en 1692. De pest die een zeer grote rol speelde in het dagelijks leven, uitbraken in 1605, 1615, 1628 en 1666. De grootste ramp die Roermond echter zeer zwaar zou treffen was de stadsbrand van 1665. Door dit schrikbarend ongeval werd de stad geheel en al ten gronde gericht. De inwoners kregen het zwaar te voordeuren en het duurde erg voordat Roermond van dit ongeval hersteld was. Driekwart van de bebouwing werd verwoest. Veel werden er ook gespaard doordat ze uit baksteen vervaardigd waren. Door de pestepidemie van 1666 liep het inwoneraantal nog verder terug. De wederopbouw liep sterke vertraging op doordat mensen buiten de stad werd verboden de stad te betreden. Op 20 maart 1701 kreeg Roermond een nieuw garnizoen. Deze waren echter niet Spaans maar Frans. Onlangs was de Habsburgse Karel II van Spanje kinderloos overleden. Hij had vlak voor zijn dood de kleinzoon van Lodewijk XIV
als erfgenaam genoemd. De rest van Europa wilde niet dat Lodewijk XIV, die constant veroveringsoorlogen voerde om het Franse grondgebied uit te breiden, de zeggenschap zou krijgen over Spanje en zijn overzeese bezittingen. Dit vormde de aanleiding van de Spaanse Successieoorlog in 1702. De Franse garnizoenen in Roermond waren van die oorlog de eerste voorbodes. De belangrijkste tegenstander van de (katholieke) Franse koning was de (protestantse) vorst Willem III, stadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden en koning van Engeland. Hij sloot een alliantie met het Duitse rijk, Pruisen, Hannover, Denemarken en de door Frankrijk bedreigde katholieke staten Savoye en Portugal. Het Franse garnizoen probeerden Roermond in een korte periode klaar te maken voor de strijd. Ze legden redoutes en bastions aan om de wat ouderwetse vestingwerken te moderniseren. In augustus 1702 werkten daar dagelijks 150 man aan, onder wie de bewoners van de Voorstad Sint-Jacob. Een maand later werden de wagens van de rijke burgers en de karren van de boeren uit de omgeving gevorderd voor de
werkzaamheden. Het zou allemaal voor niks blijken te zijn. De troepen van de anti-Franse allianti onder leiding van Menno van Coehoorn vielen op 6 oktober Roermond op zijn meest zwakke plek aan. De noordrand van de stad. Die werd alleen beschermd door de middeleeuwse stadsmuur en de Sint-Jansmaas, een ooit machtige Maasarm die de laatste decennia was verschrompeld tot een zielig stroompje. Hedendaagse vestingwerken zoals bastions, ravelijnen en lunetten ontbraken
29
1.3.3 Tweede stadsbrand 1665
Inval Menno van Coehoorn
Gouden eeuw
daar vrijwel helemaal. Roermond viel weer onder gezag van de Republiek der verenigde Nederlanden. Na de verovering liet van Coehoorn enkele kaarten maken van de vestigingswerken. Hiernaast zie je een van die kaarten van Abraham Gerardin die de situatie in 1702 weergeeft (boven). Daaronder is een kaart weergegeven gemaakt door Rudolf van Neuburg in 1705 die de plannen bevat voor verdere modernisering van de vestigingswerken. Er zou een extra buitenring komen van puntige verdedigingswerken. Er werd echter flink bezuinigd door de regering waardoor er een sterk gewijzigd plan in 1706 kwam wat meteen werd uitgevoerd (afbeelding beneden). In verglijking met het plan van Neuburg stelde het nauwlijks wat voor. Veel ingrepen zijn gedaan volgens inzichten van de 17e eeuw. Toch heeft deze het tot eind 18e eeuw volgehouden en het aanzien van Roermond bepaald. In 1714 was de successieoorlog ten einde en had de anti-Franse alliantie zijn doel bereikt. Ter compensatie kreeg Oostenrijk de Zuidelijke Nederlanden
1.3.4 Vestigingswerken Roermond 1702
1.3.5 Afgekeurd plan vestigingswerken 1705
1.3.6 Vestigingswerken 1706
waaronder dus ook Roermond viel. Tot 1794 bleef Roermond onder Oostenrijks gezag. In deze periode gebeurde er weinig met Roermond. Het geweld van oorlog tussen Franken en de Pruisen met Oostenrijk (1740-1748) gaat aan de stad voorbij. Wel ontstond er een grote munt-inflatie. Men wilde de Kleefse munt niet meer. Ook door de Duitse inval in 1757 (zevenjarige oorlog) devalueerde de munt nog meer.
31
Industrialisatie Industrialisatie 1792-1940 Roermond is van 1716 tot 1794 in handen van de Oostenrijkers. Het Oostenrijks bestuur besluit in 1781 tot het afgraven van de in onbruik geraakte en verouderde stadswallen. De meeste muren en poorten blijven staan. Dit was het begin van het einde van de ommuurde stad. In deze Oostenrijkse periode tot 1794 gebeurde het wel dat de Fransen onder leiding van generaal De Miranda in december 1792 Roermond nog veroverden. Maar in maart 1793
veroverden de Oostenrijkers Roermond weer terug. In mei 1794 kwam Roermond uiteindelijk echt in Franse handen. Van 1795 tot 1814 is Roermond bij Frankrijk ingelijfd. Onder het motto ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’ zorgen de Fransen voor een geheel nieuwe orde. Met harde militaire hand nemen ze de adellijke en kerkelijke bezittingen in beslag. Ze heffen de gilden op en voeren nieuwe belastingen en een nieuwe burgerlijke wetgeving en administratie van bezittingen en personen in. De revolutionaire troepen van de jonge Republique Française
marcheren Roermond binnen in 1794. Om de omwenteling te benadrukken start het nieuwe bestuur met een nieuwe jaartelling die begint in 1789, het jaar van de Franse Revolutie. Op de Markt vinden rond het beeld van de Godin van de Vrijheid feesten plaats. Roermond most voortaan de nieuwe wetten van de Franse hervormers volgen, die uiteraard zijn geformuleerd in de Franse taal. De Fransen voeren nieuwe belastingen en de dienstplicht in, ze erkennen de gilden niet meer en heffen kerken en kloosters op. In 1797 worden alle nog bestaande kloosters opgeven en in 1801 is de
1.4.1 Maasbrug 1940 (met tolhuisjes)
Industrialisatie
opheffing van het bisdom van Roermond een feit. De Fransen halen niet alleen elementen uit de maatschappij weg, maar ze voegen er ook toen. Ze maken aan de staatskundige verbrokkeling van Europa een einde. Er komt een wetgeving, een rechtspraak, een kadastraal beheer, een belasting- en muntstelsel en er komt een burgerlijke stand in het gehele gebied dat ze beheersen. Om de morrende burgers tegemoet te komen in bepaalde zaken verzachtte Napoleon in 1801 het antiklerikaal regime en komt godsdienstvrijheid. De Franse heerschappij eindigde in 1813 met de nederlaag van Napoleon bij Leipzig, maar de bestuurlijke hervorming was onherroepelijk en deze heeft de weg vrijgemaakt voor de economische groei in de 19e eeuw. Na de val van de Fransen mogen de katholieken weer openlijk hun geloof belijden. In 1853 wordt het bisdom weer hersteld en is Roermond weer een bisdomstad. Het kloosterleven bloeit weer op en zo ook de bouw, het onderwijs en de zorg voor de zieken. Roermond is in deze periode ook een grote bedevaartsplaats vanwege de
Kapel in ’t Zand. In 1815 wordt Roermond onderdeel van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. In de twist tussen de zuidelijke en de noordelijke Nederlanden die in 1830 uitbreekt, kiest Roermond partij voor het Belgische deel. Tot 1839 is Roermond dan ook Belgisch. Daarna volgt tot 1867 een schemerperiode waarbij de Nederlandse wet geldt, maar Roermond onderdeel is van de Duitse Bond. Vanaf 1867 is Roermond onvoorwaardelijk onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. In de 19e eeuw maakte de stad Roermond een explosieve groei door. De opkomst van industrie en nijverheid zorgde voor een grote bevolkingsaanwas en een grote bedrijvigheid in de stad. De stad telt in 1850 nog maar zo’n 7000 inwoners. Maar door de enorme ontwikkelingen was dat aantal in 1877 al tot 10000 gestegen. De ondernemende burgerij was van groot belang voor de stad. Zij werden steeds belangrijker en voelden zich dat ook. Hierdoor kwam ook het culturele leven tot bloei. De burgerij wilde niet enkel industrie, maar ook genieten van alle mogelijke vormen van vermaak
35
en gemak. Zo steeg het aantal leerlingen op de stadstekenschool in deze periode sterk. Één van de meest vooraanstaande ondernemingen waren de kunstwerkplaatsen, die Pierre Cuypers en François Staltzenberg in 1853 oprichtten. Architect Pierre Cuypers ontwierp een uitgebreid complex om deze werkplaatsen en de woningen van de beide ondernemers onder te brengen. 1.4.2 Mouterij langs het spoor
Industrialisatie
metaalwaarfabrieken die de onderdelen voor de landbouwmachines maakten. In Roermond ontwikkelden in deze periode, net zoals in Tilburg, Den Bosch en Bergen op Zoom, ook de gieterijen en smederijen zich. Deze bedrijven ontstegen de ambachtelijke sfeer. Ook de papiernijverheid was van grote betekenis voor de stad. In de moderne fabrieken stond al sinds 1838 een stoommachine en in 1851 stonden de grootste papierfabrieken van Nederland in Roermond. Deze fabrieken stonden op het huidige ECI (elektrochemische industrie) terrein. Hier stonden eerst de volmolens, die gebruikt om graan te maken en voor de productie van lakens. 1.4.3 Gedempte Godsweerderssingel rond 1900
De echte doorbraak van de ontwikkeling in Roermond vond plaats in de tweede helft van de 19e eeuw, en voornamelijk nog in het laatste kwart. In zuid-Limburg werd destijds vooral de mijnbouw groot. In midden-Limburg was dat bijvoorbeeld de pannenindustrie. Tot deze tijd was de werkloosheid erg hoog en veel Limburgers emigreerden naar het buitenland, voornamelijk Duitsland
en de Verenigde Staten. Vanaf 1853 ontstond er in deze streken de eerste zogenoemde “grootindustrie”. Dit kwam hoofdzakelijk door de komst en toepassing van de stoommachine. Maar ook door de gietijzeren mallen, die in de gieterijen werden geproduceerd, werden grote producties mogelijk. Dit werd bijvoorbeeld toegepast in de klei-industrie. Later kwamen ook de
Toch waren al deze ontwikkelingen niet meteen ook echt bevorderlijk voor de bevolking, zo bleek rond de eeuwwisseling. De woningen waren slecht en klein, de kindersterfte hoog en bijna niemand verdiende het bestaansminimum van F 1,80 per dag. Het waren voornamelijk de katholieke organisaties die in humanitair opzicht hier verbetering in aanbrachten. Het waren ook niet alleen maar bedrijven
37
Antwerpen Sluis
Venlo
Stuw
Maaskanalisatie
Maasbrug
Maastricht
Duitsland
Industrialisatie
die zich ontwikkelden in deze periode. Zo was de eerst zo belangrijke lakenindustrie en de latere katoennijverheid rond de eeuwwisseling in Roermond betekenisloos. De concurrentie had, in tegenstelling tot de bedrijven in Roermond, wel op tijd geïnvesteerd in de mechanisatie van het proces en zij konden wel meedingen op de buitenlandse markten. De ontwikkeling van de industrie bracht ook andere ontwikkelingen teweeg. Zo moest de bereikbaarheid van de stad flink worden vergroot. Er moesten immers door de grotere hoeveelheden die aanen afgeleverd moesten worden en het steeds (inter-) nationaler worden van de handel verbeterde toe- en afvoerwegen komen. In 1846 wordt dan ook de grote weg Maastricht-Roermond-Venlo aangelegd. Deze zorgde voor veel transport van noord naar zuid. Voor het transport naar het westen moest de Maas over worden gestoken. Hiervoor werd in 1866 de Maasbrug gebouwd. Hierdoor kwam voor het eerst een goede verbinding tot stand met andere oever. Roermond heeft lange tijd een belangrijke
plaats ingenomen als het ging over het spoornetwerk. In 1864 werd namelijk de spoorlijn aangelegd tussen Venlo en Maastricht. Deze werd geheel ten oosten van de Maas gebouwd om zo geen dure bruggen te hoeven maken. Roermond werd als grote stad uiteraard ook aangesloten op deze dienst. In 1830 scheidde België zich af van Nederland. De Nederlandse provincie koos voor België, alleen Maastricht bleef nog bij Nederland. Dit duurde tot 1839. In deze periode zochten de Belgen naar verbinding met het Duitse Rijnland om daar hun industriële producten af te kunnen zetten. De verbinding, de eerste IJzeren Rijn, werd door het Maasdal en de Ardennen gelegd, buiten Nederland om. In 1839 kwam Limburg weer bij Nederland toen het Scheidingsverdrag werd getekend. Ondanks dat België op dat moment nog geen behoefte had aan het aanleggen van een spoorlijn door Nederland werd er wel in het verdrag een clausule opgenomen dat België het recht had om een spoorbinding tot stand te brengen van Antwerpen naar het Duitse Rijnland via de Nederlandse provincie Limburg.
Deze spoorweg kwam er uiteindelijk in 1879 en liep van Antwerpen via Herentals – Mol – Neerpelt – Weert – Roermond – Herkenbosch – Wegberg naar Mönchengladbach. Over deze lijn werd veel katoen aangevoerd voor de textielindustrie in Mönchengladbach en Krefeld. De lijn werd al snel een dubbelspoor. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914) besloot de Nederlandse regering om de IJzeren Rijn te sluiten voor het Duitse verkeer. Nederland maakte het ook in de jaren daarna de Belgische handel erg lastig door onder andere hoge doorvoertarieven te vragen voor het transport over het spoor. Het tweede spoor werd zelfs over een gedeelte van het traject op Nederlandse bodem gesloopt. Ondanks alle grote infrastructuur die werd aangelegd bleef de ontsluitbaarheid van het gebied een probleem. Een belangrijk gedeelte van de slechte ontsluiting voor vele bedrijven kwam door de “Maaskwestie”. De Maas heeft namelijk als regenrivier altijd onregelmatige waterstanden. Vanaf 1850 ging België het Maaswater ook gebruiken voor de
39
Industrialisatie
bewatering van de Belgische Kempen, waardoor de waterstand nog geringer werd. Doordat de aan- en afvoer via de Maas zeer onbetrouwbaar was, ging vooral de prijs voor steenkolen omhoog. Deze brandstof voor de stoommachines werd daardoor in Roermond duurder dan in concurrerende gebieden. De papierindustrie in Maastricht en bijvoorbeeld ook in het Duitse Roerdal kregen hun kolen goedkoper uit Luik en Aken. Dit probleem gold in vergelijkbare
mater voor de hele nijverheid van Roermond. Veel veelbelovende bedrijven, in bijvoorbeeld de metaalbranche, die rond 1850 nog tot de top behoorden, moesten het uiteindelijk afleggen tegen concurrenten in beter ontsloten gebieden. Het economische zwaartepunt van Limburg verschuift in de loop van de 19e eeuw dan ook van Roermond naar de verkeertechnisch beter ontsloten regio rondom Venlo. Hier vestigden zich dan 1.4.4 Koffiefabriek langs het spoor.
ook de metaalgieterij, werktuigbouw, en keramische en elektrotechnische industrie. Velen jaren later, toen het voor Roermond al te laat was, werd de Maas gekanaliseerd. Deze ingreep in 1925 zorgde voor een veel stabielere en vooral hogere waterstand. In deze periode waren er meer gebieden in Nederland die zich achtergesteld voelden omdat de Nederlandse regering geen geld wenste uit te trekken voor verbetering van water- en spoorwegen. De spoorwegen in Limburg zijn dan ook grotendeels te danken aan privé-investeerders. Uitbreidingen Doordat de stad in deze industrialisatieperiode flink groeide kwamen, na de eerste kleine uitbreidingen in de 19e eeuw, aan het begin van de 20e eeuw de eerste grote uitbreidingen buiten het middeleeuwse stadspatroon. De vraag naar woningen steeg enorm door de explosieve bevolkingsgroei en de veranderende opvattingen over hygiëne De eerste nieuwe woningen, vooral voor de arbeiders en mensen uit de middenklasse, verschenen in het Roermondse Veld en Vrijveld.
41
Heden “NEDERLAND ZAL HERRIJZEN” -Algemene leus na WOII
1.5.1 Puinruimen na WOII
Heden 1940-nu In het straatbeeld van het hedendaagse Roermond, is de invloed van de tweede wereldoorlog, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de vorming van een groot deel van de huidige bebouwing, goed te zien. In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat zo’n 90% van de bebouwing schade had opgelopen als gevolg van de vele gevechten in de stad. Niet alleen waren veel gebouwen beschadigd door de vele bombardementen en gevechten in de
stad, maar ook waren veel strategische punten door terugtrekkende Duitsers vernietigd. De maasbruggen bij Venlo en Roermond bijvoorbeeld, deze waren voor de Duitsers namelijk van levensbelang. Via deze bruggen werd het belangrijke Brückenkopf bevoorraad. Op 13 oktober 1944 werden de bruggen van Roermond en Venlo een belangrijk doelwit voor de geallieerden luchtmacht. De maasbrug in Roermond werd na enige tijd zodanig beschadigd dat deze niet meer gebruikt kon worden. De brug van Venlo is later door terugtrekkende Duitsers vernietigd.
Onder de algemene leus die in Nederland heerste, “Nederland zal herrijzen”, begon de stad na WOII aan de vele herstelwerkzaamheden. Deze herstelwerkzaamheden zijn op verschillende plaatsen in de stad nog terug te zien. Bij de wederopbouw van de stad is op verschillende manieren omgegaan met de nog bestaande bebouwing. Een globale indeling onderscheidt binnen de wederopbouw twee hoofdrichtingen, de functionalistische, ‘moderne’ variant en de meer traditionalistische. De eerste gaat uit van vooral strakke vormgeving zonder
Maasniel
Spoortunnel
Heden
overbodige ‘frutsels’ en versieringen, de tweede gebruikt juist veelal rondere vormen met uitgebreide detaillering of toegevoegde kunstwerken als keramiek en beeldhouwkunst. Voorbeelden van het eerste in Roermond zijn; de St. Josephkerk op de Kemp, de TV-toren, de Raadszaal en het seinwachtershuis. Voorbeelden van het tweede: de stationstunnel, de W. de Zwijgerschool, voormalige Eiermijn, boerderij Hawinkels. Mengvormen komen ook voor: Campina kantoorgebouw, voormalige Kamer van Koophandel. Naast het herstellen van gebouwen en kerken, waren ook de herstelwerkzaamheden aan de infrastructuur van groot belang. Een belangrijke gebeurtenis bij deze herstelwerkzaamheden, was het herstellen van de maasbrug en de voltooiing van de tunnel onder het spoor in 1956. Hiermee werd het centrum van de stad namelijk met de nieuwe, oostelijk gelegen wijken verbonden, wat van groot belang was voor de verschillende verkeersstromen. Deze grootschalige wijken (zoals de wijken “het Roermondse Veld”, “de
Kemp” (zuidoosten) en de villawijk “Roer” (zuidwesten)) zorgden voor een snelle bevolkingsgroei, maar hadden als keerzijde dat de aan woningbouw toegekende grond van de gemeente spoedig was volgebouwd. Met de annexatie van Maasniel in 1959 kreeg de stad nieuwe grond, die zich uitstrekte tot aan de grens met Duitsland. Doordat de plattelandsgemeente Maasniel bij het stedelijke Roermond werd gevoegd, ontstond in 1959 de eerste grote herindeling in Nederlands Limburg. De groei van de stad Roermond zette zich voort. Een goed voorbeeld hiervan is de aanleg van een tweetal grote industrieterreinen. In het noorden openden koningin Beatrix (toen Prinses) en Prins Claus de WillemAlexanderhaven (in 1967), genoemd naar hun zoon, omdat het de eerste officiële handeling was die ze na zijn geboorte verrichtten. In het zuidoosten werd het 450 ha grote industrieterrein Heide (nu beter bekend als Heide-Roerstreek) aangelegd, in samenwerking met vier andere Roerstreekgemeenten. Omdat de industriële ontwikkeling gelijk zou moeten lopen met de woningbouw,
werd begonnen met de aanleg van de Donderberg. Deze wijk, die op grondgebied van de voormalige gemeente Maasniel werd gebouwd, bestond uit een vijftal grote flats, die samen met de omliggende laagbouw 13.000 bewoners huisvestten. Met de fusie van Herten in 1991, kreeg Roermond weer nieuwe uitbreidingsmogelijkheden. Het van oorsprong kleine dorpje groeide in 15 jaar uit tot een volwaardige woonwijk en zal na de voltooiing van de wijk Oolderveste (875 woningen) in 2012 nagenoeg zijn volgebouwd.
45
1.5.2 De wijk Donderberg (voorgrond) en de binnenstad (achtergrond)
Grindgat
Willem-Alexanderhaven
Grindgat
Donderberg
De Kemp Herten
Hoogvonderen Industrieterrein Heide
Heden
Na de opening van de WillemAlexanderhaven in 1967, ontstonden ten westen van de stad Roermond ten gevolge van afgravingen grote grindgaten binnen een periode van 30 jaar. Deze grindgaten (tegenwoordig plassen genaamd, zoals De Oolderplas, de Noorderplas en Plas Hatenboer) fungeren tegenwoordig als geliefde bestemming voor waterrecreanten. Maar naast forse uitbreiding en welvaart voor de stad, waren er ook tegenslagen; in de vroege ochtend van 13 april 1992 werden om 03:20 uur veel Nederlanders opgeschrikt door een krachtige aardbeving. Het epicentrum lag enige kilometers ten zuidoosten van Roermond in St. Odiliënberg. De aardbeving had een sterkte van 5,8 op de Schaal van Richter. De aardbeving werd gevoeld tot in België, Tsjechië, Zwitserland, Frankrijk en Engeland, en is voor zover bekend de sterkste die ooit in Nederland is waargenomen. In het gebied tussen Roermond, Maaseik en Heinsberg werd aanzienlijke schade aangericht aan voornamelijk huizen. In het landschap traden landafschuivingen en oeververzakkingen op. Echt grote
schade bleef gelukkig uit omdat de aardbeving ongeveer op een diepte van 17 kilometer optrad. Slechts enkele jaren later (in 1993 en in 1995) kreeg de stad Roermond te maken met flinke overstromingen. Hierbij moest een groot deel van de bevolking worden geëvacueerd en ontstond grote waterschade aan huizen en goederen. Roermond bevindt zich in een uitzonderlijke positie als het gaat om hoogwater; de rivier de Roer loopt door de stad en mond uit in de Maas. Bij een hoge waterstand op de Maas geeft dat problemen. Het water van de Roer kan dan in de stad voor overstromingen zorgen. Deze overstromingen vormen de rede dat er vanaf 1995 in de bebouwing langs de Maas rekening wordt gehouden met een hoog waterpeil. Hiervoor zijn alle gebouwen tot enkele meters boven maaiveld voorzien van waterdichte betonnen wanden. Deze zullen in de toekomst nieuwe overstromingen van de stad moeten keren. De toekomst van de stad Roermond, wordt mede bepaald door het imago en de mogelijkheden die de stad op dit moment heeft. Roermond is een
belangrijke handels- en industriestad en staat bekend als winkelstad die wekelijks door vele mensen wordt bezocht. De stad stond (volgens een onderzoek van weekblad Elsevier) in 2006 op de derde plaats als beste winkelstad van Nederland. De komende jaren wil Roermond daarom het winkelbestand verder uitbreiden. De realisering van de A73 is hiervoor van groot belang. Bij de kruising van de A73 met de N280 is in 2008 namelijk het Outlet-center verschenen waar grote winkelketens zich hebben gevestigd. Naast het Outlet-Center, worden woningen, winkels, een megabioscoop, een amusementshal en 8000 m² aan kantoorruimte gebouwd. Er komt voor de bezoekers een parkeergarage met plaats voor 400 auto’s. Ook wordt de voetgangerstunnel onder de N280 met 10 meter verbreed en er komen liften en roltrappen voor een betere verbinding met de binnenstad. Dit project zal in 2009 zijn voltooid. Na de voltooiing van dit project is het de bedoeling om het project Jazz-City te realiseren, dat hier op aansluit. De totale oppervlakte van dit plan beslaat 90.000 m², waarbij gedacht wordt aan
47
Heden
de bouw van woningen, winkel- en vrijetijdsvoorzieningen. Verder bestaan er plannen om te starten aan de fase Outlet Center III, wat betekent dat er 7000m² winkeloppervlak toegevoegd gaat worden aan het huidige Outlet Center. Ook op het gebied van wonen wil de stad Roermond uitbreiden. Er is echter één groot probleem; de Maasplassen, die ten Westen van de stad liggen, leggen de stad beperkingen op wat betreft uitbreiding naar het westen toe. En hoewel er plannen bestaan voor woonwijken op het water (Nautisch Kwartier, 600 woningen), richt de stad zich momenteel op het gebied ten oosten van de stad. In 2009 wordt naar verwachting begonnen met de bouw van Tegelarijeveld Oost (200 woningen), waarmee de eerste aanzet tot een uitbreiding naar het oosten is gerealiseerd. Op de planning staat verder een woonwijk in het Melickerveld, globaal gelegen tussen de N293, Heinsbergerweg en de wijken Kitskensdal en Kitskensberg, waar 800 woningen moeten verrijzen. Hierdoor ontstaat een aaneengesloten bebouwd gebied tussen Roermond en Melick.
De stad aast daarnaast al lange tijd op het Leropperveld, een grootschalig natuurgebied tussen Roermond en Lerop, waar ruimte is voor veel woningbouw. Weerstand van de gemeente Roerdalen, natuurbeschermingsgroepen en politieke belemmeringen zorgen ervoor dat een woningbouwplan (maximaal 3100 woningen) hier voorlopig van de baan is. In het centrum van de stad, verschijnt de komende jaren op een aantal locaties hoogbouw. De Casimirtoren (44 meter), het Kazernevoorterrein (45 meter), de woontoren Toerist (40 meter) en de Natalinitoren (61 meter) zijn enkele hoogbouwprojecten die binnen nu en enkele jaren worden gerealiseerd. Daarnaast bestaan er plannen om het stationsgebied opnieuw in te richten. Hier moet onder andere een 50 meter hoge kantoortoren verrijzen. Tot slot zullen ook de toekomstige woon/ cultuurwijk Roerdelta, waarvoor al sinds de eeuwwisseling plannen bestaan, en een nieuw ziekenhuis, binnen nu en 10 jaar het licht zien.
1.5.3 Impressie Natalinitoren
49
Strategieën Nu we de historie van de stad Roermond hebben geanalyseerd en aan de hand van verschillende kaarten het ontstaan van de stad hebben geschetst, kunnen we hieruit bepaalde conclusies trekken. Eén van die conclusies is dat er vaak een relatie bestaat tussen enerzijds de strategie die gebruikt wordt bij de vorming van Roermond en anderzijds het omliggende water. In de middeleeuwen al, is het water, in combinatie met een heuvel en verschillende wegen, de basis voor het ontstaan van Roermond. Ook later, tijdens de 80-jarige oorlog, blijkt het water een cruciaal punt voor
de stad en zijn inwoners (bijvoorbeeld bij de verdediging van de stad). Met de komst van de Willem-Alexanderhaven in 1967 werden in 30 jaar veel grind gewonnen. De ontstaande grindgaten vormen tegenwoordig het grootste aaneengesloten merengebied van Nederland. Als we, met deze relatie in het achterhoofd (Roermond t.o.v. zijn omringende wateren), kijken naar de stad Roermond, onderscheiden we aan de hand van de analyse 4 verschillende strategieën van de stad ten opzichte van zijn omliggende
water. Deze verschillende strategieën ten opzichte van het water, zijn weer te geven in een viertal conceptuele strategiekaartjes.
Strategieën
Strategie 1: Roermond aan de Roer Hoewel het gebied rondom het huidige Roermond al vele eeuwen langer bewoond werd, ontstond de nederzetting Roermond pas in de middeleeuwen. De Maas lag in die tijd veel westelijker dan de huidige bedding (N.B. 7 kilometer) en in eerste instantie werd Roermond dan ook gevestigd aan het riviertje “de Roer”. In die tijd bood de aanwezigheid van water een belangrijke vorm van bescherming, waardoor een rivier als de Roer essentieel was bij het kiezen van een strategische plaats voor huisvesting. Omdat de rivier werkte als ruggengraat van de nederzetting, werd hierop ook de oriëntatie van de nederzetting, en dus de oriëntatie van de gebouwen en wegen afgestemd. Het stratenpatroon loopt dan ook zowel parallel aan als loodrecht op de Roer. Dit stratenpatroon, dat al deels in de Romeinse tijd werd aangelegd, is nog zelfs in het huidige Roermond terug te vinden.
53
Strategieën
Strategie 2: Roermond trekt zich terug Nadat Roermond door Duits Roomse Koning Otto IV in 1214 werd verwoest, liet de toenmalige graaf van Gelre planmatig een nieuwe en grotere nederzetting aanleggen met een stenen ommuring. De verdediging van de stad was in die tijd namelijk van groot belang voor het wel en wee van de inwoners. In het begin van de 14e eeuw werd, de hoofdbedding van de Maas verlegd tot binnen de stadsmuren, om zo te beschikken over betere handelswegen voor de lakenindustrie. De economie van de stad kreeg zo een extra stimulans. In 1388 raakte Roermond plotseling betrokken bij een grote internationale oorlog. Men kwam er in deze periode achter dat, door de verlegging van de Maas, de verdediging van de stad ondermaats was. Als reactie op deze ondermaatse verdediging, werd besloten de voorsteden ‘Buitenop’ en ‘Op de Laak’ af te stoten en de stad nog sterker te ommuren dan daarvoor al het geval was. De stad trok zich terug en probeerde zich af te keren van de Maas, de zwakke plek in de verdediging.
Dit had echter ook gevolgen voor de bebouwing in de afgestoten voorsteden; belangrijke gebouwen, zoals de Christoffelkerk, de Voogdij, en de Begijnhofkerk, moesten binnen de stadsmuren worden ‘gehaald’.
55
Strategieën
Strategie 3: Roermond breidt uit In het laatste kwartaal van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw, begint een grote opleving van de industrie in Roermond en omstreken. Er ontstaat een explosieve groei van de bevolking en welvaart in de stad. Deze explosieve bevolkingsgroei en de veranderde opvattingen over hygiëne, zorgen voor een enorme stimulans van de vraag naar woningen. Roermond verandert daardoor in het begin van de 20e eeuw van uiterlijk en omvang. Ook in de tweede helft van de 20e eeuw gaat de uitbreiding van de stad voort. Hoewel tijdens de oorlog een groot deel van de bebouwing in de stad is verwoest, is er binnen enkele jaren na de wederopbouw alweer vraag naar nieuwe woningen. Aan deze vraag wordt gehoor gegeven met verschillende grootschalige uitbreidingswijken, zoals de wijken “het Roermondse Veld”, “de Kemp” en de villawijk “Roer”, en naastgelegen dorpen worden geannexeerd. Ook de aanleg van industrieterreinen en wegen, en de groei van dienstverlening, consumptie en het toerisme zorgen ervoor dat de stad
ver buiten zijn oorspronkelijke grenzen groeit. Opvallend hierbij is dat Roermond zich hoofdzakelijk uitbreidt in oostelijke richting (richting Duitse grens), en dus niet richting de Maas in het westen. In tegenstelling tot vele andere steden, bebouwt Roermond dus niet beide zijden van de aanwezige rivier. De rede hiervoor is waarschijnlijk de drassige en slecht bebouwbare grond in de buurt van de Maas.
57
Strategieën
Strategie 4: Roermond aan de Maas Ondanks de grote uitbreiding van de stad richting het oosten, en de drassige grond in het westen, richt Roermond zich de afgelopen decennia weer steeds meer op het water ten westen van de stad. Dit begon bij de aanleg van de WillemAlexanderhaven in 1967, waarna binnen 30 jaar grote grindgaten ontstonden. Mede dankzij deze grindgaten, heeft Midden-Limburg (Roermond) nu het grootste aaneengesloten merengebied van Nederland, dat zelfs groter is dan de meren in Friesland. Roermond ontwikkelt zich sinds die tijd steeds meer tot een waterstad en keert zich daarom terug naar de maas. Dat de stad Roermond zich steeds meer richt op het gebied bij de Maas, is ook te zien aan de vele geplande nieuwbouwprojecten vlak langs de rivier. Zo verschijnt op de plaats die Buitenop heet, een nieuwbouwproject met als eyecatcher de veelbesproken Natalinitoren, een bouwwerk van 61 meter hoog. Ook de geplande woon-/ cultuurwijk Roerdelta richt zich volledig op de maas.
59
Strategieën
Artefacten Dat het water, dat zo belangrijk is geweest bij de ontwikkeling van de stad, ook daadwerkelijk invloed op het ontstaan en de vormgeving van de stad had, is nu wel duidelijk. Maar welke rol heeft het water hierbij precies gespeeld? En hoe bewust is er in de loop der tijd gereageerd en ingespeeld op de aanwezigheid van rivieren als de Maas en de Roer? Aan de hand van verschillende artefacten, die uiteenlopen van een enkel gebouw tot een complete stedenbouwkundige uitbreiding, proberen we dit te onderzoeken/verduidelijken. Deze artefacten hebben we bepaald aan de hand van ons vooronderzoek en horen elk bij een andere houding van Roermond ten opzichte van zijn wateren. We vermoeden dus dat er een relatie bestaat tussen de aanwezigheid van het water en het ontstaan/de vormgeving van de artefacten, en gaan dit verder onderzoeken.
De volgende artefacten zullen behandeld worden om de strategieën te verduidelijken; Artefact 1: Het oude stratenpatroon gericht op de Roer (nog steeds waar te nemen) Artefact 2: De Christoffelkerk (opnieuw geplaatst binnen de stadsmuren) Artefact 3: De ontwikkeling van de buitenwijken (van de maas af) Artefact 4: Uitbreidingen richting de maas
61
Artefact 1 Het oude stratenpatroon
Zoals in de analyse naar voren is gekomen is Roermond ontstaan bij het samenkomen van 2 handelswegen. Deze twee wegen, de huidige Swalmerstraat en de Neerstraat, ontmoetten elkaar bijna loodrecht vlakbij de voet van de Christoffelberg. Hier is toen vervolgens de Markt ontstaan met daarom heen de herbergen en later de belangrijke gebouwen van de stad. Na het ontstaan van de eerste bebouwing aan de twee oudste straten begon Roermond met zijn eerste uitbreiding. Deze eerste uitbreiding bestond uit enkele straten (Koolstraat, Brugstraat
en st. Nicolaasstraat) die vanaf de Markt naar de Roer liepen. Dat deze eerste nieuwe straten zo zijn gebouwd is zeer goed te verklaren. Ten eerste sloten ze zo loodrecht aan op de grote en belangrijke Neerstraat. Ten tweede loopt het landschap richting de Roer naar beneden af. En ten derde was de handel de grondslag voor deze bouwrichting. Op de Markt werd immers handel gedreven, niet alleen door de handelaren die gebruik maakten van de landwegen, maar ook door handelaren die per water hun waren vervoerden.
Deze meerden aan aan de Roerkade en hadden direct toegang tot de Markt. Er werd overigens niet enkel door handelaren aangelegd. Er moest immers ook tol worden betaald aan de graaf van Gelre, waardoor elke schipper die gebruikte maakte van de Roer of Maas halt moest houden in Roermond. De vele herbergen in deze straatjes hadden dan ook een goede omzet. Ten vierde werd op deze manier ook aan de voet gebouwd van de Christoffelberg waarop het castrum was gevestigd met de voogdij en de kerk. Bescherming was zeer belangrijk. Dat ook daadwerkelijk hier de eerste
3.1.1 Uitzicht op de Roerkade
Buitenop Castrum
Markt
at
e
ra rst
S
lm wa
r Nee t
a stra
Artefact 1
woonbuurt van Roermond is gebouwd, is vrij eenvoudig aan te tonen. Dit gebied tussen de Roer en de Markt bestaat namelijk uit kleine percelen met scheve en smalle straten. Deze niet-planmatige bebouwing is anders dan de rest de bebouwing die in 1214 werd verwoest. 3.1.2 Kleine Bergstraat
De nederzetting die destijds door Koning Otto IV werd verwoest was namelijk te categoriseren als een stelselmatige bouw. De eerste bebouwing, naar de Roer toe, was al gerealiseerd voordat dit stelmatige bouwen in de stad werd toegepast. Op de eerste straten na, was het stratenpatroon, dat aansloot op de al reeds bestaande 2 straten, zeer orthogonaal. De stad groeide door de handel en zoals al eerder is genoemd in de analyse omvatte de nederzetting voor de vernietigende strafexpeditie in 1214 niet enkel het terrein tussen de Roer en de Markt. De bebouwing strekte zich immers al uit over een veel grote gebied zoals ook op kaart is te zien. Deze bebouwingsgrens is door archeologisch onderzoek opgesteld. Na de verwoesting werd de nederzetting weer opgebouwd. De graven van Gelre herbouwden Roermond systematisch en op een aanzienlijk grotere schaal. De planologie uit deze periode wordt weergegeven door de regelmatige vorm van de huizenblokken en door bewaard gebleven historische stukken. Hierin staat dat de graaf van Gelre bij de herbouw bouwkavels van standaard grootte
heeft uitgegeven, waarvoor de bezitters jaarlijks belasting moesten betalen. Bij een dergelijke planmatige aanleg van steden in deze tijd, was het gebruikelijk dat de markt in het midden kwam te liggen. Bij Roermond was dat blijkbaar niet het geval. Dit zou verklaard kunnen worden doordat vanuit de geschiedenis de plaats van de markt vastgelegd was, maar dat er vervolgens niet in steeds grotere cirkels omheen gebouwd kon worden. Dit kwam door de aanwezigheid van verschillende barrières, zoals de Roer en de Christoffelberg. In 1232 werd volgens de overlevering rond dit gebied de eerste ommuring aangelegd. Buiten deze ommuring lag destijds al de Munsterabdij, die in 1218 werd gesticht; vermoedelijk in het open veld. In 1279 lag deze abdij wel binnen de stadsmuren van dat moment. De stad groeide door. In uiterlijk 1347 was de stad zo groot als de huidige binnenstad. Niet alles was toen al volgebouwd, maar de contouren waren duidelijk. Er zijn aanwijzingen dat het westelijke gedeelte van Roermond, bij de Roerkade, het handelsgedeelte was
65
Roermond in 1214 volgens opgravingen
Artefact 1
van de stad en dat in de rest van de stad, en dan met name in het oosten, de gilden zaten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ververijen, mandenmakers en bontwerkers. Kaarten uit de 14e zijn niet meer beschikbaar. Deze zijn allen verloren gegaan in de stadbrand van 1554. Enkel wordt vermoed dat de kaart van Jacob van Deventer wel van voor deze periode stamt. Dit komt omdat hierop nog de Grauwe Toren met spits op de Markt te zien is. Afbeelding 1.3.3 toont de toestand van Roermond na de stadsbrand in 1665. Hierop is aangegeven welke gebouwen hersteld of herbouwd zijn (rood), welke gebouwen niet beschadigd zijn (blauw) en de lege plaatsen en de gesloopte gebouwen (wit). Het oudste gedeelte van de stad rondom de markt is grotendeels gespaard gebleven voor deze ramp. Wat heel erg aan die kaart opvalt, dat is dat langs de ommuring de bebouwing bijna overal ontbreekt. Enkel in het oudste stuk, aan de Roer, zijn wel gebouwen geplaatst. Dit kan er op duiden dat dit stuk al helemaal was gebouwd voordat er sprake was enigerlei ommuring. Later, toen de er om de stad een muur werd
gebouwd. Werd er expres niet langs gebouwd. Dit kan te maken hebben met veiligheidsoverwegingen. Zo is er namelijk voldoende ruimte als er gevochten moet worden. Tevens is de kans op beschadiging, door voorwerpen die over de muur worden geschoten, kleiner als er meer afstand wordt bewaard.
67
zijn middeleeuwse jasje gegroeid. De binnenstad is in zijn stratenpatroon nog bijna exact gelijk aan de middeleeuwen, veel bebouwing ook nog. De muren zijn wel afgebroken en vervangen door grote singels. In tegenstelling tot het eeuwenoude stratenpatroon uit de middeleeuwen, zijn 3.1.3 Kaart Jacob van Deventer
In de periode nadat de contouren van de stad waren gevormd; 1388, veranderde aan het stratenpatroon van de stad weinig. Door de 2 grote stadsbranden veranderde het aangezicht uiteraard wel. Verder was de ommuring rondom Roermond aan verandering onderhevig. Destijds was bestond de ommuring van de stad uit een dubbele gracht rondom de stad (uitgezonderd ter plaatse van de Roer en de Maasarm in het noorden) en een met vele wachttorens. De kaart van een onbekende maker geeft Roermond weer zoals het er in 1632 bijlag. De vestingwerken waren toen volop in aanbouw. Goed zijn de stadsommuring, bastions en grachten zien en in dunne lijnen is aangegeven waar nieuwe werken zouden moeten komen. De stad is halverwege de 20e eeuw uit
Artefact 1
3.1.4 Roermond 1632
de nieuw aangelegen wegen niet in een grid dan wel soort van raster geplaatst. Het is ironisch dat op de plaats waar de oude vestingwerken lagen die bescherming moesten bieden tegen buitenaf nu de hoofdwegen liggen die de
stad zo goed bereikbaar maken.
69
Artefact 2 De Christoffelkerk
In 1342 werd de bedding van de maas richting Roermond verlegd. In 1388 raakt Gelre betrokken bij een grote internationale oorlog. Door de dreiging van een aanval door de Fransen werd besloten de Parochiekerk op Buitenop te slopen. Door de verlegging van de Maas bleek namelijk dat de verdediging van de stad ondermaats was. De noordwestelijke punt was te kwetsbaar voor vijandelijke legers. Er werd besloten deze heuvel, Buitenop, af te graven. Tegelijkertijd werd door Johannes van Stralen, kanunnik van Luik en investitus van Roermond, besloten in samenwerking
met de magistraat van Roermond een nieuwe geschikte kerk te bouwen. Erg snel ging dit niet, op 27 juni 1931 werd deze belofte door de magistraat van Roermond opnieuw gemaakt. Opvallend hierbij is dat uit een register in Xanten bleek dat er veel onenigheid was over de nieuwe kerk en dan specifiek zijn locatie. Op 23 april 1410 kwamen in Bologna enkele kardinalen en bisschoppen uit Spanje, Korinthe en Frankrijk bijeen en verleende een aflaat aan hen die de bouw van de nieuwe Christoffelkerk zou steunen. Dit zorgde ervoor dat datzelfde
jaar nog werd begonnen met de bouw van deze kerk. Deze kwam te staan op de Christoffelberg, dichtbij het afgegraven Buitenop. Voor deze kerk was in de inmiddels volgebouwd stad nauwelijks meer plaats. Hierdoor mist deze dan ook de vrije ruimte die normaal is bij een kerk. Hij wordt letterlijk ingeklemd tussen omliggende bebouwing. Hierboven is dat duidelijk te zien. Dit is de situatie in 1819.
3.2.1 Ligging Christoffelkerk
3.2.2 De Christoffelkerk ingeklemd tussen de bebouwing. Met de nieuwe ingang uitkijkend op de markt.
De bouwstijl is hoofdzakelijk laatgotisch. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd in de vorm van een Grieks kruis (vier gelijke armen) met daarin de toren. In de loop der eeuwen werd de kerk vele malen uitgebreid tot haar huidige vorm: een vijfbeukige basicaalschip met ingebouwde westtoren. De eerste uitbreiding begon in 1458 met de bouw van een hoog noorderkoor. Het broederschap H. Sacrament had meer ruimte nodig. In 1489 eiste een ander broederschap, die van O.L.V. op der Porten een eigen koor op. Dit resulteerde in de bouw van een even hoog koor als het noorderkoor met een rechthoekige koorafsluiting, ten zuiden van het vroege hoofdkoor, het Mariakoor. Opvallend hierbij is dat men bij het optrekken van de hoge zijkoren de oude scheibogen en de vensters daarboven intact liet. In het oosten van de kerk stonden nu drie in hoogte gelijke koren, die men met elkaar verbond door de gesloten wanden van baksteen weg te kappen. Hierdoor heeft men van de hele kerk een hallenkerk willen maken. De zijbeuk aan de zuidkant van het schip werd nog
verdubbeld, terwijl aan de noordzijde een reeks kapellen tot stand kwam, die in de twintigste eeuw als nieuwe zijbeuk bij de kerk getrokken werd. Aan het zuidertransept werd in het laatste kwart van de 15e eeuw de St.Jacobskapel toegevoegd.
Midden Schip
Transept
Artefact 2
75
Hoofdkoor
1410
Oudste uitbreiding
Sacraments Koor
Maria Koor
1458 - Sacramentskoor
3.2.3 Ontwikkeling Christoffelkerk Einde 15e eeuw - St. Jacobskapel
1489 - Mariakoor
2004 - Inforuimte
Artefact 2
3.2.4 Buitenop 1900
3.2.5 Buitenop 1915
Van 2004 tot 2006 is in opdracht van Nieuwbouw inforuimte Sint Christoffelkerk door HVN Architecten een nieuwe inforuimte voor de kerk ontworpen en uitgevoerd. De oude entree lag aan de westzijde van de kerk onder de toren. Uitkijkend over Buitenop liep de hoofdingang via een brede trap over in een plein. Te zien op de prenten hier links weergegeven. Door de steeds drukker wordende straat is dit plein verloren gegaan (zie de aanleg van de dubbele onsluitingsroute hier rechts) en de hoofdingang sterk geïsoleerd geraakt. Door de nieuwe aanbouw wordt dit verholpen. Er wordt hierbij de link gezocht met de Markt en de focus komt richting het oosten te liggen.
3.2.6 Buitenop 1995
77
3.2.7 Aanbouw Christoffelkerk (2004)
Artefact 2
De toren is door de eeuwen heen verscheidene keren vervangen. De eerste toren dateert uit de 15e eeuw. Deze barokke spits verbrandde in 1892 waar een neogotisch exemplaar voor in de plaats kwam. Door een storm in 1920 werd deze vernield. Aan het einde van de oorlog bliezen de Duitsers de toren op uit tactische overwegingen. De kerk werd tussen 1945 en 1953 hersteld en de nieuwe spits kreeg daarbij een vormgeving geïnspireerd op de in 1892 vernielde barokke torenspits.
3.2.8 Christoffelkerk vanaf 1410
3.2.9 Christoffelkerk vanaf 1892
3.2.10 Christoffelkerk vanaf 1920
3.2.11 Christoffelkerk vanaf 1953
79
Artefact 3 De ontwikkeling van de buitenwijken
Zoals inmiddels bekend is, breidde het welvarende Roermond vooral in de tweede helft van de 20e eeuw (vanaf ongeveer 1955) flink uit. Vooral de woningbouw was er de oorzaak van dat de stad binnen enkele decennia ver buiten zijn oorspronkelijke grenzen groeide. Deze stadsuitbreidingen (met voornamelijk complete nieuwe woonwijken) vonden hoofdzakelijk plaats in oostelijke richting (richting Duitse grens), en dus niet richting de Maas in het westen. Een verklaring hiervoor is in ieder geval de slechte draagkracht en dus bebouwbaarheid van de bodem rondom
de Maas. Maar waren er misschien nog meer redenen voor de stad om alleen maar naar het oosten uit te breiden? Door verder op deze uitbreidingen en verschillende kaarten daarvan in te zoomen, hopen we iets te kunnen zeggen over de strategie van de stad ten opzichte van de Maas in die periode. Om een goed beeld te krijgen van de uitbreidingen van de stad, is het belangrijk om bepaalde kaders vastte stellen. Binnen deze kaders wordt vervolgens gekeken naar verschillende oorzaken en gevolgen.
Als uitgangspunt worden 3 periodes beschouwd, waarbinnen de stad op verschillende manieren uitbreidt. Deze periodes zijn: Periode 1 (1792-1955): uitbreidingen langs toegangswegen Periode 2 (1955-1959): Uitbreidingen tussen toegangswegen Periode 3 (1959-1988): De grootschalige uitbreidingswijken
3.3.1 Uitbreidingen langs toegangswegen (Andersonweg)
Artefact 3
Periode 1 (1792-1955): uitbreidingen langs toegangswegen 1792 is het jaar dat Roermond zijn verdedigingswerken niet langer gebruikt. De verdedigingswerken van de stad zijn niet langer nodig en worden langzaam gesloopt. Vanaf deze periode is het dus niet meer noodzakelijk om binnen de stadsmuren te wonen, en daardoor verschijnen er gestaag ook buiten de stadsmuren gebouwen. Roermond in 1849: Hoewel Roermond zijn functie als vestingstad al een tijdje heeft verloren, blijkt uit deze kaart uit 1849 dat de meeste bebouwing nog binnen de oude stadsgrenzen staat. Wel is duidelijk te zien dat er een groeiende activiteit is naar het westen en het zuidwesten toe. Er ontstaan daar verschillende fabriekjes en molens, met in enkele gevallen een woning. Deze zijn allen gevestigd langs de Roer en uitlopers daarvan, om gebruik te kunnen maken van het transport over water. Roermond in 1899: Het gebied aan de westkant van de stad Roermond, waar in het begin van de 19e eeuw de
eerste bebouwing buiten de stadsmuren ontstond, is inmiddels ontwikkeld tot industriegebied. Het transport over water is hierbij nog steeds van doorslaggevend belang bij de locatiekeuze. In de loop van de 19e eeuw verschuift het economisch zwaartepunt van de regio (en dus ook veel industrie) echter van Roermond naar Venlo, omdat dit gebied verkeerstechnisch beter ontsloten is. Hierdoor werden de toegangswegen tot de stad Roermond steeds belangrijker voor het transport van en naar de stad. Hierdoor was het gunstig om langs één van deze grote wegen te wonen. Kijken we vervolgens naar de plaats waar nieuwe bebouwing ontstaat, dan zien we inderdaad dat vooral langs de drie grote toegangswegen wordt gebouwd. Dit zijn de toegangswegen vanuit het noordoosten, het zuiden en het zuidwesten (voorstad Sint-Jacob). Wanneer in 1864 de eerste spoorlijn verschijnt tussen Venlo en Maastricht, krijgt de oostkant van de stad (de kant waar het station staat) een sterke impuls. Een tweede spoorlijn in 1879 versterkt dit effect. Het gebied tussen het station en de binnenstad wordt binnen korte tijd volgebouwd.
Na de aanleg van de Maasbrug in 1867 ontstaat ook een groeiende bebouwing naar het westen toe, maar deze stopt bij de oever van de Maas. Waarschijnlijk vormt deze brede rivier in die tijd een te grote barrière. Ook het drassige land aan de overzijde kan hierbij een rol hebben gespeeld. Roermond in 1955: Vooral langs twee grote uitvalswegen, die naar het noordoosten en die naar het zuiden, heeft de stad zich inmiddels flink ontwikkeld. Deze uitvalswegen vormen de hoofdverbinding tussen Venlo, Roermond en Heerlen. Uitbreidingen naar het deel ten westen van de stad zijn er niet meer geweest. Het landschap met rivieren heeft blijkbaar geen bijzondere kenmerken waardoor bewoning in de naaste omgeving aantrekkelijk wordt. Het gebied ten oosten van de stad kenmerkt zich echter door een gunstige infrastructuur en betere bodemgesteldheid. Zowel voor als na de oorlog, ten tijde van de wederopbouw, werd dan ook gretig gebruik gemaakt van dit strategisch gunstige gebied. Er is op de kaart een eerste cluster van bebouwing te zien in het gebied tussen de twee eerder genoemde uitvalswegen.
83
Maasniel
Spoortunnel
Artefact 3
Periode 2 (1955-1959): Uitbreidingen tussen toegangswegen Na de tweede wereldoorlog was er een grote werkloosheid in Roermond en omstreken. De opkomst van de textielindustrie maakte hier een einde aan. Roermond kreeg in die tijd aanzienlijk meer inwoners, een trend die zich in heel het land voordeed na de oorlog, en moest uitbreiden om zijn inwoners te kunnen huisvesten. Er ontstond daardoor omstreeks 1950 een grote herindeling in Nederlands Limburg. Bij deze herindeling werd het plaatsje Maasniel geannexeerd door de stad Roermond. Roermond 1958: Het wonen langs één van de belangrijke toegangswegen is niet langer doorslaggevend bij het bestemmen van nieuwbouw. Men wil voortaan zo dicht mogelijk bij het centrum van de stad wonen, en de open ruimte tussen de verschillende toegangswegen is hiervoor het meest geschikt. Vanwege de slechte draagkracht van de grond in de buurt van de Maas is het gebied ten oosten van de stad een van de weinige opties. Het gebied tussen de stad Roermond en het dorpje Maasniel, wordt
85
daarom al snel volgebouwd. Hiervoor is echter een verbinding met het centrum essentieel, en de oplevering van de tunnel onder het spoor (in 1956) is dan ook een belangrijke gebeurtenis voor de ontwikkeling van de stad. Er is een verbinding ontstaan met het oostelijke gebied en de stad kan flink uitbreiden. Met de annexatie van Maasniel krijgt Roermond er flink wat nieuwe grond bij, die zich uitstrekt tot aan de grens met Duitsland.
3.3.2 oude bebouwing Maasniel (voorgrond) en nieuwbouw stad Roermond (achtergrond)
Grindgat
Willem-Alexanderhaven
Grindgat
Donderberg
De Kemp Herten
Hoogvonderen Industrieterrein Heide
Artefact 3
Periode 3 (1959-1988): De grootschalige uitbreidingswijken De groei, die de stad Roermond na de tweede wereldoorlog kende, zet zich voort. Verschillende wijken worden gebouwd en de stad krijgt er een tweetal grote industrieterreinen bij; de WillemAlexanderhaven en het industrieterrein 3.3.3 De wijk Donderberg
“Heide”. Omdat de industriële ontwikkeling gelijk zou moeten lopen met de woningbouw, werd begonnen met de aanleg van de Donderberg. Deze wijk, die op grondgebied van de voormalige gemeente Maasniel werd gebouwd, bestaat uit een vijftal grote flats, die samen met de omliggende laagbouw
13.000 bewoners huisvesten. Roermond 1988: Het in 1959 geannexeerde grondgebied van de voormalige gemeente Maasniel, biedt uitstekende mogelijkheden voor de aanleg van nieuwe wijken. Al snel verreizen, in de periode na de aanleg van de industriegebieden, grote woonwijken als “donderberg” en “Hoogvonderen”. De nieuwe infrastructuur in de vorm van wegen, zoals de N271, zorgen voor een goede bereikbaarheid van het gebied. Wijken Donderberg en Hoogvliet, 1988: Doordat deze grote wijken in een keer worden gebouwd, kan tijdens het ontwerp met veel dingen rekening worden gehouden. Zo hebben bijvoorbeeld alle wijken hun eigen stedenbouwkundig concept en oriëntatie. Dit is duidelijk terug te zien in de kaart van het gebied.
87
Artefact 3
Uit de analyse van de drie periodes blijkt dat de uitbreiding van de stad Roermond voornamelijk in oostelijke richting heeft plaatsgevonden. In eerste instantie speelden hierbij de toegangswegen tot de stad een belangrijke rol. Later waren vooral de annexatie van Maasniel en de aanwezigheid van goede, draagkrachtige grond doorslaggevend. De stad breidde zich dus uit in de richting van de Duitse grens en keerde daardoor als het ware het water de rug. De voordelen van het transport over water werden wel benut, door de eerste uitbreidingen van de stad in zuidwestelijke richting (rond 1849) en de aanleg van de haven (in 1967). Dit heeft echter niet tot grote uitbreidingen van woningbouw richting de Maas geleid. In tegendeel zelfs; door de aanleg van de industrie (waaronder de haven) waren meer woningen nodig, welke ten oosten van de stad werden gebouwd. Waarom er nooit woningen zijn gebouwd aan de overzijde van de Maas is niet met zekerheid te zeggen. Wel lijkt de Maas als barrière hier een grote rol in te spelen. Ook de slechte draagkracht van de grond om de rivier heen kan een rede
zijn geweest af te zien van bebouwing, maar daar is geen zekerheid over.
89
Artefact 4 Bouwen aan het water
De skyline van Roermond is vanaf begin 21e eeuw aan flink wat veranderingen onderhevig. Door de in de vorige eeuw afgegraven Maasplassen is het grootste aaneengesloten watersport gebied in Nederland ontstaan. Roermond springt hierop in door zich te focussen op watersport en waterontspanning. Dit vertaalt zich direct naar verschillende bouwprojecten die zich op de maas richten en hiermee deze ontwikkelingen stimuleren. Enkele van deze projecten worden hier kort besproken.
Natalini Toren Architect: Adolfo Natalini & Arch. bureau C. Schrauwen Opleverdatum: onbekend Op de locatie Buitenop in Roermond is een kantorenproject in vier fasen ontwikkeld en reeds grotendeels gerealiseerd. Om de planontwikkeling op de locatie op af te ronden, heeft Buitenop BV gekozen voor een ingreep die als doel heeft de entree van te stad te versterken. De Italiaanse architect Adolfo Natalini heeft i.s.m. architectenburo C. Schrauwen een ontwerp gemaakt voor een kantoortoren
die de skyline vanaf de maasbrug van Roermond voor een groot deel gaat bepalen, de zogenaamde Natalini Toren. De vorm van de toren, een ellips als basis met daarop twee gekoppelde cilinders probeert een link te leggen naar eerder voltooide fases van het kantorenproject en de Christoffelkerk met bijbehorende Rattetoren. De toren bestaat uit 12 bouwlagen, ca. 4.200 m² VVO exclusieve kantoren met een hoog opleveringsniveau. In totaal zijn 80 parkeerplaatsen beschikbaar, waarvan 12 plaatsen op het terrein en 68 plaatsen in de garage en op het dek.
3.4.1 Natalini toren geplaatst in situatie.
3.4.2 Skyline Roermond vanaf de Maas, 2009
Kazernevoorterrein Natalinitoren
Soleatoren
Artefact 4
Solea Toren Architect: Janssen Wuts Architecten Opleverdatum: 2007 Een van de eerste projecten die de nieuwe strategie van Roermond bevestigd. Aan de Maasboulevard in Roermond staat een in hoefijzervorm gebouwd wooncomplex, Solea genaamd. Op de kop van dit gebouw is een woontoren gebouwd, waarin 10 luxe appartementen 3.4.3 Solea toren
95
zijn gerealiseerd. De toren kraagt over de weg uit, zodat de appartementen direct aan het water liggen. Het gebouw is 39 m hoog. De gevel is gedeeltelijk uitgevoerd in glas c.q. glasachtig materiaal. De appartementen worden gekenmerkt door hun luxe en hoogwaardige afwerking. De appartementen zijn verschillend qua indeling maar ze beschikken allemaal over een ruim balkon/wintertuin, welke een schitterend uitzicht biedt over de Maasplassen. Beide appartementen hebben de beschikking over een berging en 2 parkeerplaatsen in de parkeerkelder. Kazernevoorterrein Architect: Arch. bureau Cees Dam Opleverdatum: 2009 Dit bevat een masterplan voor de locatie voor de oude kazerne waar zich nu het Designer Outlet Centre bevind. De parkeerplaats vervalt en er komt een groot complex te staan gegroepeerd rondom een centraal plein en zal bestaan uit een megabioscoop, een amusementshal, horecavoorzieningen en enkele winkels. Daarnaast komt er een kantoorgebouw van circa 8.000 m² en een ondergrondse
3.4.4 Ontwikkeling Kazernevoorterrein
parkeergarage voor 400 auto’s. Bovenop de parkeergarage en de megabioscoop worden voor Woonzorg Nederland 180 appartementen in vier woonblokken gebouwd. Deze te bouwen appartementen hebben een prachtig uitzicht op zowel de Maas(plassen) als op de historische binnenstad van Roermond.
Artefact 4
Oolderveste Architect: Oolderveste BV Opleverdatum: In fases Een nieuwbouwwijk tussen de dorpen Herten en Merum die onder de gemeente Roermond vallen. De gehele wijk is gebouwd op een verhoging en wordt omringd door een bakstenen halfhoge
97
muur. Dit vanwege overstromingsgevaar waar de olderveste onderdeel is van een algehele aanpak van Roermond waardoor deze beter beveiligd is tegen hoog water. De naam Oolderveste is hier een afgeleide van. De wijk is voor een deel al opgeleverd, een deel is nog in ontwikkeling. In het kort kan de wijk op worden gedeeld in vier
3.4.5 Situatie Oolderveste
delen. Het Ommeland, De Veste, Bos en Lommer en Wonen aan het water. De algehele wijk heeft een directe relatie met de Oolderplas, onderdeel van de Maasplassen
3.4.6 Plattegrond Oolderveste
Artefact 4
Jazz City Architect: Dam&Partners Architecten Opleverdatum: Onbekend Aansluitend op de ontwikkelingen bij buitenop met de Natalinitoren en de invulling van het Kazernevoorterrein zijn er plannen voor de ontwikkeling van Jazz City. Deze ligt tussen deze twee locaties in in het gebied Maashaven – Schipperswal – Scheepvaartsweg waar zich op dit moment voornamelijk industrie bevind. Het zou een aanvulling moeten worden op het huidige aanbod met een focus op leisureactiviteiten, entertainment en horeca. De aanwezigheid van water speelt ook hier weer een cruciale rol met een kleine plezier haven, loopsteigers en een boulevard lang het water. In totaal zullen de functie’s bij elkaar een BVO van 20.000m2 beslaan. Het Nautisch Kwartier Architect: Zeelenberg Architectuur Opleverdatum: Onbekend Het Nautisch Kwartier is een mogelijke toekomstige (drijvende) woonwijk ten westen van Roermond. Maasplassen
BV heeft grootscheepse plannen om ten westen van Roermond in het watergebied een woonwijk met drijvende wegen, 600 woningen, een jachthaven, recreatie, een nautische handelskade, winkels en een congrescentrum met hotel te bouwen. Van de nu ongeveer 100 hectare water in de Weerd, Douvesbeemd en Donker Nack wil Maasplassen BV 60 hectare benutten voor eilandenclusters waarop woningen komen. De handelskade met aan watersport gerelateerde winkels, showrooms en horeca is gepland op de strook land tussen Maasbrug, N280 en het Lateraalkanaal. Ook wordt er gekeken naar een goede verbinding tussen de toekomstwijk en het Outlet Centre en de binnenstad. Er wordt gedacht aan bijvoorbeeld watertaxi’s of een kabelbaan gedacht. De voor die plannen noodzakelijke afgraving en grondverplaatsingen zorgen ervoor dat het waterpeil van de Maas tussen Linne en Buggenum met bijna een centimeter daalt. Het is nog onbekend of de plannen ook daadwerkelijk doorgaan. De gemeente Roermond staat er in ieder geval positief tegenover. Bouw zou beginnen in 2011.
3.4.7 Nautisch Kwartier
99
3.4.8 Jazz City
Artefact 4
Marina Oolderhuuske Architect: Architectenbureau Schinkel-Benning Opleverdatum: 1995 Marina Oolderhuuske is gelegen op een schiereiland, ingeklemd tussen ‘Mooder’ Maas en de Noordplas. Het bestaat uit 150 drijvende vakantiewoningen met bijbehorende camping. Er vaart een veerpond naar toe vanuit het dorp Ool vallend onder de gemeente Roermond en wordt verder verbonden met één enkele weg. Het gehele eiland drijft en stijgt met eventueel hoog water mee. Er zijn veel mogelijkheden tot recreeëren. In het complex Oolderhuuske zelf waar een groot restaurant en informatievoorzieningen zijn geplaatst.
3.4.9 Marina Oolderhuuske
Roerdelta Architect: Palmboom & Van den Bout Opleverdatum: Onbekend De Roerdelta is een groot gebied ten zuiden van de voorstad. Het bevat het oude industriecomplex ECI met omliggende jachthaven en het oude Shell complex. Om de verloedering tegen te gaan bestaan er uitgebreide plannen om dit gebied om te vormen tot een groot woongebied met de focus richting de Maas. Er zullen 1300 woningen worden verwezenlijkt gemengd met economische en sociaal-culturele functies, vooral gefocust op recreatie. Er is reeds begonnen met de restauratie en renovatie van oude monumentale industriecomplexen. Er zijn er reeds enkele opgeleverd. Wegens ernstige vervuiling van de grond en overstromingsgevaar hebben de ontwikkelingen ernstige vertraging opgelopen.
3.4.10 Roerdelta
101
Literatuurlijst Boeken
Internet Wateronderzoeken en –historie: www.waterbodem.nl Historische gegevens Roermond: www.historieroermond.nl Gemeente Roermond: www.roermond.com www.roermond.nl Roermond in WOII: www.roermond1939-1945.nl Encyclopedie: www.wikipedia.nl Geschiedenis midden-Limburg: www.ppsimons.nl De Nederlandse Kempen tussen 1890 en 1914: www.antenna.nl Gemeentearchief Roermond: roermond.x-cago.com Staatsbezet overkwartier: www.rechten.unimaas.nl Bisdom Roermond: www.bisdom-roermond.nl Stichting Rura:
www.rura.nl
Atlaskaarten: www.kuijsten.de Oude kaarten: www.watwaswaar.nl Romeinse vondsten Limburg: home.tiscali.nl/grensschap Limburg Museum: www. Limburgsmuseum.nl Roermond in WOII: www.kazematkelderleven.nl Munsterkerk en Kathedraal: http://www.paul-spaan.demon.nl Natalinitoren: www.skyscrapercity.info Architectenbureau Natalinitoren: www.fondazioneragghianti.it Ooldeveste: www.oolderveste.nl Vastgoedontwikkelaar Roermond: www.vanpolbeheer.nl Masterplan Maashaven: www.damenpartners.nl Tijdlijn Roermond: www.henrifloor.nl
- 750 jaar Roermond, Stichting Rura, 1982 - Kerken na 1940, Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart, 2003 - De verwoeste kerken van Limburg, dr. A. van Rijswijck, 1946 - Roermond vroeger en nu, J.G.F.M.G. baron Hövell tot Westerflier, 1968 Overige -Kadaster Roermond -Gemeente Roermond -Stedelijk museum Roermond -Stadsarchief Roermond