NIEUWSBRIEF
59
voorjaar 2015
Roel de Jong: Beekherstel nieuwe stijl lonkend perspectief
Friesland en beken. Het lijkt met elkaar in tegenspraak. Maar ze zijn er wel degelijk in de het zuidoosten van de provincie, aldus Roel de Jong van Wetterskip Fryslân. Friese beken als de Tjonger en het Koningsdiep hebben door ingrepen in het verleden wel veel van hun allure verloren. En de uitvoering van beekherstel verloopt traag, onder meer door stroperige grondverwerving. Hoog tijd voor een andere aanpak: betere samenwerking én meer effectiviteit zijn daarin volgens DB-lid Roel De Jong van het wetterskip de sleutelwoorden.
De waterschappen doen volgens Roel de Jong het nodige
ven. We plegen daarna vaak intensief onderhoud uit angst
om beeksystemen te herstellen. Laat daar geen misver-
dat we anders teveel opstuwing en mogelijk wateroverlast
stand over bestaan. Maar volgens hem leveren de hui-
krijgen. De verwerving van benodigde gronden verloopt
dige inspanningen lang niet altijd het gewenste resultaat
stroef. Boeren zeggen vaak dat ze geen grond kunnen mis-
op. Hij voorziet dat waterschappen het met de nu gehan-
sen, terwijl de werkwijze is gebaseerd op vrijwillige ver-
teerde aanpak ook niet gaan redden om voor 2027 alle
werving. Ze willen bovendien alleen meewerken als we ze
beekdoelen te halen: ‘We leggen met veel geld prachtige
zwart op wit kunnen garanderen dat voor hen waterstaat-
nieuwe meanders aan, maar we hebben daarbij te weinig
kundig alles bij het oude blijft. De herinrichting moet nu
oog voor het beeksysteem zelf. Het water moet nog steeds
gebeuren binnen strikte hydrologische randvoorwaarden.
keurig binnen het door ons aangelegde nieuwe bakje blij-
Dat zet een ongelofelijke rem op succesvol beekherstel.’
I n d e z e u i t g av e o n d e r m e e r : B e e k h e r s t e l n i e u w e s t i j l l o n k e n d p e r s p e c t i e f | Ni e u w : N at i o n a a l K e n n i s e n i n n o vat i e p r o g r a m m a Wat e r - e n K l i m a at | J a n L o u r e n s o v e r v i e r ja a r D e lta p r o o f | G r e e n D e a l g r o n d s t o f f e n v o l g e n d e s ta p o p w e g n a a r d u u r z a m e a f va lwat e r v e r w e r k i n g | D e K l i m a ata c t i e v e S ta d | Z o r g p l ic h t v o o r wat e r s c h a p p e n | Wat l e v e r t d e c e n t r a a l - s a n i tat i e s y s t e e m ‘ Wat e r s c h o o n ’ i n S n e e k o p ? | Q uag g a m o s s e l i n N e d e r l a n d : v l o e k o f z e g e n ? | V e r s va n d e STOWA - p e r s | STOWA t e r I n f o o t j e s
Beekprikken
R a n d v o o r wa a r d e n s c h e p p e n
rijk obstakel daarbij zijn wij, de waterschappen, zelf. We
Toch is Roel de Jong geen onheilsprediker. Integendeel
zijn gewend het water te willen beheersen. Dat moet je los
zelfs: ‘We hebben de afgelopen jaren samen met onder
durven laten. Het tweede, ermee samenhangende obsta-
meer STOWA veel kennis opgedaan over succesvol beek-
kel is dat deze vorm van beekherstel meer onzekerheden
herstel. Noem het de Building with Nature-variant van
met zich mee brengt. De natuur laat zich nu eenmaal niet
beekherstel. Het komt erop neer dat je meer bereikt door
dwingen. Die onzekerheden moeten we expliciet maken,
de randvoorwaarden te scheppen voor beekherstel en de
met alle betrokken partijen bespreken en gezamenlijk
beek daarna de tijd geeft om zelf het herstel verder vorm
afspreken hoeveel onzekerheid we met elkaar accepteren.’
te geven. Het gaat om kleine, vaak relatief eenvoudige ingrepen. Dat levert veel natuurlijkere, robuustere beken
Dat brengt hem direct op een derde, belangrijk punt: de
op. Het levert beken op met grotere ecologische waarden.
samenwerking met andere partijen. ‘De ervaring met
Het levert ook beken op die veel meer bijdragen aan kli-
nieuwe vormen van beekherstel tot nu toe is dat het suc-
maatadaptatie: water wordt langer vastgehouden. Dat
ces ervan nauw samenhangt met de vraag in hoeverre je
voorkomt droogte bovenstrooms en wateroverlast in de
alle betrokken partijen meeneemt in het proces. Een goed
lager gelegen delen van het stroomgebied. Dat is goed
beekherstelplan is een plan waar alle partijen voordeel
voor boer én natuur. En het zorgt ervoor dat de grenzen
bij hebben: landbouw, recreatie en natuur. Ik ben ervan
waar hydrologische belangen conflicteren veel diffuser
overtuigd dat er voor iedereen wat te halen valt in deze
worden.’
nieuwe vorm van beekherstel. Als je het maar met elkaar doet. Boeren zullen dan veel meer genegen zijn gronden
Ob s ta k e l s
over te doen aan het waterschap. En dat is belangrijk.
Dat klink veelbelovend. De vraag dringt zich op waarom
Want je kunt nog zo’n mooie filosofie hebben, zonder
het al niet veel vaker gebeurt. Roel de Jong: ‘Een belang-
grond kom je nergens.’ S ys teemher s tel
Als je deze weg op gaat, maak je een bewuste keuze voor het herstel van ecologische processen, niet voor het behoud van specifieke soorten, aldus De Jong. Dat vereist volgens hem een beetje bestuurlijke lef: ‘Het kan betekenen dat specifieke natuurwaarden op specifieke plekken in of langs een beek (tijdelijk) verdwijnen, maar tegelijkertijd dat er elders nieuwe waarden ontstaan en het systeem als geheel veel meer ecologische waarde krijgt. We merken dat ons huidige soortenbeleid ons nu in de weg zit. Je wilt bijvoorbeeld graag een oude meander aantak-
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
2
Dinther een groot bestuurlijk symposium plaats over de
Pa s s i v e s a mp ing a an t r ek k el i jk alt ernat ief voor t r adi t ionele moni tor ing wat erk wal i t e i t
mogelijkheden om te komen tot effectiever en sneller
STOWA heeft onlangs een rapport laten opstellen over de
beekherstel. Dat is hard nodig om de gestelde beekdoe-
mogelijkheden van passive sampling bij het monitoren van
len op tijd te kunnen realiseren. Meer samenwerken en
de chemische waterkwaliteit. Op basis van het rapport kun-
een andere inhoudelijke aanpak vormen daarbij de sleu-
nen waterbeheerders afgewogen keuzes maken of en zo ja:
tel. Bijvoorbeeld via het concept ‘Building with Nature’,
welke samplers voor welke stoffen kunnen worden toege-
waarbij gebruik gemaakt wordt van natuurlijke proces-
past.
S y m p o s i u m o v e r B e e k h e r s t e l ‘ n i e u w e s t i j l’
Op donderdag 7 januari vond in het Brabantse Heeswijk-
sen om herstel te realiseren. Denk aan het inbrengen van houtpakketten en zand. Enkele waterschappen hebben
De gangbare manier om de chemische waterkwaliteit te
er al positieve ervaringen mee opgedaan. Een uitgebreid
monitoren is door het nemen van steekmonsters, waar-
verslag van deze dag vindt u op stowa.nl | ‘Nieuws en
bij met een bepaalde frequentie watermonsters worden
Agenda’.
genomen. Deze manier van bemonsteren heeft zijn beperkingen omdat het een momentopname is, waardoor de
Dagvoorzitter Inge Diepman (R) en co-dagvoorzitter
kans groot is dat piekconcentraties van stoffen worden
Lambert Verheijen (tweede van R) in gesprek met enkele
gemist. Daarnaast is de detectielimiet door het beperkte
waterschappers tijdens het symposium.
monstervolume vaak te hoog om de concentraties op het gewenste niveau te kunnen bepalen. Bij passive sampling wordt een sampler gedurende een bepaalde tijd in het water gehangen, waarbij organische stoffen door de sampler continu worden opgenomen. Piekconcentraties worden hierdoor meegenomen in de bemonstering. Door de bemonstering van een groter volume water kunnen bovendien lagere concentraties worden gemeten. In een overzicht bij het verschenen rapport wordt voor meer dan 800 stoffen, waaronder een groot aantal gewasbeschermingsmiddelen, hormoonverstorende stoffen en geneesmiddelen, een overzicht gegeven welk type passive sampler het best toegepast kan worden en of een (semi)kwantitatieve dan wel indicatieve concentratie kan worden bepaald.
ken op een beek, maar we doen dat niet uit angst dat de
Het STOWA-rapport 2014-42 ‘Overzicht toepassingsmogelijk-
Groene Glazenmaker, een rodelijstsoort libel, ter plaatse
heden van passive sampling’ vindt u op stowa.nl | Bibliotheek.
verdwijnt. Of je moet ergens enorme inspanningen plegen om te zorgen dat enkele beekprikken geen schade ondervinden van de ingrepen die je wilt plegen. Systeemkeuze betekent dat je dingen in een breder perspectief bekijkt.’ Tot slot benadrukt Roel de Jong nog één keer het belang van samenwerking. ‘De waterschappen kunnen dit niet alleen, we moeten dit samen met anderen doen. En we moeten het willen. Dat lijkt me een prachtige uitdaging voor de komende jaren.’ Dit interview verscheen eerder integraal in de STOWA-brochure ‘Versnel Beekherstel. Natuurlijk aan de slag’. De brochure werd gepresenteerd op het bestuurlijk symposium over beekherstel, dat op 7 januari 2015 plaatsvond in het Brabantse Heeswijk-Dinther (zie kader). In de brochure staan inspirerende voorbeelden van vernieuwende vormen van beekherstel. U vindt de brochure op stowa.nl | Bibliotheek.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
3
Ruimte voor de rivier, werkzaamheden langs de Waal bij Nijmegen.
Rob Ruijtenberg
NKWK: Concrete antwoorden op water- en klimaatvragen van de 21e eeuw Met het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) zetten overheden, kennisinstellingen en bedrijven een belangrijke volgende stap in het beantwoorden van kennisvragen op het snijvlak van water en klimaat. Ook nu het Rijk de richting van de oplossingen heeft vastgelegd in de Deltabeslissingen, blijven nieuwe inzichten, innovaties én concrete toepassingen hard nodig voor een duurzame, waterbestendige inrichting van Nederland. En daarmee voor de rest van de wereld, aldus Rob Ruijtenberg van STOWA. Rob is namens STOWA één van de kwartiermakers van het programma. De vragen waarop het nieuwe kennisprogramma ant-
S l i m wat e r m a n ag e m e n t
woorden moet zien te vinden, worden steeds concre-
Op dit ogenblik worden er in het NKWK drie thema’s
ter nu het Kabinet in de Deltabeslissingen heeft voorge-
met voorrang opgepakt. Het betreft Kustgenese, de
sorteerd op de richting, aldus Rob Ruijtenberg. STOWA
Klimaatbestendige Stad en Slim Watermanagement.
heeft in het kennisprogramma Deltaproof al het nodige
Ruijtenberg daarover: ‘Iedereen weet dat hoofdwatersy-
praktijkgericht onderzoek uitgevoerd op het gebied
steem en regionale systemen sterk op elkaar ingrijpen.
van klimaatrobuust regionaal waterbeheer. Denk aan
Slim watermanagement betekent dat je de maatrege-
meerlaagsveiligheid, multifunctionele waterkeringen,
len daar neemt waar ze het meest (kosten)effectief zijn.
zoetwaterbeschikbaarheid en verzilting. ‘Deze kennis
Maar ook dat je voorkomt dat maatregelen die je op de
nemen we uiteraard mee in het NKWK.’
ene plek neemt, elders voor problemen zorgen. Denk aan het afvoeren van water vanuit regionale systemen
Eigenlijk is het volgens Rob beter om te spreken over een
op het hoofdwatersysteem als dat al enorm belast is. In
netwerk dan over een specifiek programma. ‘Het NKWK
principe benut je het gehele watersysteem. Vanuit het
richt zich op de hele keten die loopt van fundamenteel
NKWK organiseren we nu een tweedaagse, waarin par-
onderzoek tot en met innovatie in de praktijk. Vanuit
tijen gezamenlijk de kennisvragen en mogelijke antwoor-
inhoudelijke vragen zoeken de betrokken partijen elkaar
ders op dit gebied in kaart brengen. Het doel is om aan
op, proberen we onze vragen te bundelen, en bekijken
het eind van de tweedaagse een gedragen onderzoekspro-
we met elkaar hoe deze het best beantwoord kunnen
grammering te hebben waar het al lopende project slim
worden. Vragenstellers en kennishouders leggen op deze
watermanagement mee verder kan. Voor Kustgenese en
manier kennis en kunde bij elkaar. Door de vraag te stel-
Klimaatbestendige stad worden er vergelijkbare acties
len wordt er ook verwacht dat er (financiële) middelen
opgezet. Daarnaast verkennen we andere potentiële
mee komen om de vraag beantwoord te krijgen.’
onderzoekslijnen waarin het NKWK meerwaarde kan
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
4
F r e sh Wat er Op t ions Op t imi z er : inz ich t in p o t en t ie van lok ale zoe t wat eroplo s s ingen bieden. Hierbij kun je denken aan Natte kunstwerken
De afgelopen jaren zijn er uiteenlopende technieken ont-
(VONK-project) / Asset management, Water & Energie,
wikkeld voor het lokaal vasthouden van zoet water, zoals
Voorzieningenniveau en Verzilting.’
peilgestuurde drainage en ondergrondse wateropslag. Mede in opdracht van STOWA is er nu een instrument ont-
B l au w d r u k
wikkeld waarmee de potentie van deze oplossingen voor
De manier waarop het programma is vormgegeven, lijkt
een gebied in kaart wordt gebracht: de Fresh Water Options
erg op de werkwijze van STOWA. Maar nu uitgerold over
Optimizer (FWOO). Waterschappen kunnen met deze infor-
de gehele watersector, aldus Ruijtenberg. ‘Vanuit STOWA
matie bepalen hoeveel water in hun beheersgebied beschik-
zijn we al jaren gewend de gezamenlijke vragen van
baar kan worden gemaakt via lokale oplossingen.
regionale waterbeheerders te definiëren en daar kennisinstellingen en mogelijk bedrijven bij te zoeken voor het
Aan de hand van informatie over de bodemgesteldheid,
vinden van effectieve, praktijkgerichte oplossingen. Dat
de diepere ondergrond en de mogelijkheden voor water
gaat in het NKWK nog breder gebeuren, met alle bij het
aan- en afvoer, biedt de FWOO, een webbased applicatie,
waterbeheer betrokken partijen. We hopen daarmee te
kaarten die aangeven hoe kansrijk een bepaalde techniek
komen tot antwoorden waar alle partijen echt mee uit
in een gebied is. Diverse technieken zijn in het instru-
de voeten kunnen en beter van worden. We bundelen de
ment meegenomen zoals regelbare drainage, kreekrugin-
kennisvragen, de belangen, het innoverend vermogen
filtratie, de ‘Freshmaker’, ASR Aquifer Storage and
en de budgetten van overheden, kennisinstellingen en
Recovery, en waterconservering via stuwen. De uitkom-
bedrijven om te komen tot maximaal rendement voor
sten van de FWOO staan online op de speciale FWOO-
alle betrokken partijen.’
website klimaateffectatlas.wur.nl/fwoo.
Ten slotte: Er lopen al de nodige kennisprogramma’s bij
Deze website biedt verder samenvattende informatie over
diverse partijen. Het is daarom niet de bedoeling dat er
de verschillende technieken. Ook kan het FWOO rapport
weer een compleet nieuw programma wordt opgetuigd,
dat de methodiek uitgebreid beschrijft, er worden gevon-
aldus Ruijtenberg. ‘We bekijken nadrukkelijk hoe water-
den. In het rapport wordt tevens de casus beschreven bij
en-klimaatvragen in lopende programma’s opgepakt of
Hollands Noorderkwartier, die diende als toets van de
ingepast kunnen worden. Het NKWK heeft dus ook geen
methodiek. De toets is illustratief voor de wijze waarop
centrale pot met geld, maar werkt volgens het principe
de kaarten en methodiek kunnen worden toegepast.
van netwerkprogrammering, waarbij gebundelde vragen en mogelijke antwoorden aan elkaar worden gekoppeld. Op die manier versterken we de samenhang tussen programma’s, voorkomen we dubbel werk en vergroten we de effectiviteit. Het NKWK geeft zo tevens een stevige impuls aan het internationaal te gelde maken van onze know how. En de krachtenbundeling in het NKWK vergroot de mogelijkheden om een bijdrage te krijgen uit Europese onderzoeksbudgetten, zoals Horizon 2020.’ Initiatiefnemers van het NKWK zijn de Deltacommissaris, NWO, het ministerie van I&M, Rijkswaterstaat, de waterschappen/STOWA, Deltares, Wageningen UR, TNO, KNMI en het bedrijfsleven. Ook de Topsector Water ondersteunt dit initiatief, evenals het ministerie van EZ, RIVM en PBL. STOWA-voorzitter Luc Kohsiek is lid van de Raad van Toezicht van NKWK, directeur Joost Buntsma zit in de Programmaraad.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
5
Jan Lourens over vier jaar Deltaproof: flinke stappen gezet Begin 2010 startte STOWA het kennisprogramma Deltaproof. In het programma is gezocht naar praktische oplossingen
om het regionale waterbeheer aan te passen aan de effecten van het veranderende klimaat. Aan directeur van Waterschap Rijn en IJssel Jan Lourens de vraag wat het kennisprogramma in zijn ogen heeft opgeleverd. Hij was als voorzitter van de ‘Denktank Deltaproof’ nauw betrokken bij het programma.
Wat zijn in uw ogen de belangrijkste concrete resultaten van het
ons terecht hard gemaakt voor een instrument dat ook
programma?
op regionaal niveau goede voorspellingen doet.
We hebben vooruitgang geboekt bij het operationeel
Wat is er naar uw idee blijven liggen?
maken van concepten en ideeën die er waren voor het op orde brengen van het regionaal waterbeheer, met het
We hebben aan het begin van het programma een warm
oog op klimaatverandering. Goed voorbeeld daarvan is
pleidooi gehouden voor het ontwikke-
het begrip meerlaagsveiligheid. Dit abstracte begrip heeft
len van een integrale stresstest
nu handen en voeten gekregen en we weten inmiddels
voor waterschappen. Juist
onder welke omstandigheden het de moeite loont om dit
om een beeld te krijgen
toe te passen. Ook hebben we flinke stappen gemaakt
in hoeverre je regionale
met zoetwaterbeschikbaarheid, met name op het gebied
watersysteem bestand is
van zelfvoorzienendheid. We hebben inzicht in de lokale
tegen de effecten van kli-
zoetwateroplossingen die technisch mogelijk zijn, van
maatverandering. Waar
peilgestuurde drainage tot ondergrondse wateropslag in
gaat het mis? En hoe erg
kreekruggen. Maar ook wat je ervan kunt verwachten.
is dat? Wat vraagt vandaag om een beslissing en wat kan wel even wachten. Niet alles is
Binnen Deltaproof hebben
belangrijk én urgent. Op die manier
we hard gewerkt aan oplos-
kun je je maatregelen gaan prioriteren. Om allerlei rede-
singen om tot robuustere
nen is de stresstest niet van de grond gekomen. Dat vind
stedelijke watersystemen
ik jammer. Ik denk dat zo’n stresstest enorm helpt om uit
te komen. Denk aan het
de klimaatwaan van de dag komen. We hebben nog even
concept van groenblauwe netwerken. Daarnaast is
de tijd, de stresstest kan bestuurders een mooi handvat bieden om die tijd kosteneffectief te besteden.
een app ontwikkeld om met burgers het gesprek aan te gaan wat zij zelf zouden kunnen doen (de
Hoe lastig was het om focus aan te brengen in een programma dat zo veelomvattend is?
HuisjeBoompjeBeter app, zie elders in deze uitgave, red.). Dit helpt om de awareness te vergroten. De wateroverlast
Het programma is in het begin heel veel kanten opgevlo-
in juli 2014 heeft ons allemaal weer doordrongen van de
gen, vooral omdat er destijds op het gebied van klimaat-
kwetsbaarheid van onze steden.
onderzoek al veel speelde. Daar hebben we als denktank mee geworsteld. Het hielp dat we een dag besteed hebben
Ik ben verder erg blij met de regionale toetsing van het
aan ‘scenarioanalyse’: wat komt er op ons af en wat bete-
Nationaal Hydrologisch Instrumentarium die in het ken-
kent dat voor het onderzoek? Hieruit kwam een thema
nisprogramma is uitgevoerd. Het resultaat daarvan is
als ‘zelfvoorzienendheid’ naar voren. Het was lastig om
een instrument dat, na noodzakelijke aanpassingen, een
het totale werkveld goed in beeld te krijgen en vandaar-
goed beeld geeft van de invloed van maatregelen in het
uit de vraag te beantwoorden: wat kunnen wij het beste
hoofdwatersysteem op regionale watersystemen. De ver-
met ons geld doen voor de regionale waterbeheerders?
binding tussen hoofdwatersysteem en regionale syste-
We wilden proberen vanuit het oogpunt van kostenef-
men is daarmee nu goed gelegd. Zo’n instrument fun-
fectiviteit niet opnieuw zelf het wiel uit te vinden, maar
geert als noodzakelijke onderlegger voor veel andere
zoveel mogelijk aansluiten bij lopende initiatieven en
onderzoeken naar mogelijke maatregelen. We hebben
daar onze eigen vragen inbrengen. Dat betekent wel dat
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
6
Waar gaat het mis? En hoe erg is dat? je soms op tien borden tegelijk moet schaken. Ik denk
kan altijd mis gaan. U moet daar rekening mee houden
dat we daar uiteindelijk redelijk in geslaagd zijn. Maar je
en maatregelen treffen. Dat is heel wat anders dan de
maakt het jezelf daar niet per se makkelijk mee.
boodschap die we als waterschappen al decennia lang impliciet afgeven: gaat u maar veilig slapen.
In een interview uit 2010, bij het begin van het programma, heeft u ervoor gepleit om, zowel in Nederland als daarbuiten,
We hebben het gevoel, wellicht ook de arrogantie, dat
goed om ons heen te kijken en de reeds aanwezige kennis te
we denken altijd veilig te zijn. En we leven dat ook voor.
gebruiken om onze eigen klimaatvragen te beantwoorden. Is dat
Kijk naar het Watermanagement Centrum Nederland in
voldoende gebeurd?
Lelystad. Dat bouwen we zo ongeveer op het diepste plekje van
Deels wel, maar het zit niet zo in onze genen om dat echt
dit land, met de suggestie
te gaan doen. Het is een beetje het Not invented by us syn-
voor de buitenwereld dat
drome. En wellicht komt het ook voort uit een misplaatste
het niet fout kan gaan.
superioriteit waar het water know how betreft: wat zouden
Daar moeten we echt
wij van het buitenland kunnen leren?! We hebben alle in
vanaf. De natuur toont
Nederland aanwezige actuele kennis over diverse onder-
aan dat we vroeg of laat
werpen wel laten vastleggen in zogenoemde Deltafacts.
het water niet de baas zijn.
Die worden erg gewaardeerd en hebben hun weg naar de
Dat lijkt me ook een belang-
schappen weten te vinden. Maar ik had ook graag gezien
rijke boodschap die we als
dat we bijvoorbeeld wat meer naar andere sectoren had-
waterschappen gezamenlijk moe-
den gekeken om te kijken hoe innovaties daar van de
ten uitdragen. Dat kun je eigenlijk niet
grond komen. Kunnen we daar iets van leren? Maar ja:
vangen in een project of programma, maar dat is een
ondertussen dendert de klimaattrein wel door. Ik vind
langdurig proces. Je moet er aan blijven trekken.
het enerzijds jammer, maar aan de andere kant begrijpelijk dat dit aspect niet zo uit de verf is gekomen.
Tot slot: een belangrijk achterliggend doel van Deltaproof was om het klimaatbewustzijn bij waterschappen te vergroten en ze
Deltaproof zou wat u betreft niet alleen moeten gaan om tech-
handelingsperspectieven te bieden. In hoeverre is dat gelukt?
nische kennis, maar ook om gammakennis. Kortom: niet alleen nadenken over betere hoogwaterbescherming via techniek, ook
De waterschappen hebben volop en van harte meegedaan
werk maken van het creëren van meer (hoog)waterbewustzijn bij
aan de projecten die binnen Deltaproof hebben gelo-
burgers en die handelingsperspectieven bieden als het misgaat.
pen. Ze hebben ook hun inbreng gehad in het nationale
Heeft het programma daaraan kunnen bijdragen?
Deltaprogramma. Niet alleen inhoudelijk, ook bestuurlijk. Bovendien zie ik dat de kennis overal in den lande
Ik kan geen voorbeelden noemen van projecten die daar
wordt opgepakt binnen allerlei initiatieven. Bijvoorbeeld
uitsluitend op gericht waren. Van huis uit zijn we gewend
een platform in Brabant rond zoetwaterbeschikbaar-
om iets technisch bij de kop te pakken. Zoiets abstracts
heid. Datzelfde zie ik hier in het oosten. Het NHI heeft
als het creëren van meer waterbewustzijn, is veel lasti-
echt zijn weg gevonden binnen de schappen. Het kan
ger. Hoe pak je dat aan? Wat dat betreft is het fijn te mer-
altijd beter, maar ik denk dat Deltaproof zeker verbin-
ken dat onze minister van I&M nu regelmatig aandacht
ding heeft weten te leggen tussen kennis enerzijds en de
vraagt voor waterbewustzijn en iedere Nederlander via
concrete klimaatopgaven waar waterschappen voor staan
een app kan zien of, en in welke mate hij onder water
anderzijds.
kan komen bij een calamiteit. De achterliggende boodschap die je hiermee aan burgers afgeeft: mensen, het
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
7
Green Deal Grondstoffen: volgende stap naar duurzame afvalwaterverwerking
Eind vorig jaar ondertekenden de ministeries van Infrastructuur & Milieu en Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA de Green Deal Grondstoffen. Doel is het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater de komende jaren verder te stimuleren. Aan onderzoekscoördinator Afvalwatersystemen Cora Uijterlinde van STOWA de vraag hoe ver we daarmee zijn.
Binnen de nieuwe Green Deal Grondstoffen starten
De verkenning van de markt en
waterschappen een aantal kansrijke demonstratie-
het vinden van partijen die de
projecten. Deze worden ondersteund door het Rijk.
grondstoffen van de water-
Tegelijkertijd bekijkt Den Haag hoe juridische belem-
schappen willen afnemen,
meringen rondom de terugwinning weggenomen kun-
zijn randvoorwaarden
nen worden en zoekt men actief mee naar oplossingen
voor een geslaagde grond-
voor praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergun-
stoffenfabriek. De grote
ningverlening. Met de investeringen zijn vele tientallen
meerwaarde van de Green
miljoenen euro’s gemoeid. STOWA investeert tegelijkertijd de nodige miljoenen in begeleidend praktijkonderzoek naar terug-
Deal Grondstoffen zit vooral in de versnelling die we hiermee geven aan
wintechnieken en mogelijkheden voor
het concept van de Grondstoffenfabriek. Ik denk
verwerking en vermarkting van grond-
dat we over vier jaar echt een goede inschat-
stoffen.
ting kunnen maken van de potenties, via nader onderzoek en het uitvoeren van demonstratiepro-
De Green Deal Grondstoffen is volgens Cora een logisch vervolg op de Green Deal
jecten. Die kunnen weer een inspiratiebron vormen voor volgende projecten.’
Energiefabrieken die de waterschappen in 2011 met het Rijk sloten. Daarin werd afgesproken om binnen vier jaar
A l g i n a at
twaalf rwzi’s om te bouwen tot grootschalige energie-
STOWA heeft de afgelopen jaren zelf al het nodige onder-
fabrieken, Deze moeten via biogas, groene stroom en duurzame
zoekswerk gedaan op het gebied van het terugwinnen en hergebruiken van grondstoffen uit afvalwater, aldus
warmte netto-energie produ-
Cora Uijterlinde. Het bekendste voorbeeld is fosfaat, dat
ceren in plaats van consu-
kan worden teruggewonnen in de vorm van de meststof
meren. Inmiddels is een
struviet. Op de rwzi’s Amsterdam-West en Echten wordt
tiental energiefabrieken
dit al in de praktijk toegepast. Recenter is het onder-
gerealiseerd.
zoek naar het terugwinnen van cellulose (toiletpapier) uit afvalwater via fijnzeven. Cora: ‘De techniek hiervoor
Ver snelling
Er zijn kortom al de nodige energiefabrieken. De ontwikkeling van grondstoffenfabrieken
gaat al op enkele plekken full scale toegepast worden, maar vooral het vermarkten van de cellulose vormt nog een belangrijke uitdaging.’ STOWA gaf hier eind 2014 een rapport over uit. Verder wordt er momenteel al volop
is nog in een ander stadium, aldus Cora Uijterlinde: ‘Met
onderzoek gedaan naar het terugwinnen van CO2, grond-
grondstoffen zijn we gewoon minder ver dan met ener-
stoffen voor bioplastics uit afvalwater en naar alginaat
gie. Om te beginnen zijn de terugwintechnieken zelf nog
uit korrelslib dat wordt geproduceerd in zogenoemde
volop in ontwikkeling. We moeten in een aantal gevallen
Nereda-installaties. Alginaat is een suikerachtige verbin-
meer kennis opdoen over de technische mogelijkheden
ding die een zeer sterke waterbinding
en over de omstandigheden waarin je terugwintechnie-
kent, vloeistoffen kan verdikken of
ken het best kunt inzetten. Denk aan het type afvalwa-
geleren en een basis voor coatings
ter en het type zuiveringssysteem. Ook moeten we nog
kan vormen. Korrelslib bevat tot
belangrijke vragen beantwoorden over de economische
twintig procent van dit polymeer.
haalbaarheid. Wat kost het terugwinnen? Maar vooral:
Volgens Cora een veelbelovend
wat leveren de teruggewonnen grondstoffen op? Wat zijn
onderzoek, dat daarvoor eind
mogelijke toepassingen van de teruggewonnen grond-
2013 ook de Waterinnovatieprijs
stoffen en wat zijn partijen bereid daarvoor te betalen?
kreeg. ‘Als het een succes wordt, wordt
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
8
Cora Uijterlinde
het Nereda-systeem zelf een nog aantrekkelijker alternatief voor standaard actief-slibsystemen. Er ontstaat niet alleen een waardevolle grondstof, ook de hoeveelheid slib neemt af.’ Tot slot: tijdens de ondertekening van de Green Deal werd een juridische handreiking gepresenteerd met daarin een inventarisatie van mogelijke (juridische) belemmeringen en kansrijke aanpakken, opgesteld in
Op zoek naar De Klimaatactieve Stad
opdracht van de Unie van Waterschappen en STOWA. Belangrijkste conclusie: levering van grondstoffen en
Stefan Kuks van de Unie van Waterschappen heeft eind
energie past binnen de wettelijke taken van de water-
2014 het mission statement gepresenteerd van de Klimaat-
schappen. Er zijn nog wel knelpun-
actieve Stad. KAS is een beweging van waterschappen die
ten. Zo is het belangrijk voor de
zich, samen met gemeenten, actief wil inzetten voor een
afzet dat de zogenoemde afvalsta-
stad die voorbereid is, en inspeelt op klimaatverandering.
tus van groene grondstoffen uit
STOWA is samen met de Unie van Waterschappen één van
afvalwater wordt opgeheven.
de initiatiefnemers van KAS. Het statement is een uitnodiging aan waterschappen om hierover met elkaar in gesprek
Meer we ten?
te gaan.
Hieronder een beknopt overzicht van recente STOWA-publicaties op het gebied van het terug-
Volgens de opstellers van het mission statement is KAS
winnen van grondstoffen. Deze kunt u allemaal als pdf
‘een beweging die een wezenlijke bijdrage wil leveren aan
vinden op stowa.nl | Bibliotheek.
een leefbare stad waarin goed met water en klimaat wordt omgegaan.’ Een stad kortom waar kelders niet onderlopen, de hitte binnen de perken blijft en slimme groene en
STOWA rapport 2014-40
blauwe infrastructuren de stad gezond houden. KAS wil
Juridische handreiking duurzame energie en
dat bereiken door op de effecten van klimaatverandering
grondstoffen waterschappen
te anticiperen, maar ook door actief bij te dragen aan het
STOWA-rapport 2014-21
terugwinnen van grondstoffen en energiebesparing in de
CO2-winning op rwzi’s
waterketen. Dat gebeurt vooral door het ondersteunen
STOWA-rapport 2014-10
van lokale initiatieven. Daarbij wordt zo mogelijk geëx-
Bioplastic uit slib. Verkenning naar PHA-productie uit
perimenteerd met nieuwe bestuurlijke arrangementen en
zuiveringsslib
samenwerkingsvormen tussen betrokken partijen. Er zijn
STOWA werkrapport 2014-W-01
inmiddels al diverse voorbeelden van geslaagde initiatie-
Praktijkresultaten influent fijnzeef rwzi Blaricum
ven, zoals het terugwinnen van grondstoffen en energie
(cellulose)
uit afvalwater, waterberging op (groene) daken en zoge-
STOWA-rapport 2013-33
noemde waterpleinen.
Struvietprecipitatie in combinatie met stikstofwinning en omzetting in een brandstofcel
Het mission statement ‘De Klimaatactieve Stad’ is te
STOWA rapport 2013-31
downloaden vanaf stowa.nl | Bibliotheek | Publicaties.
Verkenning mogelijkheden ‘Grondstof-rwzi’ STOWA rapport 2013-21
M e e d o e n m e t KAS ?
Grondstoffenfabriek. Vezelgrondstof uit zeefgoed
Meld u dan aan bij Cees van Bladeren van de Unie van
(cellulose)
Waterschappen,
[email protected], of Michelle Talsma van STOWA,
[email protected].
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
9
L u d o l p h W e n t h o lt o v e r b e t e r e i n v u l l i n g z o r g p l i c h t p r i m a i r e wat e r k e r i n g e n :
Laat maar zien wat je allemaal doet om je keringen veilig te houden
Ludolph Wentholt
Vanaf 1 januari 2014 toetst de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het ministerie van I&M de zogenoemde zorgplicht voor primaire waterkeringen. Dit moet ertoe leiden dat de uitvoering van de zorgplicht door de waterschappen transparanter en doelmatiger wordt. De Unie van Waterschappen heeft STOWA gevraagd om de waterschappen te helpen de zorgplicht nieuwe stijl vorm te geven.
De zorgplicht houdt kortweg in dat waterkeringbeheer-
Z o r g p l i c h t ‘ n i e u w e s t i j l’
ders de wettelijke taak hebben om hun primaire kerin-
De Unie heeft STOWA gevraagd de waterschappen te hel-
gen aan de vastgestelde veiligheidseisen te laten voldoen
pen de zorgplicht nieuwe stijl vorm te geven. Volgens
en met het oog daarop voor het noodzakelijke preventieve
Ludolph Wentholt, projectcoördinator Waterweren bij
beheer en onderhoud zorgen. In 2014 hebben alle betrok-
STOWA, is ongeveer de helft van de waterschappen daar
ken partijen zich in een aantal regionale bijeenkomsten,
nu actief mee bezig. ‘In feite hebben we het over de ver-
georganiseerd door STOWA, de Unie van Waterschappen
antwoordelijkheid die de waterschappen al eeuwen heb-
en de ILT, een beeld kunnen vormen van alle actuele ont-
ben voor veilige waterkeringen. Beheer en onderhoud
wikkelingen bij waterschappen rondom de zorgplicht.
van die keringen zijn daarbij een kerntaak. Het punt is
Daaruit is al één samenwerkingsverband ontstaan van
dat veel waterschappen de zorgplicht nu vaak impliciet
waterschappen die met elkaar aan de slag gaan met een
vormgeven. Met name de verantwoording over de activi-
veranderingstraject voor de zorgplicht. Verbreding van de
teiten krijgt niet altijd evenveel aandacht, zowel intern als
samenwerking met anderen partijen wordt verkend en
extern. Er zijn waterschappen die bang zijn dat de zorg-
waar mogelijk ten uitvoer gebracht.
plicht vooral een papieren tijger wordt. We zijn, denk ik, al een heel eind als de waterschappen duidelijk beschrijven wat ze doen aan beheer en onderhoud en waarom ze dat doen. We moeten ook inzien dat een betere verantwoording goed is voor het imago van de waterschappen: laat maar zien wat je allemaal doet om je keringen veilig te houden.’ Toe tsingsk ader
Het ministerie van I&M (DGRW) heeft een kader voor de zorgplicht opgesteld met criteria waaraan de beheerders van primaire waterkeringen moeten voldoen. De ILT past dit stringenter toe. De lijn die men daarbij volgt is dat een waterschap de taakinvulling vastlegt in plannen, het bestuur beslist over de invulling van de plannen, het waterschap de plannen vervolgens uitvoert en daaruit leert via monitoring en bijstelling. Kortom: elk waterschap heeft een helder plan, moet regelmatig inspecties uitvoeren en noodzakelijke onderhouds- en herstelmaatregelen plegen. Dit jaar volgt een verbeterslag van het zorgplichtkader op basis van leerervaringen uit diverse pilots.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
10
T wa a l f d e K e n n i s d ag I n s p e c t i e Wat e r k e r i n g e n :
Tijdens het ochtendprogramma komen vertegenwoordigers van
Z o r g p l ic h t. . . L a at u n i e t g e k m a k e n !
waterschappen, Rijkswaterstaat en de ILT aan het woord over de uitvoering van de zorgplicht. Na de lunch passeren in deel-
‘Zorgplicht... Laat u niet gek maken!’ Dit is het motto van de
sessies tal van onderwerpen de revu die betrekking hebben op
twaalfde Kennisdag Inspectie Waterkeringen van STOWA. De dag
het thema. Van beheerissues tot praktische inspectietools. Het
is geheel gewijd aan de wijze waarop waterschappen invulling
belooft een inspirerende dag te worden met volop handvat-
geven aan deze verplichting. De dag vindt plaats op 19 maart
ten om de zorgplicht op een goede manier te verankeren in het
2015. Meer informatie vindt u op stowa.nl | Agenda.
waterkeringbeheer.
Vi s i e d o c u m e n t
het zaak om de invulling van deze agenda zowel inhoude-
Om de waterschappen te helpen bij het vormgeven van de
lijk als procesmatig voor te bereiden en vervolgens in de
zorgplicht heeft STOWA bureau AT Osborne consultants
praktijk te brengen.’
& managers gevraagd een visiedocument op te stellen: ‘Zorgplicht waterkeren bij waterschappen, werken aan
L e r e n va n e l k a a r
anders?’ Kern van van de zorgplicht nieuwe stijl is volgens
Om het leren van elkaar te faciliteren, worden goede
Ludolph Wetholt vooral een scherper bewustzijn voor kos-
voorbeelden en praktische hulpmiddelen gedeeld. Zo
ten, vanwege schaarser wordende middelen. Dat is een
gaat STOWA een digitaal platform inrichten waarmee
collectieve opgave voor alle waterschappen. Maar dat bete-
goede praktijkvoorbeelden kunnen worden uitgewisseld.
kent volgens Ludolph niet automatisch dat er een collec-
Daarnaast is dit jaar veel aandacht voor (inter)bestuur-
tieve aanpak komt. ‘Verregaande uniformering is niet aan
lijke samenwerking. Deze samenwerking wordt gezien als
de orde. Er is wel een gemeenschappelijke ambitie in de
succesfactor voor het toewerken naar een andere invul-
benadering van de zorgplicht. De route nemen we geza-
ling van de zorgplicht. Inmiddels is één concreet samen-
menlijk, maar dat leidt niet per se tot dezelfde aanpak bij
werkingsverband ontstaan om de zorgplicht gezamenlijk
alle waterschappen. De invulling staat vrij.’
vorm te geven. Waterschap Groot Salland, Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap Hollands
Wat e r s c h a p s v e r k i e z i n g e n
Noorderkwartier zijn bezig een gezamenlijk programma
Een goede invulling van de zorgplicht is volgens Wentholt
op te stellen. Kern hiervan is dat de waterschappen voort-
nodig tegen de achtergrond van een aantal belangrijke
durend zichtbaar en aantoonbaar willen maken wat de
ontwikkelingen. Zo komen er nieuwe normen voor over-
veiligheid van hun waterkeringen is en wat het hande-
stromingskansen, de vorm en hoogte van dijken moeten
lingsperspectief is. Dit proces wordt door evaluatie voort-
deels worden aangepast, mede op basis van het Nationaal
durend verbeterd. De ambitie is dat deze invulling van de
Waterplan 2016-2021. De schaalvergroting zet door, en
zorgplicht model wordt voor de ILT.
verdere samenwerking tussen waterschappen zal doorzetten. Ten slotte groeit de mondigheid van de burger,
Peer reviews
onder andere door de social media. Dit voorjaar zijn er
Het idee is om de actuele veiligheid steeds helder te pre-
bovendien verkiezingen voor de waterschapsbesturen.
senteren op basis van beheergegevens, en aantoonbaar
Dit zal naar verwachting leiden tot een verjongingsgolf
te maken hoe het veiligheidsoordeel tot stand is geko-
en afscheid van veel bestuurlijke ervaring. De opstellers
men. Daarvoor worden onder meer alle processen in kaart
van het visiedocument roepen de nieuw te vormen water-
gebracht die betrekking hebben op waterveiligheid. Om
schapsbesturen dan ook nadrukkelijk op een eigen agenda
de processen te borgen willen de betrokkenen waterschap-
te vormen voor de zorgplicht waterkeringen. Wentholt:
pen deze laten certificeren volgens een passend kwali-
‘Ieder waterschap bepaalt natuurlijk zowel bestuurlijk als
teitsmanagementsysteem. Door zogeheten ‘peer reviews’
ambtelijk hiervoor een eigen ambitie en draagt zorg voor
- ofwel collegiale toetsing - wordt het proces van conti-
interne besluitvorming. Voor de ambtelijke organisatie is
nue verbetering geborgd. Een van de concrete zaken die
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
11
V e r v o l g pa g i n a 11
de drie waterschappen oppakken, is het doorontwikkelen
heeft in het boven- en benedenrivierengebied, Hollands
van SUCCESS, een rekeninstrument dat Groot Salland liet
Noorderkwartier waterkeringen langs de kust en het
ontwikkelen om metingen van belasting van een waterke-
merensysteem en Groot Salland in zowel het rivieren- als
ring te vertalen naar een actueel veiligheidsbeeld. Dit had
het merengebied. Daarmee beslaan ze met elkaar het hele
betrekking op de Mastenbroekpolder, maar kan ook in
spectrum aan typen primaire waterkeringen. Wentholt is
andere situaties worden toegepast.
blij met dit initiatief van de drie partijen. ‘Je mag ze toch wel de koplopers noemen waar het gaat om de invulling
Het is niet helemaal toevallig dat de genoemde drie water-
van de zorgplicht. Er is bovendien een flinke groep ‘mee-
schappen elkaar hebben gevonden. Ze werken al samen
kijkers’ die actieve belangstelling heeft voor wat de drie
op het gebied van operationeel beheer en calamitei-
aan het uitwerken zijn. Ik denk dat we in 2015 een flinke
tenzorg. Daar komt bij dat Rivierenland waterkeringen
stap zullen zetten.’
Nieuw instrument vertaalt chemische normoverschrijding naar ecologisch effect Vorig jaar ging het project ‘Ecologische sleutelfactor Toxiciteit: slimme en betrouwbare wateranalyse’ van start. In het
project ontwikkelen STOWA, Ecofide, RIVM, Deltares en Waternet een instrument waarmee waterbeheerders eenvoudig een risicoanalyse kunnen uitvoeren van toxische stoffen voor aquatische ecosystemen. Het instrument biedt een alternatief voor de gangbare (kostbare) monitoring van prioritaire en nieuwe probleemstoffen en combineert bestaande kennis met nieuwe technieken. Een eerste versie van het instrument wordt voor de zomer opgeleverd.
De sleutelfactor Toxiciteit is één van de negen door STOWA ont-
water in dit project direct aan elkaar worden gekoppeld,’ aldus onderzoekscoördinator Bas van der Wal.
wikkelde ecologische sleutelfactoren (ESF’s). Deze sleu-
In het project ontwikkelen de projectpartijen een prak-
telfactoren ondersteunen
tisch instrument waarmee waterbeheerders
waterbeheerders bij het begrij-
eenvoudig een risicoanalyse kunnen
pen van watersystemen, het stel-
uitvoeren van toxische stoffen voor
len van reële doelen en het vaststellen van effectieve maatregelen in
aquatische ecosystemen. Er worden zowel chemische (stoffen) als toxi-
het watersysteembeheer. Het gaat om zaken als externe
cologische (effecten) analyses toe-
en interne nutriëntenbelasting, het lichtklimaat en
gepast. Hiermee worden de met
habitatgeschiktheid. De sleutelfactor Toxiciteit is van
chemische monitoring gevonden
groot belang voor het inschatten van de effecten van
normoverschrijdingen vertaald
stoffen(mengsels) op het watermilieu.
naar verwachte effecten op het aquatisch ecosysteem. Binnen het project is
Gekoppeld
er ook aandacht voor de tegenovergestelde
In alle Nederlandse waterlichamen wordt periodiek de
benadering: verstoring van het ecosysteemfunctioneren,
‘chemische toestand’ bepaald volgens de richtlijnen van
vastgesteld via toxiciteitstesten en/of inventarisaties van
de Kaderrichtlijn Water. Met deze analyses is volgens een
(macrofauna)levensgemeenschapen wordt herleid naar de
grove schatting tussen de 5 en de 10 miljoen euro per
veroorzakende stof of stofgroep.
jaar gemoeid. Het gebeurt vaak dat ten minste één van de gemeten stoffen de (EU-)norm overschrijdt, waardoor
M e e r w e t e n o v e r e c o l o g i s c h e s l e u t e l fac t o r e n ?
het hele waterlichaam negatief scoort. Maar of deze over-
In 2014 verscheen de verhelderende brochure ‘Ecologische
schrijdingen daadwerkelijk leiden tot ecologische schade,
Sleutelfactoren. Begrip van het watersysteem als basis voor
wordt niet vastgesteld. ‘Het bijzondere van dit project
beslissingen’. U vindt deze brochure op onze website stowa.nl |
is dat de chemische en de biologische toestand van een
Bibliotheek.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
12
Waterschoon heeft potentie
In Sneek werd in de nieuwbouwwijk Noorderhoek drie jaar geleden het sanitatiesysteem ‘Waterschoon’ in gebruik genomen. Het systeem is uitgebreid gemonitord en onderzocht, Witteveen+Bos zorgde voor de afstemming van de deelonderzoeken. Dat leverde een schat aan gegevens op over de effectiviteit, het beheer en onderhoud, het gebruik, de energieprestatie en de duurzaamheid.Grote vraag is: hoe vergelijk je de prestaties en gegevens als er geen vergelijkbaar systeem bestaat? Daarover is flink gediscussieerd. Onlangs verscheen het evaluatierapport.
De opzet van ‘Waterschoon’ in Sneek is dat grijs water van douche, wasmachine en keuken apart wordt ingezameld en verwerkt, naast zwart water uit het toilet. Het toiletwater wordt verrijkt met vermalen groenteen fruitafval en in een vergister omgezet in biogas. Dit alles gebeurt in een decentraal nutsgebouw, midden in de wijk. Uit het afvalwater wordt warmte teruggewonnen, maar ook struviet, een kunstmestvervanger. Door het toepassen van vacuümtoiletten wordt veel spoelwater bespaard: van acht liter per traditionele spoelbeurt naar één liter. Uniek projec t
Peter Hermans, projectleider Water bij Witteveen+Bos, is
Peter Hermans
eindverantwoordelijke van het evaluatie-onderzoek naar Waterschoon. ‘Het is een uniek project en er was lef voor
Wat betreft de kosten valt de vergelijking van het hui-
nodig om het op te zetten. De initiatiefnemers verdienen
dige, niet-geoptimaliseerde Waterschoonsysteem met een
hiervoor complimenten. Het project is zó bijzonder, dat je
rwzi niet gunstig uit: dat scheelt een factor zes per aan-
het niet kunt vergelijken met andere sanitatiesystemen.
gesloten inwoner. ‘Maar er zijn potentiële besparingen op
Tegelijkertijd wil iedereen graag weten hoe het systeem
Waterschoon mogelijk door het systeem anders en sober-
presteert.’
der uit te voeren,’ legt Hermans uit. ‘Ook zijn besparin-
Uitgangspunt voor het onderzoek was de maximale zuive-
gen mogelijk met sanitair en voedselvermalers. In poten-
ringscapaciteit van de installatie (1.200 i.e.), afgezet tegen
tie kunnen de kosten dalen tot ongeveer het niveau van
een traditionele rwzi met 100 duizend i.e. ‘De conclusie
een centrale zuiveringsinstallatie.’
is dat Waterschoon zuiveringstechnisch prima werkt. De installatie is ook prima geschikt om energie terug te win-
Hermans’ conclusie is dat Waterschoon veel kansen voor
nen en doet dat ook. Qua energie presteert Waterschoon,
verbetering biedt en vooral bij grotere capaciteit poten-
zoals het nu gebouwd is, minder goed dan de traditionele
tie heeft. ‘We hebben veel van het onderzoek geleerd. Het
rwzi. Maar we hebben berekend dat na verder optimali-
Waterschoonconcept heeft vooral potentie in wijken met
seren en enkele aanpassingen het systeem energie gaat
veel hoogbouw, in situaties met lange persleidingen of
leveren in plaats van energie te vragen.’
afgelegen recreatiegebieden. Het gaat daarbij om maatwerk, want elke uitgangssituatie is anders. Nu er in de
Tr ansportleidingen
wijk Noorderhoek 100 tot 150 woningen worden bijge-
Om de duurzaamheid van Waterschoon te beoordelen
bouwd en de belasting van het systeem verviervoudigt,
is een zogenoemde levenscyclusanalyse (LCA) gedaan.
krijgen we een uitgelezen kans op nader onderzoek. Je
Daarbij scoort de traditionele rwzi nu nog iets beter
kunt de capaciteit en de prestaties meten, het effect van
dan het Sneker decentrale systeem. Hermans: ‘Een van
een ander type gebruikers bekijken en zien hoe de levens-
de bepalende factoren is dat je in de berekening tachtig
duur en de kosten van het beheer en onderhoud zich ont-
Waterschoonsystemen moet afzetten tegen één rwzi met
wikkelen.’
100.000 i.e. Dat betekent een veelheid aan vacuümpompen, schakelkasten en dergelijke. Daar staat tegenover
Meer we ten?
dat je geen kilometers lange transportleidingen meer
Het project waterschoon heeft een eigen website. Ga daarvoor
nodig hebt. De LCA laat zien dat als Waterschoon verder
naar www.waterschoon.nl. Het evaluatierapport ‘Evaluatie
wordt geoptimaliseerd, dit systeem iets beter presteert
nieuwe sanitatie Noorderhoek Sneek’ (STOWA 2014-38) kunt u
dan een rwzi.’
downloaden vanaf stowa.nl | Bibliotheek.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
13
Quaggamossel: vloek of zegen voor oppervlaktewaterkwaliteit?
Het is een onooglijk mosseltje, niet groter dan een centimeter of twee. Desondanks zorgt deze exoot, die in 2006 voor het eerst in Nederland werd gesignaleerd, in korte tijd voor opmerkelijke veranderingen in de wateren waarin hij voorkomt. Het doorzicht neemt spectaculair toe. Hoe komt dat precies, welke gevolgen heeft dat voor onze watersystemen en voor de ecologische doelen die we eraan hebben gesteld? Stéphanie IJff van de masteropleiding Environmental Biology aan de Universiteit Utrecht, deed er in opdracht van STOWA onderzoek naar. Het Volkerak-Zommeer stond nog niet zo lang geleden
Dat zou weer gevolgen kunnen hebben voor bepaalde
bekend als ‘groene soep’. Maar dankzij de quaggamos-
soorten vogels die zich voeden met vis.’
sel, afkomstig uit het ponto-caspische gebied, is het water ineens veel helderder geworden. Ook in het zuidelijk deel
IJff benadrukt dat er op basis van haar onderzoek geen
van het IJsselmeer is het doorzicht enorm toegenomen.
sluitende conclusies te trekken zijn over de uiteindelijke
Volgens IJff is dat te danken aan de enorme filtercapaci-
effecten van de mossel, maar dat het wel sterke aanwij-
teit van de mossel: zo’n liter water per mossel per dag.
zingen geeft voor de richting die het opgaat. ‘In Amerika
De mossel neemt slib en algen uit het water op, filtert de
zijn er al de nodige onderzoeken verricht en daar zijn de
voedingsstoffen eruit en spuugt de restanten als kleine
bewijzen sluitend. Maar er zijn daar wel andere watersys-
klontjes uit. Deze zinken naar de bodem. IJff: ‘Het gevolg
temen onderzocht.’
is dat wateren waarin de mossel voorkomt, geforceerd omslaan van een troebel naar een helder systeem.’
Goed beeld
IJff pleit voor monitoring en nader onderzoek om een Muziek in de oren
goed onderbouwd beeld te krijgen van de uiteindelijke
Helder water, dat klinkt de meeste aquatisch ecologen als
effecten van de mossel. Het gaat om vragen als: waar en in
muziek in de oren. Juist omdat het een belangrijke voor-
welke concentraties komen ze voor? Hoe ontwikkelen de
waarde is voor het realiseren van de KRW-doelen. Helder
populaties zich onder invloed van eventuele natuurlijke
water betekent namelijk betere condities voor water-
vijanden? Wat zijn precies de effecten? ‘Ik denk dat water-
planten, en daarmee samenhangend de komst van een
beheerders zich niet direct rijk moeten rekenen als het
minder door Brasem gedomineerde, meer gevarieerde
gaat om het halen van ecologische doelen, maar geduld
visstand en meer kleine ongewervelde dieren (macro-
moeten hebben om te bezien welke effecten de mossel op
fauna). Maar zo simpel ligt het niet, aldus IJff. ‘De mos-
de lange termijn heeft. Ze moeten vooral doorgaan met de
sel grijpt in op het doorzicht, zonder dat de veroorzaker
het aanpakken van de belangrijkste veroorzaker van troe-
van troebel water - grote nutriëntenbelasting - wordt aan-
bel water, de nutriëntenbelasting.’
gepakt. Het gevolg is helder, maar voedselrijk water. We zien nu al, bijvoorbeeld in het Eemmeer, dat dat leidt tot
De mossel wordt nu onder gecontroleerde condities als
een enorme explosie van waterplanten. Daar moet je als
‘maatregel’ ingezet, bijvoorbeeld in afgesloten stadsvijvers
waterbeheerder wat mee om overlast voor recreanten te
waar sprake is van blauwalgenbloei. Het wijst erop dat dat
voorkomen. Omdat er minder algen in het water zitten, is
werkt, aldus de onderzoeker. Maar ze bewust overal uit-
er bovendien minder voedsel voor het zoöplankton. Dat
zetten, lijkt IJff veel te voorbarig. Want dan haal je wel-
lijkt te zorgen voor een afname van de totale visstand.
licht het Paard van Troje binnen in je watersystemen.
K e n n i s d ag Q uag g a m o s s e l e n
Op 23 april organiseren het Hoogheemraadschap van Rijnland, de Werkgroep Ecologisch Waterbeheer en STOWA een informatiebijeenkomst over de quaggamossel. Meer informatie op stowa.nl | Agenda. Het onderzoeksrapport van Stephanie IJff is te downloaden vanaf stowa.nl.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
14
Microverontreinigingen in het water: hoe gevaarlijk zijn ze?
Onlangs verscheen een belangwekkend STOWA-rapport over medicijnresten en andere microverontreinigingen in het water. Het rapport gaat onder meer in op aangetroffen stoffen en concentraties, de (mogelijke) effecten op mens en dier en op maatregelen om de emissies naar het watermilieu terug te dringen. Ook komen kort de beleidsontwikkelingen rond dit onderwerp aan bod. Tegelijkertijd met het rapport verscheen een overzichtelijke brochure.
De term microverontreinigingen (ook wel aangeduid als ‘nieuwe stoffen’) is een verzamelnaam voor een grote groep stoffen met verschillende toepassingen en uiteenlopende chemische eigenschappen. De bekendste daarvan zijn geneesmiddelen, hormonen en bestrijdingsmiddelen. Ze komen in het watermilieu terecht bij productieprocessen, via urine en feces van mens en dier, en bij het spuiten van bestrijdingsmiddelen. Ook komen ze vrij bij het gebruik van persoonlijke verzorgingsmiddelen of andere consumentenproducten. Rwzi’s
Veel microverontreinigingen komen via het afvalwater op rwzi’s. Hier wordt een deel van de stoffen verwijderd.
Op vrijdag 23 januari jl. ontvingen Unievoorzitter Peter Glas (m.)
Wat niet wordt verwijderd, wordt met het effluent op het
en Hennie Roorda (r.), voorzitter van de bestuurlijke Uniecommissie
oppervlaktewater geloosd. Rwzi’s vormen daarmee een
‘Waterketens en emissies’ het rapport uit handen van STOWA-directeur
belangrijke route naar het oppervlaktewater, maar zeker
Joost Buntsma.
niet de enige. Microverontreinigingen verspreiden zich ook via uit- of afspoeling van de bodem. Ze komen vanuit
Hotspots
het buitenland met de grote rivieren mee en ze versprei-
Er is momenteel veel discussie over de vraag waar je
den zich via de lucht.
maatregelen vanuit het oogpunt van kosteneffectiviteit het best kunt nemen. Een belangrijk hulpmiddel bij het
Effec ten
beantwoorden van die vraag, is volgens de onderzoekers
De concentraties van de aangetroffen stoffen in afval-
een analyse van de hotspots van de emissie naar het opper-
water, oppervlaktewater, grondwater en drinkwater
vlaktewater. Het betreft die plekken waar de emissie zich
zijn meestal laag. Ze liggen in de orde van nanogram-
vooral voordoet en waar je door maatregelen de meeste
men tot microgrammen per liter. Effecten voor de mens
reductiewinst kunt boeken. Voor humane geneesmidde-
(via drinkwater) zijn daarmee op dit moment onwaar-
len wordt een methodiek voor een hotspotanalyse uitge-
schijnlijk. Maar de mogelijke effecten voor waterorganis-
werkt.
men moeten wel serieus genomen worden. Juist omdat deze organismen vaak langdurig aan een cocktail van
Tot slot: De Unie van Waterschappen en de Vewin heb-
microverontreinigingen worden blootgesteld. STOWA
ben in het najaar van 2014 het ‘Plan van aanpak genees-
onderzoekt samen met RIVM, Deltares, Waternet en
middelen in de waterketen’ opgesteld en aangeboden aan
Ecofide hoe de effecten in het veld het best gedetecteerd
de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu. Hierin
kunnen worden en hoe die herleid kunnen worden naar
wordt ingezet op drie sporen: 1) probleemanalyse (hoe erg
de veroorzakende stof.
is het?), 2) bronaanpak (hoe kunnen we voorkomen dat de stoffen in de waterketen komen?) en 3) ketenaanpak
M a at r e g e l e n
(waar kunnen maatregelen het best genomen worden?).
Er zijn volgens het rapport verschillende mogelijkheden
Al deze drie sporen zouden tegelijkertijd aangepakt moe-
voor emissiereductie van microverontreinigingen. Aan
ten worden. STOWA was ook betrokken bij het opstellen
de bron zelf, via technische maatregelen op rwzi’s en bij
van dit plan. Het rapport (STOWA 2014-45) en de brochure
drinkwaterbereiding, of door bepaalde geconcentreerde
(STOWA 2014-44) kunt u downloaden vanaf onze website.
deelstromen apart te behandelen.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
15
OWA ter infootjes STOWA ter infootjes STOWA ter infootjes STOwa Wat e r k e r i n g b e h e e r d e r s
een gezamenlijke ‘Waterwijzer
k r i j g e n h u l p bi j v e r s n e l l e n
Natuur’? En hoe moet die eruit zien?
k ade verbe teringen
Deze vragen kwamen aan bod tijdens
In de praktijk blijkt dat het tempo
een speciale workshop, op woensdag-
waarin waterschappen kadeverbeterin-
middag 10 december 2014 in
gen weten te realiseren, vaak achter-
Amersfoort, georganiseerd door
blijft bij de planning. STOWA heeft met
STOWA. Eén ding werd duidelijk: er is
het oog hierop acht kadeverbeterings-
warmer worden dan op het platte-
veel behoefte aan zo’n integraal
projecten laten onderzoeken.
land . De neerslag steeg in diezelfde
instrument. STOWA en het ministerie
periode met maar liefst 20 procent en
van EZ gaan de komende periode
Binnen elke casus is gezocht naar de
valt steeds vaker in pieken. Door de
samen met de provincies bekijken
‘versnellers’ en de ‘vertragers’ in het
toenemende verstedelijking kan dit
hoe ze dit verder vorm gaan geven.
proces. Op basis hiervan is een aan-
water steeds moeilijker worden afge-
Een compleet verslag van de dag
pak beschreven die benut kan wor-
voerd.
vindt u in het Agenda archief op
den voor het versneld ophogen van
De boodschap van de app is simpel:
stowa.nl. Kijk bij 10 december 2014.
regionale keringen, inclusief een set
iedereen met een huis met eigen dak,
praktische handvatten om belemme-
balkon of tuin kan zelf iets doen om
Wat z i t e r i n o n s a f va lwat e r ?
ringen weg te nemen. U leest het alle-
de effecten van klimaatverandering
Wat s o n w e e t h e t
maal in het STOWA-rapport 2014-37
tegen te gaan. De app laat zien hoe
Waterbeheerders verzamelen al lange
‘Versneld ophogen regionale kerin-
klimaatbestendig huis en tuin van de
tijd gegevens over medicijnresten, hor-
gen’, op stowa.nl | Bibliotheek.
gebruikers nu zijn en hoe dit eenvou-
monen en andere ‘microverontreinigin-
dig verbeterd kan worden. Bijvoor-
gen’ in hun afvalwater. Deze worden
beeld door stoeptegels uit de tuin te
gebundeld en ontsloten in de Watson
vervangen door groen, of door isole-
database. Hierdoor kunnen de meet-
rende begroeiing op een plat dak te
data optimaal benut worden.
planten. De app is gratis te downloaden vanuit de Itunes App store of Google Play. Meer informatie vindt u op HuisjeBoompjeBeter.nl. V e e l b e h o e f t e a a n k l i m a atrobuus te voor spelling effec ten W o o n o m g e v i n g k l i m a at-
wat e r m a at r e g e l e n o p n at u u r
De database bevat een schat aan
b e s t e n d ig m a k e n m e t d e H u i s j e
Welke instrumenten hebben water-
informatie over de concentraties
Boompje Be ter app
en terreinbeheerders tot hun beschik-
microverontreinigingen in het inko-
Enige tijd geleden werd de Huisje
king om de effecten van maatregelen
mende en gezuiverde afvalwater. Hij
Boompje Beter App gelanceerd. Deze
op (droge) natuur te bepalen, ook bij
is nu als webapplicatie te raadplegen,
mede door STOWA gefinancierde en
het veranderende klimaat? Moeten
zodat gebruikers nog meer informa-
ontwikkelde app laat zien wat inwoners
we die instrumenten integreren tot
tie uit de gegevens kunnen halen. In
kunnen doen om hun directe woonom-
een begeleidende brochure worden de
geving aan te passen aan het verande-
database, de webapplicatie en de toe-
rende klimaat.
passing ervan uitgebreid toegelicht. Aan de hand van een aantal voorbeel-
De gemiddelde temperatuur in
den krijgt u inzicht in de uitgebreide
Nederland steeg de afgelopen eeuw
toepassingsmogelijkheden.
met 1.7°Celsius. Dat lijkt niet veel, maar in de steden kan het vanwege
De webapplicatie en de brochure zijn
de bebouwing op hete dagen wel 10°C
te vinden op emissieregistratie.nl.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
16
Vers van de STOWA-pers
a ter infootjes STOWA ter infootjes STOwa ter infootjes STOWA Hieronder treft u een overzicht aan van recent verschenen STOWA-publicaties. De publicaties zijn te bestellen via onze website www.stowa.nl, onder de knop Bibliotheek. U kunt de publicaties ook als pdf downloaden.
Ti t e l N u m m e r
ISBN
Kansen voor MLV
2015-03
978.90.5773.681.0
25
3
Versnel beekherstel! Natuurlijk aan de slag
2014-49
978.90.5773.675.9
-
DAF als voorbehandeling van communaal afvalwater
2014-47
978.90.5773.679.7
25
Minder hard. Meer profijt
2014-46
978.90.5773.663.6
25
Microverontreinigingen in het water. Een overzicht
2014-45
978.90.5773.657.5
25
Geneesmiddelen, hormoonverstoorders en andere vreemde stoffen in het water 2014-44
978.90.5773.683.4
-
978.90.5773.650.6
25
Fresh Water Options Optimizer, methode voor het selecteren van lokale zoetwateroplossingen en het afwegen van hun effecten
2014-43
Overzicht toepassingsmogelijkheden van passive sampling
2014-42
978.90.5773.643.8
25
Feitenonderzoek mechanische riolering
2014-41
978.90.7364.547.9
25
Juridische handreiking duurzame energie en grondstoffen waterschappen
2014-40
978.90.5773.670.4
25
Evaluatie nieuwe sanitatie Noorderhoek Sneek
2014-38
978.90.5773.656.8
25
2014-37
978.90.5773.666.7
Versneld ophogen regionale keringen. Handreiking vanuit en voor de praktijk, deel 1 Quickscan innovatiemogelijkheden waterkeringen in de Waterwet
2014-36
978.90.5773.647.6
25
Perspectieven en knelpunten van zuiveringsslib voor bodemkundig gebruik
2014-35
978.90.5773.644.5
25
Naar meer doelmatigheid bij IBA-systemen
2014-34
978.90.5773.667.4
25
Assetmanagement en stedelijk waterbeheer
2014-33
978.90.7364.546.2
25
Wat zit er in ons afvalwater? Watson geeft het antwoord!
2014-32
978.90.5773.645.2
-
Proeftuin maatschappelijke kosten-batenanalyse. Onderzoek van toepasbaarheid en nut voor risicogestuurd rioleringsbeheer
2014-31
978.90.73645.45.5
25
Het onderste boven. De waterbodem in ecologisch perspectief
2014-30
978.90.5773.655.0
25
waterbeheerders daarmee kunnen
2014-29
978.90.5773.659.9
25
Water in de openbare ruimte heeft risico’s voor de gezondheid
2014-28
978.90.7364.544.8
25
Eureka! En nu verder. Resultaten van klimaatonderzoek en wat
Het denkstappenmodel. Handreiking voor de aanpak van vraagstukken over stedelijk water
2014-27
978.90.5773.653.7
25
Sloten. Ecologisch functioneren en beheer
2014-26
978.90.5011.509.4
29,95
2014-25
978.90.5011.487.5
52,95
2014-24
978.90.5773.641.4
-
Aquatische Ecologie. Functioneren en beheren van zoete en brakke aquatische ecosystemen Eenvoud in samenhang. Het verbinden van waterbeheer en systeemecologie voor duurzaam oppervlaktewaterherstel
WERKRAPPORTEN
De guaggamossel in Nederland, een vloek of een zegen?
2014-W-04
pdf
Verkenning van de haalbaarheid van slibverwerking met microschaaldieren
2014-W-03
25
2014-W-02
pdf
Ervaringen met de toegepaste technologie op de demo-site Lemmerweg-Oost in Sneek P u b l ic at i e s u i t g e l i c h t :
2015-03, Kansen voor MLV In dit rapport is een methodiek uitgewerkt voor het toepassen van meerlaagsveiligheid. Hierbij worden locaties geïdentificeerd waar het, door het treffen van maatregelen in de ruimtelijke inrichting of de rampenbestrijding, mogelijk is om een minder strenge eis aan de waterkering te stellen en toch te voldoen aan de basisveiligheidseis voor alle inwoners.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
17
V e r v o l g pag i n a 17 v e r s va n d e S T O WA - PERS
2014-47, DAF als voorbehandeling van communaal afvalwater Dit rapport bevat de resultaten van een pilotonderzoek op rwzi Lienden naar de technische en economische haalbaarheid van Dissolved Air Flotation (DAF), een voorbehandelingstechniek waarmee via minuscule luchtbelletjes zwevende stof uit afvalwater gehaald kan worden. 2014-46, Minder hard. Meer profijt Het grootste deel van Nederland krijgt ‘gemiddeld hard’ of ‘hard’ drinkwater. Drinkwater verder ontharden kost geld, maar heeft ook voordelen: meer comfort, lager energie- en wasmiddelengebruik voor de consument, én lagere afvalwaterzuiveringskosten voor het waterschap. De baten lijken bovendien al snel hoger dan de kosten. Dat blijkt uit het rapport ‘Minder Hard. Meer Profijt’ van STOWA, drinkwaterbedrijf PWN en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. 2014-41, Feitenonderzoek mechanische riolering In het buitengebied is eind vorige eeuw op veel plekken mechanische riolering aangelegd, zoals drukriolering en vacuümriolering. De vraag is hoe gemeenten en waterschappen deze infrastructuur zo (kosten)effectief mogelijk kunnen beheren en wat een goede aanpak is bij vervanging van bestaande systemen. Dit rapport bevat feiten over de techniek, uitgaven en de kosten van mechanische riolering in twaalf gemeenten en bij twee onderhoudsbedrijven. 2014-40, Juridische handreiking duurzame energie en grondstoffen waterschappen Deze handreiking beschrijft onder welke juridische randvoorwaarden waterschappen energie en grondstoffen op de markt kunnen zetten. Belangrijkste conclusie luidt dat de levering van grondstoffen en energie past binnen de wettelijke taken van de waterschappen. Er zijn wel enkele knelpunten. Zo is het belangrijk voor de afzet dat de zogenoemde afvalstatus van groene grondstoffen uit afvalwater wordt opgeheven. 2014-38, Evaluatie nieuwe sanitatie Noorderhoek Sneek In de wijk Noorderhoek in Sneek is een innovatief concept voor de inzameling, transport en verwerking van afvalwater en groente- en fruitafval (GF) in bedrijf genomen. Gedurende 2,5 jaar is het project gemonitord, om een goede basis te creëren voor een brede evaluatie van het concept. In dit rapport treft u de resultaten aan van dit onderzoek. 2014-36, Quickscan innovatiemogelijkheden waterkeringen in de Waterwet Deze quickscan brengt in beeld wat de kansen en belemmeringen in de Waterwet en bijbehorende uitvoeringsregelingen zijn voor het toepassen van innovaties bij het versterken van (afgekeurde) waterkeringen. Bijvoorbeeld ten aanzien van piping. 2014-35, Perspectieven en knelpunten van zuiveringsslib voor bodemkundig gebruik Het terugwinnen en hergebruiken van (secundaire) grondstoffen uit rioolwaterzuiveringsslib biedt technologisch steeds meer mogelijkheden. Tegelijkertijd zijn er juridische belemmeringen, zowel op nationaal als Europees niveau. In deze verkenning zijn de mogelijkheden onderzocht om op nationale schaal tot een herintroductie van zuiveringsslib als meststof of bodemverbeteraar te komen. 2014-34, Naar meer doelmatigheid bij IBA-systemen Dit rapport bundelt de ervaringen met IBA’s en ontwikkelingen in het IBA-beheer van de afgelopen jaren. Hiermee krijgen waterschappen en gemeenten een overzicht voor een zo goed mogelijk gebruik van de bestaande voorzieningen. De kosten en baten van het beheer van de 21.500 IBA’s in Nederland kunnen met de praktijkresultaten uit dit rapport worden vergeleken. Door het uitwerken van concrete scenario’s kan een doelmatige aanpak worden bepaald. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden om systemen zo goed mogelijk te laten werken bij een vastgesteld maximum beheerbudget.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
18
2014-33, Assetmanagement en stedelijk waterbeheer Het toepassen van assetmanagement biedt kansen voor meer doelmatigheid in het stedelijk waterbeheer. Deze publicatie schetst de hoofdlijnen voor deze nieuwe manier van denken. STOWA en Stichting RIONED ondersteunen de implementatie verder met proeftuinen en mede daarop gebaseerde handreikingen. 2014-31, Proeftuin maatschappelijke kosten- en batenanalyse. Onderzoek van toepasbaarheid en nut voor risicogestuurd rioleringsbeheer Dit rapport bevat de resultaten van een proeftuin maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) rioleringsbeheer. Hierin is onderzocht of rioleringsbeheerders via een relatief eenvoudige MKBA risicogestuurd rioleringsbeheer kunnen gaan invoeren. Een MKBA houdt rekening met alle relevante kosten van beleidskeuzes. Voor het rioleringsbeheer kan een MKBA de kosten van de maatschappelijke gevolgen van verschillende varianten van rioleringsbeheer in beeld brengen. 2014-30, Het onderste boven. De waterbodem in ecologisch perspectief Dit boekje werpt meer licht op waterbodemproccessen en de invloed van de waterbodem op de ecologische kwaliteit van het gehele watersysteem. Daarmee draagt het bij aan een juiste keuze van ecologische herstelmaatregelen, aan het vergroten van de effectiviteit van maatregelen, en aan het vergroten van de doelmatigheid van het waterbeheer. 2014-29, Eureka! En nu verder. Resultaten van klimaatonderzoek en wat waterbeheerders daarmee kunnen In de aanloop naar de Deltabeslissingen hebben STOWA (Deltaproof) en Kennis voor Klimaat veel gezamenlijk onderzoek gedaan naar praktisch toepasbare oplossingen om ons aan de effecten van klimaatverandering aan te passen. In een gezamenlijk rapport ‘Eureka! En nu verder’ wordt een aantal van deze oplossingen en de bijbehorende handelingsperspectieven voor waterbeheerders uitgebreid toegelicht. 2014-28, Water in de openbare ruimte heeft risico’s voor de gezondheid Water op straat, zoals door regenwateroverlast, maar ook het water in bedriegertjes of van fonteinen is niet van dezelfde kwaliteit als zwemwater. Hierdoor kunnen kinderen die in dit water spelen, ziek worden. Met eenvoudige maatregelen is dit te voorkomen. Dat blijkt uit het mede door STOWA en RIONED financieel ondersteunde promotieonderzoek van Heleen de Man van de Universiteit Utrecht. 2014-27, Het denkstappenmodel. Handreiking voor de aanpak van vraagstukken over stedelijk water STOWA en Stichting RIONED hebben een denkstappenmodel ontwikkeld dat gemeenten en waterschappen helpt doelen en effecten centraal te stellen bij het nemen van maatregelen voor het optimaliseren van het stedelijk waterbeheer, niet de te plegen inspanning om te voldoen aan vastgelegde normen. Bijvoorbeeld de basisinspanning om het aantal riooloverstortingen te verminderen. 2014-26, Sloten. Ecologisch functioneren en beheren Dit boek vertelt alles over de geschiedenis, maar ook over het (ecologisch) functioneren van een typisch Nederlands, uniek watertype: de poldersloot. De uitgave, mede mogelijk gemaakt door STOWA, is een onmisbare informatiebron voor (water) beheerders en beleidsmakers, biologen, studenten en liefhebbers van natuur en landschap. 2014-25, Aquatische Ecologie. Functioneren en beheren van zoete en brakke aquatische ecosystemen Het beheer van zoet- en brakwatersystemen vereist de nodige achtergrondkennis. Die kennis is nu bijeengebracht in een nieuw standaardwerk. Het boek, uitgegeven door KNNV uitgeverij en geschreven in opdracht van STOWA, geeft een grondig, actueel overzicht van het functioneren en beheren van zoete en brakke aquatische ecosystemen.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
19
[email protected] www.stowa.nl TEL 033 460 32 00
Stationsplein 89
POSTBUS 2180 3800 CD AMERSFOORT
COLOFON Activiteiten voorjaar 2015
Deze nieuwsbrief informeert u over het beleid en de kennisprojecten van de Stichting Toegepast Onderzoek
21 a p r i l , S ta r t c o n f e r e n t i e N at i o n a a l K e n n i s - e n
Waterbeheer (STOWA). Deze nieuwsbrief
i n n o vat i e p r o g r a m m a Wat e r e n K l i m a at
verschijnt viermaal per jaar.
Op 21 april organiseren Rijkswaterstaat en STOWA gezamenlijk de start-
Voor algemene informatie kunt u contact
conferentie van het meerjarige Nationaal Kennis- en innovatiepro-
opnemen met het STOWA-secretariaat.
gramma Water en Klimaat (NKWK). Binnen dit programma bundelen
Adreswijzigingen, aan- en afmeldigen kunt
het bedrijfsleven, overheden en kennisinstellingen hun kennis- en inno-
doorvoeren in uw eigen stowa-account, of
vatievermogen om Nederland de komende eeuw waterrobuust en
mailen naar
[email protected].
klimaatbestendig te maken. Tek s ten
Het doel van deze startconferentie is samen met u te onderzoeken wat
Eric Boekel en Bert-Jan van Weeren,
de mogelijkheden zijn voor samenwerking. De focus ligt daarbij op de
Deventer
thema’s waterveiligheid, zoetwatervoorziening, zee- en kustbeleid en ruimtelijke adaptatie. Vanaf half maart kunt u zich via onze site aan-
Ei n d r e d a c t i e
melden voor de startconferentie. Noteer deze dag alvast in uw agenda!
Joost Buntsma en Bert-Jan van Weeren
2 3 a p r i l , E x c u r s i e D e lta p l a n V l a a n d e r e n
Fotogr afie
De Kalkense Meersen in Vlaanderen is een cluster van getijdengebieden
ANP/George Mollering 4| Martijn Bronswijk
langs de Schelde, die recentelijk zijn heringericht op basis van het zoge-
6 | 7| 13| Casper Cammeraat 3| 15| Jaap
noemde SigmaPlan. In dit Vlaamse Deltaplan worden waterveiligheid,
Spieker 1| Thinkstock 8| 9| 10| 11| 12| 16| 20|
natuur en recreatief gebruik in combinatie met elkaar gerealiseerd. Op
Vildaphoto 2|
donderdag 23 april organiseren STOWA en Rijkswaterstaat een excursie naar de Kalkense Meersen.
Vormge ving
Studio B, Nieuwkoop Tijdens de dag ziet u praktijkvoorbeelden van een gecontroleerd en gereduceerd getij bij gebiedsinrichting, een drijvende waterkering, een
Druk
ingerichte ‘atolzone’, ontpoldering, wetlands en getijdennatuur. De
Drukkerij Uleman-de Residentie, Zoetermeer
excursie wordt deskundig begeleid door vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid (afdeling Waterwegen en Zeekanalen), het Agentschap
issn-nummer
Bos en Natuur en het Waterloopkundig Laboratorium.
0929-6220
Voor meer informatie over deze agenda items verwijzen we u graag naar onze website stowa.nl | Agenda.
S TOWA TER INF O / 59
PAG I N A
22 20