ROEIEN
ARZV BIJ DE
De gids van de Alkmaarse roeivereniging
INTERVIEWS MET ENKELE VRIJWILLIGERS De roeivereniging ARZV is een vereniging van alle leeftijdsgroepen. Zij richt zich zowel op het recreatieve roeien als op het wedstrijdroeien. Naast het roeien organiseert de vereniging regelmatig diverse evenementen om het verenigingsgevoel te versterken. De vereniging drijft op de zelfwerkzaamheid van de leden: door inzet van de leden wordt een zo goed mogelijk pakket aan faciliteiten geboden, tegen een verantwoorde contributie. Wie zijn dan die vrijwilligers en wat doen ze zoal? Op de volgende bladzijden komen ze uitgebreid aan het woord. Daarnaast hebben we om de vereniging verder te presenteren ook een coach, een wedstrijdroeier en een jeugdlid geïnterviewd.
INHOUD
Instructie als basis voor het roeien Jos Boom (Instructiecommissie)
Samen hebben we ruim 100 jaar roei ervaring! Mark Warmer (Afroeicommissie)
De eeuwige liefde voor het materiaal
Jaap van der Heide, Rients Miedema, Jan Hammer en Louis van Vuuren (Materiaalcommissie)
Soms staan we urenlang in de keuken! Janneke Blackstone (Evenementencommissie)
Akersloot-Alkmaar race Gabriëlle Albers (AA-commissie)
Die natuur kan zo verschrikkelijk mooi zijn… Remco van der Kooij (Marathoncommissie)
Een mooie terrein is het visitekaartje van onze vereniging Willem Kuiper, Rien Vos, Hans van den Berg en Joop Klaassen (Tuincommissie)
Ik zeg niet: Je rijdt te vroeg op, maar: je kunt ook later oprijden Jan Hendriks (Coach)
Mijn specialiteit was de tegenstander geduldig te slopen Walter Braak (Wedstrijdroeier)
Een kijk op het jeugdroeien... Eline Warmer (Jeugdroeister)
“Dit geeft een goede structuur aan je leven”! Adri Appel en Cathrien Rijpkema (Midweekroeisters)
Jippe was niet meer weg te slaan! Anneloes Russell (Jeugd en Junioren commissie)
Instructie als basis voor het roeien We praten met Jos Boom, de voorzitter van de Instructie Commissie, waarin verder zitten Jan Hendriks en Jos Kunst. Over het belang van een goede instructie en wat te doen na de instructieperiode. Maar ook over het plezier van het roeien als welkome afwisseling van je dagelijkse werk. Wat doet jullie commissie? We organiseren ieder jaar een beginners instructieperiode voor potentiële nieuwe leden. Het begin van die periode is begin april (dit jaar op 3 april 2010) en dat loopt dan door tot eind juni. Iedere week wordt twee keer instructie gegeven gedurende ongeveer 1,5 uur in een C-4+ of een C-2+. Hierbij ligt de nadruk op het leren van een goede roeihaal en het goed omgaan met de (kostbare) boten. Indien daar belangstelling voor is wordt zo’n instructieperiode herhaald na de zomer in september. Geven jullie zelf die instructie? Nee, die wordt gegeven door een groot aantal instructeurs. Dat zijn leden van de roeivereniging zelf, die zich belangeloos als vrijwilliger inzetten voor die instructie. Jos heeft momenteel een team van ongeveer 12 instructeurs, maar er zijn continu nieuwe instructeurs nodig, want niet iedereen wil jaar in jaar uit opnieuw beginners instructie geven. De commissie organiseert de instructieperiode en stelt het lesrooster op. Verder worden er cursussen gegeven voor die instructeurs. Hiervoor komt een ervaren kracht van de roeibond naar Alkmaar en die laat aan de hand van video’s en ander lesmateriaal in drie lesavonden zien wat de ideale roeihaal is en hoe die het beste kan worden overgebracht op beginnende roeiers. Overigens moet Jos bekennen, dat hij zelf ook wel instructie geeft. Hij vindt dat leuk werk en zegt ook: “Er schuilt toch iets van een docent in mij”.
Is jullie werk afgelopen na de instructieperiode van drie maanden? Nee zeker niet. De overgang van instructie via het afroeien naar het zelfstandig roeien is van cruciaal belang en daarom wil de commissie daar ook aandacht aan geven. Als vervolg instructie wordt direct het roeien in een éénmans boot als de C1 aangeboden. Na het behalen van die permissie kan men geheel zelfstandig alleen gaan roeien. `Daarnaast wordt aan talentvolle ploegen de mogelijkheid geboden door te gaan als wedstrijdploeg en bestaat er een goede samenwerking met de wedstrijd coaches. Het vormen van een ploegje na de instructieperiode is van het grootste belang. Als voorbeeld noemt Jos het feit, dat hij na zijn instructieperiode (dat was overigens 10 jaar geleden) een team heeft gevormd met zijn toenmalige instructeurs en daar nu nog regelmatig mee roeit. Hoe bewaken jullie de kwaliteit van de instructie? Dat gebeurd vooral aan de hand van de feedback van de cursisten zelf. Die krijgen twee keer per week instructie van twee verschillende instructeurs. Wanneer cursisten gaan klagen over verschillende en tegenstrijdige instructies, dan moet er ingegrepen worden. Overigens komt dat vrijwel nooit voor. De commissie zorgt voor een goede opleiding van de instructeurs. Men krijgt een instructieboek met een uitleg over de basistheorie en praktijk voorbeelden hoe dit over te brengen op de cursisten. Er zijn instructievideo’s, waarin wordt aangegeven welke fouten men kan maken met het roeien. Het onderkennen en het corrigeren van die fouten is erg belangrijk, omdat niet opgemerkte fouten in de roeihaal in een latere periode er niet of nauwelijks uit te halen zijn. Het is dan een (slechte) gewoonte geworden. Waarom kiezen jullie voor een C4 of C2 voor de instructie? Waarom niet gelijk in de skiff? Dat zou een enorme zwempartij worden. Beginners moeten eerst de ideale roeihaal leren en dat gaat het beste in een wat stabiele boot. Aan de andere kant wordt ook niet gestart in een wherry, zoals vroeger bij de roei instructie het geval was. In een wherry is weer te weinig gevoel voor instabiliteit. De C4 en C2 boten geven het juiste gevoel van instabiliteit, waardoor het houden van balans gedurende het roeien belangrijk wordt en daarnaast zijn ze stabieler dan een boottype als de skiff. Tenslotte iets over jezelf en wat zijn je wensen voor de toekomst? Jos is nu 10 jaar lid van de roeivereniging en roeit iedere zaterdag ongeveer 1,5 uur. Met zijn vaste ploegje neemt hij ook deel aan wedstrijden en hij heeft al twee maal de 11-steden tocht in Friesland geroeid, een uitputtende wedstrijd in estafette vorm waarbij ook ‘s nachts geroeid wordt. Hij houdt van roeien en ziet dat als een welkome afwisseling van zijn dagelijkse drukke werkzaamheden. Het organiseren van de roei instructie binnen de vereniging doet hij graag en hij is er trots op dat die instructie goed geregeld is. Dit dankzij het team van gemotiveerde vrijwilligers als instructeurs. Als wens voor de toekomst hoopt hij op vele nieuwe aspirant leden, die dan kunnen deelnemen aan een uitstekende instructie periode. Verder hoopt hij op interesse van de bestaande leden van de roeivereniging om ook eens instructie te geven. Hij heeft voortdurend nieuwe instructeurs nodig en die kunnen zich bij hem aanmelden.
Samen hebben we ruim 100 jaar roei ervaring! We praten met Mark Warmer, voorzitter van de afroei commissie. Hij is al ruim 30 jaar lid van de roeivereniging, waarvan nu al 25 jaar lid van de afroei commissie. Als iemand dus moet weten wat die commissie inhoudt, dan is hij het wel. Wat doet de afroei commissie? Wij nemen minimaal drie maal per jaar de roeiproeven af waardoor leden roei- en stuurpermissies kunnen krijgen. Met die permissies kunnen zij vervolgens zelfstandig gaan roeien in het boottype waarvoor ze die permissie hebben gekregen. Elke roeiproef bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Bij het praktische gedeelte, het eigenlijke laten zien dat je kunt roeien, zijn altijd minimaal twee beoordelaars van de afroei commissie aanwezig. Eind juni is meestal het afroeien voor de eerste permissies voor het scul roeien en het sturen, direct na de beginners instructie. Verder komen we in actie op afroep, zodra een instructeur denkt dat een roeier klaar is om af te roeien. Waarom moet ieder roeilid afroeien en permissies halen? Roeiproeven zijn noodzakelijk om een aantal redenen, waarvan de belangrijkste zijn: • het voorkomen van ongelukken • het voorkomen van blessures • het voorkomen van schade aan het kostbare roeimaterieel • het mogelijk te maken dat de roeisport optimaal beleeft wordt.
Roeien is een technisch moeilijke sport, die een zekere coördinatie van de beweging nodig maakt. Hoewel roeien geen contact sport is, zoals voetballen en hockey, is er toch kans op blessures van bijvoorbeeld rug, benen of armen als men de roeibeweging niet goed uitvoert. Verder is het doel van de roeiproeven om het technisch roeiniveau van de vereniging op peil te houden en wellicht te verhogen. Dat klinkt nogal ingewikkeld. Kan een ieder wel roeien leren? Ja zeker, iedereen kan het roeien leren. Het afroeien is eigenlijk het eindstation van de instructie periode. De beginners instructie duurt drie maanden, waarna afgeroeid kan worden voor de eerste permissies. De meeste roeiers slagen dan wel voor hun roeiproef. Mocht er iemand niet voor de roeiproef slagen, wat een enkele keer voorkomt, dan zal in overleg met de betreffende instructeur een vervolg oefenprogramma worden opgezet. Bekeken moet dan worden op welke aspecten nog geoefend moet worden om het roeien op het gewenste peil te brengen. De verantwoordelijkheid voor het niet of wel aanmelden van een roeier voor een roeiproef ligt bij de instructeur, die moet beoordelen of iemand klaar is om die roeiproef met succes af te leggen. Wat dat betreft is de gang van zaken hetzelfde als bij het rijexamen voor de auto. Waarom moet naast een praktisch roeigedeelte ook nog een theorie examen worden gedaan? Het woord examen is in dit verband wat te zwaar. Het theoretische gedeelte is bedoeld om te beoordelen of men het vaarreglement kent, zeg maar de verkeersregels op het water. Verder moet men genoeg materiaalkennis hebben, zodat men de verschillende onderdelen van een roeiboot kan benoemen. Dit is weer erg nuttig in geval van vooral kleine schades, zodat men aan de reparatieploeg kan opgeven wat er nu precies aan de roeiboot kapot is gegaan. Verder moet men de verschillende commando’s, die bij het roeien gebruikt worden, kennen en weten hoe men daarop moet reageren. Tenslotte moet men de gang van zaken kennen bij het afschrijven van boten en het melden van schade. Waarom zijn er zoveel verschillende soorten permissies? Het aantal permissies is afgestemd op de verschillende soorten roeiboten waarover de vereniging beschikt. In het algemeen zijn er drie niveau’s: beginners, gevorderden en wedstrijd roeiers. Zo zijn er drie permissies voor het boord roeien (het met één riem roeien), drie permissies voor het scullen (roeien met twee riemen) en drie permissies voor het sturen. Daar zit een zekere hiërarchie in, dat wil zeggen je begint met de permissies voor beginners en kan daarna, na verder oefenen, ook de andere permissies halen. Overigens kan je met die beginners permissies al direct zelfstandig in hele aantrekkelijke boottypes roeien. Zo kan je met de eerste scul permissie roeien in een C4x, een C2x en een wherry. Volgende permissies geven toegang tot één-persoons boten als de C1 of de skiff. Verder is het net als met het halen van je rijbewijs. Je leert pas echt goed roeien en sturen in de praktijk. Dus na het halen van je permissie moet je zelf veel gaan oefenen. Hoe is jullie reputatie binnen de vereniging? Worden jullie gevreesd? Nee, dat zeker niet. We zijn dan ook helemaal niet streng in onze beoordeling! We proberen iedereen op behulpzame manier te helpen met het halen van die permissies. Lukt het de eerste keer niet helemaal, dan bekijken we samen met de instructeur wat men moet doen om alsnog die permissie te halen. Ons doel is, dat iedereen in de vereniging de roei beweging netjes en op een gezonde manier kan maken. Iedereen moet veilig kunnen varen, respect hebben voor het kostbare roeimaterieel en blessures kunnen vermijden. Hoe kan jullie commissie dat allemaal beoordelen? De afroei commissie bestaat uit zeven leden, die allen reeds lang roeien en beschikken over erg veel ervaring in het roeien zelf en ook in het geven van instructie. Bij elkaar heeft deze commissie ruim 100 jaar roei-ervaring! Gebaseerd op deze ervaring kan men andere roeiers heel goed beoordelen. Is het nou eigenlijk wel leuk dat werk van zo’n examen commissie? Het woord examen is absoluut onterecht. We zijn geen scherpslijpers, die geen groter plezier kennen dan iedereen te laten zakken. En, om antwoord te geven op je vraag, we vinden het werken in deze commissie erg leuk. Elk nieuw lid van de vereniging komt een keer langs, zodat je veel roeileden kent. En we leggen de nadruk op het geven van advies hoe men de roeibeweging kan verbeteren. Het bewijs, dat ik dit werk zeer waardeer, ligt wel in het feit dat ik al 25 jaar lid ben van deze commissie. En die ervaring maakt dit werk alleen maar gemakkelijker.
De eeuwige liefde voor het materiaal Waar geroeid wordt vallen spaanders. De ene keer ontstaat schade door pure pech, de ander e keer door slijtage van het materiaal of door nonchalance van de roeiers. We spreken met Jaap van der Heide, Rients Miedema, Jan Hammer en Louis van Vuuren van de materiaal commissie. Hoe lang doen jullie dit werk al? Dat varieert nogal. We hebben in de persoon van Rients Miedema een absolute nestor die al meer dan 50 jaar in bedrijf is! De anderen zijn naast hem met hun 15 jaren betrekkelijke nieuwkomers, terwijl de jongste van het gezelschap 4 jaar aan de slag is. Die volgt overigens een gedegen opleiding houtbewerking, dus wat hij eventueel aan ervaring mist, maakt hij theoretisch weer goed. Hoe vaak zijn jullie in de werkplaats te vinden? Iedere dinsdagavond van 7 tot 9.30, met tussendoor tijd voor een gezellig kopje koffie aan de bar elders in het gebouw. We zijn dan voor 70% van de tijd bezig met reparaties, 25 % met (preventief) onderhoud en 5% met het afbouwen van nieuwe boten. Doen jullie allemaal hetzelfde werk of zijn er ook specialisaties? Wat ‘houten’ klussen aangaat zijn we allemaal even goed inzetbaar. De ontwikkeling naar kunststof boten heeft heeft het noodzakelijk gemaakt dat tenminste enkelen van ons zich op dat terrein specialiseerden. Hoewel hun passie voor hout niet is verdwenen vinden ze het toch fascinerend om kennis te nemen van de mogelijkheden van het nieuwe materiaal. Verdere specialisaties zijn de rolbankjes en het afstellen van de boten.
Hoe houden jullie je kennis bij? Wij profiteren natuurlijk van de zegeningen van het internet. Daar is veel informatie te vinden over nieuwe ontwikkelingen. Verder geeft de leverancier van nieuwe boten ook een uitgebreide documentatie. We zijn al een paar keer wezen kijken bij botenbouwer Wiersma in Heerenveen. Nee, we bezoeken eigenlijk nooit collega’s bij andere verenigingen. Zou misschien wel eens leuk zijn. Gaat hout er helemaal uit? Wat de aanschaf van nieuwe boten aangaat is die trend naar kunststof al een tijd aan de gang. Alleen al door het simpele feit dat hout tweemaal zo duur is als plastic. Maar de houten schepen van nu gaan nog wel een tijd mee, al naar gelang wij natuurlijk het onderhoud goed uitvoeren….. Bovendien wordt in de nieuwe plastic boten vaak houten binnenwerk aangebracht. Hoe wijzen jullie de roeiers en stuurlieden op de noodzaak van een goede behandeling van het materiaal? Vroeger hielden we zelf nog instructiebijeenkomsten voor de roeiers. Maar sinds kort is dit een taak van de coaches. Die wijzen op de noodzaak van het zorgvuldig naar buiten en binnen brengen èn goed afdrogen van de boten. En verder blijft het natuurlijk in de eerste plaats een individuele verantwoordelijkheid van de roeiers zelf om zuinig te zijn op de spullen van ons allemaal. .
Wat was de laatste spannende schade? Ja dat was met de Ibis, één van onze achten. Die was tegen een andere boot aangevaren, waardoor de punt een heel zigzag aanblik kreeg. We hebben de huid weer heel behoedzaam kunnen ‘uitvouwen’ en toen weer met behulp van ijsstokjes kunnen opbouwen. En dat is schitterend gelukt.
Hoe zorgen jullie voor nieuwe gezichten bij de materiaalcommissie? Binnen de ARZV bestaan verplichte clubdiensten voor de leden, b.v. schoonmaken van het gebouw en bardiensten. Ook het meehelpen met de materiaalcommissie is zo’n clubdienst. Er zijn dan leden die zich onderscheiden in handigheid en affiniteit met de klus. Mochten er zich dan vacatures voordoen, dan komen we bij hen terecht.
Soms staan we urenlang in de keuken! Aan het woord is Janneke Blackstone – Eijskoot, voorzitter van de Evenementen Commissie, die ons alles vertelt over de werkzaamheden van die commissie. Janneke is al sinds 1982 lid van de vereniging en is een actief roeister, die onder andere roeit in de dames 8. Wat doet die evenementen commissie zoal? Zoals de naam al aangeeft, organiseren wij de evenementen, zeg maar de feesten, binnen de vereniging. Daarnaast maken wij een rooster voor de bardiensten, waardoor de bar in het verenigingsgebouw open gaat op de momenten dat er veel leden aanwezig zijn. Wij zorgen ook, dat er een voorraad drank en andere consumpties in de keuken van de bar aanwezig is. Die voorraad beheren wij, wat inhoudt dat er op tijd vaten bier en andere dranken moeten worden besteld en wij administreren de bar inkomsten. Zijn er veel feesten binnen de roeivereniging? Dat valt wel mee. Ieder jaar zijn er een aantal vaste evenementen, zoals de Nieuwjaars receptie, de AA-race in het voorjaar, het tombola roeien na de zomer, het Sinterklaas feest met bezoek van een echte Sinterklaas en enkele Pieten en iedere twee jaar het Kerstconcert. Een enkele keer zijn er nog extra feesten, zoals in 2009 een ski-hut feest, dat een groot succes was. De evenementen commissie bedenkt wel eens bijzondere thema feesten, maar over het algemeen is de behoefte van de leden aan dergelijke extra feesten niet erg groot. Maar andere feesten worden door veel leden bezocht.Zo is het Kerstconcert, dat eens in de twee jaar wordt georganiseerd, een geweldige trekker en het verenigingsgebouw puilt dan echt uit. Leden van de roeivereniging, die een muziekinstrument bespelen of graag zingen, geven een concert voor de overige leden van de vereniging en dat is altijd een geweldige avond ook qua sfeer.
Leuk werk het organiseren van feesten? Jazeker, het is leuk en ook dankbaar werk. De feesten zorgen toch voor de sfeer en de onderlinge samenhang binnen de vereniging. Bovendien zijn ze belangrijk voor de ondersteuning van andere activiteiten van de vereniging. Zo zou een AA-race niet zo’n succes zijn als wij niet zorgden voor eten en drinken en een hoop muziek. Maar het is ook hard werken. Voor het feest moeten we de kantine aankleden, wat vooral bij thema feesten een hele klus is. Tijdens het feest staan wij achter de bar en regelen het uitdelen van het eten. Na het feest komen wij de volgende morgen weer terug en moeten dan de vloer dweilen en de rest van de kantine schoonmaken. Voor veel feesten maken we zelf het eten klaar, vooral de salades. Dat betekent, dat ik soms samen met mijn vriendin Gabriëlle Albers urenlang in de keuken sta om alles voor te bereiden. Bij sommige feesten hebben we een barbecue en dat laten we dan wel door derden verzorgen. Dat lijkt me erg veel werk voor slechts één persoon. Ja dat klopt, dat kan je zeker niet in je eentje doen. Gelukkig bestaat de evenementen commissie uit vijf personen, die allemaal hard meewerken. Jammer genoeg hebben we één actief lid, Henk Gerritsen, vorig jaar verloren door overlijden. Er is daarom een vacature en we zouden graag iemand er nog bij willen hebben. Maar die persoon moet dan wel passen in het team van de evenementen commissie. Dus wie daar zin in heeft kan contact met mij opnemen. Naast de feesten zorgen jullie ook nog voor de bar? Ja, de bar en de kantine zijn een onmisbare ontmoetingsplek binnen de vereniging. Na het roeien nog even napraten met een hapje en een drankje is belangrijk voor het teamgevoel. Naast dit sociale aspect is de kantine uiteraard een belangrijke inkomstenbron voor de vereniging. Zonder kantine inkomsten zou onze penningmeester niet in staat zijn een sluitende begroting te maken. Of de contributie zou flink verhoogd moeten worden of er zou in de kosten moeten worden gesneden en de aankoop van boten zou moeten worden uitgesteld. Niet alleen de verkoop in de bar wordt door ons georganiseerd, maar ook de inkoop en het voorraad beheer van de drank en de andere levensmiddelen. Wij proberen door middel van een bar rooster die bar zoveel mogelijk open te stellen gedurende de tijden dat daar behoefte aan is, dus wanneer veel leden aanwezig zijn. Maar hierbij kunnen wij zeker de hulp gebruiken van vrijwilligers, die ook eens een bardienst willen draaien. Heb je na lezing van dit artikel hiervoor belangstelling, geef je dan op bij Janneke, die je graag weg wijs maakt in de bar bediening.
Akersloot-Alkmaar race Onze slogan “roeien voor elk wat wils”, geldt ook voor de AA-race: “een wedstrijd voor elk wat wils”. Wat is de AA-race? De AA-race is een roeiwedstrijd van 6 km tussen Akersloot en Alkmaar. Deze jaarlijkse race die wij als ARZV nu al voor het 27e keer organiseerden, is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een zeer gewaardeerd evenement met ruim 500 deelnemers. Er zijn wedstrijden voor meisjes, dames, jongens, heren en dames- en herenveteranen in skiffs (voor 1 persoon), tweeën, vieren en achten. Kernwoorden uit de waardering zijn “vlotte organisatie” en “gezellige sfeer”. De kwaliteit van de wedstrijd staat voorop. Dit blijkt al uit het feit dat de AA-race meetelt in een klassement voor de nationale Kruythuisbeker en uit het feit dat de hoofdscheidsrechters door de Koninklijke Nederlandse Roeibond zijn aangewezen. Naast de punten voor de Kruythuisbeker zijn ook nog diverse Alkmaarse wisselbekers te verdienen.
Voor wie is de wedstrijd bedoeld? Iedereen die lid is van een roeivereniging is kan alleen of samen met andere leden voor de wedstrijd inschrijven. Er zijn speciale nummers uitgeschreven voor clubroeiers. Dit zijn oud-wedstrijdroeiers die afkomstig zijn uit 1 club. Voor veteranen geldt maar 1 leeftijdscategorie, d.w.z. ouder dan 27 jaar. Dames en heren kunnen ook in een mixed 8-nummer uitkomen. Als er in een acht meer dames dan heren zitten of andersom wordt op de geroeide tijd een correctiefactor toegepast. Een mixed 4 moet altijd uit twee dames en twee heren bestaan. De wedstrijd is ook bedoeld voor de roeiclubs uit de zustersteden van Alkmaar: Troyes, Darmstadt en Bath. De Engelse afvaardiging is al niet meer weg te denken uit het deelnemersveld. Enkele jaren geleden hebben Slowaakse en Bulgaarse roeiers deelgenomen. Welk parcours heeft de race? Het parcours is een lang recht stuk met op het eind een scherpe bocht naar bakboord tussen het pontje van Akersloot en de Accijnstoren in Alkmaar. Om te voorkomen dat tijdens de twee heats die de race kent andere boten over het parcours varen maken we bij de start en finish op boten we op grote borden en spandoeken kenbaar dat er van 11.30 tot 12.30 en van 15.00 u een wedstrijd plaatsheeft. En verder worden de schippers van die boten zonodig van de kant via magafoons toegesproken. Grote partyschepen echter zijn moeilijk af te stoppen. Vorig jaar is het parcours een paar kilometer ingekort vanwege de huldiging van AZ. De week van te voren en op de ochtend van de race inspecteren we het parcours op eventuele ongerechtigheden, zoals b.v. verrassend neergelegde baggerschuiten Wat moet er allemaal geregeld worden? Onze eerste zorg is dat er voor de diverse nummers voldoende inschrijvingen zijn. We streven ernaar dat in ieder nummer tenminste 3 ploegen uitkomen. Dat is goed voor de competitie.Bij de roeiwedstrijden die elders in het voorjaar aan de AA-race voorafgaan, delen we onze flyers en posters uit en verder maken we op onze website al vroeg reclame voor de race. Verder lichten we natuurlijk die diverse instanties in zoals Provincie Noord-Holland, de politie, de brugwachter op de Leeghwaterbrug, de pontjesbaas, de havenmeester. We hebben ook een veiligheidsplan voor het geval zich ongelukken voordoen. En de administratieve zaken moeten natuurlijk ook kloppen: uitnodigingen, inschrijvingen, rugnummers, startlijsten tijdschrijven, uitslagenverwerking en nog veel meer. Daar hebben we dus allemaal vrijwilligers voor nodig. We hebben het zo geregeld dat de deelnemers van de ARZV die uitkomen in de ene heat de helpers zijn voor de andere heat en andersom. Maar dan nog hebben we nog niet genoeg handjes. Gelukkig zijn er dan altijd weer andere leden van onze club die bijspringen. Al met al 60 mensen die het allemaal mogelijk maken. En wat gebeurt er na de wedstrijd? Dan is het tijd voor de hapjes en drankjes, de muziek en het moment van glorie voor de winnaars: de prijsuitreiking.
Die natuur kan zo verschrikkelijk mooi zijn… Wat is er toch een verscheidenheid aan roeiers op de ARZV. We hebben in alle leeftijden wedstrijdroeiers, toerroeiers, weekend- en midweekroeiers en we hebben de marathonroeiers. We spreken met de voorzitter van de Marathoncommissie, Remco van der Kooij. Wat is een roeimarathon? Een langeafstandroeitocht van minimaal 50 km.De tochten worden momenteel door 21 roeiverenigingen in Nederland uitgeschreven vooral door mooie en stille natuurgebieden.Het seizoen loopt van begin april tot begin oktober met een zomerstop.De marathons worden verroeid met boten met 2,3 of vier roeiplaatsen + een stuurplaats . Is het een wedstrijd? Ja en nee.De roeiers kunnen kiezen voor een marathon als wedstrijd waarbij het om de snelste tijd gaat of voor een marathon als prestatietocht waarbij het recreatieve karakter voorop staat. Voor beide keuzes geldt dat de tocht of door één en dezelfde ploeg roeiers geroeid en gestuurd wordt of in estafettevorm door meerdere roeiers.Voor een wedstrijdmarathon geldt wel als minimumafstand 70 km. Wie roeien de marathons? De roeiers en roeisters waren dit jaar afkomstig uit 32 verenigingen in Nederland en het aantal is steeds groeiende.Meestal zijn het roeiers die een aantal keren per jaar een gezellig dagje uit willen en toch ook een behoorlijke inspanning willen leveren.Ze beschikken over een goede roeitechniek en verkeren in een beste c onditie, d.w.z.in staat een gemiddelde van 10 km per uur te halen. Binnen de Koninklijke Nederlandse Roeibond wordt een klassement bijgehouden van
de marathonroeiers die of aan tenminste 6 roeimarathons per jaar hebben deelgenomen of tenminste 300 km hebben afgelegd. In 2009 had de nummer 1 aan 18 marathons meegedaan en meer dan 1100 km afgelegd…..Landelijk zijn er 70 à 80 klassementsroeiers.De ARZV heeft er 4, terwijl er ook nog 5-6 roeiers zijn die incidenteel aan marathons deelnemen. Welke eisen worden nog meer gesteld aan de roeiers? Het is van groot belang dat ieder ploeglid goed kan sturen en zowel alle voorrangsregels op het water als alle roeicommando’s kent.We trainen nieuwelingen uitgebreid in de Alkmaarse grachten voordat we met hen een tocht gaan maken.Op sommige tochten zijn nauwe doorgangen en/of lage bruggen en dan moet de stuurman zorgen dat ieder op tijd riem en hoofd intrekt. Verder organiseert de KNRB een aparte cursus voor varen op stromend water en hoe om te gaan met hekgolven van b.v.watertaxi’s en andere snelle boten. Wat nemen jullie zoal mee op een tocht? Van zelfsprekend kleding, eten en drinken. Verder zwemvesten, hoosblikken, .sponzen,mobieltjes en kaarten.Maar ook afplakmateriaal om de open stukken achter de boeg en de stuurman af te dekken.Daarmee wordt voorkomen dat bij stevige golfslag de boot volloopt. Vertel eens wat over onze Noord-Hollandtocht. Vanwege het 100-jarig bestaan organiseerden we op 3 juli van dit jaar 3 tochten door Noord-Holland.Een toertocht van 25 km, de tradiotionele Noord-Hollandtocht van 70 km en een marathon van 100 km.De tocht van 70 km organiseerden we als ARZV voor de 14e keer en konden ons in een behoorlijke belangstelling uit het land verheugen. Het deelnemersaantal schommelt meestal rond de 90 deelnemers.Het traject liep alleen dit jaar (normaal ligt de route iets anders vanuit Alkmaar via Bergermeer, Alkmaar, West-Knollendam, Spijkerboor, West-Graftdijk, Schermerringvaart, Schermerhorn, Avenhorn, Ursem, Oterleek naar de ARZV.Voor de tocht van 100 km deden we er vanaf West-Knollendam dit jaar nog een lusje bij van 30 km en passeerden achtereenvolgens Krommenie, Zaandijk, Wormerringvaart, Neck, Purmerend (langs roeivereniging De Where), Purmerringvaart, Avenhorn enz.En ieder jaar als de deelnemers bij onze loods zijn aangekomen wachten hen daar muziek, gezellige hapjes en drankjes.Om het allemaal te organiseren hebben we altijd flink wat vrijwilligers nodig.Voor de diverse controleposten, onderlinge communicatie, administratieve verwerking, rondrijden langs de route en bardienst.Ook dit jaar is het weer gelukt deze medewerking te krijgen en waren de deelnemers moe maar gelukkig.
Een mooie terrein is het visitekaartje van onze vereniging Het is een kleine maar actieve commissie: de commissie tuinonderhoud. We praten met Willem Kuiper als voorzitter en met de leden Rien Vos, Hans van den Berg en Joop Klaassen. Wat zijn jullie werkzaamheden? Allereerst tuinonderhoud met als hoofdmoot het bijhouden van het gazon. Het groeiseizoen loopt van april t/m oktober en afhankelijk van de regen maaien we eenmaal in de week. Het gazon is niet alleen visueel van belang maar wordt gebruikt om de riemen van de boten op te leggen. In de herfst als de blaadjes vallen zijn we druk aan het ruimen en snoeien. De bladblazer van Rien komt dan goed van pas, geen overbodige luxe met zo’n groot oppervlak. De maanden december t/m maart zijn de stille maanden die gebruikt worden voor onderhoud en snoeiwerk.
Zijn er behalve de tuin nog andere dingen te doen? Tussendoor besteden we aandacht aan het schoonmaken van de loodsen Het parkeerterrein buiten de roeivereniging hoort ook bij ons werkgebied. Het is weliswaar van de gemeente maar omdat er weinig aandacht aan wordt geschonken gaan we er zelf maar tegenaan. Soms duikt “ momfer de mol” op in de tuin en is het nodig om de klem ter hand te nemen. Gelukkig de laatste tijd niet meer. Werken jullie op vaste tijden? We zijn gepensioneerd en roeien op doordeweekse dagen ( Midweek). Na afloop van het roeien gaan we aan de gang. Als zelfsturend team bekijkt ieder wat er moet gebeuren. Omdat we niet altijd op dezelfde dag roeien houden we elkaar op de hoogte via de E.mail. Tijdens vakanties is een mede roeier van ons Klaas Floor altijd bereid om bij te springen. Zo vormen we met elkaar al jaren een goed koppel. Nog plannen voor de toekomst? We willen de “achtertuin”, dat is de strook grond achter het clubgebouw, dit jaar opknappen. Het bestuur is daar al plannen voor aan het maken i.v.m. de stalling van de botenwagen. Voor de rest: Gewoon doorgaan want we zijn allemaal besmet met het roeivirus. Wat is er mooier dan na een pittige roeitocht op een zomerse dag uit te rusten op het terras met een kop koffie en te genieten van de omgeving en de bedrijvigheid van de roeiers.
Ik zeg niet: Je rijdt te vroeg op, maar: je kunt ook later oprijden. Vanaf het begin van de vijftiger jaren coachte hij – zij het met onderbrekingen – achtereenvolgens diverse ploegen bij de roeiverenigingen Viking (Utrecht), Tachos (studenten Eindhoven) ,Panta Rhei (adelborsten Den Helder), ARZV, Okeanos (studenten Amsterdam) en weer ARZV. Met deze nestor hebben we een gesprek. Hoe is het allemaal begonnen? Mijn eerste kennismaking met het roeien had plaats in april 1950 op 17-jarige leeftijd. In een single wherry, een stabiele , brede éénmansboot. Ik ben toen gelijk jeugdlid van de Utrechtse Roeivereniging “Viking” geworden en heb daar tot 1955 wedstrijdgeroeid . Daarnaast ben ik daar ook gaan coachen. Ik had het geluk de beste coach van Viking te hebben G.J.Cole. Hij bezat een enorme kennis over en een grote ervaring in het coachen. Hij heeft me geleerd dat je om de veranderingen in het roeien goed te kunnen volgen jezelf als coach ook steeds moet ontwikkelen. Voor mij was zijn belangrijkste les dat je je steeds moet afvragen hoe je overkomt bij de roeiers. Immers het niet opvolgen van je instructies door een roeier is het gevolg van het feit dat je onduidelijk bent èn dat je
dingen van de roeier dingen verlangt waaraan hij of zij nog niet toe is. Is het roeien erg veranderd door de jaren heen? Het roeien op zich is niet erg veel veranderd. Het is nog steeds een zittende sport en de basisbewegingen zijn hetzelfde gebleven: de roeier zet het blad in het water en stuwt de boot -zittend op een rolbankje - voort met benen, rug , schouders en armen. Wel heeft het materiaal behoorlijke veranderingen ondergaaan. Voor het bouwen van boten is en wordt in plaats van hout steeds meer lichter kunststof gebruikt. Voor de riemen geldt eenzelfde ontwikkeling. Verder zijn de bladen van de riemen nu groter en de slidings (waar het rolbankje over glijdt) langer. Is je stijl van coachen veranderd? Ik ben milder en subtieler geworden. Vooral bij de studentenroeiers was ik vrij autoritair. De eerstejaars moesten gewoon doen wat ik zei, de tweedejaars mochten wel eens wat vragen, de derdejaars mochten hun mening geven, met de vierdejaars overlegde ik en voor de vijfdejaars was ik adviseur. Roeiers van ploegen bij burgerverenigingen hebben vaak een verschillende roei-ervaring en daarom hanteer ik daar een mix van de stijlen die ik net noemde. Maar gebleven is mijn reflectie op de manier waarop ik coach. Als een roeier niet goed roeit ligt het gewoon aan mij. Ik coach ook mezelf. Ik ben roeiers steeds minder gaan corrigeren, omdat mensen nu eenmaal niet graag horen dat ze dingen fout doen. Ik zeg niet: Je rijdt te vroeg op, maar: Je kunt ook later oprijden. Ik vind die stijl effectiever. Hoe ging jouw thuisfront om met je passie voor roeien? Ik heb het af en toe wel erg bont gemaakt. Bij Tachos trainde ik een ploeg 6 keer per week en wie het niet goed deed, moest ’s ochtends om half acht nog een training in de oefenboot verrichten en dit gebeurde vooral in het begin meerdere malen per week. Sindsdien heeft mijn vrouw Dicky het roeien niet meer als een sport gezien maar als een ziekte. Te laat heeft ze echter beseft dat deze ziekte toch wel erg besmettelijk was getuige het feit dat ze zelf (met succes) is gaan coachen en roeien. Tachos heeft haar lijden verzacht door haar te verzoeken een skiff, die de naam van onze dochter – Mirjam – kreeg, te dopen . Wat was je leukste coachervaring? Zonder meer het coachen van de ploeg die ik in 2008 en 2009 gecoacht heb. Deze damesploeg – door anderen Jans Angels gedoopt – is zeer succesvol geweest door van de 27 wedstrijden waaraan ze deelnamen er 16 te winnen. Waar komt jouw bevlogenheid voor de roeisport vandaan? In de eerste plaats omdat het voor mij bij uitstek een teamsport is. En het mooie van teamsport is samen met anderen naar een resultaat toe te werken. En wat roeien dan zo’n bijzondere teamsport maakt is dat het nooit om de individuele prestatie van een lid van het team gaat – zoals bij voetbal b.v. wel het geval is. Het gaat altijd om het collectief. Om dit groepsgevoel te ontwikkelen en uit te bouwen vind ik als coach iedere keer weer een geweldige uitdaging.
Mijn specialiteit was de tegenstander geduldig te slopen Zeven dagen per week trainen. Soms twee keer per dag. In je eentje. Overwinningen, nederlagen, selecties, teleurstellingen. We spreken met Walter Braak, wedstrijdroeier. Heb je altijd geroeid? Van mijn 12e tot mijn 20e heb ik geschaatst. Ik trainde niet hard of fanatiek, maar deed het vooral voor de gezelligheid. Tijdens begeleiding van mijn vader bij een roeimarathon kreeg ik uitslagen te zien van een combinatie wedstrijd in het roeien. Hierbij werd ook geschaatst, gelopen en gefietst. Gezien de resultaten was mijn interesse voor roeien gewekt. Ik ben in 1999 meteen gaan roeien bij roeivereniging de Stern in IJmuiden en trainen voor deze combinatie wedstrijd, de Paul Veenemans Prijs. Hoe ben je bij de ARZV terechtgekomen?
Ik voelde me bij de Stern direct aangetrokken tot de skiff. Voor mijn ontwikkeling hogerop kon er vanuit de Stern onvoldoende begeleiding geboden worden, daarom werd er om ondersteuning gevraagd bij de Amsterdamse Roeibond. Hier kreeg ik te horen wel talent te hebben, maar dat dit sneller tot zijn recht zou komen als ik voor een andere, bij voorkeur Amsterdamse, vereniging zou kiezen. Daar voelde ik echter niets voor: alsof ik me buiten Amsterdam niet zou kunnen ontwikkelen. Bij De Stern heb ik van begin af aan alle medewerking gekregen, maar de verleende faciliteiten kwamen niet overeen met mijn ambitieniveau. Ik ben nog wel lid gebleven van de Stern maar bij mijn zoektocht naar een andere club kwam ik in 2001 bij de ARZV terecht als gastroeier en ben daar gezien de geboden ondersteuning in 2007 lid van geworden. Een plezierige omstandigheid was dat er nog andere wedstrijdroeiers waren met wie ik ervaringen kon uitwisselen. Had je daar een coach? In het begin heb ik leren roeien van mijn huidige vrouw, zij was ook mijn coach. Omdat ik vanuit het schaatsen een eigen beeld had van trainen ging dit niet zo lang goed. Niet om eigenwijs te zijn, maar uit de volle overtuiging dat het hoofdbestanddeel van de trainingen uit fysieke arbeid dient te bestaan. Gewoon doorrammen en dan niet zeuren over de techniek, daar had je techniektrainingen voor. Natuurlijk is de techniek ook belangrijk, maar ik vond dat bij roeicoaches soms de nadruk teveel op techniek wordt gelegd. Overigens heeft deze opvatting mij vaker in de weg gestaan dan geholpen. Wat heeft die opvatting je aan prijzen opgeleverd? Laat ik eerst zeggen dat ik die opvatting ook jarenlang consequent in de praktijk heb gebracht. Iedere dag trainen, soms twee keer per dag, met de nadruk op de fysieke inspanning. Ik volgde daarbij door mijzelf opgestelde schema’s en legde de resultaten per training vast. Ik kan niet anders zeggen dan dat het succes heeft gehad. Nadat ik op advies van de bondscoach ben gestopt met het starten als nieuweling- en overgangsroeier , heb ik in het seniorenveld de nodige eerste prijzen gewonnen, vooral in langeafstandswedstrijden. Op de 2 km. wedstrijden was mijn specialiteit het tweede deel van de race, je tegenstander geduldig slopen. Een in verhouding tot mijn tegenstanders langzame start en dan onweerstaanbaar op komen zetten. Waar stond je nationaal en internationaal? Ik heb in de skiff 7 keer aan de Nederlandse Kampioenschappen deelgenomen. Veel tweede en derde geworden maar nooit eerste. In de dubbeltwee ben ik met Johan Arnold van roeivereniging De Amstel wel tweemaal Nederlands kampioen geworden (zie foto met Walter Braak rechts). De laatste keer in 2009. Wat het internationale roeien betreft ben ik trots op mijn deelname in de skiff aan de World Cup finale in 2006 in Luzern. Het is goed voor je motivatie om je te kunnen meten met de wereldelite. Van een uitzending naar het buitenland in de dubbelvier is het helaas nooit gekomen. Ik hoorde wel steeds bij de selectie, maar haalde het net niet. Dat zijn dan de teleurstellingen die ook bij topsport horen. Hoe ziet je toekomst eruit? Ik ben aan het afbouwen. Vorig jaar was mijn laatste wedstrijdseizoen. Ik wil nu meer tijd gaan besteden aan mijn gezin. We hebben net Siem als derde gekregen, dus er is zat te doen. Het roeien is mooi geweest. Maar afscheid nemen van de roeisport doe ik niet. Ik denk dat ik een rol zou kunnen spelen in het begeleiden van roeiers. Niet als coach, dit kost weer de tijd die ik aan mijn gezin wil besteden, maar als adviseur op het gebied van trainingsschema’s of iets dergelijks. Ik moet daar nog eens over nadenken, maar ik heb nu ook nog geen haast. Wat vond je het leukste aan roeien? Het genieten van de spanning voor een wedstrijd is altijd een lekker gevoel, een beetje zenuwachtig, de spanning in je spieren, kijken naar tegenstanders. Maar de mooiste momenten zijn zeker ’s morgens op het water. De stilte, een opkomende zon, een beetje dauw en dan alleen het bewegen van de boot, kleine golfjes en een lichte deining in het verder rimpelloze water. De stad waar je doorheen vaart die tot leven komt. FANTASTISCH, dat is nooit trainen geweest maar puur genieten.
Een kijk op het jeugdroeien... Het jubileumjaar is aangebroken: de Alkmaarse Roei- en Zeilvereniging bestaat honderd jaar. Het is tijd om feest te vieren, tijd om deze mijlpaal met flinke kracht de grond in te meppen. Of terwijl: Het mag niet ongezien voorbij gaan. Maar het is ook een jaar om te kijken wat de vereniging ondertussen heeft doorgemaakt, doormaakt en gaat doormaken. Het is tijd voor een balans, om even stil te staan. Daarom sta ik bijvoorbeeld even stil bij het jeugdroeien. Het jeugdroeien is een tak van de roeivereniging waar ik mij veel mee bezig houd en waar ik mij deels verantwoordelijk voor voel. Om een balans op te maken vraag ik bijvoorbeeld aan Eline Warmer hoe haar kijk op het roeien bij de ARZV is. Hoe zij erbij is gekomen om te gaan roeien en wat haar beleving van het roeien is. De avond dat dit interview plaats vindt, is het radiostation RTV-Alkmaar bij ons op bezoek en vraagt aan verschillende mensen zaken over het roeien en de roeivereniging. ‘Heel toevallig’ komt de meest gestelde vraag overeen met mijn eerste vraag....
Wat was de directe aanleiding om te roeien? Lisanne (nichtje van Eline) en ik hebben afgesproken om samen op een sport te gaan en onze oom Mark roeide al. Daarna zijn we naar een open dag gegaan en het bleek leuk te zijn. Wat verwachte je van het roeien? Het leek mij mij leuk om in mijn eentje in een skiff heel snel te gaan. Maar..dat bleek heel moeilijk. Daarnaast leek wedstrijdroeien mij ook erg leuk en ondanks dat ik maar één wedstrijd heb geroeid, kan ik wel zeggen dat wedstrijdroeien erg leuk vind. Wat is op het moment het motief om te roeien? Is dat echt het roeien? De mensen? Het roeien kost veel tijd, zeker in verband met school. Dus dan ben je laat thuis. Het is bovendien eigenlijk tijdens etenstijd en dat is onhandig. Op donderdag geldt dat inderdaad maar op zaterdag is het aan het begin van de middag. Is dat dan ook onhandig? Op zaterdag wil je ook wel naar de stad, maar omdat het tijdstip onhandig valt kan dat niet. Het zou later op de middag moeten, zodat je naar markt kan. Maar verder is het volgens mij prima in orde zo. Ik zit hier voor de lol en die heb ik zeker! Hoe speelt de natuur mee in de beleving van het roeien? Ik vind het leuk om op het water te zijn. In de winter is het koud maar in de zomer is het leuk. Zeker als het goed gaat! Heb je nog aan andere sporten gedaan waar deze dingen naar voren kwamen? Nee, ik zit nog steeds op streetdance, maar ik heb behalve zwemles geen watersport beoefend. Streetdance? Dat lijkt mij heel wat anders! Wat trekt je daarin aan? De muziek en het bewegen is gewoon heel gaaf. Ik heb ook op stijldansen, maar helaas stopte na verloop van tijd iedereen mee. Wat voor muziek dan precies? Het moet dansmuziek zijn, top 40 of zo, maar ik heb geen aparte muzieksmaak. Het gewoon leuk dat je allerlei soorten muziek tegenkomt. Zo hebben wij nu iets van Michael Jackson. Je komt gewoon alle soorten muziek tegen en ik vind alle soorten ook wel leuk Ook klassiek? Ja, ook klassiek, als het maar geen geschreeuw is, vind ik alle muzieksoorten wel leuk. Hoe vindt je de viering van het honderdjarig bestaan? Ik heb net jullie ‘prachtige’ gezang gehoord (vlak voor dit interview is er een uitzending geweest bij radio Alkmaar, ter ere van het honderdjarig bestaan) en ik heb een brief gekregen met een uitnodiging, er zijn speciale jubileum T-shirts te kop en er hangen wel vlagen en versieringen maar het kan altijd nog beter. Ik heb echter geen verdere suggesties. Met deze mededeling eindigt dit interview. Ik bedank Eline Warmer voor haar tijd en bedenk hoe ik deze informatie zal verwerken en hoe ik haar beeld op het roeien kan overbrengen op papier. Hoe ik een lezer als u kan vertellen wat het roeien zo leuk maakt. Wat Eline mij verteld heeft, en wat zij er eigenlijk zo leuk aan vindt...
“Dit geeft een goede structuur aan je leven”! Voortgekomen uit het huisvrouwen roeien van de jaren vijftig. Sinds de huisvrouwen buitenshuis zijn gaan werken en geen tijd meer hebben om doordeweeks te roeien, heeft deze activiteit zich ontwikkeld tot een club mensen die de gelegenheid hebben om op een dinsdag of vrijdag te gaan roeien en zo kunnen genieten van de betrekkelijke rust in de daluren van de roeivereniging. We spreken met Adri Appel-van Alphen en Cathrien Rijpkema, beide contactpersonen van het midweek roeien. Wat is nou het midweek roeien en wat is er zo leuk aan? Dinsdag en vrijdag morgen om 09.00 uur is er vrije inloop. Dit betekent, dat je alleen kunt komen en wordt ingedeeld in een ploegje om te roeien in een C4, een C3 of een wherry. Je kunt dus altijd roeien mits je maar om 09.00 uur aanwezig bent voor de bootindeling. Het is op die dagen niet druk, dus de meeste boten zijn dan beschikbaar. Het zijn eigenlijk de daluren van de roeivereniging, dus je zit andere mensen niet in de weg die wegens hun werkzaamheden alleen in de weekends of op zomeravonden kunnen roeien. Het leuke is dus dat je altijd kan roeien in een ontspannen sfeer met een gezellige club mensen.
Is het midweek roeien alleen voor oudere roeiers? Nee, in principe zeker niet. Het midweek roeien is destijds voortgekomen uit het huisvrouwen roeien. Die brachten hun kinderen ‘s morgens naar school en gingen daarna roeien en waren op tijd weer terug om hun kinderen weer op te halen. Het is nog steeds geschikt voor huisvrouwen, maar ook voor mensen met wisselende diensten . Het is een prima gelegenheid voor iedereen die niet in het weekend wil roeien en vooral voor iedereen die niet alleen wil roeien. Hoe goed of getraind als roeier moet je zijn om deel te kunnen nemen? Een vereiste is wel, dat men een zwemdiploma heeft en verder dat men de eerste permissies voor boord- en sculroeien heeft gehaald, alsmede kan sturen. Het is niet nodig om zeer goed getraind te zijn. Meestal wordt er heen en weer naar Heerhugowaard geroeid en soms naar Oterleek of een rondje Ouddorp. De roeitochten die men maakt zijn nooit langer dan 20 tot 25 kilometer. Verder wordt er door de leden van de midweek groep ook instructie gegeven. Iedere dinsdagof vrijdagmorgen na het zelf roeien zijn er midweek roeiers bereid om instructie te geven aan minder geoefende roeiers, zodat die hun permissies kunnen halen. Roeien jullie alleen dinsdag- en vrijdagmorgen of zijn er ook andere activiteiten? Naast het wekelijks roeien zijn er de roeitochten, die men organiseert. Het streven is om één keer per maand bij een andere roeivereniging in Nederland te gaan roeien. Zo zijn er al tochten door het hele land geweest. Meestal roeit men dan samen met leden van de ontvangende vereniging, die immers de route kennen en de mogelijke aanlegpunten voor koffie en de lunch. Zo’n tocht duurt dan altijd de gehele dag, maar is nooit langer van 25 km. Ook worden roeiers van andere verenigingen ontvangen in Alkmaar en dan wordt gezamenlijk een tocht geroeid, bijv. de Bergermeertocht. De nodige contacten met andere roeiverenigingen doet men op door de midweek commissie van de KNRB, waar Adri of Cathrien actief in deelnemen. Deze commissie organiseert ieder jaar op de derde donderdag in augustus de “landelijke midweek roeidag”, waarbij roeiers uit het hele land bij elkaar komen en gezamenlijk een tocht roeien. Ieder jaar is deze tocht op een andere plek in Nederland. Vijf jaar geleden vond dit plaats in Alkmaar en Adri en Cathrien ontvingen toen 70 roeiers uit heel Nederland. Vorig jaar heeft men tevens de “Carpe Diem” afgehuurd, een verbouwde vrachtboot met accommodatie voor 12 personen en drie wherries aan boord. Ook in 2010 zal men deze boot weer gedurende een week huren en er zullen dan tochten in Friesland mee worden gemaakt. In die week wordt er iedere dag een tocht gemaakt over de plassen en kanalen in Friesland, waarna de deelnemers terugkeren naar de moederboot waar men gezamenlijk eet en overnacht. Vorig jaar was deze roeiweek vrij snel volgeboekt en ook dit jaar verwacht men veel belangstelling. Verder is er de mogelijkheid om via de KNRB deel te nemen aan meerdaagse roeitochten in het buitenland, o.a. Engeland, Duitsland en België. Zo zijn er mogelijkheden genoeg om wat verder te kijken dan het eigen roeiwater. Hoe groot is de groep midweek roeiers momenteel? Gemiddeld zijn er ca. 12 roeiers. Dit kunnen er meer zijn en in vroegere jaren was de groep ook groter (ca. 40 roeiers). Adri en Cathrien zouden dan ook graag nieuwe leden van de de groep zien komen. Er is de mogelijkheid van een open inloop twee maal per week en het roeien in andere wateren dan rondom Alkmaar alleen. Het is een gezellige en vooral sociale groep mensen. Na afloop van het roeien wordt gezamenlijk koffie gedronken en het lief en leed van een ieder wordt bijgehouden. Roeien is een fijne sport voor mensen, die graag buiten op het water zitten. Het is bovendien een sport, die je heel lang kan blijven doen en weinig blessure gevoelig is. Je blijft in beweging, je hebt leuke sociale contacten twee keer per week, kortom het geeft een uitstekende structuur aan je leven. Nieuwe leden zijn meer dan welkom!
Jippe was niet meer weg te slaan! In deze serie interviews mag natuurlijk het jeugdroeien niet ontbreken. En met wie kunnen we dan beter daarover praten dan met Anneloes Russell, al jarenlang de stuwende kracht achter het jeugdroeien van de ARZV. Hoe lang ben je al lid? Een jaar of acht. Ik ben tegelijk gekomen met m’n zoon Kevin. Eerder was ik lid bij het Spaarne, Nereus, Ossa en City of Cambridge Rowing Club en de Amstel. Van De Amstel ben ik nog steeds lid. Toen ik kwam waren er net wat junioren vertrokken die de jeugd instructie gaven. Je kent dat wel: studeren in een andere stad. Ze hadden als instructeurs geen opvolgers. Het bestuur stond net op het punt de jeugd te verzoeken hun lidmaatschap op te zeggen. Jos Kunst en ik hebben toen de instructie overgenomen. Bea Kunst fungeerde als aanspreekpunt.
Hoe staat het er nu voor? Nou, lang niet gek. Er is nu een groep van 34 pupillen: 16 jeugdleden (10-14jaar) en 18 junioren (14-18 jaar) en we beschikken over 8 instructeurs op zaterdag en 3 op donderdag. Ja, als zoveel verenigingen heeft de ARZV in de leeftijd 20 tot 30 niet of nauwelijks leden. Ik denk dan wel eens: Alkmaar is toch een HBO-stad. Het moet toch mogelijk zijn om die studenten aan het roeien te krijgen. Elders lukt dat ook. Niet dat ik ze ga coachen hoor, maar goed als het bestuur daar eens over nadenkt. Odette Ammerlaan is overigens nu het aanspreekpunt en Ingeborg Valkonet treedt als vliegende keep op. Hoe zien die instructies eruit? We hebben op basis van het KNRB-opleidingsplan een eigen stappenplan gemaakt. Door de oefenstof in kleine stapjes onder te verdelen is het mogelijk deelcertificaten te halen. We kennen 10 certificaten: skiff 1e 2e 3n 3e niveau, behendigheid en vaardigheid, theorie, ploegroeien 1e en 2e niveau, sturen en als laatste een hele nuttige: aspirant instructeur. Je moet dan in staat zijn een jeugdlid te laten slagen voor het eerste skiffexamen. Overigens wie wil weten wat zo’n deelexamen (jeugdproef) dan inhoudt kan op de site kijken bij jeugdroeien/proeven. Menig veteraan zou nog last hebben met die proeven…. We houden van ieders vorderingen een administratie bij. Verder hebben we voor de groep een ‘smoelenboek’ geïntroduceerd, wat heel handig is. Wie instrueert de instructeurs? Mark Warmer heeft een drietal avonden belegd voor de jeugdinstructeurs over de theorie van het roeien. Anton Verlaan onderzoekt of de vereniging zelf een cursus kan opzetten, mogelijk in samenwerking met andere verenigingen in de regio. Het programma “Handen aan de Boot” kan hier mogelijk als leidraad dienen. Het is opgezet door de KNRB in samenwerking met het Roeicentrum Berlage Brug. Het doel is uiteindelijk dat er op de vereniging meer instructeurs de KNRBopleidingen gaan volgen.’. Binnen de groep instructeurs is gelukkig belangstelling deze cursus te gaan volgen. Over cursussen gesproken: Voor coaches die al een langere tijd meelopen wil de KNRB voor het behalen van de diploma’s roeiinstructeur en roeicoach gebruik gaan maken van vrijstellingen op grond van Eerder Verworven Competenties (EVC) en Eerder Verworven Kwalificaties (EVK). Die competenties/kwalificaties kun je b.v. al verworven hebben door je ervaring, bij een andere cursus of door het beroep dat je uitoefent. De KNRB is bezig dit plan uit te werken. Ook interessant voor de ARZV. Nemen de jeugdleden en junioren ook deel aan wedstrijden? Jazeker, maar nog niet in een grote mate. Ik merk dat er bij de jongeren nog wat aarzeling is om op een wedstrijd uit te komen. Terwijl die jeugdleden die wel deelnemen heel erg enthousiast zijn (geworden). Helemaal als ze gewonnen hebben. Bij de junioren is het probleem vaak de tijd; ze hebben huiswerk, een bijbaantje enzovoorts dus komen de wedstrijden soms op het tweede plan. Ik coach begeleid regelmatig de wedstrijdroeiende jeugd en junioren en die uitstapjes zijn altijd heel gezellig. Even een voorbeeld: Jippe Kreuning, tot vorige maand voorzitter van het Jeugdbestuur was vroeger ook nauwelijks te porren voor wedstrijden, maar na zijn eerst winst was hij er niet meer weg te slaan. Het Jeugdbestuur organiseert trouwens voor de jeugdleden allerlei evenementen zoals deTombola-wedstrijd , het Waterweekend en het Haloweenfeest. Heel goed voor de groepsvorming. Wat de wedstrijden betreft juich ik ook het initiatief toe van Anton Verlaan die als wedstrijdcommissaris met omliggende verenigingen wedstrijdjes wil organiseren voor volwassenen met slechts één of twee jaar roeiervaring. Hoe werven jullie leden? Veel gaat via mond-tot –mond-reclame. We houden een keer per jaar een Open dag, waar we ook de ouders bij uitnodigen. En die zetten we dan ook in een boot! In de zomervakantie hebben we aan een project van de Gemeente Alkmaar meegewerkt, dat als doel had meer kinderen in beweging te krijgen. Onder leiding van Bea Kunst hebben toen gedurende een week met veelsucces en plezier 24 kinderen roei-instructie gekregen van een paar van onze jeugdinstructeurs. We hebben daar een paar leden aan overgehouden.
Wilt u zich aanmelden? ARZV
Beverdam 1 1822 AA Alkmaar 072 5614839 http://roei.arzv.nl
Mede mogelijk gemaakt door www.woodenfish.nl