Risico Inventarisatie Mixed-in-Place Rapportage ten behoeve van WINN INnovatieve dijkversterkingstechnieken
Mike Woning Annemieke Mens Ellen Tromp
© Deltares, 2009
Titel
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place Opdrachtgever
Project
Kenmerk
Pagina's
Waterschap Rivierenland
1200595-002
1200595-002-VEB-0001
41
Trefwoorden
WINN, waterschap Rivierenland, Mixed-in- Place, risicosessie, INSIDE Samenvatting
Voor de praktijkproef Mixed-in-Place bij Waterschap Rivierenland heeft een risicosessie plaatsgevonden met deskundigen. In dit rapport wordt de gevolgde methodiek en resultaten besproken.
Versie Datum
01
Auteur
2009-06-09 M. Woning Ir. A.M.J. Mens Ir. E. Tromp
Paraaf Review
Ing. H. Larsen Ing. A.P.C. Rozing Ing. H. Dekker
Paraaf Goedkeuring
Paraaf
Ing. A.T. Aantjes
Status
concept Dit document is een concept rapport, niet een definitief rapport, en uitsluitend bedoeld voor discussiedoeleinden. Aan de inhoud van dit rapport kunnen noch door de opdrachtgever, noch door derden rechten worden ontleend.
Inhoud 1 Inleiding 1.1 Doel rapportage 1.2 Algemeen 1.3 Belangrijk aandachtspunt 1.4 Leeswijzer
1 1 1 2 2
2 Aanpak risicoanalyse 2.1 Algemeen 2.2 Opzet risicodossier 2.3 Gebruik risicodossier
5 5 6 6
3 Overzicht van de belangrijkste Projectgegevens 3.1 Doel van de pilot 3.2 Doel van de risicosessie 3.3 Globale omschrijving van de techniek
9 9 9 9
4 Risicoclassificatie 4.1 Ongewenste Gebeurtenissen 4.2 Klasse indeling 4.3 Grootste risico’s 4.4 Behandeling risico clusters via OTG boom 4.4.1 De OTG boom 4.4.2 Risicografieken
11 11 12 12 13 13 14
5 Analyse en conclusies uit risicodossier 5.1 Bespreking van de top risico’s 5.1.1 Waterkerend vermogen (WV) 5.1.2 Levensduurverkorting 5.1.3 Tijd 5.1.4 Geld 5.1.5 Kwaliteit 5.2 De opvallendste risicoclusters 5.2.1 Verklaring van de gebruikte termen 5.2.2 De opvallendste risicoclusters
17 17 17 19 21 22 23 24 24 24
6 Conclusies en aanbevelingen
27
7 Referenties
29
Bijlage(n) A Uitdraai risicodossier d.d. 2 juni 2009 B Ongewenste Top Gebeurtenissen Boom C Risicografieken
i
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
1 Inleiding 1.1
Doel rapportage Dit rapport is opgesteld om belanghebbende partijen inzicht te geven in de risico’s die spelen bij het pilot project Mixed-In-Place dijkverbetering Lekdijk Nieuw-Lekkerland (in waterschap Rivierenland), zodat tijdig, doeltreffende maatregelen kunnen worden genomen. NB Hoewel niet de doelstelling van deze (deel)opdracht, zijn er zijn in het rapport maatregelen ter vermindering van de risico’s opgenomen, deze zullen echter nader moeten worden uitgewerkt en aangevuld waarbij de consortia belangrijke input kunnen leveren.
1.2
Algemeen Dijken waarvan het waterkerende vermogen niet meer afdoende is, worden vaak aan de polderzijde versterkt door het toepassen van een binnenberm. Daarvoor is niet altijd ruimte, bijvoorbeeld omdat er huizen staan of omdat er een waardevol natuurgebied ligt. Een optie om de huizen en/of de natuur te sparen, is het toepassen van een waterkerende constructie bijvoorbeeld het plaatsen van een lange damwand met verankering. Zo’n damwand wordt over het algemeen aangebracht in de binnenteen van de dijk en loopt van maaiveld tot in het Pleistocene zand. Eén van de nadelen van zo’n damwand is dat hij duur is, tevens kan er door trillingshinder tijdens het inbrengen schade ontstaan aan omliggende bebouwing. Als deze nadelen te groot zijn zal eerder een andere oplossing worden gekozen die wel mogelijkheden biedt zoals bijvoorbeeld een diepwand of kistdam. Dit zijn echter vaak nóg duurdere oplossingen dan een lange damwand. In het verleden zijn er al verschillende projecten geweest, waar innovatief waterkeren (met betrekking tot MIP en dijkdeuvels) centraal stond. Helaas heeft dit nog niet geleid tot een spin-off in het gebruik van deze technieken.
Het project INSIDE (INnovations on Stability Improvements enabling Dike Elevations) is in 2001 gestart door Rijkswaterstaat in samenwerking met CUR Bouw & Infra en GeoDelft. INSIDE heeft Nederlandse kennisaanbieders op het gebied van dijken (ingenieursbureaus, aannemers en kennisinstituten) uitgedaagd om te komen met ideeën voor innovatieve dijkversterking. Drie innovatieve dijkversterkingtechnieken zijn hieruit ontstaan. Wel vond steeds afstemming plaats met de kennisvragers (waterschappen, Rijkswaterstaat en provincie) om de technische en financiële haalbaarheid en maatschappelijk acceptatie te waarborgen. Voor deze technieken zijn begin jaren 2000 pilots opgestart en uitgevoerd. Met het afronden en rapporteren van deze pilots leken ze toepassingsgereed. In 2003 is het project om financiële redenen stopgezet, tijdens de bezuinigingsronde binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Vanaf dat moment is er wel gekeken naar mogelijke alternatieve financieringen, echter zonder goed resultaat. Begin 2004 heeft WINN1 toegezegd te willen investeren in dit project en INSIDE daarmee nieuw leven ingeblazen.
1.
WINN is het Innovatieprogramma voor Wateruitdagingen van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat gaat in WINN, samen met kennisinstituut Deltares en het bedrijfsleven wateruitdagingen aan. http://www.rijkswaterstaat.nl/water/innovatie_en_onderzoek/index/index.aspx
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
De drie ontwikkelde dijkversterkingtechnieken zijn: • • •
Mixed-in-Place (MIP) Dijkvernageling Expanding Columns (dijkdeuvels)
Met het in uitvoering brengen van de maatregelen voor Ruimte voor de Rivier en de dijkverbeteringsprogramma’s voor het Hoogwater Beschermingsprogramma HWBP zijn door de Projectdirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) en het HWBP scans uitgevoerd op kansrijke toepassingen van innovaties. In het rapport “Quick scan innovatieve mogelijkheden HWBP”, (Deltares Kenmerk CO-433700.0013, oktober 2008) is o.a. hierop ingegaan. Dit betreffen onder meer technische innovaties, maar tevens innovaties vanuit ruimtelijke inpassing. Uit interviews met initiatiefnemers en waterschappen kwamen, vanuit technische innovaties, hieruit als kansrijk de zogenaamde INSIDE dijkversterkingtechnieken naar voren. Ondanks deze reeds uitgevoerde stappen worden door de beslissers nog belemmerringen gevoeld. Gevraagd naar de gevoelde belemmeringen bij de initiatiefnemers en waterschappen om te komen tot implementatie van deze innovatieve technieken kwamen meerdere aspecten naar voren, waaronder aspecten rondom levensduur van de technieken, mede in het licht van de wettelijk vereiste periodieke toetsing. Het wegnemen van de gevoelde belemmeringen kan de sleutel zijn voor het succes van doorwerking van deze technieken. Omdat de planvoorbereiding is opgestart voor de vele maatregelen en dijkverbeteringsprojecten is de tijd rijp om deze belemmeringen weg te nemen. 1.3
Belangrijk aandachtspunt Zoals in hoofdstuk 2 wordt toegelicht is het van groot belang om voor gecompliceerde projecten zoals het onderliggende niet alleen de technische risico’s te inventariseren, maar ook ‘niet technische risico’s’ zoals organisatorisch, ruimtelijk, politiek, juridisch, etc. Desalniettemin was de voorbereidings- en doorlooptijd van deze risico-inventarisatie zeer beperkt en is tevens de noodzaak van aandacht voor (reductie in) waterkerend vermogen en (Verkorting) in levensduur steeds benadrukt. Dit heeft er toe geleid dat deze inventarisatie toch voornamelijk technische risico’s bevat. Het verdient dan ook de aanbeveling om ook de andere risico’s nog eens nader te bekijken.
1.4
Leeswijzer Hoewel dit rapport is opgesteld in opdracht van Waterschap Rivierenland, zijn er meer partijen nauw betrokken. Omdat iedere partij met een andere bril naar de risico’s kijkt en ook niet altijd dezelfde belangen nastreeft, beschrijft dit rapport met name de top-risico’s. De bijgevoegde Excel spreadsheet (Mens en Woning 2009) geeft de volledige uitwerking, zodat iedere partij op redelijk eenvoudige wijze, volgens de Top Ongewenste Gebeurtenissen Boom in dit rapport, zijn eigen risico’s kan nazoeken. Het rapport is dientengevolge op meerdere manieren te lezen. Direct betrokkenen kunnen volstaan met het bekijken van hoofdstuk 5 (Bespreking van de top risico’s & De opvallendste risicoclusters). Waarbij het af en toe noodzakelijk zal zijn een onderdeel uit hoofdstuk 4 terug te zoeken, ter verklaring van specifieke onderdelen.
2
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
Geïnteresseerden en onderzoekers die wat verder van de materie afstaan doen er goed aan de inleiding op de gehanteerde aanpak door te nemen (hoofdstuk 2) en een blik te werpen op het overzicht van de belangrijkste projectgegevens (hoofdstuk 3), alvorens ze zich verdiepen in hoofdstuk 4 en 5. Uiteraard zijn de aanbevelingen voor iedereen van belang.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
3
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
4
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
2 Aanpak risicoanalyse 2.1
Algemeen De RISMAN-methode vormt het uitgangspunt voor het opzetten van de (technische) risicoanalyse voor het project WINN INSIDE. Deze methode bestaat uit vier stappen: 1. 2. 3. 4.
Vaststellen doel van de risicobeheersing, gegevens verzamelen. In kaart brengen risico’s. Vaststellen belangrijkste risico’s (kwalificatie/classificatie). In kaart brengen beheersmaatregelen.
Risicomanagement speelt in alle fasen van een project een rol. Het is een cyclisch proces dat gedurende het project continu doorlopen wordt (zie navolgende figuur). Elke projectfase begint met het uitvoeren van een risicoanalyse die steeds weer de belangrijkste risico's voor het project in beeld brengt. Tot en met het eind van de projectfase worden de stappen uit de cyclus een aantal maal doorlopen. De volgende fase begint weer met een risicoanalyse, gevolgd door de overige stappen.
Deltares hanteert voor risicomanagement bij geotechnische werken, in het bijzonder vanuit haar ervaringsgebied toegespitst op omgaan met onzekerheden, de op de RISMAN-methode gebaseerde GeoQ aanpak (Sman 2008). Deze aanpak bevat een aanvulling op de RISMANmethode door het expliciet doorlopen van een aantal extra stappen. Het GeoQ-proces bestaat uit de volgende stappen die per projectfase worden doorlopen: A. B. C. D. E. F.
Bepalen doel en gegevens verzamelen voor volgende stappen. Risico identificatie. Risicoclassificatie en -kwantificatie. Beheersmaatregelen vaststellen. Evalueren resulterend risicoprofiel. Overdracht naar volgende fase.
De eerste en laatste stap vormen een aanvulling op de RISMAN-methode. Stap E komt overeen met het evalueren van de beheersmaatregelen uit de RISMAN-methode. Ten opzichte van de RISMAN-methode zijn de stappen A en F toegevoegd en stap E verbreed.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
5
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
Door de grote tijdsdruk die er op dit project ligt -nog vóór het stormseizoen twee pilots realiseren- is ervoor gekozen te focussen op technische risico’s. Met name het waterkerend vermogen van het dijklichaam en levensduurverkorting zijn onder de loep genomen. Na het identificeren van de risico’s en het vertalen in ongewenste gebeurtenissen (OG’s) (zie paragraaf 4.1), zijn ze met bijbehorende kansen, gevolgen, classificatie en maatregelen opgenomen in een digitaal risicodossier (Mens en Woning 2009). 2.2
Opzet risicodossier Het digitale risicodossier vervult naast een overzichtsfunctie ook een rapportagefunctie. Door een overzichtelijke opbouw en de wijze van presenteren kan aan betrokkenen buiten de projectorganisatie snel en transparant inzicht worden gegeven in de relevante informatie over de risico’s van het project en de wijze waarop deze risico’s worden beheerst. De resultaten van iedere doorlopen stap volgens de bovenstaande aanpak, vullen het dossier dat is opgezet als een Excel-bestand. Door deze werkwijze is het dossier op maat gemaakt voor het project WINN INSIDE en kunnen de resultaten op eenvoudige wijze worden vergeleken met het generieke deel van WINN doorwerking. De kern van het uiteindelijke risicodossier vormt het overzicht van alle risico’s met de prioritering, de beheersmaatregelen, acties, initiatiefnemers/verantwoordelijken en planning. In deze fase zijn de acties al wel geformuleerd, maar er zijn nog geen initiatiefnemers aan gekoppeld en er is ook nog geen planning gemaakt. Daar staat tegenover dat de betrokken consortia parallel aan deze risico-analyse zelf al bezig zijn met maatregelen, zodat tijdens de volgende fase vermoedelijk een groot aantal risico’s kan worden geparkeerd. De overige informatie in het risicodossier betreft onder andere: projectkenmerken, kritische succesfactoren, belangrijke actoren en andere informatie die relevant is voor de beheersing van de risico’s. Het dossier dient continu te worden bijgewerkt; na iedere risicosessie, maar ook na bijvoorbeeld een projectvergadering waarin een nieuw risico naar voren is gekomen. Zo kan goed inzicht worden verkregen in het verloop van het risicomanagement proces, in de zin van wat de ontwikkeling is van de risico’s (zijn er risico’s verdwenen of juist bijgekomen na verloop van tijd?), zijn de beheersmaatregelen voldoende effectief geweest of moeten nog aanvullende acties worden genomen?
2.3
Gebruik risicodossier In (Mens en Woning 2009) is een tabel te vinden met de resultaten uit de EBR sessie. In deze tabel is per techniek, respectievelijk dijkdeuvels (dd) en Mixed-in-Place (MIP) de ongewenste gebeurtenis (OG, kolom A en K) beschreven. Per ongewenste gebeurtenis is in kolom L een categorie kans toegekend op een klasse van 1 tot 3. Per ongewenste gebeurtenis is vervolgens in kolom M het gevolg op het waterverkerend vermogen gekwantificeerd. Hetzelfde is gedaan voor de gevolgen op tijd, kwaliteit, geld en levensduurverkorting op een klasse van 1 tot 3. Voor de betekenis van deze schaal zie figuur 4.2 Klasse-indeling. De beheersmaatregelen worden uitgesplitst in curatieve en preventieve maatregelen. Laatstgenoemde kan getroffen worden voordat met de uitvoering wordt gestart. Curatieve maatregelen zijn corrigerend ten tijde van uitvoering om de beschreven ongewenste gebeurtenis te voorkomen. Daarnaast is in dezelfde file per ongewenste gebeurtenis (OG) een aantal preventieve maatregelen beschreven, gerangschikt naar de belangrijkste preventieve maatregelen. Bij
6
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
sommige ongewenste gebeurtenissen zijn veel preventieve maatregelen die uitgevoerd kunnen worden na elkaar en bij andere zijn dat er minder. Herstellende maatregelen oftewel curatieve maatregelen die genomen kunnen worden zijn beschreven vanaf kolom Y. Hier geldt hetzelfde als bij preventieve maatregelen: bij sommige ongewenste gebeurtenissen zijn er meer curatieve maatregelen mogelijk en bij andere gebeurtenissen minder. De nummering, zoals te vinden is in kolom B komt overeen met de nummering in de ‘Ongewenste Top Gebeurtenissen’ (OTG) boom, zie figuur 4.3. De file kan naar wens worden aangepast om bijvoorbeeld een lijst te zien met toenemende klasse in kans, per categorienummer zoeken welke ongewenste gebeurtenissen hier bij horen enzovoort.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
7
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
8
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
3 Overzicht van de belangrijkste Projectgegevens 3.1
Doel van de pilot Het Waterschap hoopt door het vroegtijdig uitvoeren van 1 of 2 pilots, dat het later in het dijkversterkingstraject mogelijk zal zijn om de betreffende innovatieve oplossingen volwaardig mee te kunnen nemen als varianten in een MER-traject. Het doel van de pilots is het wegnemen van de belemmeringen van de initiatiefnemers en waterschappen. Rijkswaterstaat heeft de ambitie uitgesproken het Waterschap te willen ondersteunen in het wegnemen van de belemmeringen die nu nog worden gevoeld als het gaat om het toepassen van innovatieve technieken.
3.2
Doel van de risicosessie Voor specifiek de innovatieve dijkversterkingstechnieken geldt dat het doel het wegnemen van gevoelde belemmeringen op het aspect levensduur van de INSIDE-technieken betreft. WINN Doorwerking brengt deze belemmeringen in kaart aan de hand van een risicoanalyse en ontwikkelt een proces en stelt een maatregelenpakket op om de risico’s beheersbaar en toetsbaar (volgens de vigerende normen) te maken om daarmee de betrouwbaarheid van een gegarandeerde levensduur te vergroten. Voor de specifieke sessies is Waterschap Rivierenland opdrachtgever. Aan de uitvoering van de pilots zit een strak tijdschema vast. Zo is het de bedoeling dat de twee pilots half september uitgevoerd gaan worden. Voor 15 oktober, begin van het stormseizoen, moeten de werkzaamheden zijn afgerond.
3.3
Globale omschrijving van de techniek De Mixed-in-Place (MIP) techniek is een methode van grondverbetering die reeds vele jaren o.a. in Scandinavië, Duitsland, USA en Japan is toegepast. Met behulp van een kraan uitgerust met een mengkop of meerdere mengkoppen tegelijk, vermengt de techniek droog of nat bindmiddel, met name cement, met vochtige grond, waardoor na verharding gestabiliseerde grondkolommen ontstaan (Figuur 3.1).
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
9
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
Figuur 3.1
Principe dijkversterking met Mixed in Place (dwarsdoorsnede en bovenaanzicht)
Deze innovatieve techniek is binnen INSIDE specifiek ontworpen om stabiliteitsverlies van de dijk bij opdrijven van het slappe lagenpakket achter de binnenteen van de dijk tegen te gaan door vergroting van de schuifweerstand op het diepe glijvlak. Daarnaast wordt de stabiliteit van het binnentalud verhoogd, door de kolommen schuin aan te brengen vanuit het binnentalud tot in de diepe zandlaag (Figuur 3.1), zie ook (Larsen 2009).
10
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
4 Risicoclassificatie 4.1
Ongewenste Gebeurtenissen De risico-analyse voor WINN INSIDE is initieel opgebouwd door gebruik te maken van de al aanwezige ‘analyse van risico’s en maatregelen MIP’ uit CUR-rapport 219 (CURNET 2007). Deze risico’s zijn uiteengerafeld in een verzameling risico’s of ongewenste gebeurtenissen, waar zowel preventieve als curatieve maatregelen aan te koppelen zijn. Een risico wordt zodoende als volgt gedefinieerd: Risico Kans Gevolg , (0.1) waarin ‘gevolg’ is gesplitst in vijf aspecten: • Waterkerend vermogen (WV); • Tijd (T); • Kwaliteit (K); • Geld (G), en • Levensduurverkorting (LV). In de hiernavolgende paragraaf worden deze onderdelen nog nader verklaard. Om de ondersteuning en de expert input van de betrokken partijen te garanderen alsmede zoveel mogelijke relevante gegevens te verzamelen zijn, voor de technieken waarmee de pilot projecten worden uitgevoerd (MIP en dijkdeuvels), EBR-sessies gehouden. De deelnemers voor de MIP-techniek waren: • • • • • • • • •
Peter Damen (Waterschap Rivierenland); Arend Terluin (Waterschap Rivierenland, projectleider pilots Rivierenland); Frans van den Berg (Waterschap Rivierenland); Arno Rozing (Deltares); Helle Larsen (Deltares); Paul Vos (Hakkers); Henk Dekker (Keller Funderingstechnieken); Martin de Kant (Royal Haskoning); Ruud Termaat (Waterdienst, trekker WINN).
Daarmee zijn alle partijen, behalve het Zweedse LCM, die een belang hebben in de pilot vertegenwoordigd: • Waterdienst (RWS); • MIP consortium; Hakkers; Keller Funderingstechniek; Royal Haskoning; • Waterschap Rivierenland; • Deltares. Tijdens deze sessies hebben de deelnemers de kans gekregen nog ongewenste gebeurtenissen (OG’s) toe te voegen, is er inhoudelijk over de OG’s gediscussieerd en zijn ze vervolgens gescoord op relevantie.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
11
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
4.2
Klasse indeling Tijdens de EBR-sessie hebben de aanwezige experts alle ongewenste gebeurtenissen gescoord op die onderdelen, waarbij ze (in onderling overleg) de volgende grenzen in acht hebben genomen. Figuur 4.1
Klasse-indeling van kansen en gevolgen zoals gehanteerd tijdens de EBR-sessie op 19 mei 2009
Score Kans
Waterkerend vermogen
Schatting Overschrijding
1
0-10%
Geen
2
10-25% Niet significant
3
25-50%
Significant
Tijd
Kwaliteit
Geld
Levensduur
Overschr.
Overschrijding
Verkorting
< 2 weken
Niet significant
Overschr van het pilotbudget. 0-10%
2 wk – 4 wk
Beperkt en aanvaardbaar
10-25%
Niet significant
> 4 wk
Significant en onaanvaardbaar
>25%
Significant
Geen
Score slaat op het getal dat is toegekend aan de klasse. De experts hebben bij ‘kans’ aangegeven hoe zij dachten over de kans van voorkomen van de ongewenste gebeurtenis. De gedachte hierbij is dat indien een kans de 50% overschrijdt, dat men dan kan spreken van iets dat vrij zeker gaat gebeuren. Er is alles aan gelegen om dergelijke risico’s op voorhand uit te sluiten. Tevens zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • • •
‘Niet significante verkorting van de levensduur’ (score 2) betekent: ‘kleine ingrepen, klein onderhoud’; ‘Significante verkorting van de levensduur’ (score 3) betekent: ‘groot onderhoud, veel vervanging’, in feite einde van de levensduur; ‘kwaliteit’ houdt in imago en tevredenheid van de bewoners.
Voor een goede beoordeling van het risico(cluster) dient in dit project vooral gekeken te worden naar de risico’s per aspect, omdat gevolgen voor waterkerend vermogen heel anders van aard zijn dan gevolgen in kwaliteit en ze dus niet goed opgeteld kunnen worden voor een totaal risico. Tevens is het belangrijk te realiseren dat in alle gevallen wordt gesproken over indicaties van grootte en rangorden. De individuele betekenis van losse kansen en gevolgen geeft meestal een vertekend beeld. 4.3
Grootste risico’s In paragraaf 5.1 worden per aspect (Waterkerend Vermogen, Tijd, Kwaliteit, Geld en LevensduurVerkorting) de top risico’s (kans x gevolg op aspect) opgesomd en daar waar mogelijk worden maatregelen voorgesteld. Omdat ‘waterkerend vermogen’ en ‘levensduurverkorting’ van dusdanig groot belang zijn, worden van deze aspecten de top 10 (+ enkele opmerkelijke overige) risico’s genoemd. Van de andere aspecten worden de top 5 (+ enkele opmerkelijke overige) risico’s behandeld. De totaallijst van behandelde risico’s is terug te vinden in (Mens en Woning 2009).
12
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
4.4
Behandeling risico clusters via OTG boom Naast de opsomming van de top 5 of top 10 risico’s is tevens gekeken of de behandelde risico’s geclusterd konden worden, en of op basis van deze clustering er meer generieke conclusies konden worden getrokken.
4.4.1
De OTG boom Aan de hand van de lijst met (voornamelijk technische) ongewenste gebeurtenissen is een zogenoemde ‘Ongewenste Top Gebeurtenissen (OTG)’-boom opgesteld, zie ook Figuur 4.2 en bijlage (B). De opzet van de OTG-boom is gebaseerd op de twee maatgevende risico’s bij de pilots voor zowel de dijkdeuveltechniek als de MIP-techniek. Het eerste maatgevende risico betreft het waterkerend vermogen van de dijk en het tweede betreft de hinder voor de omgeving. Figuur 4.2
OTG-boom
De boom is zover mogelijk uitgesplitst van abstracte, overkoepelende ongewenste gebeurtenissen (OG’s) naar concretere OG’s, om in een later stadium expliciete maatregelen te kunnen toekennen. Een groot voordeel van deze werkwijze is de mogelijkheid om ‘hoger’ in de boom (=abstracter) wat meer algemenere conclusies te trekken die veelal voor het management van belang zijn en om ‘lager’ in de boom (=concreter) in te zoomen op de praktische consequenties van iedere OG, zodat ook de projectleider en de uitvoerder uit de voeten kunnen met uitvoerbare maatregelen. De eerste, meer algemene, conclusies komen aan bod in hoofdstuk 5 van de rapportage, de gedetailleerde opsommingen zijn te vinden in de bijlage en uiteraard in het risicodossier. De nummering in het dossier en de nummering in
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
13
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
de OTG-boom zijn gelijk, zodat in alle gevallen teruggezocht kan worden welke OG bij welk risico hoort. Risicografieken Op basis van de uitgevoerde classificatie en het onderbrengen van de OG’s in de OTG-boom heeft het risicodossier al een werkbare vorm gekregen. Om het onderscheid tussen risico en gevolg verder te visualiseren kan gebruik gemaakt worden van een grafiek waarbij het verwachte gevolg wordt uitgezet tegen de geschatte kans van voorkomen. De volledige figuren per gevolg zijn opgenomen in de bijlagen (C). Als voorbeeld toont Figuur 4.3 een willekeurige risicografiek voor het waterkerend vermogen van een dijk die is versterkt met de MIP-techniek. Figuur 4.3
Voorbeeld van een risico-grafiek, zoals die in dit rapport wordt gebruikt
MiP Risico 3 2.8 Gevolg voor Waterkerend Vermogen
4.4.2
A
2.6 2.4
C
2.2 2 1.8 1.6 1.4
B
1.2 1 1
D
1.5
2 Kans
2.5
3
In de risicografiek is op de horizontale as de geschatte kans weergegeven. De Kans is gekwantificeerd op een schaal van 1 tot en met 3. Op de verticale as is de grootte van het effect op het waterkerend vermogen van de dijk weergegeven, eveneens op een schaal van 1 tot en met 3 (zoals in 4.2 is uitgelegd). Het risico wordt bepaald uit het product van kans maal gevolg. In vergelijkbare grafieken worden meestal vier kwadranten onderscheiden, afhankelijk van de grootte van de kans en het gevolg van de gebeurtenis: • De zone linksboven (met het punt A) omvat de ‘verzekerbare risico’s’; • De zone rechtsboven (met punt C) omvat de ‘maatgevende risico’s’; • De zone linksonder (met punt B) omvat de ‘monitoringsrisico’s’; • De zone rechtsonder (met punt D) omvat de ‘ontwerprisico’s. Bij een snelle indeling van de risico’s worden in de risicografiek vaak een aantal lijnen getrokken om onderscheid te maken in kleine, middelgrote en grote risico’s. Hiertoe worden
14
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
één of meerdere lijnen getrokken, waarbij de som van kans en gevolg van alle punten op de lijn gelijk is. Alles links onder de lijn is een klein risico, alles rechtsboven de lijn zijn de grote risico’s. Meestal loopt die (parallel aan) de lijn door de punten (3,1) en (1,3). Uit deze werkwijze volgt duidelijk dat de risicoclassificatie een hulpmiddel is om de risico’s naar prioriteit te ordenen. De indeling is mede afhankelijk van de deelnemers aan het prioriteringsoverleg en de perceptie van het beschreven risico. De indeling is kwalitatief en redelijk subjectief. De gepresenteerde risico’s, met een nauwkeurigheid van decimalen achter de komma, wekt de indruk van een kwantitatieve aanpak. Dit is echter niet het geval (dit is namelijk het gevolg van statistische verwerking van de resultaten van een aantal deelnemers aan de risicosessies), de berekeningen zijn gebruikt om een ordening uit af te leiden en meer waarde kan er in deze fase van het project niet aan worden toegekend.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
15
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
16
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
5 Analyse en conclusies uit risicodossier 5.1
Bespreking van de top risico’s De opsomming en behandeling van de top 10 risico’s vindt als volgt plaats: (OG nummer) + ‘definitie Ongewenste Gebeurtenis’ Voorgestelde preventieve maatregelen o … o … o … Voorgestelde curatieve maatregelen o … o … o …
Hierin zijn de risico’s per aspect van groot naar klein gesorteerd. Per risico is een eerste aanzet gegeven betreffende preventieve en curatieve maatregelen. Deze zijn (grotendeels) afkomstig uit het eerder genoemde CUR-rapport 219. 5.1.1
Waterkerend vermogen (WV) 96. Door verticaal plaatsen MIP-kolommen ontstaan andere (faal)mechanismen met extra risico’s voor waterkerend vermogen. Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met waterschap en provincie Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 60. Stijging toetspeil leidt tot kruinverhoging waardoor belasting toeneemt en de veiligheid afneemt Voorgestelde preventieve maatregelen o in ontwerp marge aanhouden voor toekomstige ontwikkelingen Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 61. Klimaatsverandering leidt tot stijging toetspeil, wat voor afname van veiligheid zorgt Voorgestelde preventieve maatregelen o in ontwerp marge aanhouden voor toekomstige ontwikkelingen Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 78. Onvoldoende onderzoek naar sterkte afname MIP (lange duur gedrag) leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP binnen planperiode Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met TAW
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
17
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 75. Onvoldoende kennis van MIP of waterkeringen leidt tot over het hoofd zien van faalmechanismen Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met waterschap en provincie Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 90. Harde of vaste laag/obstakels zorgen ervoor dat mengkop niet op diepte kan komen waardoor de kolom niet over de hele lengte kan worden gemaakt Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek obstakels/ondergrond Voorgestelde curatieve maatregelen o extra kolom aanbrengen o uitvoeren met kleinere diameter o controle van het ontwerp op mogelijkheid toevoegen extra kolom, check of je dat nog kan verbeteren o analyse kritieke minimum aantal MIP-kolommen nodig voor minimale sterkte 63. Het onvoldoende meenemen in het ontwerp van verbeteroplossingen leidt ertoe dat bij tegenvallende monitor-resultaten onvoldoende verbeteringsmaatregelen kunnen worden genomen Voorgestelde preventieve maatregelen o verschillende principes evalueren in ontwerpstadium Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 77. Grotere spreiding in sterkte of residuele sterkte leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP Voorgestelde preventieve maatregelen o afstemming met TAW o labproeven Voorgestelde curatieve maatregelen o controle tijdens uitvoer o controle tijdens levensduur 73. Bij een improvement ratio van 1 (planperiode 100 jr) en aaneengesloten MIPkolommen is onvoldoende ruimte beschikbaar als MIP-sterkte tijdens de uitvoering tegenvalt Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met TAW Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd
18
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
76. Onvoldoende ervaring met MIP leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP Voorgestelde preventieve maatregelen o geschiktheidsonderzoek grond o rekenregels opstellen lab naar veld o praktijktest uitvoeren o afstemming met TAW o second opinion door externe MIP-experts Voorgestelde curatieve maatregelen o controle tijdens uitvoer o kwaliteitseisen aan gebruikt materiaal 5.1.2
Levensduurverkorting 60. Stijging toetspeil leidt tot kruinverhoging waardoor belasting toeneemt en de veiligheid afneemt Voorgestelde preventieve maatregelen o in ontwerp marge aanhouden voor toekomstige ontwikkelingen Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 61. Klimaatsverandering leidt tot stijging toetspeil, wat voor afname van veiligheid zorgt Voorgestelde preventieve maatregelen o in ontwerp marge aanhouden voor toekomstige ontwikkelingen Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 78. Onvoldoende onderzoek naar sterkte afname MIP (lange duur gedrag) leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP binnen planperiode Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met TAW Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 63. Het onvoldoende meenemen in het ontwerp van verbeteroplossingen leidt ertoe dat bij tegenvallende monitorresultaten onvoldoende verbeteringsmaatregelen kunnen worden genomen Voorgestelde preventieve maatregelen o verschillende principes evalueren in ontwerpstadium Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 75. Onvoldoende kennis van MIP of waterkeringen leidt tot over het hoofd zien van faalmechanismen Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met waterschap en provincie Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
19
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
73. Bij een improvement ratio van 1 (planperiode 100 jr) en aaneengesloten MIPkolommen is onvoldoende ruimte beschikbaar als MIP-sterkte tijdens de uitvoering tegenvalt Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met TAW Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 96. Door verticaal plaatsen MIP-kolommen ontstaan andere (faal)mechanismen met extra risico’s voor waterkerend vermogen Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met waterschap en provincie Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 77. Grotere spreiding in sterkte of residuele sterkte leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP Voorgestelde preventieve maatregelen o afstemming met TAW o labproeven Voorgestelde curatieve maatregelen o controle tijdens uitvoer o controle tijdens levensduur 90. Harde of vaste laag/obstakels zorgen ervoor dat mengkop niet op diepte kan komen waardoor de kolom niet over de hele lengte kan worden gemaakt Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek obstakels/ondergrond Voorgestelde curatieve maatregelen o extra kolom aanbrengen o uitvoeren met kleinere diameter o controle van het ontwerp op mogelijkheid toevoegen extra kolom, check of je dan nog kan verbeteren o analyse kritieke minimum # MIP nodig voor minimale sterkte 68. Toepassing van MIP beïnvloedt de freatische lijn, waardoor de stabiliteit negatief wordt beïnvloed Voorgestelde preventieve maatregelen o toepassen normen en richtlijnen o toepassen gebiedservaringsgegevens o ontwerpen per sectie o plaatsen voldoende peilbuizen Voorgestelde curatieve maatregelen o bijstellen ontwerp ahv monitoring o ballasten lek o afvoeren water
20
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
5.1.3
Tijd 90. Harde of vaste laag/obstakels zorgen ervoor dat mengkop niet op diepte kan komen waardoor de kolom niet over de hele lengte kan worden gemaakt Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek obstakels/ondergrond Voorgestelde curatieve maatregelen o extra kolom aanbrengen o uitvoeren met kleinere diameter o controle van het ontwerp op mogelijkheid toevoegen extra kolom, check of je dan nog kan verbeteren o analyse kritieke minimum # MIP nodig voor minimale sterkte 55. Onverwachte objecten/obstakels leiden tot aanpassingen lokaal deelontwerp Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek aanwezige obstakels Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 54. Onvoldoende aandacht in het kwaliteitsbeheersplan voor de relatie tussen uitkomsten van de testprocedure en het compensatiewerk leiden tot compensatiewerk discussies, waardoor vertraging ontstaat Voorgestelde preventieve maatregelen o criteria opstellen kwaliteitsbeheersplan o toetsing kwaliteitsplan (door externen) Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 53. Onvolkomenheden in afstemming tussen maatregelen en specifieke situaties leiden tot compensatiewerk discussies, waardoor vertraging ontstaat Voorgestelde preventieve maatregelen o start na goedkeuring kwaliteitsbeheersplan o criteria opstellen kwaliteitsbeheersplan o toetsing kwaliteitsplan (door externen) o duidelijkheid goedkeuringsprocedure o duidelijkheid doorlooptijd goedkeuringsprocedure Voorgestelde curatieve maatregelen o tijdig melden aan opdrachtgever o korte reactietijd op bijstelling kwaliteitsbeheersplan 94. Bij het maken van MIP-kolommen is de sterkte tijdelijk verminderd (door het uithardingsproces) waardoor de stabiliteit negatief wordt beïnvloed, ook lager draagvermogen bebouwing Voorgestelde preventieve maatregelen o tijdelijk verwijderen objecten voor uitvoer Voorgestelde curatieve maatregelen o verwijderen van objecten tijdens uitvoer o afspraken over herstel
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
21
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
5.1.4
Geld 90. Harde of vaste laag/obstakels zorgen ervoor dat mengkop niet op diepte kan komen waardoor de kolom niet over de hele lengte kan worden gemaakt Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek obstakels/ondergrond Voorgestelde curatieve maatregelen o extra kolom aanbrengen o uitvoeren met kleinere diameter o controle van het ontwerp op mogelijkheid toevoegen extra kolom, check of je dat nog kan verbeteren o analyse kritieke minimum # MIP nodig voor minimale sterkte 98. Invloed tijdens installeren MIP op bebouwing en kabels en leidingen Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding Voorgestelde curatieve maatregelen o monitoren kabels tijdens uitvoer 70. Toepassing van MIP (met coupures) in de kruin van de dijk leidt tot extra onderhoud aan de wegconstructie (o.a. door verschilzettingen) Voorgestelde preventieve maatregelen o voldoende grondonderzoek ontwerpeisen stellen aan de coupures o verschillende ontwerpprincipes evalueren in ontwerpstadium o verschillende mengmethoden evalueren in ontwerpfase o bodemonderzoek toetsen op kwaliteit Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 73. Bij een improvement ratio van 1 (planperiode 100 jr) en aaneengesloten MIPkolommen is onvoldoende ruimte beschikbaar als MIP-sterkte tijdens de uitvoering tegenvalt Voorgestelde preventieve maatregelen o minimum eisen aan ontwerp(ers) o kwaliteitscontrole ontwerp/second opinion o afstemming met TAW Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 55. Onverwachte objecten/obstakels leiden tot aanpassingen lokaal deelontwerp Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding o vooronderzoek aanwezige obstakels Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd
22
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
5.1.5
Kwaliteit 95. Toepassing van MIP dicht bij of onder bebouwing (op staal gefundeerd) leidt tot schade (tijdens gebruiksperiode) aan de bebouwing door o.a. verschilzetting (mede door autonome bodemdaling) Voorgestelde preventieve maatregelen o voorboren of kernen Voorgestelde curatieve maatregelen o afspraken over wijze van herstel o duidelijke werktekeningen o monitoren bebouwing/fundering 70. Toepassing van MIP (met coupures) in de kruin van de dijk leidt tot extra onderhoud aan de wegconstructie (o.a. door verschilzettingen) Voorgestelde preventieve maatregelen o voldoende grondonderzoek o ontwerpeisen stellen aan de coupures o verschillende ontwerpprincipes evalueren in ontwerpstadium o verschillende mengmethoden evalueren in ontwerpfase o bodemonderzoek toetsen op kwaliteit Voorgestelde curatieve maatregelen o niet gedefinieerd 57. Werken vanaf de kruin en aanvoer van materialen leidt tot (gedeeltelijke) wegafsluiting en dus verkeershinder Voorgestelde preventieve maatregelen o tijdig gemeentevergunning aanvragen Voorgestelde curatieve maatregelen o communicatie met omgeving/belanghebbenden 98. Invloed tijdens installeren MIP op bebouwing en kabels en leidingen Voorgestelde preventieve maatregelen o Klic-melding Voorgestelde curatieve maatregelen o monitoren kabels tijdens uitvoer 58. Beïnvloeding grondwaterstand leidt tot schade of overlast aan de belendingen Voorgestelde preventieve maatregelen o toepassen normen en richtlijnen o toepassen gebiedservaringsgegevens o ontwerpen per sectie Voorgestelde curatieve maatregelen o monitoren wateroverspanningen o ballasten lek o afvoeren water
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
23
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
5.2 5.2.1
De opvallendste risicoclusters Verklaring van de gebruikte termen Zoals in hoofdstuk 4.2 is aangegeven, is gebruik gemaakt van een klasse-indeling waarbij ‘kans’ en ‘gevolg’ op een schaal van 1 tot 3 (natuurlijke getallen) zijn gescoord. Echter door het middelen van de input van de verschillende deelnemers aan de EBR-sessies, ontstaan getallen met een breuk (niet natuurlijke getallen), die niet gedefinieerd zijn. De afwijkende of nieuwe beschrijvingen die gehanteerd zijn voor deze rapportage, zijn in rood weergegeven. In grijs zijn de originele beschrijvingen, daar waar voor handen, weergegeven. Figuur 5.1
Verklaring gebruikte termen
Score
Tijd
Kwaliteit
Geld
Levensduur
Schatting Overschrijding
Overschr.
Overschrijding
Overschr.
Verkorting
1
0-10% Verwaarloosbaar
Geen
< 2 weken
Niet significant
0-10%
Geen
~1.5
10%
‘relatief weinig’
‘ruim 2 weken’
‘relatief weinig’
10%
‘weinig/ amper’
3 weken
Beperkt en aanvaardbaar
10-25%
Kleine ingrepen
2
Kans
Waterkerend vermogen
10-25% Niet significant
~2.5
25%
‘relatief veel’
‘kleine maand’
‘relatief veel’
25%
‘behoorlijk wat’
3
25-50%
Significant
> 4 wk
Significant en onaanvaardbaar
>25%
Groot onderhoud
Bovenstaande definities zijn zoveel mogelijk gebruikt om de risicografieken (zie bijlage C) te beschrijven om zo tot onderstaande conclusies van de risicoclusters te komen. 5.2.2
De opvallendste risicoclusters De grootste risico’s voor Waterkerend Vermogen en Levensduur zijn te verwachten bij de clusters die navolgend zijn omschreven. Stijging toetspeil (evt. door klimaatverandering)/maaivelddalingen/autonome zettingen leiden tot o.a. kruinverhoging waardoor belasting toeneemt en de veiligheid afneemt (categorie 1.3 uit de OTG-boom) Maatregelen die hierbij horen zijn: o o
24
Overdimensioneren van het ontwerp Vrijhouden van ruimte voor toekomstige verbeteringsmogelijkheden
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
Onvoldoende ervaring met [de uitvoering van] MIP leidt tot te lage [lees: verkeerde] ontwerpsterkte (categorie 1.1.1.1.) en/ of het niet op diepte kunnen komen van de mengkop Maatregelen die hierbij horen zijn: o o o o
Tijdens uitvoering ervaring opdoen door veel te monitoren/meten, efficiënt gebruik van ‘test-veld’; Meer (lab)onderzoek uitvoeren naar invloed van verschillende grondsamenstellingen, mengverhoudingen, mengtijd/ -energie, etc.; (Geo)fysisch vooronderzoek uitvoeren om obstakels te detecteren; Voldoende ruimte vrij laten om extra MIP blokken aan te brengen indien de in situ sterkte tegen valt.
Invloed op freatische lijnen/andere faalmechanismen bij verticaal plaatsen MIP, etc. (categorie 1.1) Maatregelen die hierbij horen zijn: o Meer onderzoek naar specifieke basiskennis tav invloed van de techniek op de directe omgeving (zowel grondmassa als belendingen). Onvoldoende kennis2 over MIP of waterkeringen leidt tot over het hoofd zien van faalmechanismen (categorie 1.1) Maatregelen die hierbij horen zijn: o
o
Het is van groot belang om de innovatieve dijkversterking te laten uitvoeren door een ir-bureau (of consortium) met grote kennis van zaken. Ze moeten tevens in staat zijn een afweging te maken tussen de verschillende technieken. In de toekomst moeten er ontwerpregels (leidraad) komen, dus het verdient sterk de aanbeveling om een logboek bij te (laten) houden door de eerste uitvoerenden van de ondernomen stappen tijdens zowel de ontwerpfase als de uitvoerings- en monitoringsfase.
Onvoldoende meenemen in ontwerp van verbeteroplossingen of -mogelijkheden [waardoor dijk in de toekomst niet aan veiligheidseisen voldoet] (categorie 1.1.1.2) Maatregelen die hierbij horen zijn: o
verschillende scenario’s doorrekenen tijdens ontwerpfase;
o
minimum eisen aan ontwerp(ers) stellen;
o
afstemmen met TAW.
Onvoldoende onderzoek naar sterkte afnamen MIP (lange duur gedrag) leidt tot te lage ontwerpsterkte MIP binnen planperiode Maatregelen die hierbij horen zijn: o o o
2.
Meer (lab)onderzoek uitvoeren naar invloed van verschillende grondsamenstellingen, mengverhoudingen, mengtijd/ -energie, etc.; Tijdens uitvoering ervaring opdoen door veel te monitoren/meten, efficiënt gebruik van ‘test-veld’; Vooraf afspreken hoe monitoringsresultaten geïnterpreteerd zullen worden, om ‘achteraf discussies’ te voorkomen.
In deze OG wordt met kennis de aanwezige kennis over de nieuwe techniek in het ontwerpende ing-bureau bedoeld, niet zozeer het meer generieke kennisgebrek wat er nog bestaat in de onderzoeksinstituten.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
25
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
26
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
6 Conclusies en aanbevelingen In paragraaf 5.2 zijn de meest opvallende risicoclusters aangegeven. Daarbij zijn de maatregelen aangegeven die grotendeels afkomstig zijn uit het CUR-rapport 219. Naar aanleiding van de hier gedefinieerde risico’s (en een eerste aanzet voor maatregelen) zullen betrokkenen waaronder het consortium maatregelen moeten bepalen voor de geïdentificeerde risico’s. De reeds voorgestelde maatregelen zijn niet volledig en moeten verder worden aangescherpt. •
•
•
• •
Op een aantal punten is onderzoek nodig, met name daar waar het gaat om ontbrekende basiskennis, zoals de invloed van MIP op de freatische lijn of (onverwachte) faalmechanismen bij verticaal plaatsen. Juist bij MIP lijkt er onzekerheid te zijn ten aanzien van het gedrag van de MIP-blokken op lange termijn. Hiervoor is labonderzoek nodig, samen met regels hoe dit vertaald wordt naar het veld. Er moet voldoende aan monitoring worden gedaan, zowel vooraf als tijdens de uitvoering en in de daarop volgende fasen. Dit is onder meer van belang om, indien er iets niet volgens verwachting verloopt, aan te kunnen geven wat de oorzaak is van de discrepantie. Denk aan oorzaken als gevolg van verkeerde aannames, uitvoeringsaspecten die onvoldoende zijn meegenomen of gedrag in de tijd die anders verloopt dan verwacht. Om invulling te geven aan de monitoringsresultaten verdient het de aanbeveling, vooraf toetsingscriteria vast te stellen, om achteraf discussie te beperken. Met name bij MIP lijkt het risico op schade aan belendingen en/ of kabels en leidingen een opvallend risico. Naast dat er vooraf goed geïnventariseerd moet worden waar dergelijke objecten zich bevinden en dat hieraan het ontwerp wordt aangepast, verdient het ook de aanbeveling zowel grenzen van het project (project boundaries) als ook de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen (tot wanneer is de aannemer verantwoordelijk voor schade aan omgeving) goed vast te leggen.
Afgezien van bovengenoemde wordt het volgende aanbevolen: •
• •
•
De project manager van de pilot moet voldoende ervaring hebben in het managen van complexe projecten maar ook inhoudelijk goed op de hoogte zijn van ‘dijkversterkingsproblematiek’. Daarnaast is oog voor communicatie (met omwonenden) en voldoende tijd voor reflectie (‘heb ik nu alles?’) van groot belang. Besteed voldoende aandacht aan communicatie met de omgeving om, bij tegenvallende resultaten, imagoschade te beperken. Vang met de werkzaamheden op niet kritische locaties (ver van belendingen of overige obstakels) aan en doe ervaring met de aanleg op voordat aan de meer kritische situaties begonnen wordt. Tot slot wordt aanbevolen aanvullende risicoanalyses uit te voeren voor ‘niet technische’ zaken (juridisch, organisatorisch, etc). NB plan hier voldoende tijd voor in, ter voorkoming van kwaliteitsverlies.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
27
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
7 Referenties
CURNET (2007). INSIDE Innovatieve dijkversterking. Bouwen met kennis. Gouda, CUR Bouw & Infra. Larsen, H. (2009). Verdiepingsslag innovatieve technieken HWBP voor Markermeerdijken in Noord-Holland, Deltares. Mens, A. M. J. and M. P. Woning (2009). Risicodossier WINN Specifiek. 1200023-001Risicodossier-v2. Sman, H. T. (2008). Risicomanagement Boulevard Scheveningen / Uitgevoerde risicoanalyse en aanbevelingen risicomanagement. Delft, Deltares.
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
29
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 3 september 2009, concept
A
Uitdraai risicodossier d.d. 2 juni 2009
Risico Inventarisatie Mixed-in-Place
31
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 2 juli 2009, concept
B.
Ongewenste Top Gebeurtenissen Boom
33
1200595-002-VEB-0001, Versie 01, 2 juli 2009, concept
C.
Risicografieken
Er is voor ieder aspect een risicografiek gemaakt, die allemaal de volgende legenda hanteren, waarbij de nummers verwijzen naar de OTG boom. Legenda 1. Waterkerend Vermogen van dijk komt mogelijk in het geding 1.1. Toestand van de dijk (na uitvoering volgens ontwerp) voldoet niet aan de veiligheidsnormen 1.1.1. Onuitvoerbaar ontwerp en/of fouten in het ontwerp 1.1.1.1. Verkeerde (ontwerp)uitgangspunten 1.1.1.2. Verbeteringsmaatregelen kunnen niet worden toegepast wanneer nodig 1.1.2. Uitvoering voldoet niet aan kwaliteitseisen 1.2.1.1. Onvoldoende en/of ontbreken van opnemers 1.2.1.2 Opnemers gaan stuk en kunnen niet vervangen worden 1.3. Verandering van externe randvoorwaarden 2. Hinder 2.1. Vertraging van de uitvoeringswerkzaamheden 2.2. Schade aan belendingen 2.4 Geluidshinder 2.5 Overige hinder (o.a. Verkeershinder/K&L) Overige
Tevens is steeds het zwaartepunt aangegeven met een grote driehoek of cirkel in dezelfde kleur als de OG.
Risico Inventarisatie Mixed in Place
35