Richtlijnen Gezondere Kantines voor scholen Jongeren zijn de toekomst. Willen we dat jongeren gezond leven, dan is het belangrijk dat zij ook op school gezond kunnen eten en drinken. Ze brengen hier immers een groot deel van hun tijd door. Ervaren dat gezond eten lekker en heel gewoon is, helpt hen een gezond eetpatroon te ontwikkelen. Wachten we te lang met het stimuleren van een gezonde leefstijl? Dan kan dit negatieve gevolgen hebben, zoals overgewicht. Hét moment om te investeren in een gezonde toekomst is nu.
Hoe stimuleer je leerlingen om gezonder te eten? Uit wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat mensen vaak kiezen voor eten dat makkelijk te krijgen is. Op basis van onder meer deze inzichten, heeft het Voedingscentrum -in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)- de Richtlijnen Gezondere Kantines opgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt van deze nieuwe richtlijnen is dat de hele kantine een gezonde uitstraling heeft, terwijl leerlingen hun keuzevrijheid behouden.
De nieuwe richtlijnen zijn onder meer gebaseerd op de inzichten van gedragswetenschappers: we maken keuzes veel minder bewust dan we zelf denken. Dit betekent dat het gezonder maken van de omgeving leidt tot gezonder kiezen. Het gaat niet alleen om de soorten producten die worden aangeboden en de hoeveelheden, maar ook om de presentatie ervan. En om de uitstraling van een schoolkantine als geheel. Leerlingen kiezen eerder voor producten die aantrekkelijk worden aangeboden en hun keuzes worden beïnvloed door de beeldmaterialen die ze zien. Scholen die een gezondere kantine willen, kunnen zelf bepalen of ze kleine of grote stappen zetten. Iedereen kan een kantine vrij eenvoudig zó inrichten dat gezonde keuzes letterlijk en figuurlijk voor de hand liggen. Deze brochure beschrijft hoe. Je vindt verder veel praktische tips op www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine Veel scholen zijn al aan de slag gegaan met de voormalige Richtlijn Gezonde Schoolkantine. Zij hebben daar zeker profijt van als ze hun kantine willen inrichten volgens de nieuwe, verbeterde Richtlijnen Gezondere Kantines, waarover deze brochure gaat. In 2016 kunnen scholen nog kiezen welke richtlijnen ze willen hanteren, in 2017 gebruikt het Voedingscentrum alleen nog de nieuwe richtlijnen: Richtlijnen Gezondere Kantines.
’’
De meerderheid van de Nederlanders vindt de school geen plek om te snoepen en te snacken. 2
’’
Wat staat er in de nieuwe richtlijnen? Natuurlijk zie je graag dat je leerlingen met smaak gezond lunchen. Een Gezonde Schoolkantine maakt gezonde keuzes vanzelfsprekend, door het aanbod gezonder te maken en de uitstraling van de kantine zelf te verbeteren. In de Richtlijnen Gezondere Kantines zie je hoe je dat kunt doen. Waar ligt jouw ambitie en waar let je op als je aan de slag gaat met de Richtlijnen Gezondere Kantines?
n
Vier basisregels.
n
Negen punten over uitstraling.
n
Verhouding tussen betere keuzes en uitzonderingen. Welke producten we rekenen tot
betere keuzes, vind je in de keuzetabel op pagina 7. Uitzonderingen zijn producten die je beter alleen af en toe kunt eten. n Aanbod van groente en fruit.
Verschillende niveaus
In de Richtlijnen Gezondere Kantines zijn voor scholen de volgende niveaus gedefinieerd: Zilver en Goud. Hoe ‘edeler’ het metaal, hoe gezonder het aanbod en de uitstraling van de kantine. Voldoe je eraan, dan kun je een zilveren of een gouden Schoolkantine Schaal verdienen. Hieronder staat kort samengevat waaraan de verschillende niveaus moeten voldoen. In de volgende hoofdstukken staat de toelichting daarop.
Een zilveren kantine voldoet aan de vier basisregels voldoet aan minimaal zes uitstralingspunten (waarvan punt 1 t/m 3 in ieder geval) bestaat voor minimaal 60% van het zichtbare aanbod (uitgestald aanbod én automaten) uit
n
n
n
n
betere keuzes, zoals volkorenbroodjes met gezond beleg, halfvolle melk, fruit en snackgroenten
biedt minstens groente of fruit aan
Een gouden kantine voldoet aan de vier basisregels voldoet aan minimaal acht uitstralingspunten (waarvan punt 1 t/m 3 in ieder geval) bestaat voor minimaal 80% van het zichtbare aanbod (uitgestald aanbod én automaten) uit
n
n
n
n
betere keuzes, zoals volkorenbroodjes met gezond beleg, halfvolle melk, fruit of snackgroenten
biedt zowel groente als fruit aan
Ons ideaal Zilveren en gouden kantines geven gezonde producten een hoofdrol, zonder ongezonde keuzes helemaal te verbannen. Nog idealer is als leerlingen in de kantine alleen betere keuzes kunnen krijgen die in de Schijf van Vijf staan. Kantines die alleen maar gezonde producten willen aanbieden, kunnen dat doen. Zij verdienen dan de ideale Schoolkantine Schaal. Zoete snacks, hartige snacks, zoals chocola en chips, komen dan helemaal niet voor in je assortiment. In de overige productgroepen als brood, zuivel, groente en fruit, biedt de kantine alleen betere keuzes aan.
3
Vier basisregels Het eerste ga je aan de slag met de vier basisregels:
Basisregel 1
De kantine biedt in elke productgroep minstens één betere keuze aan. Binnen de verschillende productgroepen (zoals fruit, brood, zuivel) kunnen leerlingen keuzes maken. In alle productgroepen biedt de kantine minstens één betere keuze aan. Dit geldt voor het uitgestalde aanbod én voor het aanbod in de automaten. Een voorbeeld: Wanneer je zowel bij het uitgestalde aanbod als in de automaten frisdranken aanbiedt, zorg er dan voor dat op beide plekken een betere keuze beschikbaar is, zoals water of thee. Welke producten betere keuzes zijn, vind je in de keuzetabel op pagina 7.
Basisregel 2
Op de opvallende plaatsen liggen betere keuzes. De kantine voldoet aan de eerste drie uitstralingspunten (zie ook pagina 5): n Op de opvallende plaatsen bij het uitgestalde aanbod, liggen alleen betere keuzes. Gezonde producten liggen vooraan. n Op de opvallende plaatsen in de automaten staan alleen betere keuzes. Ten minste de bovenste helft (meestal op ooghoogte) bestaat uit betere keuzes. n Als je eten of drinken aanbiedt bij de kassa, staan daar alleen betere keuzes, zoals fruit.
Basisregel 3
De kantine stimuleert water drinken. In een Gezonde Schoolkantine is water altijd beschikbaar, zowel bij het uitgestalde aanbod als in de automaten. Zet bijvoorbeeld kannen met water op de balie en zorg daarnaast voor een watertappunt of een watercooler. Deze worden bij de automaten gerekend. Flesjes water aanbieden kan eventueel ook.
Basisregel 4
De school heeft een gezonde kantine schriftelijk vastgelegd in het beleid. In de schoolgids staan in ieder geval basisregel 1 t/m 3 beschreven.
’’
4
De kantine stimuleert water drinken.
’’
De kantine heeft een gezonde uitstraling De uitstraling van de kantine is belangrijk. Leerlingen kiezen eerder voor producten die je aantrekkelijk aanbiedt. Denk bijvoorbeeld aan fruitspiesjes en het gebruik van mooie schalen. Ook de beelden die leerlingen zien, beïnvloeden hun keuzes. Daarom prijst een Gezonde Schoolkantine op beeldmaterialen zoals posters en stickers alleen betere keuzes aan. De uitstraling van de kantine verbeter je aan de hand van 9 punten. Basisregel 2 kun je afvinken als de kantine in ieder geval aan de eerste drie uitstralingspunten voldoet. Voor niveau Zilver zijn nog minstens 3 extra uitstralingspunten nodig (drie van de punten 4 t/m 9). Voor niveau Goud zijn nog minstens 5 extra uitstralingspunten nodig (vijf van de punten 4 t/m 9). Uitstraling niveau zilver
Uitstraling niveau goud
Uitstralingspunten 1 t/m 3
Je voldoet aan punt 1, 2 en 3
Je voldoet aan punt 1, 2 en 3
Uitstralingspunten 4 t/m 9
Je kiest hieruit minimaal 3 punten
Je kiest hieruit minimaal 5 punten
1. O p de opvallende plaatsen bij het uitgestalde aanbod staan alleen betere keuzes. Betere keuzes staan en liggen letterlijk en figuurlijk voor de hand; ze zijn gemakkelijk te pakken. Vooraan en boven op de balie, vooraan in de vitrines en vooraan op de rekken liggen alleen betere keuzes. Groente en fruit zijn in ieder geval opvallend geplaatst.
2. O p de opvallende plaatsen in de automaten staan alleen betere keuzes. Op de opvallende plaatsen in de automaten staan betere keuzes. Ten minste de bovenste helft (meestal op ooghoogte) bestaat uit betere keuzes.
3. A ls je eten of drinken aanbiedt bij de kassa, staan daar alleen betere keuzes. Het gaat hier om producten die bij de kassa liggen, waardoor leerlingen ze gemakkelijk kunnen pakken als ze afrekenen, of daarop staan te wachten.
4. G roente en fruit presenteer je op een aantrekkelijke manier. Bijvoorbeeld op een mooie schaal of in een mand bij de kassa. Denk daarnaast aan voorgesneden, hapklare porties groente en fruit in bakjes. Denk ook aan groente en fruit op broodjes en tosti´s.
5. O p de looproute door de kantine zie je de betere keuzes het eerst. Kijk goed naar de looproute en zorg dat betere keuzes het eerste in zicht komen.
6. B ij (prijs)acties bied je alleen betere keuzes aan. Denk aan aanbiedingen en acties waarbij je twee producten samen voor een lagere prijs aanbiedt. Bijvoorbeeld een volkoren broodje en een stuk fruit. Ook bij andere (prijs)acties promoot je alleen betere keuzes.
7. H et aanbod op de menukaart en/of prijslijst bestaat voor het merendeel uit betere keuzes. Minimaal de helft van de menukaart en/of prijslijst bestaat uit betere keuzes.
8. O p beeldmateriaal van eten en drinken laat je alleen betere keuzes zien. Bij beeldmateriaal kun je denken aan posters, flyers, tafelbordjes of decoratiemanden.
9. D e reclames op automaten van eten en drinken, laten alleen betere keuzes zien. Bijvoorbeeld water of fruit. Als er een of meer uitstralingspunten niet van toepassing zijn, is dat niet erg. Dat heeft geen invloed op het niveau van de kantine.
5
Betere keuzes en uitzonderingen De nieuwe Schijf van Vijf, gelanceerd in het voorjaar van 2016, is gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Het Voedingscentrum heeft deze inzichten verwerkt in de Richtlijnen Gezondere Kantines. Dit betekent dat de indeling van producten in betere keuzes en uitzonderingen in sommige gevallen verandert. De kantinescan maakt de verhouding tussen betere keuzes en uitzonderingen inzichtelijk volgens de nieuwe Schijf-van-Vijf-criteria (kantine.voedingscentrum.nl).
Betere keuze: Dit is een product dat in de Schijf van Vijf staat, of een product dat buiten de Schijf valt, maar wel dagelijks mag worden gegeten. Dit wordt een Dagkeuze genoemd. Uitzondering: Dit is een product dat buiten de Schijf van Vijf valt. Dit wordt een Weekkeuze genoemd. (zie tabel pagina 7)
Voor een aantal productgroepen is de overgang naar de indeling volgens de Schijf van Vijf vrij groot. Tot 1 januari 2020 hanteert het Voedingscentrum daarom een overgangsperiode, waardoor kantines, cateraars en leveranciers de tijd krijgen om hun producten af te stemmen op de Schijf van Vijf. In die periode gelden minder strenge criteria voor een aantal productgroepen: hartige snacks, zoete snacks, ijs, soep, dranken en broodbeleg. Deze productgroepen mogen tot 2020 bijvoorbeeld iets meer calorieën, verzadigd vet en zout bevatten. De kantinescan houdt hier rekening mee.
dranken
groente en fruit
smeer- en bereidingsvetten brood, graanproducten en aardappelen
6
zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei
Betere keuze Dagkeuze
Uitzondering
Productgroep
Schijf van Vijf
Weekkeuze
Groente
Snackgroente zoals cherrytomaatjes en komkommers, rauwkost (voor op brood)
Maaltijdsalade
Alle onderdelen van de maaltijdsalade zijn Schijf van Vijf-producten, met eventueel maximaal twee porties uit Dagkeuze
Fruit
Handfruit zoals appels, peren, bananen, verse fruitsalade zonder toegevoegde suikers Gedroogde fruit zonder toevoegingen, portie van maximaal 20 gram
Een eetlepel appelmoes, een schijf ananas uit blik op siroop, drie gedroogde en gekonfijte dadels.
Een schaaltje fruitcocktail/ananas op siroop, een schaaltje appelmoes
Brood
Volkorenbrood, volkoren knäckebröd, bruinbrood, bruin/volkoren broodjes met en zonder zaden en pitten, roggebrood, muesli (met vruchten)
Een sneetjes ciabatta, een volkoren beschuitje en een cracotte naturel
Wit brood(je), croissant, beschuit, krentenbrood, krentenbol, krokante muesli met chocolade (voor 1 schaaltje)
Spinazie à la crème Zoetzure paprika uit pot Groenten uit blik/glas met toegevoegd zout of suiker
Kant-en-klare Broodjes bestaan uit: n Bruin of volkorenbrood n broodjes en Margarine/halvarine uit een kuipje n belegde broodjes Beleg uit de Schijf van Vijf n Eventueel één portie uit de Dagkeuze Smeersel
Alle soorten (dieet)margarine of (dieet)halvarine in een kuipje
Halfvolle roomboter (voor 1 snee)
Roomboter
Hartig beleg (voor 1 snee brood)
20+ en 30+ kaas, hüttenkäse, mozzarella, Rambol, verse geitenkaas, verse kaas light (8%), zuivelspread (light en gewoon)
20+ en 30+ smeerkaas
48+ kaas, 60+ brie, harde geitenkaas
Achterham, beenham, Casselerrib, kip- en kalkoenfilet, rosbief, magere knakworst, magere smeerpaté, licht gezouten runderrookvlees
Rauwe ham, room paté, smeerleverworst
Sandwichspread, eiersalade, tonijnsalade, komkommersalade, kip-kerriesalade
Pindakaas light, pindakaas met toegevoegd suiker en zout
Jam, honing, Vruchten- en chocoladehagelslag
Chocoladepasta, kokosbrood
Gekookt of (roer)gebakken ei zonder zout bereid met olie of vloeibaar vet Vis zoals zalm, haring en makreel Notenpasta en pindakaas van 100% noten of pinda’s
Gekookt/ gebakken ei met zout
Zoetbeleg (voor 1 snee)
-
Zuivel
Karnemelk, magere- of halfvolle melk, yoghurtdrank zonder toegevoegde suikers, magere vruchtenyoghurt met zoetstof, (light) chocolademelk met zoetstof
Dranken
Water, koffie en thee zonder suiker
Kopje cappuccino zonder suiker, automatenkoffie met melk en/of suiker, kopje thee met klontje suiker Dranken met ≤ 4 kcal/ 100 ml zoals light frisdrank
Latte macchiato, koffie die gezet is met cafetière, vruchtendranken, vruchtensap, groentesap, suikerhoudende fris-, sport- en energiedrank
Zoete snacks
-
Producten met ≤ 75 kcal/ portie VV: ≤ 1,7 g/portie Na: ≤ 200 mg/portie
Stroopwafel, roze koek, grote candybar, wafel
Hartige snacks
-
Producten met ≤ 75 kcal/ portie VV: ≤ 1,7 g/portie Na: ≤ 200 mg/portie
Zakje gezouten nootjes, zakje chips, kroket, saucijzenbroodje
IJs
-
Waterijsje op een stokje Producten met ≤ 75 kcal/ portie VV: ≤ 1,7 g/portie Na ≤ 200 mg/portie
Roomijs (met chocolade)
Warme maaltijd
Alle onderdelen van de maaltijd zijn Schijf van Vijf-producten, met eventueel maximaal twee porties uit Dagkeuze
Soep (per soepkom)
Gepureerde groente (minimaal 70% van de soep bestaat uit groente) met eventueel 1 Dagkeuze Soepen met ≤ 75 kcal/ portie VV: ≤ 1,7 g/portie Na: ≤ 200 mg/portie
Volle melk, yoghurtdrank, chocolademelk, vruchtenyoghurt met toegevoegde suikers
Alle soorten soep met bouillon
Bij een aantal productgroepen wordt voor de Richtlijnen Gezondere Kantines een uitzondering gehanteerd. Zie http://gezondeschoolkantine.voedingscentrum.nl/volgensdeschijf
7
Hoe bepaal je de verhouding? Het uitgestalde aanbod n
n
n
n
n
n
n
n n
n
n
8
et ‘uitgestald aanbod’ bedoelen we: het aanbod dat niet in automaten zit, dus alle producten op de balie, M in de koeling, in vitrines, op rekken en in manden. ies een moment op de dag waarop er een gemiddeld aanbod aanwezig is, en noteer op welk tijdstip K je bent begonnen met tellen. Een volgende keer dat je je aanbod naloopt om te checken of je volgens de richtlijnen werkt, kies je hetzelfde tijdstip, zodat je de resultaten goed kunt vergelijken. P er productgroep tel je het aantal betere keuzes en uitzonderingen van het uitgestalde aanbod in de hele school. Je telt alle producten, dus niet alleen de productsoorten. et gaat niet alleen om het uitgestalde aanbod in de kantine zelf, maar ook om het aanbod in een koffiecorner H elders op het terrein van de school. T el alleen de producten die je klanten kunnen zien. Producten in voorraad, die niet zichtbaar zijn, tel je ook niet mee. P roducten die alleen op de prijslijst of de menukaart staan, die je op aanvraag klaarmaakt, tel je één keer mee. Een voorbeeld: op je menulijst staan een broodje brie en een broodje ham. Deze tel je als twee broodjes, al verkoop je op aanvraag acht broodjes brie en geen broodjes ham. T el alle aantallen betere keuzes bij elkaar op en alle aantallen uitzonderingen en noteer de subtotalen. Beide subtotalen opgeteld is het totaal aantal producten. Ga ervan uit dat dat aantal 100% is. Om het percentage uit te rekenen, deel je een het aantal betere keuzes door het totaal aantal producten en vermenigvuldig je dit met 100%. E en simpel rekenvoorbeeld: bij de uitgestalde producten liggen 12 appels en 8 roze koeken = 20 stuks totaal. etere keuze: 12 B x 100% = 60% 20 8 itzondering: 20 U x 100% = 40%
eze verhouding voldoet aan niveau Zilver. D
Automaten n n
n n
n
n
ies een moment op de dag waarop de automaten een gemiddeld aanbod bevatten. K Je telt de facings: dit zijn de voorste producten in de rij. Hoeveel producten daar achter liggen, is niet belangrijk. Het gaat erom hoeveel betere keuzes en uitzonderingen de leerlingen zien als ze voor de automaat staan om een keuze te maken. eem alle automaten in het gebouw en op het terrein van de school mee in je berekening. N T el alle aantallen betere keuzes bij elkaar op en alle aantallen uitzonderingen en noteer de subtotalen. Beide subtotalen opgeteld is het totaal aantal producten. Ga ervan uit dat dat aantal 100% is. Om het percentage uit te rekenen, deel je het aantal betere keuzes door het totaal aantal producten en vermenigvuldig je dit met 100%. ekenvoorbeeld: wie voor de automaat staat, ziet 4 flesjes water, 4 flesjes cola light, en 2 cola regular. R Het subtotaal van de betere keuzes is dan 8. Het subtotaal van de uitzonderingen is 2. In totaal zijn er 10 flesjes op de voorste rij te zien (= 10 facings). 8 et percentage betere keuzes is dan 10 H x 100% = 80%
n
et percentage uitzonderingen is dan H
n
eze verhouding voldoet aan niveau Goud. D
2 10
x 100% = 20%
Niveaus
Om een niveau te kunnen bepalen, hebben we de volgende verhoudingen gedefinieerd: Niveau zilver: 60% betere keuzes en 40% uitzonderingen. Niveau goud: 80% betere keuzes en 20% uitzonderingen. In onderstaande tabel kun je zien welke niveaus bij welke verhoudingen horen:
Percentage van het uitgestalde aanbod dat uit betere keuzes bestaat: ≥ 60%
≥ 80%
100%
Geen niveau
Geen niveau
Geen niveau
Geen niveau
Geen niveau
Niveau zilver
Niveau zilver
Niveau zilver
Geen niveau
Niveau zilver
Niveau goud
Niveau goud
Geen niveau
Niveau zilver
Niveau goud
Ideaal
100%
≥80%
≥60%
Percentage van het aanbod in automaten dat uit betere keuzes bestaat:
<60%
<60%
9
Aanbod van groente en fruit Een Gezonde Schoolkantine geeft groente en fruit de hoofdrol. Een zilveren kantine biedt minstens groente óf fruit aan. Een gouden kantine biedt groente én fruit aan. Groente en fruit zijn rijk aan vitamines en mineralen en bevatten vezels die nodig zijn voor een goede spijsvertering. Ook beschermen de voedingsstoffen in groente en fruit tegen chronische ziekten.
Groente Je kunt losse groenten aanbieden, zoals snoeptomaatjes, mini-komkommers of mini-paprika. Maar ook als plakjes tomaat, komkommer of sla op broodjes. Een spiesje met stukjes tomaat, komkommer en olijfjes is ook feestelijk. Hoe meer groente je aanbiedt, hoe beter natuurlijk. Het advies is om ten minste 250 gram groente per dag te eten. Groente en fruit vormen samen een vak in de Schijf van Vijf. Groente levert weinig calorieën en veel voedingsstoffen. Daardoor is groente goed voor het houden van een gezond gewicht. Het is goed om niet alleen bij het avondeten groente te eten, maar ook bij de lunch en tussendoor.
Fruit Je kunt diverse fruitsoorten aanbieden. Je kunt appels, mandarijnen, bananen aantrekkelijk presenteren op een fruitschaal die je geregeld bijvult. Of maak fruitspiesjes en bakjes gesneden fruit. Ook kun je fruit op brood aanbieden. Denk aan schijfjes appel, verse ananas en banaan op een tosti, of een broodje geitenkaas met peer. Hoe meer fruit je aanbiedt, hoe beter natuurlijk. Fruit valt samen met groente in een vak van de Schijf van Vijf. Ook fruit heeft een hoge voedingswaarde. Het advies is om twee stuks fruit per dag te eten. In plaats van een stuk fruit, zoals een appel of een flink stuk meloen, kun je ook een schaaltje aardbeien of kersen eten, of een schaaltje met gemengd fruit.
10
Mijn actiepunten:
Planning:
1.
1.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
2.
2.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
3.
3.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
4.
4.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
5.
5.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
6.
6.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
7.
7.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
8.
8.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
9.
9.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................
.......................................................
11
Jongeren kunnen wel wat hulp gebruiken Jongeren in de groei ontwikkelen zich het beste als ze gezond eten. Daar kunnen ze wel wat ondersteuning bij gebruiken, zeker in de kantine op school. In een onderzoek onder ruim 400 scholieren geven jongeren aan dat zij door het aanbod in de schoolkantine worden verleid. Een deel van hen vindt dat schoolkantines alleen gezonde producten zouden moeten verkopen.
Politiek vindt gezonde kantines belangrijk De overheid ziet graag dat alle schoolkantines in Nederland gezond zijn. Dit is vastgelegd in een aantal moties. Het Voedingscentrum heeft van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de opdracht gekregen om scholen te helpen hun kantines gezonder te maken en zo gezond kiezen gemakkelijker te maken voor leerlingen. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het aanpassen van het aanbod.
Gezond eten is beter voor het milieu Gezond eten volgens de Schijf van Vijf is volgens de Gezondheidsraad in grote lijnen beter voor het milieu. Het gaat dan vooral om minder vlees eten, meer volkoren graanproducten, groente en fruit en minder energierijke producten.
Aan de slag? Scholen kunnen zelf met de Richtlijnen Gezondere Kantines aan de slag gaan, maar kunnen ook samen met een cateraar het aanbod verbeteren. In het Akkoord Gezonde Voeding op Scholen hebben cateraars afgesproken minimaal niveau Zilver te willen realiseren. Wil je meer weten over wat je zelf kunt doen en wat je misschien kunt uitbesteden aan cateraars? Of wil je weten hoe je ouders en leerlingen bij je gezonde aanpak kunt betrekken? Kun je met een gezonde kantine net zoveel verdienen? Antwoorden op deze vragen vind je op onze website www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine Voor de genoemde onderzoeken zie onze factsheets ‘Richtlijnen gezondere kantines’ en ‘Invloed van de omgeving op eetgedrag’ op www.voedingscentrum.nl/factsheets
De Schoolkantine Brigade kan je helpen met praktische tips. Bel ons voor een afspraak: 070-306 8875 Email
[email protected] Twitter @GezondeBrigade
www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine 04/2016