Reyhan:
‘Een Vlaamse vriend was een brug te ver. Dat was een onuitgesproken regel die ik had meegekregen in mijn opvoeding’
30
GemenGde Gevoelens: kiezen tussen turkse familie en vlaams lief
‘Ik heB Reyhan nooIt aLS Iemand exotISch gezIen’ De Vlaming komt makkelijker thuis met een vakantielief uit Senegal of een bruid uit een Oekraïense catalogus, dan dat hij verliefd wordt op zijn Turkse of Marokkaanse buurmeisje. Toch kijken we steeds vaker over het muurtje om een partner te vinden. Al vinden ze dat aan de andere kant niet altijd even evident. ‘De gemakkelijkste oplossing is met een Turk te trouwen.’ Lieven Sioen, foto’s Frederik Buyckx 31
GemenGde Gevoelens: kiezen tussen turkse familie en vlaams lief
O
mdat de elegante, 52-jarige dame het Nederlands nog niet goed beheerst, beginnen mensen vaak in het Frans of Spaans met haar te praten. Pas als haar naam valt, wordt duidelijk dat Cigdem Eskiköy Turkse roots heeft. Ze is een buitenbeentje, migreerde pas toen ze 35 was. In 1995 nam de vrijgevochten, ongehuwde vrouw uit Istanboel een contract aan van de Turkse overheid, om in Gent onderwijs in eigen taal te geven aan kinderen van Turkse origine. ‘We droomden allemaal van Europa’, zegt Cigdem. ‘Ik had zin in het avontuur en was heel nieuwsgierig naar jullie onderwijssysteem.’ In ons land overviel haar de liefde, toen ze op een feestje Hugues Vandegehuchte ontmoette, een Belgische man die vloeiend Turks sprak. ‘Gescheiden en met twee kleine kinderen. Het was wel even stil toen ik dat tijdens het kerstverlof aan mijn ouders, broers en zussen vertelde. Maar we wonen in Istanboel, ze hebben een open kijk. Enkele dagen later is Hugues me halsoverkop achterna gereisd, om kennis te maken. We hebben nog diezelfde vakantie ons verlovingsfeest gevierd.’ Het koppel trouwde kort daarna. Het ritueel werd voltrokken door een moderne imam bij de familie in Istanboel. ‘Ik heb beleden dat er een God is’, vertelt Hugues. ‘Meer was daar niet aan. Mijn vrouw is gelovig, maar niet praktiserend. Zelf ben ik niet religieus. Thuis vieren we zowel kerst als het offerfeest. En onze dochter Maya heeft op school katholieke godsdienst, islam en zedenleer gevolgd. Ik vind het vooral belangrijk dat ze beseft dat er andere werkelijkheden zijn dan de hare. Dat ze haar eigen referentiekader leert relativeren.’ Het echtpaar Vandegehuchte-Eskiköy woont in een verkaveling in de Gentse randgemeente Mariakerke. Turkije is subtiel aanwezig in de woonkamer, onder de vorm van enkele kalligrafieën, een gegraveerd wandmeubel en de Turkse muziekcollectie van Hugues. Voor haar huwelijk woonde Cigdem in de Turkse wijk van Gent. ‘Ik had een heel goed contact met de gemeenschap. Nog altijd trouwens, onder meer via mijn werk. Ik begeleid een
alfabetiseringsproject in het Turks, voor jonge schoolkinderen. Ik heb ook moedergroepen opgestart. Het blijft me verbazen met welke achterstand Turkse kindjes vaak op school beginnen. Vlaamse kleuters kennen de kleuren, kunnen dieren benoemen, enzovoort. Migrantenkinderen kunnen soms alleen miaauw zeggen bij de tekening van een poes.’ Hugues en Cigdem waren een van de eerste Turks-Vlaamse koppels in Gent, maar ze zijn de uitzondering gebleven. ‘Ik voel me vaak beschaamd als Vlaming’, zegt Hugues. ‘Mensen die perfect Nederlands praten, maar met een vreemde naam, vinden door racisme nog altijd geen huurhuis. Op het vlak van integratie hebben we zo weinig vooruitgang geboekt.’ Hugues werkt voor het CLB. Ook in het onderwijs ziet hij na al die jaren weinig beterschap. ‘Het aantal jongeren van Turkse origine dat doorstoot naar het hoger onderwijs, blijft op één hand te tellen. Omdat ze nauwelijks Nederlands kunnen, wanneer ze aan hun lagere school beginnen. Die achterstand is niet in te halen.’ Het is een klassenprobleem, meent Hugues. De schotten tussen de gemeenschappen blijven huizenhoog. ‘Zolang mensen in hun concentratiewijken blijven wonen, hebben ze geen behoefte om Nederlands te leren. Misschien lijd ik aan beroepsmisvorming. Door elke dag met mijn neus op de problemen te worden gedrukt, ben ik te pessimistisch.’
Stille revolutie
Te pessimistisch, inderdaad, vinden de jonge sociologen Pieter-Paul Verhaeghe en Koen Van der Bracht van de Universiteit Gent. Samen met Bart Van de Putte schreven ze het boek Migrant zkt toekomst, over de verschillende migrantengroepen in Gent. De onderzoekers bestudeerden de harde feiten: waar wonen en met wie huwen migranten? ‘Omdat die zaken veel zeggen over wie je bent: je opleidingsniveau, je sociaal milieu, de vraag of gemeenschappen met dan wel naast elkaar leven.’ De sociologen kwamen tot verrassende vaststellingen, die nogal wat wederzijdse stereotypen onderuithalen. Zo zijn de immigratiehuwelijken tussen 2001 en 2008 spectaculair gedaald, van 72 tot 49 procent bij 32
Cigdem:
‘ Een Belg, gescheiden bovendien, en met twee kinderen. Het was even doodstil toen ik dat aan mijn familie vertelde’ Hugues:
‘ Ik voel me vaak beschaamd als Vlaming. Op het vlak van integratie hebben we zo weinig vooruitgang geboekt’
Turkse Gentenaars en van 61 tot 38 procent bij Marokkaanse Gentenaars. Tegelijk is het aantal gemengde huwelijken tussen Turkse Gentenaren en etnische Vlamingen verdubbeld, tot zo’n 8 procent. ‘Dat blijft weinig, maar de evolutie is onmiskenbaar. Vroeger leefden we naast elkaar. Vandaag stappen we meer en meer in hetzelfde huwelijksbootje en gaan we meer en meer in dezelfde buurten wonen.’ Want dat is de tweede opmerkelijke vaststelling van de sociologen. De concentratie van Turkse en Marokkaanse migranten in enkele Gentse buurten neemt fors af. In de Sleepstraat bijvoorbeeld, het hart van de Turkse gemeenschap, daalde het aandeel van Turkse inwoners in tien jaar tijd zelfs van 44 naar 31 procent. ‘Er is een Turkse middenklasse ontstaan die van de concentratiewijken verhuist naar de meer welgestelde, witte
randgemeenten, zoals Oostakker, Wondelgem en Gentbrugge. De ruimtelijke segregatie neemt daardoor af. De migranten zijn in beweging.’ De twee spreken van een stille revolutie. ‘Stil, omdat het traag en dus onopgemerkt gebeurt. Revolutionair, omdat het een diepgaande verandering is. Gemengde huwelijken nemen toe, ze worden zichtbaarder binnen de gemeenschap en er komen kinderen uit voort. Die trend kan alleen versnellen.’ Bij de Spaanse en Italiaanse migranten vond dezelfde evolutie plaats, maar wel drie decennia eerder. ‘Blijkbaar zijn de etnische barrières bij de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen groter. Bovendien heeft de toegenomen xenofobie sinds de jaren 90 het proces vertraagd. Maar wij denken dat het kantelmoment is bereikt. De beweging van gesloten enclaves naast elkaar naar een
soort etnische mozaïek zal zich doorzetten. Gemengde huwelijken spruiten voort uit gemengde contacten. Hoe meer jongeren in dezelfde buurten wonen of naar dezelfde scholen gaan, hoe meer kans dat ze verliefd worden op elkaar.’
Mixed/with love
Toch is een gemengde relatie helemaal niet evident, ook niet binnen de etnische minderheid, waar het taboe op een relatie met een niet-moslim enorm groot blijft. Toen Zehra Karademir (28) haar vader vertelde dat ze wilde trouwen met Matthias, was zijn reactie dat hij voortaan nog maar vier dochters had in plaats van vijf. Zehra heeft de aanloop naar haar huwelijk met Matthias met hartverscheurende eerlijkheid gefilmd en verwerkt tot de documentaire Uit liefde vermengd - Mixed/ 33
with love. De openingsscène is pijnlijk. Naar Turkse gewoonte halen de bruidegom en de schoonouders de bruid bij haar thuis op. Zehra’s broer bindt haar een rood lint om. In de keuken zit de vader te mokken. Een laatste poging om hem alsnog mee te tronen naar het feest, mislukt. Zehra mag haar vader zelfs niet als afscheid de hand kussen. ‘Ze is mijn dochter niet meer’, zegt hij. ‘Ik ben de jongste van vijf ’, vertelt Zehra. ‘Mijn ouders zijn zeer traditioneel. Studeren betekende kiezen tussen snit en naad, verzorging en haartooi. Zelf heb ik als enige ASO gevolgd, dankzij mijn buurmeisje dat me heeft ingeschreven. Ik wilde mijn eigen weg gaan.’ Op de middelbare school raakte Zehra bevriend met Matthias. Daarna ging hij geschiedenis studeren, zij vrije grafiek aan het KASK. Later kruisten hun wegen elkaar opnieuw en werden ze verliefd. In die periode rees bij Zehra het plan om de stappen naar haar huwelijk te filmen, samen met de sociaal-artistieke vzw Ambrosia’s Tafel. Ze kon toen niet vermoeden dat ze vruchteloos zou dingen naar haar vaders zegen. Vijf maanden probeerde Zehra tevergeefs contact te krijgen met haar vader. ‘Ik vond het belangrijk om te weten waarom hij zich van mij had afgekeerd. Hij is letterlijk ziek geworden van mijn keuze. Een antwoord heb ik niet gekregen, maar hij heeft me nooit verboden om te trouwen met Matthias.’ Bij Matthias’ ouders was Zehra snel kind aan huis. Haar eigen moeder steunde haar ook. ‘Ze vertelt altijd dat ze aan haar hand vijf vingers heeft, en dat ze allemaal gelijk zijn.’ Maar haar vader bleef onvermurwbaar. Omdat Matthias geen moslim is? ‘Een heiden blijft een heiden, zei hij eens. Maar ik wilde niet dat Matthias moslim werd tegen zijn overtuiging. Dat zou schijnheilig zijn geweest. Zelf ben ik religieus opgevoed. Mijn geloof zit in mijn taal, in mijn handelingen, in wie ik ben. Maar ik sta er wel kritisch tegenover. Ik wil vooral een goed mens zijn. En gelukkig worden met Matthias.’ Ondanks de houding van haar vader heeft Zehra nooit overwogen om haar gemeenschap de rug toe te keren. Ze wilde ook absoluut trouwen volgens de Turkse traditie. ‘Ik wilde in geen geval kiezen tussen mijn Turkse familie »
GemenGde Gevoelens: kiezen tussen turkse familie en vlaams lief
en mijn Vlaamse vriend. Mijn familie, onze cultuur, mijn roots zijn ontzettend belangrijk voor mij. Ik hoopte op dezelfde manier het huis te kunnen verlaten als mijn vier zussen.’ De documentaire van Zehra Karademir eindigt met beelden van het avondfeest. De epiloog vertelt ze ons zelf. ‘Ik ben blijven langsgaan bij mijn ouders, soms met Matthias erbij. En in de zomer ben ik met mijn ouders op vakantie geweest naar Turkije. Matthias is ons met de motor achterna gereisd. Hij was welkom. Stilletjesaan legt mijn vader zich bij ons huwelijk neer.’
dat het bewustwordingsproces al bezig was voor de wet werd gestemd. Binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen wordt er enorm veel gediscussieerd over de problemen die met huwelijksmigratie gepaard gaan. Een partner uit het land van herkomst is lang geen evidentie meer.’
Open geest
Reyhan Görgöz (36) groeide ook op met het idee dat ze met een jongen uit Turkije zou trouwen. Vandaag verwacht ze met haar man
Huisslaafje
De Vlaamse Gentenaar is dan misschien nog niet de ideale schoonzoon of -dochter voor de Turkse Gentenaar, de importbruid uit Emirdag is dat ook steeds minder. De advocate Meryem Kaçar kent de problematiek maar al te goed. Ze is zelf met een West-Vlaming getrouwd, maar behandelt veel Turkse echtscheidingsdossiers. ‘Huwelijksmigratie op zich is geen probleem, wel de huwelijkskwaliteit. Er zijn veel voorbeelden van geslaagde huwelijken met een partner uit Turkije. Alles hangt af van het opleidingsniveau, de economische positie en de integratie in de samenleving.’ Kaçar kan echter verschillende schrijnende voorbeelden geven van meisjes die uit Emirdag naar Gent zijn gehaald om als huisslaafje te dienen, maar ook van jongens die gebukt gaan onder de schuld van de bruidsschat, zich kapot werken, en volledig onder de knoet liggen van hun vrouw en schoonfamilie. ‘Huwelijken mislukken als de partner uit Turkije te laag geschoold is. Maar nog belangrijker is in welke mate de partner hier integreert in de samenleving. Sommige mannen leven wel in België, maar volgens het achtergestelde waardepatroon van hun streek van herkomst. Zij dompelen de nieuwkomers volledig onder in hun subcultuur.’ Vorig jaar is de wetgeving rond huwelijksmigratie strenger geworden, maar Kaçar betwijfelt of dat alleen volstaat om het patroon te doorbreken. Ook de sociologen Pieter-Paul Verhaeghe en Koen Van der Bracht zijn door hun onderzoek gesterkt in de overtuiging dat de verandering vanuit de gemeenschap moet komen. ‘De cijfers tonen 34
Hans Vermeersch (36) haar tweede kindje. Ze is het derde kind uit een Turks gezin van vijf, het eerste dat in België werd geboren en hogere studies deed. ‘Ik heb thuis moeten knokken om die ruimte te krijgen. Mijn vader heeft me altijd enorm gestimuleerd om mijn best te doen op school, maar bij mijn studiewerk kon hij me niet helpen. Ik ben doorverwezen naar het BSO, maar ging toch naar het technisch onderwijs. Gelukkig was ik daar de eerste van de klas, wat me zelfvertrouwen gaf om voort te studeren.’
Op haar 24ste studeerde Reyhan af. Veel leeftijdsgenoten waren toen al getrouwd, maar Reyhan werd vanuit haar omgeving niet gepusht om een partner te zoeken. Zelf was ze er ook niet zo mee bezig. ‘Ik wilde een man die open van geest was, en de pool van Turkse jongens die ik hier kende, was bijzonder klein. Even heb ik zelfs heel rationeel overwogen om met een jongen uit Turkije te trouwen. Maar ik heb enorm gevochten voor mijn vrijheid en wilde die strijd niet overdoen met een man.’ Een Belg was geen optie, vertelt Reyhan.
Zehra:
‘Mijn vader is letterlijk ziek geworden van mijn keuze. Maar stilletjesaan legt hij zich neer bij ons huwelijk’
‘Onmogelijk. Dat was een onuitgesproken regel die ik in mijn opvoeding had meegekregen. Een Vlaamse vriend is een brug te ver. En dus had ik me nooit voor zo’n relatie willen openstellen.’ Tot ze Hans leerde kennen. De liefde was wederzijds. Maar Reyhan lag in de knoop met zichzelf. ‘In het begin voelde het alsof ik mijn familie bedroog. De gemakkelijkste oplossing was met een Turk te trouwen.’ Voor Hans stelde dat probleem zich niet. Hij was opgegroeid in Deinze en daar waren geen Turken. ‘Reyhan was gewoon Reyhan, de collega van een vriend. Ik heb haar nooit als iemand exotisch gezien. Mijn ouders ook niet, trouwens.’ In haar familie was Reyhan de eerste die met een Vlaamse vriend thuiskwam. De relatie werd niet euforisch onthaald. ‘Maar ik heb snel duidelijk gemaakt dat ik niet wilde kiezen tussen mijn familie en mijn partner’, zegt Reyhan. ‘Elke keuze is een verlies. Mijn moeder, die een praktiserend gelovige is, antwoordde dat ze vooral wilde dat ik gelukkig zou worden.’ Hans: ‘Ik denk ook dat je moeder je goed genoeg kende om te beseffen dat je je niet zou laten tegenhouden.’ De twee trouwden kort daarna. Met een hennafeest voor de beperkte familie en een fuif voor de vrienden. Hans heeft zich ook bekeerd. ‘Je kunt daar heel principieel of heel pragmatisch mee omgaan. Ik heb vooral de stap voor Reyhan gemakkelijker willen maken.’
Dijkbreuk
Acht jaar later verbaast het Hans en Reyhan hoe snel de tijdgeest is veranderd. ‘Ik mocht dan wel voortstuderen, maar tijdens de middagpauze met de jongens iets gaan eten, was not done. Daar werd over geroddeld, terwijl dat voor mijn neven en nichten nu vanzelfsprekend is. Enkele van hen zijn ondertussen ook met een Vlaming getrouwd. En mijn moeder krijgt geregeld vrouwen over de vloer van wie de zoon of dochter een Vlaamse vriendin of vriend heeft. Ze willen dan weten hoe dat bij mij is gelopen. Twintig jaar geleden zouden diezelfde vrouwen mijn moeder gecondoleerd hebben, omdat ze haar dochter heeft verloren.’ 35
Hans: ‘Het is als een dijkbreuk. Een klein gaatje wordt snel groter als de eerste binnen de familie het pad heeft geëffend. Toch blijft de instroom van jongeren van Turkse origine in het hoger onderwijs problematisch laag.’ Reyhan: ‘Studeren is voor meisjes een manier om vrijheid te verwerven. En het is aan een hogeschool of universiteit dat je met een hele brede waaier van andere mensen in contact komt. Uiteindelijk zoeken we allemaal een partner die een beetje dezelfde levensvisie heeft.’ En die gedeelde kijk op het leven en op samenleven bond Hans en Reyhan veel meer dan hun culturele achtergrond hen scheidde. ‘Natuurlijk duiken er na een tijd meningsverschillen op,’ zegt Hans, ‘maar voor mij waren die niet van een andere orde dan de conflicten die in elke relatie opduiken. Mensen zijn nu eenmaal anders. Samenleven is compromissen zoeken.’ Over religie bijvoorbeeld. ‘Ik ga heel relaxed met mijn geloof om’, zegt Reyhan. ‘Mijn moeder is wel religieus. Mijn vader was daar veel vrijer in. Zelf vond ik het een enorme verrijking om op een katholieke meisjesschool te zitten, maar ik ben ook blij dat ik de Koran heb leren lezen. Ik zie niet veel verschil tussen de twee religies en hoop dat mijn zoon dezelfde houding zal ontwikkelen.’ ‘Natuurlijk gaan we hem de islam aanreiken,’ reageert Hans, ‘maar ik wil onze kinderen evenzeer bijbrengen dat religie geen evidentie is.’ Het koppel voedt hun zoon tweetalig op. ‘Cultuur leeft verder via taal en ik vind het belangrijk dat de kinderen kunnen communiceren met de familie. Hopelijk kunnen ze later even vlot omgaan met hun Turkse als met hun Vlaamse achtergrond.’ Al zijn hun dagelijkse zorgen van een heel andere orde, zegt Hans. ‘Het vinden van een crèche, de opvoeding van de kinderen, de combinatie van twee jobs en een gezin, opvang voor een zieke peuter: kortom, de zaken waarmee al onze leeftijdsgenoten in deze fase van hun leven worstelen.’ www.migrantzkttoekomst.be www.ambrosiastafel.be
I