Revalidatiemodel en inkoop 2016 1. Revalidatie model De sector werkt met onderstaand revalidatiemodel.
Revalidatiemodel
Aanmelding Intake Legitimering van zorg
MD1
Onderzoek en Diagnostiek
MD2
Revalidatie
Evaluatie Afsluiten
Planning cliënttraject
Monitoring cliënttraject
2. ICF en visuele revalidatie De 'International Classification of Functioning, Disability and Health'(ICF) is een referentieclassificatie van de WHO. De ICF is een ordeningsmodel en begrippenstelsel waarmee het functioneren van cliënten inzichtelijk kan worden gemaakt. Het is een model dat het vraaggericht werken bevordert. Het revalidatiemodel maakt gebruik van het ICF. Perspectieven en begrippen uit de ICF De ICF biedt een standaardtaal en een schema voor de beschrijving van het menselijk functioneren en alles wat daarmee verband houdt. Met de ICF wordt iemands functioneren beschreven vanuit drie verschillende perspectieven:
het perspectief van de mens als organisme, als lichaam. Hoe goed functioneren de gewrichten, het hart en de bloedvaten, de hersenen, de ogen en oren en hoe is het psychisch functioneren? het perspectief van het menselijk handelen, welke activiteiten voert iemand zelf uit en welke zou hij zelf kunnen of willen uitvoeren. het perspectief van participatie, deelname aan het maatschappelijk leven. Kan iemand meedoen op alle levensterreinen zoals werk, gezin en hobby.
In het revalidatiemodel gaat het om de (hulp)vragen van de cliënt ( in perspectief van gezondheidssituatie en functies) op activiteitenniveau. Deze worden beantwoord rekening houdend met externe en persoonlijke factoren. De doelstelling cq te bereiken resultaten hebben altijd betrekking op het zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk leven.
3. NOG richtlijnen (bijlage 1) Het NOG (Nederlands Oogheelkundig Gezelschap) heeft richtlijnen ontwikkeld op basis waarvan (oog)artsen cliënten doorverwijzen voor revalidatie. Deze richtlijn “visusstoornissen, revalidatie en verwijzing” is eind 2011 herzien en vastgesteld door het NOG In het revalidatiemodel is opgenomen dat alleen cliënten in ‘behandeling’ worden genomen die zijn verwezen door een medisch specialist op grond van de NOG richtlijn. 4. PAI systematiek (Participation Activity Inventory) (bijlage 2-2.1) De PAI systematiek is een evidence based methodiek gebaseerd op ICF om hulpvraag/vragen van cliënt in kaart te brengen en revalidatieplannen op te baseren. De systematiek kent 3 onderdelen: - vragenlijst ten behoeve van hulpvraag verduidelijking - verfijnde vragenlijst om door cliënt te behalen resultaten (per ICF domein) te kunnen vaststellen - evaluatie om het effect van de interventie te kunnen bepalen De PAI systematiek voor volwassenen is in gebruik en levert in 2016 de eerste resultaten op. Binnen het VU loopt een wetenschappelijk onderzoek naar een PAI for kids. Dit onderzoek is in 2016 nog niet afgerond. De vragenlijsten zijn al wel beschikbaar en zullen in 2016 worden toegepast. 5. Productenboek (bijlage 3) De sector beschikt over een productenboek gebaseerd cq geordend op basis van de ICF systematiek. Het productenboek is in het kader van onderzoek naar de prestatiebekostiging door HHM (in opdracht van de NZa) getoetst op de eisen van de medische herkenbaarheid. De opmerkingen zijn verwerkt in de beschrijvingen van de producten. De ‘productieregistratie’ is hierop ingericht.
6. Behandeltrajecten 2016 – 2018 (bijlage 4) De NZa heeft het advies van HHM overgenomen inzake de te ontwikkelen prestatiestructuur. Onder regie van VWS is een ontwikkeltraject uitgewerkt op basis waarvan toegewerkt wordt naar een model waarbij de zorg wordt bekostigd op basis van behandeltrajecten (= de te bekostigen prestaties). Voor de sector visueel wordt daarbij (op basis van input van de sector) onderscheid gemaakt in de volgende trajecten: 1 Onderzoek en Diagnostiek met een nadere onderverdeling: - Stoornisdiagnostiek - Functionele diagnostiek bij enkelvoudige hulpvragen - Functionele diagnostiek bij enkelvoudige hulpvragen van cliënten met bijkomende problematiek - Functionele diagnostiek bij complexe meervoudige hulpvragen 2 Hulpmiddelenadvies en instructie - Blinde of slechtziende cliënt met hulpvraag met betrekking tot onderzoek, advies en instructie (geavanceerde) hulpmiddelen op één of enkele van de ICF levensgebieden 3 revalidatie volwassenen met een nadere onderverdeling: - Revalidatie enkelvoudige hulpvragen - Revalidatie enkelvoudige hulpvragen uitgebreid - Revalidatie enkelvoudige hulpvragen intensief cliënten met bijkomende beperkingen - Revalidatie zeer intensief bij complexe meervoudige hulpvragen 4 revalidatie kinderen en jongeren met een nadere onderverdeling: - Differentiatie naar leeftijdscategorie o 0-4 jaar o 4-12 jaar o 12-18 jaar - Per leeftijdscategorie drie niveaus 5 Diagnostiek, consultatie en borging - Het in opdracht van een andere zorgaanbieder onderzoeken of bij cliënt(en) sprake is van een (bijkomende) visuele beperking en / of geven van advies over de impact aan de cliënt en op organisatieniveau. De uitwerking van de behandeltrajecten start onder regie van VWS. In het bestuurlijk overleg is aangegeven dat de uitwerking een doorlooptijd van enkele maanden vraagt. Als bijlage 4 zijn de beschrijvingen van de profielen toegevoegd, waar de huidige registratie op is gebaseerd 7. Beslisbomen in revalidatiemodel Voor de goede orde volgt hieronder nog een keer het schema van het revalidatiemodel. Binnen het revalidatiemodel worden de volgende beslisbomen onderscheiden: 1 Aanmelding 2 Hulpvraagverduidelijking 3 Onderzoek & Diagnostiek 4 Revalidatie & evaluatie
Revalidatiemodel
Aanmelding Intake Legitimering van zorg
MD1
Onderzoek en Diagnostiek
MD2
Revalidatie
Evaluatie Afsluiten
Planning cliënttraject
Monitoring cliënttraject
7.1 Bij de -
Aanmelding (beslisboom 1) aanmelding wordt beoordeeld: (aanwezigheid) verwijzing op grond van NOG richtlijn Hulpvraag cliënt NAW-gegevens en identiteit (BSN) Is cliënt verzekerd voor de ZVW
Bij cliënten waar de stoornis al is vastgesteld (en er geen wijziging is opgetreden) kan worden volstaan met een verwijzing van de huisarts of de jeugdarts. In de aanmelding gaat het om de legitimering van de zorg. Wordt voldaan aan de basiscriteria dan start de hulpvraagverduidelijking 7.2 Hulpvraagverduidelijking (beslisboom 2) In de hulpvraagverduidelijking wordt in een (telefonisch) gesprek met de cliënt de hulpvraag en situatie van de cliënt nader geduid. Met behulp van de PAI 1 wordt bepaald op welke ICF levensgebieden de vragen met de hoogste prioriteit liggen. Daarnaast worden de (voor de hulpvraag van belang zijnde) externe en persoonlijke factoren in kaart gebracht. Op basis van de uitkomst van de hulpvraagverduidelijking wordt beoordeeld of: - Nader O&D nodig is en zo ja welk ‘O&D traject’ o Stoornisdiagnostiek o Functionele diagnostiek bij enkelvoudige hulpvragen o Functionele diagnostiek bij enkelvoudige hulpvragen van cliënten met bijkomende problematiek o Functionele diagnostiek bij complexe meervoudige hulpvragen - Gestart kan worden met een revalidatietraject en zo ja welk ‘behandeltraject’ o Blinde of slechtziende cliënt met hulpvraag met betrekking tot onderzoek, advies en instructie (geavanceerde) hulpmiddelen op één of enkele van de ICF levensgebieden o Revalidatie enkelvoudige hulpvragen - De hulpvraag qua aard in inhoud niet voldoet aan de criteria van ZVW en o Traject wordt gesloten o Hulpvraag past binnen sociaal domein of andere financiering
7.3 Onderzoek en diagnostiek (beslisboom 3) In veruit de meeste situaties zal de hulpvraagverduidelijking leiden tot een van de trajecten Onderzoek en Diagnostiek. In de multidisciplinaire Onderzoek en Diagnostiek trajecten wordt nader onderzoek gedaan naar het zien, gedrag en vaardigheden. Met behulp van de PAI 2 worden in samenspraak met de cliënt de revalidatiedoelstellingen bepaald. De revalidatiedoelstellingen in combinatie met de situatie van de cliënt (in ICF termen functies en anatomische eigenschappen, persoonlijk en externe factoren) bepalen binnen welk behandeltraject de hulpvraag wordt beantwoord. Uitkomsten kunnen zijn: - revalidatie volwassenen (=profiel 3) met een nadere onderverdeling: o Revalidatie enkelvoudige hulpvragen o Revalidatie enkelvoudige hulpvragen uitgebreid o Revalidatie enkelvoudige hulpvragen intensief cliënten met bijkomende beperkingen o Revalidatie zeer intensief bij complexe meervoudige hulpvragen - revalidatie kinderen en jongeren (= profiel 4a) met een nadere onderverdeling: o Differentiatie naar leeftijdscategorie 0-4 jaar 4-12 jaar 12-18 jaar o Per leeftijdscategorie drie niveaus - Op basis van uitkomst O&D wordt traject gesloten of blijkt dat hulpvraag niet voldoet aan criteria van de ZVW en hulpvraag binnen sociaal domein of andere financiering beantwoord dient te worden 8. Evaluatie behandeltrajecten Na afronding wordt ieder behandeltraject geëvalueerd met de cliënt. Bij de evaluatie betreft het zowel de meting met behulp van de PAI-systematiek of de revalidatiedoelstellingen zijn gerealiseerd als de meting van de tevredenheid van de cliënt. Voor de volwassenen zijn de meting van de behandelresultaten en de tevredenheid in 2015 geïmplementeerd en kunnen in 2016 de eerste resultaten worden verwacht. Voor kinderen en jongeren geldt dat de PAI systematiek in 2016 in gebruik wordt genomen. Hetzelfde geldt voor de structurele meting van de tevredenheid (systematiek wordt in 2015 ontwikkeld) 9. Diagnostiek, consultatie en borging Betreft het in opdracht van een WLz zorgaanbieder onderzoeken of bij cliënt(en) sprake is van een (bijkomende) visuele beperking en / of geven van advies over de impact op cliënt en organisatieniveau. De doelgroep is in WLz-instellingen in zorg verblijvende cliënten waarbij een vermoeden bestaat van een visuele beperking en/of stoornis en cliënten waarbij al vastgesteld is dat sprake is van een bijkomende visuele beperking (basis NOG richtlijn). Zie behandeltraject voor verdere omschrijving Met ingang van 2016 start de structurele meting van de tevredenheid (systematiek wordt in 2015 ontwikkeld). 10. Dossier eisen cliënten (bijlage 5) Op grond van bovenstaand proces en beslisbomen wordt het dossier van de cliënt opgebouwd. - Hulpvraag cliënt - BSN-check - COV-check - Gezondheidssituatie cliënt o Oogheelkundige gegevens o Overige gegevens gezondheidssituatie en functies
-
-
Externe en persoonlijke factoren Uitkomst PAI 1 o Hulpvraag in termen van ICF activiteiten en participatieniveau Onderzoek & Diagnostiek o Zien o Gedrag o Vaardigheden Revalidatieplan o Doelstellingen PAI 2 o In te zetten producten (productenboek) o Omvang, looptijd o Wijze van monitoring (met cliënt)
In het dossier wordt in dit kader zicht- en herkenbaar vastgelegd: o Verwijzing op grond van NOG richtlijn door medisch specialist o NAW-gegevens o E-mailadres (indien aanwezig) o Burgerservicenummer o Gegevens van een geldig ID-bewijs geregistreerd en identiteit geverifieerd - 1e aanmelding o Naam zorgverzekeraar en nummer (tbv COV check) - 1e aanmelding o Toestemmingsformulier opvragen (medische) gegevens o Oogheelkundige gegevens en/of medische gegevens o Intakeverslag o Uitkomsten Onderzoek & Diagnostiek o Ondertekend Revalidatieplan in behandelfase (door cliënt en eindverantwoordelijk behandelaar) Als bijlage 5 is de uitwerking van de legitimeringseisen toegevoegd 11. Structurele meting cliënttevredenheid (bijlage 6-6.2) Binnen de sector van instellingen voor visueel gehandicapten wordt gestructureerd de tevredenheid onder de volwassen cliënten gemeten. In 2015 worden volgens hetzelfde principe cliënttevredenheidsmetingen uitgewerkt voor de volgende doelgroepen: - Kind en Jeugd (naast de andere doelgroep gaat het hierbij om meerjarige trajecten die van invloed zijn op de vraagstellingen) - Andere zorgaanbieders waar in kader van Onderzoek, borging en consultatie afspraken mee zijn gemaakt Onder bijlage 6 is nadere informatie over inhoud en procedure van de tevredenheidsmeting toegevoegd. 12. Deskundigheidseisen (bijlage 7) De sector onderscheidt de volgende betrokken disciplines naar hun deskundigheid in drie categorieën: - Zien: klinisch fysicus visueel systeem, oogarts, optometrist, orthoptist, technisch oogheelkundig assistent (toa), low vision specialist. - Gedrag: GZ-psycholoog, neuropsycholoog, psycholoog, orthopedagoog, psychologische assistent, maatschappelijk werker. - Vaardigheid: ergotherapeut, bewegingstherapeut, logopedist, creatief therapeut, braille/taaldocent, ontwikkelingsbegeleider.
Ten behoeve van de specifieke deskundigheid beschikt de sector over vakbekwaamheidsprogramma’s waarbij gedacht dient te worden aan: - Visueel functioneren - Gezichtsveldbeperkingen - Oriëntatie en mobiliteit - Braille - Licht, verlichting en inrichting - Visueel auditief beperkten - NAH/CVI - VVB - Spelontwikkeling en –begeleiding kinderen - Tactiel profiel - .. Als bijlage 7 is het branchecurriculum toegevoegd waar binnen de sector aan wordt gewerkt.