> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam
GGz Centraal
Werkgebied Noordwest
T.a.v. de Raad van Bestuur
Kabelweg 79 - 81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl
Postbus 3051 3800 DB AMERSFOORT
Bijlagen 1
Datum 10 juli 2014 Onderwerp Toetsing interne suïcide-evaluatie
Geachte Raad van Bestuur, Op 22 mei 2014 bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) uw instelling in het kader van de bezoekronde Toetsing interne suïcide-evaluatie. In de aankondigingsbrief van 28 april 2014 heeft de inspectie u geïnformeerd over de aanleiding en het doel van het inspectiebezoek. Tijdens het bezoek toetste de inspectie verslagen van de interne onderzoeken die zijn uitgevoerd naar aanleiding van een suïcide of suïcidepoging met ernstig letsel. Het bezoek is afgelegd door
, inspecteur, en
, accounthoudend inspecteur.
De inspectie heeft verzocht de interne verslagen van suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel uit 2013 van de locatie Almere voor het bezoek klaar te leggen. Bij aanvang van het bezoek is gekeken of het aantal door de instelling klaargelegde interne onderzoeksverslagen overeenkwam met het aantal door de instelling aan de inspectie geaggregeerd aangeleverde suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013. Vervolgens zijn er voor de toetsing drie verslagen at random uitgekozen. Aansluitend heeft een gesprek met de verantwoordelijke directeur zorg plaatsgevonden (N.B. daar waar verder in deze brief geneesheer-directeur staat, dient u directeur zorg te lezen). Resultaten A. Zijn alle geaggregeerd aangeleverde suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013 onderzocht door de instelling? Tijdens het bezoek is gebleken dat het aantal interne onderzoeksverslagen overeen kwam met het aantal geaggregeerd aangeleverde suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013. B. Heeft de instelling tijdens de evaluatie van de suïcide of suïcidepoging met
ernstig letsel gebruik gemaakt van de minimale zorgvuldigheidseisen uit de ‘Handreiking uniforme meldingsroute bij suïcide of suïcidepoging met ernstig letsel’?
In de volgende tabel is het resultaat weergegeven:
Vragen
1. Maakt een evaluatiebespreking deel uit van het onderzoek naar de suïcide(poging)?
Casus
Casus
Casus
1
2
3
JaI
Ja
Ja
Nee
Deels
Deels
Deels
Deels
Ja
Deels
Ja
Ja
Deels
Deels
Ja
Ja
Ja
2. Is er gestreefd alle bij de behandeling betrokken hulpverleners, inclusief de eventuele ketenpartners, te betrekken bij de evaluatie?
3. Is het aspect ‘risicotaxatie van de suïcidaliteit’ betrokken bij de evaluatie?
4. Is het aspect ‘rol familie/naasten bij de risicotaxatie’ betrokken bij de evaluatie?
5. Is het aspect ‘functioneren van de ketenzorg’ betrokken bij de evaluatie?
6. Wordt er tijdens de evaluatie een eerste aanname gedaan over of er sprake is van een incident of een calamiteit?
I
Ja
JA
Staat in het onderzoeksverslag beschreven
DEELS
Komt uit het verslag niet (duidelijk) naar voren, maar wel uit het gesprek met de geneesheerdirecteur
NEE
Staat niet in het onderzoeksverslag en blijkt ook niet uit het gesprek met de geneesheerdirecteur
N.V.T
Niet van toepassing op de casus
Pagina 2 van 4
7. Is het onderzoeksverslag ter beoordeling voorgelegd aan de GD?
Ja
Ja
Ja
Conclusie Op basis van de toetsing van de suïcideverslagen concludeert de inspectie dat de betreffende locatie binnen de kleurcategorie oranje valt. Dit heeft de volgende betekenis:
Oranje – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet wisselend of onvoldoende aan minimale zorgvuldigheidseisen. Uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt echter dat de evaluaties voldoende zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee lijkt op een minder navolgbare en minder systematische wijze invulling te worden geven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, kan hierdoor minder zorgvuldig geborgd zijn. U kunt de scoringscategorieën in de bijlage terugvinden. Verbeterpunten en vervolgacties Op basis van de toetsingen en met in achtneming van de relevante contextinformatie over de instelling, verwacht de inspectie dat u de aandachtspunten (score deels en/of nee) met betrekking tot de suïcide-evaluaties en de bijbehorende verslaglegging, spoedig verbetert. De instelling dient deze verbeteringen vervolgens te toetsen door middel van een interne audit. De inspectie verwacht de resultaten hiervan binnen 3 maanden na dagtekening van deze brief. U kunt de resultaten richten aan de accounthouder van uw instelling, onder vermelding van nummer . Tot slot De inspectie verzoekt u de brief te controleren op feitelijke onjuistheden. U kunt binnen een maand na dagtekening van deze brief uw reactie sturen naar onder vermelding van nummer . Mocht de inspectie binnen de gestelde termijn geen reactie van u vernemen, dan wordt de huidige brief als definitief beschouwd. Ik ga ervan uit u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met . op telefoonnummer 020-5800100. Ik dank u voor uw medewerking.
Pagina 3 van 4
Hoogachtend,
Projectleider
Pagina 4 van 4
Bijlage 1: scoringscategorieën
Groen – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet aan minimale zorgvuldigheidseisen. Ook uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt dat de evaluaties zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt op een voldoende navolgbare en systematische wijze invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, lijkt voldoende geborgd.
Oranje – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet wisselend of onvoldoende aan minimale zorgvuldigheidseisen. Uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt echter dat de evaluaties voldoende zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee lijkt op een minder navolgbare en minder systematische wijze invulling te worden geven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, kan hierdoor minder zorgvuldig geborgd zijn.
Rood – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet niet aan minimale zorgvuldigheidseisen. Ook uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt dat de evaluaties onzorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt op een onvoldoende navolgbare en systematische wijze invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, lijkt onvoldoende geborgd.