SECTOR: CONSERVATIE/RESTAURATIE PROFIEL: VAKMAN MODERNE BOUWRESTAURATIE In samenwerking met het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen en met ondersteuning van de Stichting Vlaams Erfgoed en het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website : www.serv.be, via de link beroepsprofielen.
Februari 2003 D/2003/4665/05
AO/restauratie/vakmanMBR_def
Wetstraat 34-36 1040 Brussel Tel: 02.20.90.111 Fax: 02.21.77.008 E-mail:
[email protected] www.serv.be
1.
INHOUDSTAFEL
INLEIDING
3
1.
AFBAKENING EN OMSCHRIJVING
5
1.1 1.2 1.3 1.4
DOMEIN AFBAKENING BEROEPSINHOUD DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
5 8 11 14
2.
TAKEN EN COMPETENTIES
16
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1
VOORBEREIDENDE TAKEN PLANNEN EN ORGANISEREN VAN HET EIGEN WERK ORGANISEREN EN INRICHTEN VAN DE WERKPLEK VOORZIEN VAN DE NODIGE GRONDSTOFFEN EN MATERIEEL UITVOERENDE TAKEN AANBRENGEN VAN EEN OPVANGSYSTEEM EN VAN BESCHERMING OP BEPAALDE
18 18 18 19 20
GEVELONDERDELEN VÓÓR DE GEVELREINIGING
20 20
2.2.2 UITVOEREN VAN DE GEVELREINIGING EN DE NABEHANDELING 2.2.3 VOORBEREIDEN VAN DE ONDERGROND EN VAN HET VERVANGMATERIAAL VOOR NATUURSTEENREPARATIE
2.2.4 UITVOEREN VAN DE NATUURSTEENREPARATIE 2.2.5 VOORBEREIDEN VAN DE BALK(EN)(KOP) TER BEVORDERING OF HERSTELLING VAN DE STABILITEIT
2.2.6 HERSTELLEN VAN DE BALK(KOP) 2.2.7 OPLIJMEN VAN DRAGENDE BALK(EN) 2.2.8 VOORBEREIDEN VAN HET METSELWERK VÓÓR INJECTIE TER BEVORDERING VAN DE STABILITEIT OF TEGEN OPSTIJGEND VOCHT
22 23 24 25 26 26
2.2.9 UITVOEREN VAN INJECTIES TER BEVORDERING VAN DE STABILITEIT EN TEGEN OPSTIJGEND VOCHT 27 2.2.10 VOORBEREIDEN VAN HET HOUT- EN/OF METSELWERK VÓÓR EEN BEHANDELING TER BESTRIJDING VAN INSECTEN EN/OF ZWAMMEN 28 2.2.11 UITVOEREN VAN DE BEHANDELING TER BESTRIJDING VAN INSECTEN EN/OF ZWAMMEN 29 2.2.12 INSTAAN VOOR DE ORDE EN DE NETHEID OP DE WERKPLEK 29 2.2.13 ONDERHOUDEN EN REINIGEN VAN MATERIEEL 30 2.2.14 W ERKADMINISTRATIE DOEN 30
Inhoudstafel
2.
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
ONDERSTEUNENDE TAKEN KWALITEITSZORG VEILIGHEID MILIEU
31 31 31 32
3.
COMPETENTIES
33
3.1 3.2 3.3
BEROEPSKENNIS SLEUTELVAARDIGHEDEN SPECIFIEKE VEREISTEN
33 34 35
4.
BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
36
5.
ARBEIDSORGANISATIE
37
6.
KNELPUNTEN
39
7.
TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
40
8.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
41
LIJST VAN ORGANISATIES EN BEDRIJVEN DIE DEEL UITMAAKTEN VAN DE CONFERENTIES ‘VAKMAN MODERNE BOUWRESTAURATIE’
43
BIJLAGE
45
BRONNEN - LITERATUURLIJST
47
Inhoudstafel
3.
INLEIDING
In dit profiel wordt het beroep ‘vakman moderne bouwrestauratie’ beschreven. In hoofdstuk 1 komen we tot een afbakening en omschrijving van het beroep. Op de eerste plaats wordt het domein waarin de vakman moderne bouwrestauratie werkzaam is verkend, namelijk de conservatie- en restauratiesector. Daarna volgt een afbakening voor de verdere uitwerking van het beroepsprofiel. Vervolgens wordt de beroepsinhoud omschreven. Tenslotte wordt kort toegelicht welke eventuele doorgroeimogelijkheden er voor de vakman bestaan. Hoofdstuk 2 bevat de eigenlijke kern van het beroepsprofiel. Er wordt dieper ingegaan op de taken en competenties van de vakman moderne bouwrestauratie. Wij maken daarbij een onderscheid tussen voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. Het onderliggende doel van deze takenanalyse is het detecteren van de competenties die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep. We wensen er de aandacht op te vestigen dat deze beroepsprofielen slaan op de doorsnee beroepsuitoefening. Hierbij maken we abstractie van verschillen die kunnen voorkomen verbonden met de bedrijven die vakmannen moderne bouwrestauratie tewerkstellen. In deze takentabellen nemen we ook de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar op. Een beginnend beroepsbeoefenaar is iemand die een initiële opleiding (op school of elders) heeft gevolgd, maar nog geen ervaring heeft in het beroep. In hoofdstuk 3 komt het geheel van de vereiste competenties uitgebreid aan bod. Er volgt een overzicht van de beroepskennis en van de sleutelvaardigheden die noodzakelijk zijn om het beroep te kunnen uitvoeren. Ook worden nog enkele specifieke vereisten belicht. Hoofdstuk 4 maakt melding van de bijzondere arbeidsomstandigheden die met het uitoefenen van het beroep gepaard gaan. We beschrijven de mate waarin het werk kan leiden tot lichamelijke en psychische belasting en welke voorzorgsmaatregelen mogelijk zijn. De arbeidsorganisatie waarmee de vakman moderne bouwrestauratie te maken krijgt, bespreken we in hoofdstuk 5. Hierbij wordt weer abstractie gemaakt van de eigenheid van de organisatie die in elk bedrijf apart geldt. Hoofdstuk 6 behandelt de knelpunten die voor het beroep in de bedrijven worden aangetroffen. Er tekent zich daarbij zowel een kwantitatief als een kwalitatief probleem af.
Inleiding
4.
Wat de toekomstige evoluties voor het beroep van de vakman moderne bouwrestauratie betreft, verwijzen we naar het laatste hoofdstuk. Tot slot wordt achteraan het document nog een verklarende woordenlijst opgenomen.
In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat, wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.
Inleiding
5.
1. AFBAKENING EN OMSCHRIJVING 1.1
Domein Iedereen kent in zijn buurt wel een kerk, kasteel of ander gebouw dat tot het cultuurpatrimonium van Vlaanderen kan gerekend worden. Willen deze ‘monumenten’ echter bewaard blijven voor volgende generaties, dan moeten zij onderhouden worden. Dit kan gaan van regelmatig nazicht tot grote herstellingswerken. Vandaar wordt er ook gesproken van ‘erfgoed’ en ‘erfgoedzorg’. Tot erfgoed behoren alle materiële (roerende en onroerende) en immateriële overblijfselen van de beschavingsgeschiedenis van onze samenleving waaraan waarde gehecht wordt. Bijvoorbeeld een schilderij van Rubens, een ridderharnas, een ‘verhaal’, oude munten, een fabriek, een archief of meubilair. Bij de staatshervorming van 1988 werd de bevoegdheid ‘monumenten en landschappen’ (met inbegrip van het onroerend archeologisch patrimonium) afgesplitst van de ‘culturele aangelegenheden’, een Gemeenschapsbevoegdheid, en toevertrouwd aan de Gewesten. Bijgevolg is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de monumenten en landschappen op zijn grondgebied. Erfgoedzorg (conservatie-restauratie) voert op of met de objecten bepaalde handelingen uit. Uitgaande van de voornaamste fasen in het globale proces van materiële instandhouding kunnen we zes variabelen onderscheiden: begeleiding, onderzoek, onderhoud, conservering, restauratie en reconstructie (Delmotte, 2000). Ø Begeleiding bevat de bepaling van de onderzoeksbehoeften en de coördinatie van de onderzoeken; de bepaling van de conserverings- en restauratieopties; de bepaling en beschrijving van te verrichten handelingen; de selectie van de uitvoerder; begeleiding en controle bij de uitvoering; controle bij de voltooiing. De begeleiding is van belang vanaf het vooronderzoek tot en met de oplevering. Vaak zal niet één persoon de begeleiding op zich nemen, maar vormt men een begeleidingsteam. Ø Onderzoek is het geheel van procedures dat erop gericht is het object in al zijn aspecten te begrijpen. De onderzoeksresultaten vormen de basis voor een coherente diagnose en – vervolgens – voor de bepaling van de restauratieopties. Het onderzoek bepaalt verder de voorzienbare consequenties van alle geplande ingrepen. Het onderzoek gaat aan de ingrepen vooraf, maar loopt ook door tijdens en na de behandeling van het kunstvoorwerp. Tot slot maakt ook de documentatie van de uitgevoerde ingrepen en van de bevindingen tijdens de uitvoering deel uit van het onderzoek.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
6.
Het onderzoek wordt grosso modo onderverdeeld in historisch onderzoek, materieel-technisch onderzoek en bestemmingsonderzoek: Historisch onderzoek spitst zich toe op de ontstaansgeschiedenis en de contextbepaling (historisch, kunsthistorisch, …) van het voorwerp en op eventuele latere wijzigingen aan het voorwerp en/of zijn context. Op basis daarvan wordt de historische, documentaire en/of artistieke betekenis van het artefact bepaald. Materieel-technisch onderzoek bestudeert de gebruikte materialen en technieken, zowel wat de structuur van het object als de afwerking betreft. Daarnaast brengt het de mate van verval, verandering of verlies in kaart, samen met de huidige (fysische, chemische, …) toestand van de objecten in hun omgeving. Tenslotte bepaalt het onderzoek ook de oorzaken van de degradaties en aantastingen. Bestemmingsonderzoek bepaalt de huidige mogelijkheden en beperkingen voor een maatschappelijk relevante bestemming van het project. Ø Onderhoud groepeert de periodiek terugkerende voorzienbare handelingen, evenals tijdelijke ingrepen in afwachting van een aanpak ten gronde. Onderhoud is gericht op het voorkomen en tegengaan van verval of schade aan de cultuurgoederen. Ø Conservering is opdeelbaar in preventieve conservering en curatieve conservering. Preventieve conservering is het geheel van maatregelen en handelingen dat erop gericht is een optimale omgeving voor de bewaring van de voorwerpen te scheppen en te handhaven. Preventieve conservering tracht zowel de klimatologische karakteristieken (temperatuur, relatieve vochtigheid, lichtintensiteit) als de algemene bewaringsof tentoonstellingsomstandigheden te beheersen. Doel van preventieve conservering is het waarborgen van de bestaande toestand van het voorwerp en het vertragen of voorkomen van mogelijk verval of schade. Bij preventieve conservering worden geen handelingen aan het voorwerp zelf verricht. Curatieve conservering is de behandeling van vastgestelde aantasting of andere vormen van schade aan de bestaande structuur en/of de afwerkingslagen. Doel van curatieve conservering is het vertragen of verhinderen van verval of schade aan het object, om het zo lang mogelijk beschikbaar te houden voor een verantwoorde maatschappelijke functie, in overeenstemming met zijn historisch-documentaire waarde en mogelijkheden. Bij curatieve conservering gaat het om handelingen aan het voorwerp die de uiterlijke verschijningsvorm nauwelijks veranderen.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
7.
Ø Restauratie betreft de ingrepen die tot doel hebben om, met minimale opoffering van esthetische, historische en materiële ‘zuiverheid’, het object (opnieuw) begrijpbaar te maken en het in een toestand te brengen die een verantwoorde maatschappelijke functie toelaat, in overeenstemming met zijn historisch-documentaire waarde en mogelijkheden. Bij restauratie gaat het om handelingen aan het voorwerp die het uitzicht kunnen wijzigen. Ø Reconstructie is het geheel van handelingen waarbij het object wordt wedersamengesteld of waarbij onderdelen worden hermaakt en toegevoegd of in het geheel geïntegreerd. De mate waarin conservering, restauratie en/of reconstructie noodzakelijk, wenselijk of toelaatbaar zijn, wordt per object bepaald. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de gangbare opvattingen over een deontologisch verantwoorde erfgoedzorg. In het Charter van Venetië 1 (1964) is opgenomen dat restaureren een ingreep is die een uitzonderingskarakter moet hebben. Al teveel restauraties hadden immers een onherstelbaar waardeverlies aan de historiciteit van het monument aangebracht. Tegenwoordig ligt de klemtoon meer op onderhoud en conservatie, dit om restauratie te voorkomen. Binnen het Vlaams monumentenbeleid wordt dit sinds 1993 formeel geconcretiseerd door een reglementering en een premiestelsel voor onderhoud en restauratie. Voor de ontsluiting van monumenten wordt een gelijkaardige werkverdeling als bij de bevoegdheid over het cultureel erfgoed gehanteerd. Hoewel die ontsluiting en de bestemmingskwestie van monumenten culturele en persoonsgebonden materies blijven, worden de concrete herbestemming en het ontsluitbaar maken van monumenten beschouwd als een functioneel deel van de werking van Monumentenzorg, een Gewestbevoegdheid. Ze zijn immers nauw verweven met conservatievraagstukken. Tot slot van deze domeinverkenning geven we nog een kort overzicht van de organisaties die actief zijn op het terrein van de Vlaamse Monumenten- en Landschapszorg. Ø Afdeling Monumenten en Landschappen (AML): bereidt het regeringsbeleid voor en zorgt voor de uitvoering ervan, behandelt vragen over restauratiedossiers en wetgeving, over technieken en opleiding. Tevens wordt subsidie gegeven voor initiatieven ter bevordering van het vakmanschap bij restauraties.
1
Zie bijlage.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
8.
Ø Monumentenwacht Vlaanderen (MOWAV): voert preventieve controles en kleine herstellingen uit om dure restauraties te vermijden. Ø Openmonumentendag (OMD): op deze dag worden monumenten voor het grote publiek opengesteld, is sedert 1989 het visitekaartje van de Vlaamse Monumentenzorg. Ø Stichting Vlaams Erfgoed (SVE): ondersteunt de overheid in het beheer van ‘moeilijke monumenten’, organiseert ook monumentenwandelingen en – bezoeken. Ø ICOMOS Vlaanderen Brussel: behartigt voor Vlaanderen en Brussel de opdrachten van ICOMOS Internationaal (ICOMOS - International Council on Monuments and Sites), een internationale niet-gouvernementele organisatie van professionelen die zich bezighoudt met de conservatie van historische monumenten en landschappen over de hele wereld. De organisatie is de belangrijkste raadgever aan de UNESCO inzake de conservatie en de bescherming van monumentaal erfgoed en adviseert de opname op de lijst van het Werelderfgoed. Ø VCM-Contactforum voor Erfgoedverenigingen: is de spreekbuis van tal van lokale verenigingen, die actief zijn op het vlak van de monumenten- en landschapszorg.
1.2
Afbakening Binnen de restauratie- en renovatiesector is nog geen beroepenstructuur voorhanden. Een studie van het HIVA (2000) om een geordend overzicht van kernberoepen uit te werken, bleef zonder resultaat. Erfgoedzorg bestrijkt verschillende economische sectoren, paritaire comités en kwalificatieniveaus. Mede daardoor bestaat grote verwarring over wie onder welke naam welke activiteiten uitoefent. De sector opteerde er dan voor om eerst enkele beroepen in kaart te brengen en op deze wijze tot een afbakening te komen. Het vertrekpunt voor dit beroepsprofiel lag bij een groepering van allerhande activiteiten die onder de noemer ‘bouwchemische restauratie van het onroerend patrimonium’ kunnen samengevat worden. We zijn dan ook gestart met het uitvoeren van een verkennend onderzoek in verschillende restauratie- en/of bouwbedrijven. Zoals verwacht constateerden we een zeer grote verscheidenheid aan combinaties van activiteiten.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
9.
Eén persoon kan bijvoorbeeld gespecialiseerd zijn in het reinigen van gevels en ook enkel deze activiteit uitvoeren, terwijl een andere persoon naast het reinigen van gevels tevens muurinjecties tegen opstijgend vocht en zwambestrijding tot zijn takenpakket rekent, terwijl nog een derde persoon muurreiniging met pasta’s en het vergulden van letters kan doen. Veel hangt af van de capaciteit en interesse van de beroepsbeoefenaar op welke wijze zijn job is samengesteld. We merken ook nog op dat men in het veld niet (graag) meer spreekt van ‘bouwchemisch’; men spreekt eerder van ‘speciale, moderne of innovatieve technieken’. We geven nu een overzicht van de activiteiten die we in de bestudeerde restauratieen/of bouwbedrijven (zie bronnenlijst) hebben aangetroffen: Ø Gevelrestauratie • Gevelreiniging (mechanisch en chemisch) • Herstellingswerken of natuursteenreparatie • Nabehandeling • Injecties tegen opstijgend vocht • Funderingswerken Ø Stabiliteit • Balkkoprestauraties • Oplijming • Scheurinjecties en -verankering
Ø Ø Ø Ø
• Opvijzelen van structuren • Plaatsen van trekkers Betonrenovatie en -bescherming Curatieve en preventieve insecten- en zwambestrijding Decoratieve afwerking Asbestverwijdering
Voor de afbakening baseerden we ons op het al dan niet gecombineerd voorkomen van bovenstaande activiteiten in de beroepsuitoefening over alle onderzochte bedrijven heen. Een beroep is immers een samenhangend geheel van taken met bijhorende competenties dat min of meer gestandaardiseerd is en waarover een maatschappelijke consensus bestaat. Het belangrijkste element hierbij is dat abstractie wordt gemaakt van organisatie- of bedrijfsspecifieke kenmerken. Maar ook van de grote diversiteit die op het werkveld zelf voorkomt en de quasi eindeloze combinatiemogelijkheden van functies, taken en opdrachten in één persoon. In functie van een opleidings-, onderwijs- en HRM-beleid is het noodzakelijk een ‘zuiver’ beroepsbegrip te hanteren. Beroepsprofielen zijn dan abstracties op basis van een zeer complexe realiteit, die bakens of vuurtorens zijn waarop een opleidings-, HRM-beleid, enz. zich kan richten.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
10.
In overleg met de sector werd de volgende afbakening gemaakt: a. Het beroep dat in dit document voorligt, zal bestaan uit vier grote deelgebieden: 1. gevelreiniging en nabehandeling, 2. natuursteenreparatie, 3. balkkoprestauratie en oplijming, en 4. injecties. Opmerking: Soms voert één vakman meerdere van deze technieken uit, soms beperkt de job zich tot één bepaald aspect van een techniek, zoals bijvoorbeeld in het geval van gevelreiniging frequent voorkomt. Dat één vakman alle aspecten van de vier deelgebieden even goed beheerst, hebben we echter zelden aangetroffen. Het is ook belangrijk om voor ogen te houden dat het werk in team wordt uitgevoerd. Dit wil zeggen dat wanneer er bijvoorbeeld natuursteenreparaties moeten uitgevoerd worden, er in de groep iemand zal zijn die deze techniek goed onder de knie heeft. Gezien de verschillende combinaties die we in het werkveld hebben aangetroffen en gezien een beroepsprofiel per definitie een bedrijfs- en persoonsoverstijgende beschrijving is, opteren wij ervoor om in het takenprofiel deze vier deelgebieden aan bod te laten komen. b. De uitvoerders van de activiteiten betonrenovatie en –bescherming, en asbestverwijdering worden respectievelijk als aparte beroepen beschouwd. Van de betonhersteller is reeds een profiel voorhanden (SERV - betonhersteller, 1999). Bedrijven die aan asbestverwijdering doen, hebben een speciale vergunning nodig om deze activiteit te mogen uitoefenen. c. Daarnaast blijft nog een cluster over van funderingswerken, plaatsen van trekkers en opvijzelen van structuren. Deze activiteiten zullen in een ander beroepsprofiel opgenomen worden, eventueel in een profiel rond ‘metaalconstructies’. Concluderend, het beroepsprofiel in dit document wordt afgebakend tot gevelreiniging en nabehandeling, natuursteenreparatie, balkkoprestauratie en oplijming, en injecties. Als beroepsbenaming wordt ‘vakman moderne bouwrestauratie ’ gehanteerd. We spreken dus van vakman moderne bouwrestauratie in zeer algemene termen, abstractie makend van bedrijfseigen en persoonsspecifieke kenmerken.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
11.
1.3
Beroepsinhoud Waaruit bestaat het takenpakket van een vakman moderne bouwrestauratie? Alvorens er gestart wordt met de uitwerking van de volledige restauratieopdracht, zet de vakman meestal een proef of een staal van de gekozen restauratiemethodiek. Dit gebeurt in opdracht van en in overleg met de projectleider of architect. De vakman heeft zijn inbreng vanuit zijn proefondervindelijke ervaring van het omgaan met grondstoffen en materieel. Daarnaast geeft de proef tevens aan de klant een idee over wat deze kan/mag verwachten van het eindresultaat en voorkomt men op deze manier latere betwistingen. Voor het maken en aanbrengen van de meeste producten dient de vakman nauwgezet de voorschriften van de fabrikant te volgen. In sommige gevallen levert de fabrikant voor de uit te voeren restauratieopdracht producten op maat. Voor de verdere beschrijving van de beroepsinhoud baseren we ons op de indeling van de afbakening. Gevelreiniging en nabehandeling (WTCB, 2001). Het reinigen van gevels is op de eerste plaats een esthetische ingreep, die zoveel mogelijk vervuiling en zo weinig mogelijk materiaal wegneemt. Als het materiaal verweerd is, kan het reinigen laten blijken welke delen aangetast zijn, zodat verdere verwering door een passende conservatiebehandeling voorkomen kan worden. De eigenlijke gevelreiniging vindt plaats na het vooronderzoek, de keuze van de techniek en de proefreiniging. Eerst schermt de vakman nog bepaalde geveldelen af die niet beschadigd mogen worden. Voor het reinigen van gevels bestaan verschillende technieken. Wij sommen hier de meest voorkomende op: reinigen met verzadigde stoom, lagedrukstralen en reinigen met pasta’s. Pasta’s worden voornamelijk voor binnenmuren toegepast. Al naargelang de weerhouden techniek installeert de vakman de nodige grondstoffen en het materieel en voert hij de gepaste handelingen voor het reinigen uit. Op welke manier ze ook gereinigd werden, vaak nemen poreuze materialen na reiniging meer water op dan ervoor. Dit kan de hervervuiling of de biologische groei versnellen. Om dit te voorkomen zal de vakman de gereinigde gevels met een vochtwerende bescherming en/of met een biocide behandelen. Wanneer het oppervlak van de gevel verpoedert, kan de vakman een steenverstevigend product aanbrengen om de aangetaste materialen terug voldoende samenhang te geven. Ter preventie kan de vakman de gereinigde gevel ook een anti-graffitibehandeling geven.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
12.
Natuursteenreparatie (WTCB, 2001). Naargelang de verweringstoestand van de natuursteen (gevels, beelden, …) zal de restauratie meer of minder ingrijpende behandelingen vereisen. Wanneer het gevelmateriaal slechts oppervlakkig verpoedert, volstaat het om een steenverstevigend product aan te brengen (zie boven, nabehandeling). Als er echter plaatselijk al veel materiaal verloren gegaan is en de oorspronkelijke profilering er grotendeels verdwenen is (afgebroken hoeken, afgeschilferde stenen, diepe verpoedering, … vooral op sterk blootgestelde delen), zal men overgaan tot de restauratie van de verloren vormen. Daarvoor maakt de vakman gebruik van een steenrestauratiemortel, die hij op de verloren delen aanbrengt. Hij zorgt ook voor een nieuwe profilering die zo dicht mogelijk de oorspronkelijke benadert. Sommige natuursteenblokken kunnen echter zo sterk verweerd zijn dat behoud niet langer zinvol is. Dan worden de beschadigde blokken geheel of gedeeltelijk vervangen. Voor complexe profileringen doet men beroep op steenkappers. Balkkoprestauraties en oplijming (FTB, 1999). Hout kan vele eeuwen trotseren. Maar niet als het langdurig vochtig of nat is: dan kunnen schimmels veel houtsoorten afbreken en zo daarin houtrot veroorzaken. Schimmels zijn niet de enige oorzaak van houtaantasting. Insecten kunnen ook heel wat beschadiging veroorzaken doordat zij zich voeden met het hout. De belangrijkste maatregelen zijn het wegnemen van vocht, het verwijderen van de schimmels en insecten en het vervangen van aangetast hout. Aanvullend moet het resterende hout behandeld worden met een bestrijdingsmiddel (zie later, injecties). Om de balkkoppen en verbindingen te herstellen, maakt de vakman gebruik van een speciale balkkoprestauratiemortel. Eerst wordt de balk geschoord en vrijgemaakt van het omringend metselwerk. Dan verwijdert de vakman het aangetaste en verzwakte hout. Bij een esthetisch verantwoorde herstelling plaatst de vakman een bekisting in dezelfde houtsoort als de originele balk. Dan zal de vakman nadien het nieuwe hout nog in functie van het originele balkhout behandelen. Indien het esthetisch aspect onbelangrijk is, gebruikt de vakman een bekisting die na het werk weer wordt verwijderd. Na het aanbrengen van wapeningsstaven, vult de vakman de bekisting met de restauratiemortel. Tenslotte wordt de bekisting al dan niet verwijderd. Wanneer de hele dragende structuur zwak geworden is, of wanneer het gebouw een nieuwe functie krijgt en hogere of anders verdeelde belastingen worden voorzien, dringen er zich versterkingswerkzaamheden op. Dit kan onder de vorm van oplijming. De vakman zorgt voor de nodige onderstutting en neemt de vloerbekleding weg zodat de dragende balken vrij komen. Wanneer deze vloerbekleding zal hergebruikt worden, moet hij zeer voorzichtig te werk gaan. De vakman behandelt de balken met lijm en brengt hierop staalplaten of hout aan, die hij met vijzels en bouten vastzet. Wanneer alles voldoende uitgehard is, wordt de (oorspronkelijke) vloerbekleding opnieuw aangebracht.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
13.
Injecties (WTCB, 2001 en FTB, 1999). Muur- of houtinjecties kennen verschillende toepassingsmogelijkheden. Door een passende specie te injecteren in de holle ruimten of scheuren van dragend metselwerk, kan de stabiliteit (1) van de structuur bevorderd worden. Door een vochtwerend of poriënvullend product in de poriën van het metselwerk over de hele doorsnede van de muur aan te brengen, vormt men een sperlaag die verhindert dat grondvocht (2) verder opstijgt. Door een insecten (3)- en/of zwammendodend (4) middel te injecteren, kan men curatief of preventief aantasting van hout- en/of metselwerk behandelen. Het uitvoeringsprincipe stemt voor deze vier toepassingsmogelijkheden in grote lijnen overeen. Bij metselwerk zorgt de vakman vaak eerst voor een tijdelijke afdichting met bijv. klei, snelcement of gips. Dit zorgt ervoor dat de injectiehars niet kan wegvloeien en er een gelijkmatige druk in de geïnjecteerde zone wordt behouden. Daarna brengt de vakman op regelmatige afstanden met een speciaal daartoe uitgeruste boormachine injectieopeningen in het te behandelen gedeelte aan. In deze injectieopeningen brengt de vakman afhankelijk van het gekozen injectiesysteem de injectienippels aan. Voor het injecteren kan de vakman zowel horizontaal, verticaal als schuin te werk gaan. De injectie begint bij een welbepaalde injectieopening. Als de injectiehars bij de naast gelegen injectienippel zichtbaar wordt, dicht de vakman de geïnjecteerde opening af. Zo werkt de vakman stelselmatig verder. Tenslotte kan de vakman als (na)behandeling een insecten- en/of zwammendodend product over de risico-oppervlakten vernevelen. Tot het takenpakket van de vakman behoren ook andere werken in functie van de afwerking of de opdracht. Het kan bijvoorbeeld gaan om voegwerk, schrijnwerk, ijzersmeedwerk, pleisterwerk, enz. Het gaat echter telkens om beperkte uitvoeringen; grote werkzaamheden worden in onderaanneming aan gespecialiseerde firma’s uitbesteed.
Samenvattend: Vooraleer er gestart wordt met de opdracht, zet de vakman moderne bouw restauratie een proef of staal van de gekozen restauratiemethodiek. Hij volgt bij het maken en aanbrengen van de producten de voorschriften van de fabrikant. Het takenpakket van de vakman moderne bouwrestauratie bestaat uit vier grote onderdelen: 1. Voor het reinigen van gevels bestaan er verschillende technieken met specifieke toepassingswijzen. Na reiniging kan de vakman nog vochtwerende bescherming, een biocide, een steenverstevigend en/of een anti-graffitiproduct aanbrengen. 2. Bij natuursteenreparaties brengt de vakman een steenverstevigend product aan, restaureert met steenrestauratiemortel de verloren vormen of vervangt beschadigde blokken geheel of gedeeltelijk.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
14.
3. Bij balkkoprestauraties en oplijming verwijdert de vakman eerst het aangetaste en verzwakte hout. In het geval van balkkoprestauraties brengt hij een bekisting aan en vult deze met restauratiemortel. Gaat het om een blijvende bekisting dan zorgt hij nog voor een esthetische afwerking. Bij oplijming brengt de vakman op de dragende balken hout of staal aan. 4. Injecties ter bevordering van de stabiliteit, tegen opstijgend vocht en ter bestrijding van insecten en/of zwammen is een laatste onderdeel van het takenpakket. De vakman brengt daartoe injectieopeningen in de steen of het hout aan, waarin hij de injectienippels bevestigt voor het injecteren van de emulsie. De vakman werkt stelselmatig de injectie af. Tot slot vernevelt hij een insecten- en/of zwammendodend product over de risico-oppervlakten.
1.4
Doorgroeimogelijkheden Een beginnend beroepsbeoefenaar, die we omschrijven als iemand die uit een initiële opleiding komt maar nog geen ervaring heeft, werkt onder begeleiding van een ervaren vakman en krijgt al doende de verschillende technieken in de vingers. Tot nu toe is er in het dagonderwijs geen specifieke opleiding voor dit beroep. Beginnende beroepsbeoefenaars zijn doorgaans pas afgestudeerde metselaars of schrijnwerkers, ofwel mensen met een andere beroepsachtergrond, zoals bijvoorbeeld loodgieter of kelner. Handigheid en de motivatie om dingen op te knappen en om nauwkeurig te werken, primeert. Het begrip beginnend beroepsbeoefenaar mag niet verward worden met aanwervingsvereisten. Deze kunnen immers lager of hoger liggen dan wat men verwacht aan competenties van iemand die afstudeert van een opleiding die gericht is op die welbepaalde beroepsuitoefening. De beginner start met eenvoudige taken onder toezicht, zoals bijvoorbeeld het boren van gaten voor injecties. Geleidelijk aan leert hij ook de technisch moeilijkere taken uit te oefenen. Afhankelijk van de competenties en de verworven ervaring zal het takenpakket van de vakman moderne bouwrestauratie al dan niet uitgebreider zijn. Veel bedrijven geven immers de mogelijkheid om zich bij te scholen in een andere techniek. Een capabele en ervaren vakman kan doorgroeien tot een meewerkende ploegbaas (zie ook HK 5 ‘Arbeidsorganisatie’), die we verder in het document ‘verantwoordelijk vakman’ noemen. Een verantwoordelijk vakman voert dezelfde taken als zijn collega’s uit, maar draagt meer verantwoordelijkheid. Zo staat deze bijvoorbeeld in voor het correct afstellen van de machines. Pas nadat iemand veel ervaring op de werf heeft opgedaan, kan hij verantwoordelijk worden voor een team en een welbepaalde opdracht. Dit heeft ook met persoonlijkheidskenmerken te maken. De verantwoordelijke vakman wordt door ons niet als een apart beroep gezien.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
15.
Hij voert immers grotendeels het werk uit van een vakman met daar bovenop enkele bijkomende taken en verantwoordelijkheden. Het is een doorgroeifunctie en dus geen ander beroep. Zoals in hoofdstuk 5 zal te lezen zijn, wordt er ook nog een ‘projectleider’ onderscheiden. Het gaat hier echter om een ander beroep aangezien de projectleider zelf niet meewerkt in het team op de werf en andere taken heeft. In dit document worden de jobinhoud en de competenties van de vakman moderne bouwrestauratie beschreven, de projectleider komt verder niet meer aan bod. De vakman moderne bouwrestauratie heeft een vlakke loopbaan. Dit wil zeggen dat hij gedurende de hele loopbaan vakman blijft. Samenvattend: De vakman bouwrestauratie start onmiddellijk als vakman. betreft doorgroeimogelijkheden gaat het eerder om een vlakke loopbaan.
Wat
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
16.
2. TAKEN EN COMPETENTIES Het takenpakket zal telkens ingedeeld worden in voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. De voorbereidende taken zijn die taken die voorafgaand aan de uitvoerende taken verricht moeten worden. Het kan onder meer gaan om het plannen van de uit te voeren activiteiten, het klaarzetten van grondstoffen,… . Het gaat dus heel specifiek om taken die verricht worden ter voorbereiding van het eigen werk en niet ter voorbereiding van het werk van anderen. De meeste van deze voorbereidende taken komen in alle beroepen voor. De uitvoerende taken maken de echte kern van het beroep uit. De ondersteunende taken zijn taken die doorheen het volledige takenpakket moeten worden toegepast en die voor de meeste beroepen gelden. Het gaat ondermeer om het naleven van algemene voorschriften m.b.t. kwaliteitszorg, veiligheid en milieu. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren vakman moderne bouwrestauratie toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden: Voorbereidende taken Ø Plannen en organiseren van het eigen werk (tabel 2.1.1) Ø Organiseren en inrichten van de werkplek (tabel 2.1.2) Ø Voorzien van de nodige grondstoffen en materieel (tabel 2.1.3)
Uitvoerende taken Ø Aanbrengen van een opvangsysteem en van bescherming op bepaalde gevelonderdelen vóór de gevelreiniging (tabel 2.2.1) Ø Uitvoeren van de gevelreiniging en de nabehandeling (tabel 2.2.2) Ø Voorbereiden van de ondergrond en van het vervangmateriaal voor natuursteenreparatie (tabel 2.2.3)
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
17.
Ø Uitvoeren van de natuursteenreparatie (2.2.4) Ø Voorbereiden van de balk(en)(kop) ter bevordering of herstelling van de stabiliteit (tabel 2.2.5) Ø Herstellen van de balk(kop) (tabel 2.2.6) Ø Oplijmen van dragende balk(en) (tabel 2.2.7) Ø Voorbereiden van het metselwerk vóór injectie ter bevordering van de stabiliteit of tegen opstijgend vocht (tabel 2.2.8) Ø Uitvoeren van injecties ter bevordering van de stabiliteit en tegen opstijgend vocht (tabel 2.2.9) Ø Voorbereiden van het hout- en/of metselwerk vóór een behandeling ter bestrijding van insecten en/of zwammen (tabel 2.2.10) Ø Uitvoeren van de behandeling ter bestrijding van insecten en/of zwammen (tabel 2.2.11) Ø Instaan voor de orde en de netheid op de werkplek (tabel 2.2.12) Ø Onderhouden en reinigen van materieel (tabel 2.2.13) Ø Werkadministratie doen (tabel 2.2.14)
Ondersteunende taken Ø Kwaliteitszorg (tabel 1.3.1) Ø Veiligheid (tabel 1.3.2) Ø Milieu (tabel 1.3.3)
Zoals reeds vermeld in de domeinbeschrijving, ligt naargelang de cultuurhistorische waarde van het gebouw de klemtoon bij het restaureren op het scrupuleus bewaren (conserveren) of herstellen (restaureren in strikte zin) van de oorspronkelijke toestand, dan wel op het vernieuwen (renoveren), met mogelijk belangrijke toevoegingen of wijzigingen. In de takentabellen wordt geen onderscheid gemaakt tussen een conserverende of een renoverende aanpak, en evenmin tussen ‘harde’ of ‘zachte’ behandelingen. Voor al deze verschillende vormen van omgaan met het bestaande gebouwenpatrimonium wordt steeds de algemene term ‘restauratie’ gebruikt (zie ook WTCB, 2001).
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
18.
2.1
Voorbereidende taken
2.1.1
Plannen en organiseren van het eigen werk Taken
Ø
Ø
Ontvangen en analyseren van de opdracht, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling via architect, projectleider of ploegbaas Ontvangen en kennis nemen van de planning
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X (enkel ontvangen, niet analyseren)
X X
X X
X X X
2.1.2
Ø Kunnen lezen en schrijven Ø Kunnen begrijpen van de opdracht Ø Kunnen ter plaatse de opdracht inschatten Ø Kunnen lezen van plannen of werktekeningen Ø Kunnen lezen en schrijven Ø Kunnen interpreteren van de planning Ø Kunnen opmeten
Organiseren en inrichten van de werkplek Taken
Ø
Stellingen en ladders 2 installeren
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
Ø
Afschermen van de stelling
X
X X
2
Competenties
Competenties
Ø Kennis en kunnen uitvoeren van de basisregels voor de (de)montage van eenvoudige steigers, ladders en steunarmen Ø Kunnen inschatten of de steiger beantwoordt aan de vereisten van de uit te voeren taak (bijv. draagvermogen, gewicht van de last, stabiliteit van de ondergrond) Ø Kennis van de veiligheidsvoorschriften Ø Kennis van de eventueel nodige verkeerssignalisatie Ø Kennis van verschillende afschermmaterialen Ø Kunnen op een correcte manier aanbrengen van deze afschermmaterialen
Het installeren van stellingen wordt meestal in onderaanneming door een gespecialiseerde firma uitgevoerd.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
19.
Ø
Vrijmaken van de werkplek
X
X
X
Ø
Afschermen en beschermen van niet te behandelen objecten of onderdelen
X X
X Ø
2.1.3
Maken van de nodige aansluitingen
X
X
Ø Aandacht hebben voor waardevolle stukken Ø Kunnen demonteren van plankenvloeren, parket en schrijnwerk om de achterkant te bereiken Ø Kunnen voorzien of en hoe er schade kan ontstaan Ø Kennis van verschillende afschermmaterialen i.f.v de niet te behandelen objecten of onderdelen Ø Kunnen op een correcte manier aanbrengen van deze afschermmaterialen Ø Elementaire kennis van het gebruik van nutsvoorzieningen
Voorzien van de nodige grondstoffen en materieel Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Ø
Klaarzetten van de nodige grondstoffen en materieel m.b.t. de opdracht
Competenties
X
X (onder instructie)
Ø
Bewaren van de grondstoffen en materieel volgens de voorschriften en omstandigheden
X
Competenties
X
X
Ø Kennis van de te gebruiken grondstoffen en materieel Ø Kunnen vaststellen welke grondstoffen en materieel nodig zijn Ø Kunnen gebruiksklaar installeren van de grondstoffen en het materieel (product toevoegen, leidingen leggen) Ø Kennis van de eigenschappen en bewaringsvoorwaarden van de grondstoffen en materieel Ø Kunnen inschatten van de mogelijke gevolgen van een gebrekkige bescherming
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
20.
2.2 2.2.1
Uitvoerende taken Aanbrengen van een opvangsysteem en van bescherming op bepaalde gevelonderdelen vóór de gevelreiniging Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
Ø
Aanbrengen van een opvangsysteem
X
X (enkel uitvoeren, niet bepalen)
Ø
Afdichten van openingen
X
X
X
Ø
Ø
2.2.2
Afschermen van niet te reinigen geveldelen tijdens de werken
X
Wegnemen en stockeren van bepaalde gevelonderdelen
X
X X
X X
Competenties
Ø Kunnen bepalen en uitvoeren van de nodige opvangsystemen afhankelijk van de toegepaste reinigingstechniek Ø Kunnen aanbrengen van een kitvoeg of voegvulling tussen schrijnwerk en ruwbouw Ø Kunnen afdichten van andere openingen (kelderopeningen, deuren, rolluikkasten, …) Ø Kunnen aanbrengen van een (zelfklevende) folie Ø Kunnen aanbrengen van afscherming in plaatmateriaal Ø Kennis hebben van stockagetechnieken Ø Kunnen registreren en klasseren van de plaats van de gevelonderdelen
Uitvoeren van de gevelreiniging en de nabehandeling Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
Ø
Afvloeien van water
X
X
Ø
Reinigen met verzadigde stoom
X
X (onder instructie en toezicht)
X
X
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
Competenties
Ø Kunnen installeren van sproeiers op de gevel Ø Kunnen instellen en bijregelen van temperatuur en druk van het mengsel water/stoom Ø Kunnen werken met een stoomgenerator en handbediende slang Ø Beschermende kledij dragen
21.
Ø
Lagedrukstralen
3
X
X (onder instructie en toezicht)
X
X
X (enkel met ploegbaas)
X
X
X Ø
Reinigen met pasta’s
X
X
X
X X
3
Ø Kunnen instellen en bijregelen van de machine i.f.v. de te reinigen ondergrond (druk, hoeveelheid straalmiddel) Ø Kennis van en kunnen hanteren van de spuitmond volgens de geschikte werkafstand, straalhoek en beweging Ø Kunnen beoordelen van het resultaat op regelmatige tijdstippen Ø Kunnen bespreken van de resultaten en ongewenste effecten met ploegbaas, projectleider of architect (bij de proefreiniging) Ø Kunnen bedienen van de afzuigvoorziening om stofhinder te voorkomen Ø Kunnen naspoelen van het oppervlak tot eventuele resten van straalmiddel en losgemaakt vuil verwijderd zijn Ø Beschermende kledij dragen Ø Kunnen aanbrengen van de pasta met een kwast, spatel, verfroller, spons of sproeiapparaat in een voldoende dikke laag Ø Kunnen respecteren van de droogtijd volgens de voorschriften van de fabrikant Ø Kunnen verwijderen/ aftrekken van de pastalaag Ø Kunnen nawassen van de ondergrond met een vochtige spons
In de praktijk worden vaak verschillende, soms gebrevetteerde, benamingen gehanteerd, die vaak verwijzen naar de gehanteerde apparatuur. Enkele voorbeelden van gebruikte benamingen zijn: droog zandstralen, hydropneumatisch zandstralen, gommage (Thomann-Hanry), Soft Clean, laagdrukwervelrotatietechniek (Jos, Klefler), vochtstralen (Torbo), nevelstralen, Liquabrade, Accustrip, SpongeJet, … (WTCB, 2001)
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
22.
Ø
Nabehandelen van de gereinigde gevel met - biocides - steenverstevigers - hydrofobeermiddelen - anti-graffitisystemen
X
X
X
X
X
X Ø
2.2.3
Monteren van de weggenomen gevelonderdelen
X
X
Ø Kunnen aanbrengen van de respectievelijke producten met een kwast, een rol of een sproeiapparaat volgens de richtlijnen van de fabrikant (concentratie, wijze van aanbrengen, beschermmaatregelen) Ø Eventueel kunnen voorbevochtigen van de ondergrond Ø Kunnen rekening houden met de omgevingsomstandigheden (o.a. temperatuur, vochtgehalte) Ø Er zich van bewustzijn dat men met gevaarlijke producten omgaat Ø Beschermende kledij dragen Ø Kunnen rekening houden met de registratie en het klassement
Voorbereiden van de ondergrond en van het vervangmateriaal voor natuursteenreparatie Taken
Ø
Voorbereiden van de ondergrond
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
X X
Ø
Aanmaken van steenrestauratiemortel (mineraal of kunstharsgebonden)
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
X
X X
Competenties
Ø Kunnen verwijderen van broze of verpoederde delen tot het bereiken van de gezonde ondergrond Ø Kunnen verwijderen van restanten van ijzer uit het te herstellen oppervlak Ø Kunnen ruw maken van de ondergrond en eventueel voegen kunnen aanbrengen Ø Kunnen boren van gaten Ø Kunnen plaatsen van verankeringen met oxidatiebestendige materialen Ø Kunnen volgen van de richtlijnen van de fabrikant Ø Kunnen mengen van poeder, vloeistof en kleurpigment i.f.v. de ondergrond
23.
2.2.4
Uitvoeren van de natuursteenreparatie Taken
Ø
Herstellen van natuursteen met een 4 steenrestauratiemortel
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
Ø
Vervangen van natuursteen met nieuwe natuursteen
X
X
Ø
Herstellen van de verloren eenvoudige 5 profilering
X
X
4 5
Competenties
Ø Kunnen voorbevochtigen van de ondergrond (productafhankelijk) Ø Kunnen aanbrengen van de restauratiemortel met een spatel of truweel Ø Kunnen in de juiste vorm brengen van de restauratiemortel volgens het te herstellen gedeelte Ø Kunnen lijmen van het invulmateriaal aan het oorspronkelijke materiaal met een kunstharslijm Ø Kunnen aanbrengen van ankerstaven na het boren van gaten Ø Kunnen plaatsen van het vervangmateriaal in het metselwerk met een aangepaste mortel Ø Kunnen werken naar een voorbeeld Ø Beheersen van basistechnieken steenkappen Ø Kunnen bijkleuren van de restauratiemortel door schuren of patineren zodat de oorspronkelijke kleur en glans benaderd wordt
Deze techniek wordt vooral toegepast op natuursteen, maar ook baksteen kan met een steenrestauratiemortel bijgewerkt worden. Voor complexere profileringen wordt vaak beroep gedaan op steenkappers en beeldhouwers in onderaanneming.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
24.
2.2.5
Voorbereiden van de balk(en)(kop) ter bevordering of herstelling van de stabiliteit Taken
Ø
Ø
Schoren van de balk
Vrijmaken van de balk(kop) van het omringend metsel- en/of houtwerk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X (onder instructie en toezicht X X
X Ø
Verwijderen van het aangetaste en verzwakte hout
X
X
X
X Ø
Preventief behandelen van het resterende hout met biocides
X
X
X
X
X
X
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
Competenties
Ø Kennis van het geschikte materiaal om te schoren Ø Kunnen analyseren van de situatie Ø Kunnen beoordelen van het draagvermogen van de steunpunten Ø Kunnen plaatsen van schoren Ø Kunnen wegkappen van het hout- en/of metselwerk Ø Kunnen ontmantelen van de vloerbekleding met de nodige omzichtigheid, rekening houdend met het hergebruik ervan Ø Kunnen verwijderen van het aanwezige anker Ø Kunnen wegkappen van het aangetaste en verzwakte hout Ø Kunnen wegzagen van een volledig aangetast gedeelte indien nodig Ø Kunnen controleren van het aangrenzende hout door enkele proefboringen Ø Kunnen onderscheiden van aangetast en gezond hout Ø Kunnen aanbrengen van de respectievelijke producten met een kwast, een rol of een sproeiapparaat volgens de richtlijnen van de fabrikant (concentratie, wijze van aanbrengen, beschermmaatregelen) Ø Eventueel kunnen voorbevochtigen van de ondergrond Ø Kunnen rekening houden met de omgevingsomstandigheden (o.a. temperatuur, vochtgehalte) Ø Er zich van bewustzijn dat men met gevaarlijke producten omgaat Ø Beschermende kledij dragen
25.
2.2.6
Herstellen van de balk(kop)6 Taken
Ø
Plaatsen van eenvoudige bekisting
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X Ø
Plaatsen van de bekisting in dezelfde houtsoort
Ø
Aanbrengen van wapening in het gezonde gedeelte van het hout Aanmaken van de houtrestauratiemortel
Ø
X
X X
X
X X
Ø
Aanbrengen van de houtrestauratiemortel
Ø
Behandelen van het nieuwe hout i.f.v. het originele balkhout door o.a. te profileren en te kleuren bij een blijvende bekisting Terugplaatsen van het anker
Ø
6
X
X
Competenties
Ø Kunnen bepalen van de chronologische volgorde van de montage- en demontagewerken Ø Kunnen monteren van de bekisting Ø Kunnen bepalen van de chronologische volgorde van de montage- en demontagewerken Ø Kunnen monteren van de bekisting in dezelfde houtsoort Ø Kunnen boren van gaten Ø Kunnen inbrengen van staven en vastzetten met lijm Ø Kunnen volgen van de richtlijnen van de fabrikant Ø Kunnen mengen van poeder, vloeistof en kleurpigment i.f.v. de ondergrond Ø Kunnen vullen van de bekisting met de restauratiemortel Ø Kunnen nastreven van een esthetische afwerking van de blijvende bekisting
X
95% van de restauraties gebeurt polymeerchemisch, met houtrestauratiemortel. Het herstellen kan ook met hout en/of metaal, maar deze techniek wordt minder en minder gebruikt, ofwel is er in het geval van een herstelling met hout een schrijnwerker aan het werk.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
26.
2.2.7
Oplijmen van dragende balk(en) Taken
Ø Ø
Afschuren van het te gebruiken staal en/of hout Plaatsen van ankers in de balken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X X X
Ø
Aanbrengen van lijm op de balken
X
X X X
X
Ø
2.2.8
Opspannen van staal of hout op de balken
Competenties
Ø Kunnen zorgen voor een effen oppervlak van het te gebruiken staal en/of hout Ø Kunnen boren van gaten in de balken Ø Kunnen plaatsen van verankeringsstaven met lijm Ø Kennis van de nodige tijd om lijm en staven te laten uitharden Ø Kunnen aanmaken van lijm Ø Kunnen gebruik maken van een pleistermes of truweel Ø Kunnen werken volgens de richtlijnen van de fabrikant Ø Kunnen werken met vijzels, spanbouten
Voorbereiden van het metselwerk vóór injectie ter bevordering van de stabiliteit of tegen opstijgend vocht Taken
Ø
Afdichten van het metselwerk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
Ø
Versterken van het metselwerk met ankerstaven
X
X
X
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
Competenties
Ø Kunnen aanbrengen van een plastische klei of een snelhardende cementpleister Ø Kunnen plaatselijk wegnemen en vernieuwen van voegwerk in slechte staat Ø Kunnen boren van gaten met een diamantboormachine Ø Kunnen aanbrengen van ankerstaven
27.
2.2.9
Uitvoeren van injecties ter bevordering van de stabiliteit en tegen opstijgend vocht Taken
Ø
Aanbrengen van injectieopeningen in het metselwerk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X (enkel kennis, niet bepalen) X
X
Ø
Injecteren
X
X (onder toezicht) X X
X
X
Ø
Nabehandelen
Competenties
Ø Kunnen boren van gaten op regelmatige afstanden Ø Kennis hebben en kunnen bepalen van de tussenafstand, helling en diepte van de boorgaten Ø Kunnen zuiver maken van de boorgaten met bijv. perslucht Ø Kunnen plaatsen van injectiebuisjes in de openingen (systeemafhankelijk) Ø Kunnen doseren en vermengen van de injectievloeistof Ø Kennis van de injectievolgorde en het -tijdstip Ø Kunnen instellen van de injectiedruk op het injectietoestel Ø Kunnen afsluiten van vrije injectiebuisjes van zodra er injectievloeistof uittreedt met mortel en desgevallend het paramentmetselwerk onmiddellijk reinigen Ø Kunnen opvolgen van de debietmeter (productverbruik en injectiesnelheid) en kunnen verwittigen van de verantwoordelijke bij een groot injectiedebiet Ø Kunnen reinigen van uitgelopen injectieproduct Ø Verwijderen van het bekistingsmateriaal
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
28.
2.2.10 Voorbereiden van het hout- en/of metselwerk vóór een behandeling ter bestrijding van insecten en/of zwammen Taken
Ø
Verwijderen van aangetaste materialen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
Ø
Behakken van het hout
X
X
X X X
Ø
Voorbereiden van het metselwerk, indien dit ook aangetast is (enkel van toepassing bij zwammenbestrijding)
X
X
X X
Ø
Verwijderen van de verspreide sporen (enkel van toepassing bij zwammenbestrijding)
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
X
X
Competenties
Ø Kennis van aangetaste materialen Ø Ervoor kunnen instaan dat afgevoerde materialen andere ruimtes niet besmetten Ø Kunnen verwijderen van het vermolmde hout en stof met borstel of stofzuiger, blootleggen van het onaangetaste hout Ø Kunnen aanbrengen van een afbijtmiddel Ø Kunnen verwijderen van de afbijtlaag Ø Kunnen hanteren van een plamuurmes Ø Kunnen onderscheiden van aangetast en gezond hout door te sonderen (al dan niet in overleg met de architect of projectleider) Ø Kunnen verwijderen van pleisterlaag, plamuur en bekleding van het metselwerk Ø Kunnen uitkrabben van de metselvoegen Ø Kunnen afbranden van de muren Ø Kunnen hanteren van een stofzuiger
29.
2.2.11 Uitvoeren van de behandeling ter bestrijding van insecten en/of zwammen Taken
Ø
Aanbrengen van injectieopeningen in het hout- en/of metselwerk
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X (enkel kennis, niet bepalen) X
Ø
Injecteren
X
X (onder toezicht) X X
X
Ø
Uitvoeren van de behandeling met insecten- en/of zwammendodend product
X
X
X
X
Competenties
Ø Kunnen boren van gaten op regelmatige afstanden Ø Kennis hebben en kunnen bepalen van de tussenafstand en diepte van de boorgaten Ø Kunnen zuiver maken van de boorgaten met bijv. perslucht Ø Kunnen doseren en vermengen van de injectievloeistof Ø Kennis van de injectievolgorde en het -tijdstip Ø Kunnen instellen van de injectiedruk op het injectietoestel Ø Kunnen opvolgen van de debietmeter (productverbruik en injectiesnelheid) en kunnen verwittigen van de verantwoordelijke bij een groot injectiedebiet Ø Kunnen vernevelen van de insecten- of zwammendodende vloeistof over alle risico-oppervlakten Ø Er zich van bewustzijn dat men met gevaarlijke producten omgaat Ø Beschermende kledij dragen
2.2.12 Instaan voor de orde en de netheid op de werkplek Taken
Ø
Op orde en net houden van de werkplek
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
Competenties
Ø Kennis van de richtlijnen Ø Aandacht hebben voor ordelijk en net werken
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
30.
2.2.13 Onderhouden en reinigen van materieel Taken
Ø
Preventief onderhouden van het materieel
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
X
X
Ø
Schoonmaken van het materieel
X
X
X
Competenties
Ø Technische kennis van het gebruikte materieel Ø Kennis van de risico’s bij gebrek aan onderhoud en eventuele preventiemaatregelen Ø Kunnen uitvoeren van een kleine herstelling of vervanging van een onderdeel Ø Kunnen signaleren wanneer onderdelen aan herstelling of vervanging toe zijn Ø Kunnen verwijderen van mortel e.d. van het materieel Ø Kunnen schoonmaken, desinfecteren of afvoeren van het besmet materieel
2.2.14 Werkadministratie doen Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Ø
Bijhouden van de prestatiestaat
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
Competenties
Competenties
Ø Kunnen invullen van de gewerkte uren, afgewerkte producten, gebruikte materialen, enz. op de daartoe voorziene formulieren
31.
2.3 2.3.1
Ondersteunende taken Kwaliteitszorg Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Ø
Naleven van de termijnen
Ø
Analyseren en beoordelen van het eigen werk
X
Competenties
X X
X X
2.3.2
Competenties
Ø Zich kunnen houden aan de planning (voorkomen van vergissingen en vergetelheden) Ø Kunnen inlassen van een zekere vorm van zelfcontrole Ø Kennis van de specifieke vereisten van het werk Ø Kunnen inlassen van een zekere vorm van zelfcontrole Ø Kennis en kunnen uitvoeren van correcties Ø Kunnen visueel inschatten en rapporteren aan de werfleider
Veiligheid Taken
Ø
Beschermende maatregelen nemen voor de veiligheid en de gezondheid van zichzelf en die van anderen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
X
Ø
Toepassen van de geldende veiligheidsvoorschriften
X
X
Competenties
Ø Kennis en kunnen en willen gebruiken van de individuele en collectieve beschermingsmiddelen voor het uit te voeren werk Ø Kunnen herkennen van potentieel gevaarlijke situaties Ø Kennis en toepassen van ergonomische arbeidshoudingen Ø Kennis van de agressiviteit en de gevolgen van het gebruik van bepaalde grondstoffen Ø Kennis van de veiligheidsvoorschriften
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
32.
2.3.3
Milieu Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Ø Ø
Toepassen van milieuvoorschriften Sorteren van afval en recuperatiemateriaal
X
Competenties
X X
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
Competenties
Ø Kennis van milieuvoorschriften Ø Kennis van de principes van afvalverwerking Ø Kunnen scheiden en selectief verwijderen van afval en puin Ø Kunnen uitmaken welk restmateriaal opnieuw kan gebruikt worden
33.
3. COMPETENTIES Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de vakman moderne bouwrestauratie. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de vakman moderne bouwrestauratie moet beschikken.
3.1
Beroepskennis Kennis van gereedschappen en hulpmiddelen Kennis van de werking, de toepassingsmogelijkheden, de bediening, de veiligheidsvoorschriften en de onderhoudsvoorwaarden van het gereedschap: stoomgenerator, lage- en hogedrukreiniger, afzuigapparatuur, spatel, verfroller, spons, sproeiapparaat, airlesspomp, (diamant)boormachine, hamer, beitel, spatel, truweel, schoren, injectieapparatuur. Kennis van de basisregels voor de montage van ladders en stellingen. Kennis van het gebruik van afschermmaterialen. Kennis van grondstoffen Kennis van de verschillende soorten grondstoffen, eigenschappen, samenstelling, het gebruik en de toepassingsmogelijkheden: reinigingsmiddelen (granulaten, pasta’s, water), restauratiemortel (muur, hout), injectiemiddelen. Kennis van artefacten en hun historische achtergrond Kennis van aangetast en gezond metsel- en/of houtwerk. Kennis van de structuur van de te behandelen constructies. Inzicht in historische bouwmethodes. Kennis van plan lezen Kennis van lezen van overzichtsplannen, werktekeningen, detailtekeningen en materiaalstaten. Kennis van rekenen Kennis van optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. berekening van lengte, breedte, hoogte, oppervlakte.
Kennis van de
Talenkennis Lezen en schrijven van de Nederlandse taal.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
34.
Kennis van kwaliteitszorg Kennis van bedrijfs- en productspecifieke kwaliteitsnormen. Kennis van veiligheid Kennis van individuele en collectieve beschermingsmiddelen. Kennis van veiligheidsvoorschriften (o.a. voor specifieke grondstoffen). Kennis van een veilige en ergonomische verantwoorde werkhouding. Kennis van milieu Kennis van de principes van gescheiden afvalverwerking en recyclage. Kennis van de geldende milieunormen.
3.2
Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep als vakman moderne bouwrestauratie. De vijf belangrijkste sleutelvaardigheden werden met een sterretje aangeduid.
Ø
Sleutelvaardigheid Beslissingen kunnen nemen*
Ø
Bereid zijn te leren
Ø
Communicatief vaardig zijn Contextbewust werken*
Ø
Ø
Creatief zijn
Ø
Handig zijn
Ø
Kwaliteitsbewust werken*
Ø
Milieubewust werken* Nauwkeurig kunnen werken
Ø
Ø
Ordelijk en net kunnen werken
Omschrijving In staat zijn om een besluit te nemen wanneer er problemen zijn met het materieel en/of de gekozen restauratietechniek om het zelf of door anderen te laten oplossen, en dus weten wanneer door te verwijzen of een verantwoordelijke te verwittigen. Bereid zijn en in staat zijn om bij het verschijnen van nieuwe restauratietechnieken en nieuwe toepassingen van grondstoffen en materieel deze aan te leren. Zich vlot kunnen uitdrukken met collega’s en oversten in functie van werkafspraken, -ervaringen en –instructies. Rekening houden met de eigenheid en de betekenis van historische materialen en constructiewijzen en de behandelingen erop afstellen, eventueel op basis van onderzoek en voorschriften van deskundigen. Beschikken over de nodige verbeelding en inspiratie om natuursteenreparaties te maken rekening houdend met de stijl van het gebouw. In staat zijn om op een vlugge en behendige manier om te gaan met de grondstoffen en materieel. Weten aan welke vereisten een restauratie moet voldoen en bereid zijn zich in te spannen om tijdens de uitvoering van het werk aan de vereisten te voldoen. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor het milieu en schade aan het milieu te voorkomen. In staat zijn een restauratieopdracht precies en nauwkeurig te voltooien, details zorgvuldig afwerken, apparatuur juist kunnen afstellen, in staat zijn om nauwgezet de werkadministratie te doen. Voorkomen dat de werkplaats wordt ingenomen door afval en bestemmingsloze onderdelen.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
35.
Ø Ø
Ø
3.3
Teamgericht kunnen werken* Veiligheidsbewust werken*
Zelfstandig kunnen werken
Kunnen samenwerken in een ploeg om een restauratieopdracht tot een goed einde te brengen. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor de eigen veiligheid en die van anderen en gevaarlijke situaties te voorkomen door beschermingsmaatregelen uit te voeren en beschermingskledij te dragen. In staat zijn om zelfstandig zonder hulp of toezicht gedurende lange tijd aan een restauratieopdracht te werken.
Specifieke vereisten De vakman moderne bouwrestauratie moet tevens over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep: Ø Geen hoogtevrees hebben. Ø In het bezit zijn van een rijbewijs B is een pluspunt. Ø Het is een pluspunt om in bezit te zijn van een rijbewijs C(E) voor het besturen van een kleine vrachtwagen en zwaardere aanhangwagen dan toegelaten onder B. Indien het werk dit vereist, is het voldoende dat één vakman binnen een team over het rijbewijs C(E) beschikt.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
36.
4. BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin gewerkt wordt, zijn: Ø Ø Ø Ø Ø
In wisselende weersomstandigheden. Op verplaatsing en/of in het atelier. Op stellingen. Met gevaarlijke grondstoffen en materieel. In een lawaaierige omgeving.
Tevens geven we een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico’s en hun mogelijke preventie: Ø Val- en slipgevaar bij het werken op stellingen. Preventie: Toezien op de goede staat van de stelling, op een voldoende draagkrachtige ondergrond plaatsen, op regelmatige plaatsen bevestigen, voorzien van voldoende leuningen. Ø Gevaar voor vallende voorwerpen. Preventie: Vastzetten van voorwerpen, afschermen van een gevarenzone, gebruiken van veiligheidshelm en –schoenen, niet boven elkaar werken. Ø Kans op verwondingen bij het gebruik van de grondstoffen en het materieel. Preventie: Dragen van beschermende kledij, gebruiken van grondstoffen en materieel op een rechtmatige wijze. Ø Risico tot gehoorvermoeidheid of tot beroepsdoofheid. Preventie: Dragen van gehoorbescherming, investeren in stillere machines. Ø Kans op huidirritatie en allergieën. Preventie: Dragen van handschoenen en een stofmasker, inlassen van een verplichte medische controle. Ø Kans op fysieke overbelasting door langdurig staan, langere tijd werken in eenzelfde houding, regelmatig bukken en inspannend werk, heffen en tillen van lasten. Preventie: Aannemen van een ergonomisch verantwoorde werkhouding. Tegenwoordig is een veiligheidscoördinator verplicht aanwezig op de werkplaats, die speciale aandacht heeft voor deze bijzondere arbeidsomstandigheden.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
37.
5. ARBEIDSORGANISATIE Vakmannen moderne bouwrestauratie zijn tewerkgesteld bij een restauratiebedrijf. Ook in bouwondernemingen die een aparte afdeling speciale technieken hebben, kunnen we vakmannen terugvinden. Daarnaast zijn er ook nog een aantal kleinere, familiale bedrijven actief op de restauratiemarkt. Restauratiewerken zijn een arbeidsintensieve activiteit. Aan het restauratieproces nemen verschillende personen deel. Algemeen kunnen we stellen dat het vooronderzoek naar en de keuze van de restauratietechniek bij de projectleider of de architect ligt; de uitvoering ervan is de verantwoordelijkheid van de vakmannen. De definitieve controle van de restauratiewerken is dan weer de verantwoordelijkheid van de projectleider en/of de architect. Restauratieopdrachten worden doorgaans in een ploeg afgewerkt. Deze ploeg is samengesteld op basis van de uit te voeren werken. Ook de verantwoordelijke vakman7 wordt in functie hiervan aangesteld. Sommige bedrijven werken met vaste ploegen en een vaste verantwoordelijke. De verantwoordelijke vakman is een vakman met veel ervaring op het vlak van de uit te voeren restauratieopdracht. Hij werkt zelf ook mee aan het project, maar heeft een aantal bijzondere verantwoordelijkheden. Hij voert bijvoorbeeld kwaliteitscontroles uit, is verantwoordelijk voor het vervoer naar de werf, stelt de apparatuur af, verdeelt de taken, … Hij houdt eveneens toezicht over de beginnende vakmannen en leert hen het beroep aan. Daarnaast is er nog de projectleider of werfleider. Deze heeft dikwijls verschillende werkplaatsen onder zijn hoede en verplaatst zich voortdurend van de ene naar de andere werf. In kleinere ondernemingen is de zaakvoerder de projectleider. De projectleider moet naast een grondige kennis van alle aspecten van het beroep, over voldoende leidinggevende capaciteiten beschikken. Hij is de schakel tussen de vakmannen en de architect of opdrachtgever, die de stand van zaken en de kwaliteit van het werk komen beoordelen. Voor de vakmannen is hij degene aan wie zij raad kunnen vragen wanneer er onvoorziene omstandigheden optreden. De vakman moderne bouwrestauratie werkt immers op relatief grote afstand van het thuisbedrijf. Dit impliceert dat de vakman een grote autonomie geniet wat betreft de organisatie van het eigen werk.
7
Binnen de sector spreekt men van ‘ploegbaas’. Wij spreken van een ‘verantwoordelijk vakman’ omdat de term ploegbaas niet mag verward worden met een ploegbaas in andere sectoren waar dit als een apart beroep geldt.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
38.
Er wordt gerestaureerd in opdracht van besturen of huisvestingsmaatschappijen, die een aanbesteding uitschrijven. Werken in onderaanneming bij een ander (restauratie)bedrijf is ook een mogelijkheid. Tenslotte kunnen er ook nog particuliere opdrachtgevers zijn. In al deze gevallen kan het gaan om de restauratie van waardevolle historische gebouwen en beschermde monumenten tot de restauratie van gewone gebouwen.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
39.
6. KNELPUNTEN Tijdens de interviews werd het gebrek aan kandidaat-vakmannen vermeld. Het is moeilijk om gemotiveerde mensen te vinden die inzicht hebben in het werk én tegelijkertijd bereid zijn om vuiler werk uit te voeren. Daarnaast wees men erop dat wanneer men dan toch een geschikte kandidaat gevonden heeft, deze nog vele technieken op de werf moet aangeleerd krijgen. Een duidelijke afbakening en profilering van restauratieberoepen tegenover beroepen uit andere sectoren kan tevens helpen voor een efficiëntere toeleiding van studenten en werkzoekenden.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
40.
7. TOEKOMSTIGE EVOLUTIES De grondstoffen, die gebruikt worden in de restauratiesector evolueren zeer snel. Er komen steeds meer chemicaliën op de markt. Wel wordt er gezocht naar een vriendelijker gebruik ervan voor milieu en gezondheid. Deze diversiteit heeft tot gevolg dat de uitvoerder telkens opnieuw nieuwe producten moet leren gebruiken. Nochtans zijn de verschillen tussen de producten niet zo groot en hebben de vernieuwingen bijgevolg weinig impact op het werk van de vakmannen. Op het vlak van het materieel wordt een grotere techniciteit verwacht. Hierbij kan gedacht worden aan stralingstechnieken/-apparatuur en injectieapparatuur. Dit vraagt een regelmatige bijsturing van kennis en vaardigheden van de vakman. Door de grotere techniciteit moeten de werken ook goed voorbereid worden, dit vraagt een grotere begeleiding van de projectleider. Ondanks technologische vernieuwingen die waarschijnlijk in de toekomst nog verder zullen toenemen, blijft een groot deel van de technieken toch zuiver manueel werk. Het belang van veiligheid en milieu bij het uitvoeren van restauratieopdrachten wordt steeds groter en duidelijk voelbaar in het takenpakket van de vakman moderne bouwrestauratie. Er wordt verwacht dat de restauratiemarkt zal groeien, waardoor er een grotere behoefte aan vakkundig personeel ontstaat.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
41.
8. VERKLARENDE WOORDENLIJST Ø Balkkop
Uiteinde van een (houten) balk
Ø Biocide
Chemicaliën die geschikt zijn voor het doden van algen (algiciden), schimmels (fungiciden), korstmossen (litheniciden) of insecten (insecticides).
Ø Hogedrukstralen
Alle reinigingstechnieken waarbij een straalmiddel onder hoge druk (> 5 Mpa) naar een spuitmond gestuwd wordt en dan op de gevel geprojecteerd.
Ø Hydrofobering
Behandelen van een materiaal met een chemische stof, met de bedoeling de oppervlakte minder toegankelijk te maken voor water en binnendringende agressieve oplossingen.
Ø Injecties
Alle technieken waarbij een product of chemicaliën in de poriën of holtes van het metsel- of houtwerk wordt aangebracht.
Ø Kitvoeg
Afdichting die het indringen van water, stof, zand, e.d. tijdens de werken verhindert, en achteraf de regendichtheid van de voegen waarborgt.
Ø Lagedrukstralen
Alle reinigingstechnieken waarbij een straalmiddel onder lage druk (< 1Mpa) naar een spuitmond gestuwd wordt en dan op de gevel geprojecteerd.
Ø Materiaal
Grondstoffen.
Ø Materieel
Gereedschap en machines.
Ø Schoren
Ondersteunen, ook: stutten.
Ø Schoor
Voorwerp waardoor een muur of een balk wordt ondersteund of geschraagd, ook: stut.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
42.
Profiel ‘Vakman Moderne Bouwrestauratie’
43.
LIJST VAN ORGANISATIES EN BEDRIJVEN DIE DEEL UITMAAKTEN VAN DE CONFERENTIES ‘VAKMAN MODERNE BOUWRESTAURATIE’
A-2-Z RENOVATIE
De heer Patrick Vanlerberghe
ACV bouw en industrie
De heer Deef Borloo
AFDELING MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Mevrouw Nathalie Vernimme BODIMA
De heer Herman Verhaegen
BUILDING TREATMENTS & APPLICATIONS DENYS
De heer Sander Peters De heer Walter Cromheeke
FONDS VOOR VAKOPLEIDING IN DE BOUWNIJVERHEID
FTB RESTORATION PRIEM – DE BRABANDER
De heer Jos Gijbels Mevrouw Tatjana Samaey De heer Dirk Vangheluwe Mevrouw Sofie Priem
RENOTEC
De heer Steven Van de Velde
STICHTING VLAAMS ERFGOED
De heer Christophe Soulliaert
Lijst deelnemers
44.
Lijst deelnemers
45.
BIJLAGE
Charter van Venetië (1964) 1. Bepalingen Art. 1. Het begrip historisch monument omvat niet enkel de geïsoleerde architectonische schepping, maar ook de stedelijke of rurale landschappen die getuigenis afleggen van een speciale beschavingsperiode, van een betekenisvolle evolutie of van een historische gebeurtenis. Dit geldt zowel voor de grote artistieke concepties als voor meer bescheiden werken, die in de loop der tijden een culturele betekenis hebben gekregen. Art. 2. Het instandhouden en restaureren van monumenten bepalen een discipline, die een beroep doet op alle wetenschappen en technieken welke een bijdrage kunnen leveren tot de bescherming en de instandhouding van de ons overgeleverde monumenten. 2. Doel Art. 3. Het gaat bij het instandhouden en restaureren van monumenten om het bewaren zowel van het kunstwerk als van de historische getuigenis. 3. Conservatie Art. 4. Het instandhouden van monumenten vereist vooreerst een geregeld onderhoud. Art. 5. Het instandhouden van een monument wordt ten zeerste bevorderd door er een bestemming aan te geven, nuttig voor de gemeenschap. Een dergelijke bestemming is dan ook gewenst; hierdoor mogen echter de bouworde noch het decor van de gebouwen worden aangetast. Noodzakelijke herinrichtingen, die opgedrongen worden door de evolutie van functies en gewoonten, moeten worden opgevat met inachtneming van genoemde beperkingen en kunnen aldus toelaatbaar zijn. Art. 6. De instandhouding van een monument impliceert ook deze van het bijpassend kader. Waar het traditionele kader nog bestaat, zal het bewaard blijven: aanbouw, gedeeltelijke afbraak of een nieuwe indeling zullen dus de verhouding van volume en kleur niet mogen bederven. Art. 7. Het monument is niet los te maken van het milieu waarin het gesitueerd is en van de historie waarvan het getuigt. Dientengevolge kan de verplaatsing van het geheel of van een deel van een monument slechts geduld worden wanneer het behoud van het monument dit vereist of wanneer zeer dringende redenen van nationaal of internationaal belang dit rechtvaardigen. Art. 8. Elementen van beeldhouw- en schilderkunst of van versiering die integrerend deel uitmaken van het monument mogen er slechts van verwijderd worden wanneer dit het enige middel is om hun instandhouding te verzekeren.
Bijlage
46.
4. Restauratie Art. 9. Restaureren is een ingreep die een uitzonderingskarakter moet dragen. Het doel is de instandhouding en de uitdrukking van de esthetische en historische waarden van het monument; het gaat uit van de fundamentele eerbied voor de oude substantie en de authentieke documenten. Het restaureren houdt op waar de hypothese begint; inzake reconstructies, moet elk aanvullend gedeelte noodzakelijk op grond van esthetische of technische redenen ondergeschikt zijn aan de architectonische compositie een eigentijds karakter dragen. Een archeologische en historische studie van het monument zal steeds de restauratie voorafgaan en vergezellen. Art. 10. Wanneer de ambachtelijke werkwijzen niet toereikend blijken te zijn, is het geoorloofd, ten behoeve van de consolidatie van een monument, gebruik te maken van elke moderne conserverings- en constructietechniek, waarvan de doelmatigheid wetenschappelijk vaststaat en die door ervaring wordt gewaarborgd. Art. 11. Waardevolle toevoegingen uit welke tijd ook dienen gerespecteerd te worden; een restauratie streeft niet de eenheid van stijl na. Als een stijlwerk verschillende stijluitingen over en door elkaar heen bevat, is het blootleggen van een vroegere toestand slechts bij uitzondering gerechtvaardigd; en wel op deze voorwaarde dat de weg te nemen elementen slechts van gering belang zijn, het te voorschijn gebrachte gedeelte daarentegen van grote historische, archeologische of esthetische waarde is en in zodanige toestand dat instandhouding ervan mogelijk is. De beoordeling van de waarde der bovenbedoelde elementen en de beslissing over het wegnemen mogen niet alleen afhangen van de met de restauratie belaste architect. Art. 12. De elementen bedoeld om verdwenen gedeelten te vervangen moeten harmonieus in het geheel worden opgenomen, terwijl ze duidelijk van de originele gedeelten te onderscheiden moeten blijven, opdat het document van geschiedenis en kunst door de restauratie niet vervalst wordt. Art. 13. Toevoegingen kunnen slechts aanvaard worden voorzover ze de interessante onderdelen van het gebouw respecteren, het traditionele kader niet aantasten, het evenwicht in de compositie en de relatie met het haar omgevende milieu niet verbreken.
Bijlage
47.
BRONNEN - LITERATUURLIJST
Interviews: Ø De heer De Coster, PIT Leuven (zaakvoerder) Ø De heer Paul De Spiegelaere, DOMUS ARTE (GENISOL) (afgevaardigd bestuurder) Ø De heer Johan Franceus, DENYS (hoofd afdeling speciale technieken) Ø De heer Jan Geraeds, PETER COX (projectleider) Ø De heer Luc Goormans, BETOTEC (zaakvoerder) Ø De heer Bruno Ibens, n.v. PEETERMANS (projectdirecteur) Ø De heer Benoît Larden, SOLAR n.v. (zaakvoerder) Ø De heer Dirk Leeuwerck, MRT (GROUP MONUMENT) (directeur) Ø De heer Ronny Priem, PRIEM- DE BRABANDER (zaakvoerder) Ø De heer Steven Van de Velde, RENOTEC (werfleider gevelrenovatie) Ø De heer Ludo Van Hooff, RENOTEC (projectleider gevelrenovatie) Ø De heer Herman Verhaegen, BODIMA n.v.
Documenten: Ø Beleidsbrief cultureel erfgoed. Ø CEDEFOP – European Centre for the Development of Vocational Training. (1995). Occupational profiles. The restoration and rehabilitation of the architectural heritage. Berlijn: CEDEFOP. Ø CEDEFOP. (1995). Study on the upgrading and recognition of qualifications in the field of the restoration and rehabilitation of the architectural heritage. Berlijn: CEDEFOP.
Bronnen - Literatuurlijst
48.
Ø Cornelissen, C. (2001) Gevelwerker. Antwerpen: Tempera. Ø Declercq, B. (e.a). (1996). Versterking van houten balken door oplijming van stalen platen. KHBO. Departement industriële wetenschappen en technologie. Ø De Witte, E. (1990). Chemische middelen bij de restauratie en conservering van natuursteen. Postuniversitair centrum West-Vlaanderen. Centrum hoger onderwijs. Ø Delmotte, J. (2000). Beroepsprofiel: conservator-restaurator van meubels. Leuven: HIVA. Ø FTB (1999). Restoration. CD-rom. Ø HIVA (2000). Erfgoedzorg: aanzetten tot een beroepenstructuur. Niet-gepubliceerd document. Ø http://erfgoedactueel.kennisnet.nl Ø http://www.monument.vlaanderen.be Ø http://www.monumentenzorg.nl Ø Leeuwerck, D. (1998). Erkenning aanneming curatieve werken. Deinze: MRT. Ø Malfait, D. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel, het proces van A tot Z. Leuven: HIVA. Ø SERV (1999). Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor betonhersteller. Brussel: SERV. Ø Van den Berge, K. & De Cuyper, P. (2000). Beroepsprofielen uit de erfgoedzorg: een oriëntatie. Leuven: HIVA. Ø VDAB (2000). Analyse vacatures ’99 – Deel 1, 2, 3. Brussel: VDAB. Ø VeRes (1998). Restaurator: een profiel van het beroep. Amsterdam: VeRes. Ø WTCB (2001). Procedures voor de restauratie van buitenmuren. Werkdocument.
Bronnen - Literatuurlijst