Responsen op positief affect bevragen met de Responses to Positive Affect questionnaire Een blik op de factorstructuur Sabine Nelis Najaarscongres VGCt 2015
Achtergrond • Cognitieve responsen op o o
negatief affect positief affect
‘Enhancing’
Dempen Eigenlijk verdien ik dit niet Dit verandert niets aan de problemen die ik heb
Ik ben trots op mezelf
Ah, ik heb gewoon geluk gehad. Er loopt straks vast wel weer iets fout
• Hoe cognitieve responsen op positief affect meten? o o
Emotion Regulation Profile-Revised (ERP-R) Nelis et al., 2011 Responses to Positive Affect questionnaire (RPA) Feldman et al., 2008
• Gerelateerd: • Fear of happiness scale van Joshanloo (2013) • Fear of happiness scale van Gilbert en collega’s (2012) • Angst subschaal van de Emotion Acceptance Questionnaire Beblo et al., 2011
Nelis, D., Quoidbach, J., Hansenne, M., & Mikolajczak, M. (2011). - Psychologica Belgica, 51, 49–91. Feldman, G. C., Joormann, J., & Johnson, S. L. (2008). - Cognitive Therapy and Research, 32, 507-525. Joshanloo, M. (2013). - Personality and Individual Differences, 54, 647–651. Gilbert, P., McEwan, K., Gibbons, L., Chotai, S., Duarte, J., & Matos, M. (2012). - Psychology and Psychotherapy: Theory, Research and Practice, 85, 374–390. Beblo, T., Scheulen, C., Fernando, S., Griepenstroh, J., Aschenbrenner, S., Rodewald, K., & Driessen, M. (2011). - Zeitschrift für Psychiatrie, Psychologie und Psychotherapie, 59, 133–144.
Feldman, Joormann, & Johnson (2008)
Raes, F., Daems, K., Feldman, G. C., Johnson, S. L., & Van Gucht, D. (2009). A psychometric evaluation of the Dutch version of the responses to positive affect questionnaire. Psychologica Belgica, 49, 293–310. doi:10.5334/pb49-4-293
Responses to Positive Affect questionnaire (RPA) o
Volwassenen • • • •
•
o
Engels Nederlands Zweeds Chinees Koreaans
Variant voor adolescenten (beperkte aanpassingen) Bijttebier et al., 2012
o
Variant met specifieke positieve gebeurtenissen (bv. Hudson et al., 2015)
Hudson, M. R., Harding, K. A., & Mezulis, A. (2015). Dampening and brooding jointly link temperament with depressive symptoms : A prospective study. Personality and Individual Differences, 83, 249–254. doi:10.1016/j.paid.2015.04.025
o Opdeling o
Dempen • Bv. Ik heb gewoon geluk gehad, het zal wel weer snel voorbij zijn
o
Enhancing (positieve ruminatie) • Focus op zelf •
Bv. Ik leef helemaal naar mijn kunnen en mogelijkheden
• Focus op emoties •
Bv. Ik denk aan hoe blij en gelukkig ik me voel
Feldman, G. C., Joormann, J., & Johnson, S. L. (2008). Responses to positive affect: A self-report measure of rumination and dampening. Cognitive Therapy and Research, 32, 507-525. doi:10.1007/s10608-006-9083-0
o
Vaak gebruikt in onderzoek • Bv. verband tussen regulatie van positief affect en depressie(ve symptomen), manische symptomen, angststoornis, zelfverwonding
o
Echter, geen duidelijke overeenkomst over de twee enhancing subschalen • Focus op zelf versus focus op emoties • Eerste valideringsonderzoek: 2 aparte subschalen (echter, sterke samenhang) • Adolescenten: geen onderscheid tussen enhancing met focus op zelf versus focus op emoties Bijttebier et al., 2012 • Leeftijdsgebonden?
Bijttebier, P., Raes, F., Vasey, M. W., & Feldman, G. C. (2012). Responses to positive affect predict mood symptoms in children under conditions of stress: a prospective study. Journal of Abnormal Child Psychology, 40, 381–389. doi:10.1007/s10802-011-9579-2
Onderzoeksvragen o Is er een duidelijk onderscheid te maken tussen een zelf-focus en emotie-focus type van enhancing zoals gemeten in de RPA? o
Studie 1: Onderzoek in adolescenten en jongvolwassenen • Differentiatie tussen strategieën met focus op zelf en op emoties -> enkel bij volwassenen?
o
Studie 2: Systematisch overzicht • Wat kunnen we concluderen over het onderscheid tussen de twee types van enhancing als we voorgaande onderzoeken samenbrengen?
Studie 1 o Vragenlijstbundel op middelbare scholen + bundels verspreid onder studenten hoger onderwijs o Bundel bevat o.a.: o RPA o Children’s Depression Inventory (CDI) o Drie leeftijdsgroepen*: o Vroege adolescentie (10 – 13.9 jaar) o Midden adolescentie (14 – 18.9 jaar) o Late adolescentie/opkomende volwassenheid (19 – 25.9 jaar)
*Slot, W. & van Aken, M. (Eds.). (2010). Psychologie
van de adolescentie. Baarn/Utrecht/Zutphen:ThiemeMeulenhoff.
Leeftijd
N M Groep 1: vroege adolescentie Groep 2: midden adolescentie
Groep 3: late adolescentie/ opkomende volwassenheid
112
13.06
444
16.31
282
21.50
Min-Max 12.08-13.92 14.00-18.92
19.00-25.83
Geslacht % meisjes 30 % 29 %
60 %
1. Factor analyse Groep 1 Vroege adolescentie
CFI RMSEA 90% CI for RMSEA SRMR χ2 BIC
Groep 2 Midden adolescentie
Groep 3 Late adolescentie
2 factoren model .871 .070 .046-.093
3 factoren model .882 .068 .043-.091
2factoren model .855 .072 .063-.081
3 factoren model .865 .070 .061-.079
2factoren model .926 .056 .043-.069
3 factoren model .925 .057 .044-.070
.084 138.5 df = 89 4122.98
.082 131.9 df = 87 4125.87
.062 291.7 df = 89 15227.46
.061 275.5 df = 87 15223.43
.057 167.8 df = 89 9013.28
.056 167.2 df = 87 9024.03
2. Associatie tussen zelf-focus en emotie-focus enhancing over de leeftijdsgroepen
SF = Self-Focused positive rumination, EF = Emotion-Focused positive rumination, D = Dampening; CDI = The Children’s Depression Inventory. Pearson correlatie coëfficiënten voor de schaalscores (ongewogen som van de items die laden op een factor) zijn groen en factor correlaties zijn oranje. ***p < .001; **p<.01; *p<.05
3. Associatie tussen zelf-focus/emotie-focus enhancing en depressieve symptomen
SF = Self-Focused positive rumination, EF = Emotion-Focused positive rumination, D = Dampening; CDI = The Children’s Depression Inventory. Pearson correlatie coëfficiënten voor de schaalscores (ongewogen som van de items die laden op een factor) zijn groen en factor correlaties zijn oranje. ***p < .001; **p<.01; *p<.05
Korte conclusie studie 1 • Geen evidentie dat het onderscheid tussen zelf-focus en emotie-focus enhancing groter is in de oudere leeftijdsgroepen
• Bemerking: geen longitudinaal onderzoek
Onderzoeksvragen o Is er een duidelijk onderscheid te maken tussen een zelf-focus en emotie-focus type van enhancing zoals gemeten in de RPA? o
Studie 1: Onderzoek in adolescenten en jongvolwassenen • Differentiatie tussen strategieën met focus op zelf en op emoties -> enkel bij volwassenen?
o
Studie 2: Systematisch overzicht • Wat kunnen we concluderen over het onderscheid tussen de twee types van enhancing als we voorgaande onderzoeken naast elkaar leggen?
Studie 2 o Studies waarin RPA wordt gebruikt én waarin het verband tussen de zelf-focus en emotie-focus subschaal wordt gerapporteerd o Web of Science, Google Scholar o 36 studies waarin RPA werd opgenomen, waarvan 21 studies bruikbaar
1. Items verspringen o
Item switch tussen zelf-focus en emotie-focus subschalen in de volwassen Nederlandstalige versie en Zweedse versie
o
Bijvoorbeeld:
o
• hoe vaak denk je dan aan hoe trots je bent op jezelf? Z-F -> E-F • hoe vaak denk je dan aan hoe je het gevoel hebt alles aan te kunnen? E-F -> Z-F
1. Items verspringen o o
Item switch tussen subschalen enhancing in de volwassen Nederlandstalige versie en Zweedse versie
2. Relatief hoge correlatie tussen de zelf-focus en emotie-focus subschalen o .44 - .79
3. In meeste studies geen verschillende associatie met depressieve symptomen o (meestal negatief of geen verband) o Geen verschil in 11 van de 13 studies waarin informatie hierover
• Veel onderzoek in studentengroepen
Conclusie • Studie 1 o
Zelf-focus en emotie-focus: geen verhoogd onderscheid bij transitie adolescentie naar volwassenheid
• Studie 1 en Studie 2 o
o
Spaarzame aanpak – één enhancing (positief rumineren) subschaal in de RPA Let op: onderscheid tussen andere subtypes van enhancing kan wel duidelijker/belangrijk zijn (of onderscheid tussen zelf-focus en emotie-focus kan belangrijk zijn indien anders gemeten)
[email protected]