ResearchBase
03
jaargang 3 maart 2006
Dé onderzoekdatabase van Tijdschrift voor Marketing
3 • Keuze voor een verkoopkanaal • De stand van digitaal Nederland 4 • Trends onder automobilisten 6 • Internationale markt voor digitale muziek 7 • De foodsector in Slovenië • Kiezen voor koopavond of koopzondag 8 • Kinderen en verpakkingen • Zicht op trends 10 • Televisiereclame financieel bekeken • Ouders en mediaopvoeding 11 • Trends in marketing dit jaar 12 • Het succes van een huisstijl 13 • Toekomst van media en entertainment • Online adverteren 14 • Inkoopgedrag van de mkb’er 15 • Grenzen aan variëteit in assortimenten
Meer dan 1.800 onderzoeken op www.marketing-online.nl/researchbase
Het economisch belang van reclame titel Het economisch belang van reclame auteur Centrum voor Merk en Communicatie uitgave rapport (88 pagina’s) datum januari 2006 prijs 53 euro bestelcode 192247 In Nederland wordt op jaarbasis 11 miljard euro aan reclame en sponsoring uitgegeven. Dit is veel meer dan tot op heden vaak werd aan genomen. Bovendien zijn reclamebureaus met 30.000 werknemers, na architecten, de groot ste bloedgroep binnen de voor de toekomst van de Nederlandse economie zo belangrijke creatieve zakelijke dienstverlening.
De reclamebranche zorgde in 2004 voor 0,61 procent van de totale werkgelegenheid. Bovendien groeide tussen 1996 en 2004 de werkgelegenheid in deze sector tweemaal zo hard als in de rest van de Nederlandse economie (35 procent tegen 17 procent). Het seo-rapport Het economisch belang van reclame, geïnitieerd door Centrum voor Merk en Communicatie (cmc), geeft inzicht in de economische betekenis van de (Nederlandse) reclamebranche als onderdeel van de creatieve zakelijke dienstverlening. Het gaat in op zaken als (indirecte) werkgelegenheid, niet-technologische innovatie en de uitstralingseffecten van de reclamebranche. Totale uitgaven
Tegenwoordig is reclame niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Op radio, televisie, bussen en trams, maar ook in de brievenbus en op internet kom je reclame-uitingen tegen. Het zal geen verbazing wekken dat er veel geld in de reclame-industrie omgaat. Van de totale uitgaven aan reclame en sponsoring van 11 miljard euro wordt 5,5 miljard euro besteed aan ‘profilering’ en 5,5 miljard euro aan productiekosten. De profileringsuitgaven (340 euro per hoofd van de bevolking) omvatten 4 miljard euro aan mediabestedingen, 800 miljoen euro aan sponsoring en product placement en 700 miljoen euro aan direct marketing. De media bestedingen zijn als volgt onderverdeeld: printmedia 55 procent, televisie en radio 25 procent, beurzen 8,2 procent, buitenreclame 3,5 procent en overig 8,3 procent.
Reclame internationaal
De Nederlandse mediabestedingen zijn een fractie van het bedrag dat wereldwijd aan ‘reclame’ wordt uitgegeven. De 4 miljard euro die Nederland jaarlijks uitgeeft is bijna 1,5 procent van het totale reclamebudget ter wereld. De Verenigde Staten spenderen meer dan 40 procent van het wereldbudget, Europa 26 procent en Azië 20 procent. De meeste landen besteden tussen de 200 en 300 euro bruto per inwoner aan reclame. In Noorwegen ligt dat flink hoger met bijna 450 euro bruto per inwoner in 2004. Nergens in Europa wordt echter zoveel uitgegeven als in Amerika, daar liggen de netto mediabestedingen rond de 420 euro per inwoner. Rol bedrijfsleven
De publieke omroep is voor 25 tot 30 procent afhankelijk van reclame. Dagbladen en tijdschriften zijn voor 50 tot 60 procent afhankelijk van reclame en commerciële omroepen zelfs voor 90 tot 100 procent. Gratis te ontvangen commerciële radio en televisie zouden dus ondenkbaar zijn zonder reclame. Door Sterreclame te accepteren op de publieke omroep besparen we per huishouden jaarlijks ongeveer 32 euro aan belastinggeld. Ook festivals, evenementen en concerten Y Jaarlijkse Nederlandse uitgaven aan reclame en sponsoring (in euro’s) Productiekosten Profilering Mediabestedingen Printmedia Televisie en radio Beurzen Buitenreclame Overig Sponsoring en product placement Direct marketing
5,5 miljard 5,5 miljard 4 miljard 55 procent 25 procent 8,2 procent 3,5 procent 8,3 procent 800 miljoen 700 miljoen
Y zijn steeds meer afhankelijk van sponsoring en
reclame. Vanwege de terugtredende overheid kunnen de meeste culturele voorstellingen, tentoonstellingen en sportevenementen niet langer bestaan zonder de financiële sponsoring vanuit het bedrijfsleven.
Belangrijke positie Amsterdam
In Nederland is de reclamebranche meer dan gemiddeld vertegenwoordigd in de regio Amsterdam, het Gooi en Noord-Holland. In absolute zin voert Amsterdam de Top 10 van gemeenten aan met ruim 4.500 banen in de creatieve kern van de reclamebranche, gevolgd door Rotterdam, Amstelveen, Utrecht en Eindhoven. Van de grote steden is met name Utrecht in opkomst als vestigingsplaats voor de reclamebranche. De groei in Rotterdam is vergelijkbaar met die in Amsterdam. Het relatieve belang van de reclamebranche in Den Haag neemt juist af.
In Amerika liggen de netto mediabestedingen op 420 euro per inwoner Het gevarieerde culturele aanbod en de esthetische binnenstad dragen er in belangrijke mate aan bij dat zowel binnen Nederland, als ook internationaal, Amsterdam een heel interessante vestigingsplaats is voor de reclamebranche.
ResearchBase 03 maart 2006
23 maart 2006 Citymarketing
28 maart 2006 Klanten kennen, klanten bedienen
Amsterdam Arena, Amsterdam Geen week gaat voorbij of kranten schrijven over hoe landen, regio’s, steden of locaties starten met campagnes om investeringen, creatieven, evenementen of bezoekers aan te trekken en te behouden. Citymarketing in Nederland is in ontwikkeling. Veel steden, regio’s en locaties zetten hun marketingbeleid breed neer, anderen moeten nog kiezen voor een duidelijke positionering. Citymarketing gaat daarbij niet alleen over de stad. Marketingbeleid wordt steeds meer afgestemd met locaties in de stad en omliggende gemeenten om gezamenlijk een sterke positie te creëren.
Scheepswerf De Delft, Delfshaven Databases, crm-projecten en loyaliteitssystemen leveren vaak niet de resultaten op die men ervan verwacht. Te vaak blijken klanten ontevreden over de wijze waarop zij bediend worden. Op de icsb-masterclass over het aangaan, uitbouwen en onderhouden van klantrelaties worden instrumenten aangereikt om hiertegen iets te ondernemen. In twee workshoprondes wordt onder meer ingegaan op de mogelijkheid om bij te dragen aan het succes van de klant, op de gevolgen van een klantgerichte houding voor de organisatie en op Event Driven Marketing.
Meer informatie: www.focusconferences.nl 30 maart 2006 Narrowcasting & Instore Media 2006
Figi, Zeist Dit gratis congres gaat in op de implementatie van narrowcasting om marketingdoelstellingen als het vergroten en verbeteren van naamsbekendheid, shopping experience, omzet en informatievoorziening te bereiken. 95 Procent van de reclame richt zich op consumenten buiten de winkel terwijl 75 procent van de koopbeslissingen ‘in-store’ genomen worden. Narrowcasting kan voor een belangrijke verschuiving in het reclamebudget zorgen omdat informatie immers gericht wordt op een bepaald publiek, op een geselecteerde locatie (binnen de winkel, op het station) en tijdstip middels digitale schermen. Veelal op afstand aangestuurd met relevante visuele content.
Meer informatie: www.marketingaandemaas.nl 6 april 2006 ‘ip-tv: ‘Blijf bij ons..!’
Mediaplaza, Utrecht Digitale televisie is in ontwikkeling en aan een opmars bezig. Binnenkort zal televisie via een breedband verbinding – live of streaming – de normaalste zaak van de wereld zijn. De gevolgen voor het nu al roerige medialandschap zullen groot zijn. Deze ontwikkelingen hebben een flinke impact op de marketingwereld. De aandachtsmarkt van het adverteren verandert en marketeers zullen hierop in moeten spelen. Tijdens dit seminar ‘ip-tv: Blijf bij ons..!’ komen pioniers, experts en leveranciers aan het woord om een helder beeld te geven van het snel veranderende medialandschap.
Meer informatie: www.mediaplaza.nl
Meer informatie: www.heliview.nl
Toekomstvisie
Door de nog steeds voortgaande technologische ontwikkelingen op communicatiegebied wordt de verwachting uitgesproken dat het economische belang van de reclamebranche voor de Nederlandse economie nog verder zal toenemen. Daarbij speelt een aantal belangrijke ontwikkelingen: bedrijven gaan consumenten intensiever bij hun merk(en) betrekken, er zal steeds meer (op specifieke doelgroepen) gerichte reclame verschijnen, er zal een sterke toename ontstaan van product placement (in films en op televisie), en de scheidslijn tussen reclame en redactionele inhoud zal vervagen. Over Centrum voor Merk en Communicatie
Het cmc is het samenwerkingsverband van bva Bond van Adverteerders, gvr, Centrum voor Marketingcommunicatie en vea/Vereniging van Communicatie-adviesbureaus. Het cmc stelt zich ten doel de effectiviteit en legitimiteit van het merk- en communicatievak te vergroten, alsmede een stimulans te zijn voor het genereren en uit wisselen van inzichten op het gebied van merk en communicatie, onder andere door adverteerders, bureaus en kennisinstellingen te bundelen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: reclame
Marketing ResearchBase is een dienst die bestaat uit een site en een magazine. De site geeft de abonnee een doorzoekbaar overzicht en samenvattingen van marktonderzoeken die relevant zijn voor de marketeer, communicatiemanager en marketingcommunicatieadviseur. Het magazine biedt maandelijks een samenvatting van de meest relevante marktonderzoeken. Rapporten bestellen Bent u bij ons geregistreerd als abonnee dan kunt u het integrale marktonderzoek bestellen. Bestellingen van rapporten die via de antwoordcoupon in dit magazine of via de site binnenkomen, worden per e-mail automatisch doorgestuurd naar de auteur(s) van de rapporten. De auteur(s) zijn verantwoordelijk voor de verzending en facturering. De genoemde bedragen in Marketing ResearchBase zijn exclusief btw. Marketing ResearchBase biedt een platform waarop aanbieders en vragers elkaar kunnen bereiken. Voor vragen en/of opmerkingen over het rapport, de bestelling en de verzending kunt u contact opnemen met de auteur van het rapport. De contactgegevens van iedere auteur vindt u onder aan de titelpagina van het rapport op de site. Redactie Laura Vogels, Liones Publishing Services bv Laan van Hoornwijck 3, 2289 dg Rijswijk telefoon (070) 319 19 23 e-mail
[email protected] Uitgever Rogier Mulder
Abonnementen Kluwer bv, klantenservice business media Postbus 23, 7400 ga Deventer telefoon (0570) 67 33 58 fax (0570) 69 15 55 e-mail
[email protected] Abonnementsprijs € 175 per jaar voor toegang tot de site en het magazine dat 10 keer per jaar verschijnt. Abonnementen dienen schriftelijk te worden opgezegd uiterlijk drie maanden voor het nieuwe abonnementsjaar begint. Voor België Daniel Lefebvre Ragheno Business Park Motstraat 30, b-2800 Mechelen telefoon 0800 30143 fax 0800 17529 e-mail
[email protected] Vormgeving Studio Bassa, Culemborg Druk Drukkerij Thieme Deventer Voor meer informatie www.marketing-online.nl Inloggegevens kwijt? Bel Kluwer klantenservice (0570) 67 33 58
Kluwer BV legt de gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements-)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer B.V., gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 6 januari 2003 onder depotnummer 3/2003. Een exemplaar van deze voorwaarden zal op eerste verzoek gratis worden toegezonden. U kunt de voorwaarden ook vinden op: www.adformatie.nl/algemenevoorwaarden.html. © Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. issn 1572-3569
www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 03 maart 2006
Keuze voor kanaal titel Understanding Channel Purchase Intentions auteur Rijksuniversiteit Groningen uitgave download (266 pagina’s/1 mb) datum februari 2006 prijs gratis bestelcode 193116 Internet is tegenwoordig een belangrijk kanaal voor de verkoop en aanschaf van artikelen. Door de toename in het aantal verkoopkanalen en de concurrentie tussen deze kanalen is het voor bedrijven van toenemend belang om beter te begrijpen hoe consumenten een kanaalkeuze maken.
In zijn proefschrift Understanding Channel Pur chase Intentions levert Thijs Broekhuizen, promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen, een bijdrage aan het beantwoorden van de vraag welke factoren een consument in overweging neemt bij het bepalen van de keuze voor een verkoopkanaal. Meer dan duizend klanten van een multichannel boekhandel en een internetboekhandel zijn voor het onderzoek ondervraagd. Factoren van invloed
Voor zowel online als offline aankopen zijn vier factoren van belang bij de overweging hoe een aankoop moet plaatsvinden: servicekwaliteit, assortimentskwaliteit, benodigde tijd en moeite, en koopplezier. Vooral de factor plezier heeft een sterke invloed op de aankoopintentie. Risico – de kans dat er iets mis kan gaan tijdens het koop proces – speelt een beperkte rol. Het belang van de vier factoren is gelijk voor beide kanalen. Klanten verschillen slechts in de scores die ze toekennen aan de factoren van elk kanaal.
Prijsniveau speelt de kleinste rol bij het vormen van de aankoopintenties Service- en assortimentskwaliteit hebben vooral een indirect effect. Een toename van servicekwaliteit versterkt de intentie via een vermindering van het risico en een verhoging van het plezier. Assortimentskwaliteit leidt tot een versterking van de intentie via tijd en moeite besparingen en meer plezier. ‘Waar voor je geld’ heeft, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, geen invloed op aankoop intentie. Ook het prijsniveau, dat een sterk verband heeft met het ‘waar voor je geld’, heeft een verwaarloosbare invloed op de aankoopintentie. Klanten lijken dus gek genoeg niet sterk beïnvloed te worden door financiële prikkels.
Nederland digitaal titel De digitale economie 2005 auteur Centraal Bureau voor de Statistiek uitgave rapport (336 pagina’s)/download (1 mb) datum januari 2006 prijs 29,50/gratis download bestelcode 190194
Factoren die in overweging genomen worden bij de keuze voor een verkoopkanaal • Servicekwaliteit • Assortimentskwaliteit • Benodigde tijd en moeite • Koopplezier
Online aankopen
Breedbandinternet is in korte tijd ingeburgerd geraakt. Begin 2005 beschikte 55 procent van de huishoudens over breedbandinternet. Drie jaar daarvoor was dit nog maar 13 procent. Van de bedrijven had begin 2005 70 procent een breedbandverbinding terwijl dit drie jaar eerder een kwart was.
Dit blijkt uit de cbs-publicatie De digitale eco nomie 2005 over het ict-gebruik in Nederland. Zowel onder huishoudens als onder bedrijven is adsl inmiddels de meest voorkomende breedbandverbinding. Begin 2005 bestonden de breedbandverbindingen in Nederland voor 60 procent uit adsl en voor 40 procent uit kabel.
De factor koopplezier hangt nauw samen met de ervaring die een klant heeft met kopen op internet. Onervaren internetkopers hebben er geen plezier in en voelen zich ongemakkelijk in een webwinkel. Ervaren online kopers hechten minder belang aan plezier bij het bepalen van hun online aankoopintentie en richten zich meer op de tijd en moeite die ze kunnen besparen. Zij behoren over het algemeen tot het type mens dat veel belang hecht aan snelheid en gemak. Opmerkelijk is de beperkte invloed van het prijsniveau van winkel en website. Hoewel in Nederland voor veel boeken een vaste prijs geldt, hebben consumenten toch vaak het gevoel dat ze goedkoper af zijn in de webwinkel. Prijsniveau is echter volgens de bevindingen van het onderzoek de minst sterke incentive. Daarom is de prijs een minder goed lokkertje om veel volk in de webwinkel te krijgen. Het is verstandiger om het online kopen gemakkelijker te maken voor de onervaren online kopers.
Andere vormen van breedbandinternet zoals glasvezel en satelliet, komen nog nauwelijks voor. Praktisch overal in Nederland wordt breedbandinternet aangeboden en het breedbandgebruik in Nederland is internationaal gezien zeer hoog, vooral voor huishoudens.
Asymmetische invloed
Verschil in internetgebruik
Op internet geldt overigens dezelfde stelregel als in de detailhandel: tekortkomingen beïnvloeden de aankoopintenties sterker dan pluspunten. Dit wordt ook wel de asymmetrische invloed van negatieve attribuutscores genoemd. Wanneer het kanaal slecht scoort op een bepaald aspect dan telt dat zwaarder mee in de overweging dan wanneer het goed scoort op een aspect. Wie een drukke webwinkel wil hebben, kan daarom het meest winnen met het wegwerken van tekort komingen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: kanaal
Bijna de helft van de bevolking heeft ooit een computercursus gevolgd
Begin 2005 beschikte bijna 80 procent van de huishoudens over internet. Van de personen die thuis geen internet hebben, zegt tweederde hier ook geen behoefte aan te hebben. De diversiteit van het internetgebruik is niet altijd even groot. Een kwart van de internetgebruikers, 2,2 miljoen personen, gebruikt internet maar voor een of twee activiteiten. Bijna een derde van het internetgebruik – uit gedrukt in uren internetgebruik per week – komt voor rekening van personen van 12 tot 25 jaar. Bijna de helft van de bevolking van 12 tot 75 jaar heeft begin 2005 ooit een computercursus gevolgd. Voor 57 procent van deze personen was dit echter meer dan drie jaar geleden. Bedrijven
Negen op de tien bedrijven in Nederland maakte eind 2004 gebruik van internet en driekwart had een website. Meer geavanceerde of specifieke ict-toepassingen zoals elektronische verkoop Y www.marketing-online.nl/researchbase
Bezit ict-apparatuur huishoudens, 2005 (in procenten) Tv ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Mobiele telefoon
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Pc/desktop
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Laptop
••••••••••••••••
Spelcomputer • • • • • • • • • • • • • 25 Palmtop ••••• 8
98
91
ResearchBase 03 maart 2006
Nederlanders achter het stuur
83
30
Y (23 procent), prijsinformatie (25 procent), klantondersteuning (11 procent) of koppeling met it-systemen van afnemers (10 procent), komen beduidend minder vaak voor. Er is echter een flink verschil tussen de verschillende bedrijfstakken en bedrijfsgroottes. Binnen Europa is het ict-gebruik van bedrijven in Nederland intensief, maar het blijft achter bij landen zoals Denemarken en Finland: landen waar Nederland zich op dit gebied mee wil meten. Groei sector
In 2004 was de economische groei van de ictsector 4 procent. Deze groei vertaalde zich nog niet in extra werkgelegenheid (-3,5 procent). Het aantal vacatures bij de computerservice bureaus was in de eerste drie kwartalen van 2005 wel hoog. Ook de omzet van de computerservicebureaus groeide in de eerste kwartalen van 2005. In de eerste drie kwartalen van 2005 namen de investeringen in computers telkens toe. Los van de specifieke investeringen van de telecommunicatiebedrijven in elektronische netwerken vormen de investeringen in computers en software, met een aandeel van ruim 11 procent, een stabiel deel van de totale investeringen. ict en beveiliging
Begin 2005 gebruikten de internetgebruikers op grote schaal antivirusprogramma’s (92 procent) en firewalls (62 procent). Ook het gebruik van authenticatie zoals een pincode, password of digitale handtekening, komt onder de internet gebruikers in Nederland regelmatig voor. Samen met de Scandinavische landen ligt dit in Nederland op een veel hoger niveau dan in andere landen van de eu-15. Toch heeft een groot aantal internetgebruikers in Nederland last van spam (54 procent) en schade door virussen (32 procent).
titel Het Nationale Automobilisten Onderzoek auteur ypca uitgave rapport (95 pagina’s) datum februari 2006 prijs 850 euro bestelcode 192083 De campagne ‘I love verkeersregels’ heeft weinig effect op het verkeersgedrag van automobilisten: slechts 7 procent past zijn gedrag aan. Op het bewustzijn van het eigen rijgedrag lijkt de campagne meer invloed te hebben. 21,2 Procent van de Nederlanders is zich door de campagne bewuster van het eigen rijgedrag.
Toch denkt 56 procent dat de campagne geen effectief middel is om agressie in het verkeer tegen te gaan. ypca (Your Personal Call Assistant) voerde, in samenwerking met De Vos & Jansen Marktonderzoek, voor de zesde keer Het Natio nale Automobilisten Onderzoek uit. In totaal deden 1.145 Nederlanders in de leeftijd van 18 tot 69 jaar mee aan het onderzoek. Mobiliteit
Een derde van Nederland kan de spits vermijden door flexibel om te gaan met werktijden. Voor een kwart is het mogelijk om een deel van de dag of hele dagen thuis te (tele)werken. De helft kan dit echter niet. De helft van Nederland kiest voor een ander vervoermiddel dan de auto. Redenen om niet met de auto te reizen, zijn de lagere kosten en het vermijden van files. 60 Procent kiest er minimaal een paar keer per week voor om (een deel van) het woon-werkverkeer met een ander vervoermiddel dan de auto af te leggen. Hierbij wordt momenteel nauwelijks gebruik gemaakt van transferia, slechts 6 procent gebruikt deze mogelijkheid. 17 Procent van de automobilisten carpoolt wel eens en is dan even vaak meerijder als bestuurder. Vrouwen rijden vaker mee dan mannen. De belangrijkste reden om te carpoolen is dat het goedkoper is. Mensen die niet carpoolen geven vooral als reden dat het voor hen niet mogelijk is omdat er geen collega’s in de buurt wonen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: economie
Beschikt u over een navigatiesysteem in uw auto? (in procenten) Nee Ja, ik heb een ingebouwd navigatiesysteem Ja, ik heb een navigatiesysteem op mijn pda Ja, ik heb een portable all-in-one navigatiesysteem Ja, ik heb een navigatiesysteem op mijn mobiele telefoon
www.marketing-online.nl/researchbase
78,1 8,7 6,2 6,1 0,9
Autobezit
De huidige economische situatie is voor een vijfde van de Nederlanders reden om alle grote aankopen, waaronder de auto, uit te stellen. Voor ruim 40 procent geldt dit niet. Bijna de helft van de consumenten geeft momenteel de voorkeur aan een tweedehands auto. Onder deze groep zijn opvallend veel vrouwen en jongeren. Voor een kwart van de Nederlandse automobilisten, voornamelijk mannen en zestigplussers, gaat de voorkeur niet uit naar een tweedehands auto. Ruim 40 procent wil een kleinere, zuinigere auto. Maar vooral dertigers, veertigers en mannen gaan niet voor een kleine, zuinige auto.
40 Procent van de Nederlandse consumenten wil een kleinere, zuinigere auto Bij de aanschaf van een nieuwe auto hechten consumenten veruit de meeste waarde aan de prijs en het brandstofgebruik van hun toekomstige voertuig. Milieueigenschappen en merkimago zijn nauwelijks van invloed op hun keuze. Navigatie
22 Procent (voornamelijk mannen) van alle respondenten beschikt over een navigatiesysteem in de auto. Van degenen die (nog) geen navigatiesysteem bezitten, heeft 10 procent de intentie er in de toekomst een aan te schaffen. Wederom blijken dit vooral mannen te zijn. Het merk TomTom heeft de voorkeur van veruit de meeste respondenten met een aankoopintentie van 61 procent. TomTom wordt ook het meest genoemd wanneer bezitters van een navigatiesysteem wordt gevraagd naar het merk van het systeem dat zij bezitten. De gebruiksfrequentie van navigatie systemen verschilt nogal. 44 Procent gebruikt het systeem minder dan een keer per week, terwijl een keer per week het minimum is voor de overige 56 procent.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: automobilisten
ResearchBase 03 maart 2006
Altijd een antwoord klaar www.marketing-online.nl/researchbase
Het maandelijkse magazine Marketing ResearchBase biedt altijd een selectie van zeventien onderzoeken. De database wordt echter elke maand met gemiddeld honderd nieuwe rapporten aangevuld.
O
In deze rubriek bieden wij u een voorproefje van mrb online. m de database van Marketing ResearchBase online te kunnen raadplegen dienen abonnees zich eerst in te loggen in de rechterkolom van de website. De benodigde inloggegevens worden bij het afsluiten van het abonnement toegestuurd. Bent u deze gegevens kwijt, dan kan Kluwer klantenservice – tel (0570) 673358 – u de gegevens opnieuw verstrekken. Eenmaal ingelogd dient een bestelaccount actief te zijn om rapporten direct te kunnen downloaden of bestellen. Dit bestelaccount kunt u eigenhandig aanmaken in de rechterkolom van de site. Vul uw gegevens zo nauwkeurig mogelijk in om onduidelijkheid bij het versturen van bestellingen te voorkomen. Bent u het wachtwoord van uw bestelaccount vergeten, dan kunt u via de link onder het invulveld uw e-mailadres versturen zodat wij uw account kunnen achterhalen. U krijgt dan zo spoedig mogelijk uw wachtwoord toegestuurd. De volgende rapporten zijn alvast een greep uit de onlangs online gepubliceerde onderzoeken. Triple Play
Nederlandse consumenten laten een aanzienlijke besparing op de kosten van internet-, telefonie- en televisiediensten liggen. Met de Triple Play-abonnementen, een combinatie van deze drie diensten via één aanbieder, kan de consument maandelijks gemiddeld tot zestig euro besparen. Een gebrek aan inzicht in de huidige kosten, onbekendheid met Triple Play, argwaan ten aanzien van de toegevoegde waarde en angst voor te veel rompslomp bij een overstap, houden de consument tegen. Dit blijkt uit een onderzoek van kpmg en tns nipo. Momenteel geeft een Nederlands huishouden tot gemiddeld honderd euro per maand uit aan abonnementen op vaste telefonie, internet en televisie. Hoewel de Nederlander nog niet warm loopt voor het gecombineerde aanbod, geeft ruim 70 procent van de huishoudens met een internetaansluiting aan te willen overschakelen op Triple Play.
nemers): tweederde daarvan werkt thuis. Het gaat hierbij voor een deel om respondenten die thuis een eigen zaak hebben. Onder grotere bedrijven ligt het aandeel thuiswerkers rond de 40 procent. Managers werken vaker thuis dan professionals/uitvoerenden (57 procent tegen 41 procent). Dit blijkt uit het rapport Trends in ict 2006 van Ernst & Young. De invloed van internet
Modezaken
Vooral winkels in baby- en kinderkleding zijn positief gestemd over de te verwachten omzetontwikkeling over het jaar 2006. Onder deze winkeliers zijn de verwachtingen hooggespannen: 65 procent van de ondernemingen verwacht over het jaar 2006 een (nominale) stijging van de omzet te realiseren ten opzichte van 2005. In het marktsegment winkels in onderkleding verwacht slechts 35 procent van de ondernemingen een stijging van de omzet. Over het jaar 2005 heeft dit segment ook een minder goed jaar achter de rug; slechts 31 procent noteerde een omzetstijging tegenover 41 procent in de gehele modebranche. Van Es Marketing Services hield een uitvoerig onderzoek onder modezaken in Nederland. De onderzoeksresultaten zijn in het Marketingrapport Modezaken 2006 uiteengezet. Trends in ict
De verwachting van de ict’ers dat het aantal thuiswerkers in 2005 aanzienlijk zou toenemen, is uitgekomen. Van alle ondervraagde directeuren, managers en professionals werkt 47 procent (gedeeltelijk) vanuit huis (41 procent in 2004). Dit is in de dienstverlenende sector zelfs 57 procent. Het aandeel thuiswerkers is relatief hoog onder personen werkzaam binnen kleine organisaties (tot twintig werk-
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, versterken internet en e-mail juist de sociale banden tussen mensen. Hoe groter en wijdverspreider het sociale netwerk van een persoon wordt, des te belangrijker wordt e-mail. Je kunt niet tegelijk met al je vrienden bellen of bij al je vrienden op bezoek gaan, maar je kan ze wel allemaal een cc-tje sturen. Dat blijkt uit een onderzoek van Pew Internet & American Life Project naar de invloed van internet op alle aspecten van het menselijke bestaan. Het rapport gaat in op het debat over wat internet doet met het sociale leven van mensen. De conclusie van het onderzoek is controversieel omdat het tegenspreekt dat frequent gebruik van internet slecht is voor de sociale relaties van mensen. Uit het onderzoek blijkt dat veel mensen internet gebruiken om hun sociale relaties in stand te houden en deze aan te sporen tot actie. Suggesties
De redactie van Marketing ResearchBase staat te allen tijde open voor suggesties ter verbetering van de website of het magazine. Mist u een bepaald onderwerp in onze rapportenservice dan vernemen wij dit graag. Redactie Marketing ResearchBase e-mail:
[email protected] telefoon: (070) 3191923
Download Top 10 Februari 2006 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
dm Barometer eerste kwartaal 2006 Trends in ict 2006 The power of private label Nationaal Onderzoek Datakwaliteit Ambulante handel 2005 Triple Play: a whole different ball game Ouderen in Amsterdam Klantbeleving hypotheekadvies Speelgoedzaken 2005 How women and men use the internet
MailMedia Ernst & Young acnielsen Cendris hbd kpmg Gemeente Amsterdam Vereniging Eigen Huis hbd Pew Internet
www.marketing-online.nl/researchbase
Gemak bepaalt keuze p2p De digitale generatie kiest voor peer-to-peer netwerken vanwege het gemak. Dat het downloaden via p2p-netwerken als Emule of Bittorrent gratis is, is van ondergeschikt belang. Dat blijkt uit het scriptieonderzoek De digitale generatie piraten? dat aan de Universiteit van Amsterdam is uitgevoerd door Rutger Docter. Ook worden de netwerken gebruikt om nieuwe muziek te ontdekken en voor het opbouwen van een collectie. Gebruikers vinden het gemakkelijker een p2pprogramma te gebruiken dan om naar de muziekzaak te gaan of gebruik te maken van legale downloaddiensten. Het onderzoek richtte zich op de zogenaamde digitale generatie. Dat zijn mensen die internet en digitale technologie als natuurlijk integreren in hun dagelijkse leven. Geconcludeerd wordt in het onderzoek dat de muziekindustrie het fenomeen p2p anders moet benaderen dan ze tot nu toe heeft gedaan. Meer informatie: www.studiosus.nl
Aandacht vergroot effectiviteit reclameblok De aandacht voor een programma is van invloed op de aandacht voor het daaropvolgende reclameblok. Respondenten die langer naar een programma kijken, kijken met meer aandacht naar het reclameblok. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van um en ip is uitgevoerd door Intomart GfK. De reclameherinnering bij deze groep is 33 procent hoger dan de kijkers die met minder aandacht kijken. Verder blijkt dat een langere spot beter wordt onthouden dan een korte en dat de aandacht voor reclameblokken pas na vier à vijf minuten afzwakt. Commercials rondom programma’s uit het genre spellen en quizzen presteren het best, gevolgd door human interest en nieuws en actualiteiten. Meer informatie: www.universalmedia.nl
ifrs beïnvloed beleggingen Informatie die op basis van de International Financial Reporting Standards (ifrs) wordt verstrekt, heeft bij meer dan 50 procent van de vermogensbeheerders in Nederland zeker invloed op de beleggingsbeslissingen. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van PriceWaterhouse Coopers is uitgevoerd. ifrs biedt meer transparantie, waardoor het waardeoordeel en daarmee de beleggingsbeslissingen van vermogensbeheerders worden beïnvloed. Ondernemingen kunnen meer en veel specifiekere vragen verwachten van investeerders, analisten en journalisten. Al voordat de jaarrekeningen over het afgelopen boekjaar 2005 zijn gepubliceerd, is meer dan de helft van de Nederlandse vermogensbeheerders (56 procent) van mening dat de ifrs-informatie die gedurende 2005 is bekendgemaakt, een directe invloed heeft gehad op hun beleggingsbeslissingen. Meer informatie: www.pwc.nl
ResearchBase 03 maart 2006
De internationale markt voor digitale muziek titel Digital Music Report 2006 auteur ifpi uitgave download (24 pagina’s/2 mb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 190671 De digitale muziekindustrie groeide in 2005 enorm. De inkomsten uit de verkoop van muziek via internet en mobiele telefoon, stegen in een jaar tijd van 380 miljoen naar 1,1 miljard dollar. Toch is de positie van de inmiddels traditionele cd nog niet direct in gevaar.
Slechts 22 procent van de mensen die online muziek koopt, deelt ook illegaal bestanden met anderen. Zowel de legale (37 procent) als de illegale (34 procent) downloaders waarderen cd’s meer dan digitale muziek. Het is nog onduidelijk in hoeverre cd’s in de toekomst zullen worden vervangen door digitale muziek, maar onderzoek wijst uit dat dit niet zo snel zal gebeuren. Dit blijkt uit het Digital Music Report 2006 van ifpi, de internationale organisatie van platenmaatschappijen. Het rapport beschrijft de ontwikkeling van de internationale markt voor digitale muziek in 2005. Real tones
De mobiele telefoon is ontwikkeld tot een draagbare muziekspeler. De zogenaamde master ring tones of real tones, ringtones die een fragment bevatten van het originele nummer, zijn erg populair. De opbrengsten van mobiele muziek in de vs lopen op tot 400 miljoen dollar per jaar en maken ongeveer 40 procent uit van de totale opbrengsten van digitaal aangeboden muziek.
Slechts 6 procent van de Europeanen heeft wel eens online muziek gekocht De overige 60 procent van de opbrengsten wordt geleverd door online muziekwinkels, waar tegen betaling à la carte muziek te downloaden is. De hoeveelheid downloads van individuele tracks, de zogenaamde single track downloads, verdubbelde in 2005 naar 420 miljoen. De populairste dienst voor single track downloads in de vs is iTunes van Apple, met een marktaandeel van 70 procent. Europa
In Europa begint de markt voor digitale muziek ook vorm aan te nemen. In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland domineren de online downwww.marketing-online.nl/researchbase
Top 10 meest gedownloade muzieknummers, mei tot en met december 2005 James Blunt Madonna Daniel Powter Sugababes Robbie Williams Gorillaz Black Eyed Peas Coldplay Kanye West Pussy Cat Dolls
You’re Beautiful Hung Up Bad Day Push the Button Tripping Feel Good Inc. Don’t Phunk with my Heart Speed of Sound Gold Digger Don’t Cha
loads, terwijl in Frankrijk en Italië mobiele muziek de grootste groei doormaakte. In Frankrijk zorgt mobiele muziek voor de helft van de opbrengsten van de digitale muziek, terwijl het mobiele aandeel in Italië meer dan 80 procent per jaar is. Het grootste gedeelte van de Europeanen is nog niet bekend met digitale muziek. Slechts 11 procent van de Europese internetgebruikers wisselt illegaal muziekbestanden uit via de zogenaamde peer-to-peer (p2p) netwerken. 6 Procent zegt regelmatig muziek te downloaden via p2p-netwerken. Legaal downloaden is echter nog minder populair. Slechts 6 procent van de Europese internetgebruikers heeft wel eens muziek gekocht via een online winkel, terwijl 4 procent dit regelmatig doet. Toekomst
Naar verwachting zal de markt voor digitale muziek zich in de toekomst alleen nog maar verder ontwikkelen en uitbreiden. De mobiele muziek voegt iets toe aan al bestaande formats en bereikt een grotere, jongere markt. Ook worden jongeren aangetrokken die voorheen nog geen muziek kochten. In de nabije toekomst gaat de videoclip ook een belangrijke rol spelen op de digitale muziekmarkt. Zo heeft Apple in oktober de video iPod gelanceerd, waarop 150 uur video op te slaan en te bekijken is. Daarnaast zijn de zogenaamde bundels in opkomst. De internetgebruiker krijgt hierbij toegang tot een multimediapakket bestaande uit een audio track en de bijbehorende afbeeldingen, songtekst, videoclip en interviews met de artiest, die samen als één product te downloaden zijn.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: digitale muziek
ResearchBase 03 maart 2006
Sloveense foodsector titel Food Sector in Slovenia auteur evd uitgave download (67 pagina’s/2mb) datum december 2005 prijs gratis bestelcode 192280 Door verschillende fusies en overnames in 2004 verbeterde de kapitaalpositie van bin nenlandse Sloveense bedrijven en kreeg het investeringspotentieel een flinke opkikker. De verwachting is dan ook dat de Sloveense food sector zijn niche kan vinden in Europa en con currerend kan overleven temidden van de ove rige eu-landen.
Het Engelstalige rapport Food Sector in Slovenia is gepubliceerd door evd, het agentschap van het ministerie van Economische Zaken dat internationale onderneming en internationale samenwerking faciliteert en stimuleert. De opzet van de studie is het bieden van een overzicht van de foodsector in Slovenië om zo te voorzien in een startpunt voor Nederlandse ondernemers die overwegen activiteiten in Slovenië op te zetten.
Koopavond of koop zondag titel Wat wordt ’t, koopavond of koopzondag? auteur Shoppenopzondag.nl uitgave download (144 pagina’s/984 kb) datum september 2005 prijs gratis bestelcode 191850 In de huidige economie vergen onder andere carrière en gezin veel tijd van de consument. Men beschikt steeds minder over vrije tijd. Het is niet meer vanzelfsprekend dat er door deweeks zomaar even gewinkeld kan worden. De koopavond en de koopzondag lijken dan ook een ideale uitkomst voor de drukke consu ment.
Maar waar ligt nu eigenlijk de voorkeur van de consument, bij een koopavond of een koopzondag? Ricardo de Graaf onderzocht deze vraag in zijn afstudeerscriptie voor het departement Marketing van de Universiteit van Tilburg in opdracht van Accent Grave/Shoppenopzondag.nl.
Ingrijpende problemen
De Sloveense foodsector heeft met ingrijpende veranderingen te maken. Het jaar 2004 fungeerde voor de foodsector om diverse redenen als keerpunt, waarvan de toetreding van Slovenië tot de eu de belangrijkste was. Problemen werden en worden onder andere veroorzaakt door de relatieve stagnatie van productiviteit en toegevoegde waarde in de foodsector die al sinds 2000 aan de gang is.
De verwachting is dat ook de Sloveense foodsector zijn niche vindt Ook de protectionistische politiek ten aanzien van buitenlandse handel vormt in toenemende mate een probleem. De verwachting is dat het eu-lidmaatschap hieraan een eind gaat maken, maar dit zal minder geleidelijk verlopen dan wanneer men de herstructurering gradueel en strategisch zou managen. Toetreding eu
Het aansluiten van Slovenië bij de eu op 1 mei 2004 zorgde voor belangrijke veranderingen in de condities waaronder internationale handel plaatsvindt. Zo is de handel met andere republieken van het voormalige Joegoslavië sterk negatief beïnvloed. Bedrijven boekten een nettoverlies van 2,2 miljard Sloveense Tolar (sit)(9,2 miljoen In totaal zijn 286 winkelende mensen ondervraagd en is naast de voorkeur ook onderzocht wat deze voorkeur voor koopavond of koopzondag beïnvloedt. Keuze
Bij een (gedwongen) keuze tussen koopavond en koopzondag geeft 60 procent van de winkelende consumenten de voorkeur aan de koopzondag boven de koopavond. Vooral de factor ‘vrijetijdsbesteding/vermaak’ is van invloed om te kiezen voor de koopzondag. Pas daarna volgt de factor ‘noodzakelijke aanschaffingen’ voor wat betreft de koopzondag. Van de koopavondkiezers bezoekt 64,9 procent frequent (minimaal een keer per maand) de koopavond, tegen 41,8 procent van de koopzondagkiezers. Een koopzondag daarentegen wordt door 87,8 procent van de koopzondagkiezers bezocht (minimaal een keer per kwartaal). Dit percentage is voor de koopavondkiezers 39,5 procent. In vergelijking met de koopzondag wordt de koopavond dus vaker door beide groepen bezocht. Fun shoppen
Koopavondkiezers vinden winkelen minder leuk dan koopzondagkiezers. Koopavondkiezers winkelen meer vanuit functionele overwegingen. Daarnaast geven de koopavondkiezers aan het zonde van hun tijd te vinden om op zondag te winkelen. Maar ook de drukte tijdens de koopzondag weerhoudt koopavondkiezers ervan om een koopzondag te bezoeken.
euro) terwijl zij in 2003 nog een winst boekten van 1,3 miljard (sit) (5,4 miljoen euro). Het grootste verlies in 2004 kwam voor rekening van bedrijven in de zuivelsector en bedrijven in de groente- en fruitverwerkende industrie. Ook deze branches hadden het jaar 2003 met winst afgesloten. Partnerships
Het tot stand brengen van partnerships is een veeleisend en langlopend proces, zeker op de verzadigde en zeer concurrerende voedselmarkten van de eu. Voor Sloveense bedrijven met een beperkte toegevoegde waarde per werknemer zal dit nog eens extra lastig worden. De gemiddelde Sloveense werknemer presteert in de foodsector iets meer dan de helft van het Europese gemiddelde. De belangrijkste opdrachten voor Slovenië zijn het verder oriënteren op de Europese markt en het zoeken naar nieuwe zakelijke kansen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: food
Sloveense export in 2004 (in procenten) eu-landen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Landen van voormalig Joegoslavië • • • • • • • • • • • • • 18 Niet-Europese landen •••••• 8 Andere Europese landen •••• 6
67
De koopzondagkiezers daarentegen gaan meer voor hun plezier en ontspanning naar de koopzondag. Rondneuzen in winkels en andere mensen ontmoeten komen dan ook sterk naar voren. Vrijetijdsbesteding is dus een belangrijke factor om naar de koopzondag te gaan. Vaak wordt de koopzondag als een dagje uit gezien. Daarnaast kan de keuze voor de koopzondag ook herleid worden naar het veiligheidsgevoel van de koopzondagkiezer tijdens de koopavond. Wanneer het donker is op koopavond voelen de koopzondagkiezers zich significant onveiliger in vergelijking met de koopavondkiezers. Ook geven de koopzondagkiezers aan meer last van hangjongeren te hebben tijdens de koopavond. De korte(re) duur van de koopavond is mede een oorzaak zijn om te kiezen voor de koopzondag. Frequenter shoppen
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat ruim de helft van de ondervraagde respondenten graag frequenter een koopzondag wil. De huidige maandelijkse frequentie die over het algemeen in Nederlandse steden wordt gehanteerd, mag van hen uitgebreid worden naar een wekelijkse of een tweewekelijkse. Als het de koopavond betreft, wil bijna een derde van de respondenten graag een frequentere koopavond, bijvoorbeeld dagelijks of drie keer in de week.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: koopavond
www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 03 maart 2006
Kinderen en verpakkingen titel Preschoolers and Packaging auteur ipm Kidwise uitgave rapport (19 pagina’s) datum januari 2006 prijs 3.500 euro bestelcode 192787 Ouders letten steeds minder op de informatie op productverpakkingen naarmate hun kind ouder wordt. Het visuele aspect wordt daaren tegen juist belangrijker. De invloed van het kind op een aankoop neemt met de leeftijd ook toe.
Dit blijkt uit het rapport Preschoolers and Packaging van ipm Kidwise, onderdeel van het marktonderzoeksbureau ipm. Naast dit rapport bestaat ook de mogelijkheid een op het eigen bedrijf toegespitst gedeelte te ontvangen. Voor het continue onderzoek ondervroeg het bureau moeders met kinderen van nul tot zes jaar over de verpakkingen van producten. No-nonsense
Nederlanders zijn van origine vooral no-nonsense kopers: op zoek naar zoveel mogelijk objectieve informatie over een product en naar de juiste prijskwaliteitverhouding. Toch zijn Nederlanders de
Zicht op trends titel Mood Magazine auteur Trendslator uitgave magazine (84 pagina’s) datum maart 2006 prijs 295 euro (los nummer) bestelcode 193247
De nationale identiteit wordt in toenemende mate ingezet als marketinginstrument. Hol landse waarden en Hollandse merken bieden houvast, oorspronkelijkheid en herkenbaar heid. Zo komt tpg met een tiendelige postze gelserie ‘Mooi Nederland’ waarop elke keer een andere stad wordt getoond.
Unox maakt reclame met typisch Nederlandse eetgewoonten. Liga heeft het vertrouwde ‘koekje erbij’ en waar je Douwe Egberts-koffie of Bavaria-bier drinkt is het ‘gezellig’. Deze trend is een van de vele die worden gesignaleerd en uitgewerkt in het eerste nummer van Mood Magazine, een uitgave van trendonderzoekbureau Trendslator die tweemaal per jaar www.marketing-online.nl/researchbase
laatste jaren steeds meer gehecht geraakt aan bepaalde merken en kiezen ze aan de hand daarvan het product. Daarnaast houden ouders bij aankoop van een product steeds vaker rekening met de voorkeur van hun kind. In het verleden was dit anders, toen werd vaak neergekeken op ouders die hun kinderen te veel verwenden. Fasen
Kinderen van nul tot zes jaar maken vier verschillende fasen door: de afhankelijke fase (nul tot vijf maanden), de ontdekkingsfase (zes tot zeventien maanden), de ‘peuterpuberteit’ (achttien maanden tot drie jaar) en de ‘magische fase’ (vier en vijf jaar). Ouders van deze vier groepen kinderen hebben verschillende voorkeuren wat betreft verpakkingen van producten. Ouders met baby’s lezen vaak de tekst op een verpakking en voelen zich aangetrokken tot producten die verwijzen naar gezondheid en ontwikkeling. Smaak en plezier zijn verschijnt. Er wordt aandacht geschonken aan de hang naar het verleden, schoonheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en ‘langzaam leven’ met slow food, slow work en slow sex. Mood
Trendslator publiceert in Mood Magazine de resultaten van het Mood-onderzoek. Mood is een continu onderzoek naar de stemming in de maatschappij, bij de consument en in de markt en is volgens de samenstellers een onmisbaar instrument voor iedereen die wil weten wat mensen beweegt en in wil spelen op de veranderende behoeften van de consument. Het Mood-onderzoek bestaat uit drie onderdelen: ‘Trends’ en ‘Trendslations’ worden afgewisseld met ‘Trendspots’. ‘Trends’ gaat over actuele maatschappelijke ontwikkelingen, consumententrends en markttrends. ‘Trendslations’ bespreekt de manier waarop bedrijven en organisaties trends vertalen en inspelen op veranderende inzichten ten aanzien van de maatschappij, de consument en de markt. Voor ‘Trendspots’ ten slotte ging men op zoek naar trends en ontwikkelingen op allerlei plekken.
minder belangrijk. In de ontdekkingsfase wordt de invloed van kinderen op aankopen groter. Ouders vinden de informatie op de verpakking nog steeds belangrijk, maar de smaak en het plezier van het kind worden belangrijker dan in de eerste fase. Peuterpuberteit
In de peuterpuberteit wordt de invloed van het kind nog groter. De peuter ontwikkelt een eigen wil en identiteit en vraagt actiever naar bepaalde producten. De ouders zijn nog steeds op zoek naar gezonde producten, maar hechten minder waarde aan de informatie op de verpakking. In de magische fase is het kind beter in staat om reclamespotjes te onthouden. Daarnaast komt het meer in contact met andere kinderen, bijvoorbeeld op school, hierdoor wordt de voorkeur voor bepaalde producten groter. De wens van de ouders is in deze fase echter nog steeds belangrijk. Ze kijken steeds meer door de ogen van hun kind naar bepaalde verpakkingen. De informatie op de verpakking is minder belangrijk.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: verpakkingen
Factoren die waarde toevoegen aan verpakkingen voor kleuters • Avontuur • Sparen, verzamelen • Educatie • Stimuleren van de fantasie • Deelbaarheid met andere kleuters • Hygiëne • Variatie
In ‘Trendspots’ doen de onderzoekers verslag van hun excursies en plaatsen zij de trends in een kader. Trends in schoonheid
Eén van de thema’s in de eerste uitgave van Mood Magazine is schoonheid. Trendwatchers stellen vast dat de schoonheid van beroemdheden zoals Meg Ryan, Katja Schuurman en Jennifer Lopez tot het publieke domein is gaan behoren. Technische innovaties hebben ervoor gezorgd dat niemand zich meer bij de ondoorgrondelijke wegen van Moeder Natuur hoeft neer te leggen. Bovendien kunnen oneffenheden die door de tijd zijn ontstaan voorgoed worden weggesneden, weggezogen of weggepoetst. Een kanttekening bij deze trend wordt geplaatst door het cosmeticamerk Dove, dat met de leus ‘Tijd voor echte schoonheid’ iets wil doen aan de toenemende druk die dit eenzijdige schoonheidsbeeld op vrouwen uitoefent. Benadrukt wordt dat echte schoonheid vele vormen, maten en leeftijden heeft; hier verraadt zich een andere trend: ‘jij bent uniek en authentiek en dat is maar goed ook’.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: trends
Van consumenteninzicht naar consumentenbehoefte Consumenteninzicht • Schoonheid komt van binnenuit • Het is tijd voor echte schoonheid • Schoonheid heeft vele vormen, maten en leeftijden
Consumentenbehoefte • Een breder, gezonder en realistischer idee van schoonheid
ResearchBase 03 maart 2006
Conjunctuur
Bescheiden economisch herstel
De Nederlandse economie is in 2005 met 0,9 procent gegroeid. Dit is bijna de helft minder dan de groei van 1,7 procent in 2004, maar ruim boven de nullijn in de jaren 2002-2003. De uitvoer was ook in 2005 de trekker van het bescheiden economisch herstel. Daarnaast leverden de consumptie en de investeringen een geringe positieve bijdrage. Het aantal banen was vorig jaar 0,4 procent lager dan in 2004. Deze daling is veel kleiner dan in 2004.
De rubriek mrb wijzer bevat recente ontwikkelingen op het gebied van ‘conjunctuur’, ‘mens en maatschappij’ en ‘arbeid en inkomen’. De rubriek komt tot stand in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs Infoservice, tel 0900-0227, www.cbs.nl ).
Het volume van het bbp is in het vierde kwartaal van 2005, na correctie voor werkdag- en seizoen effecten, toegenomen met 1 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2005. Het vierde kwartaal van 2005 telde twee werkdagen minder dan het vierde kwartaal van 2004. De kwartaal-opkwartaalgroei van 1 procent is veel hoger dan het gemiddelde van de voorgaande vier kwartalen. In 2005 was het volume van de consumptie van huishoudens 0,3 procent hoger dan in 2004.
Na een daling begin 2005 trok de consumptie van huishoudens in de tweede helft van het jaar duidelijk aan. De verbetering is het meest zichtbaar bij de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen. Na enkele jaren van daling stegen deze vooral in het vierde kwartaal van 2005 sterk, met meer dan 5 procent.
meer alleenstaande mannen zijn dan alleenstaande vrouwen. Verder wonen meer mannen dan vrouwen nog bij hun ouders. Jongens verlaten namelijk gemiddeld op latere leeftijd het ouderlijk huis dan meisjes. Vrouwen zijn vaker alleenstaande ouder. Na een echtscheiding blijven de kinderen doorgaans bij de moeder wonen. Uit onderzoek blijkt dat vier op de tien 18- tot 24-jarige mannen die zonder partner wonen een vaste relatie hebben. Nog eens ruim vier op de
tien wil graag een vaste relatie. Voor 45- tot 62- jarige mannen is dit beeld anders: van hen wil zes op de tien (voorlopig) geen vaste relatie. Het beeld onder 18- tot 24-jarigen is voor vrouwen ongeveer gelijk aan dat voor mannen: ruim 80 procent heeft of wil een vaste relatie. Van de 45- tot 62-jarige vrouwen wil tweederde (voor lopig) geen vaste partner.
In 2005 was ruim 5 procent van de autochtonen werkloos. Dat was evenveel als een jaar eerder. Onder westerse allochtonen is de werkloosheid gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Ruim 9 procent was werkloos, in 2004 was dat nog ruim 8 procent. Onder jongeren allochtone Nederlanders is de werkloosheid eveneens hoger dan onder hun autochtone leeftijdsgenoten, maar hier is wèl sprake van een stijging. In 2005 waren er 26 duizend niet-westerse allochtonen in de leeftijd 15-24 jaar werkloos. Ook de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen van 25 jaar of ouder is aanzienlijk hoger dan die van autochtonen in dezelfde leeftijdscategorie. In 2005 was 15 procent van de niet-westerse allochtonen in de leeftijd 25 tot 44 jaar werkloos
tegenover ruim 4 procent van de autochtonen. Niet-westerse allochtonen zijn daarmee ruim driemaal zo vaak werkloos als autochtonen.
Mens en maatschappij
Wonen zonder partner
In 2005 waren er in Nederland 3,3 miljoen personen van 18 tot 62 jaar die zonder partner woonden. Dit is een derde van het totale aantal personen van die leeftijd. Het betreft alleenstaanden (1,6 miljoen) en thuiswonende kinderen (1,1 miljoen), alleenstaande ouders (394 duizend) en personen die als overig lid deel uitmaken van een meerpersoonshuishouden (178 duizend). Mannen van 18 tot 62 jaar wonen vaker zonder partner dan vrouwen. Dit komt vooral omdat er Arbeid en inkomen
Allochtonen vaker werkloos
In 2005 was 6,5 procent van de totale Nederlandse beroepsbevolking werkloos. Landgenoten van niet-westerse allochtone afkomst zijn aanzienlijk vaker werkloos: het werkloosheidspercentage van deze groep is ruim 16 procent, nagenoeg gelijk aan dat van een jaar eerder. Hiermee is de stijgende trend uit de jaren 2001 tot 2004 tot staan gebracht.
Werkloosheid 15- tot 64-jarigen naar herkomstgroepering (in procenten) 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Autochtonen 3 2,8 3,3 4,3 5,3 5,2
Niet-westerse allochtonen 11 8,9 10,5 14,6 16,1 16,4
www.marketing-online.nl/researchbase
10
ResearchBase 03 maart 2006
Herstel televisiemarkt titel Financieel Jaarverslag Televisiereclame 2005 auteur spot uitgave download (56 pagina’s/2 mb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 192352 In 2005 herstelde de televisiemarkt. Door de aantrekkende economie en door technische innovaties van het medium, staat de tv volop in de belangstelling. Ook de netto reclame bestedingen laten opnieuw een groei zien.
Dit blijkt uit het Financieel Jaarverslag Televisie reclame 2005, gepubliceerd door de Stichting ter Promotie en Optimalisatie van Televisiereclame (spot). spot houdt zich bezig met de promotie van televisie als reclamemedium voor adverteerders en vertegenwoordigt de belangen van de reclamebedrijven van de televisiezenders. Netto reclamebestedingen
De netto reclamebestedingen op televisie stegen in 2005 opnieuw. De omzet nam met 2,9 procent toe tot 768 miljoen euro. In 2004 bedroegen de bestedingen nog 746 miljoen euro. Verwachtin-
Mediaopvoeding titel Mediaopvoeding auteur MarketResponse uitgave download (55 pagina’s/127 kb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 190674 Televisiekijken, internetten en gamen leveren in sommige gezinnen heel wat strijd op tussen ouders en kinderen. Het merendeel van de ouders (65 procent) is voorstander van media opvoeding als schoolvak. Slechts 13 procent van de ouders is voorstander van ‘laissez faire’: volgens deze groep leren kinderen zelf wel wat goed en niet goed voor ze is.
MarketResponse vroeg ouders naar hun visie op mediaopvoeding en naar de vertaling hiervan in de dagelijkse praktijk. Voor het onderzoek is een representatieve groep van ruim vijfhonderd ouders met kinderen van zes tot en met vijftien jaar ondervraagd.
www.marketing-online.nl/researchbase
van de mediamarkt. Ook de komst van Talpa heeft veel aandacht op televisie gevestigd. De markt beseft dat televisie op een omslagpunt staat in de geschiedenis. Actuele ontwikkelingen betreffen de komst van digitale zenders, ontwikkeling van on demandaanbod, uitrol van de set top box, de doorbraak van de dvd-recorder, de komst van high defini tion-televisie, mobiele televisie en narrowcasting en, last but not least, aankondigingen dat Google, Yahoo en Microsoft ‘in televisie gaan’. Verwachtingen voor 2006
gen dat de televisiebestedingen zouden dalen worden hiermee gelogenstraft. De achterliggende cijfers laten zelfs een sterke turnaround zien in de bestedingen. Met uitzondering van het tweede kwartaal worden per kwartaal omzetstijgingen van 6 tot 8 procent gerealiseerd. De daling in het tweede kwartaal kan worden verklaard doordat er in 2005 geen ek Voetbal plaatsvond. De grootste stijgingen in reclamebestedingen zijn te vinden bij verzekeraars, supermarkten en de online verkoopsites. Televisiemarkt
Het jaar 2005 betekende voor de televisiemarkt een jaar van herstel. Dit is enerzijds gebaseerd op een voorzichtige verbetering van de Nederlandse economie en anderzijds op de ontwikkelingen bij het medium zelf: televisie staat volop in de belangstelling. De technische innovaties van ontvangst- en afspeelapparatuur zijn hét onderwerp Op school
Uit het onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid (81 procent) van de ouders mediaopvoeding nodig vindt om kinderen te beschermen tegen ongewenste invloeden. Zij zien hierin een rol voor zichzelf, maar zeker ook voor de school: maar liefst tweederde ondersteunt het idee om kinderen op school te leren omgaan met media en reclame. Slechts 11 procent van de ouders vindt het geen goed idee om mediaopvoeding als schoolvak te geven. 69 Procent van de ouders denkt zelf invloed te kunnen hebben op wat kinderen te zien krijgen. Een op de vijf ouders vindt het instellen van regels en beperkingen niet effectief (‘dan kijken ze het wel ergens anders’). Een meerderheid (56 procent) is zelfs van mening dat wanneer kinderen iets verboden wordt, het alleen maar spannender gemaakt wordt. Regels hanteren
In 2006 verwacht spot een verdere stijging van de bestedingen, vooral door de stijgende economische groei. Daarnaast is 2006 ook een evenementenjaar: de Olympische Winterspelen en vooral het wk Voetbal in Duitsland in juni zullen Nederland op zijn kop zetten. Adverteerders zullen daar uiteraard op inhaken. spot voorspelt voor 2006 een groei van 5 procent van de bestedingen aan televisiereclame. Dit is een stijging van ongeveer 40 miljoen euro, waardoor de bestedingen boven de 800 miljoen euro uitkomen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: televisiereclame
Mediumgebruik van consumenten per dag Kijktijd televisie Luistertijd radio Leestijd bladen Computertijd internet Leestijd tijdschriften
3 uur en 15 minuten 3 uur en 12 minuten 30 minuten 20 minuten 7 minuten
diagebruik. Vooral voor kinderen van zes tot en met twaalf jaar worden regels gehanteerd, voor dertien- tot vijftienjarigen is dit veel minder vaak het geval. Dit geldt vooral voor televisiekijken, internetten en bioscoopbezoek en in iets mindere mate voor gamen en het kijken van dvd’s of video’s. 8 Procent van de ouders die geen regels stellen aan het spelen van computerspelletjes (of spelletjes op bijvoorbeeld gameboy of play station) verwacht dat het spelen niet schadelijk is voor het kind.
Tweederde van de ouders hanteert regels voor het mediagebruik van hun kind
In de praktijk hanteert een meerderheid (tweederde van de ouders) regels ten aanzien van meGehanteerde regels voor het tv-kijken van kinderen (in procenten) Maximale tijdsperiode per dag Kind mag bepaalde programma’s niet zien Geen tv na een bepaalde tijd Geen tv voor een bepaalde tijd Kind mag niet alleen tv kijken
48 34 21 15 2
Beperkingen aan de tijdsduur en het vooraf selecteren op inhoud zijn de meest populaire maat regelen. Dit laatste gebeurt op diverse manieren, zoals zelf bepalen wat geschikt is, bepaalde programma’s en sites (geweld, seks) verbieden en de Kijkwijzerclassificatie toepassen. 53 Procent van de ouders zegt de indeling van Kijkwijzer te hanteren.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: mediaopvoeding
ResearchBase 03 maart 2006
Trends in marketing titel pim Marketing Trendrapport 2006 auteur Platform Innovatie in Marketing uitgave rapport (40 pagina’s) datum januari 2006 prijs 70 euro bestelcode 192622 Een trend is niet iets dat gelijk op 1 januari 2006 als een duveltje uit een doosje springt. Trends zijn evolutionair en spelen vaak langer een rol, maar kunnen op een gegeven moment in belang toenemen. En dan worden ze ‘bespreekbaar’.
Voor het derde achtereenvolgende jaar publiceert het Platform Innovatie in Marketing (pim) het pim Marketing Trendrapport, een discussiestuk over relevante trends die impact hebben op het bedrijfsleven van het jaar 2006. Maatschappelijk belang
Er is een haat-liefdeverhouding tussen politiek en bedrijfsleven. Bedrijven missen vaak het begrip voor de politieke belangenafweging. Maar politici onderschatten dat ondernemen ook een maatschappelijk belang in zich heeft. Een goede posi tionering van de onderneming naar het maatschappelijke kader is dus noodzaak. Met het concept van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (mvo) hebben veel managers ervaring opgedaan met maatschappelijke profilering. mvo is echter nog te vaak ad hoc, te weinig gelinkt aan de core business van bedrijven, misschien wel te elitair en dus te ver weg van de marketingdoelgroepen en vaak ook de eigen medewerkers. Politiseren van ondernemingen gaat verder dan mvo, met politiseren wordt er een link gelegd van de core business van een onderneming met maatschappelijke belangen. De toekomst is aan bedrijven met een geïntegreerde communicatieaanpak. Communicatie naar stakeholders, inclusief politieke beslissers en beïnvloeders, is essentieel voor een goede reputatie van een onderneming. Wees slimmer dan je concurrent en creëer borging door te weten waar problemen voor je onderneming kunnen ontstaan door bepaalde politieke beslissingen. Tendering
Al sinds jaar en dag wordt tendering, ook wel ‘request for proposal’ (rfp) genoemd, gebruikt bij inkoop van producten en diensten. Tendering is ooit begonnen in de bouwwereld. Op basis van bestekken werd aannemers gevraagd zich ‘blind’ Drie samenhangende trends in 2006 • Politiek • Tendering • Risk
in te schrijven en slechts één prijs af te geven. De essentie is dat er geen onderhandelingen mogelijk zijn, men gaat in principe voor de goedkoopste. Inmiddels hebben tenders zich ontwikkeld tot complexe processen waarbij prijs slechts één element is. Het vak heet hier eigenlijk ‘bid-management’. Het voordeel van verkoopprocessen door middel van tendering is dat het transparant en objectief is in plaats van drijvend op relaties en dat het inkoopgedreven is in plaats van verkoopgestuurd.
De toekomst is aan bedrijven met een geïntegreerde communicatieaanpak Binnen de marketingdoelgroepen worden in kopers een apart te benaderen groep met een eigen boodschap. Het gevaar te veel te concurreren op prijs is daarbij aanwezig. Prijsconcurrentie is als straatvechten, altijd een verloren strijd. De inkoper kijkt vaak op een andere manier naar uw ‘waarden’ als de gebruiker en weegt ze op een andere wijze. Daarom is het aan de marketeer om ook de criteria van de inkoper goed te kennen.
11 A-merken belangrijk voor supermarktklanten Het schrappen van A-merken leidt tot boze reacties bij klanten. Minder bekende merken uit het schap halen kan niet zoveel kwaad. Dat maakt het de klant bovendien gemakkelijker om te kiezen. Dat blijkt uit het proefschrift van Laurens Sloot aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Supermarktbezoekers ergeren zich aan het niet beschikbaar zijn van assortiment op het moment dat zij het willen aanschaffen. Ook veranderingen van het assortiment leiden ertoe dat consumenten gaan klagen en van winkel wisselen waardoor de verkoop daalt. Met name de afwezigheid van bekende merken als Heineken, Coca Cola, Becel en Lays in productgroepen van lekkernijen en genotsmiddelen leidt tot veel negatieve consumentenreacties en omzetverlies. Bij minder bekende merken leidt een assortimentsvermindering daarentegen juist tot meer tevredenheid. Meer informatie: www.eur.nl
Schiphol een van duurste luchthavens Schiphol is de op twee na duurste luchthaven in Europa. Dat blijkt uit het anvr-rapport Jungle van taxen en toeslagen. Schiphol is volgens het rapport zo duur omdat de veiligheidskosten volledig worden doorberekend aan de klant. Van de grote Europese luchthavens is Schiphol de op twee na duurste luchthaven in de Europese Unie, alleen Kopenhagen en Parijs Charles de Gaulle zijn duurder. Gemiddeld wordt nu meer dan 70 euro aan taxen en toeslagen bovenop het ticket betaald. Uit de studie blijkt dat er op de kale ticketprijs vele toeslagen worden geheven. Op een retour met een tussenstop zitten veertien toeslagen die door diverse instanties worden geheven. De brandstofkosten zitten voor een deel in de ticketprijs en voor een deel in de toeslag. Meer informatie: www.anvr.nl
Risk
Snor, baard en sigaret
> www.marketing-online.nl/researchbase
Snor, baard en sigaret zijn de grootste afknappers bij een eerste date. Het opsteken van een sigaret wordt zowel door veel heren als dames als een minpunt ervaren. Dit blijkt uit onderzoek van de datingsite Datecom.nl. Mannen lopen het snelst warm voor slanke blondines met een mooie uitstraling. Maar de eigenschappen lief, eerlijk en betrouwbaar worden toch belangrijker gevonden dan het uiterlijk. Vrouwen onder de dertig zoeken een zorgzame man, die goed kan koken. De dames die de dertig zijn gepasseerd zijn vooral op zoek naar een betrouwbare kerel die van kinderen houdt. De vrijgezelle veertigplussers zoeken eerder een maatje dan dat ze op een stormachtige romance zitten te wachten. Meer informatie: www.datecom.nl
Het begrip ‘risk marketing’ wordt steeds vaker genoemd in de marketing. Risk marketing gaat niet alleen over het signaleren en voorkomen van risico’s, maar veel meer over het optimaliseren van inkomensstromen. Of risk marketing een kabbelend beekje of een snelstromende rivier wordt, hangt samen met de concurrentiedruk. En om de concurrentiedruk te verlagen is het noodzakelijk de organisatie aan te passen. Service is daarbij een steeds belangrijker aspect. Uiteindelijk is service een ‘loyalty’-aspect, het zorgt voor klanttevredenheid. Tevreden klanten lopen nu eenmaal minder snel weg. Service wordt over het algemeen slecht geïntegreerd in het marketingdenken, in tegenstelling tot klantrendement dat een centrale plek in veel marketing plannen heeft.
grootste afknappers
Zoeken op: trends
www.marketing-online.nl/researchbase
12 Gamen verhoogt intelligentie Volgens onderzoek van York University in Toronto, Canada, verhoogt gamen de intelligentie. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat gamers beter presteren en in staat zijn sneller antwoord te geven dan hun niet-spelende leeftijdsgenoten. De honderd onderzochte Canadese studenten zijn onderworpen aan een serie cognitieve tests. Op het gebied van complexe taken worden de beste resultaten geboekt door meertalige gamers. De verbeterde cognitieve capaciteiten ten gevolge van het spelen van games en meertaligheid komen volgens de onderzoekers voort uit gewenning aan het blokkeren van irrelevante informatie. Zowel gamen als meertaligheid zouden die capaciteit vergroten. Meer informatie: www.yorku.ca
Islamieten ontevreden met imams Veel geestelijke leiders krijgen een slecht rapportcijfer van de islamieten in Amsterdam. 27 Procent noemt ze zonder meer slecht omdat ze de islam verkeerd interpreteren, omdat ze te radicaal, te ouderwets of te laag opgeleid zijn, of omdat ze de islam een slecht imago bezorgen. Dat blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau o+s van de gemeente Amsterdam. Van de jonge Marokkanen voelt bijna 60 procent zich wel eens gediscrimineerd. Onder oudere Marokkanen is dat 45 procent. Van de autochtone Amsterdam mers heeft 49 procent een negatief beeld van Marokkanen. Onder Turkse Amsterdammers is dit op 44 procent. Wanneer gevraagd wordt hoe de Amsterdammer denkt dat in zijn stad over Marokkanen wordt gedacht, verwacht 85 procent dat de uitkomst negatief is. Meer informatie: www.os.amsterdam.nl
Amsterdam niet langer meer gay capital Amsterdam is op zijn retour als bestemming voor homo en lesbische toeristen. Het lijkt er zelfs op dat de hoofdstad de eretitel gay capital van Europa kwijt is geraakt en is veroordeeld tot een positie in de middenmoot. Dit blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse homoblad Washington Blade. Het wegblijven van de gaytoerist kost de stad veel geld. De gaytoerist geeft in Amsterdam gemiddeld 158 euro per dag uit. Een gemiddelde bezoeker daarentegen geeft slechts 121 euro uit. Bovendien blijft de gaytoerist gemiddeld ook langer, waardoor deze per bezoek 43 procent meer uitgeeft dan een doorsnee toerist. Voornaamste oorzaak dat Amster dam voorbijgestreefd wordt, is volgens 80 procent van de buitenlandse tussenpersonen dat het aanbod voor gays niet vernieuwend (genoeg) is. Minder dan 10 procent vindt dat Amsterdam het predikaat trendsettend verdiend. Meer informatie: www.washblade.com
www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 03 maart 2006
Het succes van een huisstijl titel Corporate Visual Identity Management auteur Universiteit Twente uitgave rapport (175 pagina’s) datum oktober 2005 prijs 25 euro bestelcode 192347 Een goed design met goede richtlijnen is niet altijd voldoende voor een sterke visuele identi teit. Precies 50 procent van het succes van een huisstijl wordt bepaald door interne organisa tiefactoren.
Dit blijkt uit het proefschrift Corporate Visual Identity Management waarmee Annette van den Bosch promoveerde aan de afdeling Communicatiewetenschap van de Universiteit Twente. Naast een literatuuronderzoek zijn 686 mede werkers gevraagd naar hun mening over huisstijlmanagement in hun organisatie. Eenduidig beeld
De huisstijl van een onderneming is veelomvattend en bestaat uit naam, logo en symbolen, typografie, kleuren, slogan en aanvullende grafische elementen, die worden toegepast op gebouwen, voertuigen, kantooromgeving en kleding. Technologische ontwikkelingen hebben geleid tot autonomie in de werksituatie. Iedereen schrijft brieven en maakt gebruik van e-mail. Logo’s worden van internet gedownload, met het risico dat de resolutie niet geschikt is voor andere toepassingen dan het beeldscherm. Dit heeft tot gevolg dat veel meer medewerkers invloed hebben op de visuele uitstraling van hun organisatie. Identiteit- en communicatiemanagers moeten zich inspannen voor een multidisciplinaire aanpak om succesvol te zijn bij het nastreven van een eenduidig beeld van de organisatie. Structuur en cultuur
De maatregelen die worden gebruikt om een huisstijl te managen, zijn onder te verdelen in structuurgerelateerde maatregelen en cultuur gerelateerde maatregelen. Structuurgerelateerde maatregelen zijn: uitgebreide huisstijlrichtlijnen, actuele huisstijlrichtlijnen, toegang tot de huisstijlrichtlijnen, inzet van technische hulpmiddelen (zoals bijvoorbeeld sjablonen), aanwezigheid van een helpdesk voor de huisstijl, aanwezigheid van een huisstijlmanager en de aanwezigheid van voorkeurleveranciers. Cultuurgerelateerde maatregelen zijn: huisstijl als onderwerp in een introductieprogramma, voorbeeldgedrag van managers en regelmatig overleg met gebruikers van de huisstijl. Daadwerkelijk gedrag
Niet alle maatregelen worden even belangrijk gevonden. Over het algemeen worden de cultuurgerelateerde maatregelen het minst toegepast in organisaties. Het gedrag van managers wordt als
erg belangrijk gewaardeerd, terwijl volgens de medewerkers slechts 27 procent van de managers daadwerkelijk het voorbeeldgedrag toont en de huisstijl goed toepast. Zes van de onderzochte maatregelen blijken van invloed op een consistente huisstijl: het voorbeeldgedrag van managers, actuele richtlijnen, de aanwezigheid van een huisstijlmanager, voorkeurleveranciers, toegang tot de richtlijnen en huisstijl in het introductieprogramma. Vooral het totaal aan toegepaste maatregelen heeft veel impact. Daarnaast zijn het voorbeeldgedrag van de managers en de actuele richtlijnen cruciaal voor een consistente huisstijl. Organisatiekenmerken
In elk type organisatie is het voorbeeldgedrag van managers een belangrijke voorspeller voor een consistente huisstijl. In dienstverlenende organisaties blijken daarnaast het up-to-date zijn van de huisstijlrichtlijnen, voorkeurleveranciers voor de productie van middelen, het onderwerp huisstijl in een introductieprogramma en de aanwezigheid van een huisstijlmanager voorspellers te zijn. In producerende organisaties is juist de toegang tot de huisstijlrichtlijnen een belangrijke voorspeller. Tussen profit- en non-profitorganisaties bestaan echter de meeste verschillen. In profitorganisaties zijn, naast het voorbeeldgedrag van de managers, voorkeurleveranciers en de aanwezigheid van een huisstijlmanager van belang. Bij non-profitorganisaties zijn de up-to-date huisstijlrichtlijnen, voorkeurleveranciers, het onderwerp huisstijl in een introductieprogramma en de aanwezigheid van een huisstijlmanager van belang. Profitorganisaties
In profitorganisaties is de huisstijl consistenter en de scores op de kenmerken van huisstijl management hoger. Profitorganisaties leveren dus meer inspanning voor een consistente huisstijl. In dienstverlenende profitorganisaties heeft de kennis van de strategie van de organisatie een directe invloed op de consistentie van de huisstijl. Een mogelijke verklaring voor de directe invloed van de openheid/dynamiek van profitorganisaties op de consistentie is de noodzaak om zichtbaar en herkenbaar te zijn. Als medewerkers zich hiervan bewust zijn, kan dit leiden tot een betere toepassing van de huisstijlrichtlijnen.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: huisstijl
ResearchBase 03 maart 2006
Trends in media en entertainment
1
Online adverteren
titel Entertainment & Media Outlook towards 2009 auteur PricewaterhouseCoopers uitgave download (104 pagina’s/683 kb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 192185
titel Marktonderzoek online adverteren 2005 auteur fd Mediagroep uitgave download (28 pagina’s/890 kb) datum oktober 2005 prijs gratis bestelcode 190669
De Nederlandse entertainment en media industrie (e&m) bevindt zich in een gunstige positie met een omzet van 11,3 miljard euro in 2004, de grootste jaarlijkse groei sinds 2000. De verwachting is dat tot 2009 de omzet zal toenemen tot 13,7 miljard euro waarbij de internet en televisiesegmenten verantwoor delijk zullen zijn voor 85 procent van de ver wachte groei.
levisie speelt een belangrijke rol. De groei wordt echter geremd doordat de overheid in de toekomst minder geld uit zal geven aan de omroepen, en door een matige advertisingmarkt. Outofhome advertising herstelde zich na het moeten opgeven van tabaksreclame in 2004 en zal de komende jaren profi teren van nieuwe billboardtechnologieën. Het segment zal met meer dan 4 procent per jaar toenemen. De fi lmindustrie neemt met bijna 4 procent toe door een groei van dvd-verkoop en een verwachte toename in bioscoopopbrengsten in 2006 en 2007. Daarnaast gaat de overheid de productie van lokale fi lms door middel van subsidies stimuleren. Het verleden heeft uitgewezen dat bioscoopbezoek toeneemt naarmate de lokale fi lmindustrie groeit, zelfs als lokale fi lms maar een klein gedeelte van de bioscoopinkomsten vertegenwoordigen.
Bij een toenemend aantal bedrijven maakt online adverteren een vast deel uit van het communicatieplan. Het aandeel van het hier voor gereserveerde advertentiebudget stijgt eveneens. Vrijwel in alle opzichten is online adverteren een beter instrument dan offline adverteren: de respons is groter en beter ter wijl de kosten lager zijn.
De Efteling
Het Marktonderzoek online adverteren, dat jaarlijks wordt uitgevoerd door de fd Mediagroep, is in 2005 voor de zevende keer uitgevoerd. Ditmaal vond het onderzoek volledig online plaats. Er is een e-mailing verzonden naar 2.612 personen binnen de reclamebranche en adverteerders bij de fd Mediagroep. In totaal vulden 338 respondenten de vragenlijst in.
Nederland heeft minder geleden onder piraterij dan andere landen in Europa De stijgende economie zal de industrietak positief beïnvloeden. Tot 2007 groeit de em-industrie harder dan de economie, daarna volgt de groei de economische trend. Dit is de verwachting van PricewaterhouseCoopers in de de uitgave Enter tainment & Media Outlook towards 2009: Trends in the Netherlands 20052009. Het rapport bevat specifi eke informatie over trends en fi nanciële gegevens van de branche in Nederland. Breedband
Het segment internet groeide de afgelopen vijf jaar het snelst. Verwacht wordt dat het segment de komende vijf jaar met gemiddeld 12 procent per jaar net zo snel zal blijven groeien. In 2006 gaat internet de krant voorbij en wordt daarmee, na televisie, het op een na grootste segment. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat veel gebruikers van de relatief goedkopere inbelverbinding overschakelen naar de duurdere breedbandverbinding. Tussen 2008 en 2009 zal de markt voor breedband echter verzadigd raken, waardoor de groei weer afneemt. De groei van breedband komt ook online advertising ten goede omdat breedbandgebruikers meer tijd online doorbrengen. Ook zoeken ze meer op internet en kopen ze vaker producten online. Videoondemand
Televisie is het op een na snelst groeiende segment met een gemiddelde van 6 procent per jaar. Dit komt vooral door stijgende abonnementsinkomsten en de toename van videoondemanddiensten. Ook de overschakeling naar digitale te-
Nederland was in 2004 verantwoordelijk voor 4 procent van de totale entertainment- en mediauitgaven in West-Europa. Het aandeel in de opbrengsten van pretparken was met 8,4 procent ver boven het gemiddelde. Dit komt door De Efteling, een van de grootste parken in Europa, dat ook veel buitenlandse bezoekers trekt. Tijdschriften en kranten lagen ook boven het gemiddelde, omdat de gedrukte media in Nederland een groter aandeel hebben in reclame dan in andere landen. Opgenomen muziek en internet lagen ook boven het gemiddelde. Als het gaat om opgenomen muziek heeft Nederland minder geleden onder piraterij dan andere landen. Toch zal de opkomst van online muziekdiensten ervoor zorgen dat de fysieke verkoop van muziek afneemt.
> www.marketingonline.nl/researchbase Zoeken op: entertainment
Belangrijkste televisieadverteerders in 2004 (in miljoenen euro’s) ,´/REALß
0ROCTERß ß'AMBLEß
KPNß
,EVERß&ABERGmß
5NILEVERß
Alleen bij het neerzetten van een imago is offline adverteren nog favoriet
Online versus offline
Net als in voorgaande jaren acht de reclamebranche online adverteren een sterker middel dan offl ine adverteren als het gaat om het genereren van een grote hoeveelheid respons en het uitvoerig informeren van doelgroepen. Tevens wordt online adverteren een beter middel gevonden om nauwkeurig doelgroepen te bereiken en respons met een hoge kwaliteit te genereren. Online adverteren is interactiever, actiematig beter en sneller inzetbaar tegen lagere kosten. De resultaten van een online campagne zijn vervolgens beter meetbaar. Offl ine adverteren wordt een sterker instrument gevonden om naamsbekendheid te creëren, het imago neer te zetten en om langetermijneffecten te bewerkstelligen. Online adverteren wordt dit jaar echter op ieder punt (fors) sterker geacht dan vorig jaar, en deze stijging gaat in nagenoeg alle gevallen ten koste van offl ine adverteren. Opvallend hierbij is de gewijzigde opvatting over de visuele kracht van online adverteren. Vorig jaar werd offl ine adverteren op dit punt sterker geacht, inmiddels zijn de rollen omgedraaid. Bij het neerzetten van een imago is offl ine echter nog steeds favoriet: de helft van de adverteerders vindt dat offl ine adverteren op dit punt beter is. Y www.marketing-online.nl/researchbase
14 Sterkste punten van online adverteren (in procenten) Interactief •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Resultaten goed meetbaar
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Snel inzetbaar
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Lage kosten
74,7
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
74,7
Veel respons genereren
88,2
De mkb’er als consument
78,2
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Actiematig goed inzetbaar
95,3
ResearchBase 03 maart 2006
64,7 Doelgroepen nauwkeurig bereiken • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 61,2 •••••••••••••••••••••••••••••••••
Y Professionele aanpak
Bij 30 procent van de organisaties maakt online adverteren 15 procent of meer uit van het totale communicatiebudget, de zogenaamde ‘heavy online’. In 2004 maakte deze groep nog maar een tiende uit van alle adverteerders. Bij een iets grotere groep (een derde) speelt online adverteren een kleinere rol; hier maakt online adverteren minder dan 15 procent uit van het totale communicatiebudget (‘moderate online’). Het restant, ruim een derde, adverteerde het afgelopen jaar niet online. Bij ruim acht op de tien organisaties houdt een professional zich bezig met de planning en ontwikkeling van internetcampagnes, ongeveer evenveel als in voorgaande jaren. Bij het grootste deel (bijna 60 procent) van de organisaties worden deze werkzaamheden gecombineerd met andere werkzaamheden. Bijna een kwart heeft een specialist in dienst. Dit percentage ligt hoger onder de groep die 15 procent van het budget of meer besteedt aan online marketing: hier heeft ruim een derde een specialist in dienst. Weblogs en rss-feeds
Nieuwe opties onder de paraplu van de fd Media groep, zoals een weblog van redacteuren en een rss-feed zien organisaties in mindere mate als wenselijke aanvulling (30 procent). Rond de laatste bestaat veel onduidelijkheid, men kan zich niet echt een beeld vormen over de mogelijk heden van sponsoring van rss-feeds. Er is geen unanimiteit te vinden over weblogs en slechts de helft weet zich een mening te vormen. Een beperkt deel doet echt een uitspraak omtrent de commerciële mogelijkheden op weblogs. Een kleine meerderheid denkt dat er meer commer ciële weblogs zullen komen: meer mogelijkheden voor bannering, pop-ups, tekstlinks en andere vormen van advertisement. Weblogs kennen namelijk vaak een specifiek onderwerp zodat adverteerders doelgericht kunnen communiceren.
> www.marketing-online.nl/researchbase
titel Kritisch kopen in het mkb auteur eim uitgave download (54 pagina’s/382 kb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 190256 mkb-bedrijven kopen op een andere manier in dan grote bedrijven. Vanwege onzekerheden in hun omgeving, relatief hoge zoek- en trans actiekosten, beperkte onderhandelingsmacht en gewenste flexibiliteit, investeren mkbondernemers meer in langetermijnrelaties met hun leveranciers. Hierdoor worden andere zaken dan de prijs voor mkb’ers belangrijk.
In de position paper Kritisch kopen in het mkb wordt allereerst kort ingegaan op de rol van bedrijfsmatige afnemers met betrekking tot het functioneren van markten en daarna in het bijzonder op de rol van het mkb als afnemer op geliberaliseerde markten. In het verlengde hiervan is bekeken welke aspecten invloed hebben op het inkoopgedrag van ondernemers en het al dan niet overstappen naar een andere aanbieder. Geen piramide van Maslow
Veel mkb-bedrijven zijn zo klein dat hun inkoopgedrag in de praktijk grote overeenkomsten vertoont met het aankoopgedrag van consumenten en huishoudens. Een belangrijk aspect van consumenten inkoopgedrag is dat bepaald gedrag te typeren is als niet-rationeel en beïnvloed wordt door percepties en attitudes. Er zijn echter ook verschillen. Een belangrijk verschil is dat de koper, de beslisser en de gebruiker niet dezelfde persoon hoeven te zijn in een mkb-onderneming, terwijl dat voor consumenten vaak wel geldt. Ten tweede dienen inkopen van mkb-bedrijven voor bedrijfsmatige doelen (kostenreductie, winstvergroting, et cetera), terwijl de aankopen van consumenten een persoonlijk doel uit de piramide van Maslow dienen. Ook zijn de wat grotere mkb-bedrijven (meer dan tien man personeel) vaak iets beter geïnformeerd dan consumenten. Routinematige inkopen
Het overgrote deel (drievijfde) van de inkopen van bedrijven bestaat uit straight rebuys (routinematige inkopen bij bestaande leveranciers). De new task-inkopen (inkoop van een artikel voor de
Zoeken op: online adverteren
eerste keer) betreft ongeveer een vijfde van de inkopen. In grote lijnen kan worden gesteld dat bedrijven uit alle grootteklassen een even grote fractie van hun inkopen definieert als new taskinkoop (namelijk 19 procent). Echter, binnen de groep rebuys is wel een verschil te zien: hoe groter het bedrijf, des te hoger het percentage modified rebuys (herhaalinkopen van bestaande artikelen met gewijzigde productspecificatie, leveringscondities of een andere leverancier) en des te lager de fractie straight rebuys.
Inkoopgedrag van mkb’ers lijkt vaak op dat van consumenten Transactiekosten
Het relatief grote aantal straight rebuys van mkbbedrijven ten opzichte van het grootbedrijf kan op economisch-theoretische gronden wellicht het best worden verklaard vanuit de transactiekostenbenadering. Aangezien kleine bedrijven vaak kleinere hoeveelheden inkopen, kunnen de transactiekosten per gekocht product nogal oplopen. Daardoor zijn de transactiekosten bij het mkb relatief belangrijker dan bij het grootbedrijf. Uit onderzoek blijkt dat langdurige relaties met afnemers de noodzakelijke zekerheid kunnen bieden, wat transactiekostenverlagend kan werken. Ook overstapdrempels kunnen een rol spelen bij de inkoopbeslissing. Als het de ondernemer meer geld en/of moeite kost om een zelfde inkoop te doen bij een andere dan de gebruikelijke leverancier, kunnen we spreken van overstapdrempels. Voorbeelden van overstapdrempels zijn: contracttermijnen, boetes voor het opzeggen van een lopend contract, of investeringen die moeten worden gedaan om het bedrijf geschikt te maken voor de standaard van de andere leverancier.
> www.marketing-online.nl/researchbase
Verdeling van inkoopsituaties naar grootte van het bedrijf (in procenten) 1-50 werknemers 51-100 werknemers > 100 werknemers Totaal
www.marketing-online.nl/researchbase
Straight rebuy 64 61 58 59
Modified rebuy 17 20 23 22
New task 19 19 19 19
ResearchBase 03 maart 2006
Grenzen aan variëteit
15 In de rubriek Signaal worden diverse onderzoeksactiviteiten aangekondigd. tns nipo
titel How Assortment Variety Affects Assortment Attractiveness auteur Erasmus Universiteit Rotterdam uitgave download (278 pagina’s/5 mb) datum januari 2006 prijs gratis bestelcode 192770 Variëteit is overal aanwezig. Steeds weer moe ten mensen kiezen uit een grote hoeveelheid mogelijkheden. Hoewel variëteit voordelen heeft, brengt het ook nadelen met zich mee voor de consument. Retailers realiseren zich dat er grenzen zijn aan de hoeveelheid varië teit waar consumenten mee geconfronteerd willen worden.
In haar proefschrift How Assortment Variety Affects Assortment Attractiveness onthult Eline de Vries, promovenda aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de effecten van variëteit en de voor- en nadelen daarvan. Op basis van een rijke hoeveelheid experimentele data werd de relatie tussen variëteit in een assortiment en de aantrekkelijkheid van het assortiment onderzocht. Overload
Grotere assortimenten van eenvoudige producten zijn aantrekkelijker voor consumenten, maar er is een grens. Het vergroten van het assortiment na deze grens lijkt te leiden tot een minder aantrekkelijk assortiment. De relatie tussen assortimentsgrootte en aantrekkelijkheid kan verklaard worden door percepties van variëteit, verschillende voordelen en één nadeel van variëteit. Hoewel variëteit tot meerdere nadelen leidt, heeft slechts één ervan, het gebrek aan overzicht door een overload aan informatie, een significant negatief effect op zowel complexe als eenvoudige assortimenten. Lastig
Er bestaat een paar interessante verschillen tussen complexe en eenvoudige producten in het onderliggende proces van variëteit en aantrekkelijkheid van een assortiment. Ten eerste speelt verwachte spijt een veel grotere rol bij complexe producten. Het maken van een foute keuze is veel erger als een duur, complex product wordt gekocht dat nog een tijd mee moet gaan. In assortimenten met complexe producten zijn dus zowel een gebrek aan overzicht als het verwachten van spijt cruciaal, omdat ze beide de aantrekkelijkheid van een assortiment verlagen. Ten tweede is, hoewel dit ook relevant is voor eenvoudige producten, de aanwezigheid van het favoriete product van een consument belangrijker in een assortiment met complexe producten. De aanwezigheid van het favoriete product maakt de lastige keuze van een complex product makkelijker.
Suboptimale keuze
Opvallend is daarnaast dat het totale effect van assortimentsgrootte op de aantrekkelijkheid van het assortiment niet positief of negatief is. Kleine en grote assortimenten lijken even aantrekkelijk te zijn voor complexe producten. Wel is het zo dat in grote assortimenten consumenten hun aandacht richten op relatief minder producten, wat kan leiden tot een suboptimale keuze. Vanuit dit oogpunt lijkt een kleiner assortiment van complexe producten dus beter. Retailers
Het advies aan retailers die meer complexe producten aanbieden, is om consumenten te helpen in hun beslissingsproces met behulp van verkoopmedewerkers, omdat de selectie van een complex product uit een groot assortiment kan leiden tot een suboptimale keuze. Als dat niet mogelijk is, wordt aangeraden om kleine assor timenten aan te bieden.
Tijdsdruk maakt een assortiment met veel producten minder aantrekkelijk Verder is het essentieel dat consumenten overzicht van het assortiment hebben. Een gebrek aan overzicht maakt een assortiment minder aantrekkelijk. Daarnaast is ook de aanwezigheid van favoriete producten noodzakelijk, vooral in assortimenten met complexe producten. In zulke assortimenten is het ook belangrijk om verwachte spijt te voorkomen. Verwachte spijt kan bijvoorbeeld beperkt worden door favoriete producten aan te bieden of door specifieke informatie over de producten te geven. Tijdsdruk, ten slotte, maakt een assortiment met veel producten minder aantrekkelijk. Retailers die veel gehaaste consumenten bedienen kunnen bijvoorbeeld de tijd die nodig is voor koopgerelateerde activiteiten, zoals voor de kassa wachten, verminderen om het negatieve effect van tijdsdruk te beperken.
> www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: assortiment
Winkelketenonderzoek 2006 In maart 2006 voert tns nipo Retail weer het multi-client Winkelketenonderzoek uit, voorheen Bekendheid Winkelketens. Hierin wordt niet alleen de bekendheid van winkelketens in Nederland gemeten maar wordt ook onderzocht hoeveel mensen een bepaalde winkelketen overwegen te bezoeken en hoeveel mensen er al daadwerkelijk kopen. In totaal worden voor het onderzoek circa 1.000 Nederlanders van achttien jaar en ouder online ondervraagd. Startdatum: maart 2006 Meer informatie: www.tns-nipo.nl
Blauw Research Thuiswinkel Markt Monitor De Thuiswinkel Markt Monitor is een onafhankelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd door Blauw Research in samenwerking met Thuiswinkel.org. Het onderzoek is opgezet als multi-client onderzoek, zodat vergelijking in de tijd en benchmarking centraal staan. Om inzicht te krijgen in de markt wordt halfjaarlijks verkoopcijfers gevraagd aan een groot aantal online retailers. Tevens wordt twee keer per jaar een grootschalig consumentenonderzoek gehouden om marktcijfers te wegen en diepgaande informatie te verkrijgen over gedrag en profielen van internetters. Meer informatie: www.blauw.com
iPing Research Broadband Performance Broadband Performance is een continu onderzoek van iPing Research naar de kwaliteit van breedbandinternet. Alle Nederlandse internetproviders zijn opgenomen in dit onderzoek en deze providers worden 24 uur per dag, 365 dagen per jaar gemeten en beoordeeld op de kwaliteit van de dienst die zij leveren. De metingen worden gedaan vanuit het oogpunt van de eindgebruiker; hoe ervaart de gebruiker de dienst die hem geboden wordt door de provider. Meer informatie: www.iping.nl
Aankondigingen voor onderzoeksactiviteiten kunnen gestuurd worden naar
[email protected]
www.marketing-online.nl/researchbase
✃
Abonneerbon Ja, ik wil graag een jaarabonnement op Marketing ResearchBase. Ik ontvang als abonnee 10 keer per jaar de nieuwsbrief en een jaar lang toegang tot de database op www.marketing-online.nl/researchbase.
In 1949 vroeg het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (n.i.p.o.) het publiek naar hun mening over veranderingen van sluitingstijden van winkels. Anno 2006 heeft de consument tijdgebrek en kunnen winkels niet vaak genoeg open zijn... (zie het rapport Wat wordt ‘t, koopavond of koopzondag?)
Ik betaal het eerste jaar niet de normale abonnementsprijs van € 175, maar de introductieprijs van € 149 (beide prijzen zijn exclusief btw). Aanbod geldt tot 31 december 2006. Organisatie:
Functie:
T.a.v.: dhr/mw Adres: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mail (verplicht):
Datum:
Handtekening
Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar: Marketing ResearchBase Antwoordnummer 47675 1070 vd Amsterdam
U ontvangt als abonnee een persoonlijk wachtwoord waarmee u toegang krijgt tot de site van Marketing ResearchBase. Op deze site treft u een almaar groeiend overzicht van de publieke marktonderzoeken die in Nederland verschijnen. De samenvattingen in de database zijn doorzoekbaar en u kunt on-line de integrale rapporten bestellen en/of downloaden.
Abonneren kan ook via: internet www.marketing-online.nl/shop e-mail
[email protected] telefoon (0570) 67 33 58
Kijk voor meer uitgaven op het gebied van marketing op: www.marketing-online.nl/shop
Ja, ik bestel graag de volgende rapporten: ò 1192347 Corporate Visual Identity Management Universiteit Twente € 25 ò 1190194 De digitale economie 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek € 29,50 (ook gratis download) ò 1192247 Het economisch belang van reclame Centrum voor Merk en Communicatie € 53 ò 1192083 Het Nationale Automobilisten Onderzoek ypca € 850 ò 1193247 Mood Magazine Trendslator € 295 ò 1192622 pim Marketing Trendrapport 2006 Platform Innovatie in Marketing € 70 ò 1192787 Preschoolers and Packaging ipm Kidwise € 3.500 Genoemde prijzen zijn exclusief btw en verzendkosten. Uw bestelling wordt door de redactie van Marketing ResearchBase doorgegeven aan de aanbieders van het rapport. Kijk voor verdere leveringsvoorwaarden op: www.marketing-online.nl/researchbase Vul de bon in en stuur hem naar: Liones Publishing Services B.V. Antwoordnummer 10218 2280 wb Rijswijk Faxen kan ook naar: (070) 319 38 25
✃
Bestelservice Downloaden kan ook! Van de onderstaande onderzoeken is het volledige rapport met eventuele achtergrondinformatie te downloaden op www.marketing-online.nl/researchbase
eim Kritisch kopen in het mkb Erasmus Universiteit How Assortment Variety Affects Assortment Attractiveness evd Food Sector in Slovenia fd Mediagroep Marktonderzoek online adverteren 2005 ifpi Digital Music Report 2006 MarketResponse Mediaopvoeding PricewaterhouseCoopers Entertainment & Media Outlook towards 2009 Rijksuniversiteit Groningen Understanding Channel Purchase Intentions Shoppenopzondag.nl Wat wordt ‘t, koopavond of koop zondag? spot Financieel Jaarverslag Televisiereclame 2005 Inloggegevens kwijt? Bel Kluwer klantenservice (0570) 673358 Bestelservice uitsluitend voor abonnees van Marketing ResearchBase.
Organisatie: Functie: T.a.v.: dhr/mw Adres: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mail (verplicht):
“Er zijn op het ogenblik plannen opnieuw te bepalen op welk uur de winkels gesloten moeten worden.” Met deze inleidende woorden spraken enquêteurs en enquêtrices van het n.i.p.o. (in maart 1949, red.) tot vele mannen en vrouwen over het gehele land verspreid. Op de vraag: “Zou U mij willen zeggen aan welke van de plannen U de voorkeur geeft?” zijn de antwoorden: Sluiting om 6 uur ’s avonds en Dinsdagmiddags. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39% Sluiting om 7 uur ’s avonds en Dinsdagmiddags. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30% Sluiting om 6 uur ’s avonds en Zaterdagmiddags. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18% Geen oordeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13% De meeste ondervraagden zijn voor sluiting op een door de weekse dag. Nog geen vijfde is voor sluiting van de winkels op Zaterdagmiddag. Er zijn wat meer voorstanders van sluiting om 6 uur ’s avonds dan voor 7 uur. Onder de vrouwen vinden we er nog meer die voor sluiting om 6 uur zijn dan onder de mannen! De mensen op het platteland zijn echter meer voor sluiting om 7 uur ’s avonds dan de mensen in de steden. Maar overal vinden we een meerderheid voor sluiting om 6 uur. In de plaatsen van 100.000 en meer inwoners zijn er 43% voor sluiting om 6 uur tegen 26% voor sluiting om 7 uur. Op het platteland zijn de cijfers 36% en 33%. Tenslotte valt het op, dat de mensen uit de laagste inkomensklassen meer voor sluiting om 6 uur zijn dan de mensen uit de hogere inkomensklassen. Van de laagste inkomens is 42% voor sluiting om 6 uur en 25% voor 7 uur. Maar onder welgestelden is dit 38% en 35%. Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (Amsterdam)