ResearchBase
11
jaargang 9 november 2012
Dé onderzoekdatabase van Tijdschrift voor Marketing
3 • Afscheid titels onvermijdelijk • Webwinkel doelwit 4 • Resultaten supermarkten in de lift 6 • Marketing via medewerkers benutten 7 • Grotere winkels • bol.com aan top 8 • Zorg in cijfers • Nieuwe baan? 10 • Tussenpersoon verliest • Leeftijd drukt winst 11 • Mobiel leven 12 • Online verkoop blijft groeien 13 • Ook nu succesvol zijn • Onze economie 14 • Projecten: haalt u eruit wat erin zit? 15 • Tv onverminderd populair 16 • Digitaal dendert door
Meer dan 5.000 onderzoeken op www.marketing-online.nl/researchbase
Meer, meer, meer online!
titel What’s happening online? 2012 auteur Ruigrok | Netpanel uitgave download (34 pagina’s/8 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918100 Internet is niet meer weg te denken uit de hedendaagse samenleving. Weerbericht? Online. Vakantiefoto’s van vrienden bekijken? Online! Het regelen van de bankzaken staat op nummer 1 qua online activiteiten, zowel bij jongeren als ouderen. Daarnaast wordt internet ‘natuurlijk’ veel gebruikt om informatie op te zoeken.
Wel zijn hierin flinke verschillen tussen hoger opgeleiden (72 procent) en lager opgeleiden (44 procent) te zien, aldus Ruigrok | Netpanel. Jaarlijks doet dit onderzoeksbureau onderzoek naar ‘What’s happening online’ en komen drie hoofdonderwerpen aan bod: mobile, social media en (e)commerce. Opmars mobiel internet
Bijna iedereen is tegenwoordig in het bezit van een pc of een laptop met een internetverbinding. Daarnaast zien we dat het gebruik van mobiel internet via smartphones en tablets sterk in opkomst is. Al bijna de helft van de Nederlanders bezit een smartphone met mobiel internet en bijna een kwart bezit een tablet en heeft daarmee toegang tot internet. Sommige mensen lijken wel vergroeid met hun smartphone, altijd zie je het apparaat in hun handen en er gaat geen uur voorbij of ze posten wel iets op Facebook of Twitter. Zes op de tien mensen geeft aan internet op de smartphone meerdere keren per dag te gebruiken. En ook de meerderheid van de tabletgebruikers geeft aan internet meerdere keren per dag te gebruiken. Niet zonder problemen
Een herkenbare situatie: je wilt even snel de vertrektijd van de trein opzoeken en ineens lijkt het een eeuwigheid te duren voordat de site opent. Of je denkt snel even te kunnen kijken wat er op het menu staat bij je favoriete restaurant en de site blijkt onleesbaar op je smartphone. Twee derde (68 procent) van de smartphonegebruikers ondervond de afgelopen periode
problemen bij het gebruik van mobiel internet of het bezoek aan websites op de smartphone. Bij tabletgebruikers was dit de helft (52 procent). Alle problemen komen vaker voor op de smartphone dan op de tablet. Vrouwen vooral op Facebook
Hoewel het lijkt alsof iedereen actief is met social media, zijn de kanalen die worden gebruikt niet voor iedereen hetzelfde. Zo zijn vrouwen beduidend vaker actief op Hyves en Facebook en zijn mannen vaker te vinden op Twitter en op het meer zakelijke LinkedIn. Daarnaast speelt ook het opleidingsniveau een rol wat betreft interesse in social media. Zo zijn lager middelbaar opgeleiden vaker te vinden op Hyves dan hoger opgeleiden en zijn lager opgeleiden minder vaak actief op Twitter. Bedrijven volgen
De grote aantallen social mediagebruikers maken social media voor bedrijven interessante kanalen voor het werven van nieuwe klanten en het aan zich binden van bestaande klanten. Twitter slaagt er het best in om mensen aan hun bedrijf te linken. De helft van de actieve gebruikers geeft aan via zijn account bedrijven te ‘volgen’. Daarnaast heeft Twitter ook het hoogste gemiddelde aantal bedrijven die worden gevolgd (gemiddeld 15,7 bedrijven per actieve gebruiker). Followers krijgen
Een geliefde zul je altijd volgen, maar waarom Verschil tussen mannen en vrouwen in actief social mediagebruik (in %) Facebook Hyves Schoolbank Twitter LinkedIn
Vrouwen 69 36 23 20 19
Mannen 62 26 16 25 30
Y
2 Y zou je een bedrijf volgen? De belangrijkste reden die men opgeeft is het verkrijgen van interessante informatie. Ook prijsvragen en aanbiedingen zijn goede redenen om een bedrijf te volgen. Daarnaast laat een merk of bedrijf iets zien over de identiteit van de gebruiker; een vijfde zegt door een merk te volgen te kunnen laten zien waar hij voor staat. Het initiatief ligt niet altijd bij de consument, een kwart volgt bedrijven omdat deze bedrijven hen hebben uitgenodigd dit te doen, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief of een advertentie.
Interessante informatie krijgen is dé reden voor mensen om een bedrijf te volgen Online kopen en verkopen
In 2012 geeft ruim de helft (58 procent) aan regelmatig of vaak online producten te kopen. Bijna de helft van de Nederlanders (45 procent) koopt de laatste tijd meer producten online en minder in gewone winkels (32 procent) dan voorheen. Met name jongeren (18 tot 34 jaar) en de hoger opgeleiden kopen veel online. We kopen niet alleen online, internet is tevens een grote rommelmarkt waar je anderen nog blij kunt maken met je overbodige spullen. Meer dan de helft van de Nederlanders (54 procent) verkoopt wel eens producten online. Dit betreft voornamelijk de leeftijdsgroep van 18 tot en met 34 jaar. Apps, boeken en elektronica
Omdat kopen via internet gemakkelijk en snel gaat gebruiken veel mensen hier hun smartphone of tablet voor. Er zit echter wel verschil in de hoeveelheid producten die men aanschaft met behulp van de verschillende devices. Zo koopt men vaker apps, boeken en elektronica met een tablet dan met een smartphone. Als er online gekocht wordt gebruikt ruim de helft (57 procent) hiervoor soms een mobiele website en soms een app. Ruim een kwart (28 procent) gebruikt alleen (mobiele) websites, terwijl een op de tien hiervoor uitsluitend apps gebruikt. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: online
www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 11 november 2012
8 november 2012
16 november 2012
Marketing 3.0 Nyenrode Business Universiteit, Breukelen In Marketing 1.0 stond het product centraal. Marketing 2.0 draaide om de klant. Nu is het tijd voor de volgende stap. In ‘Marketing 3.0’ tilt Philip Kotler u naar het volgende niveau van marketing. Kotler laat u in dit seminar zien hoe u klanten én medewerkers - die bewuster, actiever en invloedrijker zijn dan ooit - als integraal onderdeel van uw marketing- en businessstrategie benadert en proactief inzet om zo een onoverbrugbaar concurrentievoordeel te realiseren.
Design Thinking Erasmus Universiteit, Rotterdam Organisaties ontdekken steeds meer dat zij met creativiteit het onderscheid in hun markt kunnen maken. Een van de manieren voor bedrijven om met creativiteit aan de slag te gaan, is door middel van design thinking. Centraal daarin staat de empathie voor het probleem, de creatieve manier van het verwerven van insights en oplossingen, en de rationaliteit om een oplossing in zijn context in te passen. De masterclass ‘Design Thinking’ wordt georganiseerd door eurib en verzorgd door Mike Press.
15 november 2012 Digital Marketing in 1 Day Spant, Bussum De derde editie van ‘Digital Marketing in 1 Day’ is voor iedereen die betrokken is met innovatie van marketing. In één dag kunt u veel specifieke kennis vergaren en in contact komen met driehonderd vakgenoten. Wilt u een Digital Marketingstrategie opzetten? En wat is Digital Marketing precies? Hoe haalt u meer uit uw bestaande marketingomgeving? Of wilt u weten hoe u met social media om moet gaan? Tijdens ‘Digital Marketing in 1 Day’ krijgt u antwoord op deze en talloze andere vragen.
Marketing ResearchBase is een dienst die bestaat uit een site en een magazine. De site geeft de abonnee een doorzoekbaar overzicht en samenvattingen van marktonderzoeken die relevant zijn voor de marketeer, communicatiemanager en marketingcommunicatieadviseur. Het magazine biedt maandelijks een samenvatting van de meest relevante marktonderzoeken. Rapporten bestellen Bent u bij ons geregistreerd als abonnee dan kunt u het integrale marktonderzoek bestellen. Bestellingen van rapporten die binnenkomen, worden automatisch doorgestuurd naar de auteur(s) van de rapporten. De auteur(s) zijn verantwoordelijk voor de verzending en facturering. De genoemde bedragen in Marketing ResearchBase zijn exclusief btw. Marketing ResearchBase biedt een platform waarop aanbieders en vragers elkaar kunnen bereiken. Voor vragen en/of opmerkingen over het rapport, de bestelling en de verzending kunt u contact opnemen met de auteur van het rapport. De contactgegevens van iedere auteur vindt u onder aan de titelpagina van het rapport op de site. Redactie Laura Vogels, Liones Publishing Services bv Polakweg 7, 2288 gg Rijswijk telefoon (070) 319 19 23 e-mail
[email protected] Uitgever Rogier Mulder
22 november 2012 Marketing en beurzen in Duitsland DNHK, Den Haag Duitse doelgroepen nemen marketingactiviteiten anders waar en zo is het gevaar aanwezig dat het beste Nederlandse product flopt, terwijl men niet weet hoe dat komt. In het eerste deel van dit seminar wordt u in een beurstraining goed voorbereid op uw optreden bij beurzen. Tijdens het tweede deel komen de reclamebeginselen aan bod met oorzaken en gevolgen van de verschillen tussen Duitsland en Nederland en de vraag waarom deze verschillen zo belangrijk zijn voor het zakendoen.
Abonnementen Adformatie Groep BV, klantenservice Postbus 75462 1070 AL Amsterdam e-mail
[email protected] Abonnementsprijs B 199 per jaar voor toegang tot de site en het magazine dat 10 keer per jaar verschijnt. Abonnementen dienen schriftelijk te worden opgezegd uiterlijk drie maanden voor het nieuwe abonnementsjaar begint. Voor België Kluwer Uitgevers Ragheno Business Park Motstraat 30, b-2800 Mechelen telefoon (0800) 30143 fax (0800) 17529 Basisvormgeving Studio Bassa, Culemborg Opmaak Artnic, Deventer Druk Offset Print, Valkenswaard Voor meer informatie www.marketing-online.nl Inloggegevens kwijt? Bel Adformatie Groep (020) 573 36 44
Afscheid titels onvermijdelijk
ResearchBase 11 november 2012
titel Nederlandse Entertainment & Media Outlook 2012-2016 auteur PwC uitgave bestelrapport (148 pagina’s) datum oktober 2012 prijs 69,95 euro bestelcode 7919200 Het is onvermijdelijk dat Nederlandse uitgevers afscheid zullen nemen van titels. De markt voor dagbladen en tijdschriften is verzadigd. Bovendien neemt deze verzadiging steeds verder toe door afnemende lezersaantallen. Dat stelt PwC in de Nederlandse Entertainment & Media Outlook 2012-2016.
Nederland heeft een zeer hoge titeldichtheid op een relatief kleine lezerspopulatie. De razendsnelle digitalisering maakt de situatie op de markt voor dagbladen en tijdschriften onhoudbaar. De meeste uitgevers zijn druk doende een digitale vertaalslag te maken vanuit hun traditionele businessmodel om zo de steeds kleiner wordende lezersschare aan zich te binden. Maar de meeste initiatieven remmen de omzetdaling slechts. Er wordt nauwelijks groei gecreëerd. Dat maakt het verdwijnen van titels op termijn onafwendbaar. Schril contrast
De ontwikkelingen in de uitgeversmarkt staan in schril contrast met de onstuimige groei van digitale entertainment- en media-uitgaven. Naar verwachting groeit de omzet uit online adverteren en digitale consumentenuitgaven jaarlijks met 8 procent naar 5,8 miljard euro in 2016. In 2016 maken digitale uitgaven een derde van de Nederlandse entertainment- en mediaomzet uit. In 2011 was dit nog een kwart. De groei is vooral te danken aan de explosieve toename van smart devices en mobiele internetaansluitingen. Digitale volwassenheid verschilt per markt
De digitale volwassenheid verschilt sterk per markt. Zo vormt digitaal gedistribueerde muziek in 2016 42 procent van de totale bestedingen aan muziekalbums. In 2011 was dit nog 16 procent. Kijken we naar de markt voor games, dan zien we dat online en draadloze games al in 2011 de console- en pc-games voorbij gingen. Aan de andere kant vormen digitale tijdschriften in 2016 slechts 8,2 procent van de hele tijdschriftenmarkt. In 2011 was dit percentage nog 1,7 procent. Mede door deze trage ontwikkeling krimpt de Nederlandse tijdschriftenmarkt de komende vijf jaar van 838 miljoen euro tot 768 miljoen euro. Hybride verdienmodellen
Volgens PwC hebben met name hybride verdienmodellen de toekomst. Een goed voorbeeld is het terugkijken van een televisieprogramma. Laat de consument zijn e-mailadres achter dan
mag hij in ruil voor reclame gratis kijken. Laat hij persoonsgegevens achter of doet hij een kleine betaling, dan vervalt de reclame. Kiest hij voor een grotere betaling, dan kijkt hij zonder reclame en krijgt hij bovendien extra’s als ‘the making of’. De sleutel tot succes is het vinden van de juiste balans. Wanneer de consument zich veilig voelt om meer van zichzelf prijs te geven, wordt de relevantie van de informatie voor adverteerders groter, waardoor bedrijven op hun beurt een beter rendement kunnen realiseren.
In 2016 maken digitale uitgaven een derde van onze entertainment- en mediaomzet uit Weg met scheiding online en offline
Ondanks de ontwikkelingen hanteren verbazingwekkend veel bedrijven nog steeds een aparte digitale afdeling met een eigen infrastructuur, personeel en producten. Moderne organisaties zijn ingericht volgens processen en mensen, en niet meer in silo’s van verschillende online en offline producten. Zie je die realiteit niet onder ogen als organisatie, zeker in een vooruitstrevende sector als de entertainmenten mediasector, dan kun je nooit je volledige businesspotentieel benutten. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: media
3
Webwinkel doelwit
titel Websecurity essentieel onderdeel van multi-channel retail auteur PwC uitgave download (8 pagina’s/2 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7877210 Winkelketens zijn banger voor reputatieschade en verlies van klantdata dan de daadwerkelijke financiële schade die met internetcriminaliteit gepaard gaat. Dat blijkt uit een rapport van PwC over online veiligheid bij webshops.
Het risico op een flinke deuk in de reputatie lijkt dus een goede reden voor bedrijven om serieus werk te maken van de beveiliging van hun webshop. Toch geeft 40 procent van de onderzochte bedrijven aan niet in staat te zijn om internetcriminaliteit te voorkomen of detecteren. En dit is koren op de molen van internetcriminelen. Klantgegevens bemachtigen
Webwinkels worden steeds vaker aangevallen om klantgegevens te bemachtigen. Doordat webwinkels vaak onvoldoende beveiligd zijn vormen zij een gemakkelijk doelwit voor hackers. De opkomst van internetcriminaliteit is sterk gerelateerd aan de groei van online winkelen. Daar komt bij dat internetcriminaliteit een relatief veilige werkwijze is, waarbij met geringe investeringen grote winsten kunnen worden behaald. Door het grenzeloze karakter van internetcriminaliteit is de pakkans relatief klein.
De meeste beveiligingsproblemen bij retailers zijn gemakkelijk te voorkomen Weinig inzicht in eigen beveiliging
Consumenten laten persoonsgegevens en betaalinformatie achter bij webwinkels in de veronderstelling dat deze goed beveiligd worden terwijl veel organisaties onvoldoende in staat zijn om de kwaliteit van de veiligheid van hun webshop te beoordelen. Dit komt enerzijds doordat online veiligheid vaak onvoldoende aandacht krijgt binnen organisaties en anderzijds doordat het ontwerp, de bouw en het beheer – inclusief de beveiliging – van een webwinkel nog te vaak wordt uitbesteed aan een leverancier. Gemakkelijk te voorkomen
De meeste beveiligingsproblemen bij retailers zijn gemakkelijk te voorkomen. Het Y www.marketing-online.nl/researchbase
4 Y gaat vaak om eenvoudige problemen, zoals het ontbreken van kritieke beveiligingsupdates of programmeerfouten in de webapplicatie. Bij de bouw van webwinkels worden nog steeds fundamentele fouten gemaakt waardoor beveiligingslekken ontstaan. Bijvoorbeeld doordat de invoer van gebruikers op onvoldoende gecontroleerde wijze wordt verwerkt door de applicatie. Dit maakt het mogelijk om de database te manipuleren om vertrouwelijke gegevens vrij te geven, zoals de gegevens van klanten. Het is echter niet voldoende om het vraagstuk te beperken tot de beveiliging van de webapplicatie. Informatiebeveiliging moet in het bredere perspectief van de gehele multi-channelstrategie bekeken worden. Bij elke stap in de ontwikkeling daarvan moet (internet)beveiliging als integraal onderdeel worden meegenomen en duurzaam worden geborgd in de organisatie, de processen en de techniek. Aandachtspunten voor webwinkel
PwC geeft in het rapport vier beveiligingsaandachtspunten voor webwinkels. Ten eerste: neem de beveiliging van een webshop net zo serieus als de beveiliging van fysieke winkels. Yen tweede: neem preventieve maatregelen. Zorg voor de nodige beveiligingsupdates, hanteer daarnaast veiligheidsstandaarden als pcidds. En voer periodieke securityonderzoeken uit om te zien of de webshop nog voldoende is beveiligd. Ten derde: organiseer detectieve maatregelen. Zo zorg je ervoor dat beveiligingsincidenten (en de ernst ervan) snel aan het licht komen. Bijvoorbeeld door securityonderzoeken uit te voeren en gebruik te maken van auditing & logging en het analyseren van deze gegevens. Denk ten slotte na over reactieve maatregelen. Zorg dat er een crisisplan ligt in het geval van een serieus incident. Essentiële onderwerpen daarin zijn het afsluiten van de website, het informeren van de klanten, pers en andere instanties en het zo spoedig mogelijk weer veilig op kunnen starten van de webshop. Test dit plan op gezette tijden. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: websecurity
ResearchBase 11 november 2012
Resultaten supermarkten in lift titel Bedrijfsvergelijking 2012 auteur Deloitte uitgave download (52 pagina’s/3 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7876550 Met een gemiddelde omzettoename van 3,7 procent in 2011 ten opzichte van 2010 komen vooral de grote supermarkten krachtig door de crisis. De kleine supers hadden het moeilijker en werden geconfronteerd met een omzetdaling van gemiddeld 1,2 procent.
Het aantal supermarkten in handen van zelfstandig ondernemers neemt echter ieder jaar gestaag af. Eind 2011 waren er weer 43 supermarkten minder dan een jaar daarvoor. Van de ruim 6.000 supermarkten in 1990 in handen van zelfstandigen zijn er in 2011 nog geen 2.000 over.
Toch zien ook zij de omzetverwachting en het ondernemerschap voor de komende jaren positief in. Dit blijkt uit de jaarlijkse Bedrijfsvergelijking Levensmiddelendetailhandel van Deloitte.
Supermarkten spinnen er garen
Nettowinst en weekomzet
Ook in 2011 bleek de gemiddelde nettowinst in sterke relatie te staan tot de weekomzet van de in Nederland gevestigde supermarkten. Detaillisten met een weekomzet van 75.000 euro of minder zagen hun nettowinst dalen, terwijl bij de overige detaillisten de gemiddelde nettowinst een stijgende lijn liet zien. Uit de jaarlijkse Bedrijfsvergelijking Levensmiddelendetailhandel van Deloitte komt tevens een gemiddelde brutowinststijging van 4,1 procent naar voren. De stijging van de bedrijfskosten bedraagt 3,2 procent en ligt dus lager dan de brutowinststijging. Ruimere openingstijden
De detaillisten van grote supermarkten zien hun resultaat door verschillende ontwikkelingen stijgen. De supermarkten spinnen er garen bij dat de consument bespaart op eten buiten de deur en het afhalen van eten. Daarnaast weten de supermarkten zich door de steeds ruimere openingstijden en door een consequente kostenbeheersing krachtig tegen de crisis te verweren. Anderzijds vormen de personeelskosten de grootste kostenpost. Er is sprake van een stagnerende arbeidsproductiviteit en een vrijwel gelijkblijvend kostprijsuurloon. Veranderende wetgeving en aanpassingen in de cao voor supermarktpersoneel belemmeren de mogelijkheden om hier besparingen door te voeren. Positieve omzetverwachting
Vertrouwen in eigen veiligheid bij retailers (in %) 2007 2008 2009 2010 2011
85 83 80 76 72
www.marketing-online.nl/researchbase
Uit het rapport komt naar voren dat detaillisten met een weekomzet tussen de 75.000 en 150.000 euro de meest positieve omzetverwachting voor de komende jaren hebben. Het overgrote deel van alle respondenten (40,5 procent) verwacht daarnaast een toename van de nettowinst. De detaillisten hebben tevens een positieve kijk op het ondernemerschap in de toekomst. Bijna alle respondenten hebben de overtuiging over vijf jaar nog supermarktondernemer te zijn.
bij dat consumenten besparen op eten buiten de deur Zefscanning en online bestellen
Van alle ondervraagde ondernemers maakt gemiddeld 13,7 procent gebruik van zelfscanning. Indien zelfscanning aanwezig is wordt dit gemiddeld bij de helft van het aantal kassa’s gebruikt. In de laagste omzetcategorie wordt door geen enkele ondernemer gebruikgemaakt van zelfscanning, in de twee grootste categorieën is deze faciliteit in een kwart van de supermarkten aanwezig. Een kwart van de ondernemers biedt klanten de mogelijkheid om online de boodschappen te bestellen en deze vervolgens te laten bezorgen of af te halen. Bij de supermarkten met een gemiddelde weekomzet van meer dan 150.000 euro ligt dit percentage slechts rond 16 procent. Van de ondernemers die hier momenteel nog geen gebruik van maken heeft 66,7 procent wel het voornemen om dit in de toekomst in te voeren. Momenteel wordt 2,7 procent van de omzet gegenereerd door online bestellingen, de verwachting is dat dit in 2015 6,8 procent zal zijn. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: supermarkt
Aantal ondernemers dat de mogelijkheid biedt om online boodschappen te bestellen, verdeeld naar weekomzet in euro’s (in %) Ja <75.000 75.000-150.000 150.000-225.000 >225.000 Gemiddelde
22,2 47,1 15,4 16,7 24,7
Van plan in de toekomst 80,0 40,0 63,6, 80,0 66,7
ResearchBase 11 november 2012
5
Door de bomen het bos zien www.marketing-online.nl/researchbase
Het magazine Marketing ResearchBase biedt elke maand een selectie van achttien onderzoeken. De database wordt echter maandelijks met talloze rapporten aangevuld. In deze rubriek bieden wij u een
W
voorproefje van mrb online. Dit keer een overzicht van de populairste rapporten van oktober 2012.
at doet u in uw vrije tijd? Een belangrijke vraag, aldus de lezers van Marketing ResearchBase. Niet voor niets stond vorige maand het rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2012 van spot met stip op nummer één in de download Top-10. Het antwoord op de vraag? In ieder geval méér koken, eten klaarmaken en huishoudelijk werk, maar ook ontspanning, niets doen en nadenken. Tegelijkertijd besteden we minder tijd aan betaald werk, zitten we minder lang in de auto en hebben we minder tijd voor hobby’s, spelletjes en binnen spelen, aldus de spot. Het onderzoek (waarvoor 3.698 Nederlanders 48 uur lang per vijf minuten bijhielden wat zij deden) biedt de kans om heel precies inzicht te krijgen in de tijdsbestedingen van de Nederlandse consument, want naast het rapport zijn ook zeer gedetailleerde data gratis beschikbaar op de website van spot.
De gemiddelde Nederlander besteedt 12 uur per dag aan slapen en persoonlijke verzorging Multitasken
De gemiddelde Nederlander besteedt 12 uur per dag aan slapen, in bed liggen en persoonlijke verzorging en 8,1 uur aan verplichte werkzaamheden (werk, studie, onderweg zijn). Aan vrij in te vullen tijd heeft de Nederlander gemiddeld 10,8 uur per dag. Gezamenlijk is dit echter ruim meer dan 24 uur, hetgeen betekent dat er veel gemulititaskt wordt. Dit is vooral interessant voor mediaspecialisten, want vooral media worden veelvuldig multitaskend geconsumeerd. Tv-kijken is verreweg het grootste medium met 36 procent van de mediatijd, gevolgd door internet met 24 procent en radio met 22 procent. Van
de totale tijd besteed aan media, bijna 7 uur per dag, wordt ruim twee en half uur gebruikt voor tv-kijken (150 minuten). Voor internetten gebruikt men 99 minuten en naar de radio luistert men gedurende 92 minuten per dag. Dat is de duidelijke Top-3 in de mediatijd. Nederland voorop in Europa
Een ander onderzoek dat gretig aftrek vond onder abonnees was First Quarter 2012 State of the Internet Report van Akamai. Daarin kon men lezen dat Nederland het snelste internet van Europa heeft en wereldwijd op de tweede plaats staat, na Zuid-Korea: 83 procent van alle internetaansluitingen zijn sneller dan 4 mb per seconde (mbps). Ook voor wat betreft het percentage boven 10 mbps (24 procent) en gemiddelde mbps (8,8) voert Nederland de lijst aan in de Europese regio (Europa plus vae en Israel). Akamai constateerde in het eerste kwartaal van 2012 verkeer vanaf 666 miljoen unieke ip-adressen. Vooral in Rusland, China, Brazilië en Italië groeit het internet snel: het aantal ip-adressen in die landen nam met meer dan 20 procent toe. Aantal aansluitingen
De meeste aansluitingen zijn nog altijd in Amerika te vinden: 146,5 miljoen ip-adressen staan geregistreerd in the home of the brave. China
volgt op gepaste afstand met ruim 92 miljoen aansluitingen, maar groeide wel met 26 procent ten opzichte van vorig jaar. De vs zag een toename van slechts 2,9 procent, waardoor het een kwestie van tijd is, alvorens de Chinezen ook digitaal over de vs heen denderen.
83 procent van alle internetaansluitingen is sneller dan 4 mb per seconde (mbps) In Nederland zijn 8.183.991 unieke ip-adressen geteld (dat is inclusief de uwe). Met een gemiddelde snelheid van 8,8 mbps behoort ons land tot de wereldtop. De hoogst gemeten snelheid was 29,4 mbps. Het land van 16 miljoen mensen (0,00267 procent van de wereldbevolking) was wel verantwoordelijk voor 0,6 procent van alle cyberaanvallen. Dit betekent dat ons aandeel aan de cyberaanvallen op aarde 225 maal hoger ligt dan ons aandeel aan mensen op de planeet. Redactie Marketing ResearchBase Magazine e-mail:
[email protected] telefoon: (070) 3191923
Meest gedownloade rapporten oktober 2012 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Auteur spot
Insead Marketing Online PwC Nielsen Media Research
eim
ing Economisch Bureau
Akamai Ster comScore
Rapport Tijdsbestedingsonderzoek 2012 How Package Design and Packaged-based Marketing Claims Lead to Overeating Belang van Big Data voor marketing Seizing the mobility moment Music 360 Report 2012 Innoveren in het consumentgerichte bedrijfsleven Trends in franchise First Quarter 2012 State of the Internet Report Hits voor radiocommercials The Economics of Online Advertising
www.marketing-online.nl/researchbase
6 Man let op bij boodschappen doen Bijna 70 procent van de Nederlanders zegt bij het winkelen gezonde producten te kopen. Vrouwen kopen magere en dieetproducten, mannen letten meer op de cholesterolverlagende producten. Dit blijkt uit een onafhankelijk onderzoek naar winkelgedrag door adviesbureau Cendris. Magere producten zijn de populairste gezonde producten, bijna tweederde van de huishoudens maakt hier gebruik van. Maar ook op cholesterol wordt gelet. In meer dan 40 procent van de huishoudens wordt gebruik gemaakt van cholesterolverlagende producten. Mannen kopen deze aanzienlijk vaker dan vrouwen: 46 procent van de mannen tegenover 35 procent van de vrouwen. Meer informatie: www.spits.nl
Korte hotelvakantie in eigen land populairder Nederlanders boeken steeds vaker een korte hotelvakantie in eigen land. In de eerste helft van 2012 ging het al om zo’n 1,8 miljoen boekingen. Dat zijn er 10 procent meer dan een jaar eerder, meldt onderzoeksbureau nbtc-nipo Research. Het zijn vooral 55-plussers en mensen met hogere inkomens die zulke vakanties boeken. Ze verblijven dan het vaakst in steden; Maastricht en Den Haag zijn favoriet. Volgens de onderzoekers zijn dit soort vakanties populairder geworden omdat hotels met meer aanbiedingen komen. Ook de opkomst van veiling- en kortingssites voor hotels speelt een rol. Iets meer dan de helft van de boekingen wordt via internet gedaan. Meer informatie: www.nos.nl
Marketeers optimistischer over budget Marketeers worden wat optimistischer over de toekomst. Uit Warc’s Global Marketing Index, een onderzoek onder 1.295 senior marketeers, komt onder andere naar voren dat marketeers verwachten meer te besteden te hebben. Het onderdeel ‘marketinguitgaven’ eindigt in de global index op 48 punten in september, en dat is meer dan de 46,1 punten in augustus. Volgens Warc een teken dat marketeers voorzichtig optimistisch zijn over hun budgetten volgend jaar. Toch is 48 punten nog steeds minder dan de benchmark van 50. En dat komt met name door de lage cijfers in Europa: 44,8 punten (40,9 in augustus). In de vs blijft de index staan op 53,5, Azië gaat van 46 naar 49,1 punten. Gemiddeld gezien zorgt internet voor de meeste groei binnen marketing, met een index van 74 punten. Mobile telt 67,2 punten. Televisie doet het iets beter, een stijging van 46,2 naar 47,2 punten. Pers zag ook een stijging, met 2,3 punten naar 35,3. Meer informatie: www.marketinonline.nl
ResearchBase 11 november 2012
Marketing via medewerkers benutten
titel Bedrijven laten marketingkansen via medewerkers onbenut auteur Ravestein & Zwart uitgave download (4 pagina’s/362 kb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7899330 Veel kenniswerkers willen bijdragen aan de inhoudelijke profilering van hun organisatie, maar krijgen hiervoor onvoldoende ruimte en tijd. Ook ontbreekt vaak een strategie waar experts bij kunnen aanhaken.
Dit blijkt uit een online onderzoek onder Nederlandse kenniswerkers. Ravestein & Zwart onderzocht in hoeverre organisaties erin slagen om deze kennis te ontsluiten en te vertalen naar hoogwaardige content: redactionele middelen (blogs, video’s, infographics of artikelen) die bijdragen aan de marketing- en communicatiedoelen van het bedrijf of de instelling. Circa honderd kenniswerkers deden mee aan het onderzoek. In hoofden van medewerkers
Bedrijven en instellingen slagen er onvoldoende in om de kennis in hun organisatie te ontsluiten en hun expertise in te zetten voor marketingdoeleinden. Iedere organisatie wil duidelijk maken wat haar toegevoegde waarde is. Kennisintensieve, dienstverlenende bedrijven kunnen zich bij uitstek profileren op ‘inhoud’. Door hun kennis en expertise te tonen krijgen ze profiel en versterken ze hun geloofwaardigheid. Deze kennis zit echter veelal in de hoofden van de eigen medewerkers.
Bedrijven slagen er onvoldoende in om hun expertise in te zetten voor marketingdoeleinden Bedrijfsprofilering en persoonlijke profilering
Uit het onderzoek blijkt dat het overgrote deel (85 procent) van de organisaties waar de respondenten werken zichzelf al profileert op kennis. In tweederde van de bedrijven wordt dit ook gestimuleerd, bij een derde wordt het zelfs van hen verwacht. Medewerkers profileren zich online én offline. Online vooral op de corporate website (53 procent), Twitter (64 procent) en LinkedIn (78 procent), offline via presentaties (88 procent), publicaties (69 procent) en door deel te nemen aan evenementen (64 procent). Individuele kennis meer gebruiken
Bedrijven zouden meer gebruik moeten maken van de individuele kennis van de medewerkers www.marketing-online.nl/researchbase
vindt meer dan 60 procent van de respondenten. Driekwart vindt van zichzelf dat zij over onderscheidende kennis beschikt. Meer dan de helft wil namens de eigen organisatie met zijn kennis naar buiten treden. Toch speelt de individuele medewerker in bijna de helft van de gevallen maar een kleine rol bij de profilering van het bedrijf. Het gebeurt wel, maar de manier waarop is niet gestructureerd. Organisaties zijn er volgens hen niet op toegerust om zich op kennis te profileren. Er is te weinig strategie: te weinig structuur, tijd en/of duidelijkheid over wat er al dan niet gecommuniceerd mag worden.
Iedere organisatie wil duidelijk maken wat haar toegevoegde waarde is Behoefte aan duidelijk plan
Bedrijven moeten hun medewerkers beter faciliteren. Zij moeten daar de tijd voor krijgen (aldus 50 procent) en om ondersteuning en feedback kunnen vragen (45 procent). Organisaties moeten ervoor zorgen dat er een duidelijk plan is wat er van de medewerkers verwacht wordt (68 procent) en dat er inzicht is in wat extern gecommuniceerd kan en mag worden (43 procent). Wat opvalt is dat er in bijna de helft van de organisaties een plan is waarin beschreven staat hoe organisaties zich willen profileren, maar dat slechts met een op de tien medewerkers is besproken hoe hij zich moet profileren. In 17 procent van de organisaties is in een contentkalender beschreven wie zich waar en wanneer op welk thema profileert. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: marketing
Hoe profileren medewerkers zich? (in %) Online
Offline
LinkedIn Twitter Corporate website Presentaties Publicaties Deelnemen aan evenementen
78 64 53 88 69 64
Grotere winkels
titel The role of real estate in the multichannel world auteur cbre uitgave download (8 pagina’s/6 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7919680 Bijna de helft van de internationaal opererende retailers denkt grotere winkels nodig te hebben. De reden is de integratie van online winkelen in hun businessmodel. Dat concludeert cbre in het rapport The Role of Real Estate in the Multichannel World.
cbre ondervroeg in juni vijftig toonaangevende internationale retailers met een gezamenlijk winkelnetwerk van 32.000 winkels naar hun online strategie. Terwijl er belang wordt gehecht aan een investering in digitale verkoopmogelijkheden, blijven investeringen in nieuwe en bestaande winkels voorlopig prioriteit nummer een voor retailers. Fysieke winkel
De komende twee jaar verwacht men dat de fysieke winkel een belangrijke rol speelt in het
bol.com aan top
titel Top 100 websites 2012 auteur wua! uitgave download (230 pagina’s/27 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918320 bol.com is volgens de Nederlandse consument de beste website. Het grootste online warenhuis van het land staat op nummer 1 in de jaarlijkse wua! Top 100 websites.
Booking.com, winnaar van de voorgaande twee edities, is met een minimaal verschil naar de tweede plaats verwezen. bcc.nl is de derde website met een score van 8 of hoger. De Top-100 is gebaseerd op 13.381 websitebeoordelingen van 2.090 respondenten. Massa’s bezoekers
bol.com was in 2011 al de beste website in de retailbranche. In afwachting van de komst van Amazon naar de Nederlandse markt is bol.com
ResearchBase 11 november 2012
distributienetwerk. Evenveel consumenten zullen naar schatting online aankopen ophalen in een winkel als dat thuis of op hun werk laten bezorgen. Hierdoor hebben retailers grotere winkels nodig. De komende twee jaar verwacht 72 procent van de ondervraagden in ieder geval hetzelfde aantal winkels of meer te hebben in het thuisland.
Tweederde van de retailers wil hun winkel gebruiken om online orders te verwerken Tussen de stenen
Ongeveer 70 procent van de retailers ziet zichzelf in de eerste plaats als een retailer die ‘tussen de stenen’ staat. Eenzelfde percentage geeft echter aan over twee jaar een volledig geïntegreerd model te hanteren waarin verkoop via diverse kanalen centraal staat. In deze multichannelstrategie draait het vooral om de consument online optimaal te bedienen. Twee derde van de respondenten zegt dat ze hun winkel willen gaan gebruiken om online orders te kunnen verwerken. Gemiddeld genomen is het aandeel van de online verkopen van de ondervraagde winkeliers op dit moment ongeveer 8 procent van de totale verkopen. De verwachting is dat dit over twee jaar ongeveer 15 procent zal zijn.
nog altijd heer een meester op het gebied van online boekenverkoop. Door de succesvolle toepassing van beproefde best practices weet bol.com massa’s bezoekers te trekken en een waanzinnige conversie te realiseren. bol.com is de beste website in maar liefst vijf van de negen onderzochte categorieën.
bol.com is de beste website in maar liefst vijf van de negen onderzochte categorieën Centraal stellen van klant
Na twee overwinningen moet Booking.com de eerste plaats aan bol.com laten, maar toont het in de eigen branche dezelfde dominantie. Consumenten die op zoek zijn naar hotelkamers kunnen niet om Booking.com heen. Door het religieus centraal stellen van de klant, biedt Booking.com de beste informatie van alle websites en is het een vaste waarde bovenin de ranglijst van de wua! Top-100. Concurrentie kansloos
bcc laat de concurrentie kansloos op het gebied van witgoed. Laat wua! haar respondenten online zoeken naar een wasmachine, dan wijst 35 procent bcc aan als favoriet. bcc stijgt naar
7 Multichannelstrategie
Opvallend is dat bij het investeren in groei, het ontwikkelen van een multichannelstrategie, slechts bij 12 procent prioriteit krijgt. De ondervraagden geven aan het openen van nieuwe winkels als topprioriteit te zien (37 procent), gevolgd door het uitbreiden van bestaande winkels (27 procent) en het openen van nieuwe winkels in het buitenland (24 procent). Als er wel wordt geïnvesteerd in een multichannelstrategie kiest de meerderheid van de ondervraagden ervoor het prijsverschil tussen de online en offline winkels af te schaffen. Iets meer dan driekwart van de ondervraagden geeft aan een mobiele website te willen ontwikkelen. Het optimaliseren van de verzending is ook populair, zo geeft 85 procent aan gratis verzending aan te willen bieden. Bijna 80 procent wil zijn klanten de mogelijkheid bieden een product gratis retour te kunnen zenden. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: multichannel
Retailers willen in de toekomst vooral investeren in… (in %) Nieuwe winkels Bestaande winkels Nieuwe winkels in nieuwe landen Multichannel
37 27 24 12
de derde plaats en schaart zich onder het selecte gezelschap van websites die een eindscore van 8 of hoger halen. Saillant detail is dat bol.com een maand na het wua!-onderzoek begon met de verkoop van witgoed. Niveauverschillen worden groter
De Top-3 heeft haar voorsprong het afgelopen jaar vergroot. Op de losse categorieën scoort de Top-3 ruim 1,1 punt boven het gemiddelde van de Top-100. In 2011 was het verschil nog gemiddeld 0,9 punt. In de meeste branches blijkt dan ook dat de twee of drie beste websites samen de helft van de totale voorkeur opeisen. Zoals de onderzoeken van wua! al jaren uitwijzen is het van ongekend belang de beste website in een branche te hebben. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: website
Top-10 beste websites van 2012 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
bol.com Booking.com bbc.nl ikea.com klm.com asnBank.nl LensExpress.nl Arke.nl DELA.nl Hypotheker.nl
www.marketing-online.nl/researchbase
Zorg in cijfers
8
titel Gezondheid en zorg in cijfers 2012 auteur cbs uitgave download (185 pagina’s/2 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918800 De kosten van de zorg stegen in 2011 met 3,2 procent, beduidend minder dan in de jaren daarvoor. Het aantal personen dat werkzaam is in de zorg nam in 2011 met 2,9 procent toe. De sterfte aan hart- en vaatziekten nam in 2011 verder af, terwijl de sterfte aan kanker licht steeg.
Deze en meer kerncijfers omtrent ontwikkelingen in gezondheid en zorg staan overzichtelijk bijeen in het rapport Gezondheid en zorg in cijfers 2012 van het cbs. De arbeidsproductiviteit van algemene ziekenhuiszorg en van langdurige zorg samen steeg in de periode 2001-2010 met gemiddeld 0,6 procent per jaar. De hoeveelheid geleverde zorg steeg dus gemiddeld sneller dan het volume aan ingezette arbeid. De productiviteitsgroei kan vrijwel geheel worden toegeschreven aan de ziekenhuiszorg door de
Nieuwe baan? titel mkb Marktmonitor 2012 auteur Unique uitgave download (1 pagina/2 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7919610
Een groot deel van werkzoekend Nederland checkt tijdens de voorbereiding op een sollicitatiegesprek niet welke informatie er online over henzelf te vinden is. 42 procent van de werkzoekenden zegt dit nooit te doen en 35 procent doet dit soms.
Daarnaast checkt 59 procent nooit welke foto’s er van hem of haar op internet te vinden zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Unique onder ruim 3.000 werkzoekenden. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat werkzoekenden in 38 procent van de gevallen hun sollicitatiegesprek een half uur tot een uur voorbereiden. 25 procent van de sollicitanten besteedt tussen de 15 en 30 minuten aan voorbereiding en 23 procent ruimt www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 11 november 2012
vervanging van klinische behandelingen door dagbehandelingen. Winsten van specialisten
De winsten van medisch specialisten groeiden in de periode 2001-2009 met gemiddeld ruim 8 procent per jaar. De winsten van huisartsen en tandartsen namen met respectievelijk 5,7 en 4,5 procent per jaar toe. De lonen van de specialisten, huisartsen, tandartsen die in loondienst werken, groeiden in dezelfde periode met ongeveer 3 procent per jaar. De gemiddelde winst van medisch specialisten was in 2009 met 259.000 euro ruim twee keer zo hoog als die van tandartsen en huisartsen. De verwachting is echter dat de winsten van medisch specialisten in 2010 zijn gedaald. Die verwachting is gebaseerd op een neerwaartse bijstelling van de tarieven van medisch specialisten in 2010 – met ruim 20 procent – en enkele eerste uitkomsten over dat jaar.
Mensen met een goede
men (vooral dagopnamen) en verschillende soorten operaties zijn de laatste vijftien jaar sneller gestegen bij mensen van 65 tot 79 jaar en 80 jaar en ouder, dan bij jongere groepen. Wel is er sprake van een afnemend aantal verpleegdagen, deze daling is echter bij de 80-plussers minder sterk dan bij de groep 65- tot 79-jarigen. Hoog rapportcijfer
Nederlanders die contact hebben gehad met hun huisarts, specialist, ziekenhuis, tandarts of fysiotherapeut geven hun zorgverlener een gemiddeld rapportcijfer variërend tussen de 7,7 en 7,9. De verschillen in tevredenheid naar achtergrondkenmerken van mensen zijn klein. Mensen met een goede gezondheid zijn meer tevreden met de zorgverlener dan mensen met een minder goede gezondheid. Ook oudere mensen en mensen met een lagere opleiding zijn over het algemeen meer tevreden dan jongere mensen respectievelijk mensen met een hogere opleiding. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: zorg
gezondheid zijn meer tevreden over de zorgverlener Meer zorg
Het effect van de vergrijzing op het zorggebruik zou beperkt zijn als de zorg per oudere constant zou blijven. Dit blijkt echter niet het geval: vooral het gemiddeld aantal ziekenhuisopnaer 1 tot 2 uur voor in. Voorbereiding
Bijna iedere werkzoekende bereidt zich op een sollicitatiegesprek voor door informatie te zoeken over het bedrijf (97 procent) en door alle mogelijke (moeilijke) vragen door te nemen (88 procent). Daarna volgen nog drie voorbereidingsactiviteiten: 41 procent geeft aan te oefenen om alle sterke punten over zichzelf in een keer te kunnen noemen, 34 procent zoekt van te voren informatie over de gesprekspartner en 31 procent zoekt naar de laatste sollicitatietips.
59 procent van de sollicitanten checkt niet welke foto’s er van hem of haar online staan
Verder kijken
Het is erg belangrijk voor werknemers dat ze zich op hun plek voelen in een organisatie. De helft van werkzoekend Nederland zegt namelijk een nieuwe baan te zoeken als de organisatiecultuur van hun huidige werkgever niet bij hen past. Daarnaast geeft ruim een derde (35 procent) van de werkzoekenden aan dat wanneer de inhoud
van de functie niet aansluit, dit een reden is om verder te kijken. 29 procent noemt een lange reisafstand als belangrijke reden. Gebrek aan doorgroeimogelijkheden
Gebrek aan doorgroeimogelijkheden is ook een reden om op zoek te gaan naar een nieuwe baan. 28 procent zegt zich te oriënteren op een andere werkgever wanneer er bij de huidige organisatie geen ruimte is voor groei. Tot slot noemt een kwart van de werknemers (26 procent) het salaris als reden om een andere baan te zoeken. Hoewel werkzoekenden beseffen dat het niet eenvoudig is om een nieuwe baan te vinden in deze economisch lastige tijden, zijn ze heel duidelijk over wat zij belangrijk vinden aan een nieuwe werkgever. Wanneer de organisatiecultuur niet aansluit gaan werknemers op zoek naar iets anders. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: werk
Zo zoek ik een nieuwe baan (in %) Vacaturesites Uitzendbureau Website werkgever Persoonlijk netwerk uwv
Social media
97 80 65 59 50 38
ResearchBase 11 november 2012
Economie
Koeriers boeren goed dankzij e-commerce De omzet van de koeriers steeg in het tweede kwartaal van 2012 met 3 procent. De omzet zit al langere tijd in de lift, onder andere door de stijging van de online verkopen door (web)winkels. De laatste jaren kopen steeds meer Nederlanders producten via het web. Dit heeft een positief effect op de omzet van de koeriers. Steeds meer Nederlanders kopen producten en diensten via het web. In 2011 kochten bijna zeven op de tien Nederlanders producten en diensten via internet. In 2006 was dit aandeel nog maar de helft van de Nederlanders. De omzet van webwinkels en postorderbedrijven groeit dan ook al enige tijd, terwijl die van veel reguliere winkels daalt. In het tweede kwartaal van 2012 behaalden webwinkels zelfs ruim 7 procent meer omzet dan een jaar eerder.
9
De rubriek mrb wijzer bevat recente ontwikkelingen op het gebied van ‘economie’, ‘mens en maatschappij’ en ‘arbeid en inkomen’. De rubriek komt tot stand in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs Infoservice, tel 088-5707070, www.cbs.nl ).
De stijging van de online verkopen heeft een gunstig effect op de bedrijvigheid van de post en koeriersbedrijven. Verhoudingsgewijs komen de gekochte goederen steeds vaker via koeriers bij de consument terecht. Het aantal bedrijven in de koeriersbranche neemt al jaren toe. Het toetreden tot de koeriersmarkt is aan weinig regels gebonden waardoor het gemakkelijk is als koerier te starten. Dit leidt tot een dynamische markt. Zo zijn er vorig jaar 1.250 bedrijven gestart en 700 opgeheven op een totale populatie van zo’n
4.500 ondernemingen. Vooral in het kleinbedrijf is sprake van een zeer forse dynamiek. Omzetontwikkeling koeriers per tweede kwartaal van het jaar (in %) 2009 2010 2011 2012
-12,3 -1,2 5,1 3,0
Dier en maatschappij
Aantal koeien in de wei neemt af Tussen 2001 en 2011 nam het aantal melkkoeien in de wei fors af. In 2001 liep nog 90 procent van de melkkoeien in de wei tegen 70 procent in 2011. De keuze voor het opstallen van de melkkoeien hangt sterk samen met de omvang van het bedrijf. Meer melkkoeien op het bedrijf leidt vaker tot het altijd op stal houden van de koeien. Op bedrijven met 160 melkkoeien of meer, komt nog 42 procent van de melkkoeien in de wei. Dit is bij de melkveehouders met minder dan 40 melkkoeien nog ruim 93 procent. In de weidegebieden met veel grasland lopen de koeien vaker buiten dan in de akkerbouwgebieden in Groningen, Flevoland en Zeeland. Zo is er in het noordwesten van Nederland (de weide-
gebieden in het westelijk deel van Utrecht en in Noord- en Zuid-Holland) weidegang voor minstens 85 procent van de melkkoeien. In het westelijke deel van Gelderland en het oostelijke deel van Utrecht komt tussen 75 en 85 procent van de melkkoeien in de wei. In de grote weidegebieden in het oosten en noorden van Nederland komt 65 tot 75 procent van de melkkoeien in de wei. In de IJsselmeerpolders komen naar verhouding de minste melkkoeien buiten. In dit gebied worden echter maar 2 procent van alle melkkoeien gehouden. Daarnaast lopen in gebieden met naar verhouding veel intensieve veehouderij, zoals in Brabant, de koeien beduidend minder vaak in de wei.
Weidegang van melkvee (in %)
2007 2008 2009 2010
Dag en nacht 23 38 22 20
Alleen overdag 57 41 54 54
Geen weidegang 20 21 24 26
Arbeid en inkomen
Meer werknemers op cursus Bijna vier op de tien werknemers van particuliere bedrijven volgden in 2010 cursussen. Vijf jaar eerder was dit nog 34 procent. In 2010 bedroegen de uitgaven aan cursussen 2,1 procent van de arbeidskosten. Dit is iets minder dan in 2005. Meer dan drie kwart van de bedrijven bood in 2010 een vorm van bedrijfsopleidingen aan hun werknemers. In 1986 waren dergelijke bedrijven met slechts 17 procent eerder uitzondering dan regel. Sindsdien is het aandeel bedrijven dat zijn personeel scholing aanbiedt fors gestegen, met een piek van 87 procent in 1999.
Cursussen zijn veruit het belangrijkste instrument voor bedrijven om werknemers te scholen. Het aandeel werknemers dat op cursus ging, is in de loop van de jaren toegenomen van 26 procent in 1993 tot 39 procent in 2010. Een cursusdeelnemer besteedde in 2010 met gemiddeld 35 uren bijna een volledige werkweek aan cursussen. Dit tijdsbeslag is vrijwel even groot als in 2005, maar minder dan de 48 uren die in 1999 voor cursussen werden uitgetrokken. In 2010 bedroegen de uitgaven aan cursussen 3,3 miljard euro. Dit bedrag is inclusief de kosten van de werktijd die aan cursussen is besteed.
Instantie die de meeste externe cursussen verzorgt (in %) Particulier opleidingsinstituut Publieke sector opleidingsinstituut Andere instanties Leveranciers en/of moederbedrijven (Hoge)scholen en universiteiten Branche-organisatie of vakbond
44 26 13 9 5 3
www.marketing-online.nl/researchbase
Tussenpersoon verliest
10
titel Jaarbericht Assurantietussenpersonen 2012 auteur ing Economisch Bureau uitgave download (2 pagina’s/64 kb) datum September 2012 prijs gratis bestelcode 7919900 Voor 2013 verwacht ing Economisch Bureau dat de omzet van assurantietussenpersonen verder afneemt door het provisieverbod en verder verlies van marktaandeel. Bedrijven die vroegtijdig hun bedrijfsmodel hebben aangepast zijn het best bestand tegen de marktkrimp.
Assurantietussenpersonen kampen al enkele jaren met dalende omzetten. In 2011 liep de krimp in de dubbele cijfers. De verzadiging van de verzekeringsmarkt, het afnemend marktaandeel (toenemende directe distributie) en de vastgelopen huizenmarkt (minder hypothecaire leningen) zijn de drie drijvende krachten achter de terugloop van de laatste jaren. Aan regels gebonden
Daarnaast is het werk van tussenpersonen aan steeds meer regels gebonden. Sinds dit jaar
Leeftijd drukt winst
titel Vergrijzing mkb-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk auteur eim uitgave download (16 pagina’s/162 kb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7876680 De leeftijd van de ondernemer is van invloed op de ontwikkeling van de omzet, werkgelegenheid en de winst. Hoe ouder de ondernemer wordt hoe meer dit drukt op de bedrijfsprestaties. Ook de innovatiekracht wordt minder naargelang de leeftijd toeneemt.
Als gevolg van de vergrijzing en de ontgroening wordt de ondernemerspopulatie de komende jaren gemiddeld genomen steeds ouder. Maar wat betekent dit voor de prestaties van bedrijven? Panteia/eim onderzocht de relatie tussen de leeftijd van de ondernemer en de bedrijfsprestaties. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van gegevens van ondernemers en mkb-bedrijven www.marketing-online.nl/researchbase
ResearchBase 11 november 2012
mogen verzekeraars voor nieuwe schadeverzekeringscontracten geen bonussen meer verstrekken aan de tussenpersonen voor het behalen van een bepaalde omzet of productie. Verder zijn aan de rechtstreekse betalingen door consumenten grenzen gesteld, afhankelijk van de aard en omvang van het advieswerk. De verwachting is dat ook dit jaar de omzet zal krimpen.
In de toekomst zal communicatie en advies de grootste taak zijn van assurantietussenpersonen Provisieverbod drukt marges
Per 1 januari 2013 gaat het provisieverbod gelden voor complexe financiële producten, hypothecair krediet, betalingsbeschermers, overlijdensrisicoverzekeringen, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, uitvaartverzekeringen en dienstverlening onder het nationaal regime MiFID. Dit betekent dat financiële dienstverleners klanten voortaan een rekening sturen voor hun werkzaamheden bij advies en bemiddeling. Het in rekening te brengen bedrag kan een vooraf afgesproken vast bedrag zijn, maar ook een uurtarief behoort tot de mogelijkheden. Deze wijziging in het verdienmodel, die bij sommige assurantietussenpersonen al is doorgevoerd, drukt de marges en inkomsten. De over de periode 2003-2012.
De kans op een toename van de omzet neemt af met het ouder worden van de ondernemer Kans op bedrijfsgroei daalt
De kans op een toename van de omzet neemt af met het ouder worden van de ondernemer. Ook als wordt gecorrigeerd voor een aantal kenmerken van de ondernemer en het bedrijf (zoals geslacht, opleidingsniveau, sector, grootteklasse, leeftijd van het bedrijf), is er een negatief verband tussen de leeftijd van de ondernemer en de ontwikkeling van de omzet. Ondernemers van middelbare leeftijd (45 tot 55 jaar) hebben een kleinere kans op omzetgroei dan hun jongere collega-ondernemers. Voor de groep boven de 55 jaar geldt dit nog meer. De kans op omzetgroei voor de oudste groep is bijna 20 procentpunten lager dan voor de jongste groep. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de winst. Bij de omzet wordt bovendien niet alleen de kans op omzetgroei kleiner, de kans op omzetdaling is bij de ‘oudere’ ondernemers ook groter. Minder oog voor vernieuwing
De leeftijd van de ondernemer heeft ook een negatieve invloed op de mate van innovativiteit,
dalende trend in het aantal tussenpersonen zal naar verwachting daarom doorzetten. Ander verdienmodel
Gezien de directe distributietrend en het wegvallen van provisies zal de omzet opnieuw dalen in 2013. De omzetdaling wordt beperkt doordat assurantietussenpersonen nog wel provisie-inkomsten uit in het verleden afgesloten verzekeringen behalen. De omslag in het verdienmodel vereist een andere insteek en rol van de intermediair: meer uitleggen en adviseren. Bovendien is administratie door schaalvergroting en de hiermee verkregen kostenvoordelen aan een beperkt aantal partijen voorbehouden. Waar het overgrote deel van de activiteiten van assurantietussenpersonen nu nog in administreren, beheer, uitvoering en bemiddeling ligt en een beperkt deel op het terrein van advies, moeten in de toekomst voor de meeste assurantietussenpersonen communicatie en advies tot het grootste deel van de activiteiten gaan behoren. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: tussenpersonen
Aantal assurantietussenpersonen 2008 2009 2010 2011 2012
6.145 5.995 5.715 5.470 5.380
maar dit geldt alleen voor procesinnovaties en niet voor productinnovaties. Opvallend is dat de kans vooral sterk afneemt in het leeftijdscohort 35 tot 45 jaar. Overigens zijn naast de leeftijd van de ondernemer natuurlijk ook andere variabelen van invloed op de prestaties van bedrijven. Zo zijn de sector, de grootte en de leeftijd van het bedrijf bijvoorbeeld van belang. Als het gaat om innovatie is ook het opleidingsniveau van de ondernemer bepalend. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: leeftijd
Aandeel bedrijven met innovaties in het mkb, naar leeftijd van de ondernemer (in %)
Jonger dan 35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar 55-65 jaar 65 jaar en ouder
Product- innovatie 39 37 33 32 30
Proces- innovatie 66 58 55 50 46
Mobiel leven
ResearchBase 11 november 2012
Bijna zes op de tien Nederlanders heeft smartphone
titel Inzicht in de verandering van het leef-, werk- en speelritme van Nederland auteur Leefritme Kenniscentrum uitgave download (81 pagina’s/6 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7877450 De snelle opkomst van smartphones, tablets en laptops veroorzaakt tal van nieuwe gebruiksmogelijkheden die enerzijds een vloek en anderzijds een zegen blijken te zijn. Ruim de helft van de Nederlanders (56 procent) is bang dat we met zijn allen te afhankelijk zijn geworden van (mobiele) communicatietechnologie.
Opvallend genoeg vindt slechts een kwart dat deze afhankelijkheid hem zelf betreft. Dat blijkt uit onderzoek van het Leefritme Kenniscentrum onder bijna 2.000 Nederlanders naar de impact van mobiele technologie op ons leef- en werkritme. Het onderzoek laat zien dat de consument meer dan ooit zelf aan zet is om zijn eigen grenzen te bewaken. De wereld is in beweging
Gemiddeld 80 procent van de Nederlanders vindt het eigen leefritme prettig tot zeer prettig. Voor een deel van deze Nederlanders zal het feit dat in die periode, door (mobiele) communicatietechnologie, het werk minder tijd- en plaatsgebonden is geworden daar wellicht aan bijgedragen hebben. Opvallend is dat met name senioren die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben erg tevreden zijn met het huidige leefritme (92 procent). Ruim de helft van Nederland (56 procent) geeft aan geen dag meer zonder internet te kunnen. Ook kan 36 procent van de ondervraagden niet buiten een mobiele telefoon en geeft 12 procent toe verslaafd te zijn aan social media. Tegelijkertijd geeft een op de twee ondervraagden aan meer grip op het eigen leefritme te willen hebben. Flexibiliteit ervaren
De veranderingen in ons gebruik en beleving van ict en mobiele communicatie heeft ook zijn weerslag op de verwachtingen die we hebben naar hoe bedrijven zich opstellen naar consumenten en burgers. Enerzijds stellen we hogere eisen aan de dagelijkse werking van bedrijven,
anderzijds verwachten we dat organisaties en bedrijven een ander commercieel en communicatiebeleid voeren ten aanzien van klanten. De empowered employee die tijd- en plaatsonafhankelijker werkt wil ook op maatschappelijk vlak flexibiliteit en tijdsonafhankelijkheid ervaren. Flexibele (openings)tijden in de maatschappij, bijvoorbeeld voor winkeltijden, doktersbezoek en scholen, is voor 54 procent van de Nederlanders belangrijk tot heel erg belangrijk. 49 procent wil graag een 24/7 beschikbaarheid van diensten, bijvoorbeeld van banken, nutsbedrijven en telecombedrijven. Dichotomie is de norm
Nederlanders verschillen van mening over de vraag of ict, internet en mobiele technologie mensen met elkaar verbinden. Bijna de helft (46 procent) is het helemaal eens met het idee dat men zich nauwer verbonden voelt met mensen die men kent maar ver weg wonen. Een derde is het hier juist niet mee eens. Het valt op dat bijna een op de twee Nederlanders zegt dat anderen door de technologische ontwikkelingen buitengesloten kunnen raken, terwijl slechts 17 procent over zichzelf zegt vaker eenzaam te zijn. Het individu bewaakt zelf de grenzen
Alleen de consument zelf kan zorgen dat hij grip houdt op het enorme aanbod van informatie, zowel privé als op het werk. Nog steeds echter zegt een op de twee respondenten dat ze meer tot veel meer grip wil hebben op het eigen leefritme. De behoefte aan controle over de eigen tijd en het takenpakket zijn, met andere woorden, weinig veranderd de afgelopen drie jaar. 67 procent van de ondervraagden probeert zijn leven in een rustiger tempo te leven en een op de drie Nederlanders heeft niet de indruk dat hij daar de afgelopen drie jaar in geslaagd is. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: leefritme
Ik vind mijn eigen leefritme… (in %) Gen Y (18-25 jaar) Gen X (26-50 jaar) Boom gen (51-65 jaar) Silent gen (66+ jaar)
(Heel erg) prettig 76 77 82 92
Niet prettig, niet onprettig 16 14 8 6
11
(Helemaal) niet prettig 8 9 10 2
58 procent van de Nederlanders tussen de 15 en 65 jaar heeft een smartphone. Een jaar geleden was dat percentage nog 42 procent. Dat blijkt uit onderzoek van Telecompaper onder bijna 20.000 Nederlanders. De penetratie van smartphones ligt in vergelijking met andere landen al tijden erg hoog en blijft dus toenemen. Provider Hi heeft het hoogste percentage klanten met een smartphone, hoewel Vodafone en T-Mobile qua absolute aantallen groter zijn. De smartphonepenetratie is qua leeftijd het hoogst in de categorie tot 30 jaar. In maart van dit jaar had zo’n 52 procent van de Nederlanders een smartphone. De groei lijkt iets af te nemen. Samsung is volgens Telecompaper marktleider op het gebied van postpaid (abonnementen) en prepaid. Eerder bleek nog dat steeds meer Nederlanders kiezen voor sim only en prepaid. Meer informatie: www.nu.nl
Betrokken senior kiest voor e-commerce om klantenservice De belangrijkste redenen om via het internet te winkelen zijn: winkelen wanneer het mij uitkomt (61 procent), prijzen vergelijken (53 procent) en het op voorraad hebben van producten (44 procent). Dat blijkt uit onderzoek van Cendris. Betrokken senioren en multiculturele stadsbewoners kiezen bijvoorbeeld vaker voor webwinkelen vanwege de goede klantenservice. Welgestelde gezinnen en emptynesters zien het snel in huis hebben van het product als belangrijkste. Toch zijn er ook redenen om niet te winkelen via internet. De helft van de respondenten geeft als grootste nadelen aan dat je een product niet kunt zien of aanraken en de hoge verzendkosten. Een derde van de ondervraagden ervaart het niet makkelijk kunnen ruilen of terugbrengen van een product als nadeel. Meer informatie: www.cendris.nl
File veroorzaakt ook leed op de werkvloer Belastend woon-werkverkeer is niet alleen onaangenaam op de weg zelf, het veroorzaakt ook concentratieproblemen, verminderde productiviteit en meer stress op de werkvloer. Gunstig woon-werkverkeer is één van de belangrijkste redenen om bij een werkgever te blijven. Dat blijkt uit Belgisch onderzoek onder 1.525 respondenten van Securex. Bijna een derde van de Belgische werknemers ervaart het woonwerkverkeer als belastend. In Brussel is dit zelfs bijna de helft. Van de werknemers die het woonwerkverkeer belastend vinden, voelt 66 procent af en toe tot vaak stress op het werk, tegenover 58 procent bij diegenen die geen hinder ondervinden. Dezelfde trend geldt voor concentratieproblemen. Meer informatie: www.6minutes.be
www.marketing-online.nl/researchbase
12 85 procent werknemers droomt van ander beroep Het grootste deel van werkend Nederland heeft geen uitzicht op zijn droombaan of doet iets wat hij helemaal niet leuk vindt. Slechts 10 procent zegt de baan van zijn dromen te hebben gevonden. Wanneer de droombaan binnen handbereik zou zijn, leveren werknemers zonder problemen vrije tijd en salaris in om deze te verwezenlijken. Dit blijkt uit onderzoek van NationaleVacaturebank onder ruim 1.000 respondenten. Mensen hebben liever een leuke baan dan meer salaris. 70 procent van de werknemers zou salaris inleveren als hij daarvoor de ultieme baan terugkrijgt. Bijna één op de drie zegt zelfs 25 procent of meer van het huidige salaris ervoor over te hebben, ruim een vierde is bereid om tien procent van het salaris in te leveren. Meer informatie: www.managersonline.nl
Google populair bij banenjacht Vier op de tien afstudeerders beginnen hun banenjacht op Google. Daarmee is de zoekmachine voor het eerst populairder als startpunt voor een zoektocht naar een baan dan vacaturesites. Dat blijkt uit onderzoek door tns Nipo onder 1.255 hbo- en wo-studenten in opdracht van uitzendbureau Studentenwerk. Vorig jaar begonnen nog maar drie op de tien laatstejaarsstudenten hun banenzoektocht op Google. Vacaturebanken en websites van werkgevers waren toen nog populairdere startpunten. Google heeft de laatste twee categorieën nu ver achter zich gelaten, blijkt uit het onderzoek. Nog geen kwart van de afstudeerders begint nu nog met zoeken op carrièresites of direct op sites van bedrijven. Social media als Twitter en Linkedin worden wel iets populairder. Toch geeft nog geen 9 procent van de afstudeerders aan op social mediasites met zoeken te beginnen. Meer informatie: www.nu.nl
Verkoop tablets stoomt door De verkoop van tablets blijft maar stijgen, dalende inkomsten van consumenten ten spijt. Dit jaar worden er tien miljoen meer verkocht en volgend jaar is er voldoende vraag voor 166 miljoen tablets. Dat constateert onderzoekbureau idc, dat zijn wereldwijde verkoopverwachting voor 2012 tot 117 miljoen exemplaren heeft opgeschroefd. Voor volgend jaar gingen de producenten eerst nog uit van een vraag van 142 miljoen stuks, dat worden er 166 miljoen en in 2016 mogelijk 261 miljoen verkochte exemplaren. Meer informatie: www.telegraaf.nl
ResearchBase 11 november 2012
Online verkoop blijft groeien
titel Infographic Thuiswinkel Marktmonitor 2012-1 auteur Thuiswinkel.org uitgave download (1 pagina’s/2 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918970 Ondanks de aanhoudende crisis steeg de omzet door verkoop van producten en diensten via internet in de eerste helft van 2012 naar 4,61 miljard euro. Terwijl de fysieke detailhandel nog steeds onder druk staat, groeit de markt voor online verkopen stabiel met 9 procent ten opzichte van de eerste helft van 2011.
Dit blijkt uit de Thuiswinkel Marktmonitor 2012-1, het halfjaarlijkse door Post nl gesponsorde onderzoek naar online consumentenbestedingen van Blauw Research in opdracht van Thuiswinkel.org, de belangenvereniging van bijna 1.700 webwinkels in Nederland. Consumenten bestellen meer online
Consumenten blijven meer en vaker online bestellen. Ondanks de crisis deden consumenten gemiddeld bijna vijf keer een online aankoop in de eerste helft van 2012, een toename van 7 procent ten opzichte van een jaar daarvoor. De belangrijkste driver van de groei blijft het aantal online bestellingen. In totaal zijn er in de eerste helft van 2012 42 miljoen internetbestellingen gedaan, een groei van 15 procent. Een opvallende groeistijging van het aantal verkochte producten en diensten ten opzichte van vorig jaar. Toen bedroeg de groei van het aantal internetbestellingen 13 procent. Online bestellingen hadden in de eerste helft van 2012 een gemiddelde waarde van 110 euro, een daling van 5 procent ten opzichte van een jaar daarvoor. Dit is onder meer te verklaren door de toename van de online verkoop van apps en downloads. Steeds meer nieuwe online kopers
Naast het aantal bestellingen neemt ook het aantal kopers verder toe. In de eerste helft van 2012 hebben in totaal 8,5 miljoen internetters een online aankoop gedaan. Hiervan deden 300.000 consumenten voor de eerste keer een Online consumentenbestedingen (in miljarden euro’s) 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (eerste helft)
www.marketing-online.nl/researchbase
2,37 3,01 3,51 3,85 4,25 4,61
online aankoop. Het aandeel nieuwe online kopers neemt verder af. De groei van de markt komt voornamelijk uit kopers die steeds vaker gaan bestellen. De omzet van online producten (+13 procent) stijgt sterker dan de omzet van online diensten zoals vakanties, verzekeringen en tickets (+5 procent). Toch zijn ook dat mooie cijfers. De omzetstijging bij producten stijgt, ook ten opzichte van vorig jaar (producten +12 procent, diensten +8 procent), sterker dan die van diensten. In economisch moeilijke tijden hebben segmenten als reizen vaak het eerst met tegenvallende resultaten te maken. Het meest opvallende aan de huidige cijfers is echter dat de groei van de totale online markt niet verder daalt, zoals in de afgelopen jaren het geval was. De groei blijft stabiel met 9 procent. Dat is positief nieuws in een periode dat veel sectoren het erg moeilijk hebben.
In totaal zijn er in de eerste helft van 2012 42 miljoen internetbestellingen gedaan Interieur & Tuin stijgt het hardst
Relatief nieuwe online segmenten zoals Interieur & Tuin (+29 procent) en Speelgoed (+25 procent) zijn bezig met een inhaalslag. Grote segmenten als Kleding (+15 procent) en Witgoed (+17 procent) blijven het goed doen. Een toenemend aanbod, goede online marketing, de groei van het mobiele kanaal, scherpe prijzen en natuurlijk een groot vertrouwen in online aankopen, zorgen ervoor dat consumenten steeds vaker de weg naar webwinkels weten te vinden. Het segment Reizen blijft het grootste online marktsegment (1,89 miljard euro). Pakketreizen en Appartementen kennen met 1,18 miljard euro nog steeds het grootse aandeel binnen de online reismarkt. Het marktvolume van Vliegtickets en Hotels is 710 miljoen euro. Het (mobiele) Telecomsegment is in omvang het tweede segment met een omzet van 610 miljoen euro en een groei van 13 procent. De omzet in online kleding bedraagt in de eerste helft van 2012 345 miljoen euro (+15 procent). www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: thuiswinkel
ResearchBase 11 november 2012
Ook nu succesvol zijn
De succesvolle bouwers hebben er vaak ook voor gekozen om niet te groot te worden zodat de risico’s beheersbaar blijven en er een platte organisatie blijft bestaan waardoor de directie ‘in control’ kan blijven en snel beslissingen kan nemen. Dit concludeert ing Economisch Bureau in de Themavisie succesvolle bouwbedrijven. Niet alle bedrijven presteren slecht
Door vraaguitval kromp de bouwproductie de afgelopen jaren flink. Het volume ligt in de sector momenteel bijna 20 procent lager dan eind 2008. Vooral de nieuwbouw van woningen en bedrijfsgebouwen is zwaar getroffen. De bouw heeft dus zwaar te lijden onder de economische teruggang en het aantal faillissementen in de bouw liep flink op. Ondanks de fors lagere bouwproductie doen echter niet alle bouwbedrijven het slecht. In het derde kwartaal van 2012 beoordeelt nog 6 procent van de bouwbedrijven hun orderboek als groot en ziet meer dan 15 procent hun orderboek groeien. Wat zijn nu de succesfactoren van deze bedrijven? Om een antwoord op deze vragen te kunnen geven, interviewde ing Economisch Bureau bedrijven die tot de succesvolle categorie behoren. Inzetten op thema’s
Al jarenlang wordt er binnen de bouwsector gesproken over veranderingen. De sector wordt vaak als conservatief en weinig innovatief bestempeld. Om dit te doorbreken zijn veel bouwbedrijven met vernieuwingen bezig. Bouwbedrijven zetten daarbij vooral in op
thema’s als duurzaamheid, vraaggericht bouwen, ketensamenwerking, faalkostenreductie en transparantie. Op bijna alle websites van bouwbedrijven zijn deze zaken uitgebreid terug te vinden. Door de crisis zijn deze factoren extra belangrijk geworden maar dit is echter niet onderscheidend genoeg om succesvol te zijn. Om deze thema’s ook daadwerkelijk leven in te blazen is er meer nodig.
Succesvolle bouwondernemers hebben een onbegrensde
Sinds de val van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in 2008 beheerst het economisch nieuws de voorpagina’s. De door Lehman Brothers veroorzaakte kredietcrisis ging over in de eurocrisis, die ook in 2011 voortduurde.
In 2010 was er weliswaar een opleving en 2011 begon daardoor goed, maar in de tweede helft van het jaar viel ons land weer terug in een recessie. De cbs-publicatie De Nederlandse economie 2011 schetst een zo volledig mogelijk beeld van de economische ontwikkelingen in 2011 en biedt met zes thema-artikelen meer achtergrond bij die ontwikkelingen.
gedrevenheid er iets van te maken Succesfactoren
De belangrijkste constatering is de enorme ‘drive’ van de nog steeds succesvolle ondernemers. Ze hebben een onbegrensde gedrevenheid om er iets van te maken. Daarbij kijken ze vooruit in plaats van achteruit. Ze zetten volledig in op kansen en mogelijkheden die ze nog steeds in de markt zien en zijn continu bezig het eigen bedrijfsproces te optimaliseren en te verbeteren. Ze voelen zich enorm verantwoordelijk voor hun personeel en dragen dat door de directe betrokkenheid ook duidelijk uit. Personeel is hun belangrijkste asset en er wordt relatief weinig gebruikgemaakt van een flexibele schil als zzp’ers. Vaak zijn het ook familiebedrijven waar de betrokkenheid en de druk (van de familie) om het goed te doen erg groot is. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: bouw
Onderscheidende eigenschappen van succesvolle bouwbedrijven ó ó ó ó ó ó ó ó
Onze economie
titel De Nederlandse economie 2011 auteur cbs uitgave download (314 pagina’s/5 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7920350
titel Themavisie succesvolle bouwbedrijven auteur ing Economisch Bureau uitgave download (8 pagina’s/321 kb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918470 Ondanks de flinke productiekrimp in de bouw weten sommige bouwbedrijven nog steeds goede resultaten te behalen. De succesfactoren van deze bouwbedrijven zijn onder andere een onbegrensd denken in kansen en mogelijkheden en nooit bij de pakken neerzitten.
13
Altijd denken in mogelijkheden en kansen Duidelijke strategie met een langetermijnplanning Platte organisatie Risico’s altijd beperkt houden Bedrijf niet te groot laten groeien voor juiste span of control Enorme betrokkenheid en inzet van management Geen overnames Personeel is belangrijkste asset
De Nederlandse hypotheekschuld is relatief gezien de hoogste van Europa
Consumptie drukt groei
De economie groeide in 2011 met 1,0 procent. Dat de groei niet hoger uitkwam lag vooral aan de krimp van de consumptie door huishoudens (1,0 procent). De uitvoer groeide wel, maar alleen in de eerste helft van het jaar. De investeringen bleven het hele jaar groeien, maar in afnemend tempo. In de tweede helft van 2011 belandde de economie weer in een recessie en liep de werkloosheid op. Ten opzichte van 1996 verdubbelde het nationaal vermogen van Nederland. Deze stijging is vooral het gevolg van de waardestijgingen van huizen en de bijbehorende grond. Sinds de kredietcrisis steeg het vermogen weliswaar verder maar minder snel dan voor de crisis. Vooral de financiële positie van de overheid verslechterde. Ook liep de waarde van koopwoningen iets terug. Hier tegenover stonden echter stijgende pensioenreserves. Relatief lage groei menselijk kapitaal
Voor het eerst komt het cbs met een schatting voor de waarde van het menselijk kapitaal, de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het verrichten van betaald werk. In 2009 bedroeg de totale omvang hiervan 6,7 biljoen euro. Y www.marketing-online.nl/researchbase
14 Y Tussen 1999 en 2009 steeg het menselijk kapitaal in Nederland licht. Vergeleken met het buitenland was de groei echter laag. Dit komt door een relatief geringe bevolkingsgroei en een afnemend menselijk kapitaal per hoofd van de bevolking. Dat het menselijk kapitaal per hoofd afnam komt doordat de veroudering van de beroepsbevolking niet afdoende werd gecompenseerd door investeringen in onderwijs. Nederlandse hypotheekschuld
De Nederlandse hypotheekschuld is relatief gezien de hoogste van Europa, terwijl die van Duitsland tot de laagste van Europa behoort. In Nederland nam vanaf midden jaren negentig tot de kredietcrisis in 2008 de vraag naar koopwoningen snel toe door de bevolkingsgroei, een verandering van de huishoudenssamenstelling en een stijgend beschikbaar inkomen. Daarnaast deden nieuwe hypotheekvormen hun intrede en versoepelden de voorwaarden waartegen hypotheken verstrekt konden worden. Het aanbod van nieuwe huizen bleef achter bij de snel stijgende vraag. In Duitsland nam vanaf midden jaren negentig het beschikbaar inkomen minder snel toe. Verder is het fiscale klimaat voor hypotheken in Duitsland essentieel anders dan in Nederland. Zowel de gemiddelde huizenprijzen als de relatieve schuld namen in Duitsland dan ook af. Nederlandse economie ‘onevenwichtig’
De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis heeft duidelijk gemaakt dat er macro-economische onevenwichtigheden bestaan binnen Europa. De Europese Unie heeft daarom de zogenoemde macro-economische onevenwichtighedenprocedure opgesteld. Met behulp van een scorebord van tien indicatoren beoordeelt de Europese Commissie de lidstaten. Nederland overschrijdt op vier van de tien indicatoren de door de commissie gestelde grenzen: het saldo op de lopende rekening, de particuliere schulden en de staatsschuld zijn te hoog, en Nederland verliest te veel aandeel in de wereldhandel. Toch vormt de score van Nederland op deze vier indicatoren geen aanleiding tot aanvullend onderzoek door de commissie. Onbenut arbeidsaanbod Nederland relatief laag
Het onbenut arbeidsaanbod is in Nederland relatief klein. Slechts 6 procent van de 15- tot 75-jarigen behoort tot het onbenut arbeidsaanbod, terwijl het gemiddelde van de Europese Unie op 9 procent ligt. Het onbenut aanbod bestaat uit mensen die op korte termijn beschikbaar zijn om te werken of die recent naar werk hebben gezocht. Van de personen die in Nederland tot het onbenut arbeidsaanbod behoren wordt de helft als werkloos beschouwd. Zij zijn beschikbaar én actief op zoek. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: economie
ResearchBase 11 november 2012
Projecten: haalt u eruit wat erin zit? titel Project- en programmamanagement survey 2012 auteur kpmg uitgave download (56 pagina’s/2 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7877000 Nederlandse organisaties slagen er nog onvoldoende in om projecten effectief te managen en de geplande voordelen van een project te realiseren. Hoewel de meeste organisaties vinden dat het slagen van projecten van essentieel belang is voor de realisatie van hun strategie, blijft een succesvolle afronding van projecten vaak achter.
Uit onderzoek van kpmg naar de wijze waarop Nederlandse organisaties met projectmanagement omgaan blijkt dat ruim 60 procent van de organisaties het belang van succesvolle projecten ziet toenemen. Toch hebben organisaties nog nauwelijks oog voor de uiteindelijke opbrengst van het project. Lagere succesgraad
Bijna 60 procent beschikt niet over een proces voor het identificeren en monitoren van de opbrengsten van het project. Deze organisaties rapporteren in het algemeen dan ook een lagere succesgraad van hun projecten dan de organisaties die hiervoor wel een proces hebben. Van de onderzochte organisaties blijkt slechts 20 procent erin te slagen om bijna alle projecten binnen de gestelde tijd en het gestelde budget af te ronden. Voor 50 procent van de onderzochte organisaties is dit ongeveer de helft. De resterende 30 procent weet minder dan de helft van de projecten binnen de gestelde tijd en het gestelde budget af te ronden. Kwaliteit toetsen
Hoewel organisaties over voldoende instrumenten beschikken om adequaat te sturen op projecten, grijpen de meeste bedrijven en instellingen pas in wanneer het fout dreigt te gaan. Een quality assessment bijvoorbeeld is een zeer probaat middel om de voortgang van een project te meten. Doorgaans wordt de kwaliteit van projecten door organisaties qua tijd bewaakt door voortgangsrapportages, qua geld door gerealiseerd versus gepland budget en qua kwaliteit door de inzet van ervaren collega’s of reviews. Deze informatie komt echter van medewerkers aan het project zelf.
blijkt overduidelijk dat projecten waarbij gebruik werd gemaakt van een assessment vaker binnen de geplande tijd werden afgerond.
Slechts 20 procent van de bedrijven rondt bijna alle projecten binnen de gestelde tijd af Actief sturen op performance
Organisaties slagen er nog altijd niet in om project- en programmamanagement gestructureerd in te zetten. Juist nu, na twee opeenvolgende crises, zou de wil om efficiënt en effectief projecten uit te voeren alom aanwezig moeten zijn. Door de aansturing en de uitvoering van projecten te verbeteren ontstaat immers ruimte om slagvaardiger te opereren en meer te bereiken met dezelfde inzet en hetzelfde budget. Hiervoor is het van groot belang om portfoliomanagement in te richten voor het selecteren én het actief sturen op de performance van projecten, zodat bij wijzigende omstandigheden een betere bijsturing mogelijk is. Falende projecten stoppen
Daarnaast is het belangrijk om projecten te koppelen aan strategische doelstellingen. Vervolgens moet prioriteit worden toegekend aan projecten op basis van de bijdrage aan de strategie, waardoor een maximaal effect uit de projectportfolio wordt gehaald. Ten slotte is het van groot belang dat organisaties de moed hebben om met falende projecten te stoppen. Hierdoor ontstaat ruimte voor andere en betere initiatieven die een grotere bijdrage kunnen leveren aan de strategie. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: project
Het toenemend belang van projecten voor de realisatie van de strategische doelstellingen, vergeleken met vorig jaar (in %)
Op ad-hocbasis
Een quality assessment biedt een onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling. Iets meer dan 40 procent van de onderzochte organisaties voert op ad-hocbasis een waardering uit. Slechts 17 procent voert dit soort tests structureel uit bij belangrijke mijlpalen in het project. Verder www.marketing-online.nl/researchbase
ó Veel hoger ó Hoger ó Hetzelfde ó Lager
9 52 33 6
ResearchBase 11 november 2012
Tv onverminderd populair
In de rubriek Opmerkelijk vermeldt de redactie opvallende onderzoeksresultaten.
“Wereldwijd zullen er in 2017 1,7 miljard smartphones zijn, gedreven door groei in opkomende markten. Vorig jaar zijn 450 miljoen smartphones verkocht, waarvan 160 miljoen in markten als China en India.”
titel A new breed of media? auteur Deloitte uitgave download (48 pagina’s/3 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7918350 De Nederlandse consument kijkt meer tv dan ooit en bijna de helft van de Nederlanders kan zich geen leven voorstellen zonder televisie. De komst van internet-tv, tablets en smartphones zal uiteindelijk de tv-consumptie en businessmodellen sterk doen veranderen maar niet doen verdwijnen.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek dat Deloitte samen met Intomart GfK en spot uitvoerde en dat de impact van nieuwe technologieën op het kijkgedrag van Nederlanders in kaart brengt. Complementair werken
Ondanks de sterke opkomst van bijvoorbeeld tablets geeft 96 procent van de respondenten aan nog steeds voorkeur te hebben voor live televisiekijken op de traditionele wijze. Slechts 4 procent prefereert live televisiekijken op zijn smartphone, tablet of laptop boven de traditionele televisie. Het overgrote deel van de respondenten (62 procent) geeft aan te internetten op een ander toestel tijdens het televisiekijken. Een beperkte groep doet dit om aanvullende informatie op te zoeken over het programma waar zij op dat moment naar kijkt. Net zoals social media zijn smartphones en tablets geen concurrentie voor de tv, maar kunnen ze complementair werken. Consumenten moeten echter nog wennen aan alle mogelijkheden en mediabedrijven moeten aan de slag en nieuwe concepten en businessmodellen ontwikkelen.
Ovum
uiteindelijk totaalpakketten aan te bieden. De media-industrie bevindt zich nu echt in een transitieperiode. Bedrijven moeten hun business optimaliseren en tegelijkertijd nieuwe kansen creëren.
Sociale netwerken kunnen het best ingezet worden voor individuele benaderingen Hogere advertentie-uitgaven
Ten slotte blijkt uit het onderzoek dat de advertentie-uitgaven aan televisie de afgelopen jaren zijn gestegen en ook in de toekomst blijven stijgen. Zo ligt het bedrag dat gespendeerd wordt aan adverteren op social media lager dan de advertentie-uitgaven op televisie. Dit is grotendeels te wijten aan de hogere bereikbaarheid, effectiviteit en aantrekkelijkheid van een reclameboodschap op televisie. Wanneer een goede mix aan middelen en activiteiten wordt ingezet bereikt de adverteerder een zo groot mogelijke doelgroep. Zo kan de televisie het best ingezet worden voor het verhogen van merkbekendheid en het lanceren van een nieuw product, terwijl sociale netwerken het best ingezet kunnen worden voor de individuele benaderingen. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: media
“Jonge ouders grijpen vaker naar de fles.” Engels onderzoek
“Bij een vraag of probleem neemt de consument nog steeds het liefst telefonisch contact op met de organisatie. Maar contactvoorkeur via website of social media groeit wel.” ddma
“Ook wanneer het boodschappenbudget niet kleiner is geworden vanwege de crisis, besteden consumenten hun geld op een andere manier.” Newcom Research & Consultancy
“Vrouwen vinden mannen met blozende wangen onweerstaanbaar.” Drie Britse universiteiten
“70 procent van de leidinggevenden heeft geen moeite met het eerder naar huis gaan van medewerkers, omdat ze weten dat de tijd op een ander moment ingehaald wordt.” Mozy
“Vorig jaar zocht 21 procent van werkzoekend Nederland een baan via social media, dit jaar steeg dat naar maar liefst 38 procent.” Unique
“In de afgelopen vier maanden nam het verkeer toe, maar stonden automobilisten 1,7 miljoen uur minder in de file.”
Nieuwe kansen creëren
In het onderzoek gaat Deloitte dieper in op deze nieuwe businessmodellen voor contentontwikkelaars, omroepen, kabelaars en elektronicaproducenten. De verwachting is dat contentaanbieders vooral de interactie met consumenten zullen willen vergroten, maar hier nog niet gelijk munt uit zullen slaan. Er ontstaat wel een nieuwe markt door samen te werken met spelers als Apple tv en YouTube. Omroepen moeten kijken naar mogelijkheden voor pay tv en meer samenwerken met kabelaars om winst te halen uit het verspreiden van hun content via verschillende mediakanalen tegen minimale kosten. Kabelaars zullen op hun beurt kijken naar zogenaamde ‘tv everywhere’-diensten zodat consumenten video’s op meerdere apparaten kunnen bekijken. Met deze diensten kunnen zij consumenten meer aan zich binden door
15
Rijksoverheid
Advertentietypen met de meeste impact (in %) Televise Huis-aan-huisfolder Krant Radio Magazine E-mail Direct mail Poster of billboard Banner op website Zoekmachine
55 38 27 20 15 10 8 7 4 4
“Opnieuw nam het aantal online aankopen in ons land toe. De webwinkelcijfers lagen in de eerste helft van dit jaar 7 procent hoger dan in de eerste zes maanden van 2011.” Postnl
Opmerkelijke berichten kunnen gestuurd worden naar
[email protected]
www.marketing-online.nl/researchbase
Digitaal dendert door
16
ResearchBase 11 november 2012
zal groeien. Voldoende reden om als industrie op zoek te gaan naar nieuwe kansen voor groei.
De omzet uit display advertising
Files veroorzaken concentratieproblemen, verminderde productiviteit en meer stress op de werkvloer. Anno 1953 had men daar nog weinig last van, aldus N.I.P.O.-onderzoek (alleen onder mannen!).
groeide in het eerste halfjaar van 2012 met 7 procent
titel Online Ad Spend 2012 auteur iab uitgave download (24 pagina’s/1 mb) datum september 2012 prijs gratis bestelcode 7898700
Tablet goed marketingintstrument
De Nederlandse digitale reclamemarkt behaalde in het eerste halfjaar van 2012 een netto omzet van 585 miljoen euro. Dat is 14,3 procent meer ten opzichte van het eerste halfjaar in 2011.
Dit blijkt uit de Online Ad Spend-studie die Deloitte uitvoerde in opdracht van iab, de brancheorganisatie voor de digitale marketingindustrie. Voor het onderzoek zijn 36 grote Nederlandse digitale uitgevers ondervraagd. Goede resultaten search
De omzetgroei was voor een groot deel te danken aan search (22 procent groei). De omzet uit display advertising groeide met 7 procent. Gegeven de lastige economische omstandigheden en de negatieve tendens in de advertentiemarkt is dat een redelijk goed resultaat. Het vertrouwen binnen de online advertisingmarkt neemt echter wel wat af. Uitgevers verwachten dat de display advertisingmarkt in 2013 met slechts 4,5 procent
Marketing via mobiele websites en apps staat nog steeds in de kinderschoenen. Ondanks de veelbelovende mogelijkheden die de smartphone biedt, hebben marketeers hun weg nog niet gevonden naar dit uitzonderlijke apparaat. De tablet doet het relatief beter als marketinginstrument. Het geloof blijft dat 2013 hier het jaar van de doorbraak wordt. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: online
310 170 105 585
Ja, ik wil graag een jaarabonnement op Marketing ResearchBase. Ik ontvang als abonnee 10 keer per jaar de nieuwsbrief en een jaar lang toegang tot de database op www.marketing-online.nl/researchbase. Ik betaal het eerste jaar niet de normale abonnementsprijs van B 199, maar de introductieprijs van C 149 (beide prijzen zijn exclusief btw). Aanbod geldt tot 31 december 2012. Organisatie:
Dit zijn de resultaten: Per fiets (of bromfiets).......................56% Te voet................................................17% Per bus...............................................7% Per tram.............................................5% Per trein.............................................4% Per auto..............................................5% Werk aan huis en geen antwoord.......17%
Vervolgens werd gevraagd: “Hoeveel tijd neemt dat?”
✃
Abonneerbon
“Hoe gaat U (op het ogenblik) meestal naar Uw werk? Te voet, op de fiets, met auto, bus, tram of trein?”
Meer dan de helft van de mannen gaat dus per fiets naar zijn werk. Een aantal mannen maakt echter gebruik van meer dan een vervoersmiddel om op zijn werk te komen.
Omzet per reclamecategorie in het eerste halfjaar van 2012 (in miljoenen euro’s) Search Display Classifieds, directories & listings Totaal
Het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie heeft onlangs (januari 1953, red.) aan vele Nederlandse mannen uit alle lagen van de bevolking de vraag gesteld.
Dit bleek het geval: Minder dan 10 minuten.....................28% 10-20 minuten....................................25% 20 minuten en meer...........................25% Geen antwoord..................................22% Een kwart van het publiek woont dus 20 minuten en meer van zijn werk. Verdere uitsplitsing leert, dat 15% van de mannen een half uur en meer van zijn werk af woont en dat 5% zelfs een uur en meer nodig heeft om de plaats van zijn arbeid te bereiken.
Functie:
T.a.v.: dhr/mw Adres: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mail (verplicht):
Datum:
Handtekening
Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar: Marketing ResearchBase Antwoordnummer 47675 1070 vd Amsterdam Abonneren kan ook via: internet www.marketing-online.nl/shop telefoon (020) 573 36 44
U ontvangt als abonnee een persoonlijk wachtwoord waarmee u toegang krijgt tot de site van Marketing ResearchBase. Op deze site treft u een almaar groeiend overzicht van de publieke marktonderzoeken die in Nederland verschijnen. De samenvattingen in de database zijn doorzoekbaar en u kunt on-line de integrale rapporten bestellen en/of downloaden.
• Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (Amsterdam), 8 januari 1953 •
Kijk voor meer uitgaven op het gebied van marketing op: www.marketing-online.nl/shop
Geen zin in een abonnement?
www.marketing-online.nl/researchbase Ga dan voor de iDeal-optie: 24 uur toegang voor B 24. Zie www.marketing-online.nl/researchbase
10185538