Reportage First Lego League – basisschool De Boog 2008 Diverse stukjes, Brechje Hollaardt juni 2008 Verwarmde stadionstoeltjes bij PSV Leerlingen van basisschool De Boog uit Eindhoven wonnen in april de Innovative Solution Award op het World Festival van de FIRST LEGO® League in Atlanta (Verenigde Staten). Het Roboog Challenge-team van basisschool De Boog in Eindhoven blonk uit door het gedegen onderzoek en de initiatiefrijke en resultaatgerichte aanpak met inspirerende oplossingen. Het team – vijf jongens en vijf meisjes uit groep 7 en 8 - onderzocht hoe het Philips-stadion energiezuiniger en duurzamer kon worden. Zo onderzocht het Roboog Challenge-team ondermeer of een innovatieve technologie, piëzo-energie, gebruikt kon worden voor de grasmat. Met sensoren op het grasveld zou er energie opgewekt kunnen worden. Hoe meer beweging op het veld, hoe meer energie. Omdat de toepassing nog niet geschikt is voor een voetbalveld bedacht het team een andere toepassing. Dat werd de verwarmde stadionstoel. Elke keer als je beweegt in de stoel, wordt er energie opgeslagen in een speciale batterij aan de achterkant van de stoel. En daarmee wordt warmte afgegeven. Het team kreeg het voor elkaar dat het Philips stadion twee jaar lang groene stroom krijgt van energieleverancier E.ON voor de prijs van grijze stroom. Ook gaat het Philips stadion over op het gebruik van biologisch afbreekbare bekers. Daarnaast zal het stadion op een andere wijze het gras afvoeren: gescheiden van niet-afbreekbaar afval.
Weetjes
Weetjes over FIRST LEGO® League
FIRSTsm staat voor: For Inspiration and Recognation of Science and Technology. Dit is een Amerikaans bedrijf, gevestigd in Atlanta. In 1998 zette het een robotwedstrijd op om nieuwe medewerkers te werven. De wedstrijd werd zo‟n succes dat samenwerking is gezocht met LEGO®. Nu organiseren de bedrijven het samen.
Er doen teams uit 40 landen mee. In 2007/2008 waren er 10.000 teams en circa 100.000 kinderen. De Benelux had 190 teams met in totaal 2.000 à 3.000 kinderen.
Sinds 2003 organiseert Stichting Techniek Promotie de wedstrijd voor de Benelux. Het eerste jaar deden 14 teams mee. In 2008/2009 doen er in de Benelux waarschijnlijk 280 teams mee.
De wedstrijd bestaat uit 2 onderdelen: - De teams moeten een robot ontwerpen, bouwen en programmeren met LEGO MINDSTORMS®. Tijdens de wedstrijden moet de robot in 2,5 minuut een opdrachtenparcours afleggen, waarbij punten zijn te verdienen - De teams voeren binnen het jaarlijkse thema een eigen onderzoek uit over de maatschappelijke rol van techniek en technologie en presenteren de uitkomst tijdens de wedstrijden.
Twee Nederlandse teams (beide uit Eindhoven) presteerden uitmuntend in 2007/2008. Team icNRG werd wereldkampioen in het Open Aziatische Kampioenschap met de robotwedstrijd, het Roboog Challenge-team werd wereldkampioen in de VS met hun onderzoeksproject tijdens het World Festival.
FIRST LEGO League heeft elk jaar een thema. 2007/2008 was het thema „Power Puzzle‟ dat gaat duurzaamheid en energie. Het thema voor 2008-2009 staat in het teken van Climat connections „een wereld wijd actie plan‟.
30% à 35% van de deelnemers is meisje.
Award voor Eindhovense leerlingen bij World Festival FIRST LEGO® League
Meest innovatieve onderzoek ter wereld Leerlingen van basisschool De Boog uit Eindhoven wonnen in april de Innovative Solution Award op het World Festival van de FIRST LEGO® League in Atlanta (Verenigde Staten). Het team – vijf jongens en vijf meisjes uit groep 7 en 8 - onderzocht hoe het Philips-stadion energiezuiniger en duurzamer kon worden. Het Roboog Challenge-team van basisschool De Boog in Eindhoven blonk uit door het gedegen onderzoek en de initiatiefrijke en resultaatgerichte aanpak met inspirerende oplossingen. Schooljaar 2007/2008 deed basisschool De Boog uit Eindhoven voor de tweede keer mee met de FIRST LEGO® League (FLL). Twee ouders, Angela Wellink en Irene Hulsen, zijn de drijvende kracht achter het project. Angela Wellink: “Twee jaar geleden heeft de adjunct-directeur van de school gevraagd of wij wilden onderzoeken of en hoe de school zou kunnen deelnemen aan de FLL. Al vele jaren doen we allerlei activiteiten voor de school: men kent ons en weet wat men aan ons heeft. We hebben meteen gebrainstormd hoe we het zouden aanpakken en met welke leerlingen. Wij wilden het opzetten als een project voor kinderen die makkelijker kunnen leren, die aan de bovenkant extra aandacht nodig hebben. Dat is anders dan op andere scholen. Die doen mee aan de FLL als naschoolse activiteit.” A+ leerlingen De school was erg enthousiast over het voorstel van de ouders. Angela Wellink en Irene Hulsen stelden een projectplan op met een plan van aanpak. “Vertrekpunt was dat het project zou plaatshebben onder schooltijd. Dat betekent dat er leerlingen uit de reguliere lessen gehaald zouden worden. Met deze makkelijker lerende kinderen, zogenoemde A+ leerlingen kan zoiets, die lopen vóór en krijgen vaak al extra werk. Voor de ouders organiseerden we er een informatieavond over. We legden uit wat we zouden doen, hoe en waarom. Ook dat hun kind lessen zou missen. Want daarvoor moeten ouders toestemming geven.” Het eerste jaar is een First Lego League-team samengesteld van leerlingen uit groep 7 en 8 die vooral erg goed zijn in rekenen. Irene Hulsen: “Dat leek ons logisch, omdat het programmeren van een robot een belangrijk aspect is van de First Lego League. Onze eerste deelname was al succesvol. Ons team haalde de regiofinale en ging door naar de Benelux finale. We behaalden goede resultaten en de kinderen waren enthousiast. Het tweede jaar hebben we kinderen geselecteerd die A+ zijn in de volle breedte, niet alleen qua rekenen. Want onze ervaring was dat rekenen „slechts‟ één aspect is, andere zaken zijn minstens zo belangrijk.” Thema energie First Lego League is wereldwijd opgezet. Elke jaar starten wereldwijd alle teams op hetzelfde tijdstip, met hetzelfde materiaal en met dezelfde software voor de „challenge‟ van dat jaar. Gefaseerd geeft de wedstrijdorganisatie - binnen de Benelux is dat de Stichting Techniekpromotie uit Eindhoven – informatie over de League. In april wordt wereldwijd het thema bekend gemaakt, in september worden de lego-
materialen uitgereikt met instructies, een paar weken later is de echte kick off waarbij de challenge wereldkundig wordt gemaakt. Het onderzoek en de robotwedstrijd staan in het teken van dit thema. Schooljaar 2007/2008 was het alternatieve energie bronnen: de „Power Puzzle‟. Angela Wellink: “In april zijn we begonnen met het onderzoek. De school heeft ons – net als vorig jaar – toestemming gegeven om de leerlingen uit de klas te halen. Tot de zomervakantie gaat het om één middag per week, daarna om twee middagen per week. Die dagen liggen vast, zodat de leerkrachten er in hun programma rekening mee kunnen houden. Daarnaast gaat het team enkele malen op excursie om iets te onderzoeken. We geven zoiets altijd van tevoren aan en de school verleent alle medewerking.” Het onderzoek Angela en Irene lieten de kinderen eerst heel breed ontdekken wat energie is. In het ict-lokaal zochten de kinderen via internet van alles op. Al hun input kwam in een verslag. Daarna moeten ze concretiseren. Angela Wellink: “In september maakte First Lego League de challenge bekend: zoek een gebouw in je omgeving, waarover je advies kunt geven hoe men beter met energie om kan gaan. De kinderen kozen voor het Philips stadion. Ten behoeve van het project zijn we geweest naar de Technische Universiteit Eindhoven, afdeling Natuurkunde, en een aantal keren naar het Philips stadion.” De wedstrijden Aan de regiofinale in Eindhoven deden 17 teams mee. De teams worden beoordeeld op de presentatie van hun onderzoek, het verloop van de robotwedstrijd, de presentatie van de manier waarop ze de robot hebben gemaakt, en de samenwerking als team. Angela Wellink: “Ons Roboog Challenge-team won met het onderzoek en werd tweede in de robotwedstrijd. Tijdens de robotwedstrijd moet je robot binnen 2.5 minuut een parcours afleggen met allerlei opdrachten. Bij de beoordeling van de presentatie van het onderzoek wordt ook gekeken naar de manier waarop de resultaten van het onderzoek zijn gedeeld met derden. Onze kinderen hebben dat heel goed gedaan. Ze betrokken de media zoals de regionale omroep en het Jeugdjournaal, schreven krantenartikelen, en gaven presentaties aan hun sponsoren, ouders en leerkrachten. Ze gaven zelfs een presentatie aan de gemeenteraad van Eindhoven tijdens een commissievergadering. De publiciteitszaken zijn vanaf het begin door de kinderen zelf geïnitieerd.” Irene Hulsen vervolgt: “Vervolgens mochten we eind januari onze regio vertegenwoordigen bij de Benelux finales, waaraan 34 team deelnamen. Met een bus vol supporters gingen we naar de Technische Universiteit Twente. Daar wonnen we de TU/e ‟Power puzzle‟ project prijs, de eerste prijs voor het onderzoek. Daarnaast werden we tweede bij de presentatie van het onderzoek en tweede qua teamwork. Met de robotprestatie behaalden we de tiende plaats. Overall gezien werden we vijfde. Later bleek dat de Stichting Techniekpromotie ons had genomineerd voor de wildcard om naar de wereldfinales in Atlanta te gaan. Zij vonden ons uitblinken met ons onderzoek en de wijze waarop FLL was geïmplementeerd in het onderwijs. Een pluspunt was dat Angela en ik onze kennis hierover overdragen. We hebben workshops gegeven aan andere scholen en ons projectplan is beschikbaar voor alle scholen. Ook de manier waarop de kinderen de resultaten van het project hadden uitgedragen, zoals voor gemeenteraad, vond men uniek. Een officiële internationale
jury heeft 17 aanvragen voor wildcards beoordeeld. Wij wonnen. Als special value team mochten we naar Atlanta.” ‘You’re the Dutch team of the chair for the soccer stadium’ Angela Wellink: “Er moest er van alles geregeld worden voor de reis: sponsoren, vervangers voor twee leerlingen die niet mee gingen, de vertaling van het onderzoek in het Engels, 34 vliegtickets, hotelkamers etc . En de leerlingen moesten leren in het Engels te presenteren. We vertrokken naar Atlanta met de tien kinderen en voor ieder kind minimaal één begeleider, en de docenten Ben Verhagen en Jaap Kiel. De 84 beste teams ter wereld gingen er de strijd aan. Toen we aankwamen om ons in te schrijven, bleek men ons al te kennen. „You‟re the Dutch team of the electric chair for the soccer stadium!‟ Ik denk dat we voordeel hebben gehad van het feit dat PSV in de hele wereld bekend is. En stadions spreekt de Amerikanen aan; ze hebben zelf grote stadions. De oplossing van onze verwarmde stadionstoel is origineel en toepasbaar. In vergelijking met andere teams hadden wij innovatievere ideeën met een energievorm, piëzo-elektriciteit, die nog in ontwikkeling is. De meeste teams kwamen niet verder dan toepassingen met voor de hand liggende energie: zonneenergie, windenergie, bio-energie. De presentatie van het onderzoek in het Engels ging geweldig. En ook onze robot presteerde goed, beter dan we hadden verwacht.” Enorm gegroeid Angela en Irene zijn trots op hun team. Meer nog zijn ze dankbaar voor wat het met de kinderen heeft gedaan: “Gaandeweg vertellen ouders ons dat hun kind, dat jarenlang met tegenzin naar school was gegaan omdat het altijd moest uitleggen aan andere kinderen of altijd snel klaar was met rekenen, nu met plezier naar school gaat. En kinderen die nooit voor een groep durfden te staan, geven nu zonder blikken of blozen een goede presentatie. Ouders vertellen dat hun kind veel zelfvertrouwen heeft gekregen. Er zijn vriendschappen ontstaan tussen kinderen die elkaar eerst nauwelijks zagen staan. We horen van ouders dat hun kind nooit eerder een vriendje had gehad. Ze groeien enorm. Dat hadden we van tevoren niet kunnen bedenken.”
Citaatjes van de leerlingen Romy Wienen, groep 7: Ik heb me opgegeven voor het project omdat het me heel erg leuk leek. Alles is een beetje te makkelijk in de klas. Dan is het leuk dat je je op iets anders kunt richten. Ons team heeft onderzocht hoe je het PSV-stadion energiezuiger zou kunnen maken. Eerst bezochten we het stadion om te zien wat er allemaal is of nog niet is. We kwamen er achter dat er geen spaarlampen waren en dat er geen groene stroom werd gebruikt. En heel raar: de verwarmingen staan altijd aan, zelfs in de zomer. Over alles wat ze niet hadden, zochten we later informatie op op het internet. Ik heb opgezocht of er iets bestaat wat warme lucht kan omzetten in koude lucht. Toen vond ik informatie over de anti-absorptiekoelmachine. Daarna zocht ik uit hoe je die zou kunnen gebruiken. Een anti-absorptiekoelmachine is zowel een verwarming als een airco. De machine zet energiebesparend warme lucht om in koude lucht. Zoiets zou dus handig zijn voor het PSV-stadion. Ik ben naar PSV gegaan om te vragen ze zoiets wilden. PSV vond het een leuk idee, maar gaat het niet gebruiken. Ik denk dat ze het te duur vinden of vinden dat het apparaat teveel ruimte in beslag neemt. Jasper en ik hebben energieleverancier E.ON gebeld om te zeggen dat PSV geen groene stroom had en hoe dat zou kunnen. Ook PSV hebben we gevraagd hoe het zat. We hoorden dat de groene stroom duur was. Daarom hebben we E.ON gevraagd of PSV de groene stroom goedkoper zou kunnen krijgen. Eerst kon het niet. Later, toen we E.ON nog een keer hadden gebeld, wel. Nu krijgt PSV groene stroom voor de prijs van grijze stroom. We hebben ook voor elkaar gekregen dat het stadion spaarlampen is gaan gebruiken. Van het project heb ik geleerd dat je groene stroom moet gebruiken en in ieder geval zuiniger aan moet doen met grijze en groene stroom. Korter douchen, de kraan uitzetten als je je tanden poetst, de tv niet op stand-by zetten. Ook heb ik andere dingen geleerd: presenteren in het Nederlands en in het Engels. Dat leerde ik best snel. En ik ben niet meer bang. Vroeger was ik dat wel als ik werd geïnterviewd of als ik ergens was met heel veel mensen. Jasper Reekum, groep 7: Ik heb meegedaan met het Roboog Challenge-team omdat het me heel leuk leek. In het onderzoeksproject heb ik onderzocht welke energie je kunt gebruiken om duurzame energie te maken. Via google heb ik heel veel informatie opgezocht. Ik kwam op bio-energie van afval, zonne-energie, windmolenenergie en energie uit bewegend water. Ook ben ik nagegaan hoe windmolens werken. Die informatie heb ik uitgewerkt en er een klein verslag van gemaakt. Ik heb veel geleerd van het project: welke energie er is, hoe je ermee moet omgaan. Ik hou ook wel van robots. Misschien wil ik later iets in de techniek gaan doen; ik ben er wel goed in. Eline Bijl, groep 7: Op school vind ik het allemaal best makkelijk. Dit project was iets moeilijker, dat vind ik fijn. Ik heb onderzocht hoe een biocentrale werkt en hoe je die bij PSV zou kunnen gebruiken. Bij een biocentrale breng je het biologische afval samen en maak je er blokken van die je kunt verbranden. Ik had gezien dat PSV het afval niet scheidt: alles wordt samen afgevoerd per container. Verder kwam ik op het idee van de biobekers die van maïs zijn gemaakt en afbreekbaar zijn. PSV stapt over op biologische bekers en zal het gras apart afvoeren.
Van het project heb ik geleerd dat klimaatverandering erg is, maar dat je er veel tegen kunt doen om het te verminderen. Vooral Romy en ik hebben gepresenteerd voor jury‟s. In Atlanta moest dat in het Engels. Onze eerste presentatie, voor de jury die de onderzoeken beoordeelt, duurde vijf minuten. We hadden een laptop bij ons met de powerpoint presentatie. Later werden we teruggeroepen en moesten we voor alle jury‟s, 17 juryleden, ons project presenteren. Dat ging heel goed: we werden eerste! Later wil ik bioloog worden op het gebied van dieren en planten. Dat wil ik al sinds ik heel klein was. Daan Rutten, groep 7: Ik houd heel erg van techniek en heb thuis heel veel lego. Het leek me heel leuk om mee te doen. Nadat we voor het onderzoek bij het PSV-stadion waren geweest, kwam ik op het idee om op het voetbalveld sensoren aan te brengen, waarmee energie wordt opgewekt als er spelers op lopen. We hebben opgezocht of zoiets bestaat. Er bleek een innovatieve technologie, piëzo-elektriciteit. En er is een dance-club die zoiets maakt in de dansvloer. De verlichting werkt dan op de energie van de dansende mensen. De mensen van PSV vonden het een leuk idee en zeiden het in de toekomst misschien te doen als de technologie verder uitgedacht is. Nu kan het nog niet omdat het veld dan hobbelig wordt. Indiya uit groep 8 kwam op het idee om piëzo-technologie toe te passen in de stadionstoeltjes. Van de Lego League heb ik geleerd dat je goed moet samenwerken om te kunnen winnen. En onderzoek heeft me geleerd dat je niet zomaar alles met energie kunt doen: er komt niet steeds nieuwe energie, het raakt een keer op. bij. Je kunt dus beter duurzame energie gebruiken. Ik denk dat ik later architect word. Vorige maand bedacht ik dat. Door de Lego League ben ik erover na gaan denken. Ik dacht aan iets met techniek. Bij het stadion van PSV heb ik plattegronden en zo bestudeerd. Mijn vader werkt op de Technische Universiteit Eindhoven, de vader van een vriendje uit mijn klas studeert bouwkunde. Zo ben ik er op gekomen. Gijs Hagen, groep 7: Ik heb ervoor gekozen om mee te doen omdat het me gezellig leek. En het was heel leuk! Ik heb niet zoveel met het onderzoek gedaan, mijn rol was te werken met de robot. Ik moest er eerst allerlei dingen voor bouwen, samen met Chris. Daarna heb ik geprogrammeerd. Dat had ik nog nooit gedaan. Ik vond het ook een beetje moeilijk; ik heb het geleerd. Mentor Irene heeft me daarbij geholpen. En Chris van ons team heeft de speciale dingen ingebouwd in de robot. Het leukste van de First Lego League vond ik de gezelligheid van de Beneluxfinales bij de Universiteit Twente. Je kon er allerlei dingen doen, er stonden technologische proefjes, je kon gel maken. Ik heb geleerd te programmeren en op de computer dingen op te zoeken. En om samen dingen te doen. Ik was in Atlanta veel zenuwachtiger bij de wedstrijd dan in Nederland. De jury met 17 mensen was heel kritisch en het moest in het Engels. Later wil ik dierenarts worden. Dat wil ik al sinds groep 5. Dennis Hulsen, groep 6: Ik ging als invaller in het team mee naar Atlanta. Op school had ik al heel vaak meegekeken als de andere kinderen van het Roboog Challengeteam aan het oefenen waren. Want ik wilde er meer van weten. Ze kenden me dus al wel. In Atlanta mocht ik een missie met de robot doen: olievaatjes weghalen bij het olieplatform en weer naar de basis brengen. Ik vond het heel leuk om mee te doen.
In Amerika hebben we ook uitstapjes gemaakt en we zijn bij een vissenaquarium geweest met haaien en kwallen. En we hebben een honkbalwedstrijd gezien. Volgend jaar doe ik weer mee. Ik wil dan meewerken aan de robot en meedoen met het onderzoek. Ik weet nog niet wat ik later wil worden, maar ik heb wel wat met techniek. Indiya Bruinsma, groep 8: Ik heb meegedaan omdat ik het best makkelijk vind op school. Vorig jaar deed onze school voor het eerst mee en toen leek het me wel leuk. Ik vond het project niet moeilijk, alleen samenvattingen maken was lastig. Als eerste zochten we allerlei dingen op over energie. Daarna kreeg iedereen rollen in het onderzoek. Ik moest vooral ideeën bedenken. Eén van mijn ideeën was een stadionstoel met piëzo-elektriciteit voor het PSV-stadion. Op de stoel zitten sensoren en als je beweegt, levert dat energie op. Daan had bedacht piëzo-elekticiteit toe te passen op de grasmat, ik kwam toen op het idee van de stoel. Van een kapotte stoel hebben we een prototype gemaakt. Met papier-maché hebben we er dingen op gemaakt. Door het project heb ik veel geleerd over piëzo-elektriciteit en andere manieren om stroom op te wekken. Later wil ik iets creatiefs gaan doen, bijvoorbeeld iets met fotografie. Of presentatrice worden. Mijn vader heeft een goede fotocamera en mijn zus en ik gingen altijd foto‟s maken. Dat vond ik heel leuk. Kunxi Wang, groep 8: Toen ik in groep 7 zat, zag ik hoe de andere kinderen meededen met de First Lego League. Dat vond ik heel leuk en interessant. Ik heb vooral onderzocht welke soorten energie er zijn. Ik heb twee vormen van duurzame energie uitgekozen om verder te onderzoeken: zonne-energie en windenergie. We gingen naar het Philips stadion. Daar heb ik bekeken of er op het dak van het stadion zonnepanelen geplaatst zouden kunnen worden. We hoorden dat zoiets niet mogelijk was omdat het dak niet stevig genoeg zou zijn. Later gingen we naar een speciale afdeling van de Technische Universiteit Eindhoven. We hebben er allerlei soorten zonnepanelen bekeken en kregen een presentatie. Ik hoorde dat er flexibele zonnepanelen bestaan die heel dun zijn. Die waren wel geschikt om op het stadion te plaatsen. Maar ze zijn heel duur, dus ik denk niet dat ze bij PSV op het stadion komen. Ook zijn we nagegaan of er mini-windturbines op het dak geplaatst kunnen worden. De energie kun je dan gebruiken voor de verlichting in het stadion. Het project heeft me geleerd dat we zuinig met energie moeten omgaan. Eerst zette ik de tv altijd op stand-by. Nu zet ik hem helemaal uit. Want het kost veel energie. Ook laat ik niet graag lampen aan. We hebben nu door het hele huis spaarlampen en gebruiken groene stroom. Het Roboog Challenge-team kreeg een speciale aanbieding van E.ON: groene stroom voor de prijs van grijze stroom. Later wil ik dierenarts worden of iets met muziek gaan doen. Ik wil niet iets met techniek gaan doen. Want als je per ongeluk een draadje verkeerd repareert dan kunnen er storingen ontstaan door jouw schuld. Chris van de Bomen, groep 8: Ik ben de enige die vorig jaar ook al heeft meegedaan. Het is een uitdaging om te doen. We hebben dingen op internet opgezocht en zijn op excursies geweest om te onderzoeken. Ik was vooral van de robots; ik was een van de kinderen die heeft geprogrammeerd. Eerst moet je een robot bouwen volgens een ontwerp. Daarna maak je er zelf dingen bij met de legostukjes uit het pakket. De robot moesten we programmeren zodat die missies
kon uitvoeren. De robot moest een zonnepaneel op een huis plaatsen en een zonnesatelliet klaar maken voor lancering, en de robot moest dingen van een olieplatform terug naar de basis brengen. Ik kon al een beetje programmeren en heb de anderen een beetje geleerd hoe het moest. Door het project heb ik geleerd over duurzame energie, welke energie er is en hoe je energie kunt besparen. Als je een oplader in het stopcontact hebt zitten die niet oplaadt, verbruik je toch veel energie. En de tv moet je eigenlijk ook helemaal uitzetten. Ook heb ik meer geleerd over computers en programmeren. Later wil ik iets met computers doen.” Marene Wellink, groep 8: Ik was invaller voor het team dat naar Atlanta mocht. Ik had al gevolgd wat het team had gedaan, omdat de coach van het team mijn moeder is. Elke woensdag ben ik mee geweest en heb ik mee geoefend. En ik moest mee doen met de presentatie in het Engels. Dat vond ik wel een beetje moeilijk. Van het project heb ik geleerd dat er heel veel kinderen in de wereld zijn bezig met het klimaat. We moeten veel zuiniger omgaan met energie. Volgend jaar doe ik weer mee met de Lego League met het vriendenteam „Next generation‟. In dat team zitten alle kinderen die met basisschool De Boog eerder hebben meegedaan en al van school zijn. Later wil ik in de verzorging werken.”
De docent: Ben Verhagen Ben Verhagen, leerkracht groep 6, is vanuit de school de coördinator van het Roboog Challenge-team. “Op school zijn we breed bezig met techniek. De deelname aan de FIRST LEGO® League is niet ontstaan vanuit het idee om meer te doen met techniek. De aanleiding was dat we onze makkelijker lerende kinderen uit groep 7 en 8 (die A+ scoren) een extra uitdaging willen bieden, naast verdiepingswerk en vooruitwerken. Dit project is iets heel moois wat daarbij past. Mijn rol is heel bescheiden, ik ben niet inhoudelijk bij het project betrokken. Het project wordt voor 98% gedraaid door twee ouders: Angela Wellink en Irene Hulsen. Ik coördineer op school de praktische dingen. Zo regel ik ruimtes om te werken en zorg ik ervoor dat kinderen uit de klas gehaald kunnen worden. De twee ouders geven het onderzoek gestalte en begeleiden de kinderen. Angela regelt – in overleg met mij - de contacten naar buiten, ondermeer de excursies voor het onderzoek. En ze zoekt de sponsoren. Irene neemt technische gedeelte voor haar rekening: de robot en het programmeren. Leerkrachten houden bij in het leerling-volgsysteem of de leerlingen van het Roboog Challenge-team in dezelfde leerlijn blijven zitten, ondanks het missen van lessen. Als een leerling zou terugvallen in leerprestaties, zouden we met Angela Wellink en Irene Hulsen overleggen of ze de leerling altijd nodig hebben. Maar zo‟n overleg is nog niet nodig geweest. Het is heel uitzonderlijk dat we naar Amerika mochten. Het is fantastisch voor de school, de kinderen en iedereen die erbij betrokken is.”
Reacties van ouders Lies Flemmix, moeder van Chris van de Bomen (groep 8): “Chris heeft nu twee keer meegedaan met de FIRST LEGO® League. Het is het beste wat hem op school is overkomen. Niet alleen heeft het zijn interesse in techniek aangewakkerd, hij heeft ook heel veel geleerd op het gebied van zichzelf presenteren. Chris is een verlegen jongen. Door zijn rol in de Lego League, het programmeren van de robot, kon hij zich profileren. Ieder kind in het team heeft een specialisatie, ofwel in het onderzoek ofwel met betrekking tot de robot. En met zijn allen werken ze toe naar het eindresultaat. Dat is heel leuk. Het samen met anderen dingen doen, is heel goed voor hem geweest. De First Lego League heeft hem zelfvertrouwen gebracht. Hij is daardoor enorm gegroeid. En het is natuurlijk geweldig dat de wedstrijd zo goed is gegaan. Het is voor de kinderen een hele ervaring om naar Atlanta te gaan. Dat vergeten ze hun hele leven niet.” Werner Rutten, vader van Daan Rutten (groep7): “Dat geldt ook voor Daan. Hij stapt nu ergens op af, waarvoor hij in het verleden te verlegen was. De Lego League heeft hem een uitdaging gegeven. Die had hij niet in het schoolprogramma. Voor A+ leerlingen is het project heel geschikt. De Boog is een van de weinige basisscholen die de Lego League heeft geïntegreerd in het schoolprogramma. De meeste scholenteams zijn ermee bezig na schooltijd. Daarnaast zijn er vriendenteams die het in hun vrije tijd doen. De First Lego League is de op school niet beperkt tot het Roboog Challenge-team dat meedoet met de wedstrijd. Eens per maand is er namelijk een crea-middag, waarbij ook lego wordt aangeboden op een vergelijkbare wijze als bij het RoboogChallenge-team. Zo kunnen alle kinderen ermee kennismaken. Dat is heel goed; het Roboog Challenge-team moet niet in een vreemde uitzonderingspositie komen. Ik heb me afgevraagd hoe Daans klasgenoten ermee om zouden gaan. Want deze leerlingen vallen op; ze mogen onder lestijd uit de klas. Gelukkig ging dat goed.” Daniëlle Hagen, moeder van Gijs Hagen (groep 7): “Alle kinderen van het team hebben er ook veel vrije tijd in gestoken. Soms waren ze zelfs op zondagen bezig. De kinderen zijn op school geselecteerd en gevraagd voor het team, maar beslissen uiteindelijk zelf of ze het doen. Ik ben blij dat Gijs, na enige aarzeling, heeft gekozen voor de Lego League. Het heeft veel gedaan met zijn zelfvertrouwen en hij heeft sociale vaardigheden ontwikkeld. Hij speelt nu met andere kinderen en heeft vrienden. Ook van andere ouders hoor ik dat hun kind, dat eerder niet zo met andere kinderen speelde of niet zo samenwerkte, dat nu wel doet. Ik vind de Lego League zo‟n geweldig project dat ik heb besloten het nieuwe team mee te begeleiden.”