SchoolOndersteuningsProfiel Basisschool De Boog
Datum teambespreking: Advies MR: 13 Datum: 13 juni 2015 Vaststelling bestuur met datum:
Inhoudsopgave 1:
Inleiding ...................................................................................................................................................... 3 1.1 Functie ........................................................................................................................................................... 3 1.2 Communicatie ................................................................................................................................................ 3 1.3 Professionalisering ........................................................................................................................................ 3
2.
Algemene gegevens ................................................................................................................................... 5 2.1 Contactgegevens ........................................................................................................................................... 5 2.2 Onderwijsvisie ............................................................................................................................................... 7 2.2.1 Pedagogisch ............................................................................................................................................ 7 2.2.2 Onderwijskundig ...................................................................................................................................... 7 2.3 Leerlingenpopulatie ....................................................................................................................................... 8
3.
Basisondersteuning .................................................................................................................................... 9 3.1 Passend onderwijs......................................................................................................................................... 9 3.2 Basiskwaliteit van het onderwijs .................................................................................................................... 9 3.3 Planmatig handelen ..................................................................................................................................... 10 3.4 Ondersteuningsniveaus ............................................................................................................................... 13 3.5 Speciaal Basisonderwijs (SBO) en Speciaal Onderwijs (SO) ...................................................................... 16 3.6 Preventieve en lichte curatieve interventies ................................................................................................. 18 3.7 Schoolondersteuningsstructuur ................................................................................................................... 18 3.8 Aanvullende ondersteuning ......................................................................................................................... 21 3.8.1 Het Leerlingvolgsysteem (LOVS) .......................................................................................................... 22 3.8.2 Dyslexie ................................................................................................................................................. 24 3.8.3 Sociaal-emotionele ondersteuning ........................................................................................................ 24 3.8.4 Overgang Primair Onderwijs - Voortgezet Onderwijs ............................................................................ 25
4.
Extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ................................................. 27 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning .......................................................................................................... 27 4.1.1 Ontwikkelingsperspectief ....................................................................................................................... 28 4.1.2 A+ .......................................................................................................................................................... 28 4.2 Fysieke medische ondersteuning ................................................................................................................ 29 4.3 Sociaal-emotionele en gedragsondersteuning ............................................................................................. 29 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie................................................................................................................. 32
5.
Randvoorwaarden .................................................................................................................................... 33
6.
Ambities.................................................................................................................................................... 34
Bijlagen: ................................................................................................................................................................. 35
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 2
1:
Inleiding
1.1 Functie In dit school ondersteuningsprofiel beschrijven we onze basisondersteuning en extra ondersteuning. De beschreven ondersteuning geeft aan of de mogelijkheden van de school toereikend zijn voor de onderwijsbehoefte van de leerling. Het schoolondersteuningsprofiel biedt, in samenhang met het schoolplan en schoolgids, duidelijkheid over het beleid en de keuzes die door het team van De Boog zijn gemaakt. Door het opstellen van het plan wordt hiervoor tevens verantwoording afgelegd aan het bevoegd gezag van de SKPO en aan de inspectie van het onderwijs. Het plan zal de komende jaren vooral fungeren als een leidraad voor het steeds verder verbeteren en vernieuwen van het onderwijs op De Boog.
1.2 Communicatie Basisschool De Boog stemt het onderwijsaanbod en ontwikkeling af op de behoefte van de wijk waarin wij functioneren. Wij communiceren met alle belanghebbenden in de wijk over hun aanbod en dienstverlening. In de eerste plaats met de ouders van hun leerlingen. De school doet dit in samenspraak met tenminste peuterspeelzaalwerk en dagopvang. Met deze partners streeft de school naar een aansluitend aanbod voor speel- en leerfaciliteiten voor leerlingen van 0 tot 12 jaar. Bij aanmelding van leerlingen zal afgewogen worden of De Boog de onderwijsondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel zal vrijwel nooit direct en eenduidig een antwoord bieden op die vraag; ieder kind en iedere situatie is uniek. Toch zal het ondersteuningsprofiel helpen om een beargumenteerde afweging te maken. We houden hierbij rekening met: -
de individuele opbrengsten en het welbevinden van het kind.
-
de groepsopbrengsten: we geven grenzen aan van het aantal zorgleerlingen per groep.
-
de begeleidingsmogelijkheden op lange termijn: is de begeleiding organisatorisch en inhoudelijk haalbaar en verantwoord voor het kind, elke leerkracht en de leerlingen in de groep, vooruitkijkend over de 8 jaar onderwijs dat het kind binnen de school zal moeten doorlopen.
1.3 Professionalisering Leerkrachten doen er daadwerkelijk toe en vervullen een sleutelrol. De mate waarin het ontwikkelproces van de leerling vordert, hangt in grote mate af van de handelingsbekwaamheden van de leerkrachten. Op schoolniveau zijn de competenties vastgelegd. Voor het professionaliseringsbeleid verwijzen we naar het schoolplan. Tot stand gekomen Bij de totstandkoming van het schoolondersteuningsprofiel is het hele team direct of indirect betrokken. Met het team hebben we tijdens studiedagen en teamvergaderingen n.a.v. evaluaties, de ontwikkelpunten en borgingsonderdelen voor de komende vier jaren benoemd. Het schoolplan voor 2015 t/m 2019 is onlangs opgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel is een onderdeel van dit schoolplan. In het schoolplan worden beleidsdoelen beschreven voor de komende vier jaren. Uit het schoolplan vloeit ieder jaar een jaarplan waarin de doelen van het komende schooljaar concreet beschreven worden. Deze doelen kunnen dus ook betrekking hebben op het schoolondersteuningsprofiel.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 3
Het schoolondersteuningsprofiel en het jaarplan worden jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan het team en de medezeggenschapsraad. Gezien de ontwikkelingen in het onderwijs kan het zijn, dat we de komende jaren onze beleidsdoelen zullen moeten bijstellen of de doelen anders moeten prioriteren.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 4
2.
Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens Adresgegevens Basisschool De Boog Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven Telefoon: 040-2811760 Mailadres:
[email protected] Website: www.bsdeboog.nl
Het bestuur / de SKPO De school valt, samen met nog 35 andere scholen voor primair onderwijs, onder het bestuur van de Stichting Katholiek en Protestant-Christelijk Onderwijs voor Eindhoven e.o. (SKPO).
De werkwijze van de SKPO is geënt op de fundamenten van de lerende organisatie, waarbinnen de schooldirecteur wordt erkend als integraal manager. Het bestuur - op enige afstand opererend maar wel actief toezichthoudend - stelt het algemeen beleid vast, schept voorwaarden voor de uitvoering en legitimeert en sanctioneert acties die daaruit voortvloeien. De dagelijkse aansturing van de organisatie vindt plaats door een directieteam bestaande uit algemeen directeur en adjunct-directeur. Het plenum van directeuren en beleidsadviescommissies op elk deelgebied staan borg voor de ontwikkeling van een ambitieus en hoogwaardig beleidsontwikkeling traject.
Kinderen zetten op onze SKPO scholen een belangrijke stap in hun leven. Een stap in de richting van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid dragen en sociale verbondenheid. Daarbij mogen wij ze helpen. Met goed onderwijs en persoonlijke betrokkenheid. Dat is ons doel. Onderwijs moet vooral een avontuur zijn. We willen onze kinderen leren verder te kijken, voorbij hun eigen vertrouwde omgeving. Kijken naar de wereld, het verleden en de toekomst, met kennis, kunde en vaardigheden. Dat doen we vanuit de achtergrond van een christelijke overtuiging en vanuit eigentijdse idealen, waarbij begrip en respect altijd de gemeenschappelijke gedachten zijn. De kinderen, die aan onze zorg worden toevertrouwd, voelen zich veilig en voelen zich thuis op school. Ze worden uitgedaagd tot optimale prestaties. Dat is ons uitgangspunt. Kwaliteit is de pijler waarop onze organisatie rust. Het onderwijs dat wij aanbieden, moet op het hoogste niveau staan. Dat bereiken we door optimale begeleiding van de schooldirecties en de leerkrachten. Ze worden daarbij ondersteund door hoogwaardige voorzieningen en faciliteiten. Dat is onze werkwijze. Een doel, een uitgangspunt en een werkwijze: de ingrediënten voor onze inspirerende visie. Een visie die inhoud en richting geeft aan onze ambities. Dat is waar we voor staan en waar we voor gaan!
Basisschool De Boog is een van de 35 basisscholen van de SKPO in Eindhoven. Onze school is een school voor regulier basisonderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 5
Onze school heeft één medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad bestaat uit ouders en teamleden. Zij is nauw betrokken bij allerlei beleidszaken en bij de schoolontwikkeling. Eén lid van de medezeggenschapsraad vertegenwoordigt De Boog in de GMR van de SKPO. De Boog heeft ook een eigen ouderraad. Hierin zijn ouders en teamleden vertegenwoordigd. De ouderraad organiseert allerlei activiteiten voor de leerlingen.
Samenstelling van het team De Boog heeft 24 medewerkers verdeeld over onderstaande functies/taken. Eén directeur, één adjunct-directeur, groepsleerkrachten, intern begeleiders, één administratief medewerker en één conciërge.
Het managementteam Het managementteam bestaat uit de directeur, de adjunct-directeur en twee intern begeleiders. Samen met het team dragen zij zorg voor de organisatie, zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, zorg voor de leerlingen en zorg voor het welzijn van allen die aan school verbonden zijn. De directeur heeft de totale eindverantwoordelijkheid van de school. De directeur vertegenwoordigt de school in besprekingen met de algemene directie van de SKPO en andere instanties.
Interne begeleiders/bouwcoördinatoren De taken van de interne begeleider bestaan uit het coördineren van de hulp en zorg aan leerlingen, het organiseren van leerlingenbesprekingen, het overleggen met groepsleerkrachten en alle interne disciplines welke extra zorg leerlingen nodig hebben en hoe dat het beste geregeld kan worden, het begeleiden/coachen van leerkrachten in het primaire proces, het onderhouden van contacten met externen en het participeren in de commissie van begeleiding waarin zorgleerlingen besproken worden.
Groepsleerkrachten De primaire taak van de groepsleerkracht is het lesgeven aan leerlingen en het begeleiden van de groep. Sommigen doen dat als fulltimer en sommigen samen met een andere leerkracht in een parttime betrekking. Daarnaast besteden ze tijd aan lesvoorbereidingen, het vastleggen van leerlingengegevens, het plannen van leerlingenhulp, het houden van oudergesprekken, begeleiden van stagiaires en deelnemen aan allerlei overlegvormen. Naast de groepsgerichte taken heeft elke leerkracht taken in het belang van de organisatie.
Onderwijs ondersteunend personeel De administratief medewerker verzorgt administratieve werkzaamheden zoals leerlingenadministratie, financiële administratie, personele administratie en overige werkzaamheden. De conciërge heeft taken zoals het verzorgen van klein onderhoud, kopieerwerk, schoonhouden van enkele ruimtes en tuinonderhoud.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 6
Samenwerkingsverband Basisschool De Boog valt onder het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven. Het werkgebied bestrijkt Eindhoven en omstreken: 15 schoolbesturen, 81 basisscholen (uit Eindhoven, Son en Breugel, Best) waaronder 7 S(B)O scholen. SPIL-centrum Basisschool De Boog maakt deel uit van een SPIL-centrum. Samen met Peuterplein en Kinderdagverblijf Korein Kinderplein vormen wij het SPIL ‘t Hofke. Samen spelen, samen leren en samen leven, dat is onze visie.
2.2 Onderwijsvisie Kinderen voorbereiden op hun toekomst en een bijdrage leveren aan een goede toekomst!
2.2.1 Pedagogisch
De Boog als leefgemeenschap De basisschool is een plek die door iedereen als warm en veilig ervaren moet worden; een ontmoetingsplek waar kinderen, ouders en leerkrachten graag samenkomen en zich thuis voelen. De Boog doet er alles aan zo’n omgeving te bieden. De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor zowel de ontwikkeling van het individu als die van de groep. Deze voorwaarden zien we terug bij de inrichting en de opzet van ons onderwijs. Voor een concretere uitwerking hiervan nemen wij de drie psychologische basisbehoeften van Luc Stevens als uitgangspunt. Hij heeft het in zijn onderzoek over de behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Deze behoeften hebben wij vertaald naar concrete belevingsuitingen: Ik ben in verbinding; Ik voel me groot; Ik kan het zelf. Vanuit die behoeften streven we ernaar dat kinderen zich ontwikkelen tot mensen die: -
Trots zijn op wie ze zijn.
-
Door het uiten van hun mening zich kwetsbaar op durven te stellen.
-
Met een grote mate van zelfstandigheid hun weg kunnen vinden.
-
Met oog voor de eigen waarden en normen respect hebben voor een ander en andermans ideeën.
-
Betrokkenheid voelen bij de eigen ontwikkelingen en die van de ander.
-
Elkaars verschillen accepteren en oog hebben voor elkaars talenten.
-
Zich verantwoordelijk voelen voor een prettige sfeer en tegelijkertijd de veiligheid voor iedereen in de schoolomgeving.
-
Goed met elkaar kunnen samenwerken.
Kinderen mogen kinderen zijn. Dit alles zien we terug in kinderen die stralen!
2.2.2 Onderwijskundig
De Boog als werkgemeenschap Naast het bieden van een prettig leefklimaat biedt De Boog een opbrengstgericht werkklimaat waarbinnen iedereen op een actieve manier betrokken wordt en verantwoordelijk is voor de inrichting ervan. Het is ons doel om onderwijs van maximale kwaliteit en met hoge opbrengsten te verzorgen. Om het onderwijs en de Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 7
betrokkenheid bij kinderen optimaal vorm te geven, creëren we een omgeving die zich laat kenmerken door rust, duidelijkheid en structuur en waarbinnen verwachtingen voor iedereen duidelijk zijn. Deze voorwaarden zijn zichtbaar terug te vinden in de totale schoolorganisatie.
We vinden het belangrijk om via een duidelijke en gestructureerde les-opzet de mogelijkheden van ieder kind zo goed mogelijk te ontwikkelen, zowel cognitief, sociaal-emotioneel, creatief als lichamelijk. We creëren situaties waarin kinderen uitgedaagd worden om zelfstandig en creatief aan de slag te gaan en om probleem-oplossend te werken. Binnen de groep werkt elke leerkracht planmatig aan de inrichting van het onderwijs. De taak van de leerkracht bestaat steeds meer uit het begeleiden van het proces dat het kind doormaakt. De kinderen zijn in hoge mate betrokken bij de les. Daarvoor hanteert de leerkracht een interactieve houding, rekening houdend met ieders onderwijsbehoefte. Alle professionals in de organisatie bieden de kinderen een veilig onderwijsklimaat waarin motiveren en positief stimuleren aan de orde is. We bieden onderwijs dat past bij het kind; Passend onderwijs.
Naast de cognitieve ontwikkeling hebben we oog voor ontwikkeling op sociaal en creatief gebied. Talent op verschillende gebieden is op verschillende momenten aanwezig gedurende de groei van een kind. Al deze talenten worden gestimuleerd en geprikkeld in alle leerjaren.
We streven er naar dat de leerlingen aan het eind van groep 8 de school verlaten met een rugzak vol kennis, sociaal-emotionele vaardigheden en creativiteit die ze op de middelbare school kunnen inzetten om zichzelf door te ontwikkelen.
2.3 Leerlingenpopulatie Alle kengetallen van de laatste 3 schooljaren en beschikbare deskundigheid staan overzichtelijk benoemd in bijlage 1: Beschikbare deskundigheid en kengetallen laatste 3 schooljaren.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 8
3.
Basisondersteuning
3.1 Passend onderwijs Passend onderwijs in het kort Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat zij er vanaf 1-8-2014 voor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zo veel mogelijk kinderen een reguliere school in de buurt kunnen bezoeken. Kinderen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal onderwijs. Dat blijft. School heeft zorgplicht Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit meteen aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden. Voor een overzicht van het te doorlopen traject, verwijzen wij naar bijlage 2: Stroomschema’s Passend Onderwijs. Samenwerkingsverbanden van scholen in de regio Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In deze samenwerkingsverbanden werken het regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samen. De Boog is aangesloten bij het samenwerkingsverband ‘Passend Onderwijs PO Eindhoven’. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg. Financiering extra ondersteuning Het samenwerkingsverband ontvangt geld voor extra ondersteuning. Dit wordt verdeeld op basis van de afspraken die in het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de scholen. Zo is meer maatwerk mogelijk en het geld zo veel mogelijk worden gebruikt voor ondersteuning op de reguliere school en in de klas.
3.2 Basiskwaliteit van het onderwijs
In het laatste inspectiebezoek (maart 2011) heeft De Boog van de onderwijsinspectie het basisarrangement toegewezen gekregen. Op De Boog werken we volgens de 1-zorgroute en hanteren wij een cyclisch volgsysteem op didactisch, pedagogisch en sociaal-emotioneel gebied (zie bijlage 3: Jaarcyclus Zorgstructuur De Boog).
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 9
3.3 Planmatig handelen
Om opbrengstgericht te werken heeft De Boog op didactisch gebied normen per vakgebied vastgesteld die de basis vormen om de leerlingen de juiste zorg en begeleiding te geven én om ons onderwijsaanbod af te stemmen op de ontwikkelingsmogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerlingen. De Boog, schooljaar 2014-2015 / Streefnormen van De Boog – gerealiseerde niveauwaarden 2014 2015
Technisch lezen DMT
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen
Kaart 3 Gr.3 4.0 4.3 3.8 4.4 3.8 4.3 3.8 4.1 Gr.4 3.8 4.1 3.8 4.0 3.8 4.1 3.8 4.1 Gr.5 3.7 4.2 3.6 3.5* 3.7 4.0 3.7 4.1 Gr.6 3.7 4.2 3.2 2.5* 3.7 3.1 3.7 1.8 Gr.7 3.6 4.1 3.2 3.8* 3.6 3.4 3.6 3.7 Gr.8 3.5 4.5* 3.4 4.1* 3.5 2.3* 3.5 4.1* Getallen gebaseerd op de Eindversie van Cito. Groep 3 heeft met ingang van dit schooljaar de nieuwe LOVC CITO 3.0 versie. * Getallen gebaseerd op CITO-M.
Onderwijsbehoefte De leerkracht volgt de leerling op sociaal- emotioneel en didactisch gebied en houdt zich op de hoogte van de ontwikkeling van de leerling door observatie en toetsing. We gebruiken methodetoetsen en LOVS CITO. De afname van zowel methode als LOVS CITO zijn opgenomen in de jaarplanning per groep en in de toetskalender (zie bijlage 4: Toetskalender). De leerkrachten zijn in staat om gegevens van methodetoetsen, LOVS CITO en observaties te analyseren, te verklaren en daarmee de onderwijsbehoefte van alle leerlingen vast te stellen en er een afgestemd vervolg aan te geven. De analyse, de onderwijsbehoefte en het afgestemde onderwijsaanbod van de leerlingen worden beschreven in het groepsplan en in ParnasSys. (zie bijlage 5: Groepsplannen). Groepsplan e
e
In het groepsplan wordt het onderwijs voor een bepaalde periode gepland verdeeld over de 1 en 2 helft van het schooljaar. In het groepsplan worden haalbare doelen gesteld en op basis daarvan worden leerroutes uitgestippeld. Het groepsplan bestaat uit:
Basisgroep: o
Basisaanbod voor instructiegevoelige leerlingen, gemiddelde leerrendement ligt rond de 100%
Subgroep 1: o
Basisaanbod gereduceerd en aangevuld met verrijking voor instructie onafhankelijke leerlingen, bovengemiddelde leerrendementen >120%
o
Uitdaging, verdieping, zelfstandigheid en afwisseling spelen een grote rol
Subgroep 2: o
Basisaanbod aangevuld met extra instructie, begeleide in-oefening en herhaling voor instructie afhankelijke leerlingen (de pre- en re-teaching groep), gemiddelde leerrendement <80%
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 10
Het groepsplan wordt gemaakt voor de volgende vakgebieden:
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Spelling
Rekenen en wiskunde
De groepsplannen worden gemaakt door de leerkracht. De evaluaties worden besproken tijdens de groepsbesprekingen met de intern begeleider waar vervolgens aandachtspunten benoemd worden voor het daaropvolgende groepsplan. Het nieuwe groepsplan wordt bij de start besproken met de intern begeleider. Besprekingen op groeps- en individueel niveau De continuïteit van de zorg wordt gewaarborgd door een cyclische aanpak. Op groepsniveau worden vijf keer per jaar groepsbesprekingen gehouden met de intern begeleider waarvan er twee opbrengstgericht zijn en in het bijzijn van de directie. De momenten, instrumenten en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het overzicht van de cyclische aanpak didactische groepsplannen en groepsbesprekingen (zie bijlage 3: Jaarcyclus Zorgstructuur De Boog). In de groepsbespreking worden de groepsplannen kritisch besproken en eventuele nuances aangebracht op leerstofaanbod en/of aanpassingen gedaan op zaken als instructie, klassenmanagement, zelfstandigheid, werkhouding en materiaalverzorging. Tevens worden in deze bespreking individuele leerlingen gesignaleerd die meer zorg behoeven. Dit kunnen leerlingen zijn met een dusdanig hoog of laag leerrendement, dat zij geen aansluiting vinden bij het leerstofaanbod binnen één van de 3 niveaus van het groepsplan en/of leerlingen die een meer uitgebreide onderwijsbehoefte hebben voor hun sociaal emotionele ontwikkeling. Voor de zorgleerlingen wordt het leerlingdossier in ParnasSys aangevuld; dit gebeurt 2x per jaar.
Naast de besprekingen op groepsniveau voert de intern begeleider klassenbezoeken uit om de leerkracht te ondersteunen/ coachen in professionalisering ten aanzien van handelingsgericht werken, klassenmanagement, didactiek en pedagogische aanpak.
Binnen het onderwijsleerproces houden we rekening met verschillen tussen kinderen en hun niveau. Dit doen we op leerstof en op sociaal emotioneel gebied. De doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8 vormt een belangrijke basis t.a.v. leerstof, pedagogisch klimaat en sociale vaardigheden. We streven ernaar om onze leerlingen een ononderbroken ontwikkelingslijn te laten volgen. De onderwijskundige visie zoals beschreven in hoofdstuk 2 en de verschillen tussen de leerlingen vraagt een duidelijke structuur, doelmatig klassenmanagement, rust en orde, duidelijke interactie en planmatig handelen. De continuïteit van de zorg wordt gewaarborgd door een cyclische aanpak. Hierbij maken we op De Boog gebruik van de cyclus Handelings Gericht Werken: waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 11
De leerkracht is verantwoordelijk voor de cyclische uitvoering van het handelingsgericht werken. Dit houdt in: 1.
Waarnemen Waarnemen doen we de hele dag op verschillende manieren. Alle professionals gebruiken verschillende tools om zo veel mogelijk gegevens te verkrijgen over een leerling of een groep leerlingen. Hierbij valt te denken aan observeren, afnemen van toetsen, gesprekken voeren, zoeken in bestaande gegevens, gesprekken met ouders.
2.
Begrijpen (van gegevens informatie maken) Alle data die verkregen is door te waarnemen zal door de leerkrachten geïnterpreteerd moeten worden. Dit heeft tot doel om de gegevens om te zetten naar informatie. Op De Boog gebeurt dit door de gegevens te analyseren al dan niet met behulp van analyseformulieren. Analyseren begint breed en algemeen, daar waar nodig is wordt de analyse meer verfijnd. Middelen die ingezet worden bij het maken van een analyse zijn oa.: analyse formulieren, een diagnostisch gesprek, een diagnostische observatie, een analyse gesprek.
3.
Plannen Met de verkregen informatie worden op De Boog plannen gemaakt. Die kunnen variëren in formaat en hoeveelheid. Het groepsplan is een voorbeeld van een halfjaarlijks plan waarin doelen en aanpak beschreven staan voor de 4 hoofdvakken in de groepen 3 t/m 8. In diezelfde groepen kunnen n.a.v. de methodetoetsen kleinere plannen opgesteld worden die in 2 of 3 weken aan bod komen. In groep 1/2 wordt de verkregen informatie verwerkt in zogenaamde accenten die in het groepsplan beschreven worden. Meer hierover is te vinden in de beschrijving van de groepsplannen (zie bijlage 5: Groepsplannen). Met ingang van schooljaar 2015-2016 gaan de groepen 1-2 zich oriënteren op de groepsplannen binnen KIJK!. In de afgelopen twee schooljaren is de methode KIJK! Observatie- en registratiesysteem geïmplementeerd in de onderbouw. Nu gaan we ons verder verdiepen in de mogelijkheden die KIJK! kan bieden middels groepsplannen.
4.
Realiseren De plannen worden uitgevoerd zoals ontworpen. Afhankelijk van de grootte, de organisatie en doelen van de plannen wordt tijdens de uitvoering ervan direct gezocht naar informatie die nodig is om tussentijds bij te stellen of mee te nemen in de evaluatie van het plan. De evaluatiegegevens worden meegenomen naar het onderdeel Waarnemen, waardoor de cyclus opnieuw start.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 12
Op De Boog werken de groepen 3-8 volgens vaste methoden in homogene jaargroepen. Het leerstofaanbod sluit per leerjaar op elkaar aan. Jaarlijks maken de leerkrachten een jaarplan voor alle vakken. Groep 1/2 werken met de methode Kleuterplein. Het vaste didactische model in de kleutergroepen is het werken met de grote en de kleine kring. In de groep 3 t/m 8 wordt gewerkt met het model “Directe Instructie”. Er kan beredeneerd van de modellen afgeweken worden, daarvoor is de deskundigheid en inzicht van de leerkracht noodzakelijk. De praktische uitvoering van de plannen is terug te vinden in de dagplanning, een vast onderdeel in de klassenmap.
3.4 Ondersteuningsniveaus Tijdens de opbrengst- en groepsgesprekken van het desbetreffende schooljaar wordt samen met de leerkracht, intern begeleider en directie de resultaten op zowel groepsniveau als op individueel niveau besproken. Vervolgens worden de leerlingen geplaatst in de verschillende ondersteuningsniveaus. Bijvoorbeeld als een leerling twee keer een D of een E-score heeft behaald, gaat de leerling naar ondersteuningsniveau 2b.
Het basisprogramma, ondersteuningsniveau 1 en 2, wordt beschreven in het groepsplan, gepland voor een e
e
bepaalde periode verdeeld over de 1 en 2 helft van het schooljaar. In het groepsplan worden haalbare doelen gesteld en op basis daarvan worden leerroutes bepaald. Deze leerroutes omvatten de kerndoelen. Verantwoordelijkheid van de leerkracht. Voor ondersteuningsniveau 3, 4 en 5 is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid (leerkracht, interne begeleider, interne/externe deskundige) met betrekking tot het bepalen van de inhoud van het handelingsplan. Verslagen van bv. gesprekken met betrokkenen worden vastgelegd in het leerlingendossier. Hieronder worden de vijf ondersteuningsniveaus (zorgniveaus) verder beschreven. Ondersteuningsniveau Ondersteuningsniveau 1: Basisgroep
Inhoud Cyclus Handelingsgericht Werken door de leerkracht Groepsbespreking
Ondersteuningsniveau 2 (meer en weer): Begeleiding in de groep Ondersteuningsniveau 3: Extra zorg buiten de groep in overleg met de interne begeleider (kan ook in de groep)
Groepsplan Groepsbespreking/Leerlingenbespreking Indien nodig een individueel handelingsplan of extra differentiatie binnen het groepsplan. Externe consultatie: Adviseur leerlingenzorg, observatie
Ondersteuningsniveau 4: Speciale bovenschoolse zorg buiten de groep door externe deskundige
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Leerlingenbespreking Externe consultatie: Onderzoek, observatie, handelingsgerichte diagnose, adviseur leerlingenzorg, begeleiding Ambulant Begeleider (AB-er)
Pagina 13
Ondersteuningsniveau 5: Verwijzing SBO of (V)SO
Leerlingenbespreking Externe consultatie: Orthopedagoog (adviseur leerlingenzorg) PCL/indicatiecommissie Verwijzing
Ondersteuningsniveau 1: Basisgroep
Onderwijs op maat, instructie geven volgens de methode, toepassen van het model “Directe Instructie” en observeren zoals de methode het aangeeft
Vanuit de observatie van de methodelessen extra instructie geven aan kinderen die het niet meteen oppakken d.m.v. pre- en re- teaching en extra verrijking/verdieping voor I-leerlingen
Sociaal- emotioneel volgen, werken aan pedagogisch klasklimaat
De leerkracht is verantwoordelijk
De I+ leerling gaat naar ondersteuningsniveau 2, subgroep 1
Indien de leerling bij 1 of meerdere vakgebieden, of op 1 onderdeel daarvan, onder de norm scoort (IV of V score), gaat de leerling voor het betreffende vakgebied/ onderdeel over naar ondersteuningsniveau 2, Weergroep.
Ondersteuningsniveau 2: Begeleiding in de groep
Analyseren van:
-
Methode gebonden toetsen
-
Niet- methode gebonden toetsen
-
Leertaakaanpak
-
Diagnostisch gesprek
-
Sociaal-emotioneel functioneren (bv. faalangst, motivatie, onzekerheid)
De leerkracht is verantwoordelijk
Subgroep 1 / Meergroep :
-
Verrijkte instructie voor I+ leerlingen die zelfstandig en zorgvuldig werken, en hoge leerrendementen halen. De leerlingen gaan sneller door de stof en werken met methodische en niet methodische verrijkingsmaterialen.
-
Uitdaging, verdieping en afwisseling spelen een grote rol.
-
Aanspreekniveau
-
Denkrelaties leggen
Subgroep 2 Weergroep:
-
Hierin zitten leerlingen die bij het vorige LOVS CITO (groepsgericht schoolonderzoek) onder het verwacht leerrendement hebben gescoord (IV of V score of III-leerlingen die onvoldoende groei in rendement/vaardigheidsscore laten zien). Het dient een beredeneerde keuze te zijn die samenhangt met de diagnose.
-
Clustering van leerlingen kan ook op basis van onderwijsbehoeften plaatsvinden. Bv. III-leerlingen die onzeker zijn en gebaat zijn met extra instructie.
-
Deze leerlingen hebben extra of herhaalde uitleg van de basis leerstof nodig met als doel om het volgende LOVS CITO het verwacht leerrendement te behalen.
-
Deze leerlingen krijgen extra of herhaalde uitleg van de leerstof en gaan vervolgens aan de instructietafel onder begeleiding van de leerkracht de leerstof maken (begeleide verwerking/instructie).
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 14
-
Inzetten extra remediërende hulp vanuit de methode voor een langere periode.
-
Doel is om bij het volgende LOVS CITO in ieder geval vooruitgang te zien t.a.v. het verwacht leerrendement of het verwacht leerrendement te behalen.
De leerkracht bespreekt het ondersteuningsniveau met de ouders. De leerkracht informeert de IB- er over de gevoerde gesprekken.
Ondersteuningsniveau 3: Extra zorg buiten de groep in overleg met de interne begeleider (kan ook in de groep)
Analyse:
-
Analyse methode gebonden toetsen
-
Analyse niet-methode gebonden toetsen
-
Leerbaarheid van de leerling
-
Leertaak aanpak
-
Sociaal-emotioneel functioneren (bv. faalangst, motivatie, onzekerheid)
-
Informatieverwerking
-
Diagnostisch gesprek
Raadplegen van intern begeleider tijdens individuele leerling bespreking voor IV-V leerlingen en lage IIIleerling met extra onderwijsbehoeften
Uitvoeren van kortdurend handelingsplan of differentiatie binnen groepsplan voor lage III-leerling met extra onderwijsbehoeften en IV-V leerlingen
Inzetten van aanvullend, methode onafhankelijk remediërend materiaal
Uitbreiding leertijd
Na bv. 2 of 3 meetmomenten zonder vooruitgang (of nagenoeg geen) te boeken op de vakgebieden en/ of onderdelen, gaat de leerling over naar ondersteuningsniveau 4
Het teamlid dat het handelingsplan uitvoert bepaalt de inzet van materialen en neemt het initiatief wat betreft het opstarten van de hulp, oudergesprek en evaluatie. Het handelingsplan dient besproken en ondertekend te worden met/door de ouders. De IB-er coördineert. Niveau 4: Speciale zorg buiten de groep door externe deskundige
Raadplegen van externe adviseur leerlingenzorg
Inschakelen van externe deskundige
Inschakelen van bovenschoolse hulp
De IB- er coördineert de speciale zorg. De zorg wordt vastgelegd in een handelingsplan en/of begeleidingsplan en wordt besproken met de ouders waarna ondertekening plaats vindt. Na 8 tot 12 weken (of afgesproken periode) wordt het handelingsplan geëvalueerd met de ouders, leerkracht, IBer en externe deskundige . Naar aanleiding van de evaluatie wordt het plan voortgezet, afgesloten of start er een nieuw plan. Wanneer er geen (of nagenoeg geen) ontwikkeling meer plaatsvindt en de school niet (meer) kan voldoen aan de hulpvraag van de leerling, zal in overleg met de ouders worden besproken of een andere vorm van onderwijs wenselijk (noodzakelijk) is (ondersteuningsniveau 5). (mede) Bepalend hierbij zijn de mogelijkheden en de grenzen van school op korte en lange termijn, de leerkracht en de groepssamenstelling.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 15
Ondersteuningsniveau 5: Speciale bovenschoolse zorg
Leerlingen worden verwezen naar het Speciaal Basis Onderwijs (SBO)
Leerlingen worden verwezen naar het Speciaal Onderwijs (SO)
De IB- er coördineert de speciale bovenschoolse zorg. In overleg met de ouders en externe adviseur (en directie) wordt bepaald welke vorm van onderwijs passend is.
3.5 Speciaal Basisonderwijs (SBO) en Speciaal Onderwijs (SO) In sommige gevallen is de behoefte aan zorg van een leerling zo specialistisch dat basisschool De Boog hier niet in kan voorzien. Een leerling komt dan beter tot zijn recht op een speciaal daartoe uitgeruste school. Dit kan een vorm van speciaal onderwijs zijn, zogenaamd Speciaal Basis Onderwijs, maar het kan ook een “gewone” basisschool zijn in de buurt die zich speciaal heeft toegelegd op het verlenen van die specifieke vorm van zorg. Een dergelijke keuze kan alleen gemaakt worden met de volledige instemming en goedkeuring van de ouders.
Procedure verwijzing SBO of SO Als er een verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) nodig is, moet een ‘toelaatbaarheidverklaring’ (TLV) worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. In ons samenwerkingsverband wordt vanaf 1-8-2014 de verwijzing middels de "triade"; de verwijzende school/instelling, ouders en ontvangende school, plaatsvinden. Daarbij is een positief advies voor plaatsing nodig van twee deskundigen.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 16
Hieronder een afbeelding van de "triade".
Voorwaarden voor het aanvragen van een TLV: Het aanvragen van een TLV
Deze wordt aangevraagd door met alle partijen de TLV in te vullen
Voor het aanvragen van een TLV is het volgende in ieder geval noodzakelijk (criteria): criteria voor aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring: 1.
In de triade is aan de hand van handelingsgericht werken aangetoond wat de ondersteuningsbehoefte is van de leerling
2.
Een orthopedagoog of (ontwikkelings)psycholoog en een tweede (wettelijke verplichte) deskundige hebben positief advies gegeven over benodigde plaatsing in SBO of SO
3.
Alle partijen van de triade hebben overeenstemming (in een overeenkomst vastgelegd)
4.
In de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de tijdelijkheid van de toelaatbaarheidsverklaring, de soort TLV en zijn afspraken gemaakt over de terugplaatsingsprocedure.
Officieel vraagt het bevoegd gezag van de school van aanmelding de tlv aan. Dit is dus niet de verantwoordelijkheid van de ouders.
Voor uitgebreide en actuele informatie, evenals de benodigde documenten verwijzen wij naar de website www.po-eindhoven.nl
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 17
3.6 Preventieve en lichte curatieve interventies De hieronder genoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/ of binnen de school en ondersteunen de continuïteit van de schoolloopbaan van de leerling.
We kunnen vroegtijdige signalering van leer-, opgroei- en opvoedproblemen aanpakken, in samenwerking met WIJ Eindhoven en Breed SPIL Zorgteam.
We hebben een goed aanbod en goede aanpak voor leerlingen met lees- en/of spellingsproblemen of dyslexie.
Het analyseren en ontwikkelen van een specifieker rekenaanbod voor kinderen met rekenproblemen.
Voor kinderen met een intelligentie lager dan 80 bespreken we in het ondersteuningsteam of wij dit kind het juiste aanbod kunnen bieden. Dit kan per individueel kind anders zijn. Vanaf groep 6 kunnen we voor kinderen een Ontwikkelingsperspectief (OPP) uitzetten.
Voor meer- en hoogbegaafde kinderen bieden we binnen het groepsplan (bovengroep) verrijking en maken we gebruik van Levelwerk (groep 7 en 8), zie ook paragraaf 4.1.2.
Het schoolgebouw beschikt niet over aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijke handicap. We hebben wel een lift in het gebouw en er is een invalidetoilet.
We hebben een protocol voor medische handelingen (in ontwikkeling).
We beschikken over een orthotheek.
We beschikken over pedagogische en didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen. Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt ZIEN geïmplementeerd in de groepen 3-8. In de groepen 1-2 wordt gebruik gemaakt van KIJK!
Aanpak bij plagen of pesten . Van belang is om signalen van kinderen en ouders serieus te nemen: niet altijd is voor de leerkracht zichtbaar wat er gebeurt op bijvoorbeeld het schoolplein. Te allen tijde dient pesten voorkomen te worden of, indien het zich voordoet, zo snel mogelijk te worden aangepakt.
3.7 Schoolondersteuningsstructuur
Alle verschillende overlegvormen op diverse niveaus samen, noemen we de schoolondersteuningsstructuur. Op de Boog vind je de volgende schoolondersteuningsstructuren:
Het Breed SPIL Zorgteam komt 4x per jaar bijeen. Dit team bestaat uit verschillende disciplines: WIJ Eindhoven, Peuterspeelzaal, Kinderopvang en buitenschools opvang van KOREIN, Zuidzorg, GGD, intern begeleider en directeur De Boog. Indien nodig worden betrokkenen uitgenodigd, bijvoorbeeld de wijkagent. In dit overleg worden de zorgen rondom een kind/gezin besproken met als doel de ontwikkeling van het gezin te bespreken en passende hulp te bieden. Het gaat dan vanuit school om kinderen vanaf ondersteuningsniveau 3. Het doel van het Breed SPIL zorgteam is: - het bespreken van gezinnen en niet alleen individuele kinderen. - coördinatie van de casus. - dossiervorming. - heldere procedures. - hoge omloopsnelheid. - korte lijnen naar Centrum voor Jeugd en Gezin.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 18
- één gezin, één plan van aanpak.
Het ondersteuningsteam school-gezin bestaat uit de medewerker WIJEindhoven en de intern begeleiders. Dit overleg vindt regelmatig plaats. Tijdens dit overleg wordt de voortgang van de ondersteuning van gezinnen besproken en kunnen nieuwe gezinnen worden ingebracht. Op deze wijze worden de lijnen tussen thuis en school zo kort mogelijk gehouden en proberen we de interventies zoveel mogelijk van preventieve aard te laten zijn.
Het interne ondersteuningsteamoverleg vindt maandelijks plaats. Hierin vindt er intern overleg plaats tussen de directeur en de intern begeleiders, ook sluit de ambulante begeleider aan van de Externe Dienst SKPO. Tijdens dit overleg wordt o.a. de signalering en ondersteuning van leerlingen en gezinnen besproken. Ook vindt overleg op beleidsniveau plaats. Onderdelen hiervan komen terug tijdens diverse overleggen en teamvergaderingen. Daarnaast is er, om een doorgaande lijn te waarborgen van peuters naar kleuters, regelmatig overleg tussen leerkrachten onderbouw en intern begeleider van De Boog en pedagogische medewerkers en teamcoach van Korein.
Op aanvraag kan een Consultatieve Leerling Bespreking (CLB) worden aangevraagd. Aan het CLB neemt een orthopedagoog (Externe Dienst SKPO), de Intern begeleider en leerkracht deel. De leerkracht of Intern begeleider neemt initiatief tot het inbrengen van een leerling, ouders worden op de hoogte gebracht.
Expertise binnen de school Algemeen Er zijn twee intern begeleiders werkzaam op De Boog. Zij zijn mede verantwoordelijk voor de zorg van de leerlingen op school-, groeps- en individueel niveau. Eén ib-er en de directeur zijn gecertificeerd School Video Interactie Begeleiders. Ook hebben zij zichzelf kennis en vaardigheden eigen gemaakt met betrekking tot het VVE. Er zijn diverse cursussen gevolgd met betrekking tot autisme en pedagogische gespreksvoering. Waar nodig wordt expertise ingekocht bij externen. Deze kennis wordt dan ook over genomen. Kennis wordt gedeeld in het team. Hiervoor gebruiken we bijvoorbeeld vergaderingen, collegiale consultatie en intervisie momenten. Indien nodig wordt er overlegd met de ambulant begeleider van de Externe Dienst SKPO. Eén ib-er is gecertificeerd remedial teacher.
School Video Interactie Begeleiding School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen en te komen tot kwalitatief goed onderwijs. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwingen. Als school kunnen we een beroep doen op twee gespecialiseerde School Video Interactie begeleiders, namelijk één intern begeleider en de directeur. Zij maken korte video-opnames in de klas en bespreekt deze vervolgens met de leerkracht. Net zoals dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB-er een Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 19
beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, in beheer van de SVIB-er en worden niet zonder uitdrukkelijke toestemming van de leerkracht getoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld. Expertise buiten de school We werken veel samen met externe partners, indien de school handelingsverlegen is. Het gaat dan om problemen van een kind, die de school niet alleen kan oplossen. Het kan gaan om school gerelateerde problematieken en/of problemen in de thuissituatie. Het gaat dan vooral om leerlingen op ondersteuningsniveau 3-4-5. Als de school gebruik maakt van deskundigheid buiten de school, dan spelen ouders in dit proces een belangrijke rol. Samen met school bespreken we welke vervolgacties worden uitgezet en vindt er terugkoppeling plaats op vooraf geplande momenten. De ouders, leerkracht en intern begeleider leggen alles vast in het leerlingdossier. De school heeft contact met verschillende deskundigen: -
Externe Dienst SKPO: Begeleiding voor leerlingen en leerkrachten in het regulier basisonderwijs door medewerkers van de SBO scholen. Deze dienst biedt op allerlei gebieden ondersteuning aan, zoals observaties op leerling- en groepsniveau door een Ambulante Begeleider, het uitvoeren van een capaciteitenonderzoek of onderzoek dyscalculie door een Orthopedagoog.
-
WIJ Eindhoven: WIJ Eindhoven is het nieuwe sociaal beleid in onze stad. Het zorgt ervoor dat mensen de controle houden op hun eigen leven. Ook als zij (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. Die ondersteuning wordt geboden door zogenaamde WIJteams. Deze teams bestaan uit professionele ondersteuners of te wel generalisten. Een generalist werkt in de wijk en treedt op als vaste contactpersoon van een bewoner of gezin die/dat ondersteuning nodig heeft. Samen met die bewoner of dat gezin bepalen ze eerst wat iemand zelf kan doen om zijn situatie te verbeteren (eigen kracht). En of en hoe familie, vrienden of buren daarbij kunnen helpen (samenkracht). Wanneer dan toch ondersteuning nodig is, zal de generalist deze ondersteuning zoveel mogelijk zelf bieden. Dat kan bijvoorbeeld op het gebied van werk, wonen, onderwijs, zorg, samenleven in buurten en wijken, ontmoeting en ontspanning zijn.
-
Jeugdgezondheidszorg GGD: Tijdens de basisschoolperiode komen de leerlingen in groep 2 en in groep 7 in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Het team Jeugdgezondheidszorg besteedt aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase ligt de nadruk steeds op andere gezondheidsaspecten, zoals groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. Bij een onderzoek worden de resultaten altijd na afloop met u en/of uw kind besproken, zo nodig aangevuld met advies. De ouders zijn bij een onderzoek aanwezig.
-
Overige instanties waar de school mee samenwerkt, afhankelijk van de situatie van de leerling, zijn: logopedsiten, bureau Jeugdzorg, Centrum Jeugd en Gezin, Leerplichtambtenaar, MKD, MEE, Vroeghulp, Herlaarhof, Virenze, Opdidact, Bureau PIB, Triade, samenwerking vanuit WSNS.
Groepsgrootte Op De Boog streven we naar evenwichtige groepen van ongeveer 28 leerlingen. De kleutergroepen zijn bij aanvang schooljaar wat kleiner. Zij hebben gedurende het schooljaar te maken met de instroom van 4-jarige e
leerlingen. Naast de leerkracht maken we ook gebruik van stagiaires van de PABO (1 jaars t/m LIO-studenten),
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 20
onderwijsassistentes, Pedagogiek stagiaires en ALO-studenten. Hierdoor creëren we fysiek meer handen in de klas, waardoor de leerkracht extra momenten heeft om aan te sluiten bij de behoefte van de leerling. Deze extra aandacht kan zowel liggen op didactisch, pedagogisch als op sociaal-emotioneel gebied. Dit alles staat beschreven in het groepsplan. Communicatie met ouders Contact met ouders vinden wij als school van groot belang. We zien ouders als partners om samen zo goed mogelijk het onderwijs af te stemmen op de behoefte van het kind. Er zijn gedurende het schooljaar diverse (geplande) activiteiten waar ouders voor worden uitgenodigd of zich voor kunnen inschrijven: informatiebijeenkomst nieuwe schooljaar, rapportgesprekken, informatie voortgezet onderwijs voor de groepen 78, voortgangsgesprekken rondom handelingsplannen. Elke maand worden ouders geïnformeerd via de nieuwsbrief. Ook op de site en de jaarkalender staan belangrijke data en informatie over school genoemd. Voor ouders is het eerste aanspreekpunt de leerkracht, maar indien gewenst kunnen ouders altijd een afspraak maken met de intern begeleider of directie.
3.8 Aanvullende ondersteuning Onder hulpmiddelen verstaan wij alle dingen zoals instrumenten, documenten en werkvormen die ingezet worden om de kwaliteit van onze zorg en begeleiding te borgen en daar waar nodig verder te ontwikkelen of te verfijnen.
Het leerlingendossier Het digitale leerlingendossier bevat verschillende onderdelen: persoonlijke gegevens van de leerling en zijn/haar ouders, gespreknotities met ouders en intern begeleider, didactische gegevens, rapporten, handelingsplannen, onderzoeksverslagen en observaties van de leerkracht. Naast het digitale leerlingendossier is er van elke leerling een papieren dossier welke bewaard wordt in een afgesloten archiefkast. Inhoud van het papieren dossier is: algemene gegevens, aanname, stamkaart, didactische gegevens door de jaren heen, handelingsplanning, eventuele onderzoeken van externe partijen en observaties en correspondentie. Het leerlingendossier ligt op school ter inzage.
De klassenmap en groepsmap De indeling en de inhoud van de klassenmap is voor alle groepen hetzelfde. De indeling is als volgt: absentie / klassenlijst, jaarplanning, regels & afspraken, weekrooster en tabbladen A t/m Z. De groepsmap bevat voor de vier hoofdvakgebieden de groepsplannen en bijbehorende groepsoverzichten onderwijsbehoeften, resultaten methode en niet-methodegebonden toetsen en analyses. Ook belangrijke onderzoeksverslagen van bijvoorbeeld logopediste van individuele kinderen worden hierin tijdelijk bewaard. De jaarkalender In de jaarkalender is een planning gemaakt ten aanzien van leerlingbespreking, groepsbespreking, overleg Breed SPIL Zorg Advies Team, bouw- en teamvergadering en studiedagen. De jaarkalender ligt op school ter inzage, deze wordt op de startvergadering van het nieuwe schooljaar aan medewerkers toegezonden.
Klassenbezoeken
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 21
Er worden klassenbezoeken gedaan door directie en interne begeleider met enerzijds als doel om de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en anderzijds met als uitgangspunt het verbeteren van de leerkrachtvaardigheden om de juiste zorg aan de leerlingen te kunnen geven. Dit gebeurt aan de hand kijkwijzer ‘Directe instructiemodel’, of volgens de principes van school video interactie begeleiding. School Video Interactie School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethode de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen en te komen tot kwalitatief goed onderwijs. Op De Boog wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwingen. De Intern Begeleider en de directeur zijn hierin gespecialiseerd.
Intervisie Intervisie vindt plaats in het bouwoverleg volgens het principe van de incidentmethode waarbij beeldmateriaal ingebracht kan worden. Op deze manier kunnen teamleden ervaringen en ideeën uitwisselen. Kortom: gebruik maken van elkaars kwaliteiten.
Materialen Op school zijn naast bestaande methoden, extra materialen aanwezig, die ingezet kunnen worden om de leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden en te ondersteunen in zijn/haar ontwikkeling. Hierbij kun je denken aan didactische hulpmiddelen zoals concreet materiaal (klokjes, rekenrekjes, remediërende methodes voor de vier hoofdvakgebieden) en ook andere middelen in de vorm van time-timer, tangles, visuele ondersteuning, methode Meichenbaum, wiebelkussen, ander meubilair, time-out plek, Brainblocks, herrieblockers. Steeds wordt in overleg met elkaar (ouders, school en expertise buiten school) bekeken welke behoefte de leerling heeft.
3.8.1 Het Leerlingvolgsysteem (LOVS)
We stemmen ons onderwijs zoveel mogelijk af op de mogelijkheden en behoeften van de groep, waarbij we het individu in de groep niet uit het oog verliezen. Wij gebruiken op onze school het geautomatiseerde leerlingvolgsysteem van ParnasSys. Hiermee registreren wij de vorderingen van de leerlingen op de methodetoetsen en de niet-methode gebonden toetsen, zoals CITO die uitgeeft. Naast de toetsen die voor alle leerlingen gelden, worden op individueel niveau, indien nodig, specifieke toetsen (diagnostisch) afgenomen om een beter beeld te krijgen van de ontwikkeling en de mogelijkheden van de individuele leerling.
Met het registratiesysteem beogen wij het volgende:
We krijgen een goed beeld van de prestaties op individueel-, groeps- en schoolniveau.
Wij volgen de onderwijsvorderingen van onze leerlingen en kunnen vroegtijdig achterstanden constateren, waardoor we zo snel mogelijk een begin kunnen maken met het inlopen of wegwerken van die achterstand.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 22
Leerlingen die ver vooruit zijn, worden gesignaleerd, waarna ze door het aanbieden van verrijkende en uitdagende stof een passend onderwijsaanbod krijgen, binnen het leerjaar. Er vindt differentiatie op tempo en/of niveau plaats.
Methodegebonden toetsen Dit zijn de toetsen die horen bij de lesmethode die op dat moment binnen een groep wordt gevolgd. De leerkrachten registeren de resultaten van de toetsen op taal, spelling, technisch en begrijpend lezen in overzichten behorende bij de methode. De resultaten worden geanalyseerd op voortgang in relatie tot de doelen die gesteld zijn in het groepsplan. N.a.v. deze analyse kan het zijn dat een leerling tijdelijk extra begeleiding nodig heeft in de vorm van instructie of oefening. Dit vindt plaats in de klas op ondersteuningsniveau 2. Ook kan het zijn dan de leerling tijdelijk extra zorg nodig heeft in de vorm van een handelingsplan. Daarnaast maakt de school ook gebruik van toetsen behorende bij de gebieden natuur, aardrijkskunde en geschiedenis.
Niet-methodegebonden toetsen Met deze toetsen krijgt de school inzicht waar een individuele leerling staat in zijn ontwikkeling, maar ook inzicht met betrekking tot de hele groep. Bovendien krijgen we inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op school. De toetsuitslagen van de CITO LOVS zijn op basis van behaalde scores in vijf niveaugroepen te verdelen. Deze niveaugroepen zijn:
bron: www.cito.nl
Verder maken we met deze gegevens een groepsanalyse, trendanalyse of individuele analyse. Op deze manier kunnen we de leervorderingen van de leerlingen en groep nauwkeurig in de gaten houden om zo optimaal te kunnen voorzien in de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een overzicht van alle toetsen voor de groepen 1 t/m 8 staan in de toetskalender (zie bijlage 4: Toetskalender). De basisschoolperiode wordt afgesloten met de Centrale Eindtoets van CITO in groep 8.
Afspraken met betrekking tot de CITO LOVS toetsen Bij de interpretatie van toetsgegevens is, naast de niveau-aanduiding, vooral de ontwikkeling van de leerling van belang. Dit kan worden uitgedrukt in een leerrendement of in de niveauwaarden. Leerlingen die uitvallen zijn
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 23
aanleiding voor nauwkeurigere analyse door de leerkracht, eventueel met behulp van de intern begeleider. Op grond van die analyse kan de leerkracht komen tot een bijstelling van het leerstofaanbod aan het individuele kind of aan de groep of een deel daarvan. Ook hierbij kan de intern begeleider helpen. Wijzigingen worden vastgelegd in het groepsplan. Er wordt een individueel handelingsplan gemaakt voor leerlingen van wie uit de analyse blijkt dat zij een hiaat hebben in de leerstof. Tijdens groeps- en leerlingbesprekingen wordt besproken welke acties de leerkracht heeft ondernomen naar aanleiding van de uitslagen van de Cito-toetsen.
Aanvullende onderzoeken Om een nog beter beeld van de ontwikkeling van het kind te krijgen worden er in de basisschoolperiode de volgende groepsgewijze onderzoeken afgenomen: -
In groep 6 de NSCCT (Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Onderzoek)
-
In groep 8 de NIO (Nederlandse Intelligentie test voor Onderwijsniveau), NPV- J (Nederlandse Persoonlijkheid Vragenlijst -Junior) en de PMT-K (Prestatie Motivatie Test voor Kinderen)
-
In groep 6 t/m 8 de SAQI (School Attitude Questionnaire Internet)
Verder worden er individuele onderzoeken afgenomen op basis van handelingsverlegenheid. De ouders geven voor de onderzoeken schriftelijk toestemming en worden geïnformeerd over de resultaten van hun kind. De uitslagen van de NIO, NPV-J en PMT-K worden opgenomen in het Onderwijskundig Rapport (OKR) voor het Voortgezet Onderwijs.
3.8.2 Dyslexie Voor het goed volgen van het leesonderwijs volgen wij het ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’. Dat betekent dat er gedurende het (voorbereidend) technisch leesonderwijs verschillende meetmomenten zijn waarin we de vorderingen van de leerlingen bekijken. Als blijkt dat de hulp onvoldoende resultaat geeft, kan er een dyslexieonderzoek worden aangevraagd. In overleg met leerkracht, ouders en de ib-er zal het onderzoek door een externe instantie worden afgenomen (mogelijk bekostigd door de gemeente). In bijlage 6 staat een stroomschema voor leerlingen met leesproblemen. Het dyslexieprotocol is te vinden in de Paarse draad. Wanneer er bij de leerling door een officiële instantie dyslexie wordt vastgesteld, zal er gekeken worden naar de mogelijkheden voor aanpassingen binnen de groep. Vanaf groep 6 kan gewerkt worden met het compenserende voorleesprogramma Kurzweil. Hiervoor dienen kinderen in bezit te zijn van een dyslexieverklaring. Wanneer de verklaring vóór groep 6 is afgegeven, worden de toetsen vergroot gekopieerd en voorgelezen door de leerkracht. Ook kunnen kinderen gebruik maken van een leesliniaal, vergroten van leerteksten. Er zijn op school ook leesboeken aanwezig van de Zoeklicht serie. De inzet van middelen wordt altijd in overleg met school, de leerling en de ouders gedaan.
3.8.3 Sociaal-emotionele ondersteuning
Met ons pedagogisch handelen willen we het (positief) zelfbeeld en het zelfvertrouwen van de leerlingen vergroten. We stellen hierbij de basisbehoeften competentie, autonomie en relatie van de leerlingen centraal. Het pedagogisch handelen van de teamleden richt zich zoveel mogelijk op het vervullen van genoemde basisbehoeften. De sociaal emotionele ontwikkeling is van groot belang om te komen tot cognitieve ontwikkeling. Het is het recht van ieder kind zich op school veilig en gewaardeerd te voelen. Voor de sociaal emotionele vorming gaan wij vanaf
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 24
schooljaar 2015-2016 “ZIEN” implementeren in de groepen 3-8. Daarnaast hebben wij op basisschool De Boog de methode: “Kinderen en hun Sociale Talenten”. Afhankelijk van de actualiteit en de hulpvraag worden onderwerpen hieruit in de groep besproken. Voor de groepen 1-2 is met ingang van het schooljaar 2013-2014 KIJK! geïmplementeerd. Dit is een observatie – en registratiesysteem die de ontwikkeling van kleuters volgt. Naast de didactische ontwikkeling staat de sociaalemotionele ontwikkeling in deze methodiek ook centraal. In de groepen 6, 7 en 8 meten we eenmaal per jaar het welbevinden middels de SAQI (School Attitude Questionnaire Internet). Deze vragenlijst geeft informatie hoe de leerling de school ervaart. Deze wordt besproken binnen de groepsbespreking en daar waar nodig door de leerkracht gehandeld. In groep 8 worden bij de leerlingen de NPV-J en de PMT-K afgenomen door pedagogisch medewerkers van onderwijsadviesbureau OCGH. Ouders geven voor de afname hiervan schriftelijk toestemming. De gegevens uit beide testen geven een beeld van de motivatie maar vooral ook huiswerkattitude van een leerling als voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
Observatie en aanpak Om goed zicht te hebben op de veiligheid is het nodig dat de leerkracht het groepsproces observeert. Hetzij in de klas, in de gymzaal, op het schoolplein, in de school. Buiten het klaslokaal geldt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het team. Zo zijn er op het schoolplein afspraken hoe leerlingen met elkaar dienen om te gaan. Vanaf groep 1 leren we de kinderen hoe om te gaan met plagen of onenigheid. We besteden veel aandacht in elke groep aan hoe kinderen zelf onderlinge problemen constructief kunnen oplossen (methode Kinderen en hun Sociale talenten en ZIEN/KIJK!).
Verantwoordelijkheid Het omgaan met elkaar op basisschool De Boog is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerlingen, team en ouders. Wanneer zich problemen voordoen op sociaal emotioneel gebied is het van belang in samenspraak met de ouders het kind zo goed mogelijk te begeleiden. Het is van belang dat ook collega’s hiervan op de hoogte te houden. In de school en op het schoolplein kunnen collega’s ondersteunend werken. Hetzij door observaties, hetzij door interventies, een grapje of een complimentje. Het is van belang dat een leerkracht zijn zorgen over individuele kinderen of over de groep kan delen met collega’s. Het is de verantwoordelijkheid van de leerkracht om ouders van plaag- en pestgedrag van leerlingen op de hoogte te stellen. Het ‘pestprotocol’ is te vinden op de website. Vanaf schooljaar 2015-2016 gaan we als team aandacht besteden aan de verschillende fases binnen groepsvorming en activiteiten die daarbij horen uitvoeren. Ook zal met de methodieken ZIEN en KIJK! per groep een passend aanbod gegeven worden om de sociaal-emotionele ondersteuning te optimaliseren.
3.8.4 Overgang Primair Onderwijs - Voortgezet Onderwijs Vanaf groep 1 t/m 8 worden de resultaten van de kinderen gevolgd door o.a. de onafhankelijke toetsen. Vanaf groep 7 vindt er een eerste oriëntatie plaats op de mogelijkheden binnen het voortgezet onderwijs. Bij het oudergesprek in maart wordt er een voorlopig schooladvies uitgebracht. Het definitieve advies vindt plaats in groep 8. In groep 8 doen de kinderen mee aan de Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO). In groep 8 zijn er verschillende momenten waarop de ouders voorlichting ten behoeve van de schoolkeuze van hun kinderen krijgen. De eerste bijeenkomst zal zijn eind september/begin oktober. Sommige kinderen zullen op de middelbare Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 25
school extra begeleiding nodig hebben. Deze begeleiding wordt leerwegondersteuning (LWOO) genoemd. Als uw kind daarvoor in aanmerking komt, hoort u dat tijdig in groep 8. U moet uw kind dan uiterlijk in februari aanmelden. Bij het definitieve schooladvies spelen de volgende gegevens een rol: -
leerlinggegevens, die de ontwikkeling aangeven vanuit het leerlingvolgsysteem;
-
de persoonlijkheidskenmerken van uw kind;
-
resultaat van de NSCCT van groep 6;
-
het voorlopige schooladvies, verkregen in groep 7;
-
de resultaten van het capaciteitenonderzoek NIO (begin groep 8) en de resultaten van de proefCITO.
Van elke leerling wordt een onderwijskundig rapport opgestuurd naar de school voor voortgezet onderwijs. U ontvangt een afschrift van dit rapport. In april wordt de Centrale Eindtoets van CITO afgenomen. Het tijdpad met juiste data wordt gecommuniceerd met alle betrokkenen.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 26
4.
Extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
In dit hoofdstuk wordt omschreven welke extra mogelijkheden De Boog heeft om leerlingen te voorzien van een passend onderwijsaanbod. Het kan dan gaan om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op: -
leer-en ontwikkelingsondersteuning
-
fysiek medische ondersteuning
-
sociaal-emotionele en gedragsondersteuning
-
ondersteuning in de thuissituatie
Dit alles volgens de principes van handelingsgericht werken.
4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning Arrangement
Invulling Expertise
De school heeft een aanpak voor
De school heeft ervaring opgedaan in het werken met kinderen die een
leerlingen die cognitief iets anders
gemiddeld IQ hebben (> 80) en kunnen werken met aangepaste leerlijnen
nodig hebben dan het basisaanbod.
en ontwikkelingsperspectieven. Beide intern begeleiders hebben de opleiding intern begeleider en de opleiding SVIB afgerond. Aandacht en tijd Bij een groepsgrootte van 28 leerlingen of bij een opvallend hoog zorgniveau wordt gezocht naar een ondersteuningsvorm in de persoon van een collega leerkracht en/of LIO stagiaire. In de onderbouw worden indien mogelijk stagiaires klassenassistente en/of onderwijsassistente ingezet. School heeft de mogelijkheid leerlingen met een individuele leerlijn te begeleiden. Hoe deze begeleiding eruit ziet, zal in gesprek met school, ouders en eventuele externen verder uitgewerkt worden. Steeds zal gekeken worden of de school kan aansluiten bij de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Voorzieningen Alle leerkrachten werken met: -
model Directe Instructie
-
groepsplannen in 3 niveaus
-
vanaf groep 6 bestaat de mogelijkheid te werken met een eigen leerlijn (OPP)
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
-
I+ / Levelwerk
-
coöperatieve werkvormen (oriëntatiefase)
-
werken in hoeken
-
instructietafel
-
digibord
-
laptops
-
orthotheek
Pagina 27
Gebouw De school voorziet in: -
lichte prikkelarme lokalen
-
hal
-
kantoor directie
-
kantoor interne begeleiders
-
ruimte voor externe begeleiders
-
bibliotheek voor de wijk
-
ruimte voor conciërge
-
personeelskamer
Samenwerking De school werkt samen met: -
Externe Dienst SKPO of andere onderzoekbureaus
-
Onderwijsbegeleidingsdiensten
-
IB-netwerk SKPO
4.1.1 Ontwikkelingsperspectief Voor een enkele leerling, die niet het verwachte eindniveau van groep 7 kan behalen, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Het gaat dan om leerlingen die mogelijk in aanmerking zouden komen voor een plaatsing op het S(B)O, leerlingen extra ondersteuningsbehoeften en leerlingen die wellicht uitstromen naar het PrO of in aanmerking komen voor LWOO. Het OPP is een plan waarin beschreven wordt wat het maximale eindniveau van de desbetreffende leerling wordt. Een OPP wordt opgesteld voor één of meerdere vakgebieden. Bij een OPP van een leerling brengt de school in beeld, op basis van alle relevante gegevens, wat ze met deze leerling wil bereiken. De school maakt inzichtelijk aan betrokkenen (school, ouders, leerling) welke doelen ze op lange, middellange en korte termijn nastreeft. Het doel van een OPP is om het onderwijsaanbod voor een leerling te plannen zodat de leerling zich optimaal ontwikkelt. De school moet aan de hand van het OPP kunnen verantwoorden wat de resultaten en leerwinsten zijn en dat er bij de leerling uitgehaald wordt wat er in zit. Het onderwijs is doelmatig en plannend. Het OPP wordt gebaseerd op het verwachte uitstroomniveau. Als het instroomniveau wordt verbonden met het verwachte uitstroomniveau ontstaat een prognose / ontwikkelingslijn. Door middel van het stellen van tussendoelen en het op gezette tijden evalueren daarvan wordt de ontwikkeling gevolgd en het OPP eventueel bijgesteld.
Een OPP wordt opgesteld vanaf groep 6 door de intern begeleider, leerkracht en directie. De intern begeleider heeft hierin de regie en maakt gebruik van externe expertise voor beoordeling van het OPP. In het hele proces worden ouders geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind en zullen zij iedere aanpassing ter goedkeuring dienen te accorderen.
4.1.2 I+ / Levelwerk
Voor leerlingen die opvallen aan de bovenkant (subgroep 1) gaat een stroomschema in werking, zie bijlage 7. Globaal worden deze leerlingen verder onderverdeeld in I, I+ en in I++.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 28
Voor leerlingen zijn er differentiatiemogelijkheden voor handen. Leerkracht streeft naar het aanpassen van de onderwijstijd, onderwijsinhoud, hoeveelheid te maken stof en stemt de instructie hierop af. Streven is om die leerlingen zoveel mogelijk in de klas te voorzien in hun behoeften. De leerkracht kan hiervoor onder andere gebruik maken van de Zinder serie, Rekentijgers, Taal- & Rekentoppers. Wanneer meer- of hoogbegaafdheid is vastgesteld, wordt met ouders een individueel handelingsplan opgesteld. De invulling van de I+ en I++ leerlingen is in ontwikkeling. Vanaf schooljaar 2015-2016 gaan we starten met Levelwerk voor de groepen 7 en 8. Levelwerk is een doorgaande leerlijn voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Vanaf schooljaar 2016 en verder zullen de boxen van Levelwerk aangeschaft worden voor de groepen 6 en lager, dit wordt jaarlijks bekeken. Momenteel zijn we het concept beleid I+ aan het uitschrijven, zodat dit vanaf najaar 2015 in het Schoolondersteuningsprofiel toegevoegd kan worden.
4.2 Fysieke medische ondersteuning
Arrangement
Invulling Expertise
De school heeft een aanpak voor
De school heeft ervaring met:
kinderen met een licht motorische
-
het werken met kinderen met een lichte spraak-taalstoornis
en auditieve beperking en voor
-
het werken met leerlingen met een lichte motorische
medische ondersteuning.
beperking -
het werken met leerlingen een huidziekte
Aandacht en tijd Leerkrachten kunnen met hulp van een Ambulant begeleider en interne ondersteuner het onderwijs afstemmen op een licht motorisch beperkte en licht spraak-taal zwakke leerling. Ook kan een leerling de groep tijdelijk verlaten om samen met een begeleider/ondersteuner een medische handeling uit te voeren. Voorzieningen Er zijn geen speciale voorzieningen. Een ander kan in overleg aangepast en/of aangeschaft worden. Gebouw School beschikt over een lift en heeft een invalidetoilet. Samenwerking School werkt samen met begeleiders van de expertise-centra, logopedisten, Kentalis, fysiotherapeuten, speltherapeuten en met verpleegkundige van GGD/Thuiszorg.
4.3 Sociaal-emotionele en gedragsondersteuning
Arrangement
Invulling Expertise
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 29
-
De school heeft een orthopedagogisch aanbod op
De school heeft ervaring in het werken met kinderen met een stoornis in het Autistisch Spectrum en kinderen met een
individueel niveau.
aandachttekortstoornis. -
Directie, de intern begeleiders en een leerkracht hebben ervaringen in de begeleiding van kinderen met ASS en een aandachttekortstoornis.
-
Een leerkracht en de intern begeleider hebben de module Pedagogische Gespreksvoering gevolgd.
-
Een intern begeleider heeft de cursus ‘SOVA voor leerlingen met ASS’ gevolgd.
-
Eén ib-er is gecertificeerd Remedial Teacher en heeft ruime ervaring in het SBO.
Aandacht en tijd Een langdurende orthopedagogische afstemming, deze vindt 1 op 1 plaats buiten de groep. Op teamniveau het bespreken van sociaal gedrag binnen en buiten de school. Voorzieningen Strategieën en materialen gericht op: -
aanbrengen van structuur.
-
het leren accepteren van en het omgaan met het de stoornis.
-
tegemoet komen aan bewegingsdrang.
-
reduceren van omgevingsprikkels.
Deze interventies richten zich op: -
conflictbeheersing;
-
pestgedrag;
-
groepsvorming.
Gebouw De school voorziet in:
lichte prikkelarme lokalen
hal
kantoor directie
kantoor Interne begeleiders
spreekkamer
ruimte voor externe begeleiders
bibliotheek
ruimte voor conciërge
personeelskamer
Samenwerking De school werkt samen met steunpunt Autisme, Externe Dienst SKPO, divers onderzoeksinstanties en hulpverleners, Playing For Success, Lumens in de Buurt (Tongelre United), onderwijsbegeleidingsdiensten.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 30
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 31
4.4 Ondersteuning in de thuissituatie
Arrangement
Invulling
De school heeft een protocol voor
Expertise
signalering en verwijzing naar hulpverlening in de thuissituatie.
De school heeft ruime ervaring in het begeleiden van ouders en leerlingen naar hulpverlenende instanties. Aandacht en tijd
WIJEindhoven (voorheen Jeugd- en gezinswerker) is wekelijks zichtbaar in de school en heeft een signalerende rol .
De intern begeleiders en/of leerkrachten voeren pedagogische gesprekken met individuele leerlingen.
Het Breed SPIL zorgteam heeft een signalerende en coördinerende rol in de hulp in thuissituaties.
Voorzieningen
Leerkrachten zijn bekend met en kunnen werken met signaleringslijsten vanuit KIJK! en ZIEN.
Er wordt ruimte en tijd gecreëerd voor pedagogische gesprekken.
De mogelijkheid bestaat kinderen aan te melden bij Playing for Success of een speel-praatgroep.
Gebouw Het gebouw voorziet in ruimtes waar gesprekken en of behandelingen (uit)gevoerd kunnen worden. Samenwerking De school werkt nauw samen met de SPIL-partners, de wijkagent, wijkteam, GGD, WIJ- Eindhoven en betrokken hulpverleners binnen een gezin.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 32
5.
Randvoorwaarden
Het persoonlijk belang van de leerling heeft hoge prioriteit. Wij willen dat elk kind zijn basisschooltijd naar eigen mogelijkheden, succesvol kan afronden. Of wij als basisschool het onderwijs voor elke individuele leerling passend kunnen maken is van meerdere factoren afhankelijk. In gesprek met de ouders worden deze factoren besproken en samen afgestemd waar de (on)mogelijkheden van De Boog liggen. Leerling afhankelijke factoren: -
capaciteiten en leerbaarheid;
-
motivatie en inzet;
-
welbevinden en veiligheid;
-
competentiegevoel;
-
de bereidheid en mogelijkheden voor ondersteuning in de thuissituatie.
School-groepsafhankelijke factoren: -
de veiligheid van de groep en de leerkracht;
-
handelingsvaardigheden van de leerkrachten en ib-er;
-
beschikbare middelen en organisatievormen.
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 33
6.
Ambities
Conclusies Op basis van de vergelijking van de inspectie-normen per vakgebied en de gerealiseerde niveauwaarden, concluderen we dat De Boog op basisniveau voldoet aan de eisen die het toezichtkader van de onderwijsinspectie hieraan stelt. Daarnaast kunnen wij in ruim voldoende mate voorzien op extra ondersteuning in leer- ontwikkelingsgebied.
Ambitie: In het schooljaar 2014 – 2015 is het nieuwe schoolplan opgesteld voor de komende vier jaar. Ook zijn de plannen van de I+ en I++ leerlingen verder concreet gemaakt voor de groepen 7 en 8 (d.m.v. aanschaf van materialen en schrijven van beleid). Deze ontwikkeling zal gedurende het komende schooljaar verder uitgewerkt worden voor de groepen 6 en lager. Op gebied van sociaal emotionele ontwikkeling gaan we vanaf schooljaar 2015-2016 de methodiek ZIEN implementeren voor de groepen 3-8. Ook op de jaarplanning staat dat de groepen 1-2 zich gaan oriënteren op het gebruik van groepsplannen binnen KIJK! Tot slot gaan we aandacht besteden aan de verschillende fases van groepsvorming.
Met het team en MR is gezamenlijk de ambitie uitgesproken dat De Boog als wijkschool centraal moet komen te staan. Aansluiten bij de kinderen die uit deze wijk komen, rekening houden met hun (culturele) achtergronden, behoeftes en bagage. Vanuit een gedegen analyse goed zicht hebben op welke kinderen in de wijk aanwezig zijn en daarbij aansluiten. Daarvoor is het noodzakelijk dat de kwaliteit van de totale ondersteuning geborgd wordt. De ingezette interventies op de totale ondersteuningsontwikkeling behoeft kennis, inoefening, ervaring en vertrouwen. Deze ontwikkeling van kwaliteit heeft tijd nodig.
Basisschool De Boog is een school waarin alle kinderen kunnen stralen!
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 34
Bijlagen:
1
Beschikbare deskundigheid en kengetallen laatste 3 schooljaren
2
Stroomschema’s Passend Onderwijs
3
Jaarcyclus Zorgstructuur De Boog
4
Toetskalender
5
Groepsplan
6
Stroomschema Dyslexie
7
Stroomschema I, I+, I++
Schoolondersteuningsprofiel, juni 2015
Pagina 35