Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
Rentevisie 2009-3 10 maart 2009
Hoe groot is het inflatiegevaar? De kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende recessie hebben geleid tot een sterke reactie van beleidsmakers. Centrale banken hebben hun officiële rente fors verlaagd, hebben zeer omvangrijke geldmarktsteun verstrekt en hebben hun balansen stevig verlengd terwijl overheden omvangrijke steun aan het bankwezen hebben verleend en grote stimuleringspakketten optuigen om de economie een impuls te geven. Tot dusver met schijnbaar weinig effect, de economische neergang heeft de laatste maanden aan vaart gewonnen en de financiële markten zijn nog bepaald niet in goeden doen. Maar we moeten de maatregelen van de beleidsmakers ongetwijfeld even tijd geven en zonder dit opmerkelijke overheidsingrijpen zou de situatie bijna zeker nog slechter zijn geworden. Een van de vragen die wordt opgeworpen door het agressieve overheidsbeleid is of het niet tot enorme inflatie en fors hogere rente zal leiden. De redenering daarachter is niet ingewikkeld. De centrale banken creëren geld en als er teveel geld in omloop komt leidt dat tot inflatie. Tegelijkertijd zien overheden hun begrotingstekorten exploderen. Dit leidt tot een sterke stijging van de uitgifte van staatsobligaties wat de prijs van die obligaties kan drukken en daarmee de rente omhoog kan duwen. Sommige analisten beweren dat de vrees voor inflatie de komende paar jaar ongegrond is en dat een forse duurzame stijging van de rente zeer onwaarschijnlijk is. De monetarische visie op inflatie gaat er vanuit dat als er teveel geld in omloop komt, de inflatie zal toenemen. In principe is dit een aantrekkelijke gedachte omdat het voor centrale banken een heldere beleidsstrategie voorschrijft. Om inflatie te voorkomen of te beteugelen moeten ze gewoon zorgen voor de juiste geldgroei. Helaas is het niet zo simpel. De verhouding tussen geldhoeveelheid en inflatie is niet altijd eenduidig. Er zijn constante veranderingen in het financiële systeem waardoor het geldbegrip aan verandering onderhevig is en de omloopsnelheid van het geld verandert. Gedurende de afgelopen decennia hebben economen hun best gedaan om een stabiele relatie tussen geldhoeveelheid en inflatie vast te stellen. De centrale bank heeft slechts beperkte invloed op de basisgeldhoeveelheid. Het gaat hier om verplichtingen van de centrale bank: chartaal geld (munten en bankbiljetten) en tegoeden van het bankwezen bij de centrale bank. Banken creëren op basis hiervan door middel van kredietverlening op hun beurt geld dat onderdeel uitmaakt van de bredere geldbegrippen. Onder normale omstandigheden gebruiken banken een additionele hoeveelheid basisgeld om via het kredietproces ook extra geld te creëren.
Rentevisie 2009-3
Blad 1
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
Als deze verhouding stabiel is, dan kan de centrale bank ook de ruimere geldbegrippen dus redelijk sturen. Verder sturen centrale banken de vraag naar geld met de rente. Ook die sturing is indirect. De invloed van de brede geldbegrippen naar inflatie is niet per se stabiel. Als de omloopsnelheid van het geld wijzigt, dan verandert ook de impact die bredere geldbegrippen op de inflatie hebben. Het is waar dat de centrale banken de geldhoeveelheid sterk vergroten voor zover dat binnen hun directe controle valt; vooral in de VS is de groei van de basisgeldhoeveelheid de laatste tijd spectaculair versneld. Maar de invloed op het nominale BBP en derhalve de inflatie is beperkt. Ten eerste doordat het kredietkanaal verstopt is, dat wil zeggen de groei van de basisgeldhoeveelheid leidt nauwelijks tot groei van ruimere geldaggregaten. Bovendien daalt de omloopsnelheid van het geld duidelijk, zoals dat altijd gebeurt in een recessie. Het agressieve monetaire beleid impliceert derhalve geen direct inflatierisico. Uiteraard kunnen de omstandigheden veranderen. Als het kredietkanaal ontstopt raakt en de omloopsnelheid van het geld weer zou toenemen ontstaan inflatierisico’s. Het komt er voor de centrale banken dan op aan de ruime liquiditeitsvoorziening weer in te perken. Een andere benadering van inflatie dan de monetaristische kijk op de oorzaken van inflatie, is wellicht de meest prominente: door economen de output gap genoemd. De gedachte is dat inflatoire druk toeneemt naarmate meer productiemiddelen in gebruik zijn. Als alle productiemiddelen volledig ingezet zijn, kan aan een toename van de vraag naar goederen en diensten niet voldaan worden. De prijzen zullen dan stijgen om vraag en aanbod aan elkaar gelijk te maken. Omgekeerd, naarmate er meer productiemiddelen ongebruikt zijn, is het inflatoire gevaar gering. De eigenaren van de productiemiddelen hebben dan immers geen macht om hun prijzen te verhogen. Het verschil tussen het feitelijke productieniveau en de maximale productie als alle productiemiddelen zijn ingezet, wordt de output gap genoemd. Naarmate er sprake is van toenemende onderbezetting van het productieapparaat neemt de inflatoire druk af. Als de (negatieve) output gap zeer groot wordt, en er dus sprake is van een hoge mate van onderbezetting, dan ontstaat mogelijk een druk om de prijzen te verlagen, deflatie. De recessie waarin de mondiale economie zich momenteel bevindt, zal zonder twijfel leiden tot een ongekend grote output gap of onbenutte productiecapaciteit. De deflatoire druk die daarvan uit zal gaan, zal sterk zijn. Zelfs als de economie zich weer herstelt, zal het jaren duren voordat de overcapaciteit is weggewerkt. Met een dergelijke achtergrond is het zeer onwaarschijnlijk dat inflatie snel zal terugkeren. De laatste maanden is de inflatie snel gedaald. In de VS daalde de inflatie van 5,6% in juli 2008 tot 0,0% in januari 2009. In de eurozone bedroeg de inflatie in juli 4,0%, maar is deze gedaald tot 1,1% in februari 2009. Natuurlijk hebben gedaalde grondstofprijzen, vooral van olie, sterk bijgedragen aan deze daling. Maar nu de inflatie zo laag is en gegeven de slechte economische vooruitzichten is het zeer waarschijnlijk dat de inflatie onder nul gaat zakken. Vooral
Rentevisie 2009-3
Blad 2
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
in de VS en vooral in het tweede kwartaal. Dat komt deels door basiseffecten. In het tweede kwartaal in 2008 liep de inflatie scherp op door de stijgende olieprijzen. Het is goed mogelijk dat de Amerikaanse inflatie tegen het midden van het jaar fors negatief zal zijn. Op zich is het niet zo erg als prijzen een beetje dalen. Maar als dit lang aanhoudt en aanleiding is voor een verlaging van lonen, dan dreigt een pijnlijk deflatoir proces. We hebben weinig ervaring met de omstandigheden die nu op ons afkomen. Het is daarom heel moeilijk in te schatten hoe groot het deflatiegevaar op korte termijn precies is. Het is in ieder geval groot genoeg om er rekening mee te houden.
Opnieuw verlaging rente in eurozone De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vorige week besloten de rente voor de vijfde maal op rij te verlagen. Het belangrijkste rentetarief wordt verlaagd met 50 basispunten van 2,0% naar 1,5%. De renteverlaging komt overeen met de consensus. Het is de vijfde achtereenvolgende maand dat de rente wordt verlaagd in de landen die de euro als munteenheid hebben. Op 15 januari ging de rente met 50 basispunten omlaag van 2,0% naar 2,5%. Eerder, op 4 december, verlaagde de ECB het rentetarief met 75 basispunten, na twee voorgaande verlagingen van 50 basispunten in november en oktober. Met de verlaging van vandaag heeft de ECB de rente in totaal met 275 basispunten terug gebracht. De ECB hanteert het rente-instrument voornamelijk om ervoor te zorgen dat de inflatie in de eurozone beperkt blijft. De ECB heeft daarbij de doelstelling de inflatie onder, maar in ieder geval dicht bij de 2% te houden.
Renteverlaging Bank of Engeland Ook het besluit van de Bank of Engeland (BoE) om het rentepercentage van 1% met 50 basispunten te verlagen werd verwacht. De Britse rente stond al op een historisch dieptepunt en komt nu steeds verder in de buurt van een nulstand. In oktober stond het rentepercentage nog op 5%. De Britse economie is inmiddels in een flinke recessie terechtgekomen. In januari en februari verlaagde de BoE de rente ook al met 50 basispunten Er bestaat echter twijfel of verdere renteverlagingen de economie evenredig stimuleren. Sommige deskundigen denken dat de overheid binnenkort genoodzaakt zal zijn om geld te gaan drukken om de vraag op te voeren. In de Verenigde Staten staat de rente al op een historisch dieptepunt tussen de 0 en 0,25%. De BoE liet weten ter waarde van GBP 75 miljard (84 miljard euro) aan overheidsobligaties van banken over te kopen. Op deze manier krijgen de banken aanzienlijk meer liquide middelen tot hun beschikking. De methode staat bekend als 'quantitative easing'. De centrale bank laat de geldpersen niet letterlijk draaien, maar vergroot toch de hoeveelheid geld op de kredietmarkten aanzienlijk. Omdat met de jongste renteverlaging de centrale bank geleidelijk de mogelijkheid verliest om het renteinstrument in te zetten om de economie te stimuleren, neemt de BoE nu aanvullende maatregelen.
Rentevisie 2009-3
Blad 3
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
De industrie in de eurozone De industrie in de eurozone heeft in februari haar slechtste maand beleefd in zeker twaalf jaar tijd, zo blijkt uit een peiling onder inkoopmanagers door marktonderzoeker Markit. Volgens analisten is het een duidelijke aanwijzing dat de economie ook in het eerste kwartaal van dit jaar een forse krimp te zien zal geven. De index voor de industriële bedrijvigheid kwam uit op 33,5 punten, de laagste stand sinds Markit in 1997 met het onderzoek begon. In januari stond de index nog op 34,4. Economen hadden voor februari een krimp verwacht tot 33,6. Het is voor de negende maand op rij dat het cijfer onder de 50 blijft, de grens tussen groei en krimp van de activiteiten. In januari waren er enige tekenen van stabilisatie, zei econoom Dominic Bryant van BNP Paribas. We hadden de indruk dat we de bodem wel hadden bereikt. Nu is duidelijk dat we voorbarig waren. De cijfers van het bruto binnenlands product over het eerste kwartaal kunnen volgens Bryant wel eens net zo slecht uitpakken als die over het tamelijk desastreus verlopen vierde kwartaal 2008. Toen was er sprake van een economische krimp in de eurozone van 1,5%. Volgens Markit-econoom Chris Williamson weerspiegelen de cijfers over februari een daling van de industriële productie en de werkgelegenheid van respectievelijk 12% en 5% op jaarbasis. Voor Duitsland kwam de index uit op een stand van 32,1, iets hoger dan in januari. Maar de industriële bedrijvigheid in Frankrijk en Italië daalde fors ten opzichte van de eerste maand van het jaar. De index voor Groot-Brittannië daalde voor de tiende achtereenvolgende maand tot een nieuw dieptepunt van 34,7.
Afhankelijk van de VS Uit gereviseerde cijfers over het laatste kwartaal van 2008 blijkt dat de Amerikaanse economie in veel zwaarder weer is terechtgekomen dan de eerste schatting deed vermoeden. Dit belooft niet veel goeds, noch voor de VS noch voor de rest van de wereld. Dat had betrekking op de eerste schatting van de economische groei in de VS in het laatste kwartaal van 2008. De markten hadden geannualiseerd een krimp van 5,4% verwacht terwijl de werkelijke krimp ‘maar’ 3.8% bedroeg. De opluchting van toen was niet terecht, zo bleek afgelopen week. De werkelijke krimp was 6,2% en dus een stuk forser dan de al zwartgallige verwachting van marktparticipanten. Alle hoop, niet alleen van de VS maar van de hele wereld, is nu gevestigd op het enorme stimuleringspakket van Obama en verdere agressieve monetaire maatregelen van de Fed. Een stabilisatie van de wereldeconomie lijkt zonder een vorm van stabilisatie van de kolossale Amerikaanse economie niet mogelijk. Zonder onderscheid te maken naar het ontwikkelingsniveau van landen, wijzen overal ter wereld indicatoren zoals economische groei, industriële productie, buitenlandse handel en vertrouwensindicatoren op een zeer sterke terugval van de economische activiteit. Bovendien indiceren zij een langdurige periode van laagconjunctuur. Exemplarisch voor de economische situatie in de VS is het drijfzand waarin de bouwsector is terechtgekomen. Zo is volgens recentelijk gepubliceerde cijfers het aantal verkochte nieuwe huizen in januari op maandbasis gedaald met
Rentevisie 2009-3
Blad 4
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
ruim 10%. In absolute termen bedroeg het aantal verkochte nieuwe woningen in januari maar 22% van het aantal in topmaand juli 2005. Een soortgelijke trend tekent zich af op de huizenmarkt. Werd recentelijk al gemeld dat de verkoop van bestaande woningen in januari met 5,2% daalde, een dag later werd duidelijk dat die neergang bij nieuwe woningen nog heftiger is geweest. Met 309.000 verkochte woningen op jaarbasis is een historisch dieptepunt bereikt sinds de cijfers in 1963 zijn bijgehouden. De markt wordt overspoeld door gedwongen verkopen waardoor bouwers hun huizen nauwelijks kwijtraken. Gegeven deze zeer sombere economische setting zijn wij niet geneigd om al te veel waarde te hechten aan twee vertrouwensindicatoren die vorige week zijn gepubliceerd en die een lichte stijging lieten optekenen van januari naar februari. Het consumentenvertrouwen, gemeten door de universiteit van Michigan steeg, van 56,2 naar 56,3 en de Chicago PMI steeg van 33,3 naar 34,2. In de eerste twee maanden van 2009 heeft de economische neergang juist in de Verenigde Staten hard doorgezet. Dit blijkt uit de orders voor duurzame goederen en uit de verkoopcijfers van nieuwe huizen die de afgelopen tijd zijn gepubliceerd. Bij de duurzame goederen was sprake van de zesde daling op rij. De orders voor duurzame goederen zakten in januari met 5,2% ten opzichte van december, zo meldde het Amerikaanse Commerce Department. Dat is twee keer hoger dan verwacht en het betekent een versnelling van de neergang. In november bedroeg de daling 4% en in december 4,6%. Exclusief defensiegoederen en vliegtuigen, wat uitzicht biedt op toekomstige bedrijfsinvesteringen, bedroeg de afname 5,5%. Bedrijven snoeien op alle terreinen in de uitgaven om de recessie te overleven, aldus econoom Tim Quinlan van Wachovia tegenover persbureau Bloomberg. De neergang in bedrijfsinvesteringen die zich eind vorig jaar aftekende, lijkt zich alleen maar te hebben versneld in het nieuwe jaar. Gevreesd wordt dat de problemen verder toenemen naarmate meer Amerikanen hun baan verliezen. Binnen de nieuwe regering is al een aantal van zes miljoen gezinnen genoemd die hun woning kunnen verliezen als Amerikaanse beleidsmakers niet snel een poging ondernemen om de neergang op de huizenmarkt te stuiten. Een indicatie voor het grotere aantal mensen dat wellicht in problemen komt, volgde donderdag uit de wekelijkse aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen. Het aantal mensen dat opnieuw aanklopte voor inkomenssteun steeg naar een nieuw record van 5,1 miljoen. Het aantal nieuwe aanvragen was vorige week met 667.000 een stuk hoger dan de 627.000 aanvragen die werden verwacht. Het historische dieptepunt uit oktober 1982 ligt op 695.000 aanvragen. Het is de vierde week op rij dat de nieuwe aanvragen boven de 600.000 liggen.
Rentevisie 2009-3
Blad 5
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
De kapitaalmarktrente De kapitaalmarktrente is de laatste maanden zeer volatiel geweest. Het effectieve rendement op Amerikaanse staatsobligaties met een resterende looptijd van 10 jaar bedroeg begin november nog zo’n 4,0%. Eind december werd een stand geregistreerd van 2,1%, maar inmiddels wordt weer zo’n 3,0% genoteerd. Duitse staatsleningen waren iets minder volatiel. Ook die noteerden begin november iets minder dan 4,0%, om aan het eind van het jaar 2,9% te renderen en inmiddels weer 3,1%. Voor Nederlandse staatsleningen waren de yieldniveaus op dezelfde momenten 4,4%, 3,5% en 3,9%. De combinatie van inflatievrees en vrees voor de sterk toenemende uitgifte van nieuwe leningen om de gapende begrotingstekorten te financieren, hebben de effectieve rendementen sinds de jaarwisseling omhoog geduwd. De vraag is of de recente beweging zal aanhouden. Dat de lange rente duurzaam zou stijgen, lijkt erg onwaarschijnlijk. Allereerst is inflatievrees binnen een termijn van laten we zeggen twee jaar ongegrond. Bovendien is de economie erg kwetsbaar. Een stijging van de lange rente leidt snel tot een verdere terugval. Die leidt weer tot steun voor de obligatiemarkt. De vrees voor problemen bij funding is wellicht begrijpelijk, maar toch lijkt het waarschijnlijk dat fundingproblemen wel zullen meevallen. De economische terugval vermindert de vraag naar geld uit de particuliere sector. Het grootste gevaar voor de obligatiemarkt komt de komende maanden misschien van een sterker dan verwachte economische opleving. De terugval in de economische bedrijvigheid is wel heel extreem geweest. Als het proces van voorraadintering in de industrie ten einde komt, en dat moet een keer gebeuren, is het heel goed mogelijk dat vertrouwensindicatoren weer behoorlijk oplopen. Hoewel dit mogelijk niet veel meer dan een valse start is, kan het wel tot een (tijdelijke) stijging van de kapitaalmarktrente leiden. Vooruitblik Met liquiditeitsinjecties vergroot de ECB de mogelijkheden voor commerciële banken om kredieten aan bedrijven en huishoudens te blijven verstrekken. De banken, die elkaar nauwelijks meer vertrouwen, hoeven niet bij elkaar aan te kloppen als ze tekorten hebben, maar kunnen bij de ECB langsgaan. De centrale bank heeft effectief de geldmarkt overgenomen, zeggen analisten. Dat heeft er volgens Trichet toe geleid dat het transmissiemechanisme niet significant belemmerd wordt. De substantiële renteverlagingen die we in de afgelopen maanden hebben doorgevoerd, worden door de banken doorgegeven aan het publiek, zo stelde de bankpresident. Het interbancaire tarief voor leningen met een looptijd van drie maanden is tot een nieuw dieptepunt van 1,78% gedaald. Op basis van dat tarief worden de prijzen van onder meer variabele hypotheken, rekening-couranttarieven voor bedrijven en creditcards bepaald. De interbankrente ligt hoger dan de basisrente van de ECB. De basisrente ligt op een historisch laag niveau van
Rentevisie 2009-3
Blad 6
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
1,50%. De vergoeding die commerciële banken ontvangen als ze overtollig kasgeld bij de ECB stallen, zal op 0,50% uitkomen. Daarmee is geld voor de banken nagenoeg gratis geworden. In onderstaande tabel worden de verwachtingen ten aanzien van de 3-maands Euribor-rente van enkele banken weergegeven. Uit de prognoses blijkt dat de genoemde grootbanken de eerste 3 maanden een gemiddelde daling van gemiddeld 18 basispunten van de korte rente verwachten. Over 12 maanden verwacht de markt een daling van 15 basispunten. Uiteindelijk zal de rente over een jaar een gemiddeld niveau van 1,63% bereiken, aldus analisten. We zien dat de grootbanken een verwachte 3-maands Euribor-rente over 12 maanden van minimaal 1,20% en maximaal 2,23% in hun prognose hebben opgenomen. 3-maands Euribor
4 maart 2009
9 februari 2009
1,78%
2,02%
2,00%
2,10%
1,70%
1,70%
Actuele rente Visie over 3 maanden ING1 Fortis Bank Rabobank
2
3
1,49%
1,59%
ABN AMRO4
1,20%
1,70%
Gemiddelde
1,60%
1,77%
ING
1,40%
1,30%
Fortis Bank
1,70%
1,70%
Rabobank
2,23%
2,25%
ABN AMRO
1,20%
1,90%
Gemiddelde
1,63%
1,79%
Visie over 12 maanden
N.B.:. Bovenstaande tarieven zijn exclusief spread
1
Bron: Rente- en Valutavisie (ING) 2 Bron: Fortis Bank: International Economics Daily 3 Bron: Rabobank: Dagbericht 4 Bron: ABN AMRO Bank Global be weekly research
Rentevisie 2009-3
Blad 7
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
Het actuele forwardtarief van de 3-maands Euribor over 3 maanden bedraagt 1,55%. Het actuele forwardtarief van de 3-maands Euribor over 12 maanden bedraagt 1,77%. Het forwardtarief over 3 maanden is 5 basispunten lager dan de gemiddelde renteverwachtingen van genoemde banken, terwijl de gemiddelde verwachting over 12 maanden 14 basispunten lager is dan het huidige forwardtarief over 12 maanden. Kansen voor woningcorporaties Gelet op de yield curve, constateren we dat de verwachting dat de korte rente verder zou dalen in februari is uitgekomen en verder is gedaald naar een niveau van 1,78%. Met de hoge spreads die op dit moment in rekening gebracht worden, gaat onze voorkeur nog steeds uit naar kortlopende financieringen. Op het moment dat de spread op het normale niveau is teruggekeerd kan door de inzet van een rentederivaat de structuur worden verlengd.
De verwachtingen van banken ten aanzien van de lange rente (10-jaars swap) laten zich als volgt samenvatten. 10-jaars swap
4 maart 2009
9 februari 2009
Actuele rente
3,45%
3,77%
ING
3,40%
3,10%
Fortis Bank
3,68%
3,60%
Visie over 3 maanden
Rabobank
3,48%
3,58%
ABN AMRO
3,30%
3,40%
Gemiddelde
3,47%
3,42%
ING
3,80%
3,30%
Fortis Bank
4,18%
3,50%
Visie over 12 maanden
Rabobank
3,48%
3,70%
ABN AMRO
3,10%
3,50%
Gemiddelde
3,64%
3,50%
N.B.: Bovenstaande tarieven zijn exclusief spread
Het actuele forwardtarief van de 10-jaars swap over 3 maanden bedraagt 3,43%. Het actuele forward-tarief van de 10-jaars swap over 12 maanden bedraagt 3,65%. Beide tarieven liggen nagenoeg op hetzelfde renteniveau als de verwachtingen van de grootbanken.
Rentevisie 2009-3
Blad 8
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
Vooruitblik De in bovenstaande tabel genoemde grootbanken verwachten dat de 10-jaars swaprente over 3 maanden een niveau van circa 3,47% noteert. Dit betekent dus een nagenoeg zelfde niveau met 2 basispunten hoger dan het huidige renteniveau. De gemiddelde verwachting van 3,64% over 12 maanden ligt 19 basispunten hoger dan het actuele tarief. Kansen voor woningcorporaties Het aantrekken van fixe leningen met een langere looptijd kan nog steeds, hoewel het aantal aanbieders zeer beperkt is en de spreads nog steeds behoorlijk oplopen. Een 20-jaars swap met contante storting bedraagt op dit moment 3,77% (excl. spread voor roll-over of andere modaliteit), terwijl het tarief voor een 30-jarige swap 36 basispunten lager ligt op 3,41% (excl. spread). Het tarief voor contante storting van de 40-jaars swap bedraagt op dit moment 3,19% (excl. spread) en voor de 50-jaars swap op 3,09% (excl. spread).
Rentevisie 2009-3
Blad 9
Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten t: 030 693 60 00 f: 0499 33 83 88 KvK nr. 31042832 e:
[email protected] i: www.atrive.nl
Bijlage: Rentegrafieken 04-03-2009
ONTWIKKELING 3-MAANDS EURIBOR (01-01-08 - 04-03-09) 5,50 % 5,2 5% 5,0 0 % 4 ,75% 4 ,50 % 4 ,2 5% 4 ,0 0 % 3 ,75% 3 ,50 % 3 ,2 5% 3 ,0 0 % 2 ,75% 2 ,50 % 2 ,2 5% 2 ,0 0 % 1, 7 5 % 1- 18 - 4 - 2 1- 9 - 2 6 - 12 - 2 9 - 16 - 2 - 19 - 6 - 2 3 - 9 - 2 6 - 12 - 2 9 - 16 - 2 - 19 - 6 - 2 3 - 9 - 2 6 - 12 - 1j an- j an- f eb - f eb - mr t - mr t - ap r - ap r - mei - j un- j un- j ul - j ul - aug - aug - sep - sep - o kt - no v- no v- d ec- d ec- j an- j an- f eb - mr t 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 09 09 09 09
10-JAARS IRS (01-01-08 - 04-03-09)
5 , 10 % 4 ,9 0 % 4 ,70 % 4 ,50 % 4 ,3 0 % 4 , 10 % 3 ,9 0 % 3 ,70 % 3 ,50 % 3 ,3 0 % 118 - 4 2 1- 9 - 2 6 - 12 - 2 9 - 16 - 2 - 19 - 6 j an- j an- f eb - f eb - mr t - mr t - ap r - ap r - mei - j un- j un- j ul 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08
2 3 - 9 - 2 6 - 12 - 2 9 - 16 - 2 - 19 6 - 2 3 - 9 - 2 6 - 12 1j ul - aug - aug - sep - sep - o kt - no v- no v- d ec- d ec- j an- j an- f eb - mr t 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 09 09 09 09
10 jaars swapcurve
200 daags gemiddelde 10 jaars swap
YIELDCURVE OP BASIS VAN SWAPRENTES
5,0 0 % 4 ,50 % 4 ,0 0 % 3 ,50 % 3 ,0 0 % 2 ,50 % 2 ,0 0 % 1, 5 0 % 1, 0 0 %
0
1
2
3
4
5
6
4 , 12
4 ,12
4 , 13
7
8
4 , 14 4 , 16
9
10
4 , 17 4 , 19
12
15
20
25
30
40
45
50
3 1- d ec- 0 6
3 ,6 7 4 ,0 8 4 , 13 4 , 13
4 , 2 2 4 , 2 7 4 ,3 0 4 , 3 0 4 , 2 8 4 ,2 5 4 ,2 3 4 , 2 0
3 1- d ec- 0 7
3 ,9 2 4 ,70 4 , 53 4 , 50 4 , 54 4 ,56 4 , 59 4 , 6 2 4 , 6 5 4 ,6 9 4 , 72 4 , 79 4 , 8 6 4 ,9 1 4 , 9 1 4 , 8 9 4 ,8 4 4 ,8 1 4 , 79
3 1- d ec- 0 8
2 ,3 5 2 ,6 4 2 , 72 2 , 9 6 3 , 12
1- mr t - 0 9
1, 3 7 1, 9 0
3 ,2 5 3 , 3 7 3 , 4 8 3 , 58 3 ,6 7 3 , 75 3 , 8 6 3 , 9 2 3 ,8 8 3 , 70 3 , 57 3 ,3 5 3 ,3 1 3 , 2 7
2 , 0 8 2 , 3 8 2 , 6 1 2 ,79 2 , 9 6 3 , 11% 3 , 2 3 3 ,3 5 3 , 4 5 3 , 6 2 3 , 8 0 3 ,8 4 3 , 6 6 3 , 4 8 3 ,2 1 3 ,14
Rentevisie 2009-3
3 ,0 6
Blad 10