RENT A PLANT NEN-ISO 26000 Zelfverklaring Onderbouwing en toelichting Almelo 1 mei 2013
1. Inleiding Rent a Plant levert interieurbeplanting aan midden- en kleinbedrijven in Nederland en Duitsland. Het bedrijf is gevestigd in Almelo. Rent a Plant heeft 7 onderhoudsmedewerkers in dienst, woonachtig in zowel het oosten als het westen van Nederland. Dit om de aanrijdroutes naar de verschillende klanten zo kort mogelijk te houden. Het bedrijf wordt aangestuurd door 2 directeuren, Myrian en Johan Reuvers.
NPR 9026:2011
2
2.
Missie en visie van Rent a Plant
2.1. Missie Rent a Plant streeft naar een verbetering van het binnenklimaat in kantoorruimten door middel van verkoop en onderhoud van binnenbeplantingen. Daarbij het bieden van een breed pakket aan aanverwante groene producten, het creëren van een prettige werkomgeving en het verhogen van klanttevredenheid alsook het verbeteren van het welzijn van medewerkers en het merkimago. Door als team te werken, leveren we uitstekende service en werken we aan het behouden van onze relaties. 2.2. Visie Rent a Plant onderscheidt zich in de branche door middel van een stevig verankerd MVO beleid wat tot uitdrukking komt in alle facetten van het bedrijf. Door het uitdragen van het MVO beleid zal Rent a Plant zich blijvend onderscheiden van haar concurrenten en een waardevolle marktpartij zijn voor haar relaties.
3. Organisatiestructuur 3.1. Organisatieschema Rent a Plant
Rent a Plant Directie
Onderhoudsmedewerkers
Secretariaat
Boekhouding
NPR 9026:2011
3
3.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden behorende bij de verschillende functies in het kader van de besluitvorming 3.2.1. Directie Johan Reuvers Algemene besluitvorming Commerciële eindverantwoordelijke Business Developer/Initiator Marketing IT
Myrian Reuvers Algemene besluitvorming Dagelijkse bedrijfsleiding Financiële administratie Inkoop Personeelsmanagement Verkoop binnendienst 3.2.2. Secretariaat
Administratie Telefoon beantwoording Onderhoud website MVO, NEN-ISO 26000 ISO 9001 certificering
NPR 9026:2011
4
3.2.3. Onderhoudsmedewerker
Controleren inkoop Plantenbakken opbouwen Plantenbakken uitleveren bij klanten Onderhoud planten Klanten contact Verkoop bij bestaande klanten Acquisitie, signaleren potentiële klanten Werkoverleg
3.2.4. Boekhouding Voeren boekhouding 3.3. Besluitvorming De besluitvorming binnen Rent a Plant vindt plaats op directie niveau. Gezien de omvang van het bedrijf en zijn aard zijn de directeuren voortdurend bij elk beslissingsproces betrokken en eind verantwoordelijk. De medewerkers worden in de besluitvorming betrokken daar waar deze raakvlakken heeft met de taken en verantwoordelijkheden van elke medewerker en daar waar uitwisseling van ervaringen uit de praktijk nodig is. Elke medewerker heeft de verantwoordelijkheid over zijn eigen taken en dat deze naar de gestelde maatstaven worden uitgevoerd. De maatstaven zijn beschreven in elke functie omschrijving. Zie bijlage 1. 3.4. Stakeholders Stakeholder= individu dat of groep die een belang heeft bij besluiten of activiteiten van Rent a Plant.
NPR 9026:2011
5
Rent a Plant identificeert de volgende stakeholders: Aandeelhouders Medewerkers Klanten Leveranciers Gesponsorde organisaties Lokale overheden Brancheorganisatie
3.4.1. Relatie tussen Rent a Plant en de stakeholders Rent a Plant streeft ernaar de verwachtingen, belangen, eisen en wensen van haar stakeholders zo goed mogelijk te kennen en na te leven. Indien naleving strijdig is met het belang van de organisatie, zal de weging van het maatschappelijk belang onderdeel uitmaken van de te nemen beslissing. In onderstaande figuur staan welke aspecten ten aanzien van de relatie met de verschillende stakeholders in het bijzonder van toepassing zijn.
NPR 9026:2011
6
Eerlijkheid Kwalitiet Effectiviteit Transparant
Medewerkers
Kwaliteit Service Proactief Effectiviteit
Betrokkenheid Respect
Gesponsorde organisaties
Klanten
Rent a Plant Branche organisatie Objectief Betrokkenheid Proactief
Leveranciers Eerlijkheid Respect Effective communicatie
(Lokale) Overheid Naleving wet geving Betrokkenheid Duurzaamheid
Proactief ‘Goede buur’ Effectiviteit Transparant
NPR 9026:2011
7
Bijlage 1.
CO2 footprint doelstellingen van Rent a Plant B.V. Rent a Plant zorgt op jaarbasis (meetpunt 2012) voor een CO2 uitstoot van 46 ton. De uitstoot wordt voornamelijk gecreëerd door twee bronnen. 1. Verwarming van het bedrijfspand (32%) 2. Uitstoot van auto’s (mobiliteit) ( 68%)
CO2 emissie in kg 35000 30000 25000 20000 CO2 emissie
15000 10000 5000 0 Bedrijfspand
Mobiliteit
De grootste bron van uitstoot lijkt vooralsnog een onontkoombare te zijn. De aanwezige auto’s (diesels met roetfilter) zijn allen de zuinigste in hun soort en zijn derhalve relatief gezien schone voertuigen.
NPR 9026:2011
8
Het bedrijfspand, en dan met name de bedrijfshal waar de planten staan, wordt verwarmd d.m.v. een gasheater; het kantoor d.m.v. een geiser. Een belangrijke factor in deze is dat de bedrijfshal jaar rond op een temperatuur van 20 ºc wordt gehouden. Het doel van Rent a Plant is om een verwarming van de bedrijfshal te realiseren door middel van een “ lucht-lucht” warmtekoppeling. Hiermee wordt warmte uit de buitenlucht gehaald en is geen gas meer benodigd voor de verwarming. De doelstelling is om met deze investering de CO2 emissie met 10 ton te verlagen in 2013. Hiermee wordt de uitstoot terug gebracht met 22%. Voor de toekomst wordt steeds gekeken naar de zuinigste vorm van mobiliteit. Dat betekent dat ook hierin met nieuwe ontwikkelingen weer mogelijkheden ontstaan om de CO2 emissie verder terug te brengen. Rent a Plant houdt deze ontwikkelingen scherp in de gaten en zal deze waar mogelijk implementeren.
NPR 9026:2011
9
Bijlage 2.
Duurzaamheids verdrag voor leveranciers Rent a Plant stelt zich tot doel om voortdurend te werken aan een verminderde belasting op milieu en maatschappij per geleverde prestatie of inzet. Onze leveranciers zijn hierbij onze partners. Rent a Plant streeft naar een duurzame relatie en samenwerking met haar leveranciers, waarbij wederzijds eerlijk en integer handelen de basis vormt. Diensten en producten die door Rent a Plant geleverd worden, dienen minimaal de kwaliteit te hebben die met onze opdrachtgevers is overeengekomen, maar zullen tevens moeten voldoen aan: -
De door Rent a Plant gestelde eisen voor kwaliteit, veiligheid, gezondheid, en milieu;
-
De van toepassing zijnde wet- en regelgeving;
-
Maatschappelijke wensen op het gebied van duurzaam ondernemen; zowel milieu-, sociale-, als ethische aspecten.
Rent a Plant werkt volledig volgens de ISO 26000 richtlijn voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Deze is onder andere gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor multinationals, de VN Global Compact, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) Verklaring over Fundamentele Principes en Rechten op het Werk. Rent a Plant doet bij voorkeur zaken met leveranciers die handelen in de geest van de hierboven uiteengezette gedachte. Op basis hiervan heeft Rent a Plant deze leveranciersgedragscode opgesteld. De gedragscode geldt als een aanvulling op andere, reeds bestaande afspraken en overeenkomsten tussen Rent a Plant en haar leveranciers, als ook eventuele productgerelateerde duurzaamheidwensen. Rent a Plant verwacht verder dat haar leverancier voldoet aan de volgende punten, hetgeen de leverancier bevestigd d.m.v. ondertekening van dit document.
NPR 9026:2011
10
Algemeen 1
Het management van de leverancier is binnen haar invloedssfeer verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze gedragscode.
2
De leverancier waarborgt op haar beurt dat haar toeleveranciers zo veel als mogelijk handelen in de geest van deze gedragscode. Leverancier verplicht zich tot melding van eventuele conflictsituaties die ontstaan in de toeleverancierketen.
3
De leverancier zal Rent a Plant, op diens redelijk verzoek, voorzien van informatie over bovenstaande punten. Rent a Plant behoudt zich in dit verband tevens het recht op controle voor.
Voldoen aan criteria van wet- en regelgeving, algemene richtlijnen, en integriteit 4
De leverancier leeft de wetten en regels na van de landen waarin zij opereert.
5
De leverancier hanteert de principes van goed bestuur, transparant en eerlijk handelen, en integriteit in haar bedrijfsvoering. De leverancier onderneemt volgens eerlijke en goede bedrijfspraktijken.
6
De leverancier erkent de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).
7
De leverancier erkent de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) Verklaring over Fundamentele Principes en Rechten op het Werk, waarbij specifiek veel waarde wordt gehecht aan het uitsluiten van gedwongen arbeid en kinderarbeid, en het voldoen aan de richtlijnen voor werktijden en minimumloon. De leverancier hanteert de principes van goed werkgeverschap, waarin arbeidsvoorwaarden, welzijn en ontwikkeling van haar medewerkers is gewaarborgd.
8
De leverancier biedt haar medewerkers een arbeidsovereenkomst conform de Wet CAO.
9
De leverancier heeft een sociaal beleid voor haar medewerkers geformuleerd, met daarin opgenomen onder meer de gewenste omgangsnormen en het uitsluiten van discriminatie, pesterij en/of intimidatie.
10 De leverancier beschikt over een beleid en managementsysteem voor het waarborgen van de gezondheid en veiligheid van haar medewerkers, hetzij conform OHSAS 18000, hetzij een eigen systeem. 11 De leverancier betrekt haar medewerkers in de besluitvormingsprocessen.
NPR 9026:2011
11
12 De leverancier concurreert op eerlijke wijze in de marktgebieden waarin zij actief is, en respecteert de intellectuele eigendomsrechten van derden. 13 De leverancier verstrekt haar klanten complete, juiste en begrijpelijke informatie over haar producten, diensten en contractvoorwaarden. 14 Zakelijke besluiten van medewerkers van de leverancier mogen niet worden beïnvloed door andere factoren dan zakelijke overwegingen. 15 De leverancier doet geen betalingen aan politieke partijen en organisaties of de vertegenwoordigers daarvan. 16 De administratieve boeken en bescheiden en de ondersteunende documenten van de leverancier moeten de aard van de onderliggende transacties nauwkeurig beschrijven en weerspiegelen. Er mogen geen geheime of niet vastgelegde rekeningen, fondsen of activa worden geopend, verworven of onderhouden. Voldoen aan verwachtingen van kwaliteit, milieu, en duurzaamheid 17 De leverancier beschikt over een kwaliteitsysteem, hetzij conform ISO 9001, hetzij een eigen systeem. 18 De leverancier beschikt over een milieuzorgsysteem, hetzij conform ISO 26000, hetzij een eigen systeem. 19 De leverancier hanteert een positieve aanpak met betrekking tot diverse milieukwesties gerelateerd aan haar ondernemen. De leverancier voldoet aan, of indien mogelijk overtreft, de normen die gesteld worden door milieuwetten en -regels die van toepassing zijn op haar bedrijfsvoering. 20 De leverancier zal zich actief inzetten om te komen tot duurzame oplossingen in haar producten, diensten en bedrijfsvoering, o.a. m.b.t. energieverbruik, emissies, transport, verpakking, materiaalefficiency, recycling en hergebruik. Deze inspanningsverplichting wordt bij voorkeur uitgedrukt in een MVO beleidsverklaring.
NPR 9026:2011
12
Ondertekening Door ondertekening van deze gedragscode geeft de leverancier aan de beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen te onderschrijven en aan bovengenoemde uitgangspunten te voldoen. Deze gedragscode maakt onlosmakelijk deel uit van de overeenkomsten tussen de leverancier en Rent a Plant.
Bedrijfsnaam
: ………………………………………
Adres
: ………………………………………
Postcode en plaats
: ………………………………………
Datum
: ……………………………………...
Ondertekening
: ………………………………………
NPR 9026:2011
13
Bijlage 3.
NPR 9026:2011
14
Bijlage 4.
Functiedocument servicemedewerker interieurbeplanting Functie:
Servicemedewerker interieurbeplanting
Doel van de functie:
Uitvoeren van standaardwerkzaamheden, resp. verlenen van hand- en spandiensten bij het uitvoeren van verzorgingsprogramma’s met betrekking tot interieurbeplanting bij klanten, zodanig dat wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitseisen.
Positie van de functie in de organisatie:
Boven: Onder direct: Onder indirect:
directie n.v.t. n.v.t.
Verantwoordelijkheids gebieden: Het op correcte wijze uitvoering geven aan de aan hem opgedragen service werkzaamheden door middel van: Het uitvoeren van de werkzaamheden volgens aanwijzingen en instructies; De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het door hem uitgevoerde werk; Een verzorgd uiterlijk en het correct dragen van de ter beschikking gestelde bedrijfskleding; Het op de hoogte zijn van actuele richtlijnen en technieken die voor de service medewerkers van belang zijn voor de correcte uitvoering van zijn werkzaamheden; Het registreren van uitgevoerde werkzaamheden in overeenstemming met de daarvoor geldende werkvoorschriften; Het op zorgvuldige wijze omgaan met het plant- en ander verbruiksmateriaal.
NPR 9026:2011
15
Kerntaken: Toedienen van de juiste hoeveelheid water en controleren van watermeters op juiste werking; Toedienen van voedingsoplossingen volgens de voorgeschreven frequentie; Controleren van plantenbakken op de juiste standplaats en draaien van plantenbakken ter bevordering van een gelijkmatige groei; Opbinden, snoeien, steunen, stofvrij maken en afspuiten van beplanting; Verwijderen van afgestorven plantmateriaal, vervangen van planten; Controleren van planten, signaleren en herkennen van ziektes; Aanvullen van de toplaag en reinigen van de buitenzijde van de plantenbakken. Bij uitvoering van de werkzaamheden zorgen voor een servicegerichte opstelling naar de klant, teneinde verstoring of overlast zoveel mogelijk te beperken.
Sociale Interactie: Samenwerken en overleggen met collega’s. Bespreken van bevindingen en andere werkaangelegenheden met de leidinggevende. Specifieke handelingsvereisten: Besturen van auto; Aandacht en concentratie bij deelname aan het wegverkeer; Hanteren van gereedschappen en onderhoudsmiddelen bij het verzorgen van de beplanting.
Bezwarende omstandigheden: Uitoefenen van kracht bij tillen en/of verplaatsen van plantenbakken; Inspannende houding bij het uitvoeren van de werkzaamheden; Kans op letsel door onzorgvuldig handelen tijdens uitvoering van de werkzaamheden; Hinder van enerverende situaties bij deelname aan het wegverkeer; Kans op letsel tengevolge van een ongeval.
NPR 9026:2011
16
Bijlage 5.
Rapport van de resultaten Hoveniers en Groenvoorziening Risico inventarisatie april 2013 Gegevens van de ontvangende Arbodienst of gecertificeerd arbodeskundige Naam
: 365
Contactpersoon
:
Postadres
: Postbus 85091
Postcode
: 3508 AB
Plaats
: Utrecht
E-mailadres
:
[email protected]
Goedkeuring OR De OR/medewerkersvertegenwoordiging is akkoord gegaan met het PvA
: Ja
Datum goedkeuring door medewerkersvertegenwoordiging:
: 25-04-2013
NPR 9026:2011
17
Bedrijfsgegevens Inventarisatie
: Risico inventarisatie dec 2009
Naam bedrijf
: Rent a Plant Almelo BV
Afdeling
:
Locatie
: Almelo
Naam van de invuller
: Johan Reuvers
Functie van de invuller
: Directeur
Bezoekadres van het bedrijf
: Virulyweg 8
Postcode
: 7602 RG
Plaats
: Almelo
Postadres van het bedrijf
:
Postcode postadres
:
Plaats
:
E-mailadres
:
Telefoonnummer
: 088-1801800
Faxnummer
:
Bedrijfsactiviteit
: Interieurbeplanting
Aantal personeelsleden in dienst van het bedrijf (inclusief deeltijdwerkers)
:8
Aantal deeltijdwerkers in dienst van het bedrijf
:4
Het verzuimpercentage in het vorige jaar was
:1
Het aantal ongevallen vorig jaar was
:0
Aantal mensen vorig jaar in de WAO terechtgekomen
:0
NPR 9026:2011
18
Algemeen 1.1 Handgedragen machinewerk R-24488 1.1.0 In het bedrijf wordt met handgedragen machines zoals bijv. bosmaaiers, heggenscharen, motorkettingzagen en bladblazers gewerkt.
Nee
1.2 Werken met trekkers en zelfrijdende machines. R-24939 1.2.0 Er wordt met trekkers en zelfrijdende machines gewerkt (zie toelichting).
Nee
1.3 Hoveniers en groenvoorzieningswerk R-25021 1.3.0 Er worden tuinaanleg, -onderhoud, schoffel-, spit- en snoeiwerkzaamheden, greenkeepingen interieurbeplantingswerkzaamheden uitgevoerd.
Ja
R-25034 1.3.1 Een werknemer werkt per maand minder dan de helft van de tijd met hetzelfde gereedschap Ja of voert hetzelfde werk uit. Opmerking: Vaste klanten, maar verschillende klanten op een dag, altijd kleine reistijd tussen de verschillende klanten. R-25035 1.3.2 De lengte van de stelen (schoffels, etc.) zijn afgestemd op de lengte van de medewerkers.
N.v.t.
R-25036 1.3.3 Voor snoeiwerk wordt gebruik gemaakt van geschikte snoeischaren.
Ja
R-25055 1.3.4 Als meer dan 1 uur per dag intensief snoeiwerk verricht wordt kan gebruik gemaakt worden van elektrische of pneumatische snoeischaren.
N.v.t.
R-25056 1.3.5 Voor het tillen en verplaatsen van lasten van meer dan 23 kg worden hulpmiddelen ingezet of Ja wordt met meerdere personen getild. R-25057 1.3.6 Het maximale duw- of trekgewicht (zie toelichting) bedraagt 30 kg.
Ja
R-25061 1.3.7 De machines die gebruikt worden bij het tuinaanleg, tuinonderhoud, etc. zijn voorzien van een CE-markering en voor de machines is een gebruiksaanwijzing aanwezig en voor medewerkers beschikbaar.
N.v.t.
R-25064 1.3.8 De machines worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden.
N.v.t.
NPR 9026:2011
19
R-25065 1.3.9 Medewerkers hebben instructies gehad over de omgang met de machines en gereedschappen.
N.v.t.
R-25066 1.3.10 Afspraken zijn gemaakt over het werken bij (extreme) warmte, zonnestraling, regen of kou. Ja Opmerking: NVT medewerkers werken niet buiten in de zon. Kantoren vaak airo. Kleding aangepast. Shirt met korte mouw, niet te warme broeken.
1.4 Bestratingswerkzaamheden R-25067 1.4.0 Er worden bestratingswerkzaamheden uitgevoerd.
Nee
1.5 Onkruid en ziektebestrijding R-25084 1.5.0 Het bestrijden van onkruid, plantenziektes en plagen behoren tot de werkzaamheden van het Ja bedrijf. R-25085 1.5.1 Voordat gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden toegepast, wordt eerst nagegaan of er minder schadelijke alternatieven mogelijk zijn en zo mogelijk worden die toegepast. Opmerking: We maken uitsluitend gebruik van biologiosche gewasbescherming.
Ja
R-25086 1.5.2 Alle medewerkers die gewasbeschermingsmiddelen en biociden toepassen zijn in het bezit van een spuitlicentie / certificaat van vakbekwaamheid.
N.v.t.
R-25087 1.5.3 Bij het mengen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden altijd maskers en handschoenen gebruikt.
N.v.t.
R-25088 1.5.4 Bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt altijd gewerkt volgens de aanwijzingen op het etiket.
N.v.t.
R-25094 1.5.5 Bij herbetreding van behandelde gewassen, tuinen, etc. wordt rekening gehouden met de herbetredingstermijnen.
N.v.t.
R-25089 1.5.6 Alle persoonlijke beschermingsmiddelen worden direct na gebruik gereinigd.
N.v.t.
R-25090 1.5.7 Persoonlijke beschermingsmiddelen worden gescheiden van gewasbeschermingsmiddelen en biociden bewaard.
N.v.t.
R-25091 1.5.8 Persoonlijke beschermingsmiddelen worden zo vaak als nodig vervangen en regelmatig gecontroleerd.
N.v.t.
R-25092 1.5.9 De veiligheidsinformatiebladen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn direct op de werkplek beschikbaar.
N.v.t.
NPR 9026:2011
20
R-25093 1.5.10 De inhoud van de veiligheidsinformatiebladen is besproken met betrokken medewerkers.
N.v.t.
R-25095 1.5.11 De opslagplaats voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden staat op een strategische plaats, zodat middelen altijd direct weer teruggezet worden.
N.v.t.
R-25096 1.5.12 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden in een brandveilige goed geventileerde kast of ruimte opgeslagen.
N.v.t.
1.6. Kantoorwerk Ja
R-24957 1.6.0 Er zijn medewerkers die meer dan twee uur per dag kantoorwerk verrichten.
R-24958 1.6.1 Na twee uur computerwerk kan er minimaal 15 minuten gepauzeerd worden of kan er tijdelijk Ja ander werk worden gedaan. R-24959 1.6.2 De kantoorwerkplek voldoet aan de gestelde eisen (zie toelichting).
Ja
R-24960 1.6.3 Alle kantoorstoelen zijn instelbaar.
Ja
R-24961 1.6.4 Er is een voldoende grote werktafel aanwezig en deze is eventueel in hoogte verstelbaar.
Ja
R-24962 1.6.5 Er worden zo nodig hulpmiddelen zoals een voetenbankje beschikbaar gesteld.
Ja
R-24972 1.6.6 Iedereen weet hoe zijn of haar werkplek het beste ingesteld kan worden.
Ja
R-24973 1.6.7 Er is voldoende bergruimte.
Ja
R-24974 1.6.8 Printers en kopieerapparaten staan uit de buurt van medewerkers.
Nee
Evaluatie: Kans: klein; Blootstelling: bijna nooit; Effect: gezondheidsschade of letsel met verzuim. Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel Sturen op steeds minder printen en meer digitaal werken
Budget
Wie
Planning
Johan
2013-2014
Status
Bijbehorende preventietaken: ICT ontwikkeling
R-24975 1.6.9 Alle snoeren en kabels zijn netjes weggewerkt.
Ja
NPR 9026:2011
21
R-24976 1.6.10 Indien noodzakelijk is goede zonwering aanwezig.
Ja
R-24977 1.6.11 De temperatuur in de kantoorruimte is goed te regelen.
Ja
2.1 Werken op hoogte R-24552 2.1.0 Er wordt op hoogte gewerkt (bijv. in bomen of op daktuinen).
Nee
2.2 Werken in het verkeer R-25112 2.2.0 In het bedrijf worden werkzaamheden langs de openbare weg uitgevoerd.
Nee
2.3 Onderhoudswerkzaamheden R-25118 2.3.0 In het bedrijf worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
Ja
R-25119 2.3.1 Onderhoudswerkzaamheden kunnen met een rechte rug (niet gebogen of gedraaid) worden uitgevoerd.
Ja
R-25120 2.3.2 Bij onderhoudswerkzaamheden wordt maximaal 23 kg handmatig getild.
Ja
R-25121 2.3.3 Bij onderhoudswerkzaamheden hoeven medewerkers niet meer dan 30 kg te duwen of trekken (zie toelichting).
Ja
R-25122 2.3.4 De machines (bijv. slijpschijven, etc.) die gebruikt worden bij het onderhoud zijn voorzien van Ja een CE-markering. R-25123 2.3.5 Bij het slijpen en richten wordt altijd gehoorbescherming en oogbescherming gedragen.
N.v.t.
R-25127 2.3.6 Medewerkers zijn geïnstrueerd over gezond en veilig werken bij onderhoudswerkzaamheden. Ja R-25124 2.3.7 Voor het werken aan draaiende machines is afzuiging aanwezig in de werkplaats.
N.v.t.
R-25125 2.3.8 Bij laswerkzaamheden wordt goed geventileerd of wordt gebruik gemaakt van afzuiging en eventueel Persoonlijke Beschermingsmiddelen (zie ook toelichting).
N.v.t.
R-25128 2.3.9 De werkplaats is voldoende verlicht en eventueel kan men gebruik maken van extra verlichting (bijv. looplampen).
Ja
2.4. Werken op hellingen en talud R-25129 2.4.0 In het bedrijf worden werkzaamheden op hellingen en taluds uitgevoerd.
Nee
NPR 9026:2011
22
2.5 Biologische factoren - Teken, wespen, eikenprocessierups, etc. R-25136 2.5.1 Medewerkers zijn goed geïnstrueerd over de risico's van teken, wespen, etc.
N.v.t.
R-25137 2.5.2 Medewerkers dragen bij werkzaamheden met een verhoogd risico altijd goed sluitende kleding. Opmerking: nvt
Ja
R-25138 2.5.3 Medewerkers controleren zichzelf dagelijks op de aanwezigheid van teken. Opmerking: nvt
N.v.t.
R-25139 2.5.4 Verbandtrommels zijn voorzien van een tekenpincet.
N.v.t.
R-25140 2.5.5 Het is bekend welke medewerkers allergisch zijn voor wespen-, bijensteken, etc.
N.v.t.
R-25141 2.5.6 Medewerkers die allergisch kunnen reageren hebben de beschikking over een `noodpen` en ook de directe collega`s weten hoe ze hier eventueel mee om moeten gaan.
N.v.t.
R-25142 2.5.7 Medewerkers zijn zich bewust van de risico's van het eten van wilde vruchten, paddenstoelen, etc. Opmerking: nvt
Ja
R-25144 2.5.8 Bij het bestrijden van de eikenprocessierups dragen de medewerkers als ze in contact kunnen komen met de brandharen (met name tijdens zuigen, branden) altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (zie toelichting).
N.v.t.
R-25657 2.5.9 Bij stofblootstelling (bijv. bij het knippen van heggen) dragen medewerkers adembescherming type P2.
N.v.t.
3. Bedrijf, bedrijfsvoering en werkinhoud. 3.1. Gebouwen en werkomgeving R-25145 3.1.1 De gebouwen worden goed onderhouden.
Ja
R-25147 3.1.2 De werkruimtes worden regelmatig opgeruimd en goed schoongemaakt.
Ja
R-25148 3.1.3 De elektrische-, gas- en watervoorzieningen zijn in orde en worden goed onderhouden.
Ja
R-25149 3.1.4 Er zijn voldoende toiletten aanwezig.
Ja
NPR 9026:2011
23
R-25150 3.1.5 Bij het werken op locatie hebben de medewerkers altijd de beschikking over toiletvoorzieningen.
Ja
R-25151 3.1.6 Er zijn (als men blootgesteld wordt aan vuil, chemische stoffen, hoge temperaturen of zwaar werk moet doen) voldoende doucheruimtes aanwezig.
N.v.t.
R-25152 3.1.7 De sanitaire voorzieningen worden regelmatig schoongemaakt en goed onderhouden.
Ja
R-25153 3.1.8 De douches (en eventueel andere leidingen met stilstaand water) worden regelmatig gebruikt N.v.t. of doorgespoeld. R-25154 3.1.9 Er is een ruimte waar het personeel zich kan omkleden en eigen kleding kan opbergen.
N.v.t.
R-25155 3.1.10 Er is voor de aanwezige medewerkers een pauzeruimte aanwezig, met voldoende zitgelegenheid.
Ja
R-25156 3.1.11 De werk en pauzeruimten zijn rookvrij.
Ja
R-25157 3.1.12 Aanwezige zolders, bordessen en zijn voorzien van een hek en randbeveiliging.
N.v.t.
R-25171 3.1.13 Nooduitgangen en vluchtwegen zijn duidelijk aangegeven en zijn vrij toegankelijk.
Ja
R-25172 3.1.14 Bij grotere gebouwen is met een plattegrond aangegeven waar men zich bevindt en welke vluchtroutes gebruikt kunnen worden.
Ja
R-25660 3.1.15 De opslagloods en/of het magazijn wordt goed onderhouden en schoongehouden.
Ja
R-25661 3.1.16 Stellingen en kasten worden volgens de voorschriften ingepakt en niet te zwaar beladen.
Ja
R-25662 3.1.17 Stellingen en kasten zijn zo geplaatst en/of verankerd dat zij niet kunnen omvallen.
Ja
R-25663 3.1.18 De vloer beschikt over voldoende draagvermogen.
Ja
R-25743 3.1.19 Medewerkers die bedrijfsauto`s besturen, kunnen op een veilige manier rijden.
Ja
3.2 Functie-, werkinhoud, bedrijfsvoering R-25173 3.2.1 Medewerkers kunnen het werk gewoonlijk in een redelijk tempo en zonder piekbelasting (door bijv. storingen of een slechte planning) binnen de daarvoor beschikbare tijd afmaken.
Ja
R-25175 3.2.2 Medewerkers hebben de mogelijkheid het werk zelf in te delen en hebben de mogelijkheid om binnen hun werk zelf beslissingen te nemen.
Ja
R-25174 3.2.3 Taken van medewerkers zijn afgestemd op hun capaciteiten.
Ja
NPR 9026:2011
24
R-25176 3.2.4 Als er problemen zijn in het werk, kunnen medewerkers dit in overleg met collega`s en/of met Ja de leidinggevenden oplossen. R-25177 3.2.5 Jaarlijks wordt met de medewerkers een functionerings- en beoordelingsgesprek gehouden.
Ja
R-25179 3.2.6 Regelmatig wordt werkoverleg gehouden. Medewerkers worden in dit overleg geïnformeerd over belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in het bedrijf.
Ja
R-25180 3.2.7 Leidinggevenden hebben training/scholing gehad in de omgang met medewerkers.
Ja
R-25182 3.2.8 Er zijn afspraken gemaakt over ongewenste gedragingen van medewerkers (onderling en naar derden).
Ja
R-25183 3.2.9 Alle medewerkers kennen deze afspraken.
N.v.t.
R-25184 3.2.10 Medewerkers, die last hebben van ongewenst gedrag, kunnen zich tot een vertrouwenspersoon wenden
Ja
R-25855 3.2.11 De werktijden worden vastgesteld conform de CAO en vastgelegd in een register.
Ja
3.3 Bijzondere groepen R-25185 3.3.1 Er wordt bij het verdelen van het werk aandacht besteed aan kwetsbare groepen.
Ja
R-25186 3.3.2 Bij jeugdige werknemers (16, 17 jaar) wordt rekening gehouden met de specifieke risico's die N.v.t. zij lopen en de werkzaamheden die zij niet of alleen onder begeleiding mogen doen. R-25187 3.3.3 Bij kinderen (13, 14, 15 jarigen) wordt rekening gehouden met de specifieke risico's die zij lopen.
N.v.t.
R-25744 3.3.4 Jongeren en kinderen krijgen extra instructie en begeleiding tijdens het werk.
Ja
R-25188 3.3.5 Er wordt rekening gehouden met de specifieke risico's die vrouwen (en hun kind) lopen voor, tijdens en vlak na de zwangerschap.
N.v.t.
R-25189 3.3.6 Voor zwangere werknemers of werknemers die nog borstvoeding geven is een aparte ruimte beschikbaar.
N.v.t.
R-25190 3.3.7 Er wordt rekening gehouden met de speciale risico`s die oudere werknemers lopen.
N.v.t.
R-25191 3.3.8 Oproepkrachten, uitzendkrachten en nieuwe werknemers krijgen extra instructie en begeleiding van leidinggevenden.
Ja
R-25192 3.3.9 Bij de planning wordt rekening gehouden met medewerkers die net ziek zijn geweest.
Ja
NPR 9026:2011
25
Nee
R-25193 3.3.10. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het gebruik van medicijnen. Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel
Budget
In werkoverleg aan de orde stellen.In voortgangsgesprekken aan de orde stellen
Wie
Planning
Johan
2013
Status
R-25194 3.3.11 Bij de planning van de werkzaamheden wordt rekening gehouden met werknemers met een Ja handicap. R-25195 3.3.12 Er wordt rekening gehouden met werknemers die de op de werkplek gangbare taal niet goed beheersen.
N.v.t.
4.1 Bedrijfshulpverlening Nee
R-25161 4.1.1 Op plaatsen waar risicovolle werkzaamheden worden uitgevoerd zijn altijd bedrijfshulpverleners aanwezig. Evaluatie: Kans: klein; Blootstelling: bijna nooit; Effect: blijvende gezondheidsschade . Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel
Budget
BHV plan opstellen voor hoofdkantoor
Wie
Planning
Johan
2013
R-25162 4.1.2 De bedrijfshulpverleners in het bedrijf zijn goed opgeleid.
Ja
R-25163 4.1.3 In het bedrijf wordt minimaal één keer per jaar een oefening gehouden.
Nee
Status
Evaluatie: Kans: klein; Blootstelling: bijna nooit; Effect: blijvende gezondheidsschade . Risico: Laag.
NPR 9026:2011
26
Prioriteit: Laag. Maatregel
Budget
Rampenoefening doen
Wie
Planning
Johan
2013
R-25166 4.1.4 Bedrijfshulpverleners op locatie hebben de beschikking over een mobiele telefoon.
Ja
R-25164 4.1.5 De werknemers hebben informatie gehad over hoe ze moeten handelen in geval van brand, ongeval en eventueel ontruiming.
Ja
R-25165 4.1.6 Er is een bedrijfshulpverleningsplan opgesteld.
Nee
Status
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Hoog. Maatregel
Budget
BHV plan schrijven voor hoofdkantoor.BHV plan schrijven voor buitendienstmedewerkers
Wie
Planning
Johan
2013
R-25167 4.1.7 Waar gewerkt wordt en in de gebouwen zijn brandblussers aanwezig.
Ja
R-25168 4.1.8 Brandblusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd.
Ja
R-25169 4.1.9 Waar gewerkt wordt zijn verbandtrommels aanwezig.
Ja
R-25170 4.1.10 De verbandtrommels worden regelmatig gecontroleerd op volledigheid en houdbaarheid.
Nee
Status
Evaluatie: Kans: klein; Blootstelling: bijna nooit; Effect: hinder of letsel zonder verzuim. Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel Bij werkoverleg of toolboxmeeting verbandtrommel meenemen
Budget
Wie
Planning
Johan
2013
Status
NPR 9026:2011
27
4.2 Arbeidsomstandigheden en verzuim R-25199 4.2.1 Arbeidsomstandigheden worden in het bedrijf op een structurele manier aangepakt.
Ja
R-25200 4.2.2 In het bedrijf zijn één of meerdere personen aangewezen als preventiemedewerker.
Ja
R-25201 4.2.3 De preventiemedewerker heeft voldoende middelen en kennis voor het uitvoeren van zijn taak.
Ja
R-25202 4.2.4 Bij de aanschaf van materialen en middelen wordt gelet op de eisen rond veiligheid en gezondheid.
Ja
R-25203 4.2.5 Bij nieuwbouw en verbouw wordt rekening gehouden met veilig en gezond werken.
Ja
R-25204 4.2.6 Bij het samenstellen van de ploegen en de indeling van het werk wordt rekening gehouden met veilig en gezond werken.
Ja
R-25205 4.2.7 Als wordt samengewerkt met andere bedrijven worden duidelijke afspraken gemaakt over veilig en gezond werken.
Nee
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel Rent a Plant werkt uitsluitend in eigen beheer en niet met onderaannemers of als onderaannemer.Feitelijk is dit punt niet van toepassing.
Budget
Wie
Planning
Status
Johan
R-25206 4.2.8 Arbeidsomstandigheden en verzuim is een vast terugkerend thema in het werkoverleg en (indien aanwezig) het overleg met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
Ja
R-25207 4.2.9 Wie, wanneer, welke voorlichting krijgt is vastgelegd.
Nee
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Midden.
NPR 9026:2011
28
Maatregel
Budget
In het werkoverleg aan de orde stellen
Wie
Planning
Johan
2013
R-25208 4.2.10 Leidinggevenden stimuleren dat medewerkers gezond en veilig werken en houden toezicht op het naleven van instructies.
Ja
R-25209 4.2.11 Er is een document opgesteld waarin alle afspraken zijn vastgelegd.
Nee
Status
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Midden. Maatregel
Budget
Afspraken vastleggen in bedrijfsreglement.
Wie
Planning
Johan Reuvers
2013
R-25210 4.2.12 Medewerkers, OR, werkgevers van ingeleende werknemers worden betrokken bij de risicoinventarisatie en hebben of krijgen inzicht in de risico-inventarisatie.
Status
Nee
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Midden. Maatregel
Budget
Medewerkers betrekken in de inventarisatie en bespreken in werkoverleg
Wie
Planning
Johan
2013
R-25211 4.2.13 Ongevallen worden geregistreerd.
Ja
R-25651 4.2.14 Bij ernstige ongevallen wordt altijd de arbeidsinspectie gewaarschuwd.
Ja
R-25664 4.2.15 Er zijn afspraken gemaakt over het dragen van ringen, piercings en losse kleding.
Ja
R-25212 4.2.16 Er is een overzicht aanwezig met gevaarlijke stoffen die worden gebruikt.
Ja
Status
NPR 9026:2011
29
Opmerking: nvt, geen gevaarlijke stoffen R-25652 4.2.17 Er is een overzicht aanwezig waar op staat welke persoonlijke beschermingsmiddelen bij welke werkzaamheden moeten worden ingezet. Opmerking: nvt
Ja
R-25213 4.2.18 Al het verzuim wordt geregistreerd.
Ja
R-25214 4.2.19 Medewerkers kennen de procedures rond verzuim (ziek- en hersteld melden, afspraken over de begeleiding, etc.).
Ja
R-25215 4.2.20 Tijdens het verloop van de ziekte worden de verschillende stappen uit de Wet verbetering Poortwachter gevolgd.
Ja
R-25653 4.2.21 Er zijn afspraken gemaakt met een arbodienst of geregistreerde bedrijfsarts over de begeleiding van zieke werknemers.
Ja
R-25654 4.2.22 Er zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van een periodiek medisch onderzoek (PAGO of PMO).
Nee
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Laag. Maatregel
Budget
NVT
R-25655 4.2.23 De medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om een preventie spreekuur te bezoeken.
Wie
Planning
Status
Johan
Nee
Evaluatie: risico: onbepaald (beleidsknelpunt) Risico: Laag. Prioriteit: Laag.
NPR 9026:2011
30
Maatregel
Budget
NVT
R-25656 4.2.24 Deze risico-inventarisatie wordt indien noodzakelijk getoetst door een deskundige.
Wie
Planning
Status
Johan
Ja
NPR 9026:2011
31