Renoveren zonder spijt 13-12-2012 Een hoogniveaurenovatie op eigen initiatief én met eigen inbreng, kan dat? Jazeker, beweert Ivo Opstelten. Als bewijs voert hij de renovatie op van zijn eigen huis in Sint Pancras. Hij ontwikkelde hiervoor de PIAF-methode. “Bij het maken van de bouwkundige en installatietechnische keuzes moet altijd voorop staan dat je er later geen spijt van krijgt. Hiermee bedoel ik dat de keuzes op de toekomst moeten zijn voorbereid”, legt Opstelten enthousiast uit. Tekst Wilbert Leistra, foto’s Ivo Opstelten
Uitstekende energieprestaties, een optimaal comfort en maximale waardevermeerdering bij minimale integrale woonlasten. Dit was het streven van Ivo Opstelten bij de hoogniveaurenovatie van zijn woonhuis in Sint Pancras. Hij ontwikkelde er een conceptmethodiek voor: PIAF. “De afkorting staat voor Prepared In All aspects for Future developments. Misschien een beetje vergezocht, maar het is ook een knipoog naar het liedje ‘Non, je ne regrette rien’ van Edith Piaf. Dit geeft namelijk de kern weer van mijn methodiek; je moet te allen tijde voorkomen dat je spijt krijgt van de maatregelen. Ik bedoel hiermee dat 1
de bouwkundige en installatietechnische keuzes die je nu maakt geen belemmering zijn voor toekomstige ontwikkelingen en keuzes”, legt hij uit. Aan het woord is niet een huiseigenaar die vanuit een hobbygedachte zijn eigen huis wilde aanpakken. Opstelten heeft qua achtergrond en kennis een grote voorsprong op de gemiddelde huiseigenaar. Zeker op het gebied van energie, want hij was programmamanager bij het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Momenteel is hij programmaregisseur bij Energiesprong van Platform31 en lector ‘Nieuwe energie in de stad’ aan de Hogeschool Utrecht. “Energievraagbeperking en duurzame opwekking zijn inderdaad twee pijlers van mijn aanpak, maar meer vanuit het terugdringen van de woonlasten dan vanuit milieuoogpunt”, geeft hij toe.
PIAF Als belangrijkste kenmerk van zijn conceptmethodiek PIAF, noemt Opstelten dat de bouwkundige en installatietechnische aspecten zijn afgestemd op de optimale energietechnologieën van nu en in de nabije toekomst. “Als die afstemming goed is, is het resultaat niet alleen op dit moment state of the art, maar blijft de woning door de voorbereiding op toekomstige ontwikkelingen ook state of the art”, legt de kersverse lector uit. Hij vervolgt: “Aan de installaties die over pakweg vijftien jaar gemeengoed zijn, wordt nu al gewerkt. De techniek is er al, het gaat er nu om hoe die installaties op schaal gebracht kunnen worden. Als je dergelijke ontwikkelingen kent, dan kun je daarop anticiperen.” Wetende dat installaties minder lang meegaan dan het huis en dat de technologische ontwikkelingen op dat gebied erg snel gaan, is het volgens Opstelten belangrijk dat in ieder geval de schil goed wordt aangepakt bij een renovatie. “Hiermee verleng je de levensduur van de woning enorm”, Bij de PIAF-methode zijn de bouwkundige en installatietechnische aspecten afgestemd op de vertelt hij. “Maar optimale energietechnologieën van nu en in de nabije toekomst. het is ook zaak dat de gekozen invulling en aanpak overeenkomen met je wensen in de toekomst. Ik wil bijvoorbeeld binnen twintig jaar geen gas meer in mijn woning gebruiken. Nu ligt mijn voorkeur nog wel bij gas in plaats van een warmtepomp, omdat gas op moment van mijn renovatie-ingreep – over de levensduur genomen – een goedkoper systeem is. Maar in de 2
toekomst is bijvoorbeeld een warmtebatterij een betere optie. Wil je die optie later kunnen invoegen, dan moet je bijvoorbeeld nu al ruimte reserveren waar in de toekomst de batterij kan staan en die voorlopig anders nuttig gebruikt kan worden. En je kunt op dit moment al de leidingen leggen die je voor het gebruik van een warmtebatterij nodig hebt. De gedachte erachter is vrij eenvoudig: ik wil geen opties uitsluiten waarvan ik nu al weet dat het een optie is en dat die optie een beter alternatief kan worden dan de huidige mogelijkheden.” De genoemde warmtebatterij is volgens Opstelten de ‘heilige graal’ om woningen energieneutraal te maken. “Een warmtepomp in combinatie met een wko-installatie kan niet overal in binnenstedelijke gebieden worden toegepast, eenvoudigweg omdat de bodem niet voldoende capaciteit kan leveren voor alle warmtevraag in dichtgebouwde gebieden. Een warmtebatterij werkt volgens het principe dat de in de zomer opgevangen warmte wordt opgeslagen in een zout. De warmte wordt in de winter vrijgegeven door het zout met vochtige lucht te laten reageren; daar komt dan weer de opgeslagen warmte bij vrij. Op dit moment zijn alternatieve systemen voor warmteopslag nog erg groot, maar er worden al testen uitgevoerd met nieuwe compacte opslagsystemen op kleine schaal. Zodra die technologie volwassen is, zal de warmtebatterij op termijn voor woningen een goed alternatief vormen. Die kan dan ook in dichtgebouwde gebieden de woningen energieneutraal maken.”
Onderzoek Wat is, gelet op het gebruik van de komende veertig jaar, de optimale warmtevraag? Die vraag stond centraal tijdens een afstudeeronderzoek dat een student aan de Universiteit Twente, in opdracht van Opstelten binnen een onderzoeksprogramma van ECN verrichtte. “De uitkomst van het onderzoek was ook voor mij een eyeopener. De verwachting was namelijk dat de uitkomst vast wel op 15 kWh/m2 zou uitkomen, de vraag die overeenkomt met de PassiefHuis-principes. Als echter de werking van toekomstige warmtebatterijen en alternatieven daarvoor werden meegenomen, bleek die eerder tussen 25 en 35 kWh/m2 te liggen. Dit heeft mij doen besluiten om ook voor de renovatie van mijn eigen huis 25 kWh/m2 als uitgangspunt te nemen”, legt Opstelten uit. Om die optimale warmtevraag te kunnen bereiken, moest de schil van de jarendertigwoning drastisch worden geïsoleerd. Startpunt hierbij was volgens de programmaregisseur van Platform31 een Rc-waarde van 10 voor het dak en een Rc-waarde van 7,5-8 voor de gevel. Opstelten: “Probleem is dat een bestaande woning veel koudebruggen heeft. Daarnaast kun je een hellend dak – met dakkapellen – moeilijk luchtdicht krijgen, en isoleren onder de fundering bleek ook geen optie. Wel een optie was het toepassen van driedubbel glas met bijbehorende geïsoleerde kozijnen. Hiervoor bleken de investeringskosten op moment van renovatie nog veel te hoog, zeker gezien het feit dat de levensduur twintig jaar is voor de kozijnen. Om de optie echter open te houden, is er geheel volgens de PIAF-methodiek bouwkundig rekening mee gehouden dat de bestaande kozijnen gemakkelijk en goedkoop te vervangen zijn. Ze zijn namelijk in beugels aan de oude gevel, ingepakt in isolatieplaten gestuukt. De kozijnen kunnen eenvoudig eruit worden gesneden en gedemonteerd, waarna nieuwe kozijnen op maat kunnen worden gemonteerd. Een heel eenvoudig en goedkoop trucje, dus. Om toch al de benodigde isolatiewaarden te kunnen behalen, is er ter 3
compensatie op de dichte delen van de gevel dikker isolatiemateriaal toegepast. Je zou kunnen zeggen dat de woning op dit punt energetisch niet geheel in balans is, maar economisch gezien wel. Je moet durven te beslissen dat als bepaalde maatregelen nu nog te veel investeringen vereisen, je ze niet toepast. Maar, let op, houd de optie wel open voor het moment dat de levensduur is verstreken.”
Lego Aan het woonhuis lag een schuurtje met een direct op de zandgrond gestorte vloer. Dat verkeerde in zo’n slechte staat dat volgens Opstelten maar één optie mogelijk was. “Het schuurtje moest worden gesloopt. Heerlijk werkje, waar we met het hele gezin en vrienden met plezier aan gewerkt hebben. Vervolgens hebben we een nieuw stuk aan het huis gebouwd met behulp van Isorast-blokken. Het was net of je met Lego-blokjes een huis aan het bouwen was. Binnen anderhalve week heb ik met vrouw en kinderen een compleet nieuwe gevel opgetrokken. Het huis is in totaal zes meter langer gemaakt. De aannemer was zo enthousiast over het materiaal dat hij het direct bij andere projecten wilde gebruiken.” De uitbreiding van het huis past volgens Opstelten ook prima binnen de PIAFmethodiek. “We hebben extra isolatie aangebracht, er is extra ruimte gecreëerd en we hebben binnen meer daglichttoetreding. We hebben dus extra waarde aan de woning toegevoegd, ook een onderdeel van PIAF”, legt hij uit. Bovendien is rekening gehouden met toekomstige aanpassingen, ook een onderdeel van de methode, benadrukt de programmaregisseur van Opsteltens woning voor de grondige renovatie tot A++-niveau. Platform31. “Voor het geval dat we in de toekomst een serre aan de woning willen bouwen, hebben we alvast voor de toekomstige fundering daarvan isolatie aangebracht. En als we later volledig gelijkvloers willen wonen, dan kan dat ook. Weer een geval van alle opties open houden.”
Installatie Als onderdeel van de Trias Energetica-gedachte heeft Opstelten zijn PIAF-methodiek eerst toegepast op de bouwkundige aanpassingen die nodig waren om de vraag te reduceren. Vervolgens heeft hij deze ook gebruikt voor de keuzes qua installatietechniek, geeft hij aan. 4
“Denk aan een douche-wtw-installatie, die ik zelf heb geïnstalleerd. Hierdoor is de vraag naar warm tapwater gehalveerd. Ook een hot-fill voor de vaatwasser zorgt voor reductie op het energieverbruik. De enige voorwaarde voor maximale besparing is een minieme gedragsverandering. Je moet bijvoorbeeld eerst de pannen die niet de vaatwasser ingaan met warm water afspoelen, waardoor de vaatwasser direct warm water kan gebruiken. Wat de duurzame opwekking van energie betreft – ook onderdeel van de Trias Energetica – heb ik wel al de nodige voorbereidingen getroffen, maar nog niet gekozen voor alle installatiemogelijkheden. Dat houdt in dat de installatieruimte groot genoeg is voor een grote zonneboiler, maar dat ik die boiler nu nog niet heb aangeschaft. Bij mijn verlaagde vraag naar warm water is dat nog onvoldoende rendabel. Wel heb ik een ketel gekocht die klaar is voor koppeling aan de zonneboiler. Verder heb ik de doorvoerleidingen al gelegd. Ook heb ik rekening gehouden met de elektravoorzieningen die ik wellicht in de toekomst nodig kan hebben, bijvoorbeeld als ik besluit toch een warmtepomp aan te laten sluiten.” Bij de aanschaf van zonnepanelen heeft Opstelten doelbewust gekozen voor een voldaksysteem. “Niet zozeer vanwege de hoge elektriciteitsopbrengst, waardoor ik nu al netto verdien op mijn energierekening. Nee veeleer omdat het de woning ook veel mooier maakt, wat daarmee ook de waarde van de woning doet stijgen.” Bij de keuze voor het type zonnepanelen heeft hij zich laten leiden De zuidzijde van de woning tijdens de renovatie. door het beschikbare budget. “De panelen van multikristallijn silicium hebben weliswaar een betere prijsprestatieverhouding in termen van euro/kWh, maar ze zijn veel kostbaarder in aanschaf in termen van euro/m2 dakoppervlak. En een voldaksysteem was anders onbetaalbaar geworden, terwijl het esthetisch veel mooier is. Daarom heb ik gekozen voor amorf silicium panelen. Het scheelt meer dan de helft in aanschaf, zeker als je bedenkt dat ik honderd vierkante meter collectoren heb”, legt Opstelten uit.
Centraal Het aanbrengen van de balansventilatie ging volgens de lector verbazingwekkend eenvoudig. “Het huis heeft houten verdiepingsvloeren, waardoor ik vrij gemakkelijk de leidingen voor de balansventilatie met HR-wtw via de knieschotten heb kunnen aanbrengen. De woonkamer wordt via de kruipruimte afgezogen. De toevoer van lucht gebeurt centraal op 5
twee punten, in de hal beneden en in de trapopgang boven. Het grote voordeel hiervan is dat we niet te maken hebben met tocht. De toevoer wordt namelijk voorverwarmd door de vloerverwarming in de keuken. Daarnaast heb je geen geluidsoverlast van de ventilatieinstallatie, omdat de toevoer niet in verblijfsruimten plaatsvindt. In elke ruimte in het huis wordt de lucht afgevoerd, waarbij de hoeveelheid ventilatie wordt bepaald door een CO2sensor in de woonkamer en één van de slaapkamers. Graag wil ik in de toekomst een CO2gestuurde af- en toevoer per vertrek, maar dat kan nu nog niet. Ik wil wel graag proefkonijn spelen als het systeem daarvoor is ontwikkeld”, zegt Opstelten enthousiast.
Resultaat Voor de renovatie had het woonhuis in Sint Pancras energielabel G. Door de maatregelen is volgens Opstelten het totaal primaire energieverbruik met 93 procent gedaald. “De woning heeft nu officieel het label A++, maar dat kon ook A++++ zijn, ware het niet dat die extra plusjes pas in de labelsystematiek zijn toegevoegd, nadat ik mijn label al had gekregen. Belangrijker vind ik dat mijn energierekening netto positief is: daar verdien ik op.” Een prachtig resultaat, maar volgens Opstelten zijn er nog uitdagingen. “Als ik de woning nog beter luchtdicht kan maken, dan kom ik zeker in aanmerking voor een PassiefHuiscertificaat. Maar zo’n certificaat is geen doel op zich. Je moet juist naar de resultaten of prestaties kijken, in plaats van naar de specificaties en certificaten. Een van de resultaten waarnaar ik streef is dat de woning uiterlijk in 2025 warmteneutraal en netto energieleverend is. Dat is ook het moment dat de installatie aan vervanging toe is. Het plaatsen van een zonneboiler in de nabije toekomst zorgt ervoor dat de woning ook netto CO2-neutraal wordt. En ik zit uit te kijken naar de compacte en betaalbare versie van de warmtebatterij. Maar vooralsnog ben ik erg tevreden met het resultaat”, concludeert hij tot slot.
6