Klaar Voor Onderwater 100
Onderzeedienst
1 JaargangPagina 30 nr. 100
Juni 2007
Reünistenvereniging
Klaar Voor Onderwater In dit nummer:
Vaandeloverdracht In Memoriam Hoe kom ik aan het boek Aan het personeel Jankees Trimpe Burger Peter de Harder Afscheid penningmeester Girotol ZWV klasse Honderd jaar eenzaam.. Model maakt vlieguren Uitnodiging Congres Herdenking GroepoudHerdenking Dominee Mijn eerste ervaring Spannende gebeurtenis Verslag ALV Jaarverslag 2006 Fin. Geen grote koelkasten Uitnodiging bem. O-19 Geachte redactie Hitlers onderzeeër Vorming
1 2 2 3 4 5 7 7 8 10 11 12 15 17 18 21 21 22 22 22 23 24
Vrijdag 9 maart heeft kapitein-ter-zee JanVaandeloverdracht kees Trimpe Burger zijn taak als groepsoudGroepsoudsten ste Groep Onderzeeboten en het Vaandel van de Onderzeedienst aan kapitein-ter-zee Peter de Harder overgedragen. De scheidend groepsoudste refereerde aan het afgelopen jaar, waarin de Groep Onderzeeboten zich vanwege het honderdjarig bestaan iets zichtbaarder heeft kunnen maken bij het publiek: “Zichtbaarheid is niet vanzelfsprekend voor de Groep Onderzeeboten, omdat er altijd iets geheimzinnigs en mystieks aan een onderzeeboot zit en de missies meestal geheim zijn.” Kolonel de Harder: “Ik zie het als een grote verantwoordelijkheid de taken uit te voeren en op te treden als vertegenwoordiger van de KTZ Jankees Trimpe Burger overhandigd het vaandel Onderzeedienst bij nationale en internationaaan KTZ Peter de Harder le gelegenheden.” Ook refereerde de nieuwe groepsoudste aan de werkdruk van de Groep Onderzeeboten: “We hebben met onze drie operationele boten (er is altijd één boot in onderhoud, red.) onze handen vol aan het uitvoeren van al het werk en we worden nationaal en internationaal als zeer waardevol beschouwd. Dat is een goede zaak waar we zeker mee door moeten gaan.” Als afscheidscadeau kreeg Jan Kees Trimpe Burger een ingelijste tekening van ‘s werelds eerste varende onderzeeboot, uitgevonden door de Nederlander Cornelis Drebbel. Kolonel Trimpe Burger is benoemd tot Directeur Kustwacht. Tekst Eric Wagemans
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 2
Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1250 exemplaren.
In Memoriam
Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-317063
[email protected]
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 14 maart 2007 20 maart 2007 4 mei 2007
Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472 rob@segaar -beuving.demon.nl
1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 2e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected]
88 jaar 90 jaar 75 jaar
Leiderdorp Den Helder Den Helder
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.
Redactie KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected] Redactie KVO Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected]
G.A. van Schooten J.C. Hofmeijer A.H.F. Ruitenbeek
Hoe kom ik toch aan het boek ’Klaar voor onderwater’ ? Met medewerking van de Onderzeedienst is het mogelijk om het boekwerk “Klaar Voor Onderwater, 100 jaar Nederlandse Onderzeeboten” te bestellen. U kunt dit ALLEEN DOEN door: € 22,60 Binnen Nederland of € 26,42 Europa of € 40,42 Buiten Europa , over te maken op gironummer 4203759 t.n.v: Derdenrekening Onderzeedienst postbus 10.000 1780 CA Den Helder onder vermelding van Boek KVO Vergeet niet U naam en adres duidelijk te vermelden
Vert. COZD LTZ2oc J. Wijnands Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
Mevr. Dijkslag Onderzeedienst
Contactpersoon bestuursaangelegenheden, nieuwe leden adreswijzigingen en overlijden is de 1e penningmeester W.P. van der Veeken Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij.
Erelid van de vereniging zijn: J.H. van Rede A. Prins M. van Dwingelen
B EZOEK
Contributie De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. IBAN: NL09 PSTB 0003928464 / BIC: PSTBNL21 Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging: 39.28.464 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Jolstraat 74 1784 NL Den Helder
ONZE WEBSITE
HTTP :// WWW . AGWEGMAN . VETERANEN . NL
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 3
1941 Terugkeer van de Nederlandse onderzeeboten in het Verenigd Koninkrijk na een periode van enerverende en zenuwslopende maar succesvolle patrouilles in de Middellandse zee. Bijgaand schrijven van het Marine Hoofdkwartier in Londen, van de hand van vice admiraal Termijtelen, werden de bemanningen van de O-21, O-23, en O24 onthaald. De ontvangst werd zonder enig enthousiasme, en zonder een te verwachten extra verlo fbonus, voor kennisgeving aanvaard. “Aan alleen mooie worden hebben we niets”, klonk het uit de gelederen van het varend personeel. Een persoonlijk ontvangst en toespraak van deze leiding viel ons niet ten deel. ‘Zo gaat het gemakkelijker zal men in Londen hebben gedacht’, mompelde men. Het voor de boeg kostte waarschijnlijk teveel. Wijnand Claes †
Termijtelen, Jan Willem (1893-1977) In 1919 kwam Termijtelen bij de Onderzeedienst; hij voerde er onder meer het bevel over twee onderzeeërs: de 'K 1' en de 'K IV'. In september 1923 werd hij adjudant van de minister van Marine, een post die hij drieënhalf jaar later verruilde voor een andere typische vertrouwensfunctie. Van 16 februari 1927 tot 15 maart 1934 was hij adjudant van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Over zijn relatie tot de Prins is weinig bekend. Termijtelen placht ook tegenover intimi de episode uit zijn loopbaan waarin hij deel uitmaakte van het 'cordon sanitaire' rond Hendrik met uiterste discretie te omgeven. Ook in deze jaren bleef hij bij zijn eigenlijke werk bij de marine, zowel in theoretisch als in praktisch opzicht, betrokken. Hij hield de vakliteratuur serieus bij en commandeerde bijvoorbeeld ook in 1933 enige tijd een divisie mijnenvegers. Na zijn vertrek van het hof voerde hij van 1934 tot 1936 in Nederlands- Indië het bevel over de mijnenlegger 'Prins van Oranje'. http://www.inghist.nl/Instituut
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 4
Jankees Trimpe Burger bij de Vaandeloverdracht op 9-maart 2007 Dames en heren goedemorgen, ik wil u allen hartelijk welkom heten bij de vaandeloverdracht van de Onderzeedienst. In het bijzonder wil ik welkom heten de voorzitter van de Reünistenvereniging KTZ b.d. Heij en dhr. Van den Broek als beheerder van de Traditiekamer. Hartelijk dank dat u de tijd heeft gevonden hierbij aanwezig te zijn. Ook wil de bemanning van Hr.Ms. Zeeleeuw in het bijzonder welkom heten, niet gepland maar toch aanwezig bij deze vaandeloverdracht waardoor we als OZD compleet zijn. Het zal vandaag voor het eerst zijn dat het vaandel van de Onderzeedienst overgedragen zal worden van de Groepsoudste aan zijn aflosser. Interessant daarbij is uiteraard dat de eerste Groepsoudste onderzeedienst dit doet aan de laatste Commandant Onderzeedienst. Ik ben van mening dat het ceremonieel dat deze overgave omlijst gepast is en eer doet aan ons vaandel. Bij het schrijven van deze toespraak bedacht ik mij dat in het afgelopen jaar bij de viering van ons 100jarig bestaan er zoveel gelegenheden zijn geweest dat ik het woord tot u heb mogen richten. De laatste keer was bij het bezoek van onze Koningin. Ik zal daarom proberen niet in herhalingen te vallen. Zoals ik ook in de laatste Periscopy schreef, vind ik het jammer dat mijn nieuwe functie als Directeur Kustwacht niet gecombineerd kan worden met het Groepsoudsteschap van de Onderzeedienst. Sinds dinsdag 6 maart ben ik officieel belast met deze functie. De verschillen tussen de Kustwacht en de Onderzeedienst zijn groot. De Kustwacht bestaat uit 41 mensen waarvan 28 in continudienst. Hiervan zijn er 6 militair en de rest is burger. Daarnaast maakt de Kustwacht gebruik van mensen, schepen, vliegtuigen en helicopters van o.a. het KLPD, de Kmar, de Douane en de AID. Dit alles bij elkaar is nog geen geheel. Bij de Onderzeedienst zijn wij en ook altijd
geweest wel een geheel. Ik mis dit gevoel nu al maar het maakt mijn doelstelling voor de Kustwacht alleen maar helder namelijk om daar een gevoel van eenheid te creëren. Wederom functioneel afscheid van de Onderzeedienst. De eerste keer was na mijn periode als Hoofd Bureau Operaties, de tweede keer als Hoofd Afdeling Operaties en nu als Groepsoudste. In mijn hart echter zal ik altijd aan de Onderzeedienst verbonden blijven en het wel en wee goed blijven volgen. Meneer de Harder, op 14 juli 2005 gaf u het vaandel van de O nd e rzeedienst over aan VADM Kelder bij het opheffen van de Operationele Groep Onderzeedienst. Op zijn beurt droeg hij het vaandel over aan mij als eerste Groepsoudste. Ik was mij toen in het geheel niet bewust van het aanstaande 100-jarig bestaan, dat kwam pas bij de overgave/overname. U ging een lange periode als Commandant van verschillende PRT’s naar Afghanistan en ik mocht de viering uitvoeren waarvoor u de basis had gelegd. Het feit dat het 100-jarig bestaan succesvol is gevierd is derhalve ook aan u te danken. Ik ben blij dat u bereid was Groepsoudste te worden en het toont uw verbondenheid met dit bijzondere bedrijf. Voordat ik overga tot het overdragen van het vaandel wil ik een aantal personen in het bijzonder bedanken, KLTZ van Zaalen voor de steun en hulp bij het bezoek van H.M. de Koningin, Luitenant ter zee Dijkslag voor alle logistieke ondersteuning bij de viering van het 100-jarig bestaan en voor de ondersteuning van mijzelf als Groepsoudste. De eerste CdE Onderzeedienst Jules de Bree en de huidige CdE Eric Wagemans wil ik danken voor hun steun en voor hun inzet voor onze onderzeedienst. Dan wil ik nu overgaan tot de vaandeloverdracht. Jankees Trimpe Burger
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 5
Peter de Harder bij de Vaandeloverdracht op 9 maart 2007
Allereerst wil ik benadrukken dat ik blij ben dat u, genodigden en de bemanningen van de Onderzeeboten, aanwezig kunnen zijn tijdens deze ceremonie, waarbij de Groepsoudsten wisselen. Daarbij vind ik het een grote eer dat het kan plaatsvinden in aanwezigheid van het vaandel van de Onderzeedienst, uitgereikt door Koningin Juliana in juli 1964, en de Militaire Willemsorde, uitgereikt aan de Onderzeedienst in juni 1947, voor haar moedige gedrag en grote offers gebracht op de wereldzeeën. Het is iets meer dan 1 ½ jaar geleden dat ik het commando van de Onderzeedienst heb neergelegd. Dat was een gevolg van de grote veranderingen en reorganisaties binnen Defensie, maar vooral binnen de KM. Ik wist toen niet dat ik weer terug zou keren naar dit bedrijf, maar ondanks dat we niet meer spreken over een zelfstandige Onderzeedienst met een eigen Commandant, maar van een Groepsoudste die dié functie als taak er even bij moet uitvoeren, heb ik wel de kans aangegrepen om deze nevenfunctie te gaan vervullen. Per slot van rekening, zie ik de Onderzeedienst nog steeds als een fantastisch bedrijf, waarmee goed werk wordt verricht, ondanks soms de verschillende tegenslagen op materieel en personeelsgebied. Door de verrichtingen van de onderzeeboten kunnen we weer vaststellen dat er geen enkele discussie nu is
over reductie, laat staan opheffing, integendeel, er wordt druk gesproken over de boten te verbeteren en langer te laten doorvaren. Hopelijk maken we nog snel mee dat we ook nog over nieuwe eenheden kunnen praten, maar zover is het ook nog niet. In de aanloop tot de reorganisatie was ik natuurlijk betrokken om allerlei voorstellen te doen en plannen te maken hoe we de onderzeeboten in de nieuwe organisatie het best konden blijven ondersteunen op het gebied van personeel, materieel, logistiek, training en opwerken en operaties. Ik heb zodoende wel mee kunnen praten, maar helaas nam ik niet de beslissingen. We zijn nu 1 ½ jaar verder. U weet zelf het beste hoe het nu gaat, waar nog de knelpunten liggen, wat gewoon toch anders moet, maar ook wat gewoon beter gaat. Het is goed om te zien dat er inderdaad op een aantal punten reeds aanpassingen in de goede zin hebben plaatsgevonden. Verder blijkt dat de onderzeeboten meer zichtbaarheid hebben en meer waardering krijgen, een essentieel punt voor onze toekomst. En dat komt dan onder andere weer doordat de onderzeeboten in de nieuwe structuur meer en meer onderdeel uitmaken van een totaal maritiem product en meer in combinatie met de andere krijgsmachtdelen zal opgetreden. De onderzeeboten zijn nog steeds van groot belang voor het CZSK en
Klaar Voor Onderwater 100
voor Defensie, ze hebben een unieke capaciteit en middels het uitvoeren van de opgedragen taken zoals dat tot op heden wordt gedaan zal dat telkens duidelijk zijn. Het afgelopen jaar ben ik even met wat andere zaken bezig geweest. Varen onder en op het water, ben ik wel gewend, zo nu en dan vloog ik mee in een helikopter boven het water. Maar dat ik ook nog eens een langere periode een landoperatie zou leiden, dat heeft me wel verrast. Iets meer dan een half jaar in Afghanistan, in de noordelijke provincie Baghlan, was een unieke, en nu achteraf wetend dat er geen ernstige ongelukken zijn gebeurd, ook een mooie ervaring. Als onderzeedienst man, zat ik daar met ongeveer 80 vrouwen en mannen van de vloot, waaronder enkele flipperdragers, ongeveer 80 mariniers, en verder personeel van land, luchtmacht en Marechaussee, in totaal zo’n 180 man. Goede onderlinge samenwerking was aanwezig en ik ben ervan overtuigd dat we daar goed werk hebben verricht. Dit was een schoolvoorbeeld van een joint, een paarse eenheid die een joint operatie uitvoerde. Dus intensief samengewerkt met de mariniers, en dat ging goed wat veelbelovend is voor de verdere toekomstige samenwerkingsverbanden tussen vloot en mariniers, die alleen maar zullen toenemen. Het gevolg voor mij was wel dat ik het afgelopen jaar een belangrijk onderzeedienst jaar heb gemist, de 100 jarige viering van onze dienst. Met de nodige moeite en inzet van u allen, met de steun van de organisatie, kon ik op afstand vaststellen dat de geplande evenementen succesvol zijn verlopen en dat er behoorlijke media aandacht is geweest. Ik kan alleen maar zeggen, zeer terecht die feestelijkheden en die aandacht. Jammer vond ik het natuurlijk dat ik daar niet kon bij zijn, maar het was wel grappig dat je ver weg, op het land, soms door een collega marinier erop werd gewezen dat er wéér een artikel over de onderzeedienst, altijd in positieve zin, was verschenen. Dat gaf me echt een warm gevoel. Het gaan vervullen van de functie van Groepsoudste is voor mij een uitdaging, maar dan wel, hoop ik en dat zal moeten blijken, een zeer plezierige. Het is een neventaak, dus ik zal daarin een goede balans moeten vinden. Ik ben geen lijnfunctionaris, heb geen directe zeggenschap over, maar ik kan eventueel buiten de hiërarchieke lijnen om, zaken aan de orde brengen. Dat geeft me wel wat speelruimte en mogelijk-
Pagina 6
heden, maar belangrijk is natuurlijk dat het wel effect heeft. Ik voel als Groepsoudste een grote verantwoordelijkheid om de taken die me zijn toebedeeld uit te voeren. Ik zal optreden als vertegenwoordiger van de Onderzeedienst bij verschillende nationale en internationale gelegenheden, als adviseur, gevraagd en ongevraagd, niet alleen voor de hogere legerleiding, maar indien nodig ook voor u, en ik zal zeker ook optreden als belangenbehartiger. Om deze taken naar behoren uit te voeren, zal ik voldoende op de hoogte moeten blijven van het wel en wee van de onderzeeboten en bemanningen, en wat er binnen Defensie en CZSK in het bijzonder speelt op onderzeebootgebied. Ik zal daaraan moeten werken, maar ik hoop en dat is ook een dringend verzoek aan u, dat ook u mij daarin ondersteunt. Onderzeedienst personeel is een relatief kleine groep, maar we zijn wel vaak duidelijk herkenbaar en soms hoorbaar. De identiteit die we als Onderzeedienst hebben is bekend, heel bekend. Het werkt mee aan en versterkt de motivatie, inzet, kennis en saamhorigheid. Ook daarin zie ik voor een Groepsoudste en de Chef d’equipage een belangrijke rol weggelegd. Het zijn allemaal facetten die we goed kunnen gebruiken, maar ook hard nodig hebben om de boten verantwoord naar zee te kunnen sturen en de opgedragen taken goed uit te voeren. En zodoende de onderzeedienst goed in beeld te houden van de Defensie organisatie en het personeel, maar ook van de politiek en de gewone burger. Op die manier moeten zij onze boten niet alleen mysterieus blijven zien, hetgeen helemaal niet slecht is, maar ook zien als een onmisbaar en waardevol onderdeel van onze Defensie. We leveren een specifiek product af. Een product waaraan hoge eisen wordt gesteld. Het is aan de organisatie, maar ook aan u om het gewenste onderzeeboot product te blijven leveren en dat de boten op een veilige en professionele wijze de opgedragen taken uitvoeren. Ik zal trachten daaraan zoveel en goed mogelijk een waardevolle bijdrage te leveren. Peter de Harder
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 7
Afscheid van onze penningmeester. Na 27 jaar neemt Arij Prins afscheid van onze vereniging . Arij begon als bestuurslid op 8 mei 1980. Hij heeft op 6 december 1983 samen met Mels van Dwingelen het penningmeesterschap op zich genomen. Het tweemanschap heeft jaren gezorgd voor een goed financieel beheer. Mels van Dwingelen heeft eerder het stokje overgegeven aan Ton Schouten, Arij vindt het nu wel genoeg. Hij heeft de vereniging lang genoeg gediend en je moet ook de jongere generatie een kans geven. In het bestuur was Arij een gedreven kracht die altijd voor iedereen klaarstond met ideeën en uitstekende handen. Er zijn wat KVO’s door zijn handen gegaan voorArij Prins verwerkt de laatste adres mutaties dat ze bij de PTT aangeboden werden. De voorbesprekingen bij de “Algemene Leden Vergadering” locaties werden mede door zijn toedoen altijd goed geregeld. Een scherp oog op de door ons ingediende declaraties is een must voor een goede penningmeester. Zijn inzet en gedrevenheid voor de vereniging is altijd zeer hoog geweest. Alle bestuursleden konden altijd op ieder moment van de dag een beroep op hem doen. Zijn werkzaamheden worden nu overgenomen door Will van de Veeken die zijn redactie activiteiten aan Robin Snouk Hurgronje overgedragen heeft. Al met al is er een behoorlijke verschuiving van werkzaamheden binnen het bestuur geweest. Arij is op 25 april 2007 tijdens de A.L.V. afgelost als bestuurslid. Arij namens alle leden van onze vereniging bedankt voor je tijd en inzet.
Girotol Zwaardvisklasse Op 23 februari werd,door Nick Versteeg en Ludger Brummelaar aan de Groepoudste Onderzeeboten Peter de Harder en Hoofd Traditiekamer Ron van de Broek, de girotol uit het kompas van de Zwaardvis overgedragen. De ceremonie werd voorafgegaan door een lezing met beelden over de sloop van de Zwaarvis en Tijgerhaai. Beide schepen zijn, na veel touwtrekken over hun einddoel- bestemming, uiteindelijk toch gesloopt. Het hele proces werd door de KM continu gecontroleerd. Met deze uitreiking is er een symbolisch einde gekomen aan de periode Zwaardvis - Tijgerhaai bij de KM Ron van de Broek, Nick Versteeg, Ludger Brummelaar en Peter de Harder
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 8
Honderd jaar eenzaamheid Voor het jubileumsymposium 'Making submarines visible' nodigde de Koninklijke Marine defensiespecialisten en opiniemakers Robert Kaplan en Rob de Wijk uit hun visie te geven op de rol van onderzeeboten in de eenentwintigste eeuw. “Niemand weet wat we doen” vertelt een oud-commandant.
MARK VAN BAAL
“L
egers veroveren landen, marines bezoeken havens," onderstreept Robert Kaplan halverwege zijn betoog zijn visie op de rol van de zeemacht in gewapende conflicten. Het publiek lacht instemmend. De zaal in de Amsterdamse marinekazerne zit op donderdag 28 september vol met onderzeebootcommandanten, oud- commandanten en vlagofficieren uit verschillende NAVO-landen die zijn afgekomen op het symposium Making submarines visible, ter ere van het honderdjarig bestaan van de Onderzeedienst. In een wereld waar de media een steeds grotere rol spelen bij militaire conflicten, zijn militaire operaties met een kleine 'voetafdruk' van groot strategisch belang, beweert de professor van de Amerikaanse marineacademie. Ook om operaties acceptabel te houden voor het pacifistisch deel van het thuisfront. En welke militaire eenheid is beter in staat om buiten het oog van media en publiek geheime operaties uit te voeren dan een onderzeeboot? Robert Kaplan heeft net zijn visie op de wereld uiteengezet. Losjes, regelmatig het katheder met zijn tekst verlatend, maar met grote stelligheid vertelt hij over het opkomend nationalisme in Azië. "De burgers van Aziatische landen zijn nu net zo trots op het
bezit van atoomwapens als de Amerikaanse burgers dat waren in de jaren vijftig. In nationalisme ligt het Westen nu ver achter op Azië." RELIKWIEËN "Degene die de verslaggeving beheerst, beheerst de oorlog," gaat Kaplan verder. "Media worden steeds opdringeriger. De krijgsmacht moet zorgen dat haar operaties niet alleen van de voorpagina blijven, maar ook van pagina 5. De media hebben overal informanten. Regelmatig berichten ze bijvoorbeeld dat ze iets van hun bronnen bij de CIA hebben vernomen, maar nooit lees je een bericht, gebaseerd op een bron in een onderzeeboot." Onderzeeboten hebben altijd in het diepste geheim kunnen opereren. "De koude oorlog was behoorlijk heet voor de Onderzeedienst. Russische en Amerikaanse subs botsten bijna tegen elkaar op in de Noordelijke IJszee." Volgens Kaplan is informatieverzameling essentieel in de huidige politieke situatie. Daarvoor zijn onderzeeboten uitgelezen eenheden, is zijn conclusie. Defensiespecialist Rob de Wijk ondersteunt zijn exposé met een aantal wereld-kaarten. Stuk voor
Klaar Voor Onderwater 100
stuk met de Grote Oceaan in plaats van Europa in het midden, om net als Kaplan te onderstrepen dat het zwaartepunt van de wereldpolitiek niet langer in Europa ligt, maar in toenemende mate in Azië. Onderzeeboten werden door veel politici als relikwieën van de Koude Oorlog gezien, schetst De Wijk de situatie in Nederland in de jaren negentig. Met name ter linker zijde vonden velen dat de Nederlandse krijgsmacht moest worden omgevormd voor blue helmet operations, ofwel vredestaken in opdracht van de Verenigde Naties. In die tijd was De Wijks advies aan de Nederlandse krijgsmacht om zes onderzeeboten te behouden, volgens hem de kritische massa voor een onderzeedienst. Zoals bekend heeft Nederland er vier over, maar het hadden er ook nul kunnen zijn, kijkt De Wijk terug. OLIEVOORRADEN "Nederland heeft nu een krijgsmacht die qua capaciteit niet aansluit op de politieke ambities van het land. "De Nederlandse defensie kan bijna elk soort militaire operatie aan en schaart zich in militair kunnen samen met die van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk net achter de Verenigde Staten. Dit suggereert een hoog politiek ambitieniveau, terwijl veel Nederlandse politici dat in werkelijkheid niet hebben. Verder is de discussie over de vraag of Nederland een vredes- of een vechtkrijgsmacht moet hebben, nog altijd gaande. "Demissionair minister van Defensie, Henk Kamp, probeert dit gat te dichten door meer nadruk te leggen op gevechtstaken." Een tweede wereldkaart toont de olievoorraden op de wereld, waarvan 66 procent zich in het MiddenOosten bevindt. "Zekerheid van energievoorziening is de sleutelkwestie," stelt De Wijk. Aangezien gewonnen olie en gas veelal over de wereldzeeën vervoerd worden, is veiligheid op zee een belangrijk strategisch doel voor de meeste landen. Piraterij is tussen 1993 en 2003 verdrievoudigd, tot vijftien miljard dollar aan verliezen. Hier is volgens De Wijk ook een belangrijke rol weggelegd voor de onderzeediensten van westerse landen. Onderzeeboten hebben volgens hem essentiële taken, zoals het verzamelen van inlichtingen, ondersteuning van speciale operaties, offensieve taken, gericht tegen oppervlakteschepen en andere onderzeeboten, en het blokkeren van havens. Hoewel de Nederlandse marine met vier onderzeeërs beneden de kritische massa zit, blijft de Onderzeedienst een strategisch onderdeel van de Nederlandse krijsmacht in de nieuwe geopolitieke context, is De Wijks slotconclusie. "Maar die vier onderzeeboten blijven politiek kwetsbaar," waarschuwt hij de zaal.
Pagina 9
Rob de Wijk Al tijdens zijn studie Geschiedenis in Groningen is Rob de Wijk (52) meer geïnteresseerd in de techniek en strategie van oorlogen dan in moraal en ethiek ervan. "Zeg maar de harde kant van het militaire apparaat, zonder al die moraliteit," zegt hij in een interview in 2000. De Balkanoorlogen in de jaren negentig maken van de defensiespecialist een bekende Nederlander, wanneer hij de ontwikkelingen op de Balkan bij het tv-programma Nova bijna dagelijks becommentarieert. Tot die tijd is hij adviseur van de chef defensiestaf op het gebied van strategie en beleid. De voormalig journalist is op dit moment onder andere hoofd van het veiligheids- en conflictprogramma op het Instituut voor Internationale Relaties Clingendael, hoogleraar Strategische studies aan de Universiteit Leiden en professor Internationale betrekkingen aan de Militaire Academie.
Robert Kaplan Een democratie functioneert het best als bepaalde beslissingen achter de schermen worden genomen," zegt de Amerikaanse journalist, schrijver en docent Robert Kaplan (54) in een interview in 2001. Zijn journalistieke loopbaan begint in de jaren zeventig wanneer hij door Tunesië, Israël, Oost- Europa en het MiddenOosten reist. In 1984 verslaat hij de Irak- lranoorlog. Hij bericht verder onder andere over de hongersnood in Ethiopië, de Russische oorlog in Afghanistan, West-Afrika, India en Azië. Na vele boeken over het Midden-Oosten en de Balkan breekt hij door, wanneer de Amerikaanse president, Bill Clinton, is gesignaleerd met Kaplans boek, Balkan Ghosts, onder de arm. Behalve journalist is Kaplan adviseur en docent bij de Amerikaanse krijgsmacht en professor op de marineacademie in Annapolis.
Klaar Voor Onderwater 100
BEWEGENDE PLATFORMS "Ik ben een marinier, dus onbevooroordeeld," sluit dagvoorzitter Frank van Kappen de dag af. De generaal der mariniers buiten dienst onderschrijft de conclusie van beide sprekers dat onderzeeboten "bewegende platforms die ongemerkt zowel informatie kunnen verzamelen als gevechtstaken kunnen uitvoeren" - ook na de Koude Oorlog een belangrijke rol hebben te vervullen. Hij heeft net nog een onderzeebootcommandant ontmoet, vertelt hij. "Ik was onder de indruk van de bekwaamheid van de jonge officier, die verantwoordelijk is voor een hoogtechnologisch platform met 35 bemanningsleden." Nog een reden voor Nederland om geen afscheid te nemen van de onderzeeboten. "We moeten deze bekwaamheid niet verliezen," is Van Kappens slotconclusie. Tijdens de borrel bevestigt oud- onderzeebootcommandant en oud- commandant van de Onderzeedienst Driekus Heij het onbekende en daardoor misschien onbeminde karakter van operaties onder het zeeoppervlak. "Niemand weet wat we doen. Dertig jaar geleden voeren we met onze onderzeeboot onder een Russische onderzeeboot door om hem van
Pagina 10
voor naar achteren te fotograferen. We bevonden ons ergens in door de Sovjet-Unie beheerste wateren - preciezer mag ik zelfs nu niet zijn - en hadden ongeveer 5 meter water onder de kiel. Als het tot een botsing was gekomen, waren de politieke gevolgen niet te overzien geweest." Koninklijke Marine Korps Mariniers: 3.200 mannen voor operaties op land Vloot: 6.550 mannen en vrouwen, 8 fregatten, 2 amfibische transportschepen, 2 bevoorradingsschepen, 10 mijnenjagers, 20 maritieme helikopters en 2 hydrografische meetvaartuigen Groep Onderzeeboten (onderdeel vloot, voorheen: Onderzeedienst): ongeveer 400 mannen en vrouwen (aan boord alleen mannen), 4 onderzeeboten (marinemensen zullen nooit 'onderzeeër' of 'duikboot' zeggen) en 1 torpedowerkschip ('drijvende garage voor torpedo’s)
Maritiem Nederland nr. 10 / december 2006
Walrusmodel maakt vlieguren
Vorig jaar waren wij, Jan en Nancy Eerland, met vakantie op Curaçao bij Tom Thoma. Hij heeft vroeger bij de KM gezeten waarvan een tijdje bij de Onderzeedienst, maar dat vond hij toch wel een beetje benauwd. Na deze ervaring is hij de dienst uitgegaan. Dat het te benauwd voor hem was bleek later. Hij heeft over de hele wereld gewerkt, maar diep zijn hart lag toch nog steeds de Onderzeedienst. Jaren geleden is hij nog bij een reünie bij de Onderzeedienst geweest, hij wilde het contact met zijn oude makkers niet verliezen. Toen hij ook hoorde dat ieder lid van de vereniging een bootje kreeg vroeg hij ons er een voor hem mee te nemen. Wat een pech toen bleek dat het bootje afgebroken was. Na een telefoontje met het bestuur konden we het bootje inleveren en een nieuwe meekrijgen. Gelukkig was deze heel en heeft hij de trip, na een aardige duit betaald te hebben aan overgewicht, de reis zonder schade doorstaan. Eigenlijk wel een leuk idee dat dit model niet onderwater maar 10 Km bovenwater naar de West gevlogen is. Tel je er het land van productie bij, dan kom je aan heel veel vlieguren voor ’n model. Ton was ons heel dankbaar en heeft de Walrus een mooi plekje op zijn bureau gegeven. Voor ons was het een mooie weerzien van een verre vriend. Nancy en Jan Eerland
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 11
Uitnodiging voor het 44 internationale congres voor Ex & Submarine Crew Members http://agaasm-emeraude.chez-alice.fr/matrx2/insc2007.htm
Tijdens mijn verblijf in Kiel, bij de viering van 100 jaar Duitse onderzeeboten, werd ik aangesproken door de voorzitter van de VDU (Vereniging Duitse U-boot). Hij verwonderde zich over de afwezigheid van de Nederlandse vertegenwoordiging bij Internationale congressen. N.a.v. deze opmerking heb ik hem gevraagd om mij de uitnodiging te doen toekomen zodat men, vanuit de onderzeedienst gelederen, zich kan aanmelden. In de uitnodiging zoals hiernaast afgebeeld staat de sluitingsdatum van 1 april doch deze is voor ons verschoven naar 30 juli 2007. Voor een grotere, duidelijke uitdraai verwijs ik naar: Hoofd site http://agaasm-emeraude.chez-alice.fr/page2.htm Frans Klut
http://agaasm-emeraude.chez-alice.fr/matrx2/c2007pro.htm
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 12
Herdenking 4 mei 2007 Toespraak Groepsoudste Onderzeeboten meer dan 50 landen en hun voormalige kolonies betrokken. Hoe kon een misplaatst gevoel van superioriteit leiden tot vervolging en vernietiging van miljoenen medemensen. Waarom is er niet eerder ingegrepen. Het is allemaal beschreven. Geschiedschrijving helpt een overzicht te krijgen. Optimistisch als de mens vaak is, meent hij van de geschiedenis te zullen leren, maar dat lukt veelal niet. De praktijk leert ons dat als we om ons heen kijken.
Zeer geachte aanwezigen. Vandaag 4 mei 2007 herdenkt geheel Nederland de oorlogsslachtoffers uit eigen land, in het bijzonder die van de Tweede Wereldoorlog, maar ook hen die zijn omgekomen bij oorlogen, gewapende conflicten en vredesoperaties na de Tweede Wereldoorlog. Morgen op 5 mei 2007 viert Nederland dat het 62 jaar geleden is bevrijd en dat het sindsdien vrijheid kent in een wereld waar angst voor oorlog en onderdrukking nog aan de orde van de dag is. Direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden op initiatief van burgers op veel plekken in het land herdenkingen georganiseerd. Deze herdenkingen vonden plaats op 4 mei, de dag voor de capitulatie van Duitsland. Op 5 mei 1945 was immers de overgave getekend. Hoewel delen van het Koninkrijk eerder of later werden bevrijd, wordt op 5 mei jaarlijks de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden in 1945 van de Duitse en Japanse bezetter gevierd. Nederland is uniek, omdat we niet één, moor twee dagen van herdenken en vieren hebben. 4 en 5 mei zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar ze hebben ieder afzonderlijk hun eigen specifieke karakter, betekenis en plaats in de Nederlandse samenleving. Bijna 70 jaar geleden, hoe kon het gebeuren, in Europa, in Duitsland, in Azë, in Japan. Hoe kon de zucht tot veroveren en onderdrukken bezit nemen van zo velen. Bij de Tweede Wereldoorlog waren
Er is al lange tijd een zoektocht gaande naar vrede en veiligheid. Daarbij is ook een belangrijk proces dat de verschrikkelijke gebeurtenissen uiteraard niet worden vergeten, maar na zoveel jaren wel door velen kunnen worden vergeven. Direct na de Tweede Wereldoorlog zijn er vele initiatieven genomen om herhaling te voorkomen. Wereldwijd hebben landen zich verenigd in de Verenigde Naties, zijn er internationale verdragen gesloten om vrede te waarborgen en mensenrechten te respecteren. In Europa zijn de oude vijanden succesvol met elkaar gaan samenwerken. In vele landen is de democratische rechtstaat hersteld of tot stand gebracht. Alle inspanningen voor vrede en vrijheid hebben zeker tot veel resultaat geleid. Maar sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is er wereldwijd nog geen dag zonder oorlog geweest. Vanaf 1945 zijn er meer don 200 oorlogen en gewapende conflicten uitgevochten. In Nederland leven ook velen die deze actuele situaties van oorlog, onderdrukking en onvrijheid aan den lijve hebben meegemaakt. Het aantal mensen dat de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt neemt af. Dit betekent echter niet dat de belangstelling voor herdenken en vieren ook daalt. Het draagvlak voor herdenken blijft bij naoorlogse generaties juist onverminderd groot. Na zoveel jaren is een terugblik nog steeds van groot belang, want wat toen plaats vond is voor de jeugd nauwelijks te begrijpen en voor de oude generatie moeilijk onder woorden te brengen. Natuurlijk be-
Klaar Voor Onderwater 100
staat er een verschil tussen ouderen en jongeren in de beleving van 4 mei. Ze zijn ook op een andere manier betrokken bij deze dagen. Voor de oudere generatie staan vaak de eigen ervaringen en herinneringen centraal. Jongeren hebben de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt. Voor hen krijgt 4 mei betekenis uit de verhalen van anderen en zonder hun historisch referentiekader met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog, kan voor hen herdenken betrekking hebben op het recente verleden of het heden. Nu 62 jaar na de tweede Wereldoorlog is in ons land de dreiging van een oorlog of bezetting afwezig, dat geldt echter lang niet overal in de wereld. Nog steeds vallen er jaarlijks honderdduizenden slachtoffers door burger oorlogen en dictatoriaal geweld in verschillende landen. Soedan, Somalië, Ethiopië, Tsjetsjenië, Irak, Afghanistan, zijn enkele voorbeelden. De internationale gemeenschap weet zich hierbij voor een dilemma geplaatst, wat te doen als een land waar volkerenmoord dreigt elke interventie van een internationale organisatie categorisch afwijst?
We weten ons genoodzaakt om in internationaal verband mee te denken en mee te doen om de vrijheid en veiligheid elders in de wereld te beschermen of te herstellen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om een nieuwe democratische rechtstaat te helpen opbouwen.
Pagina 13
De vraagstukken van oorlog en vrede zijn nogal veranderd. Spanningen en conflicten bewegen zich minder langs landsgrenzen. Vaak vinden deze plaats binnen landsgrenzen of ze verspreiden zich via migratie en handelsstromen wereldwijd. Het belang van internationale samenwerking lijkt dan ook eerder toegenomen dan afgenomen, Een gecoördineerde inspanning van landen is van levensbelang. De bestaansredenen van onze moderne krijgsmacht zijn hetzelfde gebleven; zij moet de belangen van onze staat beschermen. Maar de taken van onze militairen zijn veranderd, de veiligheidsvraagstukken zijn anders van aard. Naast de verdediging van ons eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied, betekent dat inzet voor vrede en veiligheid ter bevordering van de internationale rechtsorde.”Nederland is gebaat bij vrede in Europa en stabiliteit in de wereld. Echte vrede en echte veiligheid bestaat pas als de permanente angst voor oorlog en onvrijheid is verdwenen, daar ligt de uitdaging.” Een citaat van Z.K.H. Prins Bernhard.
Ook nu moeten onderzeebootmannen er rekening mee houden dot ze voor de strijd om de vrijheid in of nabij crisis en spanningsgebieden kunnen worden ingezet. Immers de onderzeeboot is en blijft een militair instrument dat in alle conflicten waar een maritieme aanwezigheid gewenst is, van zeer grote waarde kan zijn en indien noodzakelijk zeer
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 14
wijl zij hun naasten met onzekerheid moesten achterlaten.
slagvaardig kan optreden. Dat wordt onderkend op het hoogste politieke en militaire niveau en dat blijkt want nog steeds wordt telkens weer de onderzeeboot dringend gevraagd en geboden bij de handhaving van de internationale rechtsorde en in het bijzonder in de internationale strijd tegen het terrorisme. Reeds verscheidene keren is een onderzeeboot voor langere duur in dat kader op een missie gestuurd, ook nu is er weer één op missie. We moeten beseffen hoe bevoorrecht wij zijn, te leven in een democratische rechtstaat, met vrijheid van meningsuiting, met vrijheid van godsdienst, hoe moeizaam de omgang ermee soms ook is. We moeten beseffen hoe kwetsbaar die waarden zijn, en hoe belangrijk het is daarvoor op te komen, altijd opnieuw. We moeten beseffen dot dit de geschiedenis is van ons land. Wij herdenken hen die de moed vonden om voor die waarden te vechten, en die daarvoor de hoogste prijs moesten betalen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de strijd voor de vrijheid keerden tijdens de Tweede Wereldoorlog zes boten niet terug in de thuishaven. Een Onderzeebootmoederschip werd getorpedeerd, een zevende onderzeeboot werd in de thuishaven vernietigd en er waren ongevallen die allemaal te maken hadden met de oorlogstoestand. En bij al deze gebeurtenissen sneuvelden vele onderzeebootmannen. Niet alleen mannen die zijn omgekomen bij gevechtshandelingen, maar ook zij die op een andere wijze door hun dienen bij de Onderzeedienst zijn omgekomen, herdenken wij. Zij hebben het hoogste goed, hun leven, gegeven voor het bevechten van de vrijheid, om die aan ons te kunnen doorgeven. Zij hebben daarvoor met een ongekende inzet en loyaliteit hun plicht tot het laatste moment uitgevoerd, ter-
Wij zijn hier bijeen, nabestaanden, belangstellenden, actief dienend Marine personeel, uiteraard vooral Onderzeeboot personeel, maar ook van andere instellingen, om samen de onderzeedienstmannen te herdenken die in de tweede wereldoorlog, ten gevolge van hun werk en inzet bij de Onderzeedienst, waar ook ter wereld, zijn omgekomen. Dat zal u doen met persoonlijke herinneringen, een gebed, bloemen, met stilstaan en overdenken. Wij doen dit bij het Onderzeedienstmonument, dat bestaat uit het gedenkteken dat op 20 juni 1947 door de toenmalige Koningin Wilhelmina is onthuld en de twee plaquettes die in 1999 op 4 mei hieraan zijn toegevoegd. Op deze wijze wordt tot uitdrukking gebracht dat we nooit zullen vergeten welke offers er gebracht zijn tijdens de strijd om de vrijheid. Het Onderzeedienstmonument dient om de gevallenen te eren en geeft ons daarbij iets tastbaars, zodat wij op gepaste wijze kunnen herdenken. Hetzelfde geldt voor de Militaire Willemsorde uitgereikt aan de Onderzeedienst, eveneens in juni 1947, voor haar moedige gedrag en grote offers gebracht op de wereldzeeën. De Militaire Willemsorde hangt trots aan het vaandel uitgereikt door Koningin Juliana in juli 1964. Ik zal, als uiting van dankbaarheid, erkenning en respect voor hen die vielen, samen met de chef der equipage, namens de Onderzeedienst, een krans leggen ter nagedachtenis aan onze gevallenen. Peter de Harder Groepsoudste Onderzeeboten
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 15
Herdenking 4 mei 2007 Toespraak Dominee Johan Trouwborst
Geachte aanwezigen, goede mensen, Wij zijn hier bij elkaar om onze doden te herdenken. We staan stil bij offers door anderen gebracht voor onze vrijheid. Dat doen we elk jaar bij het monument van de onderzeedienst. En wij zijn niet alleen. Heel Nederland herdenkt en viert op 4 en 5 mei. Eén ding moet ons duidelijk zijn. Dat herdenken niet alleen met vroeger te maken heeft. Met dingen die gebeurd zijn. Met slachtoffers uit de geschiedenis. Maar dat herdenken alles met onszelf te maken heeft. We herdenken onze doden met het oog op ons eigen leven hier en nu. Alleen dan heeft het zin. Bovenaan de trap in gebouw Faslane hangt een tekst met de volgende woorden: Onze doden herdenken Is ons leven herhalen En het is danken in stilte Voor wat hun leven ons gaf Het zijn maar een paar woorden. Maar ze zijn raak. Als wij vandaag aan onze doden denken is dat niet iets los van onszelf. Nee, dan herhalen we ons leven, zegt de tekst. Dus: via de slachtoffers van toen komen we uit bij onszelf vandaag. Daarom moet het op de dodenherdenking vooral gaan over wat ons nu bezig houdt. Het nationaal comité 4 en 5 mei geeft als altijd weer een voorzet om over na te denken. Dit jaar zijn de kernwoorden veiligheid en vrijheid. Sinds Pim Fortuyn staat veiligheid hoog op de politieke agenda. En sinds de moord op Theo van Gogh vragen we ons in Nederland af waar de grenzen liggen van onze vrijheid. Veiligheid en vrijheid. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Houden ze elkaar misschien in evenwicht? Zonder veiligheid voelen mensen zich niet vrij. Maar andersom is het ook waar. Als je je niet vrij voelt voel je je ook niet veilig. Boven de ingang van het vernietigingskamp Auswitz stond: ‘Arbeit macht frei’. Maar wat is dat voor vrijheid als er hekken en prikkeldraad omheen staan? Vandaag herdenken wij onze oorlogsslachtoffers. En morgen vieren we onze vrijheid. Tijd voor een vraag: Hoe vrij zijn wij eigenlijk? Offeren we onze vrijheid op uit verlangen naar veiligheid? Preventief fouilleren, cameratoezicht, bevei-
ligers in winkels, politie op scholen er wordt zelfs gedacht aan digitale slotgrachten rond de grote steden. Via herkenningstechnieken worden mogelijke misdadigers in de gaten gehouden. Het zijn allemaal zaken waar we langzaamaan aan gewend raken. Alhoewel: deze week was er kritiek op het politiekorps Zuid- Holland- Zuid. In Rotterdam werden hangjongeren gefotografeerd en opgeslagen in een database inclusief persoonsgegevens. Dat ging wel erg ver. Werd hun privacy niet teveel
Klaar Voor Onderwater 100
geschonden? Anderzijds lijken mensen niet zoveel te geven om hun privacy. Kijk maar naar Big Brother en De gouden kooi. Veiligheid en vrijheid. Ze staan vaak op gespannen voet met elkaar. Vandaag bedenken we ons dat voor onze vrijheid offers zijn gebracht. Daar zijn we dankbaar voor en we zijn er zuinig op.
Pagina 16
wij echt in vrijheid zullen leven. In vrijheid leven. Daar gaat het om. Dat is de uitdaging voor ons allemaal. Dat gaat niet vanzelf. Het vraagt oefening. En soms ook offers. Dat bedenken we vandaag. Opdat we nooit vergeten dat er niets boven ons vrijheid gaat. Daarom vieren we morgen bevrijdingsdag. Voor een heel jaar. Liefst voor altijd. Trouwe God, in de hemel onze Vader, wij komen tot U in ons bidden. Dat doen we niet zo vaak. Meestal komt er niet van. Maar er zijn momenten die erom vragen. En dat is nu. Wij danken U voor het geschenk van onze vrijheid. En we bedenken in stilte wat het heeft gekost, welke offers er zijn gebracht. Wij vragen Uw nabijheid voor wie herdenken pijn blijft doen, vanwege verlies dat geleden is en om gemis dat blijft. Wij bidden voor elkaar. Leer ons allemaal wat het is om in vrijheid te leven. Om tijd en ruimte te geven aan anderen en onszelf, om elkaar te respecteren en daarbij ons geduld te bewaren. Wij bidden voor ons land en volk, dat we ons blijven inzetten voor vrijheid en democratie. We denken aan uitgezonden militairen in dienst van de vrede, in hun bestaan op leven en dood. Bescherm hen - en ons allen – onder de schaduw van Uw vleugels. Hoor ons wanneer wij samen met Christus bidden: Onze Vader die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Dominee Johan Trouwborst De vrijheid is duur verworven. Het is een recht, een grondrecht. Elk recht berust op een waarde. De waarde van de vrijheid draag en beschermt het recht op vrijheid. Steeds weer is de vraag: wat is de vrijheid ons waard? Ook in ons verlangen naar veiligheid draait het om deze vraag. Steeds weer is de waarde van de vrijheid in het geding. Tot slot nog een domineese nabrander. In het christelijk geloof is vrijheid het hoogste goed. Het Evangelie verbindt onze vrijheid met Christus. De strekking is dat Christus ons heeft bevrijd, opdat
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 17
Mijn eerste ervaringen als nieuwe directeur van de Nederlandse Kustwacht KTZ Jankees Trimpe Burger
Al in begin januari 2007 heb ik mijn functie als GroepsOudste Onderzeedienst overgedragen aan KTZ Peter de Harder en formeel heb ik met de vaandeloverdracht op 9 maart afscheid van de onderzeedienst genomen. Alhoewel je nooit echt afscheid neemt van de OZD. Vanaf maandag 8 januari ben ik begonnen met de overname van de functie Directeur Kustwacht (DKW) in Nederland. Op maandag 5 maart heb ik formeel de functie overgenomen van mijn voorganger KTZ Rynk van de Woude die met FLO is gegaan. Waarom zo’n lange overname? Per 1 januari 2007 is de Kustwacht ‘Nieuwe Stijl’ van kracht geworden. Tot dat moment was de KW een samenwerkingsverband van 6 (!) ministeries waarbij de DKW coördineerde tussen de ministeries om hun middelen (personeel, schepen en vliegtuigen) efficiënt en doelmatig in te zetten. Omdat de ministeries zelf hun prioriteiten konden stellen bij het leveren van deze middelen was de organisatie voor verbetering vatbaar. Dit werd door de Algemene Rekenkamer (ARK) eveneens vastgesteld. Vanaf 1 januari jl. is de KW een zelfstandige organisatie met eigen middelen die beschikbaar worden gesteld door de ministeries. De DKW is verantwoordelijk voor een 7-tal dienstverleningstaken waarvan de belangrijkste zijn: nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, opsporing en redding (SAR), rampen- en incidentenbestrijding en vaarwegmarkering. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de handhavingstaken: de algemene politietaak (BZK/KLPD), het douanetoezicht (FIN/ Douane), de grensbewaking (DEF/KMar) en de wetgeving met betrekking tot het milieu (V&W/RWS), visserij (LNV/AID), mijnbouw (EZ/SodM) en scheepvaart (V&W/DGTL). De KW bestaat uit het Kustwachtcentrum (KWC) dat gehuisvest is in Den Helder in hetzelfde gebouw als het Marine Situatie Centrum. In het KWC is het Coördinatie en Communicatie Centrum (CCC) gevestigd dat voor het Nederlandse verantwoordelijkheidsgebied verantwoorde-
lijk is voor zowel voor maritieme als aeronautische SAR. Het KWC is het national ‘Joint Rescue Coordin ation Centre (JRCC)’. In dit CCC lopen 28 mensen in 7 groepen van 4 continu de wacht. Sinds september 2006 is hier een extra wachtloper aan toegevoegd die uit de handhavingdiensten komt en zich toelegt op handhaving ‘op afstand’. Daarnaast zijn er bij het KWC liaisons van de participerende ministeries. Op de schepen varen de handhavers van de verschillende (KLPD/KMar/Douane/ AID) diensten mee om het werk op zee uit te voeren, dit zijn de z.g. Opstappers. Het streven is deze opstappers een bredere bevoegdheid te geven zodat zij op meerdere gebieden kunnen handhaven. Dit vergt uiteraard de nodige opleidingen en tijd. Om zijn taken uit te voeren beschikt de DKW over een 4-tal zeegaande civiele vaartuigen die hij ‘huurt’ van de nieuwe civiele Rijksbrede Rederij. Daarnaast beschikt hij specifiek voor SAR over alle reddingboten van de KNRM, over een Lynx-helicopter van de KM en over een civiele Super Puma die betaald wordt door de ‘Northsea Gas and Oil Exploration and Production Association (NOGEPA)’. Incidenteel kan hij beschikken over de AB212 helikopters van het Commando Luchtstrijdkrachten. Primair voor handhavingstaken kan hij beschikken over Bolkov-helicopters van de KLPD dienst luchtvaart. Voor milieu-inspecties en andere handhavingstaken boven de Noordzee is er op dit moment een Dornier–228 vliegtuig beschikbaar dat medio dit jaar wordt vervangen door twee nieuwe modernere Dorniers-228 e.e.a. om een 24 uur per dag 7 dagen per week beschikbaarheid te realiseren. Op ad-hoc basis kan de DKW over nog meer middelen beschikken. Mijn taak voor de komende jaren is de Nederlandse Kustwacht breed herkenbaar te maken als de primair verantwoordelijke autoriteit voor de veiligheid op de Noordzee in de meest brede zin van het woord. Voor SAR is de DKW eveneens verantwoordelijk voor de Waddenzee, het IJsselmeer, de Randmeren en de ZuidHollandse en Zeeuwse Stromen. Om de KW breed herkenbaar te maken houdt dit in dat de schepen en de mensen herkenbaar moeten zijn als Kustwacht door hun uiterlijk. Hiervoor ben ik b.v. begonnen met het aanschaffen van een Kustwacht jas voor al het KW-personeel. Een uitdaging omdat b.v. budget hiervoor verkrijgen al een heel gevecht is. Tot dusver moet ik zeggen dat het enorm uitdagende baan is waarbij ik nog maar met een kleine teen in de KM sta en verder met veel ministeries zaken moet doen. C.J.H. Trimpe Burger ex Groepsoudste Onderzeeboten
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 18
Spannende en onvergetelijke gebeurtenissen
I
eder bemanningslid van een onderzeeboot heeft wel eens moment beleefd, waar je later nog wel eens met rillingen aan terug denkt. Momenten, die om allerlei redenen nooit uit je herinnering zullen verdwijnen. Ik wil graag iedereen uitdagen om dat soort momenten op te schrijven. Ik zal de spits afbijten. De Zwaardvis in het North Channel Het is 1982. Hr. Ms. Zwaardvis is in het begin van het jaar weer in dienst gesteld, na een groot onderhoud periode. De opwerkperiode kent een normale start. De hele reeks beproevingen na onderhoud verlopen op succesvolle wijze. Dat geldt ook voor het begin van de operationele opwerkperiode. In die begin periode moet de onderzeeboot zich in principe klaarstomen op en voorbereiden op de formele opwerkperiode bij Commander Submarine Sea Training (CSST), in Faslane, de grote onderzeebootbasis in Schotland. De CSST periode was de laatste drempel, die iedere onderzeeboot moest halen om voor een volwaardig inzetbare onderzeeboot aangezien te worden. In die voorbereidingsperiode echter gaat de zorgvuldig opgestelde planning aan de haal. Doordat er een andere onderzeeboot uitviel, moest de Zwaardvis deelnemen aan een grote NATO oefening. Dit was eigenlijk tegen de regels, omdat de Zwaardvis nog geen CSST periode achter de rug had, en dus formeel niet ingezet kon worden voor dit soort grootschalige oefeningen. Maar nood breekt wet en dus ging de boot naar deze oefening, en werd de CSST periode meteen aansluitend daarna op het
programma gezet. De omgekeerde wereld dus, maar goed je kan er ook positief naar kijken en dan kom je tot de conclusie dat het deelnemen aan de grote NATO oefening een uitstekende voorbereiding is voor de zware opwerkperiode bij CSST. Zo arriveerde de Zwaardvis uiteindelijk toch in Faslane om zich bij CSST te melden om opgewerkt te worden. Althans dat was het plan. Inmiddels was een maand daarvoor de Falkland Oorlog uitgebroken. De grote Engelse vloot was net op het strijdtoneel verschenen en de Royal Navy was druk doende om de eenheden, die nog in de UK aanwezig waren, op te werken en voor te bereiden om ook naar de Zuidelijke Atlantische Oceaan te vertrekken. Op de onderzeebootbasis in Faslane werden vooral de onderzeeboten en de ASW fregatten opgewerkt. Kort na aankomst van de Zwaardvis bleek al heel snel dat de prioriteit van CSST zeker niet bij deze boot lag . Integendeel, wij werden met open armen ontvangen, maar dan wel als enemy submarine target. Voordat we het goed en wel door hadden, was onze eigen opwerkperiode weer uitgesteld en werden we ingezet als Argentijnse onderzeeboot. De eerste opdracht was om een ASW barrier in het North Channel te penetreren. Deze barrier werd gevormd door 4 Sea King Helicopters en een ASW fregat. Het North Channel is de nauwe doorgang tussen Schotland en Noord-Ierland, de noordelijke ingang van de Ierse Zee. Voor onderzeeboten verschrikkelijk moeilijk vaarwater, vooral door de sterke stromingen en de drukke scheepvaart. Bij de
Klaar Voor Onderwater 100
briefings, vooraf, werd ons duidelijk gemaakt dat de Engelsen het onmogelijk achten voor een onderzeeboot om ongedetecteerd door het scherm in het North Channel te komen, en dat het dus een goede oefening was voor de ASW eenheden om een onderzeeboot te detecteren, omdat dat vrijwel zeker zou gebeuren. Waar ze echter geen rekening mee hadden gehouden was het feit dat Nederlandse onderzeeboten al 10 jaar lang heel veelvuldig in dat gebied opereerden. Ik kende het North Channel dan ook als mijn broekzak. Daarnaast wilde het toeval dat de ASW officier aan boord van het Engelse fregat een oude bekende van mij was. Wij hadden een jaar eerder samen in de Perisher gezeten, de opleiding voor onderzeeboot commandanten. Hij had het echter niet gehaald en moest nu naar het woeste strijdtoneel bij de Falkland eilanden om Argentijnse onderzeeboten te pakken. Met hem had ik een weddenschap afgesloten. Als wij er in zouden slagen om ongedetecteerd te blijven, zou ik een fles whisky winnen, en andersom natuurlijk. De nacht daarop zaten we ten noorden van Noord Ierland. Voor ons lag het North Channel. Door de krachtige Noordwesten wind tegen de noordgaande stroom was de zee behoorlijk koppig. Dat op zich werkte in ons voordeel. Het North Channel is een paar mijl breed en aan de westelijke kant ligt het eiland Alta Carry. De vuurtoren heeft het zelfde karakter als de Lange Jaap, 4 in de 20 sec, dus die is altijd makkelijk te herkennen. Aan de Oostkant ligt het Schotse schiereiland The Mull of Kintyre. Hier tussen opereerden de 4 Sea Kings, met hun dipping sonar. Allemaal in een eigen sector. Daarachter had het fregat een eigen sector over de gehele breedte van het North Channel. Althans dat was de analyse van de situatie zoals wij die aan boord hadden gemaakt. We namen nog even de tijd om een soort patroon vast te stellen van de bewegingen van de vijandelijke eenheden. Op basis hiervan was het mij wel duidelijk dat er maar een mogelijkheid was om een kans te maken om ongedetecteed door deze barrier heen te breken. Dat was dan ook meteen de moeilijkste weg, n.l. zo dicht mogelijk langs de steile kust van de Mull of Kintyre. Deze route was de minst voor de hand liggend en het grote voordeel was dat we maar met een Sea King te maken zouden hebben, alleen degene in de meest oostelijke sector. Bovendien zouden de actieve sonaruitzendingen weerkaatst worden tegen de steile rotswand en daarmee het sonarbeeld aan boord van de helicopter ernstig verstoren. De kans dat zij de Zwaardvis konden detecteren achtte ik zeer klein. Het patrouillerende fregat daarachter zou waarschijnlijk meer kans maken om ons te pakken, omdat we daar geen bescherming meer hadden van de steile rotskust. Maar dat konden we
Pagina 19
opvangen door af te wachten totdat het schip weer op westelijke trek zou gaan varen. De Zwaardvis bewoog zich langzaam in de richting van de Schotse kust. Alle posten waren natuurlijk bezet en iedereen was zich er ten volle van bewust dat het er zeer nauwkeurig gewerkt moest worden. De spanning was duidelijk voelbaar, al was het alleen door voortdurende lawaai van de actieve sonaruitzendingen , die de communicatie in de centrale zwaar bemoeilijkte. Alleen als de helicopter van positie veranderde, was het even rustiger. De vuurtoren van de Mull of Kintyre was de leading mark voor de positie bepaling. De Lange Jaap van Alta Carry aan de andere kant diende goed als het dwarsmerk. De geplande trek bracht de Zwaardvis op een paar honderd yards van de kust en liep daarna parallel aan de rotsen naar het Zuiden. Op die parallel koers zou het moeilijk zijn om de vuurtoren nog te gebruiken als peilpunt om de simpele reden dat de lichtbundel over de periscoop heen scheen. De elevatie van de periscoop was niet voldoende om het licht nog te peilen. Gelukkig was de buitenlamp bij de deur aan de voet van de vuurtoren wel goed zichtbaar en konden we die dus gebruiken als alternatief peilpunt. Het was duidelijk dat de helicopter geen sonarcontact kon krijgen. In een geval hing hij zijn sonar dicht bij de Zwaardvis. De decibellen denderden door de Centrale, maar er was geen enkele indicatie dat hij contact had. Ik kon niet anders dan door varen. Er was geen enkele mogelijkheid om de vaart te verminderen om zodoende de doppler te verkleinen. Ik moest vertrouwen op het vertroebelde sonarbeeld, veroorzaakt door de rotsen, waar ik nu zo snel mogelijk langs moest zien te komen.Maar het plan werkte uitstekend.,. De Sea King had gewoon geen idee dat tussen hem en de rotsen van de Mull Kintyre een onderzeeboot voorbij kon varen. Nadat we de Sea King achter ons hadden geladen, was het fregat de volgende hindernis.. Maar die moest de hele breedte van het North Channel doorzoeken en omdat hij geen enkele melding van een sonarcontact van de helicopter had gekregen, was zijn aandacht dan ook niet specifiek op het oostelijke van het kanaal gericht. Het passeren van het fregat leverde dus niet al te veel problemen op. Eenmaal vrij van de barrier, maakten we verbinding met de On-Scene-Commander, het fregat. Zijn eerste opmerking was wanneer wij nu eindelijk aan de daadwerkelijke barrier penetratie zouden beginnen. Een grote vloek en veel ongeloof klonken er over de radio verbinding toen bleek dat wij al aan de andere kant waren. Bij de debrief zei de Commandant van het fregat dat hij niet geloofde (en
Klaar Voor Onderwater 100
hoopte) dat de Argentijnse onderzeeboot commandanten niet het niveau hadden van de Nederlandse onderzeeboot commandanten. Hij was wel onder de indruk, en ik had natuurlijk mijn fles whisky gewonnen. De volgende opwerk operatie was een onderzeeboot
tracking oefening door een aantal Sea King helicopters, wederom in North Channel. De keuze van dit gebied was niet zo verwonderlijk want er bestond een grote gelijkenis met de omstandigheden met de zeestraten tussen de verschillende Falkland eilanden. Deze oefening begon redelijk standaard, met een eerste fase waarin wij onze positie mesten kenbaar maken als antwoord op de A-1 en A-2 signalen. Eenmaal aangekomen in het North Channel zelf was het een free-play geworden. Wij zaten diep en probeerden ongedetecteerd te blijven. Met 3 dipping sonars om je heen was dat geen makkelijke opgave. Maar ook nu weer waren de sonar omstandigheden in ons voordeel. Het enige grote probleem was dat de actieve sonars ons passieve sonarbeeld nogal verstoorden. Audio waren er geen andere contacten te horen, alhoewel ik bijna zeker wist dat er wel koopvaardijschepen door het kanaal zouden varen. Plotseling klonken er een aantal handgranaten. Bij de tweede waren we al verbaasd want dat was niet de afspraak. Bij de zesde realiseerde ik mij dat er iets anders aan de hand was: GEVAAR. De Sea King gaf ons het signaal dat we zo snel mogelijk naar periscoop diepte moesten komen. De actieve sonars waren inmiddels afgezet en daardoor konden wij een sonarbeeld opbouwen, om terug te keren naar PD.
Pagina 20
De aanvals periscoop ging op en bij het doorbreken van de zeespiegel keek ik aan tegen de enorme peilers van een boorplatform. Bij de snelle rondblik zag ik tot mijn verbijstering, zowel aan stuurboord als aan bakboord, achterlijker dan dwars, twee sleepboten. Wegduiken was geen optie. Boorplatformen, die gesleept worden zijn afgezonken en hebben een diepgang van zo’n 30 meter of meer. Het North Channel was gewoon niet diep genoeg om er onder door te gaan. Vanwege de beperkte ruimte in dit zeegebied waren de sleeptrossen ingekort. Het platform zat een paar honderd yards achter de sleepboten. Verbinding maken met de sleepboot zou veel te veel tijd kosten. De enige ontsnapping mogelijkheid was om met volle krach, op periscoopdiepte, te draaien, waarbij het onvermijdelijk was dat ik naar een van de twee sleepboten toe zou draaien. Er was geen keus en in het allerergste geval zou ik wel onder sleepboot door kunnen gaan. Die had niet zo’n grote diepgang, als ik maar vrij zou blijven van de sleeptros. Wij hadden het voordeel dat de sleep heel langzaam voer, niet harder dan 2-3 knopen. De draaitijd leek wel een uur te duren. Zouden we het halen of niet?? Nadat de draai er eenmaal goed in zat bleek al snel dat wij vrij zouden blijven van de sleepboot en konden we even later voor het boor platform uit naar veiliger vaarwater varen. Inmiddels had de engelse searider contact opgenomen met de helicopter. Alhoewel zij geen sonarcontact met ons hadden gehad, had de operator zich Gods zijdank wel gerealiseerd dat wij wel eens in de problemen zouden kunnen komen door dit platform. Wij zouden geen schijn van kans hebben gehad. Natuurlijk vraag je je af hoe zo iets kan gebeuren. Het feit dat de sleepboten zo langzaam voeren, in combinatie met het hoge niveau van de omgevingsruis, maakte het voor ons onmogelijk om hen te detecteren. Ook niet bij de voorbereidingen voor het terugkeren naar PD. Dat zijn dan de operationele beperkingen. De grootste fout was echter aan de wal gemaakt. Er bestaat een procedure dat dergelijke sleepoperaties worden aangekondigd, juist om dit soort situaties te voorkomen. Iemand was echter vergeten om de OPS-Room in Faslane te verwittigen, met bijna een dramatisch gevolg. Ik ben de sonar operator van de Sea King eeuwig dankbaar dat hij zijn gezonde verstand heeft gebruikt, maar het is wel een moment dat ik nooit meer vergeet. Robin Snouck Hurgronje
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 21
Verslag van de algemene ledenvergadering van 25 april 2007 De voorzitter opende de vergadering ten 11:04 uur en heette allen hartelijk welkom, in het bijzonder het erelid de heer Prins en de vertegenwoordiger van de groep onderzeeboten, KLTZT H.C. de Weerd. De ereleden H.J. van Rede en M.A. van Dwingelen waren helaas verhinderd. Van nog vier leden werd bericht van verhindering ontvangen. Na voorlezing van de namen herdacht de vergadering staande de overleden leden. Het verslag van de vorige algemene ledenvergadering werd voorgelezen en door de vergadering goedgekeurd. De voorzitter meldde dat het ledental van de vereniging 1248 bedroeg en dat 80 leden wegens het niet betalen van contributie uit het bestand zullen worden afgevoerd. Daarmee zou het ledental uitkomen op 1168. Terugblikkend op het afgelopen jubileumjaar sprak de voorzitter zijn tevredenheid uit. Hij gaf een overzicht van de activiteiten, waarbij hij de inspanning van de direct betrokkenen roemde. De heer Van Rede liet via de voorzitter zijn waardering voor de grote inzet van het bestuur weten. Complimenten waren er ook voor de redactie van “Klaar Voor Onderwater”, die er, naast al het werk voor de DVD-rom, toch in slaagde om vier KVO edities uit te brengen. De voorzitter deelde mee dat de vereniging dit jaar op 2 december 30 jaar zal bestaan en dat ter gelegenheid daarvan alle leden de nieuwe OZD- stropdas zullen ontvangen. De voorzitter memoreerde dat de contributie in relatie tot de portokosten zeer laag is. Dankzij de hogere, vrijwillige bijdrage van veel leden gaat het nog net goed met de financiële situatie van de vereniging. Hij riep allen op om op die voet door te gaan. De penningmeester gaf een overzicht van de kasverantwoording over 2006. De secretaris las de bevindingen van de kascontrolecommissie voor, waarna de vergadering het bestuur decharge verleende. De voorzitter bedankte de heer Prins voor zijn geweldige inzet als penningmeester sinds 1983 en bood hem een fles port uit dat jaar aan. De vergadering gaf de heer Prins een staande ovatie. Het bestuur heeft de heer Van der Veeken als zijn aflosser aangesteld. Zijn plaats in de redactie van “Klaar voor onderwater” worden vervuld door de heer Snouck Hurgronje, wiens taak voor het jubileumboek inmiddels is volbracht. In de rondvraag vroeg de heer G.J. Tausent van Heukelom, of leden, die hun contributie niet hebben betaald, zonder meer worden geschrapt. Antwoord: Zij krijgen twee aanmaningen. De heer Eijkhout vroeg of het jubileumboek vooral over de laatste dertig jaren gaat, met de eerste 70 jaren slechts summier. De voorzitter gaf hier uitgebreid antwoord op met verwijzing naar alle eerdere boeken. Uit de laatste 30 jaren waren de speciale operaties nog niet eerder beschreven. Vandaar dat deze extra aandacht hebben gekregen. Om 11:37 sloot de voorzitter de vergadering. De secretaris
Jaarverslag 2006 over de financiën van de vereniging Inkomsten over 2006
Uitgaven over 2006
Contributies 12175,45 Bijdragen Reünie 0,00 Rente 589,77 Diversen 15999,92 1OO jr. OZD 277,50 Extra winst 2005 1145,18
Bestuurskosten 100 jaar OZD Reünie KVO 105 jaar OZD Diversen Representatiegelden
+ Totaal: Inkomsten 30.187,85
5040,92 3284,21 225,22 4834,28 12,20 29860,65 150,00 +
30187,85 - Uitgaven 43.407,49
Totaal: = =
43407,48
Verlies 13.219,63
Vermogen van de vereniging per 31 december 2005 Saldo verlies: Vermogen van de vereniging per 31 december 2006
35.650,58 13.219,63 22.430,95
De penningmeester
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 22
Geen ‘grote koelkasten’ op Onderzeeërs VAN ONZE VERSLAGGEVER
Den Helder - Ze zijn al vijftien jaar in gebruik en zouden op papier tot 2015 meekunnen. Met een miljoeneninjectie wil de Onderzeedienst van de Koninklijke Marine in Den Helder haar onderzeeboten moderniseren en hun levensduur met nog eens tien jaar verlengen. „Ondanks periodiek onderhoud laat het vele varen sporen na op installaties en apparatuur", licht groepsoudste Jankees Trimpe Burger toe. ”Onderdelen zijn versleten geraakt, we willen onze onderwaterplatformen verbreden. Vandaar dat we komend jaar niet alleen een goed gevuld programma zullen hebben qua opleiding en oefening, maar ook bekijken wat er allemaal moet gebeuren op het gebied van renovatie.” De vier onderzeeërs van dé Walrusklasse - Hr. Ms. Dolfijn, Walrus, Bruinvis en Zeeleeuw -worden sowieso voorzien van een sonar die mijnen beter kan opsporen, maar is ook qua andere hard- en sortware aan vervanging toe. “De eerste mobiele telefoons die op de markt kwamen, waren vrij forse jongens, grote koelkasten in vergelijking met wat je nu kunt krijgen. Dat geldt in principe ook voor alle apparatuur aan boord”, weet de kapitein ter zee. “Wanneer je de apparatuurkasten opentrekt, zie je veel lege plekken. Wat eerst allemaal achter een deur moest, past nu in één laatje. Die ruimte zouden we prima voor andere functies
kunnen benutten. Zeker nu we steeds meer op periscoopdiepte opereren, ongedetecteerd observeren in het kader van internationale terrorisme- en drugsbestrijding en de tijd voor informatieoverdracht bijna nihil is.” Een ander belangrijk punt waarvoor Trimpe Burger zich hard maakt is personeelsbehoud voor de honderdjarige Onderzeedienst. “Nu de economie weer aantrekt, ontstaat er een grote zuigkracht vanuit de burgermaatschappij. Er zijn meer werkende vrouwen, verhuizen naar de plaats waar je werkt is niet vanzelfsprekend meer. Om onze aantrekkingskracht te vergroten, zullen we creatief moeten zijn, bijvoorbeeld in secundaire arbeidsvoorwaarden.” Toch gelooft hij heilig in de waarde van zijn marineonderdeel en de onderzeeboten. “Als kikkerlandje hebben wij een enorme kennis en ervaring op dieselelektronisch gebied. De trend is dat die in het westen afneemt, maar de belangstelling daarvoor is in de rest van de wereld groeiend. Als we onze boten afstoten, vervalt het Nederlands lidmaatschap van een exclusieve club. Bovendien, als je vergaarde informatie niet hebt, kun je ook geen inlichtingen van anderen krijgen.” NHD 22-12-06
Uitnodiging voor bemanning O-19
Geachte Redactie, In de jaren 1955/1960 ben ik met de Walrus en/of Zeeleeuw op Bonaire geweest. Ik heb daar slechts 2 foto's kunnen maken aangezien mijn camera toen kapot ging. Mijn vraag aan ex-collega’s is of zij misschien van die periode foto's hebben van het eiland om mijn collectie te completeren. Indien mogelijk als bijlage op mijn e-mail waarvoor mijn hartelijke dank. Leen Pielstroom Kaarder 103 1625 TN Hoorn
[email protected]
Wij zullen zeer vereerd zijn door uw aanwezigheid bij de viering/herdenking van 8 juli 1945, de redding van de bemanning van de Nederlandse onderzeeboot O-19 door USS COD (224). Het evenement vindt plaats op 8 juli 2007 in Cleveland , Ohio. We zullen natuurlijk een officiële uitnodiging versturen, maar we wilden U in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte brengen van deze gebeurtenis. Het hoogte punt van het evenement zal zijn het naspelen van de daadwerkelijke overplaatsing van de Nederlandse vlag naar de USS COD, het hijsen van die vlag op het terrein en het spelen van de beide volks liederen. Bij deze plechtigheid zal de rol van de Commandant van de O-19 gespeeld worden door Gino den Ridder, een Nederlander die thans in de VS woont. Opgave via inter:
[email protected]
Geachte Redactie, Kan u een oroep plaatsen omtrent een ex kpl.Kok Kindt gediend hebbende bij de onderzeedienst.ik heb met hem gediend in de jaren 1953. Hij is naar Nw Guinea verhuisd en in 1962 teruggekeerd sindsdien ontbreekt elk spoor. Onderstaande heeft alles in werk gesteld om hem te vinden met o.a. TV Opsporing verzocht.enz. enz. J.C. van Otterloo
[email protected]
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 23
U-864 in dok. Foto internet
Hitlers onderzeeër gifbom voor Noren DOOR WINDY KESTER
Oslo - Meer dan 60 jaar nadat de Duitse U-864 op de zeebodem ten westen van Noorwegen belandde, bezorgt de onderzeeër de Noren kopzorgen. Moet 'Hitlers gifbom' geborgen worden of is het veiliger hem te laten liggen? Het verhaal van de Duitse onderzeeboot die in de noordelijke Noordzee voor een milieuramp kan zorgen, is als een spannend oorlogsboek. In het kader van de geheime 'Operatie Caesar' verlaat de Duitse onderzeeër U-864 op 5 december 1944 de haven van Kiel. Aan boord 73 man en 65 ton kwik, verpakt in 1857 ijzeren flessen. Deze zijn, samen met een lading onderdelen voor Messerschmitt-vlieg-tuigen, bestemd voor Japan. De wapenindustrie draait daar op volle toeren en heeft de voorraad nodig om de Amerikanen in de Pacific bezig te houden en de aandacht van Europa af te leiden. Hitlers plannetje loopt echter anders. Na een stop in de Noorse havenstad Bergen vaart de U-864 begin februari 1945 naar het noorden. Vlakbij het dorpje Fedje stuiten de Duitsers op de Engelse duikboot HMS Venturer. De naziboot wordt geraakt door een torpedo en breekt in twee delen. De bemanning krijgt met de lading een zeemansgraf op 150 meter diepte. En wordt vergeten. Pas in 2003 ontdekt de Noorse marine het wrak op 3,7 kilometer uit de kust bij Fedje. In de omgeving zijn vissen met grote hoeveelheden kwik in het lichaam ontdekt. Al gauw wordt duidelijk dat de kwikflessen wegroesten. In een straal van 150 meter rond het wrak is alles al vervuild. Er wordt groot alarm geslagen. Vissen en duiken worden verboden. Noorse deskundigen buigen zich sindsdien over de vraag wat te doen. Zijn de twee stukken van de 87 meter lange
duikboot te bergen? Omdat ook de nog niet lekkende kwikflessen in slechte staat zijn, is het lichten van het wrak een risico. Er kan een enorme milieuramp ontstaan. Een onaanvaardbaar risico, liet de dienst die over de Noorse kustwateren waakt, weten. „Het is beter om de U-864 te laten liggen en met een twaalf meter dikke laag zand en beton helemaal in te kapselen en af te sluiten. Wij zien dit als een goede milieumaatregel en de beste oplossing", aldus Gunnar Gjellan, werkzaam bij de dienst en verantwoordelijk voor de U-864. Inkapselen is boyendien veel goedkoper dan het optakelen en bergen van het wrak, al ontkent Gjellan dat dit een rol heeft gespeeld bij de afweging. Milieuorganisaties zijn sceptisch. Inkapselen is het probleem bedekken en vergeten, niet oplossen. „Als je het niet opruimt, moet je het altijd in de gaten blijven houden. De enige echte oplossing is het verwijderen van het wrak en het kwik", stelt de grootste milieuorganisatie, Bellona. Ook de kustbewoners protesteren tegen het plan, dat zij als tijdelijke oplossing bestempelen. Al sinds de ontdekking van het wrak, durft niemand meer vis uit de zee bij Fedje te eten. Plaatselijke politici pleiten al jaren voor een permanente oplossing. NHD 30-12-06
Klaar Voor Onderwater 100
Pagina 24
Vorming
S
oms denk ik er wel eens aan. Heel af en toe. Niet zo vreemd wanneer je bedenkt dat de jaren zo direct na je puberteit voor altijd in je geheugen achter blijven. Die tijd vormt je zonder dat je dat in de gaten hebt. Wanneer ik dan ook weer eens mijn dagelijkse wandeling langs het strand maak dan glijden mijn gedachten soms naar die tijd. Een korte periode die ik doorbracht aan boord van één van onze Nederlandse duikboten. In de jaren zestig van de vorige eeuw gold deze als een modern schip. Ik was nog zo groen als gras en vond alles mooi en geweldig! Ik werd benaderd door de Koninklijke Marine of ik wilde overstappen naar de Onderzeedienst. Tja, je bent nieuwsgierig en je had nog nooit zo’n sigaar van binnen gezien. Alleen af en toe er één bewonderend nagekeken wanneer hij zachtjes zijn kade verliet en de havenmond uitvoer. Dus zei je: ‘ik wil het wel eens proberen’ en voordat ik het wist stapte ik van een oude B-jager over en voer ik als jongste bemanningslid met zo’n ‘rioolpijp’ het zeegat uit. Er ging een gehele nieuwe wereld voor mij open. Maar ook een vreemde wereld. De bemanning hield het midden tussen een stel haveloze zwervers en lieden die waarschijnlijk net los waren gelaten uit een psychiatrische inrichting. Ik wist niet wat er gebeurde. Ik was in die tijd Hofmeester en moest voor zes onderofficieren zorgen. Nog nooit heb ik zo’n stel doorgewinterde mannen meegemaakt. Vanzelfsprekend maakten zij misbruik van mijn onervarenheid en gebruikten mij te pas en te onpas als sloof. Ik stond dag in dag uit in de kombuis, samen met de chef-kok en de koksmaat. Gelukkig sliep de laatste het grootste gedeelte van de dag omdat hij ’s-nachts brood moest bakken. Hield ik toch nog een beetje ruimte over, want de chef was nogal, op zijn zachts uitgedrukt, een beetje corpulent en op een ruimte van 2,5 bij 2,5 meter werd dat wel eens wat krap. De hele dag stond ik met mijn ‘geslachtdeel’ tegen mijn stukje aanrecht ‘aan te rijden’. Niet omdat ik dat zo prettig vond maar om de twee/drie minuten moest er wel even een bemanningslid achter mij langs. De enige gang in het schip liep namelijk dwars door de kombuis en zo breed was die ruimte niet. Wanneer ik een saladeschotel gereed had en hem even naast mij zeevast had geparkeerd hoefde ik mij maar even om te draaien en hij was ‘leeg’ geroofd. Mijn bedje was goed vastgesjord tegen het plafond en ik kon pas slapen wanneer de bemanning uit was geklaverjast, gepuzzeld of klaar was met een brief te
schrijven. Uiteraard werd je door Jan en alleman uitgetest en soms wist ik niet meer of ik nu in de maling werd genomen of dat men het serieus meende. Het leek wel of iedereen iets over mij te zeggen had en dat was ook zo. Als jongste aan boord was dat nu eenmaal een gegeven. Ik kwam als een zogenaamde ‘salonhofmeester’ aan boord, nou dat was ik snel afgeleerd. De hygiëne was beduidend op een ander niveau dat ik gewend was en ook het geduld. Je waste je met zoutwater en poetste je tanden met seven-up. Wanneer ik tijdens de lunch niet snel genoeg de borden verwisselde van diep naar plat, hadden de heren hun vlees, aardappelen, groent en de saus al op een hoopje voor hen op het plastic tafelkleed gedeponeerd. Ach ja, zo ging dat. Overal aan boord waren verkeersborden bevestigd. Het bord ‘verboden in te halen’ hing aan beide zijden van gang maar ook op de meest idiote plekken kon je borden tegenkomen. Het meest vreemde beleefde ik toen direct na het bevel ‘duiken, duiken, duiken’ en het schip hing al zo sterk voorover dat ik de chef-kok knetterend hoorde vloeken terwijl de soep over de pannenrand vloog, er een bemanningslid in paniek langs ons heen rende richting centrale uitroepend dat de boot weer als de bliksem omhoog moet. Op de vraag waarom, antwoordde hij dat zijn bakfiets nog op de brug stond. En verdomd de boot ging gewoon weer naar de oppervlakte. Maanden later bleek dat de onderzeedienst toch niet de plek was waar ik mij senang voelde en ben ik weer terug gegaan naar de ‘bovenwater’ marine. En toch was het een ongelooflijke ervaring. Ik werd daar gevormd, gekneed, hardhandig bijgepuimd en leerde wat ‘verantwoordelijkheid’ betekende. Kortom en levensles om nooit te vergeten.
© 2007 Kijk ook eens op www.DJ-Producties.nl