J a a r g a n g 2 3 , n r . 73
klaar Voor Onderwater 73
Onderzeedienst
September 2000
Reünistenvereniging 000 4 juni 2 NHD 1
Klaar Voor Onderwater In dit nummer:
Bussemaker, Wolderling overleden
1
Nederlandse taal
1
In Memoriam
2
Bemanningslijst Dolfijn 1992
3
Vervolg, “De ontwikkeling van 4 de Onderzeeboot tot Onderzeebootbestrijdings wapen” Kameraad , En wat deed Gij?
9
Nederlandse Taal
10
Persbericht Marinetorpedodienst 1875-2000
13
Het K-18 huwelijk van een Maastrichtenaar
14
Carel Eduard Wolderling Frits Bussemaker
17
Uit mijn Maritieme herinnering
18
[email protected]
19
De dapperen van de K XVIII
20
Zie pagina 17
NEDERLANDSE TAAL Geachte redactie, Hierbij vindt u een verhaal wat ik gevonden heb in een oud Nederlandse taal boekje voor het nijverheidsonderwijs. Ik heb dit boekje gevonden bij mijn vader, en hij heeft daaruit ook les gehad. Waar ik nu zo benieuwd naar ben is, of dit verhaal op waarheid is gebaseerd. Wellicht is er iemand in de vereniging die dit verhaal kent of misschien zelf nog heeft meegemaakt. (zie pagina 14 red.) Hopelijk kan ik antwoord krijgen over deze vraag en indien dat niet het geval is, is het toch aardig om in dit soort boekjes onze onderzeedienst terug te vinden. Bij voorbaat hartelijk dank.
Jan Smulders Zie pagina 10
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 2
Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1190 exemplaren Voorzitter H.W. van Vliet Korteweg 8 3054 AS Rotterdam 010-4611514
[email protected] Secretaris D. Heij Bennekomseweg 69 6866 DC Heelsum 0317-317063 Redactie KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 24 maart 2000 11 mei 2000 20 mei 2000 4 juni 2000 8 juni 2000 22 juni 2000 5 juli 2000 12 juli 2000
S.H. Geerlings J.A. van Ark C.E. Wolderling M de Groot F. Bussemaker A. Marinus P. de Klerk J.C.G. Mulders
86 jr. 42 jr. 81 jr. 87 jr. 72 jr. 89 jr. 84 jr. 70 jr.
Den Helder Heerde Leidschendam Rotterdam Den Helder Den Helder Schiedam Roosendaal
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.
Redactie KVO W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 Penningmeester A. Prins Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455 2e Penningmeester M. van Dwingelen D.Abbesteelaan 16 1785 GN Den Helder 0223-632809 Vert. COZD LTZ2 A. Schouten Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444 Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d. is de tweede penningmeester M. van Dwingelen De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Kopij dient in de regel niet langer te zijn dan ongeveer 1 à 2 A4. Kopij bij voorkeur aanleveren op 3,5 inch diskette.
Erelid van de vereniging : J.H. van Rede
Bezoek onze webside http:// members.tripod.lycos.nl/ TonWegman/reunist.html
Cdt. C.E. Wolderling tussen zijn Walrus bemanning 1953
Contributie De minimale contributie bedraagt f. 10,00 c.q. 5 e per jaar Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 3
Bemanningslijst 1/92, Hr.Ms. POTVIS 002455 000906 050144 000899 055629 000112 006138 013252 019569 067982 178078 069066 019760 069059 068296 034266 062734 068285 064272 069056 007149 037505 005152 043559 026279 040247 024291 062620 063357 035192 063121 063154 063107 055907 003057 034867 036172
LTZ1 LTZ2 OC SMJR ODOPS LTZ2 OC LTZ2 OC LTZ2 SGT ODOPS KPL ODOPS KPL ODORS MATR1 ODOPS KPL ODOPS MATR2 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR1 ODOPS MATR2 ODOPS KPL ODOPS SGT SNRT KPL ODVB MATR1 ODVB MATR1 ODVB KPL LDV MTR1 LDV MATR1 LDV MATR1 LDV KPL LDGD SGT ADB LTZ3 LTZ3 LTZT2 LTZ2OC SMJR TDW SGT TDW
Wijbrands J.A. Kuin H.J. Kragten J.J. Tas G. Warnar H. Breukers S.P. Vrijens A.J.J. Jacobs E.C. Golden E.J. van Angenend M. Talstra B. Hoogeboom A.J. Groot F.J.L. de Braat M. Ordelmans P.L.X. Klemkerk A. Alexander C.H. Franke S. Nethorst M. Zinken P. Verberne R. Kooiman A.H. Duenk E.M. Visser A.G. Souren C.F. Nieuwenhuis E.G.C.M. Struyk E.G. Eijnsbergen M. van Hak P. van der Verweij J.M.A. Klein G.J. Bosch D. van den Siepel G.J. Beks J.F.I. Rijkers E.H.A. Schoenmaker H.J. Riemens J.
Datum 03-02-1992
028358 SGT TDW 041537 SGT TDW 015961 KPL TDW 024584 KPL TDW 033893 KPL TDW 014195 KPL TDW 009230 KPL TDW 024899 KPL TDW 063891 MATR1 TDW 018312 MATR1 TDW 018322 MATR1 TDW 063544 MATR1 TDW 032979 MATR1 TDW 011182 MATR1 TDW 063285 MATR1 TDW 063316 MATR1 TDW 021509 SMJR TDE 047448 SGT TDE 066775 KPL TDE 014168 KPL TDE 034734 SGT TDE 063086 MATR1 TDE 044388 MATR1 TDE 061988 MATR1 TDE 034785 SMJR WDW 067144 SGT WDE 055191 KPL WDE 063389 KPL WDE 014840 KPL WDE 037442 SGT BDGSK 068842 KPL WDW 016633 MATR1 WDW 063527 MATR1 WDW Opstapper 124979 LTZ1
Bijna een echte Potvis
Hut H. Houtkamk V.F.J. Vang R.G. Lith M.A. van Boer K.I. de Visscher G.W. Berg M van den Eendenburg R. van Groot B.M. de Bots G.A. Bensik J.A. Dorrepaal P. Herwerden H. van Prenter R.A.M de Cornelissen P.E. Kruijf N.F. Kraaijeveld R. Ista F. Stevenaar E.H. Geritsen P.J. Prast H.R.J. Wingerden R.H.J. van Kreffer M. Barkey R. Sirag G.H. Arndts W.E. Visser R.M de Wal T. van der Spelthaan H.A.J. Ferron A.B. Willeboordse W.H. Benner M. Cremers J.G.M. Keultjes B.A.G
Pagina 4
klaar Voor Onderwater 73
(vervolg van KVO-72 bladzijde 12) Ter zee werd ASW, nu ook voor de NAVO onderzeediensten, de belangrijkste “COLD WAR” taak. Het gebruik van de onderzeeboot als onderzeebootbestrijder ontwikkelde zich snel. In WO II werden wel reeds een aantal onderzeeboten door onderzeeboten tot zinken gebracht. Maar deze gevallen waren incidenteel, en op een hoogst enkele uitzondering na, voer de aangevallen onderzeeboot op dat moment bovenwater. Nu ontwikkelde zich de strijd naar onderwater, sub versus sub. “SEEK and HIDE”. Het begrip SSK ontstond en stond ook borg voor een onderzeeboot als zodanig ontworpen en uitgerust. Geluidsarm, hogere en langer vol te houden onderwatervaart, met grotere duikdiepten en uitgerust met goede onderwatergeluid detecterende apparatuur en doelzoekende torpedo’s.
“Second Strike Capability” ontstond op indrukwekkende wijze”
Er ontstond een grote samenwerking tussen onderzeeboten en ASW vliegtuigen (MP aircraft). Het barrier – concept, zoals wij dat gekend hebben in de Groenland, IJsland, UK en Noorwegen wateren (GIUKN – Gaps) werd ontwikkeld en toegepast met vliegtuigen, onderzeeboten en vast opgestelde onderwater detectie systemen (SOSUS). Onze MLD met haar Atlantiques en later Orions werden gestationeerd op IJsland, onze onderzeeboten gingen opereren vanuit Faslane in Schotland. In 1954 kwam de Nautilus in de vaart, in 1960 werd door de George Washington de eerste polaris gelanceerd. Sinds 1958 brachten ook de Soviets hun eerste (November) nucleaire boten op zee, spoedig gevolgd door de eerste (Hotel) boten uitgerust met ballistische raketten. De SSN’s en SSBN’s zorgden voor nieuwe problemen. “Second Strike Capability” ontstond op indrukwekkende wijze, zeker toe de Soviets met hun Yankee klas SSBN’s gingen patrouilleren vlak voor de Amerikaanse Oostkust.
In September 1969, werd Noord van Noorwegen door het toen in werking zijnde SOSUS een Yankee gedetecteerd. De Yankee kwam uit de Barentszee en was op weg naar de GIUK Gap. Een tweede SOSUS array detecteerde de Yankee pal Noord van Jan Mayen eiland, aan het begin van de Denmark Strait, tussen Groenland en IJsland. De SSN Lapon, een Sturgeon klas SSN van de USN, werd naar de Denmark Strait gedirigeerd om contact te maken en zomogelijk vervolgens te trailen. Ondertussen had ook een P3 – Orion, opererend vanuit IJsland, contact gekregen met de Yankee, en de Zuidelijke koers van deze Sovjet SSBN, bevestigd. De Lapon detecteerde de Yankee nog juist in de wateren van Groenland en startte de trail. De Yankee was een stille boot en de Lapon had de grootste moeite contact te behouden. Soms ging het contact verloren, soms wel voor 1 of 2 dagen. Maar
klaar Voor Onderwater 73
steeds werd de Yankee weer gevonden. De afstand waarop uiteindelijk contact werd behouden was 3000 yards. Bij 4 tot 5000 yards werd contact verloren. De risico’s die genomen werden waren groot. Standaard sonar systemen zouden niet goed genoeg zijn geweest. Daarvoor was de Yankee te geluidsarm. Lapon had echter een nog experimentele sonar aan boord, ontstaan door eerdere ervaringen met trailing – operaties in de Middellandse Zee en Atlantische Oceaan. Deze sonar was in staat de door de no rmale sonar opgepikte “noise – levels” op te graderen. Het zocht daarbij naar bepaalde tonen. Daarbij bleek dat een bepaalde frequentie in het geluid spectrum veranderde, telkens als de Yankee van koers veranderde. Afdraaien ve rzwakte het geluid, toedraaien versterkte het. Een snelle verandering in het geluid betekende dat de Yankee een snelle koersverandering maakte. Bij dit alles bleek bovendien dat de Lapon niet achter de Yankee kon kruipen. De Yankee was zeer stil met zijn schroeven. Tenslotte bleek de Yankee aan bakboord “lawaaieriger” te zijn dan aan stuurboord. Stoomgeluiden van de Yankees turbine waren hoorbaar, evenals “clicks” van de schroeven bij iedere omwenteling. De vaart van de Yankee kon daaruit worden bepaald. Het nam 5 dagen dit alles uit te vinden, daarna werd het contact niet meer verloren en kon gestart worden met het bepalen van de Yankee’s operatie terrein een van de meest cruciale stukjes intelligence dat deze actie van de Lapon opleverde. De Soviets benutte een area van 200,000 square miles, waarin werd rond gevaren, op een afstand van 1500 tot 2000 mijl uit de kust van de USA. Tot dat moment was de USN overtuigd dat de Soviets hun Yankee’s tot op 700 mijl van de kust lieten patrouilleren. Indien Lapon de Yankee niet zover had kunnen trailen, had de USN de dreiging 800 mijl dichter bij de kust gezocht, dan wat ze in werkelijkheid was. De Lapon leerde verder het patrouille patroon van de Soviets, de tijden waarop radioberichten werden ontvangen en dat eens per 24 uur de boot werd gevent ileerd. Ook de wijze waarop bepaald werd of er sprake was van een intruder vlakbij of een andere verder weg in een schaduw rol. De Lapon hoorde de draai van de Yankee steeds bijtijds en kon zorgen onontdekt te blijven. Vastgesteld kon worden dat de Lapon’s sonar meer dan tweemaal zover bereik had als die van de Yankee. En de Lapon hield vol tot begin november de Yankee huiswaarts keerde. 47 dagen (!) was de Lapon in contact, zonder zelf gedetecteerd te zijn. Ruim 2 maanden nam dit alles in beslag. Een berg aan gegevens werd vergaard. Het belangrijkste – de operationele afstand waarop de Yankee tot de oostkust van de USA verbleef. Met de komst van de Thyphoon klasse, verdween de ballistische raketten dreiging uit de Atlantische Oceaan. Vanuit hun eigen “Bastion”, de Barentszee, waren de Soviets in staat tot een “second – strike”. Aanpassing van de NAVO – ASW effort vond plaats en naast het in stand blijven van de GIUKN barriers, waarin ook Nederland deelnam, werden nu ook patrouilles door de US en UK onderzeeboten (SSN’s) geïntensiveerd in de Barentszee zelf en onder het Poolijs. Het belang van het in stand houden van het barrier – concept werd nog vergroot na de introductie (1986) in de Soviet marine van de Akula klasse (35 knopen onderwater !), een “extremely quiet attack – cruise missile submarine“. De Tachtiger jaren bracht met zich mee dat alle ASW platformen werden ge-
Pagina 5
“Toenemende proliferatie van moderne non – nucleaire onderzeeboten”
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 6
bruikt en ingezet voor operaties tegen Soviet onderzeeboten. En in toeneme nde mate en in hoge graad van coördinatie van die platformen, naarmate de Soviet onderzeeboten steeds stiller, sneller en beter uitgerust werden.
“Oceanografie onmisbare factor in ASW“
De koude oorlog startte, toen de NAVO de akoestische superioriteit bezat, met elk platform in haar operaties relatief onafhankelijk van elkaar. Deze onafha nkelijkheid bracht een verschil van inzet met zich mede, gebaseerd op de sterke en zwakke punten van elk ASW platform. Aldus werden onderzeeboten ingezet in wateren waar andere ASW platformen niet konden opereren; MP – vliegtuigen vervolgden “long range contacts generated by underwater surveillance systems (SOSUS)” en bovenwaterschepen en helikopters gebruikten hun capaciteiten voor het af – en be - schermen van “Battle groups and convoys”. Dit bleef zolang de akoestische overhand door de NAVO werd behouden. Ironisch genoeg begon de overhand te wankelen juist toen de Koude oorlog ten einde liep. Het zijn nu juist de gevaren op kleinere schaal die de aandacht vereisen. De toenemende proliferatie van moderne non – nucleaire onderzeeboten, ingezet dicht bij huis, in of nabij kustgebieden, vormt nu de grootste dreiging voor een noodzakelijk te ontwikkelen “Power from the sea”. Met een bekwame bemanning, vaak klein vanwege de toenemende automatisering, en de soort geavanceerde wapens die overal beschikbaar zijn, kan een moderne non – nucleaire onderzeeboot, uitgerust met eventuele AIP (lucht onafhankelijke voortstuwingssysteem), ingezet in “its own backyard”, een “poor mans”- Akula worden. ASW na WO II gaf de onderzeeboot een ander aanzien. ASW na de “Koude Oorlog “ vergt van de onderzeeboot weer een geheel andere wijze van opereren. Overeind is gebleven en zal dat ook altijd zo blijven, het kenmerkende van een onderzeeboot: Haar mogelijkheid om ongezien, ver van huis, gedurende langere tijd, zogewenst offensief, op te treden. Dat zij daarbij een schakel kan vormen in het totaal van mogelijkheden van operaties in open zee en / of kustwateren is van grote waarde, ook die van de moderne non – nucleaire onderzeeboot. “Air – independent non – nucleair submarines armed with anti ship, or land, missiles” zijn in staat te lanceren vanachter de horizon zonder de noodzaak van een “noisy or batterydraining” nadering zoals voor de traditionele, torpedo aanval van de diesel – elektrische onderzeeboot. De ontwikkelingen van de towed – array LF systems zullen hier mede een antwoord op moeten geven. De drie bepalende elementen daarbij zijn het MP vliegtuig, het bovenwaterschip met helikopter en de onderzeeboot. Ieder kan daarbij in de ASW zijn eigen rol hebben, samen vormen zij de kracht van de ASW in zijn totaliteit. Onontbeerlijk bij dit alles is de kennis van het medium waarin de onderzeeboot opereert. Oceanografie is de onmisbare factor bij het wel of niet succes hebben in de ASW. De opmerkzame toehoorder zal gemerkt hebben dat mijn betoog zeer uitdrukkelijk begon bij de Nederlandse onderzeedienst van voor WO II om bij het einde meer en meer internationaal te worden. Na WO II is dat niet verwonderlijk na het ontstaan van de NAVO en de tegenstellingen tussen Oost en West
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 7
met een zware onderzeebootdreiging, strategisch en tactisch, vanuit het Oostblok. Niet alleen de operaties maar ook de research, en alles wat daar mee samenhing, geschiedde meer en meer in Internationale samenwerking. De Nederlandse inbreng daarbij is immer van hoog gehalte geweest (en nog), al was deze inbreng gering van aard in het totaal. De Nederlandse onderzeedienst staat bij onze NAVO – partners zeer hoog aangeschreven, en onze “Walrussen” met hun professionele bemanningen dwingen respect af. Recente optredens, zoals in de Middellandse Zee, maakten veel indruk. Dat tot ver in de volgende eeuw de ASW capaciteit van de KM op een hoog peil mag blijven. Met bovenwaterschepen, helikopters, MP vliegtuigen, onderzeeboten en research instituten, die continu door de gebruiker wo rden gestimuleerd, tot een blijvende goede technologische ontwikkeling. H.M. Ort Den Helder , November 1999. Bronnen: De Nederlandse Onderzeedienst 1906 – 1966 Doenitz Memoirs US Submarines, door Theodore Roscoe Stealth at sea, door Dan van der Vat Submarines of the Soviet Navy, door Polmar & Noot Blind Man’s Bluff, door Sontag & Drew Submarine Tactics, door V. A. Khboshch Report of an MIT Security Studies Conference, entitled ASW after the Cold War
Naschrift . Reeds tijdens het maken van de voordracht, zoals deze thans in drie delen is afgedrukt in KVO, bekroop mij het gevoel dat het verhaal eigenlijk niet werd afgesloten. Wat doen onderzeeboten eigenlijk heden ten dage? Wat is hun taak? Waar worden de hedendaagse bemanningen op voorbereid? Uiteraard heb ik daar wel een antwoord op, maar ten eerste paste dit niet in het kader van het thema van die avond (30 November 1999) en bovendien was, en dat ben ik nog steeds, van mening dat dit deel van het verhaal – de huidige stand van zaken – veel en veel beter
naar voren kan worden gebracht door jongeren dan ik, uit het Onderzeedienstbedrijf. Mijn ervaringen eindigden tenslotte in de jaren 1980 – 90. Voelt iemand zich geroepen? De redactie van KVO wacht af…. Tot slot dan ook nog een correctie/ aanvulling op dat deel van het verhaal als afgedrukt in KVO 72 , met name waar beschreven staat de act iviteiten van Nederlandse onderzeeboten in WO II anti vijandelijke onderzeeboten. Naast de O-21 , O-22 en Zwaardvisch mag niet onvermeld blijven de succesvolle aanval van Hr.Ms.
klaar Voor Onderwater 73
“Geschiedschrijving dient ten alle tijden volledig te zijn”
Pagina 8
Dolfijn op de Italiaanse Malachite, een onderzeeboot van de Perla klasse, bij Kaap Spartivento op 9 Februari 1943. Op patrouille Zuid van Sardinië, varend op 30 meter werd het geluid van blazen op tanks en schroefgeruis gehoord. Snel werd naar periscoopdiepte gestuurd en door de periscoop werd een onderzeeboot ontdekt, die net was bovengekomen op ongeveer 2 mijl afstand. De boot werd meteen als Italiaans gekenmerkt en de aanval werd ingezet. Op een afstand van 2000 meter werd een salvo van 4 torpedo’s op het doel gelanceerd . Een van de torpedo’s trof doel en zeer snel begon de vijandelijke onderzeeboot, de Malachite, over de achtersteven te zinken en nadat zij bijna geheel onderwater was verdwenen, kwam zij nog enige ogenblikken met de boeg tot bijna de brug verticaal boven water, om vervolgens geheel en al te verdwijnen. De Dolfijn was daarna nog enige keren, maar helaas nu zonder succes , betrokken in anti – onderzeeboot acties. Op 28 Februari 1943 werd, wederom Zuid van Sicilië een aanvalsrun op een Duitse U – boot gedaan, die echter niet dicht genoeg genaderd kon worden. De volgende dag werd een salvo van 4 torpedo’s
op een bovenwatervarende Italiaanse onderzeeboot gevuurd , zonder succes door een te hoog geschatte doelsvaart. En tenslotte werd in de nacht van 27 April 1943 bovenwater varend een achter langs lopende onderzeeboot ontdekt. 5 Minuten na de ontdekking werd een salvo van 4 torpedo’s afgevuurd, op een nader geindentificeerde Duitse U – boot. In het fosforescerende water waren helaas de bellebanen van de torpedo’s te zien en de Duitser wist door krachtig te manoeuvreren het noodlot te ontlopen. , waarna beide boten in het duister, onderwater verdwenen. Tot zover deze correctie/aanvulling, waar ik gelukkig nog op tijd op werd geattendeerd door VADM bd Jhr . W.C.M. de Jonge van Ellemeet, waarvoor ik hem zeer dankbaar ben. Geschiedschrijving dient ten alle tijden volledig te zijn! Den Helder, 7 Juni 2000, H.M. Ort CDR b.d.
Brug van Hr. Ms. Dolfijn
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 9
Uit: Stemmings ontboezemingen uit de Oorlog 1940 – 1945 Kameraad – En wat deed Gij? Boegbuiskamer met torpedo’s Kunstlicht, afwaswaterstank Hap uit ’t doosje, vitaminen Vuilnispul, vuilwatertank. Zweethok opgevuld met bedden Batterijcompartiment Kerstboom vol met vieze petten Stinkende nudistentent. Tochtcentrale, duikroerganger Luchtverdeelbak, periscoop Dozen vol met Asdicbullen Zo vaart Neerlands laatste hoop. Machinekamer, waarloo delen Torpedomaker zonder job Luchtpomp, poepdoos, hydrauliekje Electromotor, emmer sop. Corvet, trawler, bommenwerper Duikbootjager, MTB Schroefgeluidje, dieptebommen Onderzeeboot’s wel en wee. Ongewassen Vaderlander Zuurstofloze Democraat Jouw beloning is verzekerd De dank der Nederlandse Staat.
Jouw beroep is slechts vernieling Effectief in oorlogstijd Na den oorlog overbodig Monumenten van den strijd. Als op de lijst van hen die vielen Je eigen naam soms wordt vermeld Beschouwd het Vaderland jouw kind eren Als de kindren van een Held. Al de weduwen en wezen van hen Die vielen in de strijd Worden dan een prachtig voorbeeld Voor Nederlands liefdadigheid. Onze Christelijke leiders geven Dan jouw vrouw of zoon Een royale ondersteuning Van Maatschappelijk Hulpbetoon. Al hetgeen waarvoor wij vochten Waarvoor jij je leven gaf Worden dan hun kroost een zegen Voor jouw kroost wordt het een straf. Laten wij dan nu beloven Dat de titel “Helden zoon” Mee zal brengen “Vaders rechten” Geen Liefdadigheidsvertoon. Als de strijd is afgelopen En ons Neerland is weer vrij Vragen wij aan onze leiders “Kameraad en wat deed Gij?”
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 10
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 11
20.000 MIJLEN OVER ZEE Op 14 november 1934 ligt de Nederlandse onderzeeboot K-XVIII op de rede van Nieuwediep tot uitvaren gereed. De Luitenant ter zee de 1 e klasse Hetterschij voert het bevel over de onderzeeër. Verder bevinden zich aan boord de officieren, onderofficieren en manschappen, benevens professor Vering Meinesz. Deze laatste stelt zich tot taak, de wetenschap te dienen door het doen van zwaartekracht- metingen. De gehele bemanning bestaat uit ongeveer 35 personen. Duizenden roepen de K-XVIII een hartelijk vaarwel toe, als deze het ruime sop kiest. Spoedig treedt de opperschipper naar voren en wenst - volgens oude traditie - de commandant namens de bemanning een voorspoedige reis toe. Dan slaan de diesels volle kracht vooruit en klieft de scherpe boeg de zee. Gemakkelijk heeft de bemanning het allerminst. Dagenlange stormen op de oceaan maken het werk aan boord, waar men zich behelpen moet en waar men slechts beschikt over een kleine ruimte, uitermate zwaar. Gelukkig kan de bemanning zich nu en dan aan wal begeven, om de benen eens te strekken, maar dan gaat het weer verder. De eerste plaats, waar de K-XVIII aanlegt, is Funchal, de haven van Madeira. De opvarenden maken een tocht naar de bergen. Zeven dagen later wordt geankerd op de rede van St. Vincent, waar in zee brandstof wordt bijgeladen. Professor Vening Meinesz gaat hier met een draagbaar slingertoestel aan wal, om zwaartekracht-metingen te verrichten. Dan wacht de K-XVIII een nieuwe verantwoordelijke taak. Ze houdt de wacht midden op de Atlantische Oceaan, om het K.L.M.. vliegtuig de “Snip” op de kerstvlucht naar West-Indië te voorzien van radiopeilingen en weerberichten. Een teleurstelling is voor de bemanning, dat de “Snip ” voorbijvliegt, zonder dat men deze gezien heeft. De bemanning verheugt zich echter, dat de sprong van 36000 km over water veilig wordt volbracht. Op weg naar Dakar in West-Afrika viert men kerstfeest aan boord. Vijf en dertig mensen bevinden zich in een ruimte van 12 bij 3 meter, vol machinerieën, ver van huis. Het wordt een sober feest, maar de kerstboom - zij het dan een papieren - is toch aanwezig. Voorbij Dakar nadert de boot de evenaar. Nu volgt een plechtig moment. Koning Neptunus, gewapend met zijn drietand , klimt aan boord. Zijn gemalin, Amphitrite, vergezelt hem. De nieuwelingen, die voor het eerst de evenaar passeren, ondergaan de zeemansdoop. Een beetje hardha ndig, maar goed gemeend. Een van de zo juist gedoopten geniet de eer, met Mevrouw Neptunus op de tonen van de muziek van de K-XVIII jazzband te mogen dansen. Spoedig komt nu Zuid-Amerika in zicht. In verschillende havens wordt geankerd: Pernambuco, Rio de Janeiro, Montevideo, Buenos Aires en Mar del Plata. Overal staat de K-XVIII in het centrum van de belangstelling. De grote overtocht over het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan volgt: 27 dagen niets dan lucht en water. Geweldige stormen eisen de volle energie van de gehele bemanning. Onderweg landt men nog even op het eenzame eiland Tristan da Cuncha, waar vroeger jaren Pieter Groen uit Katwijk ongekroond koning was. Na een kort oponthoud, waarin verschillende levensmiddelen en de post werden overgeladen, ging het weer verder. Kort daarna kwam alle hens aan dek, om de boot schoon te maken. De K-XIII werd boven de waterlijn opnieuw in de verf gezet. Glimmend als een spiegel glijdt ze de haven van Kaapstad binnen. De commandant hechtte hier een krans aan het standbeeld van Jan van Riebeek, de grondvesten van de Kaapkolonie. Nadat nog Durban bezocht werd, volgde het tweede traject naar Australië. Weer 27 dagen niets dan lucht en water. Op dit traject kreeg de K-XVIII de zwaarste stormen te doorstaan. Huizehoge golven spoelden over de gehele boot heen. De jol is losgeslagen en moet vastgesjord worden. Een der matrozen, aan een tros gebonden, knapt het zaakje wel even op. Een prachtkerel ! Verscheidene keren verdwijnt de boot onder de oppervlakte en bereikt een diepte van 30 en meer meter. Dan verricht de professor zijn metingen. Eindelijk nadert men, via Australië, Surabaja. De K-XVIII krijgt nog eenmaal een flinke “haal”, want in een schoon baadje willen ze in Surabaja aankomen.
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 12
11 juli 1935. De K-XVIII glijdt statig de haven van Surabaja binnen, opgewacht door tienduizenden, die enthousiast de inmiddels beroemd geworden onderzeeër begroeten en de bemanning toewuiven. De grote reis is volbracht.
(Uit beurs en Nieuwsberichten, Willemstad 1962) Deel 3 (vervolg van KVO-72 pagina 14) Vervolg Succesreis. Er deed zich ook een incident voor tijdens een van de patrouilles, waar wij op gewezen werden dat het geheim moest blijven. Maar wat bleek, toen we binnen kwamen en afmeerden langszij de “Keerkring” , werd het ons al toegeroepen. Een dag na de overdracht aan de UNO zijn we vertrokken uit Biak met de Papoea vlag aan de periscoop. Samen met Hr.Ms. “Evertsen” van Smaldeel 13 (?) hebben we de terugreis naar Nederland gemaakt. Via Singapore, waar we helaas niet de wal op mochten, alleen water en olie bunkeren. Zelfs geen post. Van hieruit vertrokken we naar Karachi voor een bezoek van vijf dagen, waar we in een hotel sliepen, met een heerlijk bad. Vervolgens ging de reis naar Aden, ook weer voor een verblijf van vijf dagen en de gelegenheid om goedkoop inkopen te doen. Er werd zelfs een Rolex horloge gekocht door matroos Sauselé. Hij was ook degenen die foto’s verzamelde in een houten kistje van King-pepermunt(?). Deze foto’s werden elke wacht weer bekeken en op aantal gecontroleerd bij het einde van de wacht! Na Aden werd de reis vervolgd door het Suez-kanaal met als bestemming Napels. Heerlijk in een hotel, voor de laatste keer inkopen doen en allemaal naar de barbier, vooral zij die een baard hadden, om mooi geknipt en geschoren aan de thuisreis te beginnen. Na vijf dagen Napels op weg naar huis. Op 22 november meerden wij af in Den Helder, in een sneeuwbui en met een harde wind. De drukte bij de Onderzeedienst was niet zo groot als bij de grote jongens op de haven. De hoge autoriteiten stonden dan ook op Harssens-eiland. Ongeveer als laatste klom ik door het luik, nadat voor en achter bedankt warend, ik was namelijk havenroerganger. Heerlijk, verlof. Hoelang? 3 hele dagen! We reisden eerste klas, mijn vrouw en onze Kleine die ik voor het eerst zag en niets van mij moest hebben. Dus thuis gekomen eerst mijn baard eraf. Na drie dagen terug naar Den Helder, de boot leegmaken en gereed maken voor de werfperiode bij de R.D.M. Nadat we de boot hadden omgevaren en afgemeerd hadden in Rotterdam, gingen we in ploegen met verlof. Alles bij elkaar klaag ik niet, want er zijn mensen die het nog slechter hebben gehad, maar als je nu ziet en hoort welke luxe men kent, zou je bijna jaloers worden. Terugkijkend ben ik toch blij dat ik dit heb mogen meemaken. Hoe ouder ik word, des te meer ik er aan denk. MATR 1 M.A. Peperkamp
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 13
Persbericht betreffende nieuwe uitgave
Titel: auteur: ISBN: omvang: formaat: prijs: uitgever:
Marine -torpedodienst 1875-2000 J.M. Mohrmann 90.6707.517.5 176 pp, incl. 200 illustraties 22,5 x 28,5 cm, gebonden fl. 56,- / 1120 Bfr De Bataafsche Leeuw, Amsterdam
Op 16 mei 1875 werd bij Koninklijk Besluit de Marine-torpedodienst opgericht. Ruim een eeuw heeft deze dienst een onmisbaar element in de maritieme oorlogvoering gevormd. Er zijn torpedowapensystemen aan boord van veel operationele eenheden zoals de marine-patrouillevliegtuigen, fregatten, boord-helikopters en onderzeeboten. Inmiddels zijn de hoofdzaken van de oude Marine-torpedodienst - met name het onderhoud, het opleiden van personeel, het beproeven van materieel onder operationele omstandigheden en het bewaken van de effectiviteit van het torpedowapensysteen - geïntegreerd in de hedendaagse organisatie van de Wapentechnische Dienst der Koninklijke Marine. De specialisatie Torpedo-officier bestaat niet meer en binnen enkele jaren zullen ook de laatste onderofficieren van het oude dienstvak Torpedomaker de Koninklijke Marine hebben verlaten. Anno 2000 kunnen we dus niet meer over een geheel op zichzelf staande Marine-torpedodienst spreken. Reden om op 125 jaar Marine-torpedodienst terug te blikken. In deze uitgave wordt door oud- Torpedo-officier J.M. Mohrmann de interessante geschiedenis geschetst van een onderdeel van de Koninklijke Marine waar tot heden nauwelijks iets over gepubliceerd is. Getracht is een juiste balans te vinden tussen technische en historische wetenswaardigheden. In de bijlagen wordt o.a. een overzicht gegeven van zowel de schepen die ten behoeve van het beproeven, afregelen of het transport van torpedo's bij de Koninklijke Marine in dienst zijn geweest, als de schepen, boordhelikopters, onderzeeboten en vliegtuigen met torpedobewapening.
BV Uitgeverij De Bataafsche Leeuw Rooseveltlaan 191 1079 AP Amsterdam tel. 020-6446458, fax 020-6421636
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 14
HET K-18 HUWELIJK VAN EEN MAASTRICHTENAAR door Jan van Lieshout NEDERLAND. Een zeevarende natie. Zo wil het de overlevering al eeuwenlang. Huzarenstukjes, die het nautisch Narcissuscomple x van de Nederlander kunnen voeden, halen daarom niet ten onrechte de voorpagina van de krant. MET GERECHTVAARDIGDE trots werd dezer dagen weer gemeld, dat de bergingsmaatschappij Wijsmuller uit IJmuiden erin was geslaagd de 123.000 ton metende Liberiaanse ertstanker “Elwood Mead” vlot te krijgen. De mammoettanker was in de kerstnacht bij stormachtig weer op de verraderlijke rotsbodem bij het Engelse Kanaaleiland Guernsey vastgelopen. Nooit eerder was een schip van die bodem gered. De berging leek een krankzinnige onderneming. Geen ander bergingsbedrijf durfde het aan. ONDER DE stapels gelukwens telegrammen, die de Nederlandse bergers ontvingen was er ook een van prins Bernhard, die Wijsmuller proficiat wenste met de spectaculaire berging. Hij zette daarmee de traditie voort van de Oranjes, die geheid hun waardering uiten over de, staaltjes stuurmanskunst van landgenoten, ter zee of in de lucht. ZO OOK 40 jaar geleden, toen de K-18 - ongeëscorteerd - aan een wereldreis begon. De K-18 was een onderzeeboot, die was bestemd voor de maritieme verdediging van de overzeese gewesten. Den Helder- Soerabaja werd een tocht van pakweg 23.000 zeemijlen, langs vijf werelddelen over vrij onbekende wateren. Een reis zoals Jules Verne die zich had voorgesteld. Een overtocht, die qua prestatie alom werd vergeleken met de ophefmakende vluchten van “De Uiver” en “De Snip ”. DE STOUTMOEDIGE cruise was op de eerste plaats bedoeld als een reva ncherend vlagvertoon; om de zwarte bladzijde, waarmee in de dertiger jaren de verzamelde logboeken van de Koninklijke Nederlandse Marine waren ontluisterd, te doen vergeten. IN 1933 HAD de marinebegroting een laagtepunt bereikt van 21,3 miljoen gulden. Reeds jaren had de marinestaf politieke propaganda op de vaderlandse vloot gedoogd. Discipline en innerlijke weerbaarheid was dat niet ten goede gekomen, klaagden de commandanten. Toen dan ook op een niet erg tactische wijze een ingrijpende salariskorting voor het per-
klaar Voor Onderwater 73
soneel van de zeemacht in Indië was aangekondigd, brak muiterij uit op “De Zeven Provinciën”. DE K-18 BEMANNING moest de wereld tonen, dat de Nederlandse Jantjes ook nog iets anders konden dan muiten. DE WERELDREIS van de K-18 gold bovendien als een uithoudingsproef voor materieel en bemanning. VERDER VERLEENDE DE K-18 assistentie bij de kerstvlucht van “De Snip”. De onderzeeboot dieselde daartoe naar het midden van de Atlantische Oceaan, waar het als baken voor anker ging. BEHALVE IN advertenties dook de K-18 ook op in de carnavalsoptocht van Maastricht. In de Limburgse hoofdstad ging ook de film in première, die van de reis was gemaakt. Aan boord van de K-18 was een van de officieren daartoe cinematografie’s uitgerust. Max Tak componeerde de muziek voor de film. BIJ DIE première in het Wycker “Palace” was ook de minister van Defensie aanwezig. Behalve met de makers onderhield hij zich met de echtgenote van Nico Koch, de enige Limburger, die de wereldreis van de K-18 meemaakte. Nico was seiner 1 e klas, “dezelfde dienstrang, die Luns eens had”, pronkt hij in zijn flatje in Maastricht. Met lampen en vlaggen had hij de verbindingen moeten onderhouden met schepen en havens. “Het was een baantje, waarbij je met het ene been op de brug, en met het andere in de cel stond ”. OP ZIJN negentiende was Nico bij de marine gegaan. “Als machinebankwerker had je geen perspectief. Het was in de tijd, dat een ingenieur met een verzekeringportefeuille langs de deur leurde. De marine was voor mij dan ook een toevluchtsoord”. MET TRANEN in de ogen zag Nettie van Dooren Nico naar Indië vertrekken. Op de kade in Den Helder pal voor het vertrek van de K-18 beloofde hij haar te zullen trouwen. Omdat ondermeer de oversteek van de Argentijnse marinebasis Mar del Plata naar Kaapstad niet zonder gevaar was, besloot hij haar met de handschoen te trouwen. In Buenos Aires tekende hij daarvoor de benodigde papieren. Zijn commandant en de eerste officier waren daarvan getuige. Met die papieren kon Nettie Van Dooren op het stadhuis van Maastricht verder. De broer van Nico fungeerde als gelegenheids bruidegom. “Het bruidje
Pagina 15
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 16
bloosde en knikte“, meldde de gazet. OP 26 JULI 1935 ontving Nico Koch in Soerabaja de bekrachtiging van zijn echtverbintenis. BIJ THUISKOMST in januari 1938 kon hij met zijn begerige bruid evenwel niet onder, de wol. “We waren nog niet voor de kerk getrouwd. Daarom moest ik van mijn schoonvader 14 dagen bij Nettie’s broer slapen; wachten op de drie roepingen in de kerk”. DE LIEFDE voor het water heeft Nico Koch, die nu 60 is, sedert de roemruchte reis van de K-18 niet verloren. Een kunstschilder liet hij de K-18 in de haven van Soerabaja naschilderen. Het schilderij heeft een ereplaats in het flatje, dat uitziet op de Maas en op het kanaal, dat de Maas met de Zuid-Willemsvaart verbindt. Is hij niet thuis, dan is hij op zijn motorjacht “Catharina”, waarmee hij met zijn Nettie de laatste vijf jaar zo’n 1600 draaiuren maakte. (Limburgs dagblad 16 maart 1974) Foto’s archief W.N. Koch
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 17
Carel Eduard Wolderling commandeur b.d. Oud Commandant Onderzeedienst Op 20 mei jl. overleed “Eddy” Wolderling, 81 jaar oud. Met zijn heengaan is er een einde gekomen aan een boeiend leven van een dapper en aimabel man. Hij werd geboren in de marinehaven Tjilatjap aan de zuidkust van Java. Na zijn HBS-tijd in Bandung vertrok hij naar Nederland voor zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut in Den Helder. Net luitenant ter zee derde klasse en 21 jaar oud werd zijn schip de “Johan Maurits van Nassau” in de meidagen van 1940 door de Duitsers tot zinken gebracht. Voor zijn daden aan boord verricht kreeg hij het “Bronzen Kruis”. Hij wist naar Engeland te ontkomen en meldde zich bij de Onderzeedienst. Gedurende de oorlog voer hij voornamelijk op de O-21. Ook werd hij enkele malen als “contactagent” afgezet op de kust van Java en Bali. Ook hiervoor werd hij onderscheiden met het “Bronzen Kruis”. En na de oorlog ontving hij nogmaals het “Bronzen Kruis” voor de gevaren oorlogspatrouilles met de O-21. Hij bleef bij de Onderze edienst varen en was commandant van Hr. Ms. “Dolfijn” en Hr. Ms. “Walrus”. Het hoogtepunt van zijn carrière beleefde hij volgens eigen zeggen toen Koningin Juliana aan hem het vaandel van de Onderzeedienst uitreikte. Dat was in 1964. Na zijn pensionering ging hij het bedrijfsleven in. Hij was betrokken bij projecten in Indonesië en Kenya. Op zijn geliefd vakantie-eiland Ibiza heb ik vele gesprekken met hem gevoerd. Uit die gesprekken kwamen duidelijk naar voren zijn grote liefde voor de Onderzeedienst zijn wil om voor vrijheid en gerechtigheid alles in te zetten en zijn liefde voor zijn kinderen. Wij, zijn oude “maten” van de Onderzeedienst, hebben een grote vriend verloren. Op 16 augustus is te zijner nagedachtenis in de Kloosterkerk te ‘sGravenhage een herdenkingsdienst gehouden. Driekus Heij
IN
MEMORIAM
8 Juni jl. is Frits Bussemaker ons ontvallen. Een groot verlies voor zijn familie, vrienden en kennissen. Frits was een bijzonder sociaal, betrokken en enthousiast mens. Zijn warme hart voor de Koninklijke Marine met daarin een heel bijzondere plaats voor de Onderzeedienst bleek uit al zijn woorden en handelen. Het was dan ook met groot enthousiasme en lofwaardige inzet dat hij vele jaren de functie van secretaris van de Onderzeedienst reünisten vereniging heeft vervuld. Zijn overlijden vervult mij met gevoelens van verdriet en tegelijkertijd dankbaarheid : verdriet omdat een trouw lid en goede vriend ons ontnomen is en dankbaarheid omdat de laatste jaren wegens zijn gezondheid niet de gemakkelijkste voor hem zijn geweest. Moge hij rusten in vrede. Uw voorzitter.
klaar Voor Onderwater 73
Misschien is het voor KVO lezers interessant ten vervolge op KV0-72, pagina 8 e.v. de verslagen van twee frustrerende Submarine versus Submarine te lezen. Het eerste evenement vond plaats op de uitreis van Dundee naar Colombo: a/b Hr.Ms. ‘O-23”. We waren 28 maart 1942 vertrokken uit Gibraltar naar Malta om daar opnieuw olie te laden. De Straat van Sicilië stond bekend als ongezond vanwege eigen, bekende en vijandelijke onbekende mijnenvelden; we moesten een gedeelte, waar bekend was dat ook verankerde anti onderzeeboot mijnen lagen, op een bepaalde diepte passeren, gebruik makend van de korte “ping” van de gloednieuwe Asdic, waarvoor de tijd had ontbroken deze grondig, te beproeven. Hoe het zij, we kwamen op een avond te Malta binnen, zagen niet veel van het eiland en de aangerichte schade, daar we na olieladen bij dag worden weer onder stoom waren. Die avond, gedurende de EW maakte de off. van de wacht alarm. Naar mijn mening gevraagd zijnde betreffend een kleine zwarte schim, die in het nachtelijk duister boven de kim was verrezen, was ik met hem eens dat het óf een MTB/MGB óf een ozbt kon zijn, waarschijnlijk het laatste gezien de afstand tot de kust. De Cdt. overlegde met ons wat te doen. Het was te donker voor een o/w aanval en te licht voor een aanval b/w. We besloten de laatste in te zetten, waarbij het waarschijnlijk was dat hij ons in de peiling zou krijgen en o/w zou gaan. De Cdt.
Pagina 18
besloot in dat geval er ook onder te zullen schuiven. Alzo geschiedde en zo bevonden zich 2 blinden nabij elkaar o/w. Blind waren we wel, doof niet; zelfs zonder apparaat hoorde men eerst vooral in de toren, al gauw in de hele boot, een duidelijk gepiep en geknars van 's vijands duikroeren, maar onze fameuze Asdic zag geen kans ons iets te vertellen over de peiling, waarin de vijand zich bevond. Onderwijl ging ik naar de boegbuiskamer om, een torpedo op maximum diepte (12 m) te doen afstellen, terwijl de Cdt. ons naar 28 m diepte had doen sturen. Weer moest de torpedo achteruit gehaald worden om de diepere instelling te bewerkstelligen, met alle bewerkingen die vastzaten aan het achteruithalen en weer in de buis schuiven. (wij hadden nl. behalve de Nederlandse V 53-‘s de Britse MK VIII-‘s en Duitse torpedo’s a/b, voor elk waarvan de instellingen op de buis hadden moeten worden gewijzigd, zodat geen enkele torpedo andere instellingen kon ondergaan zonder de torpedo terug te halen). Als maar bleef het gepiep en geknerp van ‘s vijands duikroeren luid en duidelijk hoorbaar; we moeten heel dicht bij elkaar hebben gezeten, reden ook waarom de Asdic geen ric hting kon bepalen. Maar langzamerhand nam de afstand toch blijkbaar weer toe, maar nog steeds geen peiling! Op een gegeven moment hoorden we een heftig geruis en vroegen ons af of de ander een torpedo had gelanceerd of een tank had geblazen, maar geen schroefgeruis was waarneembaar en het geluid van de duikroeren bleef doorgaan. Na een uur
“onze farmeuze Asdic zag geen kans ons iets te vertellen over de Peiling , waarin de vijand zich bevond”
klaar Voor Onderwater 73
van deze onderwaterdans had de Cdt. er genoeg van, er was geen uitzicht op succes en we hadden lang genoeg naar het duikroerconcert geluisterd en moesten op tijd in Alexandrië aankomen; hij besloot leeg te maken en direct met beide diesels op de schroef zo gauw mogelijk vaart te lopen en onze bestemming te volgen. Het tweede evenement vond plaats na ons vertrek uit Colombo op 11 september 1943. We kregen als passagier Ltz. P.J.S. de Jong (de latere Starmar, Mindef, Minpres). Hij liep de wachten mee. Overdag na de gebruikelijke trimduik, aan de oppervlakte varend, ging de periscoop elke 20 min. omhoog ter vergroting van het gezichtsveld. Na enige dagen ontdekte de Jong in een achterlijke peiling een ozbt. We bleven geruime tijd aan de oppervlakte, nu en dan een waarneming verrichtend ‘s vijands koers, vaart en zigzag schema vast te stellen; dit gedaan zijnde
Pagina 19
schoven we eronder en maakten klarigheid voor aanval. Eindelijk kwam hij binnen periscoopzicht en werd de aanval ingezet. De spanning steeg tot ongekende hoogte, want een vijandelijke ozbt vernietigen was het neusje van de zalm. De Cdt. bracht de boot in een gunstige lanceerpositie binnen de 1000 m. Juist voor het moment van lanceren kondigde hij aan dat de boot was afgedraaid en buiten bereik was. De teleurstelling was - zo mogelijk - nog groter dan de eraan voorafgaande opwinding was geweest. We maakten leeg zodra we rekenden buiten zicht te zijn en zonden een verkenningsbericht uit. De volgende dag vernamen we dat een Zuid-Afrikaans vlgtg een ozbt. had vernietigd, plaats en tijd zodanig dat het de “onze” moet zijn geweest. R.W. Graaf van Lynden sbn b.d.
Geachte heer redactie KVO, Ondergetekende is redacteur van "De Blauwe Wimpel" u hopelijk bekend. Wij kregen een brief van de heer Duffin uit Middlesex, die voor ons zo nu en dan in de British Public Records te Kew (bij Londen) zoekt. Hij is overigens een professionele "researcher", die je voor bepaalde, gerichte, zoekacties kunt "in huren". Dit ter introductie. Duffin woonde in de oorlog in Dundee. Als privé persoon schreef hij ons op 9 juni jl. het volgende: "Dear Mr. Kelder, Do you ever hear of re-unions of Netherland sub-mariners who were stationed in Dundee during the last war? I would need to check the files at Kew to see if any were sunk, but my memory of the time as a young boy, says there was one which did not return, as we knew one or two of the men. During that time, one submarine was used in a film with Ralph (later Sir) Richardson and the Dutch boat and her crew played the part of a German submarine. I think the movie was called "The Silver Fleet" and some filming was in the River Tay. They showed it on TV here last year, but regrettably I didn't record it. I wonder if any of the men say "I wonder what happened to that film I was in ?" No doubt they could purchase a copy. I intend trying to get a copy when I have some time to chase it up." Bill Duffin Harrow Weald, Middlesex England HA3 6TN Albert kelder –redacteur “De Blauwe Wimpel” 035-6219658
klaar Voor Onderwater 73
Pagina 20