Stibbe
(Doe.
11f.
1040376)
FAILLISSEMENTSVERSLAG
Nummer: 2
Datum: 4 november 2005
René Johannes van den Berg,
Gegevens gefailleerde
geboren 11 juni 1957, wonende te (1213
EM)
Hilversum aan de Frans van Mierislaan 18 Faillissementsnummer
05/399
Datum uitspraak
15
Curator
mr A. van Hees
R-C
mr R.H.C. Jongeneel
Activiteiten onderneming
Zie hieronder
Omzetgegevens
Niet bekend
Personeel gemiddeld aantal
Niet van toepassing
Verslagperiode
7
Bestede uren in verslagperiode
Zie bijlage
Bestedè uren totaal
Zie bijlage
1.
Inventarisatie
1.1
Inleiding
juni 2005
juli 2005 tot en met 4 november 2005
vier maanden onderzoek is het mogelijk een completer beeld te geven van de stand van zaken in dit faillissement dan in het vorige openbare verslag van 6 juli 2005 en de tussentijds
Na ruim
gepubliceerde informele verslagen. Na een algemene beschouwing zal in de paragrafen hieronder specifiek ingegaan worden op diverse aspecten van dit faillissement. Hierbij moet worden aangete-
kend dat niet alle tot nu toe bekende feiten en vermoedens kunnen worden vermeld, omdat deze vaak nog onderwerp van onderzoek zijn. Openbaarmaking ervan zou het verdere onderzoek kunnen schaden.
Het onderzoek van een curator in een faillissement bestaat in hoofdlijnen uit het inventariseren van de schulden, het opsporen
en onder zich nemen van vennogensbestanddelen
die tot de boedel
behoren en het onderzoeken van de oorzaken van het faillissement. In het faillissement van de heer
l040376vl
Stibbe
Van den Berg vergen al deze taken meer inspanning dan gebruikelijk. Dit hangt niet alleen samen met de omvang van de schuldenlast en het aantal crediteuren, maar voornamelijk met het ontbreken van (deugdelijke) administratie en de weigering van de heer Van den Berg om informatie en medewerking te verschaffen aan de curator. Voor zover er door de heer Van den Berg wel informatie is verschaft, blijkt deze veelal onjuist of oncontroleerbaar te zijn. De weigering van de heer Van
den Berg om aan het onderzoek van de curator mee te werken is een belangrijke reden geweest om hem op 22 juli 2005 op grond van de Faillissementswet in verzekerde bewaring te stellen. Nadat de heer Van den Berg in opdracht van de Officier van Justitie in het huis van bewaring was aangehouden en vervolgens in strafrechtelijke voorlopige hechtenis is genomen, is de faillissementsbewaring geschorst tot het moment waarop de strafrechtelijke vrijheidsbeneming eindigt. Ook aan het
onderzoek weigert de heer Van den Berg medewerking te verlenen. Hij weigert vragen te beantwoorden en beroept zich op zijn zwijgrecht. strafrechtelijk
Inventariseren schulden
Het inventariseren van de schulden heeft veel tijd gekost als gevolg van het feit dat de heer Van den Berg geen crediteurenadministratie bijhield. Hij ondertekende schuldbekentenissen ten behoeve van de personen van wie hij geld leende, maar behield zelf geen kopie. De heer Van den Berg maakte gebruik van tussenpersonen soms aangeduid als rayonhoofden waarvan sommigen wel en anderen geen administratie bijhielden. Ook deze tussenpersonen waren aanvankelijk terughoudend -
-
met verschaffen crediteuren
van informatie. Hierdoor heeft het enige tijd geduurd voor de curator met alle
in contact kon komen. Enkele crediteuren hebben pas door de media-aandacht van het
weet gekregen. De curator heeft inmiddels de ingediende vorderingen van meer dan 1400 schuldeisers verwerkt en de ontvangst daarvan bevestigd. Het totaal aan ingediende vorderingen beloopt ca. E 127 l11iljoen in hoofdsoln. Inclusief de rente tot de datum van faillietverklaring faillissement
bedraagt het totaal van de ingediende vorderingen ca. E 160 miljoen. Hierbij moet worden aangete-
kend dat het de curator bekend is dat niet alle schuldeisers hun vordering hebben ingediend.
Opsporen en onder zich nelnen van verlnogensbestanddelenJ'
De heer Van den Berg heeft in zijn situatie zich liet beschrijven
oorzaken faillissement
eerste gesprek met de curator verklaard
aan de l1and van drie 'cirkels'.
dat zijn financiële
Voor alledrie de cirkels geldt dat de
curator onvoldoende informatie en medewerking van de heer Van den Berg heeft gekregen om zijn
verklaringen te kunnen verifiëren. eerste cirkel zou hebben bestaan uit de gelden die de heer
Van den Berg als lening ontving en hij dergelijke leningen aanging, zou hij uitgaf. dat de schuldbekentenissen eerste jaren In waarvoor
De
ST\ASD\1029273.1
2
Stibbe
hij de ontvangen gelden hebben belegd in effecten en vreemde valuta. De laatste drie jaren voor het faillissement zou er echter van beleggingen geen sprake meer zijn geweest. Alle in die periode geleende gelden zouden zijn gebruikt ter betaling van aflossing- en renteverplichtingen van eerder
afgesloten leningen. De heer Van den Berg sprak zelf over een 'piramideachtige constructie'. In hoeverre deze verklaring juist is, kan door de curator niet eenvoudig worden vastgesteld, nu de heer
Van den Berg niet alleen geen crediteurenadministratie had bijgehouden, maar ook slechts een zeer beperkt aantal bankafschriften heeft aangeleverd.
De curator heeft
de banken
waarvan hem geble-
ken was dat de heer Van den Berg een rekening aanhield, verzocht om kopieën van dagafschriften aan te leveren.
De tweede cirkel van activa zou bestaan uit aandelen in Intereffekt Commissionairs
B.V. (hierna:
"Intereffekt") en in Intervaluta B.V. (hierna: "Intervaluta") te Joure, welke de heer Van den Berg via zijn vennootschap R.I. van den Berg Holding B.V. hield. Van den Berg was bovendien tot enkele maanden voor zijn faillissement bestuurder van beide vennootschappen.
De heer Van den
Berg heeft de curator meegedeeld dat hij met het aangaan van leningen en het uitkeren van hoge rentes aan zijn leninggevers hoopte zijn beleggingstalent aan potentiële nieuwe klanten van Intereffekt en Intervaluta te tonen. Door op deze manier nieuwe klanten voor beide vennootschappen
te
werven, zou de waarde van de aandelen daarvan stijgen. Nadat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een onderzoek had ingesteld naar de praktijken van de heer Van den Berg, heeft de heer
Van den Berg zijn aandelen in Intereffekt en Intervaluta echter tegen intrinsieke waarde aan de overige aandeelhouders verkocht. De verkoopprij
s
bedroeg niet meer dan enkele honderdduizenden
euro' s.
Ook de administratie van de heer R.J. van den Berg Holding B.V. is door de curator niet aangetroffen. Om enig inzicht te krijgen in de financiële situatie van deze vennootschap heeft de curator derden moeten benaderen. De curator heeft echter nog altijd niet alle benodigde informatie voorhanden. Hij beschikt dan ook niet over voldoende gegevens om de verkoop van de aandelen in
Intereffect en Intervaluta te kunnen beoordelen.
De derde cirkel zou bestaan uit het beleggingsresultaat van een bedrag van NLG 3.000.000,-- dat aan de heer Van den Berg 10 of 12 jaar geleden zou zijn betaald als "tipgeld" na het geven van een gunstige tip voor een valutatransactie. Dit geld zou hij hebben geïnvesteerd en geherinvesteerd. euro's in de loop der jaren, zou het aanvankelijk zijn aangegroeid tot een bedrag van e 45 miljoen. 2003 NLG 3.000.000 in Dit bedrag zou de heer Van den Berg hebben overhandigd aan de Zwitserse vennootschap MOe Ondanks onttrekkingen
geïnvesteerde
van enkele miljoenen
bedrag van
AG, naar zijn zeggen één van de grootste TreuhandGesellschaften (trustkantoren) van Zwitserland.
MOe AG zou
dit geld vervolgens via een tussenpersoon hebben gegeven aan de heer Dragan Petrovic, afkomstig uit het voormalige Joegoslavië. Petrovic zou deze gelden hebben geïnvesteerd in Tsjechische gronden en zou via MOC AG aan de heer Van den Berg op 1 september 2005 een verwachte opbrengst uitbetalen van E 70 à E 80 miljoen. De heer Van den Berg wist niet in welke
ST\ASD\1029273.1
3
Stibbe
gronden Petrovic de gelden zou beleggen.
Verder beschikte hij niet over de persoonlijke gegevens
van deze Petrovic. Van den Berg zou van hem slechts de naam en een telefoonnummer hebben.
De curator heeft dit verhaal op geen enkele wijze kunnen verifiëren. Het opgegeven telefoonnummer van Petrovic bleek niet in gebruik. Petrovic zelf bleek onvindbaar. MOe AG bleek een vehikel te zijn dat, naar de curator werd medegedeeld,
uitsluitend of vrijwel uitsluitend door de heer Van den Berg werd gebruikt. De bestuurders van Moe AG verklaarden niet te weten waar het geld gebleven was, en konden geen opheldering verschaffen over de identiteit van Petrovic. Het is voor
de curator de vraag
of er wel
een Petrovic bestaat.
Naast de door de heer Van den Berg aangeduide 'cirkels' is de curator inmiddels andere vermogensbestanddelen op het spoor gekomen die gefailleerde voor hem verzwegen had. Zo heeft de
curator ontdekt dat de heer Van den Berg een bankrekening en kluis in Zwitserland aanhield en daarnaast aan diverse partijen substantiële bedragen heeft uitgeleend, soms via ingewikkelde constructies om zijn betrokkenheid te maskeren. Tot meer dan enkele miljoenen euro's tellen de tot nu toe getraceerde bedragen echter niet op. Telkens wanneer de heer Van den Berg door de curator geconfronteerd wordt met door hem verzwegen infonnatie over activa, ontkent hij dat de activa
hem toebehoren of verklaart hij niet te hebben geweten dat dergelijke zaken aan de curator gemeld moesten worden. De curator is druk doende deze gelden te innen en zal er niet voor terugdeinzen om, waar nodig, rechtszaken tegen de betrokkenen te beginnen of strafaangifte tegen hen te doen.
De curator vermoedt dat er naast de nu ontdekte activa nog andere vermogensbestanddelen achtergehouden worden en richt het belangrijkste deel van zijn onderzoek daarop. Het gaat bij dit traceren van activa en het vervolgens te gelde maken daarvan ten behoeve van de boedel, om een uitermate moeizaam proces. Zoals hiervoor al werd opgemerkt, ontbreekt een (behoorlijke) administratie en werkt de heer Van den Berg op geen enkele wijze mee. Daar komt nog bij dat de transacties van de heer Van den Berg buitengewoon omvangrijk waren, dat afspraken vaak niet schriftelijk werden vastgelegd en dat betalingen, ook van grote bedragen, vaak contant plaatsvonden.
Uit hetgeen tot nu toe
is komen vast te staan, is
wel duidelijk dat de heer Van den Berg zijn fmanci-
ele expertise niet heeft gebruikt om de hem toevertrouwde
middelen op een profijtelijke wijze te
beleggen, n1aar om die middelen ten behoeve van hemzelf veilig te stellen en buiten bereik van zijn te brengen. Het ongeloofuraardige
en niet te verifiëren verhaal van de heer Van den Berg over de investering in Tsjechische gronden buiten beschouwing latende, moet het voor de heer Van den Berg volstrekt duidelijk zijn geweest dat de gelden die hij onder valse voorwendselen schuldeisers
leende nimmer zouden kunnen worden terugbetaald.
ST\ASD\1029273.1
4
Stibbe
Inbewaringstelling
Op 22 juli 2005
is gefailleerde
op verzoek van de rechter-commissaris
in verzekerde
bewaring
gesteld. Hiervoor bestonden en bestaan diverse redenen. Enerzijds bestaat het risico dat de heer Van den Berg (eventueel met familie) naar het buitenland vertrekt. Vluchtgevaar is echter niet de enige en zeker niet de belangrijkste reden om de heer Van den Berg vast te houden. De bewaring is tevens
bevolen om de heer Van den Berg te dwingen mee te werken met de curator. Zoals hierboven reeds weigert de heer Van den Berg om informatie te verschaffen en verzwijgt hij het bestaan van activa. Daarnaast is gebleken dat gefailleerde in de maanden voordat het faillissement weergegeven,
reeds werd uitgesproken, maar ook daarna, pogingen heeft gedaan om activa buiten bereik van zijn
schuldeisers te brengen. Reeds diverse malen na zijn inbewaringstelling
verzwegen
is de curator gestuit op
De inbewaringstelling van de heer Van den Berg dient zogefailleerde te dwingen openheid van zaken te geven en om te voorkoom
vermogensbestanddelen.
doende als drukmiddel
men dat hij vermogensbestanddelen nog verder uit het bereik van de curator brengt. Inmiddels is de door de FIOD-ECD en zit hij in strafrechtelijke bewaring. De curator heeft dan ook niet meer de mogelijkheid om de heer Van den Berg in vrijheid te stellen,
heer Van den Berg aangehouden
zelfs al zou hij die wens hebben. Zodra de strafTechtelijke vrijheidontneming van de heer Van den
Berg eindigt, zal de faillissementsrechtelijke bewaring worden hervat. Dit betekent dat de heer Van den Berg vast blijft zitten, maar dan weer op grond van de Faillissementswet. Dit zal slechts anders zijn indien hij voordien alsnog bereid is gebleken de curator de gewenste opheldering te verschaffen over de verdwenen gelden en andere bezittingen.
Toekomst
Zoals hiervoor vermeld,
is de curator tot nu toe slechts
enkele miljoenen euro's op het spoor
gekomen. De door hem ontdekte vermogensbestanddelen vallen echter in het niet bij de totale schuldenlast van de heer Van den Berg. Daar komt nog bij dat het buitengewoon veel moeite kost de inmiddels getraceerde bedragen in de macht te krijgen.
De curator gaat ervan uit dat er door de heer Van den Berg nog aanzienlijke bedragen zijn "veiliggesteld". Het onderzoek daarnaar zal vermoedelijk nog geruime tijd vergen en zal door de curator uiteraard worden voortgezet. Een opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten is niet aan de orde. De curator is voornemens het faillissement te laten voortduren zolang de heer Van den Berg blijft weigeren zijn medewerking te verlenen en zolang niet duidelijk is waar de verdwenen gelden zijn gebleven. Mocht de heer Van den Berg in zijn huidige niet coöperatieve houding blijven volharden,
dan sluit de curator niet uit dat het faillissement
zelfs nog enige decennia zal blijven
voortduren.
ST\ASD\1029273.1
5
Stibbe
Bij het"verdwijnen van de aan de heer Van den Berg toevertrouwde gelden, zijn derden betrokken geweest. Deze hebben daar naar het zich laat aanzien ook van geprofiteerd. De aandacht van de curator zal zich ook op deze derden richten. Mogelijk is dat ook deze derden strafbaar hebben gehandeld. Het beleid van de curator is dat steeds van elk geconstateerd strafbaar handelen aangifte
wordt gedaan.
1.2
Rechterlijke beslissingen
Op 22 juli 2005 heeft de Rechtbank Amsterdam op voordracht van de rechter-commissaris de inverzekerdebewaringstelling van gefailleerde bevolen. De inbewaringstelling heeft plaatsgevonden nadat gefailleerde zich op 22 juli 2005 heeft gemeld op het politiebureau te Hilversum. Gefailleerde is overgebracht naar de penitentiaire inrichting te Haarlem.
Bij arrest van 5 augustus 2005 heeft het Gerechtshof Amsterdam het hoger beroep dat gefailleerde had ingesteld tegen het vonnis tot faillietverklaring van 15 juni 2005 verworpen, evenals het verzoek gefailleerde toe te laten tot de schuldsanering natuurlijke personen in de zin art. 284 e.v. Fw. Qok heeft het Gerechtshof het hoger beroep van gefailleerde tegen de beschikking houdende
bevel tot inbewaringstelling van 22 juli 2005 verworpen.
Bij beschikking van 11 augustus 2005 heeft de Rechtbank Amsterdam een verzoek van gefailleerde tot opheffing, dan wel schorsing van de bewaring afgewezen. Bij beschikking van 19 augustus 2005 heeft qe Rechtbank de inbewaringstelling met dertig dagen verlengd. Bij beschikking van 16 september 2005 heeft de Rechtbank de inbewaringstelling wederom met dertig dagen verlengd. Op 20 september 2005 is gefailleerde in de penitentiaire inrichting te Haarlem door de FIODÆCD aangehouden op verdenking
van strafbare
feiten en in (strafrechtelijke)
bewaring gesteld. Bij
beschikking van 20 september 2005 heeft de Rechtbank op verzoek van de rechter-commissaris de inbewaringstelling geschorst voor de duur van de strafrechtelijke inbewaringstelling. Korte tijd daarna is gefailleerde overgebracht naar de penitentiaire inrichting Arnhem-Zuid.
Op
3 augustus 2005 heeft de rechter-commissaris toestemming verleend voor een huiszoeking door
de curator in de woning van gefailleerde aan de Frans van Mierislaan 18 te Hilversum. Hierbij heeft de curator enige administratie en een computer onder zich genomen.
Op 10 augustus 2005 heeft de rechter-commissaris het paspoort van gefailleerde in beslag genomen. Op 31 augustus 2005 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op het verzoek tot het instellen van een commissie van schuldeisers.
ST\ASD\1029273.1
6
Stibbe
Op 25 en 26 juli, 3 augustus, 9, 16 en 27 september zijn diverse betrokkenen, onder wie gefailleerde zelf, door de rechter-commissaris gehoord. 1.3
Winst en verlies
Niet bekend 1.4
Balanstotaal
Niet bekend 1.5
Lopende procedures
Op datum faillissement waren voor zover de curator bekend geen procedures tegen of namens gefailleerde aanhangig. 1.6
Verzekeringen
Per datum faillissement stonden volgens opgave van de door gefailleerde ingeschakelde assurantieverzekeringen op de volgende gebieden op naam van R.J. van den Berg:
tussenpersoon
-
-
-
-
-
-
-
-
-
gebouwen inboedel kostbaarheden particuliere aansprakelijkheid rechtsbij stand ziektekosten
ongevallen kinderongevallen reIS
Deze verzekeringen zijn buiten medeweten of medewerking van de curator om op 5 juli 2005 op naam gezet van de echtgenote van gefailleerde. Hierover heeft de curator de assurantietussenpersoon vragen gesteld.
1.7
Huur
Niet var: toepassing 1.8
Oorzaak faillissement
ST\ASD\1029273.1
7
Stibbe
De heer Van den Berg heeft jarenlang van merendeels particulieren gelden geleend tegen rentepercentages die varieerden van 46% tot meer dan 240% op jaarbasis. De heer Van den Berg hield deze geldgevers voor dat de hem toevertrouwde gelden zouden worden belegd in valutatransacties, warrants of onroerend goed. De curator heeft niet kunnen vaststellen dat de toevertrouwde gelden inderdaad op deze wijze zijn belegd. Naar eigen zeggen van de heer Van den Berg heeft hij de laatste drie jaar de door hem geleende gelden uitsluitend gebruikt om andere schulden mee te betalen. Door de uitzonderlijk hoge rentepercentages die de heer
Van den Berg toezegde, waarte-
genover in het geheel geen inkomsten stonden, liep zijn schuld hard op.
Gefailleerde heeft verklaard aanvankelijk te hebben verondersteld dat de waarde van zijn aandelen in Intereffekt en in Intervaluta voldoende waard zouden zijn of worden om alle schulden te dekken.
Nadat de AFM een onderzoek had ingesteld naar de praktijken van de heer Van den Berg, heeft laatstgenoemde zijn aandelen in Intereffekt en Intervaluta aan de andere aandeelhouders verkocht tegen intrinsieke waarde (een bedrag van enkele tonnen). zo verklaarde hij aan de curator, in 2003 nog investeringen
met zijn 'eigen' contant geld hebben gedaan in Tsjechië en Turkije. De investering in Tsjechische gronden van E 45 miljoen zou circa E 75 miljoen n10eten opleveren. De Turkse grond, aangekocht voor E 3 miljoen zou nu E 10 miljoen waard zijn. Een door de curator ingeschakelde taxateur in Turkije schat Hiernaast zou gefailleerde,
de waarde van de Turkse grond echter op niet meer dan E 32.000.
De persoon via wie
de investeringen
in Tsjechië gedaan zouden zijn, de heer Dragan Petrovic, is
onvindbaar voor de curator. De tussenpersoon via wie de gelden aan de heer Petrovic ter beschikking zouden zijn gesteld, MOe AG uit Zug (Zwitserland), heeft verklaard Petrovic nooit te hebben ontmoet en niet te weten wat er met het geld gebeurd is, of hoe het kan worden teruggevonden.
2.
Personeel
Gefailleerde gaf aan geen personeel in dienst te hebben.
3.
Activa
1
ONROERENDE ZAKEN
Hilversum Op het pand Frans van Mierislaan nr. 18 te Hilversum, dat voor 50% eigendom is van de heer Van den Berg en voor 50% eigendom van zijn echtgenote mevrouw Van den Berg-Post, rust een
ST\ASD\1029273.1
8
Stibbe
van ABN-Amro Bank N.V. voor E 246.488,00 en E 300.000,00. Dit pand is in 1999 aangekocht voor e 328.991,00. Van de hypotheek van E 246.488,00 staat thans open E 246.550,50;
hypotheek
van de hypotheek van E 300.000,00 staat thans nog open E 298.006,68.
Het belendende pand Frans van Mierislaan nr. 16 te Hilversunl
is
in 2003 aangekocht en staat op
naam van mevrouw Van den Berg-Post. Op dit pand rust een hypotheek van ABN-Amro ad E 30Q.000,00. ABN-Amro heeft nog geen informatie verschaft over het thans openstaande bedrag.
Op 3 februari 2005
is op beide panden een hypotheek gevestigd ten behoeve
Lakeman voor E 800.000,00, te verhogen met curator heeft deze hypotheekvestiging
60%
van de heer P.C.
rente en boete, in totaal e 1.280.000,00. De
vernietigd met een beroep op de actio pauliana.
Tsjechië Zoals hierboven vermeld heeft de heer Van den Berg verklaard dat hij voor een bedrag van E 45 miljoen in contanten via een aantal tussenpersonen in Tsjechische gronden heeft belegd. Een van die tussenpersonen
is
MOe AG
uit het Zwitserse Zug. De andere twee tussenpersonen zouden personen zijn met de Joegoslavische nationaliteit. Deze twee andere tussenpersonen zijn voor de curator onvindbaar.
Moe AG blijkt
een tussenpersoon te zijn die speciaal voor de heer Van den Berg is opgericht en uitsluitend
door de heer Van den Berg werd gebruikt. Omdat deze vennootschap geen opheldering kon geven over de door de heer Van den Berg beweerde beleggingen en bovendien sprake bleek te zijn van malversaties, heeft de curator ten laste van haar beslag doen uitsluitend
of vrijwel
leggen ter inleiding van een gerechtelijke procedure waarin hij het bedrag dat belegd zou zijn van MOe AG opvordert. De curator tekent hierbij aan dat de verhaalsmogelijkheden bij MOe AG
beperkt lijken te zijn.
De curator herhaalt nog maar Van
voor hem zeer de vraag is of de beweringen van de heer Tsjechische in gronden wel juist zijn. De curator sluit niet uit
eens dat het
d~n Berg over zijn investering
dat deze investeringen nimmer hebben plaatsgevonden. Turkije
De advocaat van gefailleerde heeft kopieën van documenten overgelegd waarin wordt dat gefailleerde
beschreven
in 2003 een stuk grond heeft aangekocht in de buurt van Gaziantep (Turkije), maar
nog niet geleverd heeft gekregen. Gefailleerde wordt in een van beide documenten aangemaand het stuk grond af te nemen. In het andere document wordt beschreven dat het stuk grond gekocht is
voor E 3.000.000
ST\ASD\1029273.1
en thans circa E 10.000.000 waard zou zijn. De verkoper van de gronden in
9
Stibbe
Turkije heeft verklaard in 2003 in Zwitserland van de heer Van den Berg E 3.000.000 in contanten te hebben ontvangen als koopprijs voor de grond.
Inmiddels heeft de curator (na inschakeling van een advocaat in Istanbul) een taxatie laten uitvoeren, waaruit bleek dat het stuk grond niet meer waard is dan 53.000 Turkse lire, oftewel circa E
32.000. Daarbij komt dat grond in Turkije niet zonder complicaties aan niet-Turken kan worden geleverd. De curator heeft de verkoper van de grond inmiddels gesproken en hem aangeboden de grond terug te kopen voor de prijs die hij er destijds voor ontvangen heeft. De verkoper heeft op dat
bod afwijzend gereageerd. De curator beeft vervolgens de verkoopovereenkomst met een beroep op de pauliana vernietigd en de betaalde koopsom van e 3 miljoen teruggevorderd. De verkoper weigert vrijwillige terugbetaling, zodat de curator de koopsom thans in rechte zal opvorderen.
2
BEDRIJFSMIDDELEN
Niet van toepassing 3
VOORRADEN/ ONDERHANDEN WERK
Niet van toepassing
4
ANDERE ACTIVA
Auto
Gefailleerde heeft in december 2004 een auto, merk
BMW X5
gekocht en op naam van zijn echtge-
Van den Berg-Post laten zetten. De auto is doorverkocht aan een zwager van den Berg-Post en op zijn naam gezet. De auto bleef daarbij bij mevrouw Van den mevrouw Van Berg-Post in gebruik. V ooralsnog is onduidelijk waar de opbrengst gebleven is. De auto is inmidnote, mevrouw
dels door deze zwager aan een garagehouder verkocht. De curator overweegt strafaangifte tegen de zwager te doen en de schade van de boedel op hem te verhalen.
Aandelen
Gefailleerde houdt 100% van de aandelen R.l. van den Berg Holding B.V. Deze vennootschap was en Intervaluta. De opbrengst van de verkoop van aandelen
houder van aandelen in Intereffekt
Intervaluta staat momenteel nog op de kwaliteitsrekening van een notaris. Wat gebeurd is met de opbrengst van de aandelen Intereffekt is nog voorwerp van onderzoek. De curator heeft zichzelf
ST\ASD\l 029273.1
10
Stibbe
benoemd tot algenleen directeur van R.J. van den Berg Holding B.V. en heeft in die hoedanigheid het besluit genomen tot liquidatie van de vennootschap.
R.J. van den Berg IIolding B.V. is moedervennootschap van twee andere vennootschappen, zijnde Hilversum Open Challenger Toernooi B.V. en Van den Berg Tennis Promotie B.V.. Naar de gang
van zaken binnen deze twee vennootschappen wordt nog onderzoek gedaan.
De heer Van den Berg
is verder bestuurder
eigendom van renpaarden adn1inistrateur
van Stichting Stal
uitgaf, maar wiens activiteiten
a
la Hausse,
op last van de
die certificaten van
AFM gestaakt
zijn. De
van de stichting heeft de curator lnedegedeeld dat de stichting geen activiteiten meer
ontplooit. Alle paarden waarvoor certificaten waren uitgegeven, zijn voor datum faillissement verkocht. De stichting zou een schuldenlast hebben van enkele tienduizenden euro's.
4.
Debiteuren
Door gefailleerde verstrekte leningen Kort na faillissement heeft zich bij de curator een debiteur gemeld die naar eigen zeggen gefailleerde nog E 89.000 schuldig was uit hoofde van een lening. Dit bedrag heeft de debiteur op de faillissementsrekening gestort.
Daarnaast zijn er aanwijzingen dat gefailleerde, al dan niet via een tussenpersoon, een bedrag van circa E 900.000 heeft geleend aan een Nederlandse vennootschap ten behoeve van de aankoop van een onroerende zaak. De curator heeft op de onroerende zaak beslag laten leggen. Zowel de vennootschap die het geld geleend heeft als de tussenpersoon zal door hem gedagvaard worden.
Gefailleerde heeft een bedrag van E 200.000 geleend aan twee restauranthouders. Deze hebben terugbetaling van deze lening aan de curator geweigerd. De curator zal deze lening zonodig via een gerechtelijke procedure incasseren. Koerswinst
Een Franse drafsportvereniging
heeft aangegeven
dat zij gefailleerde nog een bedrag van bijna
E 1.000,00 schuldig was aan koerswinst uit 2003. Dit bedrag is door de Vereniging
Draf- en Rensport,
die het geld op oorspronkelijk
Nederlandse
ontvangen heeft, op de faillissementsrekening
gestort.
ST\ASD\1029273.1
11
Stibbe
Bank / Zekerheden
5.
Gefailleerde had tot kort voor datum faillissement en/of heeft thans nog enkele tientallen banlcrekeningen in Nederland op zijn naam staan. De curator heeft met alle banken waarvan hem bekend is
of waarvan hij vermoedt dat gefailleerde gezocht. Gefailleerde
er een relatie mee onderhield
of
onderhoudt,
contact
heeft aan de curator slechts een klein deel van de bankafschriften van deze
rekeningen overhandigd. Ook in het huis van gefailleerde zijn weinig bankafschriften gevonden. De afschriften zijn bij de diverse banken opgevraagd. Van alle bankrekeningen wordt de achtergrond onderzocht. Daarnaast onderzoekt de curator de vele mutaties die op de diverse rekeningen hebben plaatsgevonden, om inzicht te krijgen in de (girale) geldstromen.
Het
resterende
saldo van enkele rekeningen die gefailleerde
bij de Fortis Bank aanhield, ca. E
40.000, is inmiddels op de faillissementsrekening gestort.
De curator doet onderzoek naar bankrekeningen die gefailleerde aanhield in het buitenland. Daarbij heeft de curator onder meer een aantal rekeningen aangetroffen met effecten en gelden met een
waarde van in totaal ca. E 850.000. Naar andere bankrekeningen in het buitenland doet de curator nog verder onderzoek.
.
6.
Doorstart / voortzetten
6 .1
Voortzetten
Niet van toepassing 6.2
Exploitatie / zekerheden
Niet van toepassing 6.3
Doorstart
Niet van toepassing
ST\ASD\1029273.1
12
Stibbe
Rechtmatigheid
7.
Stra.fàa ngifie
Op 1 augustus 2005 heeft de curator bij de officier van justitie aangifte gedaan van een aantal strafbare feiten waarvan de curator vermoedt dat gefailleerde zich eraan schuldig heeft gemaakt.
Het betreft: . . .
.
het niet geven van inlichtingen bij faillissement (art. 194 Sr); bedrieglijke bankbreuk (art. 340/341/344 Sr);
oplichting (art. 326 Sr).
De officier van justitie heeft aangegeven dat ook de Autoriteit Financiële Markten strafaangifte heeft gedaan tegen de heer Van den Berg in verband met economische/effectenrechtelijke delicten.
De curator overweegt strafaangifte tegen enkele betrokkenen te doen.
Pauliana Gefailleerde heeft op 1 februari 2005 aan de heer P.C. Lakeman een recht van hypotheek verleend ter waarde van E 800.000,00, te verhogen met 60% rente en boete, in totaal E 1.280.000,00. Bij
brief van 18 juli 2005 heeft de curator de vestiging van het hypotheekrecht vernietigd. De heer Lakeman heeft deze vernietiging aanvankelijk mondeling aanvaard, maar later schriftelijk betwist. Daarnaast heeft de gefailleerde in 2003 een vrijwel waardeloos stuk grond in Turkije voor een bedrag van E 3 miljoen gekocht. Ook daarvan heeft de curator de nietigheid ingeroepen. De verkoper betwist deze nietigheid. V oarts heeft de gefailleerde in december 2004 een
BMW X5 gekocht
en op naam van zijn echtgenote laten zetten. Deze heeft de auto "verkocht" aan haar zwager, hoewel zij de auto zelf is blijven gebruiken. Ook ten aanzien van de transacties met deze BMW X5 heeft de curator zich op de
pauliana beroepen. De curator overweegt de zwager zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk aan te (doen) spreken.
Naar overige paulianeuze handelingen wordt nog onderzoek gedaan.
ST\ASO\1029273.1
13
Stibbe
8.
Crediteuren
8.1
Concurrent
Bij de curator hebben zich tot op heden circa 1440 schuldeisers aangemeld die aan gefailleerde leningen hebben verstrekt en beschikken over een of meer door gefailleerde getekende schuldbe-
kentenis(sen). Het totaal van hun vorderingen, tot aan datum faillissement verschuldigde rente niet beloopt circa E 127 miljoen. Zou de rente wel worden meegerekend, dan zou de schuldenlast komen op circa E 160 In ilj oen. Bij de curator bestaat het vermoeden dat een deel van
meegerekend,
de schuldeisers reeds lang geleden voor het eerst geld heeft ingelegd en in de tussentijd aan rentebe-
talingen de oorspronkelijke inleg ruim heeft terugverdiend. Enkele schuldeisers hebben aan rente zelfs een veelvoud van hun oorspronkelijke inleg ontvangen. Gefail1eerde heeft aangegeven dat hij
vermoedt dat hij ongeveer E 50 lniljoen aan 'eerste in]eg' heeft ontvangen. Voor de curator is deze stelling niet te controleren, nu een deugdelijke crediteurenadministratie ontbreekt. Naast bovengenoemde concurrente schuldeisers hebben zich nog enkele schuldeisers aangemeld met vorderingen van 'huishoudelijke' aard (telefoonrekeningen en dergelijke).
8.2
Preferent
De tot nu toe enige bevoorrechte schuld die bij de curator
is aangemeld is die ter zake
van de kosten
van de faillissementsaanvraag.
8.3
Boedelschulden
De curator heeft voor de uitoefening van zijn taak diverse derden in moeten schakelen, die direct vanaf de faillissementsrekening zijn of worden betaald, zoals buitenlandse advocaten (Turkije, Zwitserland), deurwaarder, rechtbank (griffierechten), vertalers en een verhaalsonderzoeksbureau.
9.
Overig
De curator zal doorgaan met zijn onderzoek. Er zijn in dit faillissement heel veel vragen en
slechts
weinig antwoorden.
Amsterdam, 4 november 2005
mr A. van Hees, curator
ST\ASD\1029273.1
14