Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst
Remote Sensing en GIS ten behoeve van het beheer van en onderzoek in de Waddenzee: een inventarisatie
M E E T K U N D I G E DIENST
:
MDLK-R-9241
TITEL
Remote Sensing en GIS ten behoeve van het beheer van en onderzoek in de Waddenzee: een inventarisatie
AUTEURS
ing. J . van den Berg M S c ir. A . J . de Leeuw
DATUM
november 1992
BIJLAGEN
KORTE SAMENVATTING
In dit rapport wordt een inventarisatie gegeven van de R S mogelijkheden in de Waddenzee, beschikbare literatuur, beschikbare data (satelliet, airborne en in situ data), R S en GIS toepassingen in de Waddenzee en beheerproblemen. Besloten wordt met een voorstel voor een vervolg-project, hoe R S en GIS gecombineerd toe te passen binnen het monitoringprogramma voor de Waddenzee.
1
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
3
P ®-
INHOUD: 7 7 ^ _ ^ g g
1. Inleiding L l Probleembeschrijving 1.2 Afbakening project 1.3 D o e l project 1.4 Fasering project 1.5 Resultaat project 1.6 Potentiele gebruikers resultaat 1.7 Rapportage
9 2. Mogelijkheden Remote Sensing in de Waddenzee 2.1 Remote Sensing ten behoeve van waterkwaliteit 2.2 Remote Sensing ten behoeve van waterbodems 2.3 Remote Sensing ten behoeve van flora •• 2.4 Remote Sensing ten behoeve van (olie)verontreiniging 2.5 Remote Sensing ten behoeve van recreatie • 2.6 Remote Sensing ten behoeve van monitoringsprogramma's . . .. 3. Inventarisatie literatuur 3.1 Literatuur betreffende 3.2 Literatuur betreffende 3.3 Literatuur betreffende 3.4 Literatuur betreffende 3.5 Literatuur betreffende
>
10 1 Q
waterkwaliteitsonderzoek bodemdiepte . bodemsamenstelling biomassaschatting Macrofyten beheer en onderzoek
10 11 12
4. Inventarisatie Remote Sensing projecten in de Waddenzee 1 5
5. Inventarisatie GIS-projecten in de Waddenzee
17 6. Inventarisatie beschikbare data in de Waddenzee 6.1 Inleiding 6.2 Beschikbare remote sensing meetgegevens 6.2.1 Beschikbare Landsat MSS-beelden 6.2.2 Beschikbare Landsat TM-beelden 6.2.3 Beschikbare SPOT-beelden 6.2.5 Beschikbare airborne thermisch infrarood beelden 6.3 Beschikbare in situ meetgegevens 6.4 Belangrijke kaarten 6.4.1 Hydrografische kaart voor Kust- en Binnenwateren 6.4.2 Stroomatlas 6.4.3 Waterstaatskaarten 6.4.4 Nederlandse Kustwateren, Noordblad Wadden 6.4.5 Lodingskaarten 6.4.6 Kust en Oeverkaarten 6.4.7 Topografische kaarten •••• 6.4.8 Informatiemap Samenwerking Inspectie Waddenzee (SIW) 6 4 9 Ruimtelijke informatie via Automatisering 6.4.10 Geologisch Onderzoek van het Nederlandse Waddengebied 6.4.11 Geomorfologische kaart van de Waddenzee 6 4 12 Landschapsecologie van de Nederlandse kust • 6.4.13 Ecologische Basiskaart van de Waddenzee ten behoeve van de oliebestrijding * ***
^
"j 2 Q
„ ^ 2
1
^ 2
2
2
2
g
g
"
~
.
6.4.14 Habitats of the Netherlands, German and Danisch Wadden Sea 6.4.15 6.4.16 6.4.17 6.4.18
Duinen en duinvalleien •• Vegetatiekarteringen van de Friese en Groninger Noordkust Landschap en vegetatie Vegetatiekaarten
f| & 2
5
pag 4
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee •
7. Inventarisatie beheerproblemen 7.1 Inleiding 7.1.1 Het Wadden Aktie Plan 7.1.2 De Regionota Waddenzee/Eems-Dollard 7.1.3 Ecologische hoofddoelstellingen 7.2 Ecologische Hoofddoelstelling: vermindering verontreiniging 7.2.1 Vermindering verontreiniging door zuurstofbindende stoffen 7.2.2 Vermindering verontreiniging door zware metalen . . 7.2.3 Vermindering verontreiniging door microverontreiniging 7.2.4 Vermindering verontreiniging door voedingstoffen 7.3 Ecologisch Hoofddoelstelling: vermindering vertroebeling 7.3.1 Verhoging doorzicht 7.3.2 Verlaging zwevend stof gehalte 7.4 Ecologische hoofddoelstelling: vermindering verstoring bodemstructuur 7.5 Ecologische hoofddoelstelling: vermindering audiovisuele verstoring 7.6 Ecologisch hoofddoelstelling: inrichting en gebruik 7.6.1 Verlaging en fluctuaties van het zoutgehalte 7.6.2 Vervanging waterstaatkundige werken als barriere voor vissen 7.6.3 Vervanging milieuonvriendelijke dijkbekleding 7.6.4 Vermindering achteruitgang kwelderareaal 7.6.5 Herstel zeegrasvelden 7.6.6 Volgen zeespiegelrijzing 7.7 Ecologische hoofddoelstelling: knelpunten t.a.v. gebruiksfuncties 7.7.1 Knelpunt visserij 7.7.2 Knelpunt scheepvaart 7.7.3 Knelpunt recreatie . . .
26 ^ ^ 2
6
26 27 27 28 28 29 30 3 31 31 32 32 32 33 33 34 f* 35 f~
38 8. Conclusies en aanbevelingen 8.1 Inleiding 8.2 Samenvatting inventarisatie 8.2.1 Gebruik Remote Sensing Wadden 8.2.2 Gebruik GIS Wadden 8.2.3 Inventarisatie gegevens 8.2.4 Probleemanalyse Wadden 8.2.4.1 Verontreiniging en eutrofiering 8.2.4.2 Vertroebeling 8.2.4.3 Verstoring 8.2.4.4 Inrichting en gebruik 8.3 Toepassingsmogelijkheden R S / GIS Waddenzee 8.3.1 Inleiding 8.3.2 RS als data-leverancier 8.3.3 RS en GIS t.b.v. organische microverontreinigingen 8.3.4 RS en GIS t.b.v. verontreiniging door voedingsstoffen 8.3.5 RS en GIS t.b.v. vertroebeling 8.3.6 RS en GIS t.b.v. scheepvaart 8.3.7 RS en GIS t.b.v. recreatie 8.3.8 RS en GIS t.b.v. herstel zeegrasvelden 8.3.9 RS en GIS t.b.v. visserij 8.4 Mogelijk vervolg RS-GIS Wadden 8.4.1 Inleiding 8.4.2 Vegetatie 8.4.2.1 Zeegras 8.4.2.2 Macro-algen 8.4.2.3 Kwelderwerken . 8.4.3 Geomorfologie 8.4.4 Bodemsamenstelling • 8.4.5 Bredere toepassing van tools: Ooster- en Westerschelde gebied 8.4.6 Input en output van project 8.4.6.1 Input 8.4.6.2 Output
3
g
f° 38 38 38 39 39 ™ 40 Jj 4
1
4
1
** j 4 ]
** ^ 4
2
TT 3 ^ 43
44 ™
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
P^9- 5
46 9. Geraadpleegde literatuur 9.1 Literatuur betreffende Remote Sensing - algemeen 9.2 Literatuur betreffende GIS - algemeen 9.3 Literatuur betreffende waterkwaliteitsonderzoek 9.4 Literatuur betreffende bodemdiepte 9.5 Literatuur betreffende bodemsamenstelling 9.6 Literatuur betreffende biomassaschatting Macrofyten 9.7 Literatuur betreffende beheer en onderzoek 9.8 Literatuur betreffende beheerproblemen 9.9 Literatuur betreffende RS-projecten 9.10 Literatuur betreffende GIS projecten
*° 4/
49
52 B I J L A G E I : Overzicht inventarisatie literatuur L l Literatuur betreffende waterkwaliteitsonderzoek 1.2 Literatuur betreffende bodemdiepte . . 1.3 Literatuur betreffende bodemsamenstelling 1.4 Literatuur betreffende biomassaschatting Macrofyten 1.5 Literatuur betreffende beheer en onderzoek
^
«J 64
B I J L A G E II : Overzicht satelhet-sensoren B I J L A G E III : Overzicht Remote Sensing produkten B I J L A G E I V : Wadden Aktie Plan I V . l Inleiding IV.2 Probleemanalyse IV.2.1 Problematiek verontreiniging en eutrofiering IV.2.2 Problematiek verstoring IV.2.3 Problematiek vertroebeling IV.2.4 Problematiek inrichting IV.2.5 Problematiek gebruik ; IV.2.6 Problematiek bestuurlijke organisatie en instrumentele randvoorwaarden . . . , IV. 3 Maatregelen IV.3.1 Maatregelen verontreiniging IV.3.2 Maatregelen verstoring IV.3.3 Maatregelen vertroebeling IV.3.4 Maatregelen inrichting IV.3.5 Maatregelen gebruik I V . 3.6 Maatregelen bestuurlijke organisatie BIJLAGE V
6
5
„ ^ °° b
ol 68 „
: Regionota Waddenzee/Eems-Dollard
V . l Inleiding V.2 Probleemanalyse V . 2.1 Verontreiniging V.2.2 Zwevend stof en troebelheid V.2.3 Verstoring V.2.4 Inrichting en gebruik V . 3 Maatregelen V.3.1 Bescherming verontreiniging V.3.2 Inrichtingsmaatregelen V . 3.3 Geleiding gebruik B I J L A G E V I : Monitoring programma 1992 V I . 1 Inleiding VI.2 Onderzoek: Waddenzee (tocht: 21) V I . 2.1 Compartiment water VI.2.2 Havens (organotin) VI.2.3 Compartiment zwevend stof V I .2.4 Compartiment mossel ( A B M ) VI.3 Onderzoek: Eems-Dollard (tocht: 29)
^ ^ ^
^ ^ ^ 73 ^ ^ ^
^
pag. 6
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
VI.3.1 Compartiment water VT..3.2 Compartiment zwevend stof . V I .3.3 Compartiment mossel ( A B M ) VI.4 Verklaring gebruikte afkortingen
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 7
1. Inleiding 1.1 Probleembeschrijving Zowel in het operationele beheer als in het onderzoek van de Waddenzee wordt men met vele pSblemen geconfronteerd. O m deze op te kunnen lessen dient men te beschikken over Uttgeb ctde frTrmatie. Het grootste deel van deze benodigde informatie heeft een geografische component de X m a t i e is afhankelijk van de plaats. D i t compliceert het verzamelen en mampuleren van deze MorZZ. In dat geval kunnen Remote Sensing (RS) technieken behulpzaam zyn by het verzamelen van Te informatie; daarnaast kunnen Geografische Informatie Systemen (GIS) erg behulpzaam zijn bij het manipuleren van grote hoeveelheden data met een geografische component. x T n o g toe worsen RS en GIS technieken nauwelijks gebruikt voor het operationele beheer van de Waddenzee' en ook binnen het onderzoek in de Waddenzee vinden deze techmeken nog nauwehjks toepassing.
12 Afbakening project In het onderhavige onderzoek komen alleen die problemen aan de orde die liggen op het gebied van: het operationele beheer van de Waddenzee, zoals dat wordt uitgevoerd door de regionale directies van de Rijkswaterstaat, i.e. de Directies Friesland, Groningen en Noord-Holland. toepassingsgericht onderzoek in het Waddenzeegebied, zoals dat wordt uitgevoerd door de specialistische directies van de Rijkswaterstaat, met name door de Dienst Getijdewateren. Het onderzoek beperkt zich verder tot die problemen die betrekking hebben op het natte.deel van de Waddenzee. Hieronder vallen het water, de geulen, platen, schorren, slikken, kwelders, wadbodem. Uitgesloten wordt het droge deel, zoals de oeverbescherming, duinen, eilanden, etc.
13 Doel project Het onderhavige onderzoek betreft de vraag hoe RS-technieken optimaal kunnen worden gebruikt ten behoeve van het operationele beheer van de Waddenzee, in combinatie met GIS. Het doel van het project daarom is te omschrijven als: Het verder ontwikkelen, implementeren en optimaliseren van het gebruik van RS-technieken in een GIS-expert-management systeem van de Waddenzee. ,„ . Een en ander gebeurt parallel aan de ontwikkeiingen met betrekking tot het WADGIS-project, waar alleen hef GIS-aspect aan de orde is. Bij dit project gaat het vooral om de integratie van H e t ^ e f m f e r e n van de mogelijkheden van een gebruikersvriendelijke user-interface, tussen R S en GIS.
1.4 Fasering project Het onderzoek wordt verdeeld in twee fasen:
Fase 1
.
inventarisatie van een aantal verschillende aspecten:
R S mogelijkheden (toepassingen elders die in de Waddenzee gebruikt zouden kunnen worden) beschikbare data (satelliet, airborne en in situ data) (potentiele) GIS toepassingen in de Waddenzee « « n ^ beheer problemen bij de regionale directies (Friesland, Groningen, Noord-Holland), waar RS-data behulpzaam kan zijn Het onderhavige rapport heeft betrekking op deze fase van het onderzoek. M
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 8
Fase 2 (1992-1994): N a de inventarisatie zal het verdere onderzoek zich bezig houden met ontwikkelen van tools ten behoeve van het operationele beheer van de Waddenzee. Dat houdt i n het ontwikkelen en implementeren van R S - en GIS-technieken, hetgeen kan betekenen het ontwikkelen van GIS macro-applicaties en/of andere software. Deze fase van het project kan pas in detail worden beschreven, als de resultaten van de inventarisaties bekend zijn. In het onderhavige rapport wordt deze fase van het onderzoek verder niet behandeld.
1.5 Resultaat project Het uiteindelijke eindprodukt zal bestaan uit: . fase 1 E e n overzicht van voorhanden R S - en GIS-technieken, -data en -toepassingen, alsmede mogelijke beheerproblemen waar R S - en GIS-technieken behulpzaam kunnen zijn. Een uitgewerkt voorstel hoe het project te vervolgen: welke problemen zullen worden aangepakt, hoe wordt dat gedaan en hoeveel gaat het kosten in tijd en in geld. . fase 2 Tools die kunnen worden gebruikt om de betreffende beheerproblemen aan te pakken, gebruik makend van R S - en GIS-technieken.
1.6 Potentiele gebruikers resultaat Potentiele gebruikers zijn de regionale directies die het beheer van de Waddenzee uitvoeren (Friesland, Groningen en Noord-Holland), alsmede de Directie Getijdewateren ( D G W ) die onderzoek uitvoert in het Waddengebied. De betrokkenheid van de potentiele gebruikers in de uitvoering van het project is als volgt: - fase 1 voorzien van informatie, data, etc. - fase 2 nog niet geheel duidelijk, afhankelijk van de invulling van deze fase, in ieder geval feedback.
1.7 Rapportage De inventarisatie is uitgevoerd in het kader van het B C R S project 2.2/OP-01. E e n korte weergave van de inventarisatie is gegeven in D e Leeuw en V a n den Berg (1992)\ waarmee naar de B C R S is gerapporteerd. Daarin wordt alleen ingegaan op de hoofdpunten van de inventarisatie. Een uitgebreide weergave van de inventarisatie is te vinden in het onderhavige rapport. Hierin staan de diverse onderdelen van de inventarisatie verder uitgewerkt, en wordt meer op details ingegaan.
DE LEEUW, A.J., J. VAN DEN BERG, (1992) . Remote Sensing en GIS ten behoeve van het beheer van en onderzoek in de Waddenzee: een inventarisatie BCRS-rapport, nog te verschijnen.
Remote sensing en GIS in ae Waddenzee -
pag. 9
2. Mogelijkheden Remote Sensing in de Waddenzee Het gebruik van Remote Sensing technieken t.b.v. bij beheer en onderzoek in de Waddenzee is mogelijk bij een aantal verschillende deelgebieden, te weten: - waterkwaliteit - waterbodems . fj o r a
- (olie)verontreiniging - recreatie - monitoringsprogramma's
Deze verschillende deelgebieden komen in het onderstaande achtereenvolgens aan de orde.
2.1 Remote Sensing ten behoeve van waterkwaliteit D e betekenis van het gebruik van RS-technieken bij het beheer en onderzoek van waterkwaliteit betreft: - meten van zwevend stof (algen, chlorofyl-a, humus, slib) - detectie van lozingen - stromingspatronen, ruimtelijke verspreiding - bepalen/meten van troebelheid van het water - golfpatronen
22 Remote Sensing ten behoeve van waterbodems De betekenis van het gebruik van RS-technieken bij het beheer en onderzoek van waterbodems betreft: -
het meten van de diepte van de bodem bepaling bodemsamenstelling/geomorfologie het meten van sedimentatie/erosie van de bodem bepalen van baggerlocaties/baggerstortplaats
23 Remote Sensing ten behoeve van flora De betekenis van het gebruik van RS-technieken voor het beheer en onderzoek van flora betreft: - vegetatiekartering: type en dichtheid van de waterplanten/algen (onder of boven water) - biomassabepaling - bepalen van meest geschikte plaats voor het uitzetten van zeegras
2.4 Remote Sensing ten behoeve van (olie)verontreiniging De betekenis van het gebruik van RS-technieken voor het opsporen van (olie)verontreiniging betreft: - detectie van (olie)lozing - stromingspatronen: ruimtelijke verspreiding 2J Remote Sensing ten behoeve van recreatie D e betekenis van het gebruik van RS-technieken voor de bepaling van de druk op het ecologische systeem door recreatie betreft:
- tellen van boten, auto's, surfplanken etc, nl. aard, aantal en verdeling over de ruimte.
2.H Remote Sensing ten behoeve van monitoringsprogramma's Het gebruik van RS-technieken voor het (eventueel) aanpassen van monitoringsprogramma's betreft: - door gebruik van R S technieken bepaling waar en met welke regelmaat gemeten moet worden.
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 10
3. Inventarisatie literatuur 3.1 Literatuur betreffende waterkwaliteitsonderzoek Uit de literatuur blijkt dat het gebruik van Landsat T M beelden operationeel toepasbaar is voor de vervaardiging van kwalitatieve concentratiebeelden van de volgende waterkwaliteitsparameters: zwevend stof gloeirest, chlorofyl + feofytine en Secchidiepte (Buiteveld, e.a., 1987, 1989). Bij een optimale afstemming van bemonsteringsprogramma en overkomst van de satelliet, is het mogelijk kwantitatieve concentratiebeelden te vervaardigen ( D H V , 1988). Concentratiebeelden, verkregen uit satelliet opnamen, geven een compleet ruimtelijk beeld, continue, biina real-time, informatie. Het is een waardevolle uitbreiding op de actuele toegepaste m situ waarnemingen en kan worden gebruikt om waterkwaliteitsonderzoek voor grote wateroppervlakten te verbeteren ( L i Yinxi, e.a., 1990). . ... . Minder gunstige aspecten aan satellietbeelden zijn: slechts bruikbaar voor enkele waterkwaliteitsparamem
o
ters, 2 a 3 goede beelden per jaar, beperkte resolutie, en interpretatie noodzakelijk door speciahsten (Claassen, 1990).
3.2 Literatuur betreffende bodemdiepte Het gebruik van Landsat T M is niet geschikt voor dieptebepaling van de Sababank met een gemiddelde diepte van 15-30 meter (De Gunst, 1990). Hesselmans (1990) kreeg evenwel bevredigende resultaten by een vergelijkbare toepassing in Jakarta Bay. Ook vrij goede resutaten werden verkregen by de bepaling van de bodemdiepte van de Waddenzee (Lagerberg, 1989). De methode van Lyzenga kan worden gebruikt om relatieve waterdiepte kaarten te vervaardigen (Van Hengel 1988, V a n Hengel & Spitzer, 1988), maar de moeilijkheid bij dieptebepahng met satellietbeelden is het corrigeren van het storende effect van verschillen in de bodemsamenstelling en van de waterkolom (Van Hengel & Spitzer, 1991). , RS-satellietbeelden kunnen een bijdrage leveren aan de geomorfologische kaart met als kracht een totaal overzicht en inzicht over veranderingen in de tijd (Van der V e n , 1988). Het gebruik van C A E S A R voor dieptebepaling lijkt beter dan met Landsat T M C A E S A R heeft meer spectrale banden in het zichtbaar licht en grotere ruimtelijke resolutie (Marees & Spitzer, 1989).
33 Literatuur betreffende bodemsamenstelling Het gebruik van Landsat T M voor het zoeken naar zand in ondiepe zee is bruikbaar gebleken. (Volker 1
MeTbehulp^Sn ^
regressiemodel is kartering van de hoeveelheid klei uit satellietdata op de
droogvallende plaat Hond-Paap mogelijk. (Van der Ven, 1990)
3.4 Literatuur betreffende biomassaschatting Macrofyten In de literatuur staan verschillende technieken beschreven voor biomassaschatting van Macrofyten. Ten eerste het gebruik van luchtfoto's en false colour luchtfoto's. Het gebruik van luchtfoto s voor het volgen van de Macrofytenmassa lijkt zeker mogelijk, waarbij de vliegdata overeenkomstig dienen te zyn met de data van de veldbemonsteringen. (Meulstee & V a n Stokkom, 1985a) False colour foto's zijn ook goed bruikbaar, waarbij de regressielijn van de densiteitsverhouding tegen bfomassa kan worden gebruikt als ijklijn om in een niet bemonsterd veld de biomassa af te leiden uit de foto (Meulstee & V a n Stokkom, 1985b). . Ten tweede het gebruik van vliegtuig MSS-opnamen. D e resultaten van het onderzoek waren hoopvoL De gekarteerde M S S beelden vertoonden een overeenkomst van 93% met de methode gebaseerd op luchtfoto's. Helaas is het onmogelijk om bij gebruik van MSS-opnamen o n d e r s ^ te n ^ e n tussen vegetatiesoorten onderling (Meulstee & Bakker, 1990). U i t onderzoek met MSS-opnamen in de Zeeland is met behulp van inbreng van textuuranalyse bij de interpretatie ^ o n d e ^ c h e d van plantensoorten herkend. D e beeldtextuur, die relevant is voor het visuele onderscheid gaat verloren als de pixelgrootte boven de 2-3 meter komt (Koorwijk & Bakker, 1990). n
zSZTin
n
n
v
n
l
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 11
Ten derde het gebruik van Landsat T M en S P O T . U i t Landsat T M bee den ts een goede nterpretaUe van de waterplanten bedekkingen in de ruimere binnenwateren te maken Het is ^ ^ « relatieve verdeling te maken in 4 bedekkingsklassen. Over de soortensamenstelhng van de klassen is n ets Ie z e S e a Satellietbeelden vormen een goede aanvulling op andere veldgegevens (Jordans & Meulstee, i f het S P O T beeld zijn alleen grote vegetatie-eenheden te onderscheiden, er is geen onderscheid te maken op soortniveau. A l s satellietkaarten aangevuld worden met veldwaarnemingen, b.v. soortensamen stelling van de vegetatie, kan snel en met weinig inspanning nuttige informatie worden verkregen (Kootwijk & Bakker, 1990).
3.5 Literatuur betreffende beheer en onderzoek U i t de literatuur blijkt dat Remote Sensing een scala aan instrumenten biedt voor waarnemingen van verschillende parameters. W e l is duidelijk dat het gebruik van Remote Sensing produkten m de meeste gevallen slecht een toegevoegde waarde hebben: bestaande meettechnieken en strategieen kunn n - t Remote Sensing worden geoptimaliseerd maar niet worden vervangen (Van Stokkom & Stokman, 1990)_ ojzetten van systemen waarbij operationeel gebruik wordt gemaakt van satellietopnamen ^ w ^ e r S e i t e s b e h e e r is nu in voile gang. Doel is de toegankelijkheid van de remote sensing beeld n voor waterkwaliteitsbeheer te vergroten en gestreefd dient te worden naar toepassingen in de praktijk (Miltenburg & Buiteveld, 1991, R I Z A , e.a., 1991). g
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 12
4. Inventarisatie Remote Sensing projecten in de Waddenzee Measurements of Land/Sea transition from S A R at different phases of Tidal Water (ERS-1 Proposal). The P
r o b l e s
^
e y
Q f
M
a
j
f | a t s
b
y
c o n v e n t i o n a l
m
e
a
SrllSl^LSgrtonsiderabfy during
n
s
i s
fought with difficulties because of problem in location and
the execution of photographic flights as a result of the progressing
tidal cycle. low accessibility limits groundwork. . , the surveys have to be repeated regularly at short intervals due to their active morphodynamics and importance for coastal management. . human interference with the coastal processes active in the have resulted in unforeseen changes in the coastal configuration and stream patterns. I m i m r t i n f
Advantages*
^
^
Q f
^
^
c
a
n b
e
f e c o r d e d
Q
n
Q
n
e f r a m 6 i
w h i c h
o v e r c o m e s
the problem of
the progressive tidal cycle met when airphotos are used. the number of ground control points is drastically reduced: they can all be located on the mainland and islands^ the near independence of weather conditions of the C-band SAR makes high repetit.ve sequential data-takes fhTditterence in backscatter of rough and smooth surface (capillary wave action) of C-band radar makes differentiation of mud and sand flats with water surfaces possible. stream patterns in the gully systems have been observed with Seasat radar. the repetitive coverage provided by ERS 1 would allow for continuous monitoring of the morphodynamics of tidal flats. List of main tasks Waddensea area: obtain six ERS 1 data-takes representing different stages in the tidal cycle. map coastlines, waterlines, creeks and shoals from ERS 1 imagery during these different tidal situations convert the waterlines into contourlines based on a water surface model obtained from a number of sealevel spotheights from RWSL stations, waterlevel meters and ground observations along checklines. compare accuracy with maps produced by convential means. the information obtained will be used for monitoring bi monthly data-takes over a period of 1 year over areas of the Zeeland delta area and Waddensea at approximately the same tidal stage (low water) makes monitoring of coastal processes possible during d.fferent seasons, elaborate on change of current patterns during the seasons over one year, locate areas of sedimentation and erosion along the near coastal areas. Required data. . representing different tidal stages over Waddensea area seven SAR data-takes at similar tidal stadia at bimonthly interval for monitoring coastal processes g
A
R d a t a
t a k e s
Participants: „ ... ITC, RWS Meetkundige Dienst, RWS Dir. Friesland, RWS Dienst Getijdewateren Period:
1991 - 1994
Airborne scanning laser altimetry for the purpose of digital terrain modelling of a coastal (marsh tidal) area. e
m
ir resent height measurements are carried out by conventional terrestrial surveying or programmetry. The poor a c c S l 5 mud flats and creeks in tidal water areas turns terrestrial surveying into a time and costs consuming task. ^ r J m m S r T o n the other hand, suffers from the poor stereoscopic viewing conditions, that are common to tidal areas, especially on muddy, sandy and wet terrain types. D
X . S S S of the project is to develop a routine of carrying out airborne scanning laser height measurements and subsequently deriving a digital height model (DHM) in support of management and study purposes. List of
^
^
^
^
| s
ffl
^
a j r b o r n e
u
s
e a b o v e
t i d
,
w
a
t
zones
select a commercial, for hire available system, being airborne and easy to integrate with positioning systems carry out measurements to test if the required properties are attained selecting test areas and dates, carrying out the test flight
pag. 13
development of an operational system. Relation with other projects: Monitoring of the Saeftinghe area the use of infrared video P a r t i C i P a n
R W S Meetkundige Dienst, Fysisch-Bectronisch Laboratorium-TNO, TU Stuttgart, Cartoscan, RWS Dir. Friesland
Period:
1991 - 1992
Sediment mapping and morphological monitoring of the Dutch Waddensea area with optical remote sensing
^ ^ J ^ ^ ^ ^ T ^
S f : ^ influence the accumulation and waves) and the availability of sediments, for instance sal mar sh vegetation .t.mu latas ^ whereas benthic diatoms increase the critical erosion and stimulate be influenced by human avtivities like dredging and t h ^ J j j ™ " ^ contaminants. To be able to make well W s n ^ r n a n s f l e m e n t e c . ^ 7 ^ ™
t h
„ t h i s
e n d e d
2
t i d e
" a
s
e
v
r
e
t n e
u n i q u e
a n d
e
,
t i m e
^
„ L r i e r of ne consuming
8
, 0 9 i s t i c
tem
a r e a
w i
0
p r o b , e m s
-
sSutneou^sness'of measurements over a large area will be achieved in field samplmg programs. The objective:
(seouential) mapping of lithological composition of estuaries
;:;r
SM!££?r«M3."lSS °"
o f, h e = s y s , , m !
cost effectiveness.
p
l
" ~ "
d
^
n
A p , « ™ d , » n S . o t h . oo.du.ion that m.ppmg o, ft. g»nu,a. ooftposition ol , h , s . d i m . n , I. possib,..
•
S
-
S
K
S
"
^
—• -
— -
as well as for the validation of the data extraction algotithms. the use of the field spectrometer PS II the evaluation of the results Relation with other projects: ISOS (influence sea level rise on society) Polwad (pollution Waddensea) Baghwad (baggeren, havens, wadden) Ameland RS-GIS Wadden SAR Wadden (ITC) Morphology Wadden (RUU) Participants^ Period:
M e e t k u n d i g e
D j e n s t
R
W
S
D i e n s t
Getijdewateren
1991 - 1993
Sequentiele kartering zwevend stof van het Friesche Zeegat en het Eems-Dollard gebied. ,„ opdracht van de Dienst Getijdewateren zijn bij de Meetkundige Dienst een aanta, Landsat TM zwevend stof beelden ve-vaardigd van twee geselecteerde deelgebieden in de Waddenzee, te weten. het Friesche Zeegat, d.i. het stroomgat tussen Ameland en Schiermonnikoog, inclusief het Lauwersmeer en de Noordzeekust boven Schiermonnikoog. . het Eems-Dollard gebied, vanaf de monding van de Eems tot de Noordzee.
brengen.
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 14
De volgende Landsat TM beelden zijn voor het project bewerkt: 3 mei 1990, 4 april 1991 en 2 September 1991. Tijdens de overkomst van Landat op 4 april 1991 is gelijktijdig een veldbemonstering van zwevend stof u,tgevoerd. Het Landsat TM beeld van deze datum is op basis van deze veldmetingen geijkt. Participants: RWS Meetkundige Dienst, RWS Dienst Getijdewateren Period:
1992
*
Morfodynamica van intergetijdegebieden
Doelstelling:
Onderzoek naar de bruikbaarheid van satelliet-opnamen bij morfodynamische studies van intergetijdegebieden.
De bruikbaarheid van Landsat MSS-beelden bij de bestudering van morfologische veranderingen in het intergetijdegebied van de Sdertandse Waddenzee is getoetst. Voor satellietbeelden is een goede c e n t r e ' ^ ^ J ^ ; ^ moment van opname nodig, omdat veranderingen van de positie en omvang van geulen en platen alleen zijn vast te stenen S iTagwater. MSS-band 7 geeft het verschil tussen water en land het scherpst weer. Door te-vergehjken-opnamen ,eder van een eigen karakteristieke kleur te voorzien en over elkaar te projekteren worden veranderingen direct duidel,]^ fn de periode van 1975 tot en met 1987 vallen vooral veranderingen in de zeegaten tussen Terschelling en Amelano, en ussen Ameland en Schiermonnikoog op. Terschelling wordt in de genoemde periode ca. 2 km korter, terwijl Ameland| ca 1 km in ooTtelijke richting aangroeit. Beide processen maken deel uit van een cyclische cntw.kkel.ng en gaan met .ngnjpende wijzigingen van de achterliggende geulsystemen en wantijen gepaard. Participants: Rijks Geologische Dienst, Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium Period:
afgerond in 1992
pag. 15
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
5. Inventarisatie GIS-proiecten in de Waddenzee Nederlandse Waddenzee *
de Leeuw, A . J . Een demonstratie-model voor een W A D G I S M D L K - R - 9 0 3 1 , 1990 de Leeuw, A . J . , A . M . den Boer, H . H . J , van Dijk, M . G . V r o o m , Y . J . Zijlstra W A D G I S 1991 M D L K - R - 9 2 1 3 , 1992
in het eerste rapport wordt weergegeven wat het demonstratie-model voor een Geografisch Informatie Systeem t.b.v. het beheer van de Waddenzee (WADGIS) inhoudt, en hoe het tot stand is gekomen. De doelstellino. van het ontwikkelen van een demonstratie-model is dat daarmee de mogelijkheden van een GIS ten b e h o e v f v 2 h e t b e r ! ™ de Waddenzee kan worden gedemonstreerd. Dat houdt in dat het demo-mode, geen
DaSkfni
Z Z Z ^ ^ Z I ^ Z S g *
dan ook niet de gehele Waddenzee is genomen, maar slechts een
het demo-model zijn opgenomen. In de demo wordt een drietal kaarten geproduceerd, te weten: 1) Kaart met erosie en sedimentatie in relatie met leidingen. 2 Kaart met scheepvaart met haar relaties, verboden gebieden en onveilige gebieden. 3) Kaart met kabels en leidingen met relaties en verboden gebieden. De inhoud van deze kaarten is mede ingegeven door de Wadatlas. infnrmnti* Een van deze kaarten wordt door de demo interactief opgebouwd, dat wil zeggen dat de verschillende lagen informatie afzonderliik kunnen worden aangebracht. Verder kan de demo interactief een conflictanalyse voor het verlenen van ontgrondmgsvergunningen uitvoeren. d
in het tweede rapport wordt in het kort gerapporteerd over het WADGIS-project in 1991, nadat het * ™ ^ ^ * * ™ I w S in het voorjaar van 1990 tot stand is gekomen. Deze is op vele plaatsen gedemonstreerd, en In het algemeen positief ontvangen. Het was duidelijk dat hieraan een vervolg moest worden gegeven. In dit rapport is verslag gedaan van de wijze waarop hieraan uitvoering is gegeven. Bij het verloop van het projekt WADGIS in 1991 zijn twee richtingen te onderscheiden: a)
M
De presentatie van WADGIS vervolmaken door enkele kaarten te vervaardigen. Het gaat daarbij in eerste instantie om de volgende kaarten: * dieptekaarten e.a. op basis van lodinggegevens * kaarten in een vorm zoals die nu reeds bestaan, zoals: (1) beheerskaarten Waddenzee, schaal 1:50.000 (2) ecologische kaarten Waddenzee, schaal 1:50.000 (pm) kaarten beheersplannen / SIW (pm) kaarten tbv. presentatie van meetgegevens (bv. kwahteitsgegevens) De Dresentatie van de ecologische waarde van de oevers van de hele Waddenzee. S S S T w S is een gebruikersvriendelijke presentatie van ecologische en functionele informatie van i e oevers v a n d e Waddenzee'De applicatie is gebaseerd op bestanden van veldwaarnemingen en gedigitaliseerde gegevens uit bestaande kaarten.
Duitse Waddenzee Krasemann H . L . , Lisken A . , Patzig S., Rietmuller R., Schumann T., Wilhelm J . Die koordinaten verwaltung im Wattenmeerinformationssystem GKSS-Forschungszentrum Geesthacht, juni 1990 Bernem van K . H . , Krasemann H . L . , Lisken A . , Muller A . , Patzig S., Rietmuller R., Das Wattenmeerinformationssystem W A T i S GKSS-Forschungszentrum Geesthacht, augustus 1989 Rietmuller R., Lisken A . , Bernem van K . H . , Krasemann H . L . , M u l l e r A . , Patzig S., W A T i S - an information System for Wadden Sea Research and Management GKSS-Forschungszentrum Geesthacht, datum onbekend Summary
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 16
For the German Wadden Sea a sensible management concept has to be developed. Substantial and * O C ^ k n o w l ^ d g about t h ? ecosystem shall be achieved by several research projects. The Wadden Sea Informat.on System WAT.S .9 designed a l anefficient and flexible tool to facilitate the information exchange among vanous research groups and S
fn^ror?w?discus s several aspects which have to be considered for the development of such a system. The technical d
p
i n c e p t i o u 7 n e ? The main tools'are a relational database for data storage and geographical informat.on systems for the handhno ofthematic maps Much concern has been put on the close connection between these systems to guarantee an a consistent data set within the WATiS. To combine data from different research groups aH data have to and the data structure has to be designed in close c o o p e r a t e among the reseacrh groups and the staff of the information
aSa^ d^S^Tand b^TS d ocumenetd
sysetm.
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 17
6. Inventarisatie beschikbare data in de Waddenzee 6.1 Inleiding De beschikbare data in de Waddenzee is onder te verdelen b remote sensing gegevens en fa.situ meetgegevens. Daarnaast zijn ook de vele kaarten die van dit gebied beschikbaar zyn een belangrijke bron van informatie. . • In het onderstaande volgt een opsomming, zowel van beschikbare remote sensing gegevens en in situ data, als van beschikbare kaarten.
62 Beschikbare remote sensing meetgegevens E r zijn verschillende soorten RS-gegevens beschikbaar van de Waddenzee: NOAA-beelden Landsat MSS-beelden Landsat TM-beelden SPOT-beelden CZCS-beelden Seasat-beelden airborne thermisch infrarood-beelden Een overzicht van de belangrijkste eigenschappen van de betreffende Bijlage n . In Bijlage III is een overzicht gegeven van de mogelijke 'produkten' van R S in een aquatische omgeving. Niet alle RS-beelden echter zijn geschikt voor toepassingen in het Waddengebied. Dit heeft onder andere te maken met de ruimtelijke resolutie, dat wil zeggen de mate van detail die in de beeUen i ^ a te lezen. Het kleinste waar te nemen detail heet een pixel (afkorting voor: picture element) Het Waddengebied is weliswaar een omvangrijk gebied, maar door zyn uitgebreide geulens elsel, die van l o t befang en van invloed is op de pixelwaarden in de satellietbeelden (nuxek: pixels waarvan de h a r d e n bepaald worden door zowel geul als droogvallende plaat), dient de ruimtelijke resolutie vnldoende sroot te ziin: pixels van 100 m. of kleiner. , , , Vo rtoepa ssinge in he'Waddengebied zijn de N O A A - en CZCS-beelden daarom met van belang door hun geringe ruimtelijke resolutie van ca. 1 km. Deze worden in de onderstaande inventarisatie dan ook niet meegenomen. De Seasat is al heel lang niet meer operationeel, en daarom van nauwelijks praktische betekenis voor het Waddengeb ed. Voor radar-beelden kan men nu E R S - 1 beelden gebruiken. Deze zyn reeds, of komen oo korte termijn, beschikbaar. Ook Seasat wordt derhalve niet in de inventarisatie meegenomen. V a n E R S - 1 is op dit moment nog niet bekend wat beschikbaar is. Ook E R S - 1 beelden ontbreken daarom in onderstaande inventarisatie. g
0
In de inventarisatie worden de volgende Remote Sensing beelden meegenomen: Landsat MSS-beelden Landsat TM-beelden SPOT-beelden airborne thermisch infrarood-beelden
6.2.1 Beschikbare Landsat MSS-beelden De MSS-sensor is vanaf de eerste Landsat-satelliet aanwezig geweest, waardoor over een lange reeks van
^ ^ ^ % 1 n operationeel.
21AI23 refereren aan Landsat 1, 2 en 3. Deze satellieten zijn niet meer
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 18
datum 28-07-73 12-08-75 13-08-75 11-04-76 12-04-76 01-11-80 02-11-80 03-08-82 19-08-83 13-02-85 08-08-85 02-07-86 03-08-86 02-05-87 10-06-87 05-07-87 06-08-87 08-03-88 13-05-88
622
623
De beeldnummers 197/23, 198/23 en 199/23 refereren aan Landsat 4 en 5. Deze laatste twee zijn momenteel nog operationeel.
beeldnummer 214/23 213/23 214/23 213/23 214/23 213/23 214/23 214/23 198/23 198/23 198/23 198/23 198/23 198/23 199/23 198/23 198/23 199/23 197/23
De beschikbare MSS-beelden van de Waddenzee zijn gegeven in nevenstaande tabel.
Beschikbare Landsat TM-beelden
datum
beeldnummer
soort
20-08-84 19-05-85 04-11-85 22-05-86 16-06-86 23-06-86 03-08-86 10-08-86 23-04-87 25-05-87 05-07-87 08-08-88 24-04-90 03-05-90 06-02-91 04-04-91 07-07-91 02-09-91
199/23 199/23 199/23 199/23 198/23 199/23 199/23 199/23 199/23 199/23 198/23 198/23 198/23 197/23 198/23 197/23 199/23 198/23
NE NE f NE
De TM-sensor is pas vanaf de vierde Landsat-satelliet aanwezig. Daardoor is er over een kortere periode dan de MSS beelden aanwezig. Momenteel is alleen de TM-sensor op de Landsat 5 nog operationeel.
• NE 1 1 NE NE 1 1 f NW 1 NW f
De beschikbare TM-beelden van de Waddenzee zijn gegeven in nevenstaande tabel. soort:
f NE NW
= full scene = quarter scene, North East = quarter scene, North West
f
Beschikbare SPOT-beelden V a n S P O T zijn slechts enkele beelden van de Waddenzee beschikbaar. Deze staan in nevenstaande tabel.
datum
gebied
soort
28-06-86 30-07-91
Friesland Ameland
XS XS + PAN
soort:
XS PAN
= multispectraal = panchromatisch
6.2.5 Beschikbare airborne thermisch infrarood beelden
datum
gebied
22-04-87
Eemshaven Delfzijl Noordpolderzijl Bocht van Watum Den Helder Harlingen Texel Delfzijl
23-02-90
Met de Daedalus-scanner zijn op twee verschillende data T I R opnames gemaakt in het Waddengebied. In beide gevallen ging het om een aantal havengebieden, zoals uit nevenstaande tabel blijkt. De
pixelgrootte van Daedalus-opnames is afhankelijk van de
vlieghoogte. O p de opname van 22-04-87 zijn de pixels 5 x 5 meter, en op die van 23-02-90 zijn de pixels 2.5 x 2.5 meter.
pag. 19
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
63 Beschikbare in situ meetgegevens
^ ^ntSXd
Het Nederlandse deel van de Waddenzee is opgedeeld i n twee onderzoeksgebieden: de Waddenzee en In twaalf verschillende lokaties worden bemonsteringen uitgevoerd en wel naar drie verschmende compartimenten: water, zwevend stof en mossel. E r worden fystsche, chenusche en gemeten. D e parameters die per compartiment worden gemeten staan gegeven m I O m e t e r en per lokatie kan de frequentie van bemonstering en analyse verschillen. D e gehanteerde jaarfrequenties houden het volgende in: 12 = 18 =
maandelijks, t.b.v. het waterkwaliteitsmeetnet. idem, en van april t/m September elke 2 weken, t.b.v. momtonng naar fytoplankton.
6 = 5 =
van april t/m September elke maand (bacterie) elke 2 maanden, uitgezonderd tijdens de winter, t.b.v momtonng naar organotinverbm-
4 = 3 =
e l k f w a r t a a l (februari, mei, augustus en november), o.a. water en zwevend stof 3 keer per jaar met een uithangperiode van exact 6 weken, t.b.v. het mosselmeetnet.
Niet in de tabellen zijn terug te vinden de onderzoeken naar bodemfauna, mossel, visziekten en sediment Deze ziin wel op de figuur in Bijlage V I terug te vinden. Bemonstering van mossel (international programma) en naar visziekten b.j bot gebeurt 66n keer per jaar, en wel in het najaar (september/oktober). Sediment wordt een keer per twee jaar bemonsterd. De te onderzoeken parameters bij deze laatste onderdelen zijn:
A a n S t o ^ n die achterblijven op een zeef met een maaswijdte van 1 mm, aantallen per soort en het asvrij drooggewicht.
Gemeten wordt in mosselen: cadmium, kwik, koper, lood, zink, chroom, nikkel, arseen, P C A ( P A K ) , PCB's, hch (lindaan) en H C B . - visziekten: ^
"
S
h
e
analyse worden per lokatie, per geslacht 25 levers en spierweefsels
™ n n e t j e s worden hiervoor in 5 lengteklassen ingedeeld. Dc £ ™ £ ™ mm, 225 t/m 250 mm, 250 t/m 280 mm, 280 t/m 315 mm en 315 t/m 350 mm. Per lengteklasse worden 5 exemplaren verzameld. Van de vrouwtjes worden 25 exemplaren verzameld in de lengteklasse 250 t/m 280 mm. geanalyseerd naar gewicht, P C B , H C B , cadmium, vet en vocht. In de spierweefsels worden de gehalten aan kwik en vocht bepaald.
oTltTSL yttZS^S^
worden onder meer
^ i s t r e ^
open huidzweren, skeletafwijkingen, glugea (darmcysten), leverknobbels groter dan 2 mm (te c o n s e r v e s i n formaline) en andere incidentele aandoeningen als bijv. gezwelvormmgen. Het aantal te onderzoeken vissen is in het volgende schema weergegeven:
- sediment:
lengte (cm)
uitwendig
inwendig
20 - 24 25 - 29 > 29
100 100 50
0 100 50
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 20
Het sediment wordt onder meer geanalyseerd op korrelgrootteverdeling, organische stof, kalk- en watergehalte, pH-kaliumchloride, metalen (zink, koper, lood, cadmium, kwik, chroom, mkkel en arseen) en organische microverontreinigingen (o.a. P C B , H C B ) en minerale olie.
D^ecoplots betreffen een viertal lokaties, die representatief zijn voor een bepaald stroomgebied. Hier wordt naast de bemonstering naar water en fytoplankton extra onderzoek gedaan naar de eerder genoemde mosselen, zwevend stof en bodemfauna. In Bijlage V I staat ter illustratie het monitoringsprogramma voor 1992 gegeven. D i t programma is representatief voor de uitgevoerde metingen in het verleden.
6.4 Belangrijke kaarten en andere bronnen Wanneer het gaat om informatie met betrekking tot de Waddenzee, zijn ook de vele kaarten die van dit gebied beschikbaar zijn een belangrijke bron van informatie. Daarnaast zijn er ook nog andere bronnen van informatie. In het onderstaande worden de belangrijkste aan de orde gesteld. Deze informatie is afkomstig uit de Wadatlas. Achtereenvolgens komen de volgende kaarten / informatiebronnen aan de orde: Hydrografische kaart voor Kust- en Binnenwateren Stroomatlas Waterstaatskaarten Nederlandse Kustwateren, Noordblad Wadden Lodingskaarten Kust en Oeverkaarten Topografische kaarten Informatiemap Samenwerking Inspectie Waddenzee (SIW) Ruimtelijke informatie via Automatisering Geologisch Onderzoek van het Nederlandse Waddengebied Geomorfologische kaart van de Waddenzee Landschapsecologie van de Nederlandse kust Ecologische Basiskaart van de Waddenzee ten behoeve van de oliebestnjdmg Habitats of the Netherlands, German and Danisch Wadden Sea Duinen en duinvalleien Vegetatiekarteringen van de Friese en Groninger Noordkust Landschap en vegetatie Vegetatiekaarten
6.4.1 Hydrografische kaart voor Kust- en Binnenwateren D e Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine geeft voor de scheepvaart zeekaarten uit op diverse schalen van de Waddenzee zelf en wijdere omgeving. Verder verschijnt jaarlijks in de serie Kaart voor Zeil- en Motorjachten: Waddenzee (Oostblad) nummer 1812 en Waddenzee (Westblad) nummer 1811. Iedere kaart bestaat uit meerdere deelkaarten, meestal op schaal 1:50.000 tot 1:100.000. Legenda: -
dieptelijn van 10, 5 en 2 meter en laagwaterlijn diepte of hoogte indien droogvallend betonning licht- en geluidssignalen ankergebied sluizen, bruggen, meerpalen, wegen, tunnels kabels en leidingen
6.4.2 Stroomatlas
dijk veer kustwachtpost, reddingsstation radarinformatie diverse obstakels wrakken natuurreservaten
pag. 21
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
Stroomatlas Waddenzee, westelijk deel (K) en oostelijk deel ( L ) , Dienst der hydrografie van de Koninklijke Marine, resp. 1987 en 1986. _ , De Stroomatlas geeft de gemiddelde stroomrichting en -snelheid in de laag van 0 tot 5 meter beneden het wateroppervlak in de Waddenzee. Schaal 1:250.000. , . 13 Kaarten per atlas, van 6 uur voor hoogwater Harlingen of Delfzijl tot en met 6 uur na hoogwater. Legenda: gemiddelde stroming bij gemiddeld doodtij en gemiddeld springtij stroomrichting dieptelijnen van 0 en 5 meter beneden gemiddeld laag laagwaterspring
6.43 Waterstaatskaarten R W S Meetkundige Dienst. Schaal 1:50.000. D e Waddenzee beslaat de bladen 1 t/m 10 en 14. De hoofdkaart geeft de waterstaatkundige indeling van Nederland in afwateringseenheden weer, alsmede de bijbehorende infrastuctuur (wateren, gemalen, sluizen, stuwen e.d.) en alle bekende peilen. Tevens seeft de kaart de bestuurlijke indeling in waterschappen weer. Twee transparante bijkaarten geven informatie over respectievelijk hydrologische waarnemingspunten en over watervoorziening (voor zover aanwezig). In een beschrijving per provincie wordt dieper ingegaan op waterstaatkundige
zaken en worden
overzichtkaarten op schaal 1:250.000 gepresenteerd. E r zijn ook overzichtkaarten van geheel Nederland op schaal 1:400.000.
6.4.4 Nederlandse Kustwateren, Nnordblad Wadden Rijkswaterstaat 1984, schaal 1:100.000 Legenda: - dieptelijnen: NAP-15 GHW, NAP-20 NAP, NAP-25 GLW, NAP-2,5 m, N A P - 3 0 NAP-35 N A P - 5 m, NAP-10 m, N A P - 4 0 stedelijke bebouwing
- meren, rivieren, kanalen - lozingpunten (gemalen, sluizen) - pijpleidingen - veerdienst - platform, vuurtoren, lichtschip, kilometerpaal - hoofdwaterkering; dijk, hoge gronden, strand en duinen - buitendijkse gronden - overzicht van de uitgevoerde lodingen 1975-1980
m, m, m, m, m, m.
6.4.5 Lodingskaarten Weergave van de diepte in cijfers. De kaarten worden elke 5 jaar gemaakt door de regionale directies van Rijkswaterstaat. Schaal 1:10.000 De lodingskaarten geven de dieptecijfers in raaien weer, aangevuld met de dieptelijnen: duinvoet N A P - 1 0 dm Hw N A P -20 dm G
G
L
N
A
w p
-
N
A
P
3 0
d
m
" tot en met N A P -300 dm
Zie kaart 61 in de Wadatlas voor de indeling van de kaartbladen.
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee-
pag. 22
6.4.6 Kust en Oeverkaarten R W S Meetkundige Dienst Schaal 1:2.000. , .„ In de kustkaart wordt de kust van de Waddenzee en de Noordzee zeer gedetailleerd weergegi In de oeverkaart worden de oevers van de Wester- en Oosterschelde beschreven. Legenda: -
hoogteligging van terrein situatie hoogwaterkeringen en kustwerken bebouwing bij hoogwaterkering wegen en paden in terrein achter hoogwaterkering
-
strand of voorland bodem onder water de werken ter verdediging van kust en oevers hoogtelijnen in duingebied strand- en lodingspalen met bijbehoerende raaien
6.4.7 Topografische kaarten De bladen 1 t/m 10 en 14 van de Topografische Dienst Nederland geven de Waddenzee weer en werden uitgegeven tussen 1983 en 1986 (per 1 januari 1987). Schaal 1:50.000 De legenda is zeer uitgebreid en bevat o.a. beschrijvingen van verschillende typen wegen, bebouwing, vegetatie, waterlopen, grenzen, hoogtelijnen en bouwwerken. De bladen zijn tevens gebundeld in de Grote Topografische Atlas van Nederland (4 delen), WoltersNoordhoff, 1987 Deel 1: West-Nederland, I S B N 9001 961789 Deel 2: Noord-Nederland, I S B N 9001 961797 Meer details geeft de topografische kaart op schaal 1:25.000, waarvan de bladligging bovendien beter de kust en de waddeneilanden volgt. , j „ ^ i Deze bladen worden ook gebundeld en wel als Grote Provincie Atlas, waarvan m 1988 en 1989 de delen Groningen, Friesland en Noord-Holland zijn verschenen bij Wolters-Noordhoff. n
M
m
6.4.8 Informatiemap Samenwerking Inspectie Waddenzee (SIW) Informatie voor de medewerkers van de in het Waddengebied werkzame Rijksdiensten ten behoeve van het toezicht op de naleving van dirverse wetten en reglementen. De informatie is gebundeld in een multoband en wordt regelmatig geactualiseerd. Samenwerkende diensten: Directie Visserijen, Directoraat Generaal Scheepvaart en. Manheme zaken Douane en Accijnzen, Natuur Milieu en Faunabeheer, Koninklijke Marechaussee, Rijkspoktie te Water, Rijkswaterstaat. De informatiemap geef weer: Lijst van tefoonnummers en communicatiekanalen Meldingspatroon in de praktijk Wetten en reglementen R W S Staatsnatuurmonument Waddenzee Vlieggebieden en vliegbeperkingen Visserijwetgeving Instructie monstername bij waterverontreining Voorbeeld meldings-/registratieformulier _ . Overzicht van vergunningen voor het winnen van schelpen, pieren, zand en klei, van stortgebieden voor baggerspecie en kokkels en de stansplaatsen van booreilanden.
6.4.9 Ruimtelijke informatie via Automatisering
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 23
Rijksplanologische Dienst, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Miheubeheer. E e n geautomatiseerd systeem dat informatie presenteert in de vorm van teksten, tabellen, diagrammen en kaarten. D e informatie kan worden gegeven voor heel Nederland of delen daarvan. D e onderwerpen waarover informatie gepresenteerd wordt zijn: - Ruimtelijke ordening
- Milieubeheer
- Economie en werkgelegenheid - Bevolking en huisvesting - Landbouw en landelijk gebied
- Voorzieningen - Verkeer en vervoer - Landschap en ecologie
6.4.10 Geologisch Onderzoek van het Nederlandse Waddengebied Rijksdienst voor de Usselmeerpolders en Rijks Geologische Dienst, 1977. Schaal 1:200.000. Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3:
West-oost lengteprofiel door het Waddengebied Diepteligging van de keileem van het Saalien Diepteligging van de bovenkant Pleistoceen/basis Holoceen
Bijlage 4: Holocene geologie Geologische kaart van Terschelling
6.4.11 Geomorfologische kaart van de Waddenzee R W S Dienst Getijdewateren/Meetkundige Dienst, in uitvoering, schaal 1:150.000. Legenda: zonering (vasteland, Waddenzee, waddeneilanden, aangrenzende Noordzee) macoro-elementen (eb- en vloeddelta, getijdegeul, wadbodem, wad, shk, dumen, dijk, strand, kwelder, plaat, wantij, onderzeese oever, zeebodem) meso-elementen (geisoleerde rug en drempel, eb- en vloedschaar, kreek) diversen (dieptelijnen, hoge en diepte punten, stroomrichting, mosselbank, vaargeul)
6.4.12 Landschansecologie van de Nederlandse kust E e n landschapskartering op vegetatiekundige grondslag. H.Doing, Stichting Duinbehoud, 1988 Vegetatiekaarten van Texel en Schiermonninkoog op schaal 1:50.000.
6.4.13 Ecologische Basiskaart van de Waddenzee ten behoeve van de oliebestrijding, Rijksinstituut voor Natuurbeheer & Rijkswaterstaat, 1989 schaal 1:50.000. 9 kaartbladen van de Nederlandse Waddenzee. Legenda: - dieptelijnen: GHW N A P + 0.5 m, ' ' NAP-0 5 m - mosselcultuurpercelen - slikkig zand
" overgang tussen kwelders en duinen -strand - rustende en foeragerende eenden, ganzen, futen, aalscholvers, meeuwen, sterns - foeragerende steltlopers - hoogwatervluchtplaats en/of broedgebied - zeehondenligplaats - kwelderklif
- zand
"
N
S
JJJ
A
P
C
GLW NAP-2.5 m, N A P - 5 m, NAP-10 m.
h
a
r
d
e
o
e
v
e
r
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 24
mosselbanken zeegras bezinkvelden pioniervegetatie van de kwelder • lage kwelder • middenkwelder - hoge kwelder
sluitdijk zeedijk of zomerdijk sluis toegangsweg rechthoekig coordinatensysteem ( R D ) geografisch coordinatensysteem
6.4.14 Habitats of the Netherlands. German and Danisch Wadden Sea Rijks Instituut voor Natuurbeheer (RIN) en Stichting Veth tot Steun aan Waddenonderzoek, 1989, schaal 1:100.000. 24 kaartbladen van de internationale Waddenzee. Legenda: - zand ( < 5 % klei) minder dan 50% van de tijd droogliggend - zand ( < 5 % klei) meer dan 50% van de tijd droogliggend - slikkig zand (5-8% klei) minder dan 50% van de tijd droogliggend - slikkig zand (5-8% klei) meer dan 50% van de tijd droogliggend - slik ( > 8 % klei) minder dan 50% van de tijd droogliggend - slik ( > 8 % klei) meer dan 50% van de tijd droogliggend - 67% emersietijd - sedimentatievelden - megaribbels " dijken - strand boven G H W - duinen - dieptelijnen - isohalinen 5 en 18 (saliniteit) . j i - mosselbed - kwelderklif - groot zeegras Zostera marina - pleistocene klif - klein zeegras Zostera noltij - stenen dam - verschillende typen kwelders s
u
s
6.4.15 Duinen en duinvalleien Een landschapsecologische studie van het Nederlandse duingebied, T . W . M . Bakker, J . A . Klijn, F.J. van Zadelhoff, 1979. ISBN 90-220-0722-7, uitgeverij Pudoc, Wageningen. Bijlage l a : Bijlage l b :
Effecten van natuurlijke veranderingsprocessen Effecten van menselijke aktiviteiten
Bijlage 2 :
Veranderingen in het voorkomen van Freatofyten in het Nederlandse dumgebied 1850-
Bijlage 3 : Bijlage 4 : Bijlage 5 : Bijlage 6 : Bijlage 7 : Bijlage 8 :
1978 Uitgebreide legenda bij de landschaps-ecologische kaart Geomorfologische facetkaart Hydrologische facetkaart Vegetatiekundige facetkaart Landschapsecologische kaart Veranderingenkaart (ca. 1850-1970)
6.4.16 Vegetatiekarteringen van de Friese en Groninger Noordkust R W S Directie Groningen, dienstkring Baflo, 1988. Een beschrijving van de vegetatie op de kwelderwerken van Groningen en Friesland. 6 Kaarten op schaal 1:25.000: op basis van fotointerpretatie en inventarisatiegegevens uit 1981 en 1982. op basis van inventarisatiegegevens uit 1980. op basis van inventarisatiegegevens uit 1975.
pag. 25
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
op basis van inventarisatiegegevens uit 1970. op basis van inventarisatiegegevens uit 1966. op basis van inventarisatiegegevens uit 1960.
6.4.17 Landschap en vegetatie Riiks Instituut voor Natuurbeheer (RIN). _, Verschenen als appendix bij Flora and Vegetation of Wadden Sea islands and coastal areas, Wadden Sea Working Group report 9, uitg. Balkema, 1983. T K a t t b l f d e T g e v e n de diverse landschaps- en vegetatietypen in het Waddengebied van Nederland, Duitsland en Denemarken. 1 Kaartblad van Texel en Schiermonnikoog. Legenda: - 8 landschapstypen verdeeld in vele subtypen - planted woodland - d u c k decoy - arable land - settlements, harbour areas etc. w
a
t
e
r
Tedimentation fields
- sand-dike « - beach-line at high tide " Pleistocene cliff - Salt marsh cliff - salt marsh revetment " Pleistocene soils, addition d
u
n
c
d
e
f
e
n
c
e
6.4.18 Vegetatiekaarten Vegetatiekaart van de Schorren van Texel en Balgzand, R W S Meetkundige Dienst, 1986, Schaal 1:5.000 Vegetatiekaart van de duinen van Texel, R W S Meetkundige Dienst, 1986, Schaal 1:10.000 Vegetatiekaart van de Kroonspolders van Vlieland, R W S Meetkundige Dienst, 1985, Schaal 1:5.000 Vegetatiekaart van de duingebied Noordvaarder Terschelling, R W S Meetkundige Dienst, 1986, Schaal 1:5.000 Vegetatiekaart van de duinen en kwelders ten noorden van Boschplaat Terschelling, R W S Meetkundige Dienst, 1985. Vegetatiekaart van Zuidwestelijk Ameland, R W S Meetkundige Dienst, 1981, Schaal 1:5.000. Vegetatiekaart van de duinen en kwelders van Oostelijk Ameland, R W S Meetkundige Dienst, 1988, 1:5.000. Vegetatiekaart van Schiermonnikoog, R W S Meetkundige Dienst, 1984, Schaal 1:10.000 Vegetatiekaart van Rottumeroog en Rottumerplaat, R W S Meetkundige Dienst, 1981 en 1986, Schaal 1:5.000. Vegetatiekaart van de Dollard, R W S Meetkundige Dienst, 1981. Schaal 1:5.000. Vegetatiekaart van de Dollard, R W S Meetkundige Dienst, 1988. Schaal 1:10.000. Vegetatiekaart van de kwelders van Zwarte Haan tot Ternaard en van Lauwersmeerdijk tot Eemshaven, R W S Meetkundige Dienst. 1960, 1966, 1970, 1975 en 1980 schaal 1:25.000; 1982/83 schaal 1:5.000 en 1:25.000; 1987 schaal 1:10.000 en 1:25.000.
pag. 26
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
7. Inventarisatie beheerproblemen 7.1 Inleiding De inventarisatie van de beheerproblemen is gebeurd aan de hand van het Wadden Aktie Plan ( W A P , 1990a en 1990b) en de Regionota Waddenzee/Eems-Dollard (Rijkswaterstaat, 1990).
7.1.1 Het Wadden Aktie Plan Het huidige en het voorgenomen beleid met betrekking tot de Waddenzee is gericht op het terugdringen Tan de verontreinigingen het beperken van de verstoring en het beschermen van de natuurlijke waarden en gebruiksfunctie? gericht op een duurzame ontwikkeling. De menselijke aktiviteiten moeten daarbij worden afgestemd op de natuurlijke processen. Het onderhavige 'Waddenaktieplan'' (1990-1995) moet gezien worden als eerste schets van de ideeen die V & W heeft met betrekking tot de uitwerking van de derde nota Waterhuishouding voor de Waddenzee Het Waddenaktieplan fungeert in het kader als V & W bijdrage aan de discussie over eventuele herziening van de PKB-Waddenzee. u ' f e ^ e S j k l n g van de huidige situatie met het streefbeeld volgt dat er problemen bestaan die in een viertal groepen kunnen worden ingedeeld. 1. verontreiniging en eutrofiering 2. verstoring 3. vertroebeling 4. inrichting en gebruik In Bijlage I V is het Wadden Aktieplan nader uitgewerkt.
7.12 De Regionota Waddenzee/Eems-Dollard Het beheersplan Rijkswateren wordt aangekondigd in de derde Nota Waterhuishouding._Het^ bekidspro^ gramma is in deze Nota zo concreet mogelijk uitgewerkt, maar beweegt z.ch met op project ~ . Deze faak is voorbehouden aan het Beheersplan Rijkswateren, welke als wettelijke basis de Wet op de waterhuishouding vormt. De bouwstenen voor het Beheersplan Rijkswateren vormen een achttal Regionota's, waaronder de Regionota Waddenzee/Eems-Dollard. De Regionota Waddenzee/Eems-Dollard geeft aan hoe het waterhuishoudkundig beheer t.a.v. water, waterbodem, en oever door Rijkswaterstaat gevoerd zal worden in de planpenode. De regionota geeft daarmee een actualisering en nadere uitwerking van een aantal van de beheersplannen n f « name de beheersplannen Water, Bestrijding verontreiniging door olie, Buitendijkse gebieden en Ontgrondingen (Waddencomite Rijkswaterstaat, 1987a t/m g, 1988a t/m c). „ , De regionota Waddenzee/Eems-Dollard is opgesteld door de Rijkswaterstaat directies Noord-Holland ? r l s S Groningen en de dienst Getijdewateren, met medewerking van het Directoraat Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken. W
r
c
n
l
a
n
In Bijlage V is de Regionota Waddenzee/Eems-Dollard nader uitgewerkt.
7.1.3 Ecologische hnnfddoelstellingen A a n de hand van de vier groepen die zowel in het Waddenaktieplan als in de Regionota Waddeni e ^ e m s Dollard worden gdianteerd, kunnen zes ecologische hoofddoelstellingen worden onderscheiden: - Vermindering verontreiniging: vermindering verontreiniging door vermindering verontreiniging door vermindering verontreiniging door vermindering verontreiniging door
zuurstofbindende stotten zware metalen microverontreiniging voedingstoffen
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
p a g
-
2
7
Vermindering vertroebeling: verlaging zwevend stof gehalte verhoging doorzicht Vermindering verstoring bodemstructuur Vermindering audiovisuele verstoring Inrichting en gebruik: verlaging en fluctuaties van het zoutgehalte vervanging waterstaatkundige werken als barriere voor vissen vervanging milieuonvriendelijke dijkbekleding vermindering achteruitgang kwelderareaal herstel zeegrasvelden volgen zeespiegelrijzing Knelpunten t.a.v. gebruiksfuncties: knelpunt visserij knelpunt scheepvaart knelpunt recreatie Deze zes ecologische hoofddoelstellingen worden in het onderstaande nader uitgewerkt. Hierbij komen steeds de volgende aspecten aan de orde: Probleem Effect Gevolgen Bronnen Doelstelling Maatregelen Informatiebehoefte Inwinning R S
definiering van het probleem effect op de omgeving gevolgen voor flora en fauna bronnen van het probleem doelstelling van het beleid welke maatregelen zijn nodig welke informatie is nodig welke van deze informatie kan met Remote Sensing worden ingewonnen
12 Ecologische Hoofddoelstelling: vermindering verontreiniging 72.1 Vermindering verontreiniging door zuurstofbindende stoffen Probleem:
verontreiniging door zuurstofbindende stoffen (afbreekbaar organisch materiaal) vnl. Eems-Dollard gebied
Effect:
laag zuurstofgehalte
Gevolgen:
vissterfte afname diversiteit soorten verdwijnen van vissen en garnalen sterke bloei van draadvormige blauwwieren
Bronnen:
lozing van ongezuiverd rioolwater zoetwaterspuien
Doelstelling: afronden saneringsprogramma's zuurstofbindende stotten Informatiebehoefte:
direkte lozingspunten (industrieel, huishoudelijk, zoet oppervlakte water) verspreiding/verloop van afbraak van organisch materiaal inventarisatie/voorkomen van blauwwieren (RS) zuurstofgehalte water
Maatregelen: verbetering en uitbreiding van het bestaande rioleringssyteem verbetering en uitbreiding van zuiveringsinrichtingen
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 28
Inwinning RS:
122
verspreiding/verloop van afbraak van organisch materiaal: false colour foto's inventarisatie/voorkomen van blauwwieren: false colour foto's
Vermindering verontreiniging door zware metalen
Probleem: Effect:
Gevolgen: Bronnen:
verontreiniging door zware metalen (kwik, lood, cadmium) acute lethale effecten van verhoogde zware metaalconcentraties op afzonderlijke wadorganismen zijn tot nu toe niet bekend. Het ontbreken van duidelijke effecten heeft mogelijk te maken met de eutrofiering van het oppervlakte water de meeste zware metalen adsorberen namelijk goed aan organische stof en slibdeeltjes, waardoor de beschikbaarheid laag is in eutrofe wateren. niet bekend, nader onderzoek naar sublethale gevolgen van huidige concentraties volgt Noordzee (de Rijn), het IJsselmeer, de Eems en de overige zoetwaterspuien. D e hoeveelheid zware metalen die via kommunale lozingen komen is met bekend. Storting van vervuilde baggerspecie uit havens. In feite gaat het hier om een verspreiding van lokaal (in havens) opgehoopte vervuiling.
Doelstelling: reductie van emissies van zware metalen met 50% tot 90% t.o.v. 1985. Maatregelen: saneren lozingen vermindering van verspreiding zware metalen met baggerspecie Informatiebehoefte: stromingsbeelden Waddenzee slibconcentratie slibverspreiding baggerstortplaatsen bodemdiepte bodemkaart kwetsbare gebieden Inwinning RS:
stromingsbeelden Waddenzee: Landsat T M slibconcentratie: Landsat T M slibverspreiding: Landsat T M
123 Vermindering verontreiniging door microverontreiniging Probleem:
verontreiniging door organische microverontreinigingen (naar verwachting de grootste bedreiging voor de Waddenzee)
Effect:
Gevolgen:
sommige stoffen zeer toxisch bij lage concentraties sommige stoffen zeer slecht afbreekbaar (accumulate) veel stoffen nog weinig over de schade die ze aanrichten bekend achteruitgang zeehonden populaties verdwijnen bruinvis sterfte onder wadvogels negatief effect op reproduktie afwijkend gedrag beschadiging zintuigen van dieren
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
Bronnen:
pag. 29
Vrachten aan organische microverontreinigingen die, vnl. gebonden aan zwevend stof, via de Noordzee, de Eems en de zoetwaterspuien de Waddenzee binnenkomen zyn nauwelijks bekend. industriele lozingen, bronnen bekend P A K ' s en PCB's via atmosferische lozingen vervuild baggerspecie pesticiden via zoetwaterspuien
Doelstelling:
Vergaande reductie (in de orde van 90%) van de emissies van organische microverontreinigingen
Maatregelen: saneren lozingen vermindering storten vervuild baggerspecie onderzoek aanvoer pesticide via zoetwaterspuien onderzoek naar de aanvoer van organische microverontreinigingen via de Noordzee (landelijk project I N P U T ) Informatiebehoefte: verspreiding zwevend stof concentraties zwevend stof stromingsbeeld Waddenzee kwetsbare gebieden bodemkaart bodemdiepte baggerstortplaatsen lozingspunten Inwinning RS: verspreiding zwevend stof: Landsat T M concentraties zwevend stof: Landsat T M stromingsbeeld Waddenzee: Landsat T M
72.4 Vermindering verontreiniging door voedingstoffen Probleem:
verontreiniging door voedingsstoffen (stikstof, fosfaat) ook wel nutrienten genoemd
Effect: Gevolgen negatief:
Gevolgen positief:
Bronnen:
eutrofiering
schuimvorming (algensoort Phaeocystis pouchetii). E e n toename van ongeveer 10 maal over een periode van 10 jaar (met name lastig voor recreatie) zuurstofioosheid, te hoge algendichtheden, waardoor bodemdieren afsterven zeesla (Ulva), zwevend in het water, tot 25% de wadplaten bedekkend, atsterving bodemdieren, stankoverlast verschuiving dominante soorten (van groot bodemorganisme naar klemer) vermindering groei grote algen en planten o.i.v. epiphyten toename giftige algen (tijdelijk sluiten van mosselvissenj)
toename bodemdieren (m.n. worm, kokkel, nonnetje) toename visvangst (garnaal, schol en mossel) belangrijkste aanvoer van nutrienten naar de Waddenzee via de Noordzee (Rijn), het IJsselmeer en de Eems zoetwaterspuien
Doelstelling:
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 30
vermindering van de emissies van huishoudens, industrie en landbouw naar het oppervlaktewater met 75% ten opzichte van 1985 voor fosfaat (P) en 70% voor stikstof (N) Maatregelen: aanscherping vergunningsvoorwaarden reductie kommunale fosfor- en stikstoflozingen onderzoek naar effecten emissiereductie van nutrienten op het ecosysteem haalbaarheid helofytenfilter (moeras) Informatiebeh oefte: verspreiding nutrientenaanvoer stromingen regelmatig metingen van N en P concentraties kartering zeesla, algenconcentraties Inwinning RS: verspreiding nutrientenaanvoer: Landsat T M stromingen: Landsat T M zeesla, algenconcentraties: Landsat T M
73 Ecologisch Hoofddoelstelling: vermindering vertroebeling Het doorzicht of troebelheid van het oppervlakte water is gerelateerd aan de hoeveelheid zwevend materiaal, maar hangt ook af van de samenstelling van het zwevend materiaal.
73.1 Verhoging doorzicht Probleem:
toename troebelheid
Effect:
vermindering doorzicht
Gevolgen:
-
negatief effect op de groei van zwevende algen, vastzittende algen (suikerwier) en hogere planten (zeegras) prooidieren Gagend op zicht) in en op het water worden benadeeld (vissen, zoogdieren, vogels)
Maatregelen: zandwinning combineren met baggeren geulen mosselzaadvisserij uitvoeren in het najaar aanpassen vistechnieken (minimale verstoring bodemsediment) zoneren mosselzaadvisserij, mosselcultures en kokkelvisserij baggerspecie storten in geulen nabij sedimentatiegebieden Doelstelling: Streven om het onnodig in suspensie brengen van bodemsediment te voorkomen Informatiebehoefte: onderzoek naar de invloed menselijke aktiviteiten (visserij, baggeren, het winnen van bodemmateriaal) op tijdelijke en structurele veranderingen van het zwevend stofgehalte en de troebeling (vliegtuigopname) verspreiding zwevend stof (inzoomen op probleemgebieden) concentratie zwevend stof (samenstelling zwevend stof) stromingen baggerstortplaats zandwinningsgebieden mosselzaadgebieden baggerlocaties mosselgebieden
pag. 31
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
kokkelgebieden bodemkaart bodemdiepte lozingspunten visserijgebieden kwetsbare gebieden (zeegras) Inwinning RS: verspreiding zwevend stof: Landsat T M concentratie zwevend stof: Landsat T M samenstelling zwevend stof: Landsat T M stromingen: Landsat T M
132 Verlaging zwevend stof gehalte Probleem:
verhoogd zwevend stofgehalte
Effect:
toename troebeling
Gevolgen:
nadelige invloed op groei van schelpdieren toename troebeling
Bronnen:
natuurlijke factoren (stroomsnelheid, zoetwaterafvoeren, golfklimaat) menselijke aktiviteiten (baggeren, vissen, storten van baggerspecie, winnen van oppervlakte delfstoffen, afsluiten van zee-armen)
Maatregelen: zie paragraaf 7.3.1 Doelstelling: zie paragraaf 7.3.1 Informatiebehoefte: zie paragraaf 7.3.1 Inwinning RS: zie paragraaf 7.3.1
7.4 Ecologische hoofddoelstelling: vermindering verstoring bodemstructuur Probleem:
verstoring van de waterbodem
Effect:
verstoring van bodemflora en -fauna
Gevolgen:
dreiging voortbestaan verschillende biotopen, zoals zeegrasvelden en wilde mosselbanken totale vernietiging bodemfauna (zand- en schelpenwinning) "ondersneeuweffect" bodemfauna (baggerspeciestorting)
Bronnen:
recreatie scheepvaart (baggeren havens en geulen) visserij zand- en schelpenwinning
Doelstelling:
saneren
waterbodems
welke ernstig gevaar
opleveren voor het
ecosysteem schone baggerspecie welke zonder enig gevaar kan worden verspreid
aquatisch
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 32
goede kwaliteit van de waterbodem Maatregelen: invoeren nieuw normeringssysteem voor verspreiding van baggerspecie onderzoek naar bergingslocaties van baggerspecie saneren van waterbodem in havens onderzoek naar reductie van aanslibbing havens en geulen Informatiebehoefte: locaties menselijke aktiviteiten baggerlocaties baggerstortplaatsen bodemsamenstelling bodemdiepte bodemflora bodemfauna Inwinning RS: bodemsamenstelling: Landsat T M bodemflora: Landsat T M
7.5 Ecologische hoofddoelstelling: vermindering audiovisuele verstoring Probleem:
audiovisuele verstoring
Effect:
verbreken van de toestand van rust
Gevolgen:
bedreiging van de fauna in gebieden die van vitaal belang zijn als rust-, broed-, zoog-, en fourageergeerplaats.
Bronnen:
recreatie scheepvaart visserij zand- en schelpenwinning burgerluchtvaart militair gebruik
Maatregelen: de te nemen maatregelen liggen grotendeels op het terrein van andere overheden. Daarom zijn de te nemen maatregelen niet uitgewerkt.
7.6 Ecologisch hoofddoelstelling: inrichting en gebruik 7.6.1 Verlaging en fluctuaties van het zoutgehalte Probleem:
verlaging en fluctuaties van het zoutgehalte
Effect:
natuurlijke gradienten in het zoutgehalte van de Waddenzee is verstoord
Gevolgen:
-
verdwijnen brakwaterzone verarming diversiteit aan planten en dieren vermoedelijk zieke vissen, vooral botten met huidzweren
Bronnen:
-
zoetwaterspuien aanleg van Afsluitdijk en Lauwersmeerdijk
Maatregelen: verbetering, gelijkmatiger spuien in de zomer
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 33
studie herstel natuurlijke gradient zoutgehalte (project B R A K ) , door constructieve voorzieningen zoals een mengbekken van voldoende inhoud Informatiebehoefte: locatie zoetwaterspuien spuiregiem invloedzones spuien Inwinning RS:
1.62 Vervanging waterstaatkundige werken als barriere voor vissen Probleem:
waterstaatkundige werken barrieres voor vissen
Effect:
hindernissen dijk en zout-zoet overgangen voor migrerende vissoorten die vanuit de Waddenzee de zoete wateren willen intrekken
Gevolgen:
-
verlies paaigebieden verdwijnen van enkele vissoorten (ansjovis, steur o.a. doelvariabelen in de Amoebe-benadering)
Bronnen:
-
dijken sluizen
Maatregelen: aanpassen spuiregiem (snelheid van het water) aanleg vistrappen, constructies geleiding water bij sluizen Informatiebehoefte: locatie dijken locatie sluizen locatie spuien spuiregiem Inwinning RS: locatie dijken: Landsat T M locatie sluizen: Landsat T M locatie spuien: Landsat T M
7.6-3 Vervanging milieuonvriendelijke dijkbekleding Probleem:
milieuonvriendelijk dijkbekleding
Effect:
uitloging verontreiniging, ongunstig vestigingsklimaat (te glad)
Gevolgen: onbekend, alhoewel karakteristiek soorten (botervis, suikerwier) zijn verdwenen Bronnen:
dijken
Maatregel: vervanging van milieuonvriendelijke dijkbekledingen door milieuvriendelijker materialen bij onderhoud en verbetering Informatiebehoefte: locaties dijken locaties milieu-onvriendelijke dijkbekleding
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 34
Inwinning RS: locaties dijken: Landsat T M locaties milieu-onvriendelijke dijkbekleding: Landsat T M
7.6.4 Vermindering achteruitgang kwelderareaal Probleem:
achteruitgang kwelderareaal (vasteland en eiland)
Effect:
verdwijnen van karakteristieke en waardevolle biotopen
Gevolgen:
toename fourageren van rotganzen op landbouwgebieden toename van de golfenergie in de bezinkvelden als gevolg van een toename van het gemiddeld hoogwater met 0.44 cm. per jaar slechte onderhoudstoestand van de dammen
Bronnen:
Doelstelling:
ongestoord laten verlopen van natuurlijke, geomorfologische en bodemkundige processen (mits de veiligheid niet in gevaar komt) behoud van kwelderareaal geen nieuwe grootschalige inpoldering
Maatregelen: uitvoeren achterstallig onderhoud aanleg nieuwe, hogere rijzen dammen aanleg kwelderrandverdedigingen verhoging sedimentaanvoer naar kwelders door storting schone (project Stortwad/Speciestort) Informatiebehoefte: locatie vastelandkwelders locatie eilandkwelders onderhoudstoestand dammen erosie/sedimentatie van kwelders Inwinning RS: locatie vastelandkwelders: Landsat T M locatie eilandkwelders: Landsat T M onderhoudstoestand dammen: Landsat T M erosie/sedimentatie van kwelders: Landsat T M
7.6.5 Herstel zeegrasvelden Probleem:
uitblijven herstel zeegrasvelden (doelvariabel Amoebe-benadering)
Effect:
geen vestigingsplaats organismen, geen slibvangende werking
Gevolgen:
dreiging voortbestaan zeegras en organismen verhoging troebelheid
Bronnen:
troebelheid intensieve mosselzaad- en kokkelvisserij eutrofiering
Maatregelen:
bescherming zeegrasvelden praktijkproef herintroductie zeegras
baggerspecie
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 35
Informatiebehoefte: geschikte gebieden uitzetten zeegras bestaande zeegrasvelden mosselzaad- en kokkelvisserij gebieden Inwinning RS: geschikte gebieden uitzetten zeegras: Landsat T M bestaande zeegrasvelden: Landsat T M
7.6.6 Volgen zeespiegelrijzing Probleem:
zeespiegelrijzing
Effect:
-
stijging gemiddeld zeeniveau van 0.1 tot 0.2 cm./jaar, stijging gemiddeld hoogwater met 0.44 cm/jaar
Gevolgen:
-
overstromingsfrequentie van buitendijkse gronden en wadplaten neemt toe de kans op erosie
Bronnen:
-
onttrekken van sediment door zandwinning en baggeraktiviteiten zeespiegelrijzing
Mogelijke maatregel: verminderen van de zandwinning Informatiebehoefte: zandwinningslocaties baggerlocaties hoogwaterlijn zeeniveau waterhoogten Inwinning R S : hoogwaterlijn: Landsat T M zeeniveau: Landsat T M waterhoogten: Landsat T M
7.7 Ecologische hoofddoelstelling: knelpunten t.a.v. gebruiksfuncties 7.7.1 Knelpunt visserij Probleem:
knelpunt visserij. Visserij vormt een belangrijke economische aktiviteit op de Waddenzee. Functie visserij in relatie tot natuur gaat goed samen: beide zijn gebaat bij goede waterkwaliteit en een gezonde visstand; mossels filtreren slib, algen, bep. verontreinigingen en verlagen de troebelheid
Gevolgen:
-
aanwezigheid toxische algen veroorzaken van troebelheid vernielen van wilde mosselbanken vernietigen van bodemleven geen herstel zeegras verstoring van vogels en zeehonden wegvissen van vissoorten bij terugdringen van eutrofiering voedselconcurrentie met vogels
Doelstellingen: waterkwaliteit voldoen aan eisen schelpdierwater
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 36
mosselvisserij op huidige niveau handhaven (in relatie met natuur) afstemming mosselvisserij en zand- schelpenwinning Informatiebehoefte: mosselzaadgebieden visserijgebieden zand- en schelpenwinning gebieden kwetsbare gebieden Inwinning RS:
7.72 Knelpunt scheepvaart Probleem:
knelpunt scheepvaart Functie hoofdtransport-as van Eems-Dollard Functie nevenvaarweg in Waddenzee probleem opslag vervuilde baggerspecie (havens) vervuiling calamiteuze verontreiniging baggerwerk baggerstort verstoring
Gevolgen:
Doelstellingen: in stand houden vlotte infrastructuur Eems toegangsgeulen Waddenzee moeten passen in het omringende geulenstelel reguleren gebruik waardoor geen aantasting natuurwaarden locaties storten baggerspecie geen nadelige gevolgen voor visserij Informatiebehoefte: vaarwegen geulenstelsel bodemdiepte visserijgebieden kwetsbare gebieden baggerstortplaatsen Inwinning RS: geulenstelsel: Landsat T M bodemdiepte: Landsat T M
7.73 Knelpunt recreatie Probleem:
Gevolgen:
recreatie (oever-, -vaart, sportvisserij) Functie recreatie in relatie tot natuur verstoring vervuiling
Maatregel: zonering (3 zones): recreatief medegebruik, beperkt recreatief medegebruik, geen of nauwelijks recreatief medegebruik Doelstellingen: bij stranden waterkwaliteit zwemwater het in stand houden van een adequaat stelsel van bebakening
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
geen actieve stimulering recreatie Informatiebehoefte: zonering recreatie recreatiedruk vaarwegen overrecreatie wadlooproutes kwetsbare gebieden Inwinning RS: recreatiedruk: luchtfoto's overrecreatie: luchtfoto's wadlooproutes: luchtfoto's
pag. 37
pag. 38
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
8. Conclusies en aanbevelingen 8.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden conclusies en aanbevelingen geformuleerd naar aanleiding van de uitgevoerde inventarisatie. In paragraaf 8.2 worden de belangrijkste resultaten van de inventarisatie samengevat. In paragraaf 8.3 wordt aangegeven op welke terreinen van het beheer van en onderzoek in de Waddenzee R S en GIS een rol zouden kunnen spelen. In paragraaf 8.4 tenslotte wordt een concreet voorstel uitgewerkt voor een vervolgproj ect RS-GIS Wadden.
82 Samenvatting inventarisatie 82.1 Gebruik Remote Sensing Wadden Uit de inventarisatie van het gebruik van RS in de Wadden blijkt dat vooral in water de toepassingsmogelijkheden beperkt zijn. Specifiek in de wadden hebben slechts enkele onderzoeken plaats gevonden voor het gebruik van R S met redelijke resultaten. De grootschaligheid van het Waddengebied pleit voor het gebruik van R S opnametechnieken. A a n de hand van de grootte (resolutie) van het Waddengebied is het gebruik van slechts enkele technieken aan te bevelen d.w.z. Landsat T M , Spot Pan, Spot X S , ERS-1, vliegtuigopnamen, en luchtfoto's.
822
Gebruik GIS Wadden
De aanzet voor gebruik van GIS voor het Waddengebied is reeds gestart met de ontwikkeling van het W A D G I S demonstratiemodel voor de Nederlandse Waddenzee en het W A T i s voor het Duitse Waddengebied.
823
Inventarisatie gegevens
Voor de Waddenzee worden heel veel gegevens verzameld, en zo nodig onderhouden. Z i e paragraaf 6.3 en Bijlage V I voor een overzicht van het monitoringprogramma.
82.4 Probleemanalyse Wadden Het huidige en het voorgenomen beleid met betrekking tot de Waddenzee is gericht op het terugdringen van de verontreinigingen, het beperken van de verstoring en het beschermen van de natuurlijke waarden en gebruiksfuncties, gericht op een duurzame ontwikkeling. Uit een vergelijking van de huidige situaties met het streefbeeld volgt dat er problemen bestaan die in een viertal groepen kunnen worden ingedeeld: L verontreiniging en eutrofiering 2. verstoring 3. vertroebeling 4. inrichting en gebruik
In hoofdstuk 7 staan de problemen uitgewerkt per groep.
82.4.1 Verontreiniging en eutrofiering a. probleem: verontreiniging door organische microverontreinigingen Dit is naar verwachting de grootste bedreiging voor de Waddenzee.
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 39
Aangenomen wordt dat de oorzaak van deze verontreiniging gezocht moet worden in de sterke verontreiniging van de kustwateren en Noordzee, die op zijn beurt wordt veroorzaakt door verontreinigde rivierafvoeren en lozingen vanaf de wal. E r is nog weinig bekend over de hoeveelheid vervuiling en de gevolgen van organische microverontreimAangezien het probleem van verontreiniging en eutrofiering moeilijk is op te lessen, en bestaat uit een combinatie van factoren, zal het gebruik van een RS-GIS systeem niet een probleemoplossend vermogen hebben, maar meer een kwestie van volgen en registreren. Remote sensing kan hier worden toegepast voor het vastleggen van de verspreiding van zwevend stof in concentratiebeelden, en voor het volgen van de verontreiniging door organische microverontreinigingen die zich binden aan zwevend stof (noot: de relatie tussen zwevend stof en orgamsche microverontremiging is onbekend). . . . , . ~ • De informatie over de verspreiding en concentratie van zwevend stof, ingevoerd in een GIS i n combinatie met stromingsbeelden, bodemkaart, bodemdiepte, lozingspunten, baggerstortplaatsen en ecologische kwetsbare gebieden kan inzicht geven in de omvang van deze vervuiling. T C
b probleem: eutrofiering, verontreiniging door voedingsstoffen Dit wordt voornamelijk gekenmerkt door verhoogde groei van macroalgen en microalgen. Het heett een negatief effect op de mosselteelt (toxische algen) en zeesla (rottend op de wadplaten), en is de veroorzaker van zuurstofloosheid in het water. Het gebruik van remote sensing voor de kartering van algen is in meerdere studies reeds bewezen. De bestudering van algengroei over de jaren, gecombineerd in een GIS met informatie over lozingspunten, stromingen en verspreiding van het geloosde water, kan inzicht geven in de invloed van nutnentenlozingen in het ecosysteem Wadden.
82.42 Vertroebeling Het doorzicht of troebelheid van het oppervlakte water is gerelateerd aan de hoeveelheid zwevend materiaal, maar hangt ook af van de samenstelling van het zwevend materiaal. Vertroebeling van het oppervlaktewater is enerzijds een natuurlijk proces en anderzyds een effect van menselijke aktiviteiten in de Waddenzee. O m een beter inzicht te krijgen in de werkelijke invloed van menselijke aktiviteiten op de troebelheid van het water, kan remote sensing worden gebruikt om de verspreiding van zwevend stof in concentratiebeelden weer te geven. M e t vhegtuigopnamen kan een zoom-effect worden gecreeerd om de gevolgen van menselijke aktiviteiten (visserij, baggeren het winnen van bodemmateriaal) op tijdelijke en structurele veranderingen van het zwevend stofgehalte en de troebeling te onderzoeken. . . Vooral ook de samenstelling van zwevend materiaal is van belang, m.a.w. ook gehjktijdige in-situ metingen zijn noodzakelijk.
82.4.3 Verstoring Verstoring van de Waddenzee wordt veroorzaakt door menselijke aktiviteiten. Deze gebruiksfucties van de Waddenzee vormen vaak een confictsituatie met de ecologische hooddoelstelling. a. probleem: scheepvaart . , . . „ , Het toegankelijk houden van vaargeulen op de Waddenzee voor scheepvaart is een knelpunt met de ecologische hoofddoelstelling. Het regelmatig baggeren en storten van baggerspecie is een van de grootste knelpunten. Doelstelling is de vaarroutes i n de Waddenzee in te passen aan het omringende geulenstelsel. D o o r de vaargeulen zoveel mogelijk het natuurlijk geulenstelsel i n de Waddenzee te laten volgen (mits mogelijk) kan het baggeren van geulen misschien worden beperkt. Hierbij wordt aansluiting gezocht met natuurlijke erosie en sedimentatie. Met het gebruik van remote sensing beelden waarop het geulenstelsel zichtbaar is, kan over de jaren het verloop van het natuurlijk geulenstelsel worden onderzocht, waardoor erosie- en sedimentatie-gebieden kunnen worden vastgesteld. Deze informatie, ingevoerd in een GIS, in combinatie met bodemdiepte, bodemsamens elhng, stromingsbeelden en vaarwegen kan inzicht geven in het natuurlijk verloop van geulen, afhankelijk van diepte, bodemsoort en stromingssnelheid.
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 40
Remote sensing gegevens kunnen verder wellicht worden gebruikt als ondersteuning bij de verwerking van lodingsgegevens. b.
probleem: recreatie functie recreatie in relatie tot natuur De doelstelling is geen actieve stimulering van recreatie omdat de gevolgen van recreatie nog niet nader zijn onderzocht. In verband met de economische belangen is een onderzoek naar de gevolgen van recreatie op de functie natuur interessant. Mede door de groei van vrije tijd en groei van besteedbaar inkomen voor (korte) vakanties is er een groei te verwachten. Met gebruikmaking van luchtfoto's voor informatie over de recreatiedruk (aantal boten, droogligging, vaarbewegingen), gecombineerd in een GIS, kan de invloed van recreatie op de natuur worden onderzocht. A a n de hand van de ingevoerde informatie over de recreatiedruk op het gebied kan een inschatting worden gemaakt van het gebruik en eventueel potentiele groei van recreatie, het verstorend effect en conflicten met natuurbelangen.
82.4.4 Inrichting en gebruik a. probleem: uitblijven herstel zeegrasvelden De aanplant van zeegras is een belangrijke doelstelling uit de regionota Waddenzee. E e n GIS eenvoudig de ideale plaatsen uitzoeken voor het uitplanten van jong zeegras. Met RS-beelden luchtfoto's kan de groei van deze aanplant worden gevolgd. b.
probleem: visserij verstoring van de waterbodem en natuurlijke mossel- en kokkelzaadbanken. Het in kaart brengen van deze natuurlijke banken is van uitermate belang voor de visserij. In Denemarken wordt deze ontwikkeling gevolgd met luchtfoto's (misschien ook zichtbaar op satellietbeelden). In een GIS ingevoerd samen met informatie over visserijlocaties, zandwinlocaties, baggeraktiviteiten kan geprobeerd worden deze gebieden te beschermen.
83 Toepassingsmogeliikheden RS / GIS Waddenzee 83.1 Inleiding Naar aanleiding van de uitgevoerde inventarisatie zijn verschillende mogelijkheden voor toepassing RS- en GIS-technieken voor het beheer van en onderzoek in de Waddenzee aan te geven. In onderstaande volgt een summiere opsomming. Achtereenvolgens zijn dat: RS RS RS RS RS RS RS RS
als data-leverancier en GIS t.b.v. organische microverontreinigingen en GIS t.b.v. verontreiniging door voedingsstoffen en GIS t.b.v. vertroebeling en GIS t.b.v. scheepvaart en GIS t.b.v. recreatie en GIS t.b.v. herstel zeegrasvelden en GIS t.b.v. visserij
832 RS als data-leverancier In de kring van biologen en chemici, maar ook door beheerders en beleidsmakers wordt ervoor gepleit meer onderzoek te doen naar de ingewikkelde processen van de Waddenzee. Dergelijk onderzoek brengt een toenemende behoefte mee aan regelmatige meetresultaten. In digitale vorm gepresenteerde satellietgegevens kunnen voor deze onderzoekingen een belangrijk hulpmiddel zijn, bijvoorbeeld als input en verificatie van modellen. Let wel RS-gegevens altijd als een additionele bron van gegevens.
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
a
P 9- 41
833 RS en G I S t.b.v. organische microverontreinigingen Remote sensing kan hier worden toegepast voor het vastleggen van de verspreiding van zwevend stof in concentratiebeelden, en voor het volgen van de verontreiniging door organische microverontreinigingen die zich binden aan zwevend stof (noot: de relatie tussen zwevend stof en organische microverontreimging is onbekend). . . De informatie over de verspreiding en de concentratie van zwevend stof kan worden ingevoerd m een GIS en worden gecombineerd met stromingsbeelden, bodemkaart, bodemdiepte, lozmgspunten, baggerstortplaatsen en ecologische kwetsbare gebieden. Hierdoor wordt inzicht gekregen in de omvang van deze vervuiling.
83.4 RS en GIS t.b.v. verontreiniging door voedingsstoffen Het gebruik van remote sensing voor de kartering van algen is in meerdere studies reeds bewezen. De bestudering van algengroei over de jaren, gecombineerd in een GIS met informatie over lozmgspunten, stromingen en verspreiding van het geloosde water, kan inzicht geven in de invloed van nutnentenlozingen in het ecosysteem Wadden.
83.5 RS en GIS t.b.v. vertroebeling O m een beter inzicht te krijgen in de werkelijke invloed van menselijke aktiviteiten op de troebelheid van het water, kan remote sensing worden gebruikt om de verspreiding van zwevend stof m concentratiebeelden weer te geven. Met vliegtuigopnamen kan een zoom-effect worden gecreeerd om de gevolgen van menselijke aktiviteiten (visserij, baggeren, het winnen van bodemmateriaal) op tijdelijke en structurele veranderingen van het zwevend stofgehalte en de troebeling te onderzoeken. Vooral ook de samenstelling van zwevend materiaal is van belang, m.a.w. ook gehjktijdige m-situ metingen zijn noodzakelijk.
83.6 RS en GIS t.b.v. scheepvaart Met het gebruik van remote sensing beelden waarop het geulenstelsel zichtbaar is, kan over de jaren het verloop van het natuurlijk geulenstelsel worden onderzocht, waardoor erosie en sedimentatie gebieden kunnen worden vastgesteld. , « • . . „ _ • Deze informatie, ingevoerd in een GIS, in combinatie met bodemdiepte, bodemsamens el ling, stromingsbeelden en vaarwegen kan inzicht geven in het natuurlijk verloop van geulen, afhankelijk van diepte, bodemsoort en stromingssnelheid. Remote sensing gegevens kunnen verder wellicht worden gebruikt als ondersteunmg by de verwerking van lodingsgegevens.
83.7 RS en GIS t.b.v. recreatie Met gebruikmaking van luchtfoto's voor informatie over de recreatiedruk (aantal boten, droogligging, vaarbewegingen), gecombineerd in een GIS, kan de invloed van recreatie op de natuur worden onderzocht. A a n de hand van de ingevoerde informatie over de recreatiedruk op het gebied kan een inschatting worden gemaakt van het gebruik en eventueel potentiele groei van recreatie, het verstorend effect en conflicten met natuurbelangen.
83.8 RS en GIS t.b.v. herstel zeegrasvelden Een GIS kan eenvoudig de ideale plaatsen uitzoeken voor het uitplanten van jong zeegras. Met R S beelden en luchtfoto's kan de groei van deze aanplant worden gevolgd.
83.9 RS en GIS t.b.v. visserij
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 42
Het in kaart brengen van natuurlijke mossel- en kokkelzaadbanken is van uitermate belang voor de visserij. In Denemarken wordt deze ontwikkeling gevolgd met luchtfoto's (misschien ook zichtbaar op satellietbeelden). . . . . . In een GIS, ingevoerd samen met informatie over visserijlocaties, zandwmlocaties en baggeraktiviteiten kan geprobeerd worden deze gebieden te beschermen.
8.4 Mogelijk vervolg RS-GIS Wadden 8.4.1 Inleiding Remote Sensing t.b.v. beheer in de Waddenzee kan op twee manieren worden ingezet: fragmentarisch, d.w.z. per deelprobleem apart, bijv. ondersteuning bij isolijnbepaling lodingen, olieverontreiniging, vegetatiekartering, etc. breder ingekaderd in het monitoringprogramma M O N I W A D , de bredere Wadden-amoebe of de informatievoorziening t.b.v. het onlangs opgestelde informatieplan A N van de directie Friesland, 6en van de beherende directies. RS en GIS in combinatie komen het beste tot uitdrukking wanneer meer gegevens worden ingewonnen, opgeslagen, geanalyseerd en onderling vergeleken, dus in een breed monitoringprogramma. In het onderstaande wordt aangegeven hoe het vervolg van het project vorm kan worden gegeven. E r is daarbij gekozen voor een brede toepassing binnen het monitoring-programma van de Dienst Getijdewateren ( D G W ) van de Rijkswaterstaat. Deze keuze is gebasserd op het feit dat bij D G W er brede belangstelling bestaat voor de mogelijkheden die RS biedt, en de de wil en capaciteit aanwezig is om actief aan een eventueel vervolg-project mee te werken. Een toepassing op het gebied van zwevend stof lijkt binnen dit kader in het Wadden-gebied niet echt mogelijk, onder andere omdat de processen waarin men is geinteresseerd een andere tijdschaal hebben dan die waarop de RS-gegevens beschikbaar zijn. . . Bij zwevend stof gaat het om twee benaderingen: de chemisch/biologische (shb/algen) en de fysische (wat gebeurt er precies) benadering. Bij het chemisch/biologische probleem is het onderscheid tussen slib en algen belangrijk. Algen fungeren in de groeiperiode als 'spons': ze nemen contaminanten op. Z e fungeren als voedsel voor hogere organismen en geven op die wijze de contaminaten door. Slib alleen is geen interessante parameter, het gaat om de verontreinigingen die zich aan het slib hebben gehecht. Dit is met RS niet waar te nemen. Het fysische probleem betreft de verspreiding van zwevend stof onder invloed van het getij. D i t heeft een tijdschaal van 12 uur. Satellietopnamen zijn hiervoor niet geschikt. Vliegtuigopnamen zyn alleen geschikt bij meer dan een opname per getij-periode, wat erg duur is. Veldmetingen zijn daarom beter geschikt. In de praktijk van het monitoren zijn er drie gebieden aan te geven waar remote sensing kan worden toegepast: vegetatie geomorfologie (bodemdiepte) bodemsamenstelling Deze worden in het onderstaande nader uitgewerkt.
8.42 Vegetatie E r zijn verschillende typen vegetatie-monitoring in de Waddenzee aan te geven: monitoring van zeegras, monitoring van macrophytobenthos (macro-algen) en monitoring van vegetatie op kwelderwerken.
8.42.1 Zeegras Het beleid is om de plaatsen waar zeegras groeit uit te breiden, zowel in aantal als in oppervlakte. Hiervoor worden gebieden aangeplant.
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 43
RS-data kan worden gebruikt voor het monitoren van de bestaande velden, GIS voor het bepalen van de meest geschikte plek voor aanplant. E r dient derhalve eerst een probleemanalyse te worden uitgevoerd, om de factoren vast te stellen die de groei van zeegras bepalen. Het GIS wordt vervolgens gebruikt voor het uitvoeren van de ruimtelijke analyse. Aktiviteiten die i n dit kader dienen worden uitgevoerd zijn: Opstellen en/of implementeren 'algoritme' (model) voor de aanwezigheid van zeegras uit R S data. Gebruik zowel airborne als spaceborne technieken: optimaal gebruik van verschillende technieken bij verschillende schalen (multi-source data-integration). Resultaat i n GIS. Alle bestaande locaties zeegrasvelden in GIS. Kwaliteitskenmerk toekennen aan de bestaande zeegrasvelden in het GIS. Analyses binnen het GIS: koppelen lokatie en kwaliteitskenmerk zeegrasvelden aan andere kenmerken, zoals bodemdiepte, helling, afstand uit de kust, bodemsamenstelling, verontreinigingen, aanwezigheid lozingen in de omgeving, etc. O p basis van de uitkomst van de analyse criteria opstellen voor een geschikte omgeving voor een zeegrasveld. O p basis van deze criteria gebieden selecteren die aan deze criteria voldoen. 8.422 Macro-algen Hierbij gaat het o m het monitoren van de hoeveelheid macro-algen in de Waddenzee. Aktiviteiten die i n dit kader dienen worden uitgevoerd zijn: Bepalen welke typen algen vegetaties belangrijk zijn, en welke met behulp van R S kunnen worden waargenomen Opstellen en/of implementeren 'algoritme' (model) voor het bepalen van gebieden met de verschillende typen vegetatie, gebaseerd op RS-gegevens Resultaten in een GIS. Uitvoeren analyse in GIS: vergelijk verschillende jaren, maak verschilkaarten, karteer de ontwikkeiingen, koppel veranderingen in vegetatie aan andere ruimtelijke kenmerken (hoogte, ...)
8.423 Kwelderwerken Ook hierbij gaat het om het monitoren van de hoeveelheden vegetatie die er aanwezig zijn, in dit geval op de kwelderwerken. Aktiviteiten die in dit kader dienen worden uitgevoerd zijn: Bepalen welke typen vegetaties belangrijk zijn, en welke met behulp van R S kunnen worden waargenomen . . Bepalen welke techniek het best kan worden toegepast (satelliet of vhegtuigopnamen) en schaalgerelateerde data-integratie. Opstellen en/of implementeren 'algoritme' (model) voor het bepalen van gebieden met de verschillende typen vegetatie, gebaseerd op RS-gegevens Resultaten in een GIS. Uitvoeren analyse in G I S : vergelijk verschillende jaren, maak verschilkaarten, karteer de ontwikkeiingen, koppel veranderingen in vegetatie aan andere ruimtelijke kenmerken (hoogte, ...)
8.43 Geomorfologie Onder geomorfologie wordt in het kader van monitoring met name verstaan de bodemligging (waterdiepte en hoogte van de platen). Dit is vooral van belang voor droogvallende platen en ondiepe plaatsen vlak onder de kust. Deze plaatsen zijn moeilijk bereikbaar voor een meetschip, en veldmetingen zijn daarom schaars. Remote sensing kan hier helpen, hetzij Landsat gegevens, hetzij gegevens van een vhegtuig laser hoogtemeter. , De geomorfolgie is belangrijk met betrekking tot scheepvaart (bodemdiepte), en met betrekking tot de ligging en dynamica van de geulen. Aktiviteiten die in dit kader dienen worden uitgevoerd zijn:
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 44
Opstellen en/of implementeren 'algoritmen' (modellen) voor de berekening van de waterdiepte en onderwater-bodemtopografie uit RS-gegevens (ERS-1/S A R / Landsat). Opstellen en/of implementeren 'algoritmen' (modellen) voor de bepaling van de locatie van droogvallende platen uit Landsat-beelden. Het implementeren of operationaliseren van modellen voor het verwerken van laserscanmetingen met betrekking tot de hoogte van droogvallende platen. Resultaten opslaan in een GIS. Analyses binnen het GIS: maken van verschilkaarten, bepaal de verandering in positie van de droogvallende platen en geulen. Verwerk zoveel beschikbare historische RS-gegevens als mogelijk is (Landsat vanaf 1972) om langjarige ontwikkeiingen te detecteren. 8.4.4 Bodemsamenstelling D e belangrijkste topic van de bodemsamenstelling in het Waddenzee-gebied is de verhouding tussen zand en klei. Dit is een belangrijke parameter met betrekking tot het probleem van de bodemverontreiniging: micro-verontreinigingen hechten zich beter aan klei-deeltjes dan aan zand-deeltjes. Dus de hoeveelheid klei is tevens een maat voor de hoeveelheid micro-verontreinigingen. D e dagelijkse praktijk van het monitoren bestaat nu uit het nemen van een groot aantal bodemmonsters en deze laten analyseren. E e n remote sensing beeld kan worden gebruikt om een eerste schatting te krijgen van de ruimtelijke verdeling van de zand/klei-verhouding, zodat een effectief plan kan worden opgesteld voor het uitvoeren van een bodembemonstering. Hierbij moet rekening worden gehouden met afhankelijkheid van het seizoen. Aktiviteiten die in dit kader dienen worden uitgevoerd zijn: Verzamelen alle beschikbare velddata. Vaststellen van de seizoensafhankelijkheid: op welke wijze, is deze al bekend, hoe sterk is deze afhankelijkheid. Koppelen van velddata aan 'vergelijkbare' RS-data. Met 'vergelijkbaar' wordt hier bedoeld gegevens uit hetzelfde seizoen; dit is belangrijker dan hetzelfde jaar. Implementeren of operationaliseren van modellen voor de bepaling van bodemsamenstelling uit RS-data. Opslaan resultaten in GIS. Analyses binnen het GIS: welke plaatsen zijn 'representatief, welke plaatsen zijn constant, waar treden veel veranderingen op, etc. Vanuit de analyse-resultaten aangeven op welke plaatsen het best veldwaarnemingen kunnen worden genomen. 8.4.5 Bredere toepassing van tools: Poster- en Westerschelde gebied In alle bovengenoemde aktiviteiten worden beschikbare gegevens uit het Waddengebied gebruikt. D e te ontwikkelen tools kunnen echter een breder toepassingsgebied hebben dan alleen het Waddenzee-gebied. Dit kan worden nagegaan door de ruimschoots beschikbare gegevens uit het Ooster-en Westerscheldegebied met de ontwikkelde tools te verwerken. Dit is zinvol omdat veel problemen in dit gebied hetzelfde zijn als in het Waddenzee-gebied. Nagegaan wordt of deze gebieden met betrekking tot bovengenoemde toepassingen te vergelijken zijn. Aktiviteiten die in dit kader dienen worden uitgevoerd zijn: Verzamelen van alle beschikbare veldgegevens. Toepasbaarheid nagaan van de voor het Waddenzee-gebied ontwikkelde tools. Analyses in GIS, speciaal met betrekking tot vegetatie (zeegras, macro algen en vegetatie op kwelderwerken). Het GIS-pakket dat zal worden gebruikt is A R C / I N F O 6.0, op een UNIX-werkstation. A l l e te ontwikkelen tools zullen worden geschreven in de A R C / I N F O A M L macro-taal. Voor zover mogelijk wordt gebruik gemaakt van de resultaten van het project B C R S 2.3/TO-01 (Monitoring information system).
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 45
2 satelliet beelden zullen worden aangeschaft, een i n 1993 en een in 1994, ten einde over recente gegevens te kunnen beschikken. Deze beelden kunnen zowel Landsat of S P O T zijn, afhankelijk van de beschikbaarheid. D e beelden zullen digitaal worden geanalyseerd. Verder worden er twee vluchten gepland voor het maken van false colour beelden, ook om te kunnen beschikken over recente gegevens. Hier gaat het om vegetatie (zeegras en vegetatie op kwelderwerken). Deze beelden worden gescand, en digitaal geanalyseerd.
8.4.6 Input en output van project 8.4.6.1 Input De input van het vervolg-project bestaat uit het volgende:
\
kennis met betrekking tot bestaande zeegrasvelden resultaten project Monitoring information system ( B C R S 2.3/TO-01) RS-gegevens (Landsat en E R S - 1/S A R ) resultaten project Bottomtopography E R S - 1 S A R ( B C R S 2.1/TO-01) resultaten Laserscan-project ( R W S - M D Vaessen) veldgegevens en RS-gegevens kennis met betrekking tot seizoensafhankelijkheid ruimtelijke verdeling zand/klei-verhouding resultaten project Optical RS Wadden ( B C R S 2.2/TO-01)
8.4.62 Output De output van het vervolg-project zal bestaan uit het volgende: gegevens in GIS-data base (betreffende vegetatie, geomorfologie en bodemsamenstelling) A M L - m a c r o voor het analyseren van zeegras-gegevens, en het bepalen van geschikte locaties A M L - m a c r o voor het analyseren van vegetatie-gegevens (macro-algen en vegetatie op kwelderwerken), het bepalen van veranderingen en relaties met andere karakteristieken A M L - m a c r o voor het analyseren van bodemdiepte-gegevens, het bepalen van veranderingen A M L - m a c r o voor het analyseren van bodemsamenstelling-gegevens, het bepalen van veranderingen en relaties met andere karakeristieken kennis met betrekking tot de toepasbaarheid van tools in een breder gebied rapport, user manuals
pag. 46
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
9. Geraadpleegde literatuur 9.1 Literatuur betreffende Remote Sensing - algemeen A L L E W I J N , R . (1991) Water and land applications of Remote Sensing. E G I S Workshop 3: GIS and Remote Sensing, Brussels, april 2, 1991. A L L E W I J N , R., e.a. (1990) Afdeling Remote Sensing: jaarverslag 1989, onderzoeksplan 1990 Rapport M D L K R - R - 9 0 2 2 A L L E W I J N , R., e.a. (1991) Afdeling Remote Sensing: jaarverslag 1990, onderzoeksplan 1991 Rapport MDRS-R-9113 DGW/KNMI Waterbericht uit de ruimte: modern beheer en onderzoek van binnenwateren Brochure R W S D G W , K N M I DGW/KNMI Waterbericht uit de ruimte: monitoring van de Noordzee vanuit weersatellieten Brochure R W S D G W , K N M I H O O G H A R T , J.C. (ed) (1990) Water management and remote sensing T N O / B C R S Proceedings and Information, no. 42. M D / B C R S (1990) Waarnemen op afstand. De aarde dichtbij Brochure M i n . V & W , Meetkundige Dienst, Programmabureau
Beleidscomnussie Remote
sensing
(BCRS) P E T E R S , H . C . (1991) Stand van zaken m.b.t. remote sensing bij D G W Rapport R W S D G W GWIO-91.10115 PORS(1991) . , , , Remote Sensing: Nu ook bruikbaar voor uw werk. Water en landtoepassmgen voor Rijkswaterstaat. Brochure Periodiek Overleg Remote Sensing V & W (PORS V & W ) P O R S , D O R S (1991a) Onderzoeksplan Remote Sensing binnen Verkeer en Waterstaat 1991-1995 M i n . V & W , Dir.-Gen. Rijkswaterstaat, Periodiek Overleg Remote Sensing V & W (PORS), Departementaal Overleg Remote Sensing V & W ( D O R S ) P O R S , D O R S (1991b) Remote Sensing projekten Verkeer en Waterstaat 1991-1995 M i n . V & W , Dir.-Gen. Rijkswaterstaat, Periodiek Overleg Remote Sensing V & W (PORS), Departementaal Overleg Remote Sensing V & W ( D O R S ) V A N S T O K K O M , H . T . C . (1988) Afdeling Remote Sensing: jaarverslag 1987, onderzoeksplan 1988 Rapport M D L K R S - N - 8 8 1 5 V A N S T O K K O M , H . T . C . (1989) Afdeling Remote Sensing: jaarverslag 1988, onderzoeksplan 1989 Rapport M D L K R S - N - 8 9 0 9
pag. 47
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
V A N S T O K K O M , H . T . C , M . D O N Z E (1988) Optische remote sensing en oppervlaktewater nu H 2 0 , vol.21, nr.2, pp. 33-42 V A N S T O K K O M , H . T . C , G . N . M . S T O K M A N , J.W. H O V E N I E R (1990) Reflections of the quantitative use of optical remote sensing in water applications Proc. Int. Symp. Remote Sensing and Water Resources, Enschede, 20-24 Augustus 1990, pp. 731-741
92
Literatuur betreffende GIS - algemeen
R E I J N E V E L D , A . , R . B O E R T J E S , L . V E R H A G E (1990) GIS for coastal management Rapport B C R S 90-31
93 Literatuur betreffende waterkwaliteitsonderzoek B A G H E R I , S., R . A D I O S (1990) Chlorofyll-a estimation in New Jersey's coastal waters using Thematic Mapper data Int. J . Remote Sensing, vol.11, no.2, pp. 289-299 B U I T E V E L D , H . , C M E U L S T E E , H . B A K K E R (1989) Gebruik van satelliet beelden in het Usselmeergebied. Operationalisering gebruik L A N D S A T voor waterkwaliteitstoepassingen in het Usselmeergebied Rapport B C R S 89-31 B U I T E V E L D , H . , C . M E U L S T E E , R . J O R D A N S (1987) Het gebruik van L A N D S A T opnamen voor waterkwaliteitsonderzoek in het Usselmeergebied Rapport B C R S 87-18 C L A A S S E N , T . H . L (1990) Eutrophication observed by remote sensing; a distant point of view In:
Hooghart, J . C . (ed), Water management
and Remote sensing, T N O / B C R S
Proceedings and
information no. 42 C U W V O (1989) De waterkwaliteit van Nederland in 1988: Landelijke rapportage waterkwaliteit 1988 Rapport Coordinatiecommissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren. C U R R A N , P.J., J . D . H A N S O M , S.E. P L U M M E R , M . I . P E D L E Y (1987) Multispectral remote sensing of nearshore suspended sediments: a pilot study Int. J . Remote Sensing, vol.8, no.l, pp. 103-112 D E K K E R , A . G . (1990) The remote sensing Loosdrecht Lakes project Rapport B C R S 90-29 D H V R A A D G E V E N D I N G E N I E U R S B U R E A U B . V . (1988) De toepassingsmogelijkheden van remote sensing satellietopnamen voor het waterkwaliteitsbeheer van de Friese Meren Rapport B C R S 88-17 G O W E R , F.F.R., G . A . B O R S T A D (1990) Mapping of phytoplankton by solar-stimulated fluorescence using an imaging spectometer Int. J. Remote Sensing, vol.11 no.2, pp. 313-320 L I Y I N X I , C H I Y A O B I N , L I T I E F A N G (1990) Remote sensing of water quality of shallow sea and bay. Proc. Int. Symp. Remote Sensing and Water Resources, Enschede, 20-24 Augustus 1990, pp. 893-901
pag. 48
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
L O P E Z G A R C I A , M . J . , V . C A S E L L E S (1990) A multi-temporal study of chlorophyll-a concentration in the Albufera lagoon of Valencia, Spam, using Thematic Mapper data Int. J. Remote Sensing, vol.11, no.2, pp. 301-311 P R O J E C T G R O E P " R E M O T E S E N S I N G E N U S S E L M E E R G E B I E D " (1985) Remote sensing en waterkwaliteit in het Usselmeergebied Rapport R W S M D L K - R - 8 5 3 7 R I M M E R , J . C , M . B . C O L L I N S , C B . P A T T I A R A T C H I (1987) Mapping of water quality in coastal waters using Airborne Thematic Mapper data Int. J . Remote Sensing, vol.8, n o . l , pp. 85-102 S P I T Z E R , D., R. L A A N E , J . N . R O O Z E K R A N S (1990) Pollution monitoring of the North Sea using N O A A / A V H R R imagery Int. J. Remote sensing, vol.11, no.6, pp. 967-977 S T R O N K H O R S T , J . (1986) Troebelheidspatronen in de deltawateren van ZW-Nederland op T M en M S S satellietbeelden Rapport B C R S 86-06 VISSER, W., W . V E R L I N D E N , E . L A N D M A N (1991) Kwaliteitsonderzoek in de Rijkswateren. Planning 1992. Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling ( R I Z A ) , Dienst Getijdewateren (DGW) Nota nr. 91.084
9.4 Literatuur betreffende bodemdiepte V A N D E R B U R G , G . (1990) Explorative measurements on the possibilities to observe river bottom topography with S L A R Rapport B C R S 90-23 D E G U N S T , M . (1990) Bepaling van de zeediepte uit landsat T M beelden Rapport R W S MD-LKS-R-9020 V A N H E N G E L , W . (1988) Quality analysis of water depth mapping by means of Landsat-TM Rapport R W S , M D V A N H E N G E L , W., D . S P I T Z E R (1988) Water depth mapping bij means of landsat-TM Rapport B C R S 88-12 V A N H E N G E L , W , D . S P I T Z E R (1991) Multi-temporal water depth mapping by means of Landsat-TM. Int. J. Remote sensing, vol.12, no. 4, pp. 703-712 H E S S E L M A N S , G . H . F . M . (1990) Bathymetry in Indonesian coastal waters a fust pilot study Rapport Delft Hydraulics, B C R S 90-26 V A N D E N L A A N , M . (1990) Passive optical bathymetry with C A E S A R Rapport B C R S 90-25 L A G E R B E R G , R . (1989) Karteren van bodemdieptes en bodemsamenstelling m.b.v. Landsat-TM
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 49
Rapport R W S , D G W M A R E E S , G . , D . S P I T Z E R (1989) O n the applicability of C A E S A R for the remote sensing of bottom depth and bottom composition ot shallow waters Rapport B C R S 89-13 P H I L I P P A R T , K . (1986) Bodem en water, een Landsat T M beeld van de Waddenzee Rapport N I O Z , Texel, 86-10 V A N D E R S P E K , A . J . F . , H.H.S. N O O R B E R G E N (1992) Morfodynamica van intergetijdegebieden Rapport B C R S 92-03 V A N D E R V E N , L (1988)
.
Het gebruik van Remote Sensing voor een Geomorfologische kartering van de Waddenzee Stagerapport, Delft, 88-10 9.5 Literatuur betreffende bodemsamenstelling V A N D E R V E N I (1990) Sediment-samenstelling in het Eems-Dollard gebied. E e n kartering met behulp van landsat 5 T M Rapport R W S , D G W V O L K E R S T E V I N B . V . , E A R S B . V . (1987) Het zoeken naar zand op de zeebodem door satelliet remote sensing Rapport B C R S 87-05
9.6 Literatuur betreffende biomassaschatting Macrofyten J O R D A N S , R . W . L . , C . M E U L S T E E (1988) De bruikbaarheid van Landsat-opnamen bij waterplantenkartermg Rapport M D L K R S - R - 8 8 2 5 V A N K O O T W I J K , E.J., H . C . B A K K E R (1990) Kartering van vegetaties met handmatige en digitale beeldanalyse Rapport M D - L K R S - R - 9 1 1 5 M E U L S T E E , C . (1988) Biomassaschatting Oosterschelde 1986; een nadere analyse van de methodiek Rapport M D L K - R S - R - 8 8 2 8 M E U L S T E E , C , H . C . B A K K E R (1990) De bruikbaarheid van vliegtuig MSS-opnamen bij de kartermg en biomassaschatting van macro-algen en zeegrassen in de Oosterschelde Rapport B C R S 90-09 M E U L S T E E , C , H . V A N S T O K K O M (1985a) . Biomassavariatie van macrofyten in de Randmeren gedurende het groeiseizoen, monsters en luchtfotos. Deel 1 en 2 Rapport M D L K - R - 8 5 1 4 M E U L S T E E , C , H . V A N S T O K K O M (1985b) Het gebruik van false colour luchtfotografie bij de schatting van de macrofytenbiomassa in de Oosterschelde Rapport M D L K - R - 8 5 0 9
pag. 50
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
9.7 Literatuur betreffende beheer en onderzoek J O R D A N S R , R . A L L E W I J N , A . P E L L E M A N S (1991) Inventarisatie mogelijk gebruik van Coastal Zone Colour Scanner ( C Z C S ) beelden in de Nederlandse situatie Rapport M D L K R - R - 9 1 3 4 M I L T E N B U R G , J . W , H . B U I T E V E L D (1991) Ontwikkeling van een informatiesysteem voor de weergave van remote sensmg beelden en andere ruimtelijke gegevens ten behoeve van waterkwaliteitsbeheer in het Usselmeergebied Rapport B C R S 91-05 R I Z A , D H V , K N M I (1991) Interpretatie en identificatie van gebruikersmogelijkheden van N O A A - A V H R R satellietopnamen in het beheer en onderzoek van het Usselmeergebied Rapport B C R S 91-06 R I J K S W A T E R S T A A T (1989) R W S Wadatlas R W S D G W , D i r . Groningen, D i r . Friesland, D i r . Noord-Holland, Meetkundige Dienst V A N S T O K K O M , H . T . C , G . N . M . S T O K M A N (1990) Remote sensing in inland water management In:
Hooghart, J.C. (ed), Water management
and Remote sensing, T N O / B C R S
Proceedings and
information no. 42
9.8 Literatuur betreffende beheerproblemen V A N D I E S E N , F , J . V A N D E R V E L D (1992) Informatieplan A N 1992-1995 t.b.v. Rijkswaterstaat directie Friesland Rapport ICIM-1992-960 R I J K S W A T E R S T A A T (1990) Regionota Waddenzee/Eems-Dollard, Beheersplan Rijkswateren, concept-nota, 6 mei 1990 R W S D i r . Groningen, D i r . Friesland, dir. Noord-Holland, D G W , D G S M W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987a) Waddenzee: beheersplan kabels en buisleidingen M i n . V & W , M i n . E Z , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987b) Waddenzee: beheersplan kustbescherming M i n . V & W , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987c) Waddenzee: beheersplan scheepvaart M i n . V & W , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987d) Waddenzee: beheersplan bestrijding verontreiniging door olie M i n . V & W , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987e) Waddenzee: beheersplan ontgrondingen M i n . V & W , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987f) Waddenzee: beheersplan buitendijkse gronden M i n . V & W , Leeuwarden
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 51
W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1987g) Waddenzee: beheersplan water M i n . V & W , Leeuwarden W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1988a) Waddenzee: beheersplan recreatie M i n . L & V , D e n Haag W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1988b) Waddenzee: beheersplan natuur M i n . L & V , D e n Haag W A D D E N C O M I T E R I J K S W A T E R S T A A T (1988c) Waddenzee: beheersplan burgerluchtvaart M i n . V & W , Leeuwarden W A P (1990a) Wadden Aktie Plan: Inventarisatie emissies R W S D i r . Groningen, D G W Haren, Nota G W W S 90.060 W A P (1990b) Wadden Aktie Plan: Discussienota R W S D i r . Groningen, D i r . Friesland, D i r . Noord-Holland, D G W , D G S M , Nota G W W S 90.062
9.9 Literatuur betreffende RS-proiecten A L L E W I J N , R , H . M U L D E R , H . D E N H O L L A N D E R , R . J O R D A N S , J . K O K K E (1992) Sequentiele kartering zwevend stof van het Friesche Zeegat en het Eems-Dollard gebied Concept-rapport Meetkundige Dienst Delft, Dienst Getijdewateren Haren.
9.10 Literatuur betreffende GIS projecten V A N D E N B E R G J A . M . D E N B O E R , G . B . M . B R A N D , F.J.J. B R O U W E R , W . G R O E N E W O U D , G . K . L O R E N Z , R . E . M O L E N D I J K , C . W . N E L I S , P. N O O M E N , W . H . V A N O O I J E N (1990) Afdeling TN-onderzoek: Jaarverslag 1989, Onderzoeksplan 1990 Rapport Meetkundige Dienst V A N B E R N E M K . H . , H . L . K R A S E M A N N , A . L I S K E N , A . M U L L E R , S. P A T Z I G , R . R I E T M U L L E R (1989) Das Wattenmeerinformationssystem W A T i S GKSS-Forschungszentrum Geesthacht K R A S E M A N N H . L . , A . L I S K E N , S. P A T Z I G , R . R I E T M U L L E R , T. S C H U M A N N , J. W I L H E L M Dfekoordinaten verwaltung im Wattenmeerinformationssystem, GKSS-Forschungszentrum Geesthacht D E L E E U W , A . J . (1990) Een demonstratie-model voor een W A D G I S Rapport M D L K - R - 9 0 3 1 D E L E E U W , A J . , A . M . D E N B O E R , H . H . J . V A N D I J K , M . G . V R O O M , Y . J . Z I J L S T R A (1992) W A D G I S 1991 Rapport M D L K - R - 9 2 1 3 RIETMULLER
R., A . L I S K E N , K . H . V A N B E R N E M , H . L . K R A S E M A N N , A . M U L L E R , S.
P A T Z I G (datum onbekend) W A T i S - an information System for Wadden Sea Research and Management GKSS-Forschungszentrum Geesthacht
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 52
BIJLAGE I
: Overzicht inventarisatie literatuur
1.1 Literatuur betreffende waterkwaliteitsonderzoek Het gebruik van L A N D S A T opnamen voor waterkwaliteitsonderzoek in het Usselmeergebied H . Buiteveld, C. Meulstee, R. Jordans B C R S 87-18, 1987 In dit rapport wordt de procedure beschreven voor het verwerken van satellietbeelden van het Usselmeergebied ten behoeve van de waterkwaliteitsaspecten, zoals zwevend stof en chlorofyl. Het uiteindelijke doel is dat de bewerkte LANDSAT TM opnames (1985 en 1986) routinematig beschikbaar komen en worden gebruikt als ondersteuning bij het waterkwaliteitsonderzoek en het beheer van het IJsselmeer en het Markermeer. De procedure voor het maken van concentratiekaarten en het maken van true colour en false colour composieten uit LANDSAT TM en MSS opnamen is als volgt: uitvoeren veldbemonsteringen op overkomst van LANDSAT 5 selecteren van geschikte opnamen aan de hand van quick-looks bestellen van de geschikte opnamen beoordelen van de bestelde opnamen (beeldkwaliteit) Bij voldoende beeldkwaliteit worden de beelden verwerkt. koppeling van opnamen Noord- en Zuid-Nederland en het maken van een uitsnede waar het IJsselmeer op staat resampling en geometrische correctie atmosferische correctie uitlezen pixelwaarden van de monsterpunten maken en testen van algoritmen middeling van pixels, toepassen van de algoritmen en maken van een computertape met concentraties vervaardigen van hardcopies; * true colour en false colour composiet beelden * concentratiebeelden
Gebruik van satelliet beelden in het Usselmeergebied. Operationalisering gebruik L A N D S A T voor waterkwaliteitstoepassingen in het Usselmeergebied H . Buiteveld, C. Meulstee, H . Bakker B C R S 89-31, 1989 Door de MD en DBW/RIZA is een methode geoptimaliseerd om Landsat opnamen om te zetten in beelden van waterkwaliteitsparameters. Deze methode is ge'implementeerd bij de MD en is operationeel toepasbaar. Voor de volgende parameters kunnen concentratiebeelden worden geleverd: zwevend stof, gloeirest, chlorofyl + feofytine en Secchidiepte. De nauwkeurigheid waarmee deze parameters worden bepaald is in het algemeen voor zwevend stof en gloeirest 5 mg/l, voor chlorofyl + feofytine ± 30 microg/l en voor de Secchidiepte ± 20 cm. Per jaar zijn 2 a 3 bruikbare Landsat opnamen van het Usselmeergebied beschikbaar. Van bepaalde deelgebieden, zoals het Ketelmeer, zijn meer opnamen per jaar beschikbaar. Geconcludeerd wordt dat een belangrijk pluspunt van concentratiebeelden, verkregen uit een satelliet opname, het complete ruimtelijke beeld is. Met puntmetingen is dit ruimtelijke beeld voor het Usselmeergebied nauwelijks te maken. Concentratiebeelden verkregen uit satelliet opnamen zijn in het algemeen toepasbaar in onderzoek en beheer op plaatsen waar nu al gegevens over zwevend stof, chlorofyl en Secchidiepte wordt gewerkt. Met zwevend stofbeelden kunnen verbanden tussen opwerveling van slib en waterdiepte en strijklengte worden getest. Verder zijn deze beelden bruikbaar voor afregeling en testen van slibverspreidings- en stromingsmodellen. Concentratiebeelden zijn toepasbaar in monitoringsprogramma's als aanvulling op de puntmetingen en ze kunnen gebruikt worden voor meetnetoptimalisatie. Aanbevolen wordt deze methode te implementeren in het monitoringprogramma van het Usselmeergebied.
De toepassingsmogelijkheden van remote sensing satellietopnamen voor het waterkwaliteitsbeheer van de Friese Meren D H V Raadgevend Ingenieursbureau b.v. B C R S 88-17, 1988 In dit rapport wordt een beschrijving gegeven van toepassingen van digitale remote sensing satellietopnamen voor het waterkwaliteitsbeheer van oppervlaktewateren in het algemeen en van Friese meren in het bijzonder. Met behulp van satellietopnamen is ook een evaluatie gemaakt van het meetpuntennet van de Hoofdgroep Waterstaat en milieu van de provincie Friesland, afdeling Waterkwaliteitsbeheer. Conclusie: In het project werd een multi-temporele analyse uitgevoerd, waarbij met behulp van digitale beeldverwerking en meervoudige regressietechnieken met succes uit twee satellietopnamen van 16-6-1986 en 3-8-1986 kwantitatieve kaarten van chlorophyl-a, zwevend stof en zichtdiepte op een schaal van 1:50.000 vervaardigd werden van de Friese meren. Op grond van de vervaardigde kwantitatieve kaarten blijkt dat de spreiding van de concentraties in de meren aanzienlijk is, een aanpassing van het huidige meetpuntennet is aan te bevelen, waarbij gelet dient te worden op een optimale afstemming
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
tussen het bemonsteringsprogramma van de waterkwaliteitsbeheerder parameters, aantal meetpunten en dergelijke en de satelliet overkomsten.
wat betreft opname-frequentie,
pag. 53
pakket van
Troebelheidspatronen in de deltawateren van ZW-Nederland op T M en M S S satellietbeelden J. Stronkhorst B C R S 86-06, 1986. Onderzoek naar het gebruik van Landsat 5 satelliet TM en MSS beelden voor het waterkwaliteitsonderzoek in het VooT aeze studie zijn 4 TM en 4 MSS beelden verwerkt. De parameter waarmee in kustwater resultaten te verwachten zijn is zwevend stof.ln dit rapport wordt gesproken van troebelheid (secchi-diepte) i.p.v. zwevend stof omdat andere stoffen de herkenning van zwevend stof kunnen beinvloeden, maar deze parameter is in kustwater wel sterk gecorreleerd met het zwevend stofgehalte. , De beeldverwerking en beeldinterpretatie draagt een kwalitatief karakter aangezien grondwaamemingen ontbreken van zowel water als atmosfeer. . , Geconcludeerd kan worden dat Landsat TM en MSS voorlopig niet geschikt zijn om in aanmerking te komen voor een operationeel waterkwaliteitsmeetsysteem. Wel kunnen de satellietopnamen een kwalitatief beeld opleveren van de waterkwaliteit en dus geschikt zijn voor algemeen, orienterend onderzoek, waarbij een globale indruk van de ruimtelijke verdeling gewenst wordt.
Remote sensing en waterkwaliteit in het Usselmeergebied. Projectgroep "Remote sensing en Usselmeergebied" R W S M D L K - R - 8 5 3 7 , 1985. Een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van Remote Sensing technieken in het waterkwaliteitsonderzoek van het Usselmeergebied gericht op satellietwaarnemingen in het zichtbare licht en het nabij infrarood (Landsat-MSS). Ten behoeve van de (kwantitatieve) beeldverwerking zijn een aantal beelden geselecteerd, vanwege de beperkte hoeveelheden monsters op andere data is het beeld van 10 augustus 1983 uitgekozen. Conclusie • De resultaten van de studie zijn veelbelovend. MSS-waarnemingen geven een goed beeld van de ruimtelijke variatie van optisch waarneembare stoffen en processen. Naast het onderzochte chlorofyl en zwevend stof zijn er mogelijkheden voor onder meer humuszuren, doorzicht, temperatuur en stromingsverschijnselen. Het uitgevoerde onderzoek biedt voldoende perspectieven voor een daadwerkelijke inpassing van remote sensing technieken bij het waterkwaliteitsonderzoek in (ruime) binnenwateren.
Remote sensing of water quality of shallow sea and bay. L i Yinxi, C h i Yaobin, L i Tiefang (P.R. China) Proceedings Int. Symposium Remote Sensing and Water resources, Enschede, The Netherlands, 1990. This paper discusses how to pick up water quality information based on image processing and fuzzy criteria method To evaluate the present status of the sea area (around the Miao Island, Bohi Sea, China) water resources and to improve the water quality using Landsat 4, 5 MSS and TM data as the information source and the surveyed data of sea surface as control parameters. ... Conclusion: Shallow sea satellite remote sensing can provide a lot of environmental information relevant to water quality. There are advantages of grand view, audio-visual information, continuity, near real-time and complex. It is one of the important compensation and extension of actual on site surveying. It can be used to increase the effectiveness of water quality investigation in large sea area.
Eutrophication observed by remote sensing; a distant point of view T . H . L . Claassen Water management and Remote sensing, Proceedings and information no. 42, 1990 In the project the possibilities were studied to use Landsat Thematic Mapper images of 1986 for water quality applications in the Frisian Lakes. Some results of the project will be presented and discussed, from the perspective of the additional value of remote sensing application for (routine) water quality monitoring. One of the main water quality problem in shallow Dutch lakes is the eutrophication. By mass starvation of algae there are serious oxygen problems and sometimes fish mortality. Eutrophication and its effects is dynamic, temporarily and spational. For an effective programme of combatting it is necessary to know about patterns and processes of algae growth and mass algae occurence. Conclusion: The remote sensing images showed differences in water quality within and between the lakes, not yet known from routine monitoring programme. . When taking the ranges in mind of the separate lakes it seems that greater the lake, the greater the w,th,n-lake variability. This should be considered when revising the monitoring programme.
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 54
The advantages and drawbacks of remote sensing application for routine water quality monitoring are as follows; advantages: map covering images patterns become visual give insight in the possibility of improving the monitoring network knowledge extension drawbacks: limited to a few water quality parameters limited resolution dependence of specialists risk of bad weather conditions by overpass; limited useful images
Pollution monitoring of the North Sea using N O A A / A V H R R imagery D . Spitzer, R . Laane, J . N . Roozekrans, Int. J. Remote Sensing, vol.11, no.6, pp. 967-977, 1990 Conclusion: Remote sensing is a powerful tool for assessing the changes in the concentration of suspended matter, particularly since these changes are not restricted to small scales, but influence the ecosystem in large parts of the productive coastal zones. The distribution of suspended matter in the surface layer determined by remote sensing, can be translated to distribution of light penetration in the water. Combining the nutrient and the light penetration distribution it is possible to detect areas of potential eutrophication. Eutrophication is just one of the pollution-related problems which can be studied by remote sensing. Oil spills at sea can also be directly followed by remote sensing.
Multispectral remote sensing of nearshore suspended sediments: a pilot study P J . Curran, J . D . Hansom, S.E. Plummer, M . I . Pedley Int. J. Remote Sensing, vol.8, no.l, pp. 103-112, 1987 The aim of this pilot study is to assess the accuracy with which airborne MSS data can be used both to estimate and to map the concentration of suspended sediment in nearshore plumes and to identify weakness in the methodology used. The 10-20 m. high Pleistocene till cliffs of the Holderness coastline are being eroded at a rate of 1-2 m. a year. This rate of coastline erosion is one of the highest in the world and is responsible for the regular loss of both agricultural land and settlements. Airborne MSS data were collected for a 7 km. stretch of coastline between Skipsea and Atwick at the north end of the Holderness coast. Conclusion: The spectral radiance recorded by this sensor was positively correlated with the suspended sediments concentration (SSC) at the 95 per cent confidence level. The error of SSC estimates, determined by the mean difference between the estimated and measured SSC, was between 343-494 per ccent of the mean SSC. This would result in an accuracy of well below 10 per cent for a five-class classification of the estimated SSC. For future surveys there is a need to reduce errors consequent upon the areal vertical and temporal variability of SCC, the problems of inversion and presence of white-caps. (Very high values of spectral radiance can be attributed to sub-resolution white caps. Future work should be avoid sampling very close to the shore.)
Chlorofyll-a estimation in New Jersey's coastal waters using Thematic Mapper data S. Bagheri, R . A Dios Int. J. Remote Sensing, vol.11, no.2, pp. 289-299, 1990 The goal of the study was to establish a correlation between total plankton content and remote sensing signals indicating the relative degree of eutrophy and productivity in New Jersey's coastal waters. For the purpose of this study, existing Landsat-5 TM digital data, aquired on 1 September 1985, along with the sea truth observations, were obtained for quantitative analysis. The study area is the Inner New York Bight extending from eastern Rockaway Beach, Long Island, south-west to Sandy Hook and south to Long Branch, New Jersey. This region constitutes an extremely complex system involving the interaction of tidal and wind-driven currents modified by freshwater discharges from the Hudson, Raritan, Navesink and Shrewsbury Rivers. Conclusion: The major benefit of this study is to determine the trophic state of New Jersey's coastal waters, producing a data set which was previously unavailable and will serve as a basis for the development of water quality parameter modelling.
A multi-temporal study of chlorophyll-a concentration in the Albufera lagoon of Valencia, Spain, using Thematic Mapper data M J . Lopez Garcia, V . Caselles
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 55
Int. J. Remote Sensing, vol.11, no.2, pp. 301-311, 1990 A multi-temporal study of chlorophyll-a concentrations, has been made by means of Landsat-5 TM band 1 in the Albufera of Valencia, a hypertrophic lagoon of shallow depth. The relationship between this parameter and satellite data was set up from in situ measurements and current satellite data obtained in a campaign from 22 July 1985. This relation has been applied to images of different dates by using a simple procedure of correction, which is based on the use of selected surfaces whose ground reflectance is assumed to be constant with time. Conclusion: Good results were obtained and chlorophyll-a concentrations have been determined with an error of 20 percent. The detailed spatial distribution of chlorophyll-a concentrations can be determined from the images to an extent that cannot be achieved by means of sampling campaigns alone.
Mapping of water quality in coastal waters using Airborne Thematic Mapper data J.C. Rimmer, M . B . Collins, C B . Pattiaratchi Int. J. Remote Sensing, vol.8 n o . l , pp. 85-102, 1987 Airborne Thematic Mapper data from the NERC MSS-82 campaign in Swansea Bay, Bristol Channel, England, have been correlated, in linear and multiple regression analyses, with measured water quality parameters: suspended sediment concentration (SSC), mean grain size of material in suspension, surface salinity and chlorofyll-a concentrations. The spectral wavelength providing maximun information on the distribution and concentration of water quality parameters are determined. Conclusion: . . It is shown that particle size influences the spectral signature of suspended sediment, and that there is a masking effect of high SSCs on the spectral reflectance of chlorofyll. Multiple regression equations are derived and applied to the digital remotely-sensed data, to produce thematic maps of water quality, the maps are compared to sea truth data. It is concluded that airborne remote sensing provides useful means of mapping surface quality in coastal regions.
Mapping of phytoplankton by solar-stimulated fluorescence using an imaging spectrometer J.F.R. Gower, G . A . Borstad Int. J. Remote Sensing, vol.11 no.2, pp. 313-320, 1990 This study presents the first example of a remote sensing image of the solar-stimulated fluorescence emission from marine phytoplankton. The measurements were made with a prototype imaging spectometer (the Fluorescence Line Imager, FLI) designed to have sufficient sensitivity and spectral resolution to detect and map the relatively narrow band solar-stimulated chlorofyll fluorescence emission at 685 nm. The narrow band fluorescence signal can be relatively easy separated from other components of the backscattered radiance and can give information on the physiological state of the phytoplankton. Conclusion: Successful imaging using this technique demonstrates a new capability in remote sensing of the oceans, note; The data collected with the Coastal Zone Color Scanner (CZCS) in the period 1979 to 1986 demonstrated the value of space observations of water-leaving radiance. Similar data are aspected to be available again beginning in 1992 with the launch of the SeaWIFS sensor on Landsat-6.
The remote sensing Loosdrecht Lakes project A . G . Dekker B C R S 90-29, 1990 This report contains the results of a research into the application of passive remote sensing techniques to water quality detection. Within this context water quality is defines as: the changes in type and/or concentrations of water constituents caused by man-induced eutrophication. Remote sensing of lake and river water quality is a useful technique for assessing and understanding its gradients and dynamics. . Any research involving remote sensing of water quality in the optical and nearby infrared wavelengths involves analysis of the spectral signature of the water under obsevation. A trade off must be made with regard to spectral band width. Specific spectral features, such as photosynthetic pigment absorption, requires narrow bands. Narrow bands vause a decrease in absolute radiance levels. To obtain sufficient signal to noise ratios the radiometric resolution must be high at the typically low radiance levels of water bodies. The current satellite systems, such as Landsat TM and SPOT, are only moderately adequate for measuring water quality features, such as suspended matter and algal concentrations. TRhey lack sufficient spectral and radiometric resolution. The nearby infrared channels of both satellite systems for discovering and monitoring algal surface layers is very good. Airborne remote sensing systems may be divided into multispectral scanners and imaging spectrometers. For spectral signature analysis purposes the imaging spectrometers are very important. They are the only instruments that can measure the spatial variability of the spectral signature of water bodies. Currently they are still in a development stage, and should be considered as valuable research tools. Multispectral scanners for water quality assessment should make use of specific spectral bands, positioned to measure the expected spectral signatures as efficiently as possible.
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 56
12 Literatuur betreffende bodemdiepte Bepaling van de zeediepte uit Landsat T M beelden Marlies de Gunst R W S M D - L K S - R - 9 0 2 0 , januari 1990. Doel van de studie met behulp van interpretatie van satellietbeelden een ruwe bathymetrische kaart te maken, waarna opvallende plaatsen kunnen worden belood om nauwkeurige dieptewaarden te verkrijgen. Het testgebied, een ondiepe bank, ligt ten zuidwesten van het eiland Saba, dat deel uitmaakt van de Bovenwindse eilanden van de Nederlands Antillen. Het water is kraakhelder zodat de straling dieper kan doordringen dan in Nederlandse wateren. De gemiddelde diepte ligt tussen 15 en 30 meter. Gebruik is gemaakt van het satelliet beeld LANDSAT TM 5 band 1 en 2. De bathymetrische kaart vervaardigd uit LANDSAT-opname wordt vergeleken met de hydrografische kaart van het gebied. Conclusie: het geselecteerde gebied is niet zo geschikt voor zeedieptebepaling met behulp van Landsat TM, daar de banden niet diep genoeg doordringen om de grote diepten die in het gebied voorkomen te bepalen. Aangezien het geselecteerde gebied als representatief voor de gehele Sababank mag worden beschouwd, is Landsat TM niet geschikt voor dieptebepaling van de Sababank.
Karteren van bodemdieptes en bodemsamenstelling m.b.v. Landsat-TM R. Lagerberg R W S , D G W , maart 1989. Doel: het bepalen van de bodemdiepte en bodemsamenstelling met behulp van Landsat-TM beelden. Het onderzoek richt zich op een getijde gebied met een zeer afwisselende morfologie en zeer veranderlijke condities (eb, vloed, stroomsnelheden, bodem, vegetatie) ten zuidoosten van Texel. Het Waddengebied vertoont hier een grillig patroon van stroomgeulen, prielen, platen, en slikken. Het diepste gedeelte is 20-35m. beneden NAP en het ondiepste gedeelte valt bij laagwater droog. De totale oppervlakte is 215 km . Voor het onderzoek naar de bodemsamenstelling is een groter gebied geselecteerd ten oosten van Texel met een totale oppervlakte van 970 km . Gebruik is gemaakt van Landsat TM beeld 16-06-1986 band 1, 2 en 3 en beeld 05-07 1986 banden 1, 2, 3 en 4. Resolutie 30 bij 30 m. Het tijdsverschil tussen de satellietopname en de opname van bodemgegevens is 3-4 jaar. Uit het onderzoek is gebleken dat bepaling van waterdiepte uit satellietgegevens vrij goede resultaten oplevert. Zeker de resultaten van de methode waarin met genormeerde banden wordt gewerkt zijn positief. De moeilijkheid bij bathymetrisch onderzoek is nog steeds het corrigeren van het storende effect van verschillen in bodemsamenstelling en van de waterkolom. Het onderzoek van de bodemsamenstelling is vastgelopen in het feit dat er geen juiste gegevens beschikbaar waren. 2
2
Quality analysis of water depth mapping by means of Landsat-TM W . van Hengel R W S M D , november 1988. Investigation on the application of the algorithm for water depth for TM imagery in the Dutch coastal seas developed by Lyzenga. This method is based on an assumed linearity of the first principle component of the logarithms of the wavebands of the satellite imagery with the water depth. The absolute water depth (dm) can be computed by calibration, applying several reference points where the true depths are known. Conclusions: The method of rotation according to Lyzenga can be used for extracting water depth from satellite imagery. Maps of relative water depth can be computed without any sea truth knowledge. If in heterogenous water regions only a single satellite image is available, the reliability of the computed water depths is poor due to the disturbing influence of the suspended matter content of the water masses. Reliability maps can be deduced using multi temporal imagery when the time period between the image recordings is short compared to the morphological time scale. In tidal and estuarine regions the incoming tide imagery is to be prefered due to the generally lower turbity of the flood water.
Multi-temporal water depth mapping by means of Landsat-TM W . van Hengel, D . Spitzer Int. J. Remote sensing, vol.12, no. 4, pp. 703-712, 1991. Zie vorige stuk
Water depth mapping bij means of landsat-TM W . van Hengel, D . Spitzer B C R S 88-12, 1988.
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 57
zie vorige stuk
Passive optical bathymetry with C A E S A R M . van den Laan RWS, D G W , B C R S 90-25, 1990. In addition to experiments with passive optical bathymetry with Landsat-TM a new project 'CAESAR-bottom has been started to compare the accuracy of the estimated depth of CAESAR with those of Landsat-TM. The CAESAR images of IJmuiden (30-6-1989) are contaminated by surface and atmospheric effects, like waves, slicks, wakes from ships, and a sliqht haze. Depth estimation will suffer from these effects. Conclusion- The results of the depth estimation by CAESAR are not promising. CAESAR is able to see the bottom up to 6-8 m but the correlation with depth is rather poor. Nevertheless, the correlation coefficient and residual error are better than the results of depth estimation with Landsat TM at the same location. Until now, application of passive optical bathymetry in the Dutch coastal waters did not give a depth estimation that is accurate enough to replace traditional methods. However, in clear waters it can be a useful method for obtaining a first impression of a large area.
Bathymetry in Indonesian coastal waters, a first pilot study G . H . F . M . Hesselmans Delft Hydraulics, B C R S 90-26, 1990. A method to extract bathymetric information by using satellite remote sensing methods has been developed by Delft Hydraulics It can be used complementary to existing advanced conventional techniques operated from ships. Ship based instruments can provide detailed and accurate bathymetric information, but only on small areas. Bathymetric information obtained from remote sensing observations is not very accurate, but covers very large areas. Therefore a combination of both remote sensing technique and available field data can be applied to cover a much larger area. The bathymetric estimation technique uses satellite imagery in the visible part of the electromagnetic spectrum. The algorithm uses the two-flow transfer model proposed by Spitzer and Dirks (1987). Spatial variability of water and bottom compostion is taken into account. The technique was already applied in the Dutch coastal zone in a joint project by the Department of Transport and Public Works (Rijkswaterstaat), Tidal Waters Division and Delft Hydraulics. The technique has also been applied in a pilot project for the purpose of mapping the Saba Bank in the Carribean Sea. Since water quality conditions in this area are comparable to the conditions in the Indonesian coastal waters, it is expected that the bathymetry technique can successfully be apllied in Indonesia. Therefore Delft hydraulics initiated a pilot project to study the applicability of this technique in Indonesian coastal waters. The objectives of this study are: . 1. Identification of potential users of remote sensing techniques, in particular bathymetry, and their activities and requirements. 2 Assessment of the technical applicability of the technique in Indonesian coastal waters. 3. Assessment of the operational and commercial applicability of the technique in Indonesian coastal waters. 4. To raise the interest of, and to transfer knowledge to, potential users. To identify potential users the Indonesian National Aeronautics and Space Institute (LAPAN) and the Netherlands Embassy in Jakarta were approached. The Indonesian National Aeronautics and Space Institute (LAPAN) was approached as a counterpart because of its national task to stimulate remote sensing, and its already existing infrastructure to receive and process satellite imagery. To investigate the technical applicability of the technique a bathymetric map of Jakarta Bay based on satellite imagery was constructed. Both the operational and commercial applicability were studied by comparing the costs of producing bathymetric charts based on conventional techniques and based on remote sensing. Futhermore, a first transfer of knowledge was performed by organizing a short intensive training.
On the applicability of C A E S A R for the remote sensing of bottom depth and bottom composition of shallow waters G . Marees, D . Spitzer B C R S 89-13, 1989. In this report the applicability of the multispectral aircraft scanner CAESAR (CCD Airborne Experimental Scanner for Application in Remore Sensing) for remote determination of bottom features is treated. In shallow waters the waterleaving irradiance spectra are not only determined by absorption and scattering of downwelling solar radiance in the watercolumm but also the reflection of irradiance at the seabottom is of substantial influence on these spectra. The mam advantage of CAESAR over the Landsat MSS and TM, Spot HRV and the NOAA-AVHRR scanners is that more spectral bands are available in the visible part of the spectrum (6 bands, bandwith 20 nm.) A second advantage is that the spatial resolution of CAESAR (1.5 x 3.7 m.) is much higher than these of Landsat and Spot (20 - 30 m.). The high spatial resolution makes CAESAR very well suited for mapping of waters with highly variable bottom composition and/or depth. Conclusion: We can conclude that besides the better ground resolution of CAESAR, the accuracy of the CAESAR bottom algotithms is much better than the accuracy of the similar algorithms derived by Spitzer and Dirks (1987) for Landsat TM, MSS and Spot-HRV The accuracy of these algorithms is about a factor of 2 better than the similar algorithms found for Landsat TM Also the CAESAR scanner can unambigiously discriminate between the three different bottom types without
pag. 58
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
the use of a priori knowledge on water quality and/or bottom depth. The penetration depth found for the CAESAR algorithms is much larger than these of the satellite scanners (till 31 m. depth). In order to test the appl.cab.hty of the bottom algorithms in a practical situation, preperation for a CAESAR experiment are in progress.
Bodem en water, een Landsat T M beeld van de Waddenzee K . Philippart N I O Z , Texel, 86-10, 1986
Het gebruik van Remote Sensing voor een Geomorfologische kartering van de Waddenzee I. van der V e n Stagerapport, Delft, 88-10, 1988 Het doel van dit onderzoek is te bepalen in hoeverre RS-beelden te gebruiken zijn bij een geomorfologische kartering van S n ^ d e X v a n de Waddenzee is gekozen als zijnde representatief voor de geomorfologische elementen van de totale Waddenzee nl het aebied tussen Ameland en Friesland. voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende Landsat satellietbeelden; Landsat MSS 28-07-1973, Landsat MSS 01-11-1980, Landsat TM 16-06-1986, Landsat TM 05-07-1987. Deze beelden zijn na enige voorbewerkingen geschikt gemaakt om te combineren en interpreteren. De volqende qeomorfologische elementen zijn uit de beelden te halen: .. goed zichtbaar zijn de laagwaterlijn, schelpenbanken, het totale overzicht over het gehele gebied, extuurverschillen, landaanwinningswerken, steilranden, algen- en wierenconcentraties en veranderingen in de ligging van de geulenstelsels in de tijd . . , , matig zichtbaar zijn de dieptelijn van -2 m. NAP, hoogteverschillen in het terrein, pnelen, en vloedscharen. 9
HeTbl ijttdat RS-satellietbeelden zeker een bijdrage kunnen leveren aan de geomorfologische kaart van de Waddenzee. De kracht zit in het totale overzicht dat ermee verkregen wordt en de veranderingen in de tijd die men ermee kan bekijken. Het verdient daarom aanbeveling om vooral deze laatste mogelijkheden verder uit te zoeken, en te bekijken hoe men deze elementen kan inpassen in het vervaardigingsproces van de geomorfologische kaart.
Explorative measurements on the possibilities to observe river bottom topography with S L A R G . van der Burg B C R S 90-23, 1990 In this note the results are given of an explorative study on the possibilities to observe river bottom topography with the Dutch Digital SLAR. It is known that under suitable conditions sea bottom topography is visible on radar images Conclusion: The present explorative study indicates that radar observations of river bottom topography will only be a very limited tool at most to apply operationally.
Morfodynamica van intergetijdegebieden A . J . F . van der Spek, H.H.S. Noorbergen B C R S 92-03, 1992 In dit onderzoek is de toepassing van satellietbeelden bij de studie van geomorfologische ontwikkeiingen in een intergetijdegebied als het Nederlandse Waddengebied getoetst. De synoptische weergave van het hele gebied de hoge requen ie van de opnamen en de betrekkeiijk korte voorbereidingstijd voor het maken van overzicht maken deze methode veelbelovend. Daarnaast is vastgesteld welke criteria bij het selecteren van bruikbare opnamen een rol spelen en met wat voor intervallen bruikbare beelden beschikbaar zijn.
o t t n ^ o T ' m o S k ^ o S n t e . a , te kunnen gebruiken is gekozen voor Landsat MSS-opnamen, regelmatig ingewonnen z n. Geschikte beelden zijn geselecteerd op grond van de volgende w ^ n b ^ i r ^ laagwater en de verdeling van de waterstanden over de Waddenzee. Uit de periode van 1975 tot 1 9 8 0 ^ 124 wcfkenloze beelden (wolkenbedekking maximaal 20%) beschikbaar, waarvan 28 beelden aan de a * m t o n aarcta* van waterstanden (zo laag mogelijk in een zo groot mogelijk deel van de Waddenzee) en getijfase (st,jgendI water in het Marsdiep en zakkend water in de Eems/Dollard) tegemoet kwamen. Deze 28 beelden konden onderverdeeld in vijf groepen met vergelijkbare waterstanden en getijfasen. De maximale wolkenbedekking van 20 k werd soms als storend ervaren. Daarnaast bleek de beelduitsnede niet constant te zijn. u S d e p is gekozen voor de opnamen van 5 mei 1975, 1 november 1980 en 11 mei ™ van alle het Nederlandse Waddengebied geheel te dekken. De aanvulling van de opnamen urt 197 an 1980 1 ^ 9 .an problemen op Bij aanvulling van de opname uit 1988 moest gekozen worden voor opnamen u,t 1987, waarmee het Sitangspunt van synoptiek voor het hele gebied geweld werd aangedaan. Bij het combineren van meerdere opnamen zijn de waterstanden steeds als uitgangspunt gebruikt.
XS^Sn^SS
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 59
De geselecteerde opnamen zijn geometrisch gecorrigeerd, terwijl de pixelgrootte teruggebracht werd tot 50 x 50 m. Daarna zijn false colour composieten en verschilkaarten voor de banden 5 en 7 gemaakt. [Beeldinterpretatie en morfologische veranderingen De false colour composieten van de banden 7, 5 en 4 geven veel detail van de bij hoogwater droog blijvende zandplaten weer. De composieten van de banden 6, 5 en 4 geven daarentegen veel detail van het intergetijdegebied. De beelden gemaakt aan de hand van band 5 geven veel informatie weer, maar kunnen moeilijk worden gei'nterpreteerd. De beelden van band 7 geven een maximaal onderscheid tussen water en land, waarmee het intergetijdegebied goed te bestuderen valt. Verschilkaarten, gemaakt door twee opnamen verschillend in te kleuren en over elkaar te leggen, geven een uitstekend beeld van de morfologische veranderingen. Combinatie van drie verschillende beelden maakt interpretatie erg moeilijk door het complexe kleurenpatroon dat daarbij ontstaat. Verschilkaarten, gemaakt aan de hand van beelden waarvan de contrasten door filtering zijn versterkt tot contourlijnen, geven de geomorfologische veranderingen minder duidelijk weer. Met name intensiteitsverschillen tussen de beelden wordt zeer storend versterkt. De verschilkaarten laten duidelijk de verandering in grootte en orientatie van geulen en platen zien. Met name de veranderingen in de zeegaten tussen Terschelling en Ameland, en tussen Ameland en Schiermonnikoog zijn opvallend. Deze veranderingen maken deel uit van een cyclische ontwikkeling, welke met behulp van een reeks lodingskaarten geillustreerd kan worden. De ontwikkeiingen in de zeegaten leiden tot duidelijke wijzigingen in de geulpatronen in de kommen en op de wantijen. Een relatie tussen geulmigratie en wantijverplaatsing blijkt duidelijk uit de beelden. Deze ontwikkeiingen zijn goed te volgen door het integrale beeld dat de satelliet-opnamen geven van de geulpatronen. Met lodingskaarten is dit niet het geval. De dichtheid van de informatie is op lodingskaarten niet in twee richtingen gelijk. Daarbij komt dat de morfologie alleen afgeleid kan worden uit de ingetekende contourlijnen, welke met grote intervallen (enkele meters) worden weergegeven. De remote sensing-beelden daarentegen geven geen betrouwbare informatie over vorm en diepte van de geulen onder het wateroppervlak. Ook kunnen de morfologische veranderingen niet worden gekwantificeerd door middel van kubering. Slechts de veranderingen in het platte vlak kunnen worden opgemeten. Bndcondusie Bij de bestudering van de morfodynamica van intergetijdegebieden kunnen satelliet-opnamen een waardevolle bijdrage leveren. Door combinatie van verschillende opnamen kunnen veranderingen in de morfologie betrekkelijk snel, eenvoudig en goedkoop zichtbaar worden gemaakt. Een belangrijk voordeel daarbij is dat een overzicht van een uitgestrekt gebied wordt verkregen. De methode kan zinvol worden gebruikt om veranderingen te volgen en aan de hand van de vastgestelde ontwikkeiingen te beslissen tot detailstudies. Bij de selectie en interpretatie van de satelliet-opnamen is het noodzakelijk voldoende informatie over waterstanden en het verloop van het getij te hebben. Indien de controle op waterstanden gering is, kunnen geconstateerde verschillen niet met zekerheid als morfologische veranderingen worden gei'nterpreteerd. Bij een gebied met een gecompliceerd getijverloop als de Waddenzee zijn waterstandswaarnemingen op veel verschillende punten noodzakelijk. In gebieden met een betrekkelijk eenvoudig getijverloop zal dit veel minder spelen.
13 Literatuur betreffende bodemsamenstelling Sediment-samenstelling in het Eems-Dollard gebied. E e n kartering met behulp van Landsat 5 TM Isabel van der V e n R W S , D G W , juni 1990. Doel van het onderzoek om met Remote Sensing technieken de mogelijkheid te onderzoeken van het in kaart brengen van de granulaire sedimentsamenstelling van het Eems-Dollard gebied. De belangrijkste fractie in het sediment is de kleifractie, dwz alle deeltjes kleiner dan 2 mu. Deze fractie is in het kader van beheer zo belangrijk omdat zich hieraan de contaminanten (de (an)organische microverontreiniging) hechten. Het Eems-Dollard gebied is gelegen in het oostelijk deel van de Waddenzee, tegen de Duitse Grens met een omvang van grofweg 40km bij 40km. Gebruik is gemaakt van Landsat 5 TM, 5 juli 1987. Verspreid over het Eems-Dollard gebied zijn 667 lokaties bemonsterd met een regelmatig grid van 1 x 1 km. Aangezien de dataset te omvangrijk was om mee te werken is gekozen voor een deelgebied: de plaat Hond-Paap, 11.3 bij 6.5 km. Gebruikmakend van de aangeleverde bemonsteringsdata van het Eems-Dollard gebied is op drie verschillende wijze getracht om de spreiding van klei in kaart te brengen: via kartering uit satellietdata met behulp van het regressie-model via handmatige interpolatie via interpolatie met de computer Conclusie: Aangetoond is dat de kartering van de hoeveelheid klei uit satellietdata op de droogvallende plaat Hond-Paap kan geschieden met behulp van het ontwikkelde regressiemodel.
Het zoeken naar zand op de zeebodem door satelliet remote sensing Volker Stevin B . V , E A R S B . V . B C R S 87-05, 1987.
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 60
Doel van het onderzoek het gebruik van satellietbeelden Landsat-TM voor het zoeken naar zand in ondiepe zeebodems. Als doelgebied is de Baai van Tunis gekozen. De spectrale reflectie van de zeebodem wordt voornamelijk bepaald door: de zeediepte, de reflectie van de bodem, de troebelheid van het water. De methode berust op het gebruik van de blauwe en de groene golflengteband van de TM. Op het bodemreflectiebeeld kunnen een aantal eenheden worden onderscheiden van verschillende helderheid Een omgekeerd verband wordt gevonden tussen de bodemreflectie en de deeltjes grootte van het op de bodem gelegen sediment. Conclusis Samenvattend kan worden geconcludeerd dat Landsat-TM beelden een kosten-effectieve bijdrage kunnen leveren aan het -
opsporen van zand in ondiepe zee.
1.4 Literatuur betreffende biomassaschatting Macrofyten Biomassavariatie van macrofyten in de Randmeren gedurende het groeiseizoen, monsters en luchtfoto's. Deel 1 en 2 C. Meulstee, H . van Stokkom RWS, M D , M D L K - R - 8 5 1 4 , 1985. Doel van het onderzoek is het aangeven van de mogelijkheden voor het gebruik van luchtfoto's ter ondersteuning van de bepaling van de macrofytenproduktie in de Randmeren. Data monstername in de maand juni 1983, data luchtfoto's eind mei tfm eind juli 1983. Binnen een bemonsteringsgebied is niet altijd op dezelfde plaats bemonsterd. Van elk monster werd het drooggewicht bepaald (gr/m*) en de diepte van het proefgebied gemeten. . . . ..„ De densiteit in de drie kleurlagen (blauw, groen, rood) werd gemeten op de monsterplaatsen met een transmissiedensitometer met een meetopening van 3 mm. doorsnede. U-».~K«.II. Conclusie- Tussen de resultaten van beide onderzoeken is een correlatie aanwezig (correlatie-coefficient = 80/o). Het gebruik van luchtfoto's voor het volgen van de ontwikkeling van de macrofytenmassa in de Randmeren lijkt zeker mogelijk. Waarbij de vliegdata dienen overeenkomstig te zijn met de data van de veldbemonsteringen. Voor de eerste veldbemonstering in een seizoen dienen eerst luchtfoto's te worden opgenomen om de macrofytenmassa's te lokaliseren ivm monstername. De monsternamegebieden dienen zichtbaar te zijn op de luchtfoto's. De vluchten dienen alleen te worden uitgevoerd bij lage windsnelheden om hinder van reflecties zoveel mogelijk te voorkomen.
Het gebruik van false colour luchtfotografie bij de schatting van de macrofytenbiomassa in de Oosterschelde C. Meulstee, H . van Stokkom M D L K - R - 8 5 0 9 , 1985. Doel van de studie is onderzoek naar de mogelijkheden van het gebruik van false colour luchtfotografie bij de schatting van de macrofytenbiomassa in de Zandkreek in de Oosterschelde. Een en ander aan de hand van densiteitsmetingen op de foto's en een beperkt aantal veldgegevens. Materiaal: false colour luchtfoto's schaal 1:10000 en 1:20000 datum 30 augustus 1983. Hiernaast zijn op 15, 16 en 18 augustus in totaal 53 biomassamonsters genomen met een opp^ van 0 04 m* elk (20 x 20) cm. In de buurt van de plaatsen waar de veldmonsters zij genomen zijn de densiteiten van 3 kleurlagen op de foto's gemeten met een transmissiedensimeter met een meetopening van 3 mm. schaal 1:10000 en 1 mm schaal 1-20000. Tevens is de bedekkingsgraad van de macrofyten bepaald op de monsterplaatsen bij laag water. Conclusie : False colour luchtfoto's zijn goed bruikbaar als hulpmiddel bij biomassaschattingen van macrofyten De correlatie tussen biomassa en densiteitsverhouding is voldoende hoog om te kunnen veronderstellen dat de gevolgde methode goed bruikbaar is voor een efficiente, nauwkeurige biomassabepaling van macrofyten in de Oosterschelde. De regressielijn van densiteitsverhouding tegen biomassa kan nu worden gebruikt als schatter (ijklijn) om ,n een met bemonsterd veld de biomassa af te leiden uit de foto.
De bruikbaarheid van vliegtuig MSS-opnamen bij de kartering en biomassaschatting van macroalgen en zeegrassen in de Oosterschelde C. Meulstee, H . C . Bakker B C R S 90-09, 1990. Purpose of this study is to investigate the use of airborne MSS images for mapping and biomass estimation of the macrofytes correspondingly to the method based on aerial photography. Research is also carried out on the optimal flight direction for recording MSS-images of intertidal mudflats The method of biomass estimation is based on the assumption of direct relation between measured colour densities and el
S
In AugusTl 988 Deadulus MSS-images were recorded in 7 wavelength bands (450-890nm). Radiometric and geometric corrections were carried out using an ERDAS image processing system. Three Principal Components (PC1/PC3) accounted for 99% of the variation were used in the further investigations.
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 61
The results of biomass estimation using MSS-images were promising. The total biomass estimated amounted to 93 h compared to total biomass estimate of the same area based on aerial photography. Using MSS-images biomass estimates were lower in low coverage classes and a little higher in high coverage classes. Due to the impossibility of mapping vegetation using MSS-images no distinction between species could be made.
De bruikbaarheid van Landsat-opnamen bij waterplantenkartering R . W . L . Jordans, C . Meulstee M D L K R S - R - 8 8 2 5 , 1988. In dit rapport wordt verslag gedaan van het onderzoek naar de bruikbaarheid van Landsat-opnamen voor waterplanten kartering. Het betrof de volgende gebieden en data: Gouwzee, Hoornsche Hop, Gooimeer, Eemmeer, Wolderwijd, Veluwemeer, Drontermeer, Ketelmeer, Zwarte Water, data 2-7 en 3-8-1987. Conclusie: . . . Uit Landsat-TM beelden is een goede interpretatie van de waterplanten bedekkingen in de ruimere binnenwateren te maken. Voor Landsat-MSS is dit beduidend minder het geval. Uit de resultaten blijkt dat de meren niet met een integrale classificatie te verwerken zijn. Dit geeft problemen bij meren waar weinig waterplanten bedekking is. Het is mogelijk om een relatieve verdeling te maken in 4 bedekkingsklassen waterplanten waarbij in de klasse met de dichtste begroeiing aangegeven kan worden waar waterplanten boven water uitsteken. Over de soortensamenstelhng van de klassen is niets te zeggen, omdat geen gebied voorkomt met 100% bedekking van een soort. Daarom is het mogelijk te bepalen of de reflectieverschillen in het beeld waarneembaar zouden zijn. Satellietbeelden vormen een goede aanvulling op andere veldgegevens.
Kartering van vegetaties met handmatige en digitale beeldanalyse E J . van Kootwijk, H . C . Bakker M D - L K R S - R 9 1 1 5 , 1990. Het doel van dit onderzoek was het beoordelen of de wijze van kartering met gebruikmaking van vliegtuig MSS-opname t.b.v. de kartering van macro-algen en zeegrassen in de Zandkreek in Zeeland sneller en efficienter zou zijn dan de traditionele methode op basis van interpretatie van luchtfoto's. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van 23 x 23 cm. kleuren infrarood diapositiven, schaal 1:10.000. Datum 14 augustus 1988 Het grootste deel van de Zandkreek wordt door twee dia's gedekt. De dia's zijn gescand. Dit leverde beelden met een pixelgrootte van 1 bij 1 m. op. Later is ook gebruik gemaakt van een SPOT satellietbeeld (1990) met een pixelgrootte van 20 bij 20 m. De SPOT satelliet neemt o.a. dezelfde kanalen op als de kleuren infrarood film, nl. nabij-infrarood, rood en qroen, alleen de kanaalscheiding is veel beter. Bij handmatige foto-interpretatie wordt behalve van verschillen in kleur en intensiteit ook gebruik gemaakt van verschillen in textuur. In dit onderzoek is bezien of textuuranalyse voor het onderscheiden van soorten ook bij digitale beeldverwerking toepasbaar is. ... . ... In het eindprodukt wordt het voorkomen van vier verschillende plantensoorten herkend. Blaaswier is geclassif iceerd, terwijl Zeegras samen met kaal zand is weergegeven in een reeks met een toenemende vegetatiebedekking. Hiervoor werd een veqetatieindex gebruikt. Zeegras werd gescheiden van de twee overige soorten, groenwier en zeesla, op basis van textuur. Als textuurmaat werd de standaard deviatie van een pixel samen met zijn directe buren gebruikt. In principe is het mogelijk ook groenwier en zeesla op basis van textuur van elkaar te scheiden. Het standaard deviatie filter voldoet hierbij echter met. De beeldtextuur die relevant is voor het visuele onderscheid gaat verloren als de pixelgrootte boven de 2-3 m. komt. In het SPOT-beeld zijn alleen grote vegetatie-eenheden te onderscheiden, en is er geen onderscheid te maken op soortniveau Dergelijk beelden geven echter toch een goede indruk van de verspreiding van biomassa op de slikken. Ms satellietkaarten aangevuld worden met een serie steekproefsgewijze veldwaarnemingen, b.v de soortensamenstelling van de vegetatie, kan snel en met weinig inspanning nuttige informatie worden verkregen.
1.5 Literatuur betreffende beheer en onderzoek Ontwikkeling van een informatiesysteem voor de weergave van remote sensing beelden en andere ruimtelijke gegevens ten behoeve van waterkwaliteitsbeheer in het Usselmeergebied J.W. Miltenburg, H . Buiteveld B C R S 91-05, 1991. Het doel van het BCRS-project is het opzetten van een GIS voor het Usselmeergebied teneinde de toegankelijkheid van de remote sensing beelden voor waterkwaliteitsbeheer te vergroten. Voorbereidend onderzoek naar de rol die remote sensing en geografische informatiesystemen in het waterkwaliteitsbeheer kunnen spelen is uitgevoerd in de BCRS-projecten OP-1.3 en OP-1.9. Om de remote sensing gegevens voor een grotere qroep (potentiele) gebruikers toegankelijk te maken is besloten tot de ontwikkeling van een GIS waarin op eenvoudige wijze gegevens kunnen worden ingevoerd, opgevraagd, weergegeven en geanalyseerd. Het GIS is ontworpen rond pc Arc/Info
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 62
(versie 3.3), waarbij gebruik is gemaakt van de bijgeleverde Simple Macro Language (SML) en TurboPascal 5.0 voor de ontwikkeling van een user-interface. . Het gebied bestaat uit het IJsselmeer, het Markermeer en het Ketelmeer. Het voordeel van remote sensing ten opzichte van puntmetingen komt op deze relatief grote wateroppervlakte het best naar voren. De remote sensing beelden die zijn ingevoerd in het GIS zijn opnamen van zowel Landsat als de NOAA satelliet. De Landsat concentratiebeelden hebben een ruimtelijke resolutie van 100 m. en de NOAA beelden een van 1 km. De NOAA satelliet heeft als voordeel ten opzichte van Landsat dat elke dag opnamen worden gemaakt terwijl Landsat een keer in de 16 dagen een beeld levert. Landsat beelden van het Usselmeergebied kunnen worden omgezet in beelden van de volgende waterkwaliteitsparameters: zwevend stof, doorzicht en chlorofyl. Deze parameters, afgeleid uit satellietbeelden, zijn algemeen bruikbaar bij onderzoek en beheer van de binnenwateren. Uit NOAA-beelden kunnen zwevend stof- en temperatuurbeelden worden afgeleid. Bovendien kan met NOAA-beelden de aanwezigheid van drijflagen worden vastgelegd. Naast remote sensing data zijn er ook andere gegevens, die ruimtelijk gepresenteerd kunnen worden, zoals topografische informatie, modelresultaten, lodingsgegevens en de waterbodemsamenstelling, in het GIS ingevoerd. Concl u si q ' Het systeem is voornamelijk gemaakt met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van satellietbeelden voor waterkwaliteitsbeheer. De ontwikkelde methode voor het maken van een user-interface rond pc Arc/Info met behulp van TurboPascal en macro's kan ook voor andere Arc/Info gebruikers erg waardevol zijn. Met minimale inspanning is de software voor andere toepassingen geschikt te maken. In de onderstaande tabel zijn de in het systeem aanwezige gegevens weergegeven. Bron
Parameter
Gebied
Landsat
zwevend stof
Usselmeer/Markermeer/Ketelmeer
NOAA
zwevend stof temperatuur
IJsselmeer/Markermeer
Lodingen
bodemdiepte
Usselmeer/Markermeer/Ketelmeer
WAQUA-model
stromingspatronen
IJsselmeer
Monstername
samenstelling zware metalen in de waterbodem
IJsselmeer
Toepassingsmogelijkheden GIS Usselmeergebied. Een van de mogelijkheden van het systeem is het ruimtelijk toetsen van waterkwaliteitsnormen. Gezien de vorderingen met het maken van slibverspreidingsmodellen lijkt het gebruik van de zwevend stof beelden voor de validatie en optimalisering van deze modellen een belangrijke toepassingsmogelijkheid. Een andere ontwikkeling op het gebied van modellering is, "data-assimilatie". Hierbij worden gegevens uit verschillende bronnen zoals punt- en raaimetingen en tevens remote sensing data, gebruikt bij de optimalisering van een model. Door de gesignaleerde beperkingen van Arc/Info in een PC-omgeving lijkt het verstandig om de verdere ontwikkeling op een minicomputer voort te zetten.
Interpretatie en identificatie van gebruikersmogelijkheden van N O A A - A V H R R satellietopnamen in het beheer en onderzoek van het Usselmeergebied RIZA, DHV, KNMI B C R S 91-06, 1991. De studie richt zich op een nadere identificatie van gebruikersmogelijkheden van NOAA satellietopnamen, voor het beheer en onderzoek van het Usselmeergebied. De NOAA satellietopnamen werden door ket KNMI geleverd. Meteorologische satellieten zoals de Amerikaanse NOAA satellieten maken zeer frequent opnamen van eenzelfde gebied (2x per dag), waardoor de kans op wolkenvrije opnamen veel groter is. De detail grote is minder (1km. bij 1km.). De monitoring van grotere oppervlaktewateren in Nederland zoals de Noordzee en het IJsselmeer op basis van NOAA satellietopnamen lijkt goede perspectieven te bieden.
oTgrorid van visuele interpretatie van NOAA satellietbeelden kunnen niet-gecalibreerde en gecalibreerde beelden vervaardigd worden die een overzicht geven van de verdeling van totaal zwevend stof, drijflagen van blauwalgen, wateroppervlakte temperatuur (en eventueel chlorofyl-a) van het Usselmeergebied en over de instroming van Usselwater in het IJsselmeer. , . _. . . De aanwezigheid van drijflagen, de instroming van Usselwater en verhoogde chlorofyl concentraties langs de Friese kust kan niet direct uit de satellietopnamen worden vastgesteld zonder additionele veldgegevens. De onderlinge ve^elijkinp van satellietbeelden in de tijdreeksen levert problemen op omdat deze, op temperatuur (SST) slib (TSM) en chlorofyl (CHL) beelden na, niet absoluut gecalibreerd zijn en verstorende invloeden lijken te bevatten. In principe verdienen TSM en CHL beelden de voorkeur, maar dergelijke beelden kunnen lang niet altijd gemaakt worden. Het leren omgaan met satellietopnamen en de hierin aanwezige informatie door eindgebruikers verdient aparte aandacht. Gestreefd dient te worden naar een toepassing van het gebruik van satellietopnamen in praktijksituaties.
pag. 63
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
Remote sensing in inland water management H . T . C . van Stokkom, G . N . M . Stokman Water management and remote sensing, B C R S Proceedings and information no 42, 1990 In water management optical and thermal remote sensing techniques have a evident potential in providing a part of information needed. Airborne and satelliteborne imagery together with water samples enables the supply of synoptic information on a number of water parameters, such as suspended matter content, algae concentration, but also on water surface temperature and presence of water plants. Relevant functions of Intergral Water Management; Social aspects; agriculture, shipping, drinking water supply, industry, recreation, fisheries, minerals Ecological aspects; aquatic ecosystems, terrestrial ecosystems Safety aspects; against flooding, against calamities The remote sensing potential. Information on the spatial distribution of concentrations of water parameters (concentration maps) can be derived for the following water quality parameters: phytoplankton pigments, suspended solids, yellow substances, surface temperature and waterplants. Remote sensing techniques can offer an added value in providing synoptic views over large areas and can serve in maintaining environmental laws by the detection of (illegal) discharges. Operational applications. Remote sensing applications may serve several purposes, such as inventory, monitoring and prediction. Products based on Landsat imagery are water plant maps, concentration maps of optical active water parameters and synoptic images aiming at several goals. Products based on NOAA-AVHRR imagery are data maps of suspended matter content, floating blue algae and surface temperature. .. . ,. . . Products based on aerial photography are spatial information maps on distribution, species composition, density and in some cases biomass of water plants. Also aerial photography is used to get a synoptic view over relatively small areas, such as rivers, small lakes and harbours. Drifting ice on rivers, small scale behaviour of suspended matter, recreation distribution and statistics and environmental control. Thermal scanning products are detection of discharges and monitoring surface current patterns and dispersion. Conclusion: In conclusion it is stated that remote sensing is providing a wide spectrum of instruments adequate for measurements with a synoptic character and a capability beyond human observation. The contribution is mainly additional, which means that in most cases existing measurement techniques and strategies can be optimised but hardly be replaced. x
Inventarisatie mogelijk gebruik van
Coastal Zone Colour Scanner ( C Z C S ) beelden in
de
Nederlandse situatie Jordans R , R. Allewijn, A . Pellemans MDLKR-R-9134. In dit rapport wordt een korte inventarisatie gegeven van het mogelijk gebruik van Coastal Zone Colour Scanner (CZCS) beelden voor water- en landtoepassingen. Hiervoor worden een aantal illustratieve beelden gepresenteerd van het IJsselmeer/Markermeer gebied, de Zeeuwse Voordelta, het Waddengebied en het Stroomgebied van de Overijsselse Vecht. De beelden geven een indruk van de informatie over de waterkwaliteit (met name zwevend stof en chlorofyl) en de toestand van het landoppervlak. Samen met fysisch achtergrondonderzoek is deze analyse van historisch beeldmateriaal een goede voorbereiding op de komst van toekomstige vergelijkbare satellietsensoren zoals SEAWIFS en MERIS. Voor het Waddengebied en de Noordzee boven de Waddeneilanden zijn 'waterbeelden' (CZCS bandcombinatie 1, 2 en 3) gemaakt, analoog aan het IJsselmeer/Markermeer en de Zeeuwse Voordelta. Conclusie- Als gevolg van het geringe aantal geschikte beelden en onzekerheid over exacte opnametijdstippen in relatie tot waterstanden voor het Waddengebied, bleek het niet mogelijk sedimenttransport tijdens eb-vloed cycli In beeld te brengen. Naast de iets hogere zwevend stof gehaltes in het noordwesten van het geselecteerde gebied (Friese fronten) is alleen boven Ameland en Schiermonnikoog in de beelden van 3-9-1980 en 18-4-1981 een verhoogde troebelheid te zien. Conclusie algemeen: Op dit moment bestaan nog veel vragen op het gebied van de interpretatie van CZCS beelden (satellietsensoren met nauwe spectrale banden en een geringe ruimtelijke resolutie). Deze onduidelijkheden zijn ten dele te wijten aan de nog geringe kennis over exacte reflectiekarakteristieken van diverse waterkwaliteitparameters en landbedekkingstypen.
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 64
B I J L A G E II : Overzicht satelliet-sensoren
o
cn
O
O
N
TS
cn
-t
cn cn
3
X
cn
o
O
CD C
z o
CO
cn cn
•o
I
Io
o +
+
B> ft)
O) O l *
Ol Ol
00
CD
3
3
S OlUl <£!-"•©
o o o
999 00 O) Ol (O oo
3
3
Ol Ol 00 O) 00 Ol
8o
3
3
3
3
3
3
3 3 3 3
3 33
3 3 3 3 33
*. co ro 7f oo -vi CD Ol o o o o o o o o -vl O) oo o o o o
OO
03 O
o o
•vi
CD
oi f co ro -»
155010.42080-
o ro
U M ^
o) ui 01 * o> A - u 0999
S
O) O l
*
o) co ro oi 9999 co o> CD oi ro ro
cn *. co to - M . -1 co -vl cn ro go " o -» o jS _. cn co ^ cn N ^ (D i u, cn co co
o. CT ro ro a
go
3 ^ 3
ro cr ° co o> x o
<"
£ Ii
S ° o o o
CQ
o o I CT
s O
a
ro CD
a ft> co
a. ai
CL
ft) CQ
CQ
ro 3
ro
a to CQ
Qfl) CQ
ro 3
TS
3 ft)
o
S f 3 o
3 2, 3 JD C
P 3"
s CD O
<
ro aT TJ 3 ft) CTCO c -vl CQ 00
o
cn o
35 3 ft) Q.
Og "* 3 -* a>
3 o
P >1
CO CP 3"
ro a. ro
3
9* 3 CD Q_
o' co 00 CD
<S fi
CQ CD CD 3
CD (p 3
| 3 a
CT
§| s
5> 2. o
co "0 O —i X
cn
ro ro
O .Q
CQ CT
CD <
*"
»
£=. • Q . ™ O
o CQ
o 3 ro
pag. 65
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
B I J L A G E III : Overzicht Remote Sensing produkten
Produkt
Techniek
* Zwevend stof of doorzicht
Kaart met concentratiepatronen of Secchidisk diepten (nauwkeurigheid ± 20 cm)
NOAA / Landsat
* Temperatuur
Kaart met temperatuuroverzicht (nauwkeurigheid ± .5 - 1 °C)
NOAA / Landsat / TIR vliegtuig
* Algen
Kaart met verspreidingspatronen van drijflagen
NOAA / Landsat
* Algen
Kaart met chlorofyl-concentraties (nauwkeurigheid ± 30 jig/l)
Landsat
* Waterplanten
Kaart met vegetatiebedekkingen
Landsat / SPOT / luchtfoto's
* Stroming
Kaart met stromingspatronen
Thermische video / TIR vliegtuig / NOAA / Landsat
* Stroming
Kaart met stromingsrichting en -snelheid
Radar vanaf de wal
* Golven
Kaart met golfpatronen
Radar
* Golven
Profiel met golfhoogten langs satellietbaan
Radar-altimeter
* Olie
Kaart met verspreidingspatronen
Vliegtuig radar
* Oevervegetatie
Kaart met vegetaties
Luchtfoto's
* Zeebodemtopografie
Topografische kaart
Radar
* Geulen en platen intergetijdegebieden
Topografische kaart
Landsat / SPOT
* Bodemsamenstelling droogvallende delen
Kaart met zand- / kleigehaltes
Landsat / digitale vliegtuigopnamen
* Vegetatie droogvallende delen
Kaart met vegetatietypen
False colour luchtfoto's
* Vegetatie droogvallende delen
Kaart met bedekking en biomassa
Digitale vliegtuigopnamen
Informatie Hydro-informatie
Geo-informatie
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 66
BIJLAGE IV : Wadden Aktie Plan IV .1 Inleiding Het huidige en het voorgenomen beleid met betrekking tot de Waddenzee is gericht op het terugdringen van de verontreinigingen, het beperken van de verstoring en het beschermen van de natuurlijke waarden en gebruiksfuncties, gericht op een duurzame ontwikkeling. Het onderhavige "Waddenaktieplan" (1990-1995) moet gezien worden als eerste schets van de ideeen die V & W heeft met betrekking tot de uitwerking van de derde nota Waterhuishouding voor de Waddenzee. Het Waddenaktieplan fungeert in het kader als V & W bijdrage aan de discussie over eventuele herziening van de PKB-Waddenzee.
W2 Probleemanalyse Uit een vergelijking van de huidige situatie met het streefbeeld volgt dat er problemen bestaan die i vijftal groepen kunnen worden ingedeeld: 1. verontreiniging en eutrofiering 2. verstoring 3. vertroebeling 4. inrichting en gebruik 5. bestuurlijke organisatie en instrimentele randvoorwaarden
IV.2.1 Problematiek verontreiniging en eutrofiering De effecten op het ecosysteem van de Waddenzee, door de toevoer van verontreinigingen van buiten het Waddengebied (Noordzee, IJsselmeer, noordelijk Stroomgebied) en de directe toevoer door industne en huishoudelijke lozingen en diffuse bronnen (scheepvaart, oeverbescherming, militaire aktiviteiten, visserij aktiviteiten en atmosfeer) zijn: Een afname in populatieomvang van zeezoogdieren en sommige vogels onder invloed van milieuvreemde organische micro-verontreinigingen. De nadelige effecten van nieuwe groepen organische verbindingen, bijv. organotin
houdende
verven, blijken te zijn onderschat. Een verdubbeling van de biomassa en produktie van het macrobenthos en van de primaire produktie onder invloed van eutrofiering. Dit lijkt gunstig, maar zuurstoftekorten en sterfte onder bodemdieren onder rustige zomerse omstandigheden beginnen op te treden, als teken dat het systeem uit evenwicht is. Het zich niet herstellen van de zeegrasvelden in de Waddenzee, mogelijk veroorzaakt door toename van de troebelheid en eutrofiering, de mogelijke invloed van toxische stoffen en de verandering van de infrastructuur. Verruiging (vergrassing) van kwelders onder invloed van eutrofiering. Simplificatie van het ecosysteem, waarbij kleinere kortlevende soorten toenemen. Bovendien is er een duidelijke verschuiving opgetreden ten koste van een aantal schelpdieren en ten gunste van kleinere wormen. Vanaf 1985 is jaarlijks de mosseloogst tijdelijk gesloten geweest, in verband met het optreden van bloeien van toxische algen. Voorheen was deze frequentie eens in de vier jaar. Tevens is de omvang van het besmette gebied uitgebreid. Het aantal vogels dat slachtoffer wordt van olieverontreining is groot. De meest bedreigende vorm van verontreiniging is eutrofiering en de toevoer van milieuvreemde giftige organische verbindingen. Tenslotte is ook voor de Waddenzee de zeespiegelrijzing van belang. De opwarming van de atmosteer (het broeikaseffect) en de uitzetting van het oceaanwater zullen in de Waddenzee in de komende eeuw een zeespiegelrijzing van tussen de 35 en 85 cm. kunnen bewerkstelligen.
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 67
IV.2.2 Problematiek verstoring Verstoring ten gevolge van militaire aktiviteiten, de scheepvaart en de kleine burgerluchtvaart, waar vooral de zeehond en de grote stern gevoelig voor zijn. Verstoring door het onregelmatig spuiregiem van de sluizen in de Afsluitdijk. Bot en zeekat verkeren hierdoor in een ongezonde situatie. Het aantal plotselinge zout-zoet-fluctuatiues is voor een natuurlijke en evenwichtige situatie te groot. Verstoring van zeehond en bodemdieren is bij de huidige visserijaktiviteiten te groot. Verstoring van vogelfourageer- en rustgebieden en zeehondenligplaatsen door recreatie is geconstateerd.
rV.23 Problematiek vertroebeling In grote delen van de Waddenzee is het gehalte aan zwevend materiaal (troebelheid) toegenomen. Hoe meer deeltjes er zijn, hoe minder ver het zonlicht in het water door kan dringen, waardoor minder platengroei mogelijk is en dieren onder water minder kunnen zien. Inrichtingsaktiviteiten zijn hiervoor verantwoordelijk. daarnaast spelen baggeraktiviteiten, het spuiregiem van zoetwaterspuien (IJsselmeer) en een verhoogde algenconcentratie ten gevolge van eutrofiering een rol. Dit heeft geleid tot een ongewenste verschuiving in de samenstelling van de bodemfauna en het verdwijnen van zichtjagende vissen en onvoldoende herstel van het aantal vogels (bijv. ansjovis, zeekat, grote stern) , E r is achteruitgang van wieren en planten die rond en beneden de laagwaterlyn leven. Zeegrasgemeenschappen hebben zich niet hersteld. D e teruggang van het suikerwier is opvallend.
YV2A Problematiek inrichting De waterstaatkundige ingrepen (Afsluitdijk, Lauwersmeer) hebben natuurlijke geleidelijke zout/zoet-overgangen veranderd in moeilijk neembare barrieres. Onevenwichtige inrichting en overmatig gebruik hebben soorten als steur, rog, ansjovis, oester en zeekat tot een onaanvaardbaar niveau teruggebracht. Door de aanleg van de Afsluitdijk en de Lauwersmeerdijk zijn brakwaterzones vrijwel verdwenen en is de natuurlijke gradient in het zoutgehalte verstoord. Het optreden van het grote aantal huidzweren bij bot wordt onder meer aan de sterke zout-zoet-fluctuaties nabij de spuisluizen toegeschreven. Door de toepassing van gladde dijkbekledingsmaterialen (asfalt) en dijkbeschermingsmatenalen (lood- en koperslakken) zijn de schuil- en broedplaatsen van slakdolf en botervisen de vestigingsmogelijkheden van zeeanjelier en suikerwier beperkt.
W2.5 Problematiek gebruik De primaire natuurfunctie van de Waddenzee stelt hoge eisen aan onder meer visserij, recreatie, scheepvaart, landbouw, oppervlakte delfstofwinning en kustverdediging. De mosselvisserij wordt gehinderd door toxische algen. Het milieuvriendelijk aanvoeren (met schepen i.p.v. andere vervoermiddelen) van goederen betekent het onderhouden van havens en scheepvaartgeulen. Baggeren van deze havens is een essentieel onderdeel hiervan. Een goede oplossing voor de berging van baggerspecie ontbreekt nog.
rV.2.6 Problematiek bestuurlijke organisatie en instrumentele randvoorwaarden Bestaande financieringsinstrumenten kunnen optimaler worden benut (derde nota WaterhuishouNoodzakelijke tusentijdse aanpassing van bestaande wetgeving moet nog worden gerealiseerd.
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 68
U i t de probleemanalyse blijkt dat verstoring, vertroebeling en inrichting eenzijdig gericht op landaanwinning en veiligheid tegen overstroming, mede tot de huidige problemen hebben geleid.
IV3 Maatregelen O m de gesignaleerde knelpunten te kunnen aanpakken zijn maatregelen noodzakelijk. De natuurfunctie van de Waddenzee is primair. Dit betekent:
TV3.1 Maatregelen verontreiniging 1.
De nutrientenaanvoer (fosfor, stikstof) vanuit het Waddenstroomgebied, IJsselmeer en Noordzee
2.
moet omlaag. De aanvoer van zeer toxische stoffen moet zeer laag tot nihil zijn.
IV3.2 Maatregelen verstoring 3. 4.
De verstoring van het gebied mag slechts een geringe invloed hebben op de natuurlijke ontwikkeiingen. De visserij, recreatie, luchtvaart, scheepvaart, en ontgrondingen dienen te zijn gezoneerd naar tijd en plaats.
IV33 Maatregelen vertroebeling 5.
De troebelheid (zwevend stofgehalte) moet relatief laag zijn in de westelijke Waddenzee en relatief hoog in de oostelijke Waddenzee, een gradient die van nature aanwezig was, waarbij echter rekening wordt gehouden met de afsluiting van de Zuiderzee.
IV3.4 Maatregelen inrichting 6.
Delen van dijken gelegen onder de hoogwaterlijn (litoraal) bestaan uit milieuvriendelijke materialen.
7.
O p een groot aantal plaatsen zijn natuurlijke kwelders of door landaanwinningswerken gestuurde
8. 9.
kwelders aanwezig. D e gradient in het zoutgehalte van het water van de Waddenzee dient geleidelijk te verlopen. Maatregelen ter bevordering van de vistrek Waddenzee-Usselmeer en Waddenzee-Lauwersmeer worden uitgevoerd.
IV3.5 Maatregelen gebruik 10. 11.
De hoeveelheid (vuile) baggerspecie moet geminimaliseerd zijn. E r zal verbetering van de kwaliteit van de commerciele vis en schelpdieren optreden.
IV3.6 Maatregelen bestuurlijke organisatie 12. 13.
Snelle uitvoering regeringsstandpunt Waddenzeebeleid. Optimale inzet instrumentarium.
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
BIJLAGE V
pag. 69
: Regionota Waddenzee/Eems-Dollard
V . l Inleiding Het beheersplan Rijkswateren wordt aangekondigd in de derde Nota Waterhuishouding. Het beleidsprogramma is in deze Nota zo concreet mogelijk uitgewerkt, maar beweegt zich niet op project niveau. Deze taak is voorbehouden aan het Beheersplan Rijkswateren, welke als wettelijke basis de Wet op de Waterhuishouding vormt. D e bouwstenen voor het Beheersplan Rijkswateren vormen een achttal Regionota's, waaronder de Regionota Waddenzee/Eems-Dollard. De Regionota Waddenzee/Eems-Dollard geeft aan hoe het waterhuishoudkundig beheer t.a.v. water, waterbodem, en oever door Rijkswaterstaat gevoerd zal worden in de planperiode. De regionota geeft daarmee een actualisering en nadere uitwerking van een aantal van de beheersplannen, met name de beheersplannen Water, Bestrijding verontreiniging door olie, Buitendijkse gebieden en Ontgrondingen. D e regionota Waddenzee/Eems-Dollard is opgesteld door de Rijkswaterstaat directies Noord-Holland, Friesland, Groningen en de dienst Getijdewateren, met medewerking van het Directoraat Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken.
V J Probleemanalyse Bij de beschrijving van de problemen die tot de achteruitgang van het ecosysteem hebben geleid, is de volgende indeling gehanteerd: verontreiniging zwevend stof en troebelheid verstoring inrichting en gebruik Naast deze knelpunten t.a.v. het ecosysteem is aangegeven welke knelpunten optreden bij gebruiksfuncties, zoals visserij, recreatie en scheepvaart.
V2.1 Verontreiniging E e n sterke toename van de bevolking, in combinatie met een technologische vooruitgang, heeft er toe geleid dat de afvalstroom enorm is toegenomen. Hierdoor zijn de concentraties van allerlei stoffen in het water, de bodem en de lucht, maar ook in organismen, aanzienlijk verhoogd. D e problemen die hierdoor zijn ontstaan en nog ontstaan zijn legio. Vanwege het grote aantal verontreinigende stoffen is een verdeling gemaakt in vier categorieen: zuurstofbindende stoffen, zware metalen, organische microverontreinigingen en voedingstoffen. - zuurstofbindende stoffen effect — laag zuurstofgehalte, afname diversiteit aan soorten, verdwijnen van vissen en garnalen en een sterke opbloei van draadvormige blauwwieren. - zware metalen effect — acute lethale effecten van verhoogde zware metaalconcentraties op afzonderlijke wadorganismen zijn tot nu toe niet bekend. Dit betekent echter niet dat de huidige verhoogde concentraties zonder meer acceptabel zijn. Z o is bijvoorbeeld aangetoond dat de huidige cadmiumconcentraties in het Waddengebied het zuurstofbindend vermogen van het bloed van de wadpier negatief beinvloeden. Verder kan het ontbreken van duidelijke effecten mogelijk te maken hebben met de eutrofiering van het oppervlaktewater. D e meeste zware metalen adsorberen goed aan organische stof en aan slibdeeltjes,
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 70
waardoor de beschikbaarheid, die afhankelijk is van de werkelijk opgeloste concentraties, laag is eutrofe wateren. Nader onderzoek is daarom belangrijk. - organische microverontreinigingen Deze vormen momenteel naar verwachting de grootste bedreiging voor de Waddenzee. Hiervoor zijn de volgende argumaneten aan te voeren: L sommige stoffen zijn reeds toxisch bij zeer lage concentraties, zoals dioxines en organotinverbindingen, 2. sommige stoffen, zoals PCB's, zijn zeer slecht afbreekbaar en accumuleren geleidelijk in sedimenten en voedselketens, waardoor negatieve effecten pas op langere termijn zichtbaar worden, 3. van veel stoffen is nog weinig bekend over bijvoorbeeld afbraaksnelheid, schadelijkheid van bepaalde afbraakprodukten, accumulatie in organismen en synergische werking, 4. het aantal stoffen en het aantal bronnen van waaruit wordt geloosd is zeer groot. Het meest bekende voorbeeld in de Waddenzee van de schade die door micro-verontreinigingen is aangebracht is de achteruitgang van de zeehondenpopulatie door te hoge concentraties P C B ' s in het voedsel van deze dieren. Ook het verdwijnen van de bruinvis wordt in verband gebracht met P C B ' s . Andere voorbeelden: massale sterfte onder wadvogels in de jaren zestig als gevolg van te hoge concentraties drins (aldrin, telodrin, dieldrin); sterfte, m.n. onder eidereenden, als gevolg van olielozingen. Kleinschalige olielozingen kunnen fataal zijn voor op zee verblijvende vogels. Nader onderzoek is noodzakelijk, vooral betreffende effecten van combinaties van verschillende stoffen. - voedingstoffen De aanvoer van de voedingsstoffen stikstof en fosfaat, ook wel nutrienten genoemd, is sinds 1950 enorm gestegen. Bij een te hoge belasting aan voedingsstoffen gaan allerlei negatieve effecten optreden. E e n kort overzicht van zowel negatieve als positieve effecten: schuimvorming, veroorzaakt door de algensoort Phaeocystis pouchetii zuurstofloosheid, door te hoge algendichtheid; hierdoor sterven populaties bodemdieren af grote hoeveelheden zeesla; veroorzaakt afsluiting bodem, en daardoor stankoverlast verschuiving dominante soort: verschraling van het soortenspectrum vermindering groei grote algen en planten onder invloed van epiphyten toename giftige algen; negatief voor de mosselvisserij toename bodemdieren
toename visvangst, o.a. garnaal, schol, mossel
\22
Zwevend stof en troebelheid
De natuurlijke variatie in de hoeveelheid zwevend stof in het Waddenzeewater is aanzienlijk, maar ook menselijke aktiviteiten zoals baggeren, vissen, het winnen van delfstoffen, storten en afsluiten van zeearmen kunnen van invloed zijn. Het doorzicht of troebelheid van het oppervlaktewater is gerelateerd aan de hoeveelheid zwevend materiaal, maar hangt ook af van de samenstelling van het zwevend materiaal. Vandaar dat het doorzicht beter apart kan worden bepaald. Deze wordt in het kader van het monitoringsprogramma 'Waterkwaliteit Rijkswateren' sinds 1982 gemeten. Zwevend stofgehalte wordt sinds 1972 gemeten. - zwevend stof effect — nadelige invloed groei schelpdieren, toename troebeling. - troebelheid effect — negatieve invloed groei zwevende algen, vastzittende algen (suikerwier), hogere (zeegras), prooidieren in en op het water worden benadeeld. Onderzoek effecten menselijke aktiviteiten.
\23
Verstoring
planten
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 71
Onder verstoring wordt verstaan het verbreken van de toestand van rust (audiovisuele verstoring, verstoring bodemstructuur). - audiovisuele verstoring effect — vormt vooral een bedreiging van de fauna in gebieden die van vitaal belang als rust-, broed-, zoog-, fourageerplaats (zeehond, vogels). - verstoring bodemstructuur effect — dreiging voortbestaan verschillende biotopen, zoals zeegrasvelden en wilde mosselbanken, totale vernietiging bodemfauna (zand- en schelpenwinning), "ondersneeuweffect" bodemfauna (baggerspeciestorting). In de Waddenzee kunnen de volgende aktiviteiten tot verstoring leiden: recreatie scheepvaart visserij zand- en schelpenwinning burgerluchtvaart militaire aktiviteiten
\2.4
Inrichting en gebruik
Door de aanleg van waterstaatkundige werken, zoals de Afsluitdijk, Lauwersmeerdijk en sluizen, zijn niet of moeilijk neembare barrieres ontstaan voor migrerende vissoorten, die vanuit de Waddenzee de zoete wateren willen intrekken. Door deze aanleg zijn de natuurlijke gradienten in het zouth = gehalte van de Waddenzee verstoord. D e spui van IJsselmeer en Lauwersmeer heeft geleid tot een verlaging van het zoutgehalte in een deel van de Waddenzee. Door het spuien treden sterke fluctuaties van het zoutgehalte op. E e n en ander veroorzaakt een verarming van de diversiteit aan planten en dieren, terwijl grote schommelingen visziekten kunnen veroorzaken, vooral huidzweren bij botten. Op[ veel plaatsen is milieuonvriendelijke dijkbekleding toegepast. Vooral door inpoldering in het verleden is er een duidelijke achteruitgang in het kwelderareaal. Het herstel van de zeegrasvelden is in de Waddenzee uitgebleven. De oorzaken hiervan zijn nog onvoldoende bekend. Door zeespiegelrijzing wordt de kans op erosie van buitendijkse gronden en wadplaten vergroot. Knelpunten t.a.v. gebruiksfuncties; De gebruiksfuncties kunnen alleen worden uitgeoefend wanneer ze samengaan met de hoofdfunctie natuur. . visserij . scheepvaart . recreatie
aanwezigheid toxische algen probleem opslag vervuilde baggerspecie (havenbereikbaarheid) watervervuiling voldoet niet aan eisen zwemwater
V 3 Maatregelen Met betrekking tot maatregelen zijn twee uitgangspunten van belang: 1. Continuering van het huidige beleid, 2. Uitvoeren van aanvullend beleid. De belangrijkste maatregelen van het aanvullend beleid omvatten: - Bescherming verontreiniging - Inrichtingsmaatregelen - Geleiding gebruik
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 72
V3.1 Bescherming verontreiniging Bij bescherming verontreiniging gaat het om de volgende maatregelen: verder terugdringing van verontreiniging d.m.v. beste bestaande of best uitvoerbare zuiveringstechnieken en schone technologie invulling geven aan effectgericht beleid. Beoordeling aanvaardbaarheid van restlozingen, die overblijven na uitvoering van de beste bestaande of best uitvoerbare zuiveringstechnieken, op basis van ecotoxicologisch onderzoek invoeren van een nieuw normeringssysteem voor de verspreiding van baggerspecie uit havens installeren van havenontvangstinstallaties sanering van de waterbodemverontreiniging in Delfzijl en Harlingen preventie van calamiteiten op peil brengen van de oliebestrijdingscapaciteit
V32
Inrichtingsmaatregelen
Bij inrichtingsmaatregelen gaat het om de volgende maatregelen: uitvoering van maatregelen om de achteruitgang van de kwelders langs de vastelandskust en op Ameland en Terschelling te stoppen vrij laten van de ontwikkeling van Rottumeroog en Rottumerplaat haalbaarheidsonderzoek herstel geleidelijker zout-zoet overgangen haalbaarheidsonderzoek opheffen barrieres voor trekvissen praktijkproef herintroductie zeegras
V 3 3 Geleiding gebruik Hierbij gaat het om de volgende maatregelen: onderzoek troebelheidsverlagende maatregelen terughoudend beleid zandwinning. Besluitvorming over eventuele verdere afname zandwinning zonering gebruik
pag. 73
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
BIJLAGE VI : Monitoring programma 1992 VI.l Inleiding Het Nederlandse deel van de Waddenzee is opgedeeld in twee onderzoeksgebieden: de Waddenzee (tocht 21) en de Eems-Dollard (tocht 29). D e verschillende lokaties hebben elk een volgnummer, naam x- en y-coordinaten en een code waarmee ze samen met de analysegegevens m het WORSRO-bestand zijn terug te vinden ( W O R S R O = Waterkwaliteitsgegevens Opslag- en Retrieval Systeem voor Routinematig Onderzoek). De meetlokaties zijn in de figuur terug te vinden. De lokaties worden naar verschillende compartimenten bemonsterd: water, zwevend stof en mossel. D e parameters die per compartiment worden geanalyseerd staan in de bijbehorende tabellen. Per parameter staat aangegeven met welke frequentie de verschillende lokaties worden bemonsterd en geanalyseerd. D e jaarfrequenties houden het volgende in: 12 = 18 = 6 =
maandelijks, t.b.v. het waterkwaliteitsmeetnet. idem, en van april t/m September elke 2 weken, t.b.v. monitoring naar fytoplankton. van april t/m September elke maand (bacterie)
5 =
elke 2 maanden, uitgezonderd tijdens de winter, t.b.v monitoring naar organotmverbin-
4 = 3 =
dingen. elk kwartaal (februari, mei, augustus en november), o.a. water en zwevend stot. 3 keer per jaar met een uithangperiode van exact 6 weken, t.b.v. het mosselmeetnet.
Niet in de tabellen zijn terug te vinden de onderzoeken naar bodemfauna, mossel, visziekten en sediment. Deze zijn wel op de figuur terug te vinden. Bodemfauna (macrobenthos) wordt 2 keer per jaar bemonsterd, en wel in het voorjaar en in het najaar. Bemonstering van mossel (internationaal programma) en naar visziekten bij bot gebeurt e6n keer per jaar, en wel in het najaar (september/oktober). Sediment wordt een keer per twee jaar bemonsterd.
VI.2 Onderzoek: Waddenzee (tocht: 21) VIJt.1 Compartiment water volgnummer en stationsnaam
coordinaten
WORSRO-code
21-01 21-02 21-03 21-04 21-05 21-06 21-07 21-08 21-09 21-10
x 112.200 131.200 148.300 139.850 147.700 155.650 177.600 200.950 204.550 229.829
GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX
Marsdiep Noord Doove Balg Doove Balg Oost Vliestroom Blauwe Slenk Oost Harlingen Dantziggat Wierumergronden Zoutkamperlaag Z O Lauwers Oost
bemonsteringsdata Dag wo do ma di wo
Datum 15 jan 16 jan 20 jan 21 jan 22 jan
Volgnummer 10 01 t/m 03 04 t/m 06 07 08 en 09
y 555.250 562.950 566.400 591.900 582.000 576.700 601.700 610.100 605.050 607.576
WZ30 WZ110 WZ200 WZ190 WZ230 WZ310 WZ420 WZ460 WZ480 WZ590
bemonsterings- analysefrekwentie
18 18 18
12 12 12 12 12
pag 4
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
7
18 18
13 feb 17 feb 18 feb 19 feb 20 feb
10 01 t/m 03 04 t/m 06 07 08 en 09
ma di wo do
16 17 18 19
mrt mrt mrt mrt
01 t/m 03 + 10 18 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
12 12 12 12
ma di wo di
13 14 15 21
apr 01 t/m 03 + 10 18 apr 04 t/m 06 18 apr 07 apr 08 en 09
12 12 12 12
ma di
27 apr 28 apr
ma di
18
wo do
11 mei 01 t/m 03 12 mei 04 t/m 06 10 13 mei 07 14 mei 08 en 09
ma di wo
25 mei 10 26 mei 07 27 mei 01
18 18 18
di wo do ma
09 jun 10 jun 11 jun 15 jun
01 t/m 03 + 10 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
wo vr
24 jun 26 jun
07 + 10 01
do ma di wo
09 jul 13 jul 14 jul 15 jul
01 t/m 03 + 10 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
ma di
27 jul 28 jul
01 + 10 07
ma di wo do
10 aug 11 aug 12 aug 13 aug
01 t/m 03 + 10 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
ma wo
24 aug 01 + 10 26 aug 07
ma di wo do
07 08 09 10
di wo
22 sep 23 sep
01 + 10 07
18
4
6
18 18
18 18
12 12 12 12 12
12 12 12 12
18 18 12 12 12 12
18 18
12 12 12
18 18
sep 01 t/m 03 + 10 18 sep 04 t/m 06 18 sep 07 sep 08 en 09 01 + 10 07
4 4 4
12 12 12 12 12
do ma di wo do
18 18
12 12 12 12
6
4 4 4 4
6
2
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
okt okt okt okt
01 t/m 03 + 10 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
12 12 12 12
18 18
12 12 12 12 12
di wo do ma
06 07 08 12
wo ma di wo do
04 nov 09 nov 10 nov 11 nov 12 nov
10 01 t/m 03 04 t/m 06 07 08 en 09
ma di wo do
07 08 09 10
01 t/m 03 + 10 18 04 t/m 06 18 07 08 en 09
dec dec dec dec
18
12 12 12 12
4 4 4
2 2
4
2
pag. 75
pag. 76
volgnummer parameters ZICHT T pH 02 %02 P 0 4 P nf SILI N03 N N02N NH4N DOC POC POP PON P nf N nf ZS CL SALIN GELEID CHLFa Feo A FYP CHOLREM OLIE BZV5a EOCL HCH TTCOFG FSTRAD ALFA BETA K40 T B S n nf D B S n nf M B S n nf Na K Zn Z n nf Hg H g nf As A s nf Cd C d nf Cu C u nf Pb Pb nf Cr Cr nf Ni N i nf
Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 jemonsterings/analysefrekwentie 1
18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 12 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 4 4 4 4 2
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
4 4 4 4 2
4 4 4 4 2
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 12 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 18
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 4 4 4 4
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 18 4 4 4 4
18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 12 5 5 18 18 18 18 18 18 18 18 5 5 18 18 18
2 6 6
4 4 4 5 5 5 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5
Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
M.2.2 Havens (organotin) volgnummer en stationsnaam 21-11 21-11 21-11 21-12 21-12
Havenmond Jachthaven Vlieland Midden Jachthaven Vlieland Landzijde Jachthaven Vlieland Havenmond Jachthaven Harlingen Landzijde Jachthaven Harlingen
bemonsteringsdata
coordinaten WORSRO-code x y 135.125 590.100 G W X X W Z H 1 1 5 135.125 590.100 G W X X W Z H M 1 1 5 135.125 590.100 G W X X W Z H L 1 1 5 157.000 576.600 G W X X W Z H 3 1 0 157.000 576.600 G W X X W Z H L 3 1 0
bemonsterings- analysefrekwentie
Dag ma wo
Datum 16 mrt 18 mrt
Volgnummer 11 12
5 5
wo do
13 mei 14 mei
11 12
5 5
ma di
27 jul 28 jul
12 11
5 5
do vr
24 sep 25 sep
11 12
5 5
ma di
07 dec 08 dec
11 12
5 5
a
P g 77
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 78
VI.23 Compartiment zwevend stof
coordinaten x y 122343 556360 177.600 601.700 229.829 607.576
volgnummer en stationsnaam 21-00 21-07 21-10
Malzwin-Oost Dantziggat Z O Lauwers Oost
bemonsteringsdata Dag do vr wo
Datum 13 feb 14 feb 19 feb
WORSRO-code G W X X WZ60 G W X X WZ420 G W X X WZ590
bemonsterings- analysefrekwentie
Volgnummer 10 00 07
4 4 4
ma di ma
25 mei 10 26 mei 07 01 jun 00
4 4 4
ma di wo
24 aug 10 25 aug 00 26 aug 07
4 4 4
wo vr wo
04 nov 10 06 nov 00 11 nov 07
4 4 4
volgnummer parameters
00 07 10 bemonsterings/analysefrekwentie
Cd Hg Cu Pb Zn Cr Ni As
4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4
P A K s (2) A P A K s (13) P C B s (14) HCB OC
4 4 4 4 4
4 4 4 4 4
4 4 4 4 4
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
VIJ2.4 Compartiment mossel (ABM) coordinaten x y 122.343 556.360 177.600 601.700 229.829 607.576
volgnummer en stationsnaam 21-00 21-07 21-10
Malzwin-Oost Dantziggat Z O Lauwers Oost
bemonsteringsdata Dag wo do
WORSRO-code G W X X WZ60 G W X X WZ420 G W X X WZ590
bemonsterings- analysefrekwentie
Datum Volgnummer 22 jan 00 + 07 23 jan 10
3 3
uithangen uithangen
wo do
04 mrt 00 05 mrt 10
+ 07
3 3
inhalen inhalen
wo do
17 jun 18 jun
00 10
+ 07
3 3
uithangen uithangen
wo do
29 jul 30 jul
00 10
+ 07
3 3
inhalen inhalen
wo do
30 sep 01 okt
00 10
+ 07
3 3
uithangen uithangen
wo do
11 nov 00 12 nov 10
+ 07
3 3
inhalen inhalen
volgnummer parameters
00 07 10 bemonsterings/analysefrekwentie
Cd Hg Cu Zn VET AVET
3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 3
P A K s (2) A P A K s (13) P C B s (14) HCB GR
3 3 3
3 3 3
3 3 3
3
3
3
pag. 79
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 80
VI3 Onderzoek: Eems-Dollard (tocht: 29) VI-3.1 Compartiment water coordinaten x y 239.425 619.980 255.230 603.080 258.700 595.400 261.035 598.360 262.890 593.675 272.952 592.318
volgnummer en stationsnaam 29-01 29-02 29-03 29-04 29-05 29-06
Huibertgat - Oost Bocht van Watum Noord Bocht van Watum Oost Friese Gaatje M o n d Zeehavenkanaal Groote Gat Noord
bemonsteringsdata Dag do ma di di di wo di wo do ma di di di di wo wo do di
Datum 16 jan 17 feb 17 mrt 14 apr 28 apr 13 mei 26 mei 10 jun 25 jun 13 jul 28 jul 11 aug 25 aug 08 sep 23 sep 07 okt 05 nov 08 dec
WORSRO-code GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX GWXX
bemonsterings- analysefrekwentie
Volgnummer 01 t/m 06 01 t/m 06 01 t/m 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 en 06 01 t/m 06 01 t/m 06 01 t/m 06
18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18
12 12 12 12
6
12
6
12
6
12
6
12
6
12
6
12 12 12
4
4
4
4
ED250 ED170 ED155 ED90 ED65 ED30
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
volgnummer parameters
01 02 03 04 05 06 bemonsterings/analysefrekwentie
ZICHT T pH 02 %02 P 0 4 P nf * SILI N03 N * N02 N * NH4 N * DOC POC POP PON P nf * N nf * ZS CL SALIN GELEID CHLFa Feo A FYP CHOLREM OLIE BZV5a EOCL HCH TTCOFG FSTRAD ALFA BETA K 40 PAKS Na K Zn Z n nf Hg H g nf As A s nf Cd C d nf Cu C u nf Pb Pb nf Cr C r nf Ni N i nf
18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 12 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 4 4 4 4 2
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
4 4 4 4 2
4 4 4 4 2
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
4 4 4 4 2 6 6
12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 12 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 12 18 18 4 4 4 4 4 4 4 4 2 2 6 C
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
pag. 81
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
pag. 82
Y132 Compartiment zwevend stof volgnummer en stationsnaam 29-03
Bocht van Watum
bemonsteringsdata Dag di vr vr di
coordinaten WORSRO-code x y 258.700 595.400 G W X X ED155
Datum 18 feb 22 mei 21 aug 03 nov
bemonsterings- analysefrekwentie
Volgnummer 03 03 03 03
4 4 4 4
volgnummer parameters
03 bemonsterings/analysefrekwentie
Cd Hg Cu Pb Zn Cr Ni As P A K s (2) A P A K s (13) P C B s (14) HCB OC
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
VI3 3 Compartiment mossel (ABM) volgnummer en stationsnaam 29-03
Bocht van Watum
bemonsteringsdata Dag do do
coordinaten WORSRO-code x y 258.700 595.400 G W X X ED155
bemonsterings- analysefrekwentie
Datum Volgnummer 23 jan 03 05 mrt 03
3 3
uithangen inhalen
do do
18 jun 30 jul
03 03
3 3
uithangen inhalen
do do
01 okt 03 12 nov 03
3 3
uithangen inhalen
volgnummer parameters
03 bemonsterings/analysefrekwentie
Cd Hg Cu Zn VET AVET
3 3 3 3 3 3
PAKs (2) A P A K s (13) P C B s (14) HCB GR
3 3 3 3 3
pag. 83
pag. 84
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
- Remote sensing en GIS in de Waddenzee -
VI.4 Verklaring gebruikte afkortingen ALFA A P A K s (13)
: :
As A s nf A VET BETA BZV5a Cd C d nf CHLFa CHOLREM Cl Cr Cr nf Cu Cu nf D B S n nf DOC EOC1 Feo A FSTRAD FYP GELEID GR HCB HCH Hg H g nf K K 40 M B S n nf N nf Na NH4 N Ni N i nf N03 N N02 N 02 %02 OC OLIE P nf P A K s (2)
: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
totaal alpha aktiviteit acenafteen (AcNe) fluoreen (Fie) fenantreen (Fen) antaceen (Ant) chryseen (Chr) pyreen (Pyr) benz(a)antraceen (BaA) benz(e)pyreen (BeP) benzo(b)fluorantheen (BbF) benzo(k)fluorantheen (BkF) benz(a)pyreen (BaP) benz(ghi)peryleen (BghiP) dibenz(a,h)antraceen ( D B a h A ) arseen arseen na filtratie (0.45 u.m) apolair vet totaal beta aktiviteit biochemisch zuurstofverbruik met A T U cadmium cadmium na filtratie (0.45 |xm) chlorophyl a cholinesteraseremmers chloride na filtratie (0.45 u,m) chroom chroom na filtratie (0.45 u.m) koper koper na filtratie (0.45 u,m) dibutyltin na filtratie (0.45 u.m) opgelost organisch koolstof na filtratie over 0.45 u.m in petroleumether extraheerbaar organisch gebonden chloor feotytine a groep D streptococcen fytoplankton geleidendheid gloeirest hexachloorbenzeen hexachloorcyclohexaan kwik kwik na filtratie (0.45 u.m) kalium kalium isotoop 40 monobutyltin na filtratie (0.45 u.m) totaal stikstof na filtratie (0.45 p.m) natrium ammonium (n\in N) na filtratie (0.45 u.m) nikkel nikkel na filtratie (0.45 u.m) nitraat (in N) na filtratie (0.45 jxm) nitriet (in N) na filtratie (0.45 LIUI) zuurstof percentage zuurstof organisch koolstof minerale olie totaal fosfor na filtratie (0.45 u.m) fluorantheen (Flu) indeno(l,2,3-cd)pyreen (Inp)
pag. 85
pag. 86
Pb Pb nf PCBs (14)
- Remote Sensing en GIS in de Waddenzee -
: : :
lood lood na filtratie (0.45 u.m) 4,4'-dichloorbifenyl (PCB15) 2,2',5-trichloorbifenyl (PCB18) 2,3',5-trichloorbifenyl (PCB26) 2,4,4'-trichloorbifenyl (PCB28) 2,4',5-trichloorbifenyl (PCB31) 2,2\3,3'-tetrachloorbifenyl (PCB40) 2,2',3,5'-tetrachloorbifenyl (PCB44) 2,2',5,5'-tetrachloorbifenyl (PCB52) 2,2',3,3',4-pentachloorbifenyl (PCB82) 2,2',4,5,5'-pentachloorbifenyl (PCB101) 2,3',4,4',5-pentachloorbifenyl (PCB118) 2,2',3,4,4',5 -hexachloorbifenyl (PCB138) 2,2',4,4',5,5'-hexachloorbifenyl (PCB153) 2 2',3,4,4',5,5 -heptachloorbifenyl (PCB180) ,
,
)
pH P 0 4 P nf POC PON POP SALIN SILI T TBSn nf TTCOFG VET ZICHT Zn Z n nf ZS
: : : : : : : : : : : : : : :
zuurgraad ortho fosfaat na filtratie (lu,m) particulair organisch koolstof particulair organisch stikstof particulair organisch fosfaat saliniteit molybeen reactief silicaat als Si na filtratie (0.45 u.m) temperatuur tributyltin na filtratie (0.45 p-m) thermotolerante bacterien van de coligroep totaal vet doorzicht zink zink na filtratie (0.45 |xm) zwevend stof over filter (0.45 u.m)