Reliekschrijn van de Heilige Petrus Copyright Hubert Hendriks
[email protected] 024 323 42 25 De reliekschrijn van de heilige Petrus en de Sint Gregorius processie van de Gebroeders van Limburg. (1412)
Over twee bladzijden schilderen de gebroeders in 1412 de in de Middeleeuwen beroemde en populaire processie van Paus Gregorius de Grote in 590. Gregorius was de eerste Paus die dit ambt nadrukkelijk bestendigde in de geschiedenis van Europa. Hij was een handig politicus, daarnaast een groot organisator en het door hem ingezette beleid is tot in onze dagen merkbaar, voelbaar en hoorbaar. Tijdens en vooral na zijn leven ontstonden vele verhalen over Gregorius die wellicht een kern van waarheid bevatten maar toch vooral zijn ingegeven door de ongebreidelde fantasie en religieuze ijver van latere auteurs. Een van de verhalen met een historische kern is de ‘Sint Gregoriusprocessie’. Volgens de overlevering werd Gregorius tegen zijn zin in 590 tot paus gekozen. In die dagen werd Rome getroffen door een pestepidemie. Gregorius dacht dat een processie als boetedoening en om God te eren een remedie tegen de pest kon zijn en ja… het hielp. Later in de Middeleeuwen werd dit beproefde middel vele malen tijdens epidemieën toegepast. Al sinds jaren trekt een kopie van de Gregoriusprocessie door Nijmegen tijdens de ‘Blije Incomste’ bij gelegenheid van het Gebroeders van Limburg Festival.
1
Hubert Hendriks die zelf een vermaard promotor is van het Nijmeegs Antependium uit 1492 enthousiasmeert daarnaast ook de befaamde Gregoriusprocessie zoals verbeeld door de Nijmeegse Gebroeders van Limburg. In die afbeelding komt een reliekschrijn voor en daarom ontstond de wens om een fysieke reproductie van de geschilderde schrijn te maken.
Het ontwerpproces. Eerst werd gezocht naar een zo goed mogelijke afdruk van de oorspronkelijke afbeelding van deze bladzijde waarna de minuscule reliekschrijn zo groot mogelijk werd geprojecteerd. Robert Bos en Hubert Hendriks speurden naarstig op de verkregen afbeelding en Robert merkte op dat in de stof geschreven (geweven) Magnus Gregorius staat en dat de stof wordt versierd met kronen (tiara’s?). De reliekschrijn zelf zette meteen tot nadenken aan omdat hij zich afficheert met een vreemde mengeling van Romaanse en Gotische kenmerken. Dat werd dus studeren en creatief nadenken. De kleine schildering werd vertaald naar levensecht zoals afgebeeld, waarbij de afmetingen van de schildering nauwgezet in kaart werden gebracht. Aangezien de gebroeders schilders waren en geen architecten werden de architectonische problematieken desondanks in het ontwerp opgenomen.
2
De Gebroeders en de Gregoriusprocessie
De Gebroeders van Limburg kenden ongetwijfeld het in de middeleeuwen zo populaire verhaal van de Gregoriusprocessie uit de Legenda Aurea en de overlevering van Gregorius van Tours. (Lees verderop de citaten). Zeker Middeleeuwers schrikken er niet voor terug om met hun creativiteit een verhaal uit het verleden zonder figuratieve historische informatie te verbeelden. Desalniettemin hadden de gebroeders een paar serieuze obstakels. De oorspronkelijke processie vond plaats in Rome. Zij zijn in hun eigen tijd nooit in Rome geweest en evenmin wisten ze hoe Rome er in 590 uitzag. Wel hadden ze verhalen en afbeeldingen van de Engelenburcht en de basilica boven het graf van de Heilige Petrus. Enerzijds moest de schildering het verleden uitbeelden, anderzijds maakten ze in hun interpretatie zonder gene gebruik van de verbeelding van hun eigen tijd. De bekende teksten (zie verderop) spreken over een processie vanuit zeven punten, het meedragen van de afbeelding van Maria -‐volgens overlevering geschilderd door de Heilige Lucas-‐, het onderweg doodvallen van enige processiegangers en een optreden van aartsengel Michaël, meer niet. Het is in 1412 goed voorstelbaar dat daaromheen nog enige verbeeldingen ontstonden en ook de creativiteit van de gebroeders zal ongetwijfeld een rol spelen. Zo dienen we te kijken naar die twee bladzijden: een interpretatie van de gebroeders in 1412 op basis van een gebeurtenis in 590 te Rome die verteld werd in verzamelde verhalen uit de 14e eeuw. Reliekschrijnen werden al snel gemeengoed bij de Christenen, het meedragen daarvan in een processie was in de 14e en 15e eeuw ussance. Al met al voor de gebroeders een prima aanleiding om ook een reliekschijn te schilderen binnen het verhaal. Reliekschrijnen in een kerkachtige vorm waren gebruikelijk en de gebroeders zullen er meerdere hebben gezien. Hun reliekschrijn met een kerkachtige vorm heeft dan ook een rede vermoed ik. Maar hun afbeelding roept wel vragen op omdat we een Romaans gebouw herkennen met onnodige Gotische luchtbogen en een bouwtechnisch riskante Gotische toren. De Gotiek had grootse bouwwerken voortgebracht en in hun woonplaats Bourges stond een sprekend voorbeeld. Romaanse kerken waren tekenen van het verleden en konden als zodanig worden ingezet. De gebroeders hebben in hun leven zeker Romaanse kerken in de realiteit gezien. Vanwege het ‘oude’ Rome hebben zij daarnaast ongetwijfeld afbeeldingen van de Romaanse basilica stijl of ouder in Italië in hun achterhoofd gehad.
3
In Bourges zagen de gebroeders bovendien iedere dag de kathedraal en ook de kapel met klokkentoren midden op het dak die speciaal voor hun broodheer Duc de Berry in 1390 was ingewijd. Deze kapel werd later verwoest maar er bestaat nog een zilveren replica uit die tijd.
Zelf hebben de gebroeders Romaanse kerken in het echt gezien.
Zij hoorden over en zagen tekeningen van de Basilica vorm in Italië.
4
Afbeeldingen en verhalen over en uit Italië waren hen niet vreemd. Maar het moet opgemerkt worden dat één gebouw misschien wel de meeste invloed heeft gehad op de reliekschrijn uit de Gregoriusprocessie van de gebroeders van Limburg. De gedachte over dat ene gebouw begint met de vraag van wie die reliekschrijn dan wel kon zijn in de ogen van de gebroeders, maar ook in de verhaaltraditie van die dagen. De processie werd gehouden in 590 meteen na de pauskeuze in het door epidemieën getroffen Rome. De relatie tot de heilige Petrus en de kracht van zijn relieken ligt voor hand. Bovendien was Gregorius een groot fan van de Heilige Petrus. Nog meer spreekt wat wij van de kerk weten die gebouwd was door Constantijn in de 4e eeuw op het graf van Petrus en daar tot de 16e eeuw heeft gestaan. Uit de 4e eeuw is een fresco bekend waarop de constructie van de kerk duidelijk wordt afgeschilderd. Deze basilica werd het centrum van de pelgrimage naar Rome, hier werden pauzen gekroond en keizer Karel werd er keizer. Op basis van verslagen weten wij dat er meerdere tekeningen van die oude fresco in omloop waren, maar ook van de gerestaureerde versie van de kerk van Petrus, zoals deze tekening over de situatie rond 1450. In 846 werd de eerste basilica vernield door de Saracenen, maar meteen vanaf 847 weer opgebouwd tot die basilica in de 16e eeuw nog slechts een ruïne was, zoals onze landgenoot Maarten van Heemskerck in 1536 tekende.
Fresco Sint Pieter 4e eeuw
Sint Pieter 1536
5
De inspiratie om met thema’s van wat voor hen oud was tegelijk de eigen tijd (en hun broodheer) te behagen ligt dan voor de hand. Zo kon een Romaanse basilica romp als reminder aan het graf van Petrus met volslagen overbodige Gotische luchtbogen en een bouwtechnisch levensgevaarlijke Gotische toren geschilderd worden als reliekschrijn uit de processie van 590. Een reliekschrijn van de Heilige Petrus uit 590 met eerbetoon aan Duc de Berry in 1412. De keuze voor een reliekschrijn die aan een basilica doet denken was ook om andere redenen niet opmerkelijk. Een groot aantal reliekschrijnen met hetzelfde thema waren hen voorgegaan waarbij ze die van Keulen waarschijnlijk ook in het echt hebben gezien. De miniatuur schildering van de Gebroeders van Limburg werd zoveel mogelijk gevolgd.
6
Aangezien de engel Michaël een belangrijke rol speelt in de overlevering van het verhaal en ook te vinden was op de kapel van hun broodheer werd Michaël op de dakpunt geplaatst. De voor-‐ en achterzijde zijn niet te achterhalen bij de Gebroeders van Limburg en lieten zodoende enige middeleeuws geïnspireerde interpretatie toe. Zo zien we Sint Franciscus en de heilige Clara als beelden. Bovendien beeltenissen van de annunciatie, de kruisiging, God de Vader en Maria ten hemelopneming. De heilige Petrus wiens beenderen in de schrijn worden verondersteld siert de acterzijde. De replica van de oorspronkelijk op postzegelgrootte geschilderde reliekschrijn werd in een gezamenlijk proces ontworpen door de heren Charles van Doornewaard, Willem Meijer en Hubert Hendriks in het voorjaar van het jaar des Heren 2012. De reliekschrijn werd getekend en gemaakt door de heren Charles van Doornewaard en Willem Meijer. De gebruikte materialen komen enerzijds uit eigen atelier en werden verder geleverd door: Teunissen fournituren, Pro Arte schildersbenodigdheden, Luna winkel in kralen, Pipoos, Burghouts schildermaterialen, Wanco doe het zelf artikelen, Teunissen uit Eindhoven (op de markt in Nijmegen), vondsten op de Stevens rommelmarkt van Nijmegen, een winkel in Kevelaer, een opkoper in Gent (België). Bij Il Deco werd het kleed gevonden, van de Stad is de leverancier van het gereedschap…en Sint Petrus kwam via internet. Wanneer de reliekschrijn van Sint Pieter bij de ‘Blije Incomste’ in de processie van Gregorius de Grote wordt meegedragen is het een toonbeeld van de kracht van het geloof en de helende werking die daar vanuit kan gaan. Zoals dat door de ogen van Nijmeegse Middeleeuwers werd gezien kan dat ook ons nog steeds inspireren. Hubert Hendriks, Nijmegen, juli 2012,
7
Legenda Aurea: Ende om dat die voerseyde plage te ROMEN noch niet al op en hielt so ordenierde GREGORIUS noch een processie mitten letanien van paesschen Ende hi dede voer die processie dragen weerdelic een beelt van onser vrouw Dat Sunte LUCAS gemaect hadde dat haer sonderlinge gelijc was welc beelt noch te ROMEN is. ¶ [137ra] Ende siet alle die quade lucht [-voe] vloech voerden beelde wech als oft onse vrouwe selue had geweest Ende aldus so bleef achter den beelde wonderlike claerheyt ende suuerheit der lucht Ende doe hoerdemen die engelen singen inder lucht Coninginne des hemels verblijt v alleluya want die du weerdich waerste te dragen alleluia die is verresen alleluia. dat der na volget dede Sunte GREGORIUS daer toe biddet gode voer ons alleluia Ende thant sach Sunte GREGORIUS ons heren engel staen op CRESTENSIUS casteel drogende een bloedich sweert ende stact in sine scede Ende GREGORIUS verstont daer bi dat die plage eynde nam Ende van dier tijt voert hiet dat casteel DES ENGELS BORGE. De legende van “De Engelenburcht” in Rome. Geen toerist of pelgrim in de ‘Eeuwige Stad’ kan de glimmende vergulde engel op “De Engelenburcht” (Castel Sant'Angelo) missen. Deze staat hier ter herinnering aan een openbaring van de Aartsengel Michaël. Toen in het jaar 590 de pest, die men 'inguinaria' noemde, in Rome een ware slachting onder de bevolking aanrichtte en, zoals toen gebruikelijk, men die als een hemels gericht zag, werd uiteraard paus Gregorius gevraagd wat te doen. Gregorius bedacht de Grote Litanie of Smeektocht. Paus Gregorius I, verkozen in 590, organiseerde als boetedoening een processie door Rome en hij riep alle inwoners op die dag te bidden om bevrijding uit de dodelijke greep. Toen de stoet op zo'n 500 meter van het Sint-Pietersplein vlakbij de rivier de Tiber was aangekomen, hield Gregorius halt. Voor hen aan de rivier lag een groot rond, vesting-achtig bouwwerk, feitelijk bedoeld als grafmonument, dat keizer Hadrianus (76-138 na Christus) voor zijn familie, opvolger en zichzelf bouwde.
De “Engelenburcht” in Rome
8
Volgens overlevering zouden alleen al tijdens de processie 80 mensen zijn gestorven. De Paus, die zelf de processie leidde, droeg een afbeelding van de Heilige Maagd, waarvan sommigen beweren dat het door de evangelist Lukas geschilderd zou zijn. Het wordt nog bewaard in Santa Maria Maggiore.
De processie bereikte de Ponte Alieno. Deze brug ( nu Ponte St. Angelo) over de Tiber verbindt het enorme mausoleum van Keizer Hadrianus met de stad. Toen de processie deze brug naderde werd een stinkende walm waargenomen, zwevend voor de genoemde afbeelding. Boven het mausoleum zag Paus Gregorius in een visioen een engel zijn bebloed zwaard in de schede steken terwijl andere engelen ‘Regina Coeli laetare’ (Koningin van de Hemel, verheugt U) zongen. Totaal verbijsterd sprak de Paus: “O Heilige Maria, bidt voor ons, Halleluja” (het huidige Angelus tijdens de Paastijd). Vanaf dat moment verdween de pest.
Hoe in 590 te Rome de pest tot staan werd gebracht Dat Gregorius een organisatietalent had, moge blijken uit de geschiedenis die Gregorius van Tours over hem optekent. Paus Pelagius stierf op 7 februari van het jaar 590. Juist in de tijd dat Pelagius gestorven was, woedde de pest in de stad Rome. Er vielen honderden slachtoffers. Gregorius nam onmiddellijk de leiding in handen (hij zou in datzelfde jaar - op 3 september - tot Pelagius' opvolger worden gekozen). "Hij beval: 'Laten alle kerkelijke bedienaren optrekken vanuit de kerk van de martelaren Cosmas en Damianus tezamen met de priesters van het zesde district. Laten alle abten met
9
hun monniken optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Gervasius en Protasius met de priesters van het vierde district. Laten alle abdissen met al hun verzamelde zusters optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Marcellinus en Petrus tezamen met de priesters van het eerste district. Laten alle kinderen optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Johannes en Paulus tezamen met de priesters van het tweede district. Laten alle leken optrekken vanuit de kerk van de eerste martelaar Sint Stefanus tezamen met de priesters van het zevende district. Laten al de weduwen optrekken vanuit de kerk van Sint Eufemia tezamen met de priesters van het vijfde district. Laten al de gehuwde vrouwen optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaar Clemens tezamen met de priesters van het derde district. Laten we allemaal optrekken met gebeden en klaagzangen vanuit elk der aangewezen kerken om elkaar tenslotte te ontmoeten bij de kerk van de heilige Maagd Maria, de Moeder van onze Heer Jezus Christus, zodat we daar één grote langgerekte smeekbede richten tot onze Heer met tranen en zuchten en op die manier de vergeving van onze zonden waardig bevonden worden.' Toen hij uitgesproken was, riep hij alle kerkelijke bedienaren bij elkaar met de opdracht om drie dagen achtereen psalmen te zingen en om vergiffenis te vragen voor alle bedreven zonden. Om drie uur verlieten alle koren hun kerk en trokken door de straten onder het zingen van Kyrie eleison (= Heer, ontferm U over ons)." Toen de processie de brug over de Tiber naderde verscheen Michaël op het mausoleum van keizer Hadrianus met een vlammend zwaard in de hand. Hij stak het in de schede, alsof hij daarmee te kennen wilde geven dat het genoeg was. Sindsdien heet die burcht 'de Engelenburcht'; ze werd omgedoopt tot een Michaëlskerk. Dat was op 25 april 590. Dit alles tekende Gregorius van Tours op uit de mond van één van zijn diakens die bij dit alles zelf aanwezig was geweest [Geschiedenis der Franken X.1 (p:263)]
Copyright Hubert Hendriks
[email protected] 024 323 42 25
10