!
wxlrm en zacht.
5lui.. mer mijtyschcvt-
Do. de. ri.dei. He, Do.ée.n.doml-
:—:
:■.-,..■.
Ooe.den
Mor.aen.vroea lacht de z^n weer. owij
WÊsm ö Het wordt al zoo donker, mijn kind.... Er klinkt in 't gehuil van den wind Een liedje, dat kondigt den Zandman aan Die zand in je oogjes zal strooien gaanl Je moedertje is er zoo moê Kom schat, doe je kijkertjes toe Ik leg j' in je wiegje zoo warm en zacht. Toe, sluimer, mijn schat; goeden nacht I
&K** «S"
REFREIN: Ga nu stilletjes droomen, kom! Doderideine, Doderidom! Morgen vroeg lacht de zon weerom, Doderideine, Doderidom!
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
; :ci>rG>rti>f®>tss9s£):
.
—^^^^^mimmmmm
m HM
tfiUe.ties drco.jnen, j^tt!
Jo.de.n'. der,—41e dei -&
S
Maar blijf je nog wakker een poos. Dan wordt er de Zandman zoo boos! En strooit dan zijn zand in je oogjes zoet, Zoodat er mijn lieveling schreien moet... Ik rol j'in je dekentjes, fijn! Je slaapt zonder vreezen of pijn Je moedertje houdt dan bij jou de wacht; Toe, sluimer, mijn schat; goeden nacht I
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
...
LEIDSCHESTRAAT 84 . . . LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
■■
^—^— m
NA DE TWEE JAZÄ-AVONDEN VAN PAUL WHITEMAN AND HIS GREATER CONCERT-ORCHESTRA
•
•
*
Covbo
Oe v/rekend
val
Een spannendWild-West-drama rol
speelt
is
,,De Wrekende
hebben, als Bilil hem niet weer had laten ontsnappen. Dan keert
uitbeelding van Bill Janes, een jongen man, die zich recht thuis
legen Bilk die zijn laatste oogen-
gevoelt in de vlakten van Texas.
blik geslagen waant. Doch plotseling verschijnt Desperaco op
Een bende roovers overvalt hem,
den top van de heuvels, begroet
maar hij blijft de situatie meester
door een woedend gehuil van de menigte. Met 'n geweldigen sprong
afleiding
is
het
voorbij
varen
naar haar echtgenoot. Eeii' van de bandieten. Desperado, wordt vervoerd om opgehangen te worden, hij worstelt met
zich met
z n
paard in de rivier en vindt daar zijn graf. Zijn doel is echter be-
den naam „Tennessee"' gered. Ook is hij hem bij zijn verdere
reikt — Bill wordt losgelaten en
aan boord de bandieten, die Bil!
ontsnapping behulpzaam. Eenigen tijd later wordt Bill's hul door Indianen overvallen
door zijn dood kunnen Bill en
en Desperado en zijn bende ontzetten hem. maar verdwijnen
moet zien.
vermoedt.
Desperado's echlgenoote is.
tot Bill aangetrokken,
Zij voelt zich zeer
maar uit erkentelijkheid jegens
zijn
redder onderdrukt Bill zijn gevoelens. Nog eenmaal waagt de doodgewaande Desperado een over-
T. S.
de bandiet
zijn bewaker en wordt door Bill, die hem alleen kent onder
weer. Het gelukt Bill niet zijn redder te vinden. Wel komt hij in aanraking met Mary Corbin. die zooals hij met recht
*) Welke stoute theorie nog zeer aanvechtbaar is.
stort
van de boot. Op zekeren dag bevinden zich overvallen hebben en een jong vrouwtje, Mary Corbin. op zoek
Te veel hetzelfde programma. Te veel solistische herhalingen. Iets te veel humbug. Even groot enthousiasme. Even volle zaal. Whiteman's slotwoord: „Auf wiedersehen"!
Sandy
de woede van de bevolking zich
geeft een
en vestigt zich aan de oevers van de Sacramento. Zijn eenige
„aufgehetzt", een woord, waaruit de naam Jazz ontstaan zou zijn, na mijn vóórpraatje las ik er nög een andere verklaring over, n.1. deze, dat de eerste origineele jazzband in 1915 in café Schiller gehoord werd te Chicago, waar een kleine kapel aangevoerd werd door een neger, Jasbo Brown, die met de grootste vaardigheid verschillende instrumenten bespeelde, zoolang hij nuchter was. Maar na een ige glaasjes whiskey.... hamerde en beukte hij er op los, maakte erbarmelijke kattenmuziek, hierbij door de andere zwarte broeders ondersteund. Dit heische lawaai was voor de gasten^de aangewezen muziek, men liet de onvermoeide musici het eene glas na het andere drinken, en het geroep: „Nog een Jasbo" werd hoe langer hoe meer herhaald, en al spoedig kortte men den naam tot Jazz af. Deze tweede lezing lijkt ook zeer natuurgetrouw, wellicht weet iemand nog een derde. Toen ik dien eersten avond lichtelijk bevangen en verdoofd uit de Kurhauszaal naar buiten trad, en de stilte van de landzijde plots verbroken werd door al het getoeter en geraas van de in beweging-komende auto's was het mij, alsof ik de laatste „Jasz-encore hoorde van Paul Whiteman's Orchestra-Band, als een openlucht-volksconcert, voor allen, die zich niet de weelde van een Kurhausplaats hadden kunnen veroorloven. Zegt „Tante Dok" uit Jo van Ammers-Küller opstandigen dan ook niet: Is de wereld van tegenwoordig niet een half gekkenhuis?" En ik vraag me af: waar gaat het met de muziek heen, als ooit de jazz voor serieus wordt genomen ? TWEEDE AVOND.
vreedzame
meesterlijke
Carey
zooals ik deze nu hoorde en zäg — met varieté-nummers als een jongleur-violist, die zelfs een fietspomp muzikaal verjazzte en met échte, schuifelende, voettrappelende negerdansen — nog wel in de Europeesche heilige Hallen der toonkunst voor gesloten deuren moeten spelen, al zou ik voor enkele solistische momenten de deuren op een heel klein kiertje willen openen. Wat hoogst vermakelijk was, dat was de aanblik van de Kurhauszaal, en de psyche, die ik voelde onder het hyper-modeme publiek. Er heerschte een eenhei dsgeest van verrukking, van geêlectriseerd-zijn, van opgenomen te worden in deze jazz-stroom van zaligheden, Waar zag men refeds in den Haag zooveel geshingelde, gebobde gargames (de smoking ontbrak er nog aan), zooveel sierlijk-los-omgeslagen avondcapes en Italiaansche shauls in de mooiste kleurengamma's, elegant om de fragiete vrouwenlichamen gedrapeerd, zooveel verhitte gezichtjes met schitterende oogen, en met licht-rouge aangezette lippen, die verrukte woordjes prevelden over den grappigen, gezetten dirigent, die zelf mee wiegt, schouderschokt en mimeert. . . waar kwam dat nog meer voor? En toen hij als „the first encore" een Valencia-fantasie aankondigde, ach, waarom werd de Kurhaus-zaal toen niet in een balzaal omgetooverd? — Zag ik zelf niet Herr Professor Schallvoigt met zijn gade, de bekende pianiste, in hoogst eigen persoon zitten te schuddelachen over de gekke grimassen van den trompettist op den hoek, die rhytmisch meedeinde, zijn hoed scheef opzette, of wel die hoed op een gestopte trompet muziek maakte. En hoe glunderde het anders zoo ernstige gezichtje van de kleine-groote violiste Erna Rubinstein, en hoe ■ vroolijk-leutig liep de 2e Kurhaus-directeur Ignaz Neumark in de pauze tusschen de enthousiaste menigte, en waren niet alle Haagsche en niet-Haagsche critici opgekomen voor het lawaai-feest? Was niet iedereen „aufgehetzt'? A propos van
de
wetten met hem gemaakt zouden
Cowboy, ' een P.D.C, film door ..Filma ' te Amsterdam in Nederland geïntroduceerd.
EERSTE AVOND. Alle dagbladen hebben er vol van gestaan, vóór en nä het evenement, en wat ernstige kunstuitingen niet altijd ten deel valt, er is een uitbundige aandacht aan geschonken. O, de niet te temmen oerkracht van de daverende reclame voor het „Nieuwe" dat accent en fel op de psyche van de menschheid inwerkt, iedereen meesleept, en begoochelt. . en na de ontgoocheling als een zeepbel weer uiteenspat. Maar dan toch dit achterlaat, dat wij iets héél aparts, iets Amerikaansch origineels, iets oer-komisch, iets muzikaal-groteske, circus- en clownerieachtig, iets verbluffend virtuoos, iets technisch en rhythmisch ontzaglijk-knaps, iets lichtelijk pervers en decadent, gehoord en gezien hebben, en .... iets begrepen hebben van den wereldroem van veldheer Paul met zijn playing, dancing en singing jong-krachtig jazz-leger van 30 flinke, döl-gezellige, inmuzikale Amerikaantjes, die zich lachende aan hun instrumenten in vol bewustzijn van hun overwinning overgeven. Iets begrepen hebben maar niet alles, want Paul Whiteman's musiceeren blijft toch,v6ór alles amusementskunst — desnoods van het hoogste soort *), waaraan echt waarachtig kunstgenot totaal ontbreekt, en dat is voor mij de teleurstelling geweest na al de voorafgaande sensationeele „kunst'^beschouwingen van jè toekomstmuziek in de groote concertzaal. Nee, deze Jazz-vertooning met zijn holten en leegten, met zijn banale bewerkingen en parafrasen van parade-orkestnummers (Rapsodie van Liszt, Espanawals van Chabrier zelfs met zijn voor dit ensemble gecomponeerde muziek, als de nu gehoorde „Rhapsody in blue" van Georg Gershwin, of de Suite of Serenades" van Victor Herbert, heeft niets met „Kunst" met een groote K te maken. Hó, maar, voorloopig zal de jazz,
op
Bar. Hij valt evenwel in handen van de bewoners, die korte
waarin Harry Carey de hoofd-
Mary
een
gelukkig leven tege-
■JUl-^1
' ■■ "ir'-'r--
'
'
J."WiJiuij|jj|Jii^.
■ i
Een nieuwe Amerikaansche film. De Melro Goidwijn is
nerika bezig mei een film, die door een verfijnde aankleeding zal uiliminlen. Deze film is getiteld „Prefly Ladies" Onze foto geeft een goed idee van dit met zooveel smaak uitgevoerd werk.
RECLAME EN FILM In de bioscopie heeft de reclame een buitengewoon 'belangwekkende rol gespeeld. En ze doet dit nog. De suggestieve reclame voor menig filmwerk heeft namelijk velen tot een eerste bezoek aan een bioscooptheater gebracht. Zoo'n eerste bezoek wordt altijd door meerdere gevolgd, want het aanschouwen van een rolprent doet beslist verlangen naar meerdere kennismaking. Ook bij hen, die zich zeer vreemd geplaatst gevoelen tegenover de nieuwe kunst, waarvan ze een eerste voortbrengsel aanschouwen. De filmfabrikanten zijn doorgaans buitengewoon goede handelsmenschen en ze begrijpen, dat ze ook op het terrein van de reclame moeten zorgen telkens iets nieuws te bieden. Die eisch geldt hier evengoed als ten opzichte van de filma'zelf. Heel veel oude
reclame-methoden hebben reeds plaats moeten maken voor andere. Ze zien er ook niet tegen op om belangrijke sommen uit te geven om nieuwe reclame-idieeën machtig te worden. Een paar maanden terug hebben we gewezen op het
feit, dat een der Amerikaansche filmfabrikanten een beroemd mode-teekenaar had geëngageerd, om voor hem nieuwe opvallende reclamebiljetten te vervaardigen. Die teekenaar was de Deen Max Ree, een zeldzaam intelligent man, een kunstenaar met een ongelooflijke verscheidenheid van ideeën. Van Ree hebben ons thans weer nieuwe ontwerpen van film reclamebiljetten bereikt. De linksche teekening geeft een Japansche te zien, waarbij hij in den rug van het gewaad een draak heeft verwerkt. Rechts is de afbeelding die van een slak. Hierbij valt behalve de goed geslaagde vorm de prachtige combinatie van donkere en lichte streepen op. Dat zulke stijlvolle reclameplaten haar uitwerking niet zullen missen, kan men veilig aannemen. Maar tegelijk leggen ze toch ook een getuigenis af van de verfijning, die in de cinematografie wordt nagestreeft.
s fi' Ml
ir *
'
f
PIET LEENHOUTS
'k Wed, niemand vraagt er wie jij bent Jij oolijke verkeersagent. Jouw snuit zoo glunder en komiek. Maakt daad'lijk indruk op 't publiek. Want trots je knuppel en je pel Ben jij geen dienaar van de wel. En wie jou op dit plaatje ziet Roept zonder aarz'len: „dal is Piel" BENARON.
^ 'OUCL
J - .
i
■M
HIJ. IH,,L -.:.
l
^
i
■
: •/"-
P.
'!""■",-^
Maar denk aan je gezondheid. Dikke menschen worden bedreigd door allerlei extra kwaaltjes. Om. degenen onder onze lezers, die lijdensgenooten zijn, niet al te zeer te verontrusten, noem ik ze maar niet. Ze zijn er. Dat is al erg genoeg.
ffiPl^Bll
f (ndien gij prijs stelt
Het „buikje".
op een hygiënische en vlugge wijze van inzeepen, gebruik dan
Wanneer je de veertig gepasseerd bent en tot het mannelijke geslacht behoort, dan moet je er op gaan letten, dat de „taille-omvang" niet toeneemt. Er dreigt gevaar: Het buikje. * * Dikke menschen zijn, zeker in den tegenwoordigen tijd, nu de „rechte lijn" erg in de mode is, niet bijzonder gewaardeerd. Men? lacht met hen, ze doen in de klucht en in de- komieke film opgang, doch in het gewone leven is het geen aanbeveling wanneer je boven de tachtig kilo weegt en nog geen ccn meter zestig lang bent. * * Wanneer we dit zijn en tot de ontdekking komen, dat de vorm van ons vesit een bedenkelijk „oud type" heeft, dan overvalt ons dat, mannen boven de veertig, als een droevig iets. Maar niemand heeft te doen met ons leed. Je hoort van alle kanten het verwijt: je eigen schuld, je eet te veel, je neemt te weinig beweging, je bent niet levendig genoeg.
is direct voor het gebruik gereed en maakt' water overbodig, waardoor het schuimslaan geheel vervalt. is volkomen Al kali vrij en antiseptisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren zacht en gaaf blijft.
♦'
wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs t geringste cream-verlies vermeden wordt. spaart door zijn volkomen zuivere alkali-vrije samenstelling het scheermes of apparaat en houdt dit veel langer scherp dan bij gebruik van de bijtende scheerzeep. vermijdt ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid.
Een groote pot bevattend EEN Kg. kost franco door het geheele land f3.— Bij alle Coiffeurs verkrijgbaar of direct na toezending van postwissel
Er is maar een soort menschen dat ons te hulp komt en dat is de fabrikant van het patentHmiddel tegen dikworden. De stroom van zijn aanbevelingen, attesten en reklameboekjes wordt op ons los gelaten zoodra hij er maar even lucht van heeft dat we aan den dikken kant zijn. • * Het beste van de corpulentie is dus blijkbaar wel, dat het de mogelijkheid biedt, pastilles en poedertjes tegen de diklijvigheid te maken! *•* Dwars van dergelijke hulpmiddelen, gaat ge naar uw
♦
Och als men ons, dikkers, met dit geschut gaat beschieten, dan herinner ik aan de mop, die onlangs in ons blad stond van den patiënt, die weigerde het dieet te houden, omdat hij voor zoo'n paar jaar langer leven niet doodhongeren wilde. *** Au fond loopt het met het gros der dikken niet zoo'n vaart. En dan, zijn we niet eiken dag, elk uur, bedreigd door een lange rij van verschrikkingen, die we toch ook niet uit den weg kunnen gaan. Als we zoo bevreesd zijn voor ons hachje, dan maar liever niet over straat gegaan, in een auto gestapt, of met den trein op weg. «
dokter. Spaar dien weg, ik kan u voorspellen, wat hij u voorschrijft, beter gezegd, wat hij u verbiedt. Noteer maar: geen koek of taartjes, geen gebak, geen vette saus, geen suiker, niet veel zout, geen noten, geen vijgen, geen dadels, geen bananen, geen selderij, geen chocolade, geen scherpe zaken, geen bier, geen wijn, geen spiritualiën . ..
Ja citroen-sap moogt ge drinken, droog oudbakken brood, mager vleesch met mate. Dus ge behoeft niet bevreesd te zijn van honger om te komen. Maar .. .
Haagsche Zeepziederij Een dunne laag, met de vingers op de baard gebracht, maakt het
^DE OOIEVAAR" Z. BINNENSINGEL 211, DEN HAAG POSTCHEOUE No. 63197
haar zoo zacht, dat het scheren geen pijn veroorzaakt
I
CA }
/n
ir
v
-
*
m \r
3an Steen .- Primjetdes
pJeizierig is zoo'n dieet allerminst. Ik heb, als zeer geïnteresseerd bij de kwestie, ereis nagedacht èf het nu werkelijk zoo erg is om dik te zijn. Er zijn in de wereldgeschiedenis voorbeelden genoeg van dikke menschen, die een belangrijke rol hebben gespeeld. Men zou vorsten, groote staatslieden, helden op elk gebied kunnen noemen, die een omvang hadden van comme ga. Waarom zouden we hen niet als voorbeeld nemen en ons op hen beroepen, ik had bijkans gezegd achter hen verschuilen.
*
Ik geloof, mede-dikkers, mede over-de-veertigers, dat we de zaak maar niet al te tragisch moeten opvatten. En uit vrees voor het buikje van buiten, ons buikje van binnen benadeelen. Bovendien het is zoo vreeselijk ongezellig als je bij alles moet nadenken öf je het wel eten en drinken moogt. M. E.R.CURIUS.
SCHOENCREAM „GLIM" vervangt met succes elk ander merk, ook het duurste buitenlandsche
-W5"
[
-<$>-
-ZË
———^^^
mm
^^—^"^^^^ ^^^^
INET Wifil^älNI OP l^iDS LAIM^S OEINl mm
ITT^yen 5en dag bestemmen wij il voor een bezoek aan 't voorlljf malig-keizerlijk slot Stolzenfelz. Van Coblenz uit begeven we ons met lijn 6 naar Capellen en vandaar te voet naar het kasteel. Tegen vergoeding worden we daar binnen gelaten en na de voeten in groote vilten muilen gestoken te hebben, teneinde de parketvloeren niet te beschadigen, vangt de rondgang onder geleide van een gids aan. Het kasteel is gebouwd in de jaren 1836—'42 naar een ontwerp van Schinkel. Het stelt een ridderslot uit de 13e eeuw voor. De fresco's aan den buitenmuur zijn van de hand van Lasinsky, die uit de kapel, van Deger, terwijl Stilke ze van de kleine-ridderzaal ontwierp. Het inwendige is gemeubileerd in romantiek-style. Het geheel is zeer de moeite wazrd, te worden bezichtigd. We begeven ons na de bezichtiging weder met lijn 6 naar Coblènz en vandaar na de lunch per trein naar Emms, waar we enkele belangrijke punten als de Promenade, de Concordiatoren en den Malberg bezoeken. Op den top van de Malberg is een uitstekend restaurant. Een uitzicht-toren biedt een fraai panorama over het Lahndal. Ook een bezoek aan het Scheizerhäuschen op de helling van de Malberg loont de moeite. De beklimming te voet vordert 3lt uur. Kabelspoor aanwezig. Wie tijd over heeft bezoeke ook het Kurhaus met overdekten wandelbaan. De Concordiatoren biedt eveneens een schitterend uitzicht. Tegenover Stolzenfelz ligt OberLahnstein met den Victoriabron. Mineraalwaterbronnen vindt men trouwens in deze streek verscheidene. De volgende dag is gedeeltelijk een rustdag. We maken dan n.1. een boottocht van Coblenz naar Rüdesheim. We nemen het er eens van en reizen eerste klasse op een der snelbooten met dubbeldek. Die boottocht duurt van ongeveer 10 uur 's morgens tot 3 4 4 uur 'j middags en brengt ons door wel het schoonste deel van de Rijn-vallei. Aan weerszijden gebergten, als bezaaid, met in den tijd van Napoleon I, verwoeste kasteelen, wier ruïnen ons doen terugdenken aan -den tijd der roofridders. Aan den voet der bergen schilderachtige plaatsen als Boppard, St. Gear en St. Goarshausen. Links passeeren we de Loreley en midden in den stroom de Pfalz. De tijd op de boot valt ons kort door het vele, dat er te zien is en door de uitmuntende buffetten welke aan boord zijn. 't Zou ons hier te ver voeren alle bezienswaardigheden gedurende de vaart aan te stippen. In de omgeving der voorbij gevaren plaatsen zijn uit den aard der zaak ook nog talrijke wandelingen te maken, welke we niet alle kunnen opgeven. Wie over voldoenden tijd beschikt, bezoeke o.a. ook Kreuznachen vandaar Munsteram-Stein. In Rüdesheim zoeken we logies ■n een der hotels Darmstädter Hof
of Rheinischer Hof. Beide zijn zeer goed en niet al te duur. De avond besteden we aan een bezoek aan het National Denkmal. We kunnen er heen met den tandradbaan, maar ook door de wijnbergen op onze voeten. Het laatste loont de moeite, omdat we dan en passant kennis maken met de wijnteelt op deze berglicllingen. We zijn hier in het land van de bekende Johan nesberger en andere prima Rijnwijnen. Rüdesheim heeft dan ook heel wat kellerijen. Het Denkmal is opgericht na den oorlog van 1870-'71 als herinnering aan de grondvesting van het Duitsehe keizerrijk. De ontwerper Johannes Schilling uit Dresden begon aan dit reuzenmonument in 1877 en was
ter onthulling gereed in 1883. De basis van het monument is ongeveer 25 M. hoog, het Germaniabeeld ± 10 M., terwijl het geheel meer dan 250 M. boven den Rijnspiege! uitsteekt. De figuren van den keizer (Wilhelm I) en zijn voornaamste generaals zijn aan de Rijnzijde, met het gezicht naar Frankrijk. Ook figuren, voorstellende afgevaardigden van de verschuilende deelen van het leger zijn aan deze zijde aangebracht. Te zamen symboliseeren zij de „Wacht am Rhein". Aan de zijkanten vinden wij voorstellingen van het vertrek en de terugkomst der troepen. De zevende dag wordt besteed aan een bezoek aan het Niederwald en omgeving. Eerst weder naar boven, naar het Denkmal. Vandaar geven wegwijzers de wandelweg aan langs de ruïnen van het kasteel Ehrenfels en het Jagdschloss naar Assmanshausen
We kunnen alvorens naar Assmanshausen af te dalen nog best een bezoek brengen aan de Rössel, bijna 400 M. boven den zeespiegel, van waar af we een schitterend gezicht hebben over Bingen en het Nahe' dal. Bij de daling naar Assmanshausen gaan we weder door de wijnbergen. Wie zichzelf nu eons tracteeren wil ga een der vele wijnstuben binnen en bestelle een glas landwijn. Deze wijn is overheerlijk frisch doch jammer genoeg niet naar Holland te vervoeren. Na het noenmaal varen we over en brengen een kort bezoek aan de Ruïne aan den linkeroever van den Rijn. Na in Assmanshausen te zijn terruggekomen begeven we ons te voet of per spoor (voor de curiositeit eens 4e kl.) naar Rüdesheim en
van daar per trein naar Wiesbaden. Wiesbaden is een badplaats met al de luxe-aankleve daarvan, maar ook met al de duurte, die nu eenmaal bij een badplaats schijnt te behooren. Bij de aankomst valt al dadelijk het prachtige, betrekkelijk nieuwe, kopstation op, met 7 perrons naast elkaar. Opvallend is de drukte, maar ook de orde, die daar heerscht. Wie lezen kan behoeft niet in den verkeerden trein te stappen. Alles is nauwkeurig en uiterst duidelijk aangegeven. Vanwege de duurte zoeken we een bescheiden doch goed hotel, dat ikzelf er aantrof in hotel Central vlak bij het station. We zijn dan wel een dik kwartier van het centrum der stad, doch de electrische brengt er ons heen voor luttel geld. (Hotel Central Nikolasstrasse). Wie luxieuser wil logeeren vindt daartoe ruimschoots de gelegenheid. Zeer aanbevelenswaardig zijn dan Grünerwald en Monopole-Metropole.
5" -«> iL
i™^^^^"
1!
Wie Wiesbaden bezoekt, wordt aangeslagen in de Kurtaxe, een belasting, die men van den vreemdeling heft, doch waaivoor men vrij entree in het schitterende Kurhaus heeft. De avond van onze aankomst biedt ons een prachtgelegenheid met dit Kurhaus kennis te maken. Het is gelegen in de Wilhelmstrasse, te midden van prachtig aangelegde tuinen, waarin twee muziekkapels en mooie vijvers. Het Kurhaus zelf bevat een schitterend mooie Kurzaal met een magnifieke Keizerloge, die nu wel voor Hindenburg, bij een eventueel bezoek, zal bestemd zijn. We stellen ons voor twee geheele dagen in Wiesbaden te blijven, maar kunnen natuurlijk in die beide dagen niet alle bezienswaardigheden met een bezoek vereeren. Op ons programma zetten we eenige van de voornaamste punten. Bijvoorbeeld voor den eersten dag: Kochbrunnen, Fissucht Anstalt, Neroberg met Grieksche kapel en des avonds ó Kurhaus-concert óf bezoek aan def oude stad. Voor den tweeden dag bewaren we dan een wandeling door de bosschen van den Taunus naar Sonnenberg en de Kellerskopf,- een der hoogste toppen van den Taunus. In den Kochbrunnen vinden we een 15-tal heete bronnen. Temperatuur van het water ongeveer 150 ä 160° F. Het water, zeer onaangenaam van ^maak, bevat verscheidene metalen. De Fischsuchtanstalt is een uitspanning, die we vinden, wanneer we aan het eindpunt der electrische tram naar den Neroberg links de bosschen ingaan. Uitstekende vischlunch 1 Vandaar kan men over den Munzberg naar den Neroberg. Van hieraf een der schoonste panorama's van de reis. Van den Neroberg komt men in een 5 tal minuten aan de Grieksche kapel. Deze kapel een mausoleum voor de Hertogin Elizabeth Micha'ïlowna, een Russische prinses, gestorven in 1845. Het binnenste is geheel van marmer. Een prachtig altaar met verschillende heilige beelden scheiden de kapel van het koor. De achtergrond van dit altaar is geheel goud. Een bezoek overwaard I Des avond bezoeke men, zooals gezegd, b.v. de oude stad, de Romeinsche overblijfselen. De wandeling van den .tweeden dag over de Sonnenberg naar de Kellerskopf is een geduchte tippel. Men kan per tram naar Sonnenberg, doch dan moet de steeds stijgende boschwandering worden aanvaard. Bij niet al te zonnig, wazig weder, heeft men van den hoogen berg een pracht uitzicht op verschillende punten in de omgeving van Wiesbaden. Den lOen dag wordt de terugtocht aanvaard. We maken hem per boot vanaf Bieberick, de havenplaats als 't ware, van Wiesbaden tot Königswinter. De avond kunnen we besteden voor een laatsten groet aan den Drachenfelz of een rustig zitje aan den Rijn en den volgenden morgen vertrekken we via Bonn en Keulen naar Holland terug.
Dt Limbumcht burserwachtdas Te Roermond werd Zondag de Limburgsche burgerwachtdag gehouden. Minister Lambooy ipreekt de deelnemers toe. Op onze foto ziet men verder Min. Waszink en andere autoriteiten.
Btn onaeluk, dat goed afliep
De elektrische spoor, die zondagmiddag te halteen, »an het Hofplein naar den Haag »erlrok, is even buiten het station nabij de Zomerhofstraat op het ïiaduct door onbekende oor'aak ontspoord. De trein bestond uit 5 wagons: 3 wagons derde klasse en 2 wagons 2e klasse. Toen de trein over den eersten wissel ging. zijn op het afsluitatuk de achtertruck van den tweeden wagon en de vóórtruck van den derden wagon uit de rails geloooen. Dooreet opbotsen tegen een electrischen mastpaal. die geheel omboog, zijn de wagons niet van het viaductgeloopen. Op de foto linka ziet men hoe de electrische paal is omgeslagen, rechts een foto van het herstellingswerk,
Geen alladaaasch aeval
icn gMchenk voor Amsterdam uit tndiM
- Door de te Soerabaja wonende amsterdammers werd ter gelegenheid van de herdenking van het 6S0-|arig bestaan der stad Amsterdam, aan het gemeentebestuur een staande lamp, ontworpen en vervaardigd door den heer Jan Eisenloeffelen bestemd voor de nieuwe burgemeèsterkamer in het raadhuis aangeboden.
K. ter Laan
Zondag herdacht den heer K. ter Laan den dag dat hij voor 25 jaar als kamerlid werd gekozen. Het feest werd In huiselijken kring gevierd, de officieele huldiging zal In September te den Haag plaats hebben.
Te Amsterdam werd in den echt verbonden de bootsman assistent van het amerikaansche oorlogschip „Pittsburgh" Jesse Lee Gibson en Mej. Rosalina Theresia Bernard. Zooals men weet, werd door het amerikaansche oorlogschip een bezoek gebracht aan Amsterdam, waarna kennismaking van de jongelui plaats vond. Het zal wel voor het eerst zijn geweest, dat men op het amsterdamsche stad huis een amerlkaan In uniform der U.S. Marine getrouwd werd.
■
-
■
_
■■
—
—^^^—
L^ADJE Donbry was antiquair. Hij hield van zijn beroep en had er verstand van. Toen de inventaris van notaris Dubois werd verkocht, had hij direct ontdekt, dat diens lessenaar ^en juweekje van mieubelmakcrskunst was uit den besten tijd der fransche renaissance. Het bureau was zijn eigendom geworden. Hij verheugde zich over het koopje, dat hij er aan gehad had. Maar toen het stuk in zijn van buiten zoo onooglijk magazijn stond, kon hij niet vermoeden, dat er een historie aan verbonden was. En, dat hij met die geschiedenis nog iets te maken zou kunnen krijgen. Op zich zelf is het niets vreemids, dat gebruiksvoorwerpen, die vele eeuwen lang in de omgeving der menschen hebben gestaan, op een of andere manier, van de geschiedenis die aan hun leven verbonden was, de overblijfselen zouden bevatten. Doch tot nu toe was Donbry nog nooit met zoo'n avontuur in aanraking gekomen. Toch was hij van kinds af aan bij 't Tak. De overleden notaris was een welgesteld man geweest, die niet alleen het vertrouwen van de burgers vah de kleine, doch welvarende stad bezat, maar die eveneens de vertrouwde was van de adellijke familie, die sinds vele eeuwen als de meest beteekenende uit de omgeving werd beschouwd. Het bevreemdde dus heelemaal niet, dat een mooie, oude lessenaar onder de kunstschatten behoorde, welke Dubois had weten te verzamelen, gedeeltelijk zelfs als erfstukken van zijn vader en grootvader had overgenomen. Het was een mooi stuk en Donbry behandelde het met de waardeering en de onderscheiding, welke het waard was. Doch voordat hij gelegenheid gevonden had om den nieuwen aankoop grondig te beschouwen, kreeg hij bezoek. Latieux, de veilinghouder, onder wiens hamer het stuk was weggegaan, kwam rijn winkel binnenen begon een praatje. Donbry begreep, dat het om dat babbelarijtje niet te doen was en hij wachtte rustig'af, wat de bezoeker zeggen zou, wanneer hij aanstalte maakte om te vertrekken. En hij hoefde niet lang te wachten. A propos, »oo klonk het, je hebt den lessenaar van den ouden Dubois gekocht. Daar Is waarschijnlijk wat aan te verdienen. Lees maar eens. Latieux overreikte Donbry een telegram: Hoorde daarnet van
verkooping Dubois. Koop voor mij lessenaar die in studeerkamer stond. Stel geen limiet. Gravin de Martigny. Natuurlijk zul je dat kansje niet voorbij laten gaan, concludeerde de veilinghouder. En als je het goed vindt, zal ik de gravin je prijs seinen. Ze heeft vermoedelijk de advertenties van de verkooping te laat gelezen en het is net iets voor haar om toch haar zin te willen krijgen. Profiteer d'r maar van. Je hebt 750 gulden ervoor betaald. Ik zou in jouw plaats er 1000 gulden opzetten. Dat is een zeker en zoet winstje. Hap maar gauw toe. Dat weet ik nog zoo net niet, antwoordde Donbry, die zich heelemaal niet zoo happig wilde toonen. U moet weten, m'nheer. Latieux, dat ik al met een kooper in onderhandeling oen. Dat was een leugen. Doch hij nam er z'n toevlucht toe, omdat hij niet gaarne onvriendelijk tegen den veilinghouder wilde zijn, dien hij al jaren kende. Latieux wilde hem overreden, doch dat lukte niet. Donbry hield een slinger om zijn arm. Hij wou zich goed bedenken. Het geval kwam hem wat vreemd voor. En dat hij zulks deed, was te begrijpen, gerekend me^ den aard der gravin, die in de heele omgeving om haar schoonheid, doch ook om haar vrije manieren bekend was. Toen ze met den graaf trouwde, hadden de ouden van dagen het hoofd geschud. Feitelijk was het een mésalliance. Wel was Eugenie van goede familie. Doch die kon niet vergeleken
worden met de de Martigny's. Ze was mooi, ze was levendig, ze was bijdehand doch ten slotte stamde ze uit een kring, waarmee een de Martigny zich een eeuw geleden niet zou hebben geparenteerd. In haar huwelijk had zij haar onafhankelijke manier duidelijk getoond. De graaf was een goedige, niet al te snuggere man, die zijn vrouw haar gang liet gaan. Als het een beetje äl te bar werd, dan kwam hij wel ereis tusschenbeide. Doch meestal hield hij zich maar bij de jacht en landelijke genoegens, die hij van jongsaf aan kende. In dien tusschentijd vertoefde de gravin in de mondaine ontspanningsplaatsen, liefst daar, waar gespeeld ,werd. Want voor de roulette, het hazardspel, had ze een groot zwak. Het telegram, dat Latieux ontvangen had, kwam dan ook uit Monte-Carlo. Toen Donbry 's avonds rustig in zijn kantoor zat, bepeinsde hij wat de gravin toch wel er toe zou gebracht hebben, om zoo d'r zinnen op den ouden lessenaar te stellen. Hij kon er geen kijk op krijgen en besloot daarom den volgenden dag het meubel eens goed te onderzoeken. Hij stond vroeg op, sloot de deur van het vertrek, waarin de schrijftafel stond. Met de nauwkeurigheid van een kenner begon hij het meubel eerst van buiten en toen van binnen te bestudeeren. Het was het werk van een meester, want in alle onderdeelen bleek het een volmaakte constructie te
ii lÜPiiH 'Im
*
WU : ïilnrtjhSVBCï I**~A^V
IQK«4BSI
1 1
■
1 v
•• : -•'
\
^ fw\-\
-
^
% äi \ ■'-■*■■
:
>i
v
->.
.,-.-
.
■■-"'' ■ -■•
n
'
•
-
MILLET -
■••■■
v,
■
■
■
s^f :v, .,,
DE OOQST
bezitten, die buitengewoon vaardig in elkaar was gezet. De schrij f taf el bevatte tal van laatjes en vakjes. Direct begreep Donbry, dat dit het type was, dat ook 'n geheime bergplaats zou bezitten. Doch ondanks zijn ijverig naspeuren vond hij niets. Hij bracht er enkele uren mee zoek, maar slaagde er niet in, iets te ontdekken. Toen ging hij een ander systeem volgen. Hij nam potlood en papier en een maatstok. Zoo nam hij alles op en noteerde dit nauwkeurig en op die wijze kwam hij tot het gewenschte doel. Hij vond de geheime la. Het eigenaardige nu was, dat wanneer dat laatje eenmaal gevonden was, het terugvinden uiterst eenvoudig bleek te zijn. Een veer sprong na een lichten druk terug en gaf daardoor toegang tot de verborgen ruimte. Daarin vond hij een klein doosje, zoo ongeveer de helft van een kleine sigarenkist groot. En in deze doos trof hij een pakje aan, keurig verpakt en met een zijden koord dichtgeknoopt. Voorzichtig maakte Donory de knoopen los, toen ontvouwde hij het papier, waarna hij een étui van grijs leder ontdekte, waarin een prachtige diamanten ketting lag, een colüer van onschatbare waarde. Daaroij bevond zich een stuk papier, een gezegeld stuk, waarop in 't stijle handschrift van den overleden notaris de volgende regelen stonden geschreven: Ter leen ontvangen van Maitre Edouard Dubois, notaris, vijf honderdduizend franken. En onder deze zoo keurig geschreven woorden de handteekening: Eugenie de Martigny. Nu werd Donbry de zaak duidelijker. De gravin de Mar tigny had vijf honderdduizend francs van den notaris geleend en hem als onderpand den halsketting gegeven, het beroemde familiestuk, dat alleen bij heel bijzondere gelegenheden werd gedragen. De juweelen van de de Martigny's waren beroemd en onder deze beroemdheden stond de ketting zeker niet als het minste stuk aangeschreven. Men geloofde, dat zij in de safe van de een of andere groote bank werd bewaard, om alleen te voorschijn gehaald te worden, wanneer die buitengewone gebeurtenissen er waren. Blijkbaar had de gravin de ketting achtergehouden en van die gelegenheid gebruik gemaakt, om het geld los te krijgen, dat ze voor haar extravagante levenswijze noodig had. Nou snapte Donbry waarom de gravin het meubel zoo tegen
^^—mmm eiken prijs wilde hebben. Zij zou op die wijze op de gemakkelijkste manier van de schuld zijn afgekomen en het familiejuweel hebben kunnen terugbrengen, daar waar het hoorde te zijn. Op die manier deed zij natuurlijk de erfgenamen van den notaris te kort. Doch daarover had zij blijkbaar niet erg nagedacht. Donbry pakte het étui weei" keurig in, deed het in het geheime laatje en liet 't bureau op zijn privé-kantoor zetten, waarvan hij de sleutel altijd bij zich droeg. Een vraag hield hem nu bezig: Wanneer zou de gravin komen ? Hij twijfelde er niet aan dat ze komen zou. Latieux had natuurlijk getelegrafeerd, dat hij het bureau niet kon krijgen en met haar gewone onstuimigheid zou ze ongetwijfeld den eersten den vlugsten trein van Monte Carlo hebben genomen. Doch voordat deze visite kwam, wilde Donbry nog iets weten. .Doch de gelegenheid *erd hem daartoe voorshands nog niet geboden. Latieux kwam weer bij hem binnen. En nog dringerder dan den vorigen keer trachtte hij Donbry te overtuigen, dat hij het meubel moest verkoopen. Hij ging zoover om hem f 2000 winst te bieden. Maar de antiquair was niet te vermurwen. Latieux was woedend. Doch daarvan trok Donbry zich niets aan. Hij telegrafeerde naar een man in Parijs, een expert op het gebied van edelgesteenten. Iemand waarvan hij wist, dat men hem kon vertrouwen. De man liet niet lang op zich wachten en Donbry had een ernstig gesprek met hem in zijn privé kantoor, waarvan de deur vooraf gesloten was. Donbry legde zijn vriend den ketting voor. Met de egards waarmee men iemand van distinctie behandeld, liet de expert de steenen door de handen glijden. Doch zijn trekken ontspanden zich spoedig. Hij nam den collier onder het licht, bekeek de steenen onder de loupe en zei toen alleen het woord: namaak! Donbry vertrok geen spier. Zijt ge er zeker van ? / Zoo zeker als ik hier sta. Het is knap werk, maar meer dan een 2000 francs is, het stuk niet waard. Alleen het werk heeft waarde, de rest is waardeloos. Wat zou het origineel waard zijn ? Moeilijk te zeggen. Doch bij de tegenwoordige valuta zeker een drie ä vier millioen francs. Nogal wat. En werkelijk ge hebt geen bedenken om mij een verklaring te geven, dat de steenen niet echt zijn? Niet het minste. Donbry kreeg de verklaring, betaalde den expert en legde den ketting met de schuldbe-
^^^^"
Etn elaenaardlae sewoonte
In het kleine pliatsje Cenzeno in de buurt vin Rome viert men elk jaar het bloemenfeest door de straten als het ware met een tapijt van bloemen te bedekken. Wie deze kunstvolle arrangeering nooit gezien heelt, kan zich geen gedachte vormen van het wonderlijke effect. Elk laar trekt dit feest dan ook duizende bezoekers.
kentenis en de verklaring weer in den lessenaar op de .oude geheime plaats. In het avondblad las hij een mededeeling, die hem in zijn overtuiging versterkte, dat hij niet lang meer op hoog bezoek zou hebben te wachten. De gravin was in Parijs afgestegen, zoo stond er in society-berichten. Doch hij vergistte zich. De gravin kwam nog niet. Wel kreeg hij twee dagen later een deftige klant, een dame van een jaar of vijftig, die in zijn winkel rondkeek, alles dooi haar gouden face a main onderzoekend. Bent u de eigenaar, vroeg ze met een vreeselijk deftige stem. Donbry stelde zich met een beleefde buiging voor. Ik ben van plan hier in de buurt een buitenhuis te betrekken en ik zoek wat oude meubelen ....
Donbry volgde onderdanig, onderwijl overpeinzend, waar hij het gezicht van daze klant vroeger kon gezien hebben. Plotseling viel het hem in. Tijdens een der tuinpartijen, waarbij de graaf ook de burgers van de stad wel uitnoodigde, had hij haar in de naaste omgeving van de gravin opgemerkt. Hij herinnerde zich haar gemaakte stem. Doch hij liet niet merken, dat hij begreep door wie zij gezonden was. Hij bleef de onderdanige winkelier. De deur van zijn kantoor stond open, zoo kon de oezoekster het bureau zien staan. Donbry bemerkte direct, dat zij het in het oog had, maar zij speelde haar rol voortreffelijk. Eerst bekeek ze alles en koos enkele dingen uit. Misschien kunnen we hier even naar binnen gaan, om over den prijs te praten, zoo zei ze. Heel graag, mevrouw.
Met moeder uit winkelen Een aardige foto, in Middelburg genomen.
In een gemakkelijken stoel gezeten keek de dame ereis rond. Dat schijnt me een aardig stuk, zei ze, op het bureau wijzend. Een prachtig voorbeeld van meubelwerk uit deze speciale periode, verklaarde de antiquair. Het behoorde aan notaris Dubois, een bekend verzamelaar, die pas is overleden. Mag ik het even open zien? Donbry voldeed aan haar verzoek. Plotseling zonk de bezoekster weer in haar stoel terug. O, mijnheer Donbry, geef mij een glas water, ik voel me plotseling zoo onwel.... m'n hart Het was een lange afstand van het kantoor naar de keuken waar de kraan zich bevond. Donbry moest innerlijk om de truc lachen. Doch hij liep er niet in. In den hoek van z'n kantoor had hij een kastje staan. Hij maakte dit open, haalde er een karaf uit met een glas, schonk dit vol^ offreerde het aan zijn bezoekster, die zich wonderlijk gauw herstelde. Wilt u misschien wat cognac ? vroeg de antiquair beleefd. Neen, dank u. Voor den vorm. bleef de bezoekster nog even zitten. Voor dat ze wegging vroeg ze: En wat zou dit bureau kosten ? Het, spijt me, dat ik het u nog niet aanbieden kan, een van mijn klanten heeft het voorkeurrecht bedongen, Donbry hield zich goed, totdat de bezoekster weg was, maar daarna lachte hij luid. Nou komt ze toch zeker gauw zelf. Ditmaal vergistte hij zich niet. Denzelfden middag hield de gravelijke auto voor zijn nederigen winkel stil en de gravin een elegante vrouw van even veertig, stapte uit. Zij was knap en innemend als altijd. Wel mijnheer Donbry, wat heb je me toch voor moeite gegeven. Nou moet ik voor jou heelemaal uit Monte Carlo komen. Ik hoorde te laat, dat die beste Dubois dood is en miste daardoor de verkooping. Hij had een . oud bureau, dat nog uit mijn familie stamt en waar ik altijd een zwak voor had. De oude heer had beloofd het mij te zullen vermaken, maar hij schijnt het vergeten te hebben. Nu hoor ik van mijnheer Latieux, dat u het hebt, maar dat iemand anders al een optie er op heeft. Is dat zoo ? Ta, Latieux heeft u de waarheid gezegd, mevrouw, maar vanmorgen heb ik bericht gekregen dat hij ervan afziet. Dat is een bofje voor mij, lachte de gravin. Wilt u den lessenaar nog even zien ? Gaarne. Donbry geleidde zijn hooge bezoekster naar zijn kantoor." De gravin was blijkbaar op-
^^^^
^"■^■"T"
gelucht toen zij het meubel in veiligheid zag staan. 't Is toch een mooi stuk, zei ze, het behoorde aan mijn grootvader. Ik zie hem er in gedachten weer voor z"itten. Donbry amuseerde zich met het vertoon van sentimentaliteit, zoo goed gehuicheld. Jammer dat Dubois zoo plotseling stierf anders had hij mij zeker het meubel vermaakt. Hij was zoo'n lieve oude man. En wat moet ik u ervoor betalen ? Dat is nu zoo'n ding, mevrouw. U weet niet hoe kooplieden als wij soms een zwak kunnen hebben voor een bepaald stuk. Ik was net zoo blij als de gravin toen ik hoorde dat mijn klant van mijn, in de eerste oogenblikken gegeven toezegging, geen gebruik wilde maken. Ik heb een bureau noodig en dit prachtige stuk is precies wat ik mij gewenscht had. U wilt toch niet zeggen, dat ge het bureau niet wenscht te verknopen .... Het comediespel verdween en Donbry zag de vrouw plotseling voor zich met haar ware gevoelens, vol angst, dat de mooie kans haar zou ontgaan.
Waarom wil de gravin dit meubel toch zoo bepaald hebben ....? Dat heb ik u toch al gezegd. En toen ze in de oogen van den antiquair het ongeloof in haar woorden zag, ging ze met haar verleidelijke stem over tot een vertrouwelijke mededeeling. U zult er geen misbruik Van maken, hoor mijnheer Donöry, dat weet ik wel, daarvoor is u véél te véél gentleman. Maar d'r zit iets in het bureau, dat mij toebehoort. Ja, zei Donbry snijdend kajm, en er zit ook iets in dat aan een ander behoort.... De gravin schrok. Wat wist die man van de zaak af. Wat bedoelt u ? Aan wien zou het toebehooren? Oorspronkelijk aan den overleden notaris en nu .... aan zijn erven. Ik wil u wel zeggen gravin, wat er in dit bureau zit. Een geheime lade. U kent de plaats ervan zeker wel. En in die la bevindt zich een pakje met een etui dat een halsketting bevat, die eruit ziet alsof ze van diamant is gemaakt. D'r is ook een stuk in, behocwlijk opgemaakt en door de gravin geteekend. Een schuld-
bekentenis van vijf honderdduizend francs. Dat is allemaal niets nieuws voor u mevrouw de gravin. Doch wat u wellicht niet weet is, dat er ook een verklaring in ligt, geteekend door een der eerste flansche experts, dat de collier niet echt is .... maar kunstige namaak. Het was treurig om aan te zien hoe de elegante vrouw van daarnet met haar lieve maniertjes en coquetten glimlach in elkaar zat als een geslagene. Donbry moest al zijn wilskracht gebruiken om geen medelijden met haar te voelen. Doch hij beheerschte zich. Alles wat ik zeg is waarheid, koude, nuchtere waarheid. Wat vraagt ge ? Ik betaalde voor dit stuk 7 50 gulden. Ge betaalt mij fl 900. Vindt ge dat een goeden "prijs ? Het gezicht van de gravin helderde op. Zeker, zei ze haastig. Doch de koop wordt gesloten onder één conditie. Welke .... ? De burgemeester is belast met de uitvoering van het testament van mijnheer. Dubois, die al zijn bezittingen aan de armen
^—"^^
heeft vermaakt. Zijn bureau is vlak hierbij. Wanneer mevrouw de gravin zoo goed wil zijn en den burgemeester bezoeken, is dat héél, héél makkelijk. Wanneer zij dan een ontvangstbewijs tenigbrengt waaruit ik kan lezen, dat zij vijf honderdduizend francs aan dé armen heeft gegeven, dan kan zij het bureau met alles wat er in is krijgen De gravin was opgestaan en keek Donbry vol woede aan. ... .anders, ging deze onverstoord voort, zou ik het betreuren, dat ik.... De gravin liet hem niet uitspreken, ze stond op en ging weg. Dienzelfden middag, een paar uur later, hield haar auto weer voor de deur van Donbry's magazijn stil. De gravin stapte uit. En ..;. een uur daarna vervoerde het personeel van Donbry het antieke bureau naar het gravelijke kasteel. (Vrij yertaald.J
■p
De amerikaansche dokteren
De in ons land vertoevende amerikaansche artsen brachten een bezoek aan het Physiologisch Laboratorium te Leiden, waar in de collegezaal van prof. Eintnoven bovenstaande foto wera gemaakt. Prof. Einthoven (met witte puntbaard) zit in het midden.
De Nllverheidsschool te Woerden Te Woeiden werd den 23on Juni de eerste steen gelegd van het nieuwe gebouw der Nijverheidsschool van de Mij. tot Nut van 't Algemeen,
Verzuim nht het volgende no, te leien. Het geelt bijzondere verrassingen
^€ LÄNGS DE GOUDGELE KORENVELDEN * Tarwe. Men zal wel niet meer kunnen uitmaken, wie duizenden jaren geleden voor het eerst ontdekt heeft, dat de korrels van een wilde grassoort voor den mensch als voedingsmiddel waarde Jiadden. Zeker is het, dat men reeds eeuwen geleden begonnen is, deze grassoort te kweeken. Men heeft getracht de plant tot een flinke ontwikkeling te krijgen, door zooveel mogelijk aan -de eischen die zij stelt tegemoet te komen. Hoeveel succes dit had en hoevele variëteiten men op die manier verkreeg, daarvan geven de foto's een beeld. Men veronderstelt, dat de tarwe afstamt van 3 wilde vormen, waarvan er één ons echter niet meer als zoodanig bekend is. Dit is de • spelt (Triticum Spelta). De andere twee zijn Triticum aegilopoïdes, die nog in 't wild voorkomt in Klein-Azië en waarvan het eenkoren zou afstammen en Triticum dicoccoi' des, korten tijd geleden voor het eerst ontdekt in Palestina en waarvan dan het tweekoren zou afstammen. De soorten eenkoren en tweekoren, die beide — vooral de eerste — slechts een klein aantal en dan nog kleine korrels leveren, zal men in ons land niet in cultuur aantreffen. In het buitenland ziet men soms een veldje op een berghelling met zeer schralen bodem, waarop niets anders wil groeien.
1. Naast elkaar de gewone larwe en hef eenkoren. 2. Tweekoren, spell gebaarde spell.
en
3. Wilhelmina winlerlarwe, Flelumer- en egellarwe. 4. Poolsche- en medeahtarwe. 5. Rivelsbaardlarwe.
Spelt treft men in cultuur aan op kalkhoudenden bodem, waar het waarschijnlijk meer opbrengt dan een andere tarwesoort. Zoo b.v. in Zuid-Limburg bij Epen en ook in Zuid-Holland. Op de foto ziet men 2 opvallend verschillende variëteiten, één met naalden, dez.g. gebaarde spelt en één zonder: de gewone spelt.
Spelt, eenkoren en tweekoren onderscheiden zich van de andere tarwesoorten, doordat de spil der aar breekt, als men haar buigt. Is de stengel vlak onder de aar hol en breekt de aarspil niet bij het buigen dan heeft men te doen met de gewone tarwe (Triticum vulgäre), waartoe o,a. behooren de Wil-
helmina wintertarwe, de Fletumer wintertarwe en Egeltarwe. Wilhelmina wintertarwe is een van de meest gekweekte soorten in ons land. Gelijk alle wintergranen, wordt het in den herfst uitgezaaid. Zou men het per ongeluk, door het voor een zomertarwe aan te zien, zaaien in April, dan zou het eerst in het volgende jaar in aar komen. In Januari uitgezaaid, heeft het in het Groninger Oldamt echter wel goede resultaten in datzelfde jaar opgelevetd. Heeft men Veel last van vogels, die de korrels uit de aren pikken, vlak voor het zichten, dan verbouwt men een soort Engelsche tarwe (Triticum turgidum) h.\. Rivetsbaard met behaarde kafjes, waardoor de vogels van de korrels afblijven. Dit doet men vooral op eenige Z.-Hollandsche en Zeeuw^che eilanden. Merkwaardig zijn nog de twee tarwesoorten op de laatste foto, door haar geweldige lange kelkkafjes. Vooral de Poolsche tarwe (Triticum polonicumj vertoont dat in sterke mahte. Vergelijkt men- ddt graan eens mot het tweekoren waarvan hot afstamt, dan ziet men eerst, wat men door fcweeken kan bereiken. In Zuid-Afrika verbouwt men de bekende Belotourka tarwe, die verwant is aan onze Medeah. Spoedig zullen onze korenvelden weer goudgeel getint zijn door de rijpe aren, men lette dan eens op de verschillende tarwesoorten.
Een kras kunstenaresse
De bekende schilderes mevr Mesdag van Calcar te Schevenmgen die 2 Juli 75 jaar werd, is nog geregeld aan het werk.
Een nieuw stadhuis te Rhenen Het nieuwe raadhuis van de gemeente Rhenen werd Donderdag officieel geopend en in gebruik genomen.
Een zilveren feest
E. A. Schiller, onderbrouwmeester (Ter Heinekensbrouwerij, die 25 jaar aldaar werkzaam is.
Wederom een molen in gevaar
De bekende mooie molen aan den spoorlijn te Delft .De Roos", loopt gevaar gealoopt te warden. De vereeniging „De hollandsche molen* doet reeds zeer veel moeite om het behoud dezer oude schilderachtige molen te verzekeren.
Een nieuw badhuls In Utrecht Het nieuwe badhuis in de Elinckwijk te Utrecht werd officieel geopend. Een foto van het nieuwe badhuis.
_,—T——
—:
:—r—
^^—^—""^^^—^—^—■
DANSWOEDE Dansen.. dansen.. dansen.. dansen 1 Dansen Is de modekwaal. Dansen Is de leuze thans en Dansen Is hel Ideaal. Dansen doet men steeds verwoeder. Dansen elscht de goede loon. Dansen doet In t zweel de moeder, Dansen elefianl de zoon. Dansen doet de dochter schwärmen, Dansen.. lispelt zij heel zacht. Dansen ziet men heele zwermen. Dansen ziet men daß en nacht, Dansen doel een elk. — Zelfs vaders Dansen bij de öramofoon, Dansen bij '1 Wavier, mllsSaders Dansen bij de saxofoon. Dansen.. droomt men OE> Kantoren, Dansen.. droomt men in '1 boudoir. Dansen doen de zwarte moeren. Dansen doet hel blanke paar. Dansen gaal bij thee en koffie, Dansen bij likeur en Ijs, Dansen doel men in hel hoffle. Dansen doel men in 't palels. Dansen troef ook in '1 theater, Dansen in de opera. Dansen doet men op hel water, Dansen in de cinema. Dansen ónder Kerstverslerlnö, Dansen bij hel Nieuwejaar. Dansen bij de PinkslervierinS. Dansen in café en bar. Dansen op verlakte schoenen. Dansen blootvoels en op klomp. Dansen doen öracieus mlllloenen. Dansen doen mlllloenen lomp. Dansen .. Enfielschen — Chlneezen — DanSen.. Zoeloes — Porlufieezen — Dansen .. Yankees en Javanen — Dansen .. Dullschers — Mexicanen — Dansen.. Hollanders en Franschen — Dansen .. dansen.. dansen:. dansen 1 Dirk de Boer
M'n neef Janssen logeerde in een pension. Na een paar dagen vroeg de dame van het pension: En, mijnheer Janssen, hoe vindt u het eten ? 't Is niet makkelijk. Maar als ik m'n bord vlak bij het raam houw dan vind ik het wel.... Als Adam helpt. Het gaat niet altijd goed. Onlangs hoorde ik van een vriend, die, terwijl z'n vrouw naar de bioscoop was, de voorkamer had blehangen. Toen ze thuis kwam vroeg hij haar hoff ze het vond. BAest. Maar wat zijn die uitstekende plekken ? O goeie deugd, zei de handige Adam, nou heb ik vergeten de schilderijen eerst at te nemen. De oorzaak. Mevr. de Bruin was bij haar vriendin mevr. de Zwart gelogeerd. Prompt om zeven uur hoorde ze het dienstmeisje naar beneden komen. Hoor ereis, Milly, zei re tegen haar vriendin, ik, bewonder je, hoe je bet klaar wist te spelen, dat het meisje eiken morgen zoo vroeg opstaat. Dat is nog al begrijpelijk, al is het mijn schuld niet. Ze is verloofd met den melkboer. Hij had gauw z'n keus gemaakt. Vijf gulden of vijf dagen, was het vonnis van den kantonrechter. Dank u, edelachtbare, zei de veroordeelde, ik zal maar liever het geld nemen. De vergissing. Meesterknecht: Mevrouw, neemt u mij niet kwalijk wanneer ik vraag of u het was, die daar net heeft gezongen. Dame: Zeker. U heeft gelijk. Meesterknecht: Mag ik u dan vragen om die hooge noot niet meer te zingen.... Dame: Waarom dat ? Meesterknecht: Och ziet u, m'n menschen die hebben al tweemaal gedacht, dat de schaftfluit ging en ik heb maar last om ze aan het werk te houden. Bij voorbaat. Jantje was naar bed gebracht. En toen hij er in lag, zuchtte hij vreeselijk. Wat is er schat, vroeg z'n nr^oeder. Och, ik ben niks lekker Zoo, wat is er dan ? Och, ik geloof, dat ik morgein bepaald ziek zal zijn en dan kan ik natuurlijk morgenvroeg niet ontbijten. Mag ik .. . Wat wou je ? Nou alvast een boterham met jam hebben, anders heb ik morgen zoo'n honger.
._J
flk »oei me Ie moe om\ S een boek te lexen^
■^y. /Tegen 8 uur '$ avonds
^
Hasuldtn In dt Dblly Mirror1
DE ..ONVCRMOEiDE ' VCOUW
Op de huwelijksreis Zij: Ik geloof datje niet meer van me houdt. Hij: ? ? ? Zij: 't Is al meer dan vijf minuten geleden dat je me een leus hebt gegeven.
»////SS
„Vrlendellilce" kritiek Artist: Je moet een beetje op een afstand qaan staan. Vntnd: Ja ik denk, dat hoe verder of je er van af staat hoe beter of het Is.
Zij kon het beter. Hè, moesje, mag ik ook eens mee gaan dansen, vroeg kleine Miesje, vijf jaar oud. Jij mee? Je kunt heelemaal niet dansen. ■ Veel beter dan u, moesje. U moet altijd een mijnheer hebben om u aan vast te hemden. Ik kan het best alleen. -' Verschil. Vader.... Ja Jan. Met welke snelheid verplaatst zich het gesproken woord ? Dat hangt er van af. Jan. Van wat, vader? Of 't vleierij is of dat het verwijten zijn. Vaderlandslievend. En de dokter had je nog al verboden om te rooken. Ik rook.uit vaderlandslievendheid. ? ? ? Heb je dan niet gelezen hoeveel de tabaksbelasting opbrengt? Een zaakkundige. Het was in een elegant restaurant, dat een deftig uitziend heer het diner gebruikte. Met wijn natuurlijk. De ober kwam vriendelijk informeeren hoe het diner beviel en de wijn. Een uitstekend merk, zei de gast, goede kwaliteit, niet vermengd. En ik mag als kenner spreken. Is mijnheer wijnhandelaar ? vroeg de ober verheugd. Pardon. Ik ben sinds deitig jaar.... azijnfabrikant. De man van gezag en van ervaring? Een jong paartje kwam. op 't stadhuis om aan te teekenen. De aanstaande bruidegom, gedroeg zich weinig respectvol tegenover den ambtenaar én maakte allerlei grapjes. Zeg, mijnheer, ik zou me liever maar wat intoomen, geloof maar niet, dat het huwelijk altijd een pretje is. Een practisch bezwaar. We waren bij mevrouw Pasgetrouwd te eten gevraagd. Het viel me op, dat ze erg zenuwachtig was, daarom vroeg ik: Waarom is de gastvrouw zoo geagiteerd ? Het antwoord was: Het blijkt, dat er dertien gasten voor het diner zijn gekomen inplaats van twaalf. Onzin, was m'n antwoord. Is ze zóó bijgeloovig ? Dat niet, maar ze heeft maar twaalf stel lepels en vorken.
M ob R H ET
I
F» O TL O O D narrtj
O. fit 't:t/:., M£T£ ■#*****■ Ja.
'W!,
11
HISTORISCHE PORTRETTEN: PIERRE JEAN DE BÉRANQER Pierre Jean de Béranger werd den i oen Augustus 1780 te Parijs geboren. Zijn grootvader van moederszijde was herbergier te Péronne. Zijn moeder had een man zonder middelen van bestaan getrouwd, die haar na zeer korten tijd weer had verlaten. De vrouw was hard en streng voor het kleine ventje, dat zich vaak door allen teruggestooten en verlaten gevoelde. Toen zijn grootvader door een verlamming niet meer in staat was, zelf de herberg te bestieren, deed hij .die aan een zijner ongetrouwde dochters over. Deze, een lieve zachte vrouw, nam haar neefje tot zich en verzorgde hem als een moeder. Zoo kwam het, dat Béfanger zijn eerste levensjaren te Péronne doorbracht. Op zeer jeugdigen leeftijd verliet hij de school, daar hij al vroeg den kost voor zichzelf verdienen moest. Hij had een zwakke gezondheid, doordat hij eens als kind te Péronne bij een hevig onweer door den bliksem getroffen werd en dit ongeval zijn gestel een grooten schok had gegeven. De eerste jaren was hij zijne tante in de herberg behulpzaam bij het bedienen der klanten; daama kreeg hij een plaats in een juwelierszaak. Later werd hij klerk op een notariskantoor en tenslotte kwam hij bij een boekdrukker in de leer. Daar had hij gelegenheid, zich verder te ontwikkelen en hier was het, dat hij zijn eerste verzen maakte, welke nu eens goed, dan weer slecht uitvielen. Het meest gevoelde hij zich aangetrokken tot het lyrisch genre en daarin ontstonden dan ook meerdere liederen, die hij uitgaf en waarmede hij veel succes behaalde. In 1801 verliet hij Péronne en vestigde zich te Parijs; hij oetrok er een zolderkamer op de 6e verdieping, aan den Boulevard St. Martin. Als men twintig jaar is, is het mogelijk ook op een zolderkamertje gelukkig te zijn 1 Béranger deelde zijn bescheiden woning met een lief vriendinnetje, zooals hij er zoovelen in zijn lang leven gehad heeft. Hij vond een oprecht vriend en beschermer in Luden Bonaparte, die hem een baantje aan de nieuwe hoogeschool verschafte. Intusschen dichtte Béranger steedsuneer liederen, waarin zijn trotsch en onafhankelijk karakter tot uiting kwam. De functie van recensent, evenals een plaats in de journalistiek, werden door hem geweigerd, hoewel daaraan een groot salaris verbonden was. Hij gevoelde zich in 't minst niet aangetrokken tot de journalistiek en meende daarin nimmer gelukkig te kunnen worden. Liever ging hij voort met het dichten der liederen, die hem steeds grooter succes bezorgden. Hij bestudeerde Montaigne, Molière, la Fontaine, «Voltaire, Jean Jacques Rousseau, wiens ideeën men in enkele zijner verzen terug kan vinden. Met lof spreekt hij over Napoleon in een tijdperk, waarin niemand den naam van den keizer meer noemde. Toen Napoleon nog alleenheerscher en overwinnaar was, wijdde de dichter hem geen enkel vers; doch toen de keizer door de vereenigde mogendheden van Europa geheel verslagen was, keerde de dichter zich tot den banneling op St. Helena, ket in zijn venen diens glorie weerklinken en bezong de .vele overwinningen, die het vaderland zoo groot hadden gemaakt; daarbij de tnillioenen menschenlevens en het
bloed op de slagvelden van Europa geheel vergetend. Natuurlijk werd hij door de toenmalige regeering niet met een vriendelijk oog aangekeken. Verscheidene malen riep men hem voor het assisenhof en drie maal werd hem een proces aangedaan. Bij het eerste proces werd Béranger tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld ; bij het tweede werd hij vrijgesproken; bij het derde werd drie maanden gevangenisstraf en 10.000 frs. boete geeischt. Door deze vonnissen groeide echter zijn populariteit. > Hoe ongelooflijk het thans ook lijken mag, toch is het een feit, dat zijn vrienden hem in 1830 minister wilden maken; zelf dreef hij er den spot mee. Later, onder de regeering van Louis Philippe, wilden zijn vrienden hem opnieuw een plaats in de regeering doen aannemen. Doch ook ditmaal wees hij dat aanbod van de hand. De liedjesdichter genoot een buitengewone populariteit en menigmaal stelde men hem gelijk met Victor Hugo. Hij verzorgde zijn liederen met een bijzondere toewijding;.improviseeren deed hij niet. Eens, toen hij zijn vacantie in de vroolijke badplaats Passy doorbracht, ontmoette hij daar den tooneelschrijver Viennet, die eenige zijner stukken door de Comédie Frangaise had laten opvoeren en den dichter lachend toeriep: „Wel, mijnheer Béranger; hebt ge veel liedjes in uwe vacantie gemaakt ?" En Béranger, een weinig beleedigd, antwoordde : „O, neen, niet veel; u moet begrijpen, mijnheer Viennet, dat het niet zoo gemakkelijk is een lied* te maken als een treurspel." — Nu kwam er een tijd van bezuiniging, waarin de dichter heel sober leefde. Hij wilde voor zichzelf niet meer dan 1000 frs. uitgeven, zijn naasten familieleden daarentegen gaf hij een jaargeld, groot 2400 frs.I Men bood hem het lidmaatschap van de Academie frangaise aan, doch hij bedankte daarvoor. In 1848 werd hij met groote meerderheid van stemmen verkozen tot afgevaardigde in de Nationale vergadering. Doch .die werkzaamheden bevredigden hem niet en slechts korten tijd later diende hij zijn ontslag in. Hij trok zich te Passy terug, bracht eenigen tijd te Tours door en keerde ten laatste weer naar Parijs. Zijn gezondheid liet veel te wenschen over; hij was bijna 80 jaar en leed aan een hartvergrooting.
Een oude jeugdvriendin, Judith Lefrère, verzorgde hem de laatste levensjaren. In het dagelijksch leven was Béranger een eenvoudig, innemend en vroolijk man. Hoewel hij ook goedhartig was, boezemde hij toch velen een soort vrees. in. In verband hiermede, vertelt Stendhal in zijn „Notes d'un Touriste", dat hij eens te Tours was, waar Béranger toen woonde en dat hij plan had, hem te bezoeken. Hij stond voor de deur van de woning: „Op het oogenblik, dat ik aan de bel zou trekken, werd ik zóó door vrees bevangen, dat ik terugdeinsde en mijn bezoek uitstelde." Lamennais ondervond een dergelijk gevoel en hij vertelde hierover; „Als ik met hem sprak en ik zag hem de onderlip oplichten, dan had ik er twee dagen koorts van." Den 8en April 1857 stierf zijne vriendin, die hem zoo trouw bijstond; deze slag trof hem zwaar en heeft zijn dood verhaast. De pastoor van zijn parochie kwam hem verscheidene malen bezoeken; bij het laatste bezoek zei Béranger tot hem: „Uw karakter geeft u het recht, mij te zegenen; ik, die een grijsaard ben, ik zegen u ook. Bid voor mijl Mijn leven is het leven geweest van een eerlijk mensch; ik weet niets, waarvoor ik mij jegens God moet schamen." Napoleon III was hem dankbaar, dat hij de populariteit van den naam des keizers had doen behouden; hij zond hem nu en dan versnaperingen en zelfs het bed, waarop de keizerin den kroonprins het leven had geschonken. Op dit bed stierf in 1857, den 16den Juli, de groote dichter Béranger. Hij werd begraven in den grafkelder van zijn vriend Manuel, op het kerkhof Perè-Lachaise. Eenige relequieën van hem zijn trouw bewaard gebleven: het bed, waarop hij gestorven is, zijn latafel, zijn bril, zijn jas, zijn hoed en zijn kasboekje. Lemartine, George Sand, Durrtas, e.a. waren groote bewonderaars van Béranger, die thans ook nog warme aanhangers heeft. Dit bewijst, dat hij, die over de geheele 19e eeuw uitgeblonken heeft door zijn eenvoudige liedjes, meer dan een gewonen geest bezat.
Vm&ÏNIA CIGARETTES
K^^«
verschijnt in het vervolg maandelijks. De nieuwe uitgever, de fa. Max Mattison, maakt er een uitgave van in „amerikaanschen" stijl.
Er heerscht in Duitschland zoowel als in de geallieerde landen groote belangstelling voor het nieuwe boek, dat de ex-keizer aan het schrijven is. In de Daily Mirror vinden wij eenige bijzonderheden omtrent de manier waarop de heer van Doom werkt. Hij heeft de gewoonte veel op en neer te loopen, zet zich dan weer plotseling voor zijn lessenaar en schrijft in een actie door. Dan zijn er weer lange pauses, wel van weken, na dagen van ongestoord werken.
D« keaiog v»o Afghaoistao die zijn volle toesoteekt.
De „koningskroon", die in Europa zoo schaars is geworden, schijnt in het verre en dichtbije oosten nog altijd onveranderde attractie te hebben. Zoo heeft de Emir' van Afghanistan zichzelf den koningstitel verschaft. Hij is nu Z.M. de koning van Afghanistan.
Door den heer Van den Bosch, chefelectricien van den Kon. Schouwburg in Den Haag, is een vernuftig apparaat geconstrueerd en in genoemden schouwburg toegepast. Het schakelbord met deze apparaatjes sitaat in de kast van een electncien, tussehen den weerstand en de lichtpunten in. Zoodra het apparaatje in werking wordt gesteld, dat door den regisseur of een der acteurs, kan gebeuren, gaan zoowel de lampen op het tooneel als de tooneelverlichting (het voetlicht, de eerste hers en de z.g. trainee's) branden tot de hoogte, welke vooraf naar wensch geregeld is. Wordt op het tooneel een licht uitgedraaid, dan worden tegelijkertijd alle lampen uitgedraaid, die te veel zijn voor de algemeene tooneelverlichting. Het effect is verrassend, ook financieel. Het kostte alleen wat onderdeelen. Gramophone platen worden tegenwoordig ook gemaakt met behulp van opnamen, welke langs, draadloozen weg worden opgevangen. Het voordeel dezer methode is begrijpelijk. De zanger of het orkes«, of beiden, kunnen in de ruimte, welke voor hen geschikt is en waaraan zij gewend zijn, zich doen hooren en.in de fabriek kan, op de daarvoor weer meest geschikte manier, worden opgenomen. Zoo zong de beroemde russische zanger Chaliapine in Queens Hall, begeleid door een speciaal koor en het orkest. In de platenfabriek buiten Londen werd zijn zang in het was vastgelegd I Een der fransche schouwburgen heeft een nieuwigheid ingevoerd. Met het oog op de gewoonte om na het theater te gaan dansien en soupeeren, wordt er nu vroeger met de voorsitelling begonnen, en daar tusschen wordt het diner opgediend.
In Engeland zijn op zondag alle theaters gesloten. Onlangs had er 'm Londen een CORRESPONDENTIE vergadering plaats om te bespreken in hoeverre het wenschelijk zou zijn om hierin Den lezer, die ons daarom vroeg, melverandering te brengen. Van de zijde van de tooneelspelers was er een heftige tegen- den wij, dat het tooneelstuk „De Familie stand. Sir H. Lunder, de bekende acteur, Lehman", in het nederlandsch niet is uitbeweerde, dat hij onder geen voorwaarde gegeven. op den sabbath wilde optreden. George G. A. v. D. te Dordrecht. Wij moeten Robey, de humorist, was van dezelfde meening. Ook Miss Peggy O'Neil die het [u raden u tot het Bureau Capi te wenden, spelen op Zondag een „spelletje om geld bedoelde fabriek zal u den catalogus toch niet direct zenden. te graaien" noemde I In het buitenland, waar de tooneel- en andere stukken '„veel langer loopen" dan in ons land regel is, dienen de actrices er wel degelijk rekening mee te houden, dat in moderne speelstukken het publiek afwisseling van costumesi verlangt. Marie Tempest, de bekende comedienne, heeft de gewoonte elke maand minstens eenmaal haar tooneel „garderobe" te veranderen en dat bevalt haar best. Capes worden dezen zomer meer gedragen. Men ziet ze in groote verscheidenheid, van de zéér eenvoudige tot de kostbare bont-cape. In de hoedenmode treft men twee nieuwigheden aan. De een. is het fez-model, welk als eertijds in Turkije, voornamelijk in het rood wordt gedragen. De andere nieuwigheid is het „hooge-hoed"-model. Der Film, een bekend duitsch film-vakblad is in andere handen ovexgegaam en
F. G., Delft. Wij hebben uw vraag aan onzen medischen medewerker toegezonden. Fllmenthousiaste. De vrouwelijke hoofdpersoon in de film „het Lombardbriefje i 20", is Shirly Mason.
WAT ONZE LEZERS MEENEN Naar aanleiding van het artikel in ons blad over Brian<;on, schrijft mevr. Z. B. te Den Helder, ons., dat haar man op raad der doctoren naar« Brian^n i& gegaan, in de hoop ,dat hij van het asthma zou genezen. De ervaring die mevr. Z. door dit bezoek verkreeg, is dat de asthma er wel verdwijnt, zoolang men ter plaatse vertoeft, doch niet geneest in dien zin, dat men voor altijd van deze kwaal bevrijdt is. Van andere zijde kregen wij instemming met den lof van Briangon en het nederlandsche pension toegezwaaid.
—^■^"
^^"
-^^^—^ —•F
ONS SPORTHOEKJE
-
Htt voetbalkampiotnschap. We zijn onze lezers nog een arlikel schuldig over hel nu eindelijk behaalde kampioenschap van Nederland, behaald was hel eigenlijk al lang, d.w.z. de kampioen was reeds eenige weken geleden aan te wijzen, doch de wedstrijden reeks eindigde eerst Zondag 20 Juni en daar we de geheele reeks in één arlikel wenschen Ie behandelen, moesten we het nu volgende lol deze week uitstellen. Toen de vijf afdeelingskampioenen: Slormvogels, Feijenoord, Enschedé, M.V.V. en Be Quick voor den eindslrijd aantraden, was de algemeene gedachte hier in 't Westen, dat ook ditmaal één der beide Westelijke clubs den eeretilel zou bemachtigen. Het werd echter spoedig duidelijk, dal er dit seizoen van Westelijke Suprematie geen sprake was. Met groote regelmatigheid bleven Enschede en M.V.V. uil Maastricht hun tegenstanders den baas, terwijl de Westelijke kampioenclubs de eenè nederlaag na de andere Ie slikken kregen en dus al spoedig geheel uitgeschakeld waren. Daar ook het Groningsche Be Quick maareen bescheiden rol vervulde, ging de strijd len slotte alleen tusschen de vertegenwoordigers van Oost en Zuid. De wedstrijd Ie Maastricht tusschen de beide rivalen moesl de beslissing brengen, M.V.V. had nog maar één wedstrijd verloren, Enschede was nog ongeslagen, doch had tweemaal gelijk gespeeld. Te Enschede was de thuisclub in de meorderheid gebleven, zij hel ook met moeite (M.V.V, was op'I laatste oogenblik genoodzaakt hun doelverdediger te vervangen). Zou M.V.V. op haar eigen veld, waarop ze dit seizoen al haar wedstrijd gewonnen had. hel fraaie record der Oosfelijken breken ? Een voor de Limburgsche hoofdstad ongekend groote menigte was bij hel belangrijke gebeuren legenwoordig; niet minder dan 1000 supporters hadden de reis uil I wenlhe medegemaakt. Na een emotievollen strijd wonnen de Oostelijken met 2—1 ■ Enschede was kampioen I De stemming gedurende de terugreis kan men zich wel eenigszins voorstellen. Diverse clubs In plaatsen, waar de trein stopte, hadden de aardige attentie, de kampioenen te komen huldigen. In Enschede stond een ontzaglijke menigte aan hei station om de populaire zwarlhemden, die de eer van hun club zoo fraai hadden hooggehouden, toe Ie juichen. Maar ook M.V.V. kan met Irols op haar prestaties terugzien, daar zij met goede cijfers de tweede plaats bezet. Daarna komen dan Feijenoord. Slormvogels en Be Quick. Enschede, in 't Oosten beier bekend als .Sportclub'' heeft 'I kampioenschap ten volle verdiend. De »pelers hebben'al 't mogelijke gedaan om in zoo goed mogelijken vorm te komen tn te blijven. Mede dank zij de goede hulp van een Engelschen trainer slaagde de ploeg, die in alle acht kampioenswedstrijden in dezelfde ^amenstelling uilkwam, erin, een pittig en gevarieerd spel te ontwikkelen. De meest op den voorgrond tredendespelers waren Sluwe, Veldkamp, Nagels. Frölich en De Boer, die allen meermalen in proefelflallen uitkwamen en om. deel uitmaaken van hel Ooslelijk-Nederlandsch elftal, dal öD 20 Juni met 6—4 van West-Duitschland verloor. Tot eene verkiezing voor hel Ned. Xl-lal brachten bovengenoemde spelers het nog niet, doch wanneer Enschede op den ingeslagen weg voqrlgaal. kan het niet anders of in de toekomst zal de N.E.C, ook de spelers van Enschede onder de uitverkorenen opnemen. 'I Is wel merkwaardig, dal het kampioenschap juist in Enschedé valt. In vroeger jaren was P. W. door de club. die tal van malen Oostelijk kampioen werd, maar het in dien tijd. toen de Westelijke supprematie inderJaad onbetwist bestond, nimmer tot het nationale kampioenschap bracht. Zeer veel heeft de voetbalsport in Twente aan P.W. Ie danken en feitelijk heeft deze club de kiem gelegd voor de tegenwoordige successen der jongere clubs. Sportclub, ontslaan uit de combinatie van twee clubs, was de eerste, die naasl P.W. in de eerste klasse kwam. En lej-wijl de oudste club steeds meer achteruitging en ten slotte helaas uil den N.V.B, verdween, ontpopte Sportclub zich als een krachtige vereeniging. Tol hel kampioenschap bracht zij het vooralsnog niet. daar het Deventer Go-Ahead steeds iets sterker bleek. Eindelijk, in 1924. kwam Enschede op de eerste plaats, doch hel succes in de kampioenscompetitie was gering. Toch bleken de daarin ontvangen lessen vruchten te dragen, want nadat weer een keer Go-Ahead mei de eer ging strijken, werd dil jnnr het kampioenschap in 't Oosten opnieuw behaald, Ihans gevold door 't behalen van den allerhoogsten titel: Kampioen van Nederland. Het is inderdaad een bijzonder fraaie prestatie van de Enschedeërs, die op grootsche wijze door de geheele bevolking van hun stad gehuldigd zijn. Bij de tallooze gelukwenschen, die hen bereikten, voegen we gaarne ook de onze. VETERAAN.
a.r.rd uerara taM* LCene, di« Piet Moeskopa versloeg en kampioen beroepsrijder op den korten afstand werd.
gen f0(0
Wltlrildtn tt Amittrdam
Wielrennen tn het atadion. Leene rijdt naar boven en liet Matzarac achter zich.
uit
WIEIBI3DEN IN ROTTERDAM , 50 „ It.M.koppel„u „ , „vu WUl««»»Ihh«l»»r. winmarsvin de dg Omnium-race op de Rotteroamscne Daan. raee 0p j, Rotterdamsche baan.
Motonnelheidswedstrllden ep den wes
_, , . „ ,..., De Winners v. d. Born«, van \Yijngaarden en Dieters.
Een rtlerkwaardigefoto.dieniet alleen de grooteanelheldiangeeft. doch ook een ongeluk, dat bij den start van de E klasse gebeurde. De heer Brinkhof viel en brak het sleutelbeen.
■$? f* '^x-^ï^m^i- £*-
Ztllwedstrlldtn Rotterdam—Heek van Holland door de roei- en zellvereeniging .de Maas" gehouden.
Huldiging sportclub „Enschada"
Zaterdag werd te Enschede, de sportclub .Enschede", de kampioen eerste klassg-voetbalclub, door de enschedeeacha burgert] gehuldigd. Door haar werd «la huldeblijk een gedenksteen aangeboden.
Op dan Amstal ta Amitardam
werden zeilwedstrijden gehouden voor wherry's. Een mooie toto van de Mascotte van den heer B. C, Kiewit.
Sprlngoafanlngan voor ondar-offlclaran Een van de moeilijkste hindernisien, genomen bij de tpringoefenlngen voor onder-officieren te Rotterdam.
,
^
HET MEISJE UIT HET SLOP Toes Dr. Burding. de jonge medicui, die zich zoo leer voor ioclale kweitiei intereueert, '• avond» de woning van zijn vriend verliet, beiloot hij nur hun te wandelen. Het geiprek had een onderwerp geraakt, dat hem teer na aan het hart lag. Onderweg redt hij een mclije dat zich wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar hun en verpleegt haar. Zijn huiijulfrouw, een typiach itijve oude dame, li niet erg ingenomen met de nieuwe logee co begrijpt de bedoeling van den jongen dokter niet. ßurding belooft het meiaje dat hij haar niet naar haar ouden lal terug zenden indien zij hem helpt door ijverig te leeren. Een vriend van Buiding, johnny ätevemon. komt hem bezoeken en Dr. Burding vertelt van zijn plannen. Hierdoor komt ook Burdinga moeder op de hoogte en leeat hem de Ie». Juffrouw Border, da huiahouditer. zegt haar betrekking op. Alleen thut» zijnde, krijgt Elaie bezoek van Maud Harlington. die haar tracht te bewegen het hui» van Dr. Burding te verlaten en bij baar in betrekking te komen Na eeoige aarzeling zegt ze toe. te zullen komen. Al» zij op 't pont »taat gekleed en wel te vertrekken, komt Dr. Burding thui». welke haar de reden van haar vertrek vraagt. Zij zegt niet al» proef te willen dienen. Doch Burding weet alle» In orde te brengen zoodat Elaie. dol gelukkig, blijft en zich dapper aan huishouding en »tudic wijdt. Zij »cfalet heel goed op. En al» Johnny Stevenaon. Dr. Burdinga jonge vriend, haar onverwacht» bezoekt, vindt hij haar druk bezig In de keuken. Ook mevr. Stevenaon komt op bezoek. Zij wil El»i^ leeren kennen en vreeit. dat zij een indrlngtter I». Doch tpoedlg leert zij het menie waardeeren en biedt zij Dr. Burding aan hem bij de opvoeding te helpen. Mtvrouw Steveaaon en haar dochter» helpen Eine nleuwa klccrcn koopen. niet altijd zijn zij het over de kleur cena. Eine wil kleurrijke dingen, de andere dame» meer »obere uitvoering. Ala de nieuw« klceren konen wil Elaie deze direct aan Dr. Burding toonen, doch deze toont er heel weinig belangetelling voor. Dit ii een diepe ontgoocheling «oor het mcUje. Johnny maakt Burding hierover een »tandje. De dokter gaat daardoor Inzien, dat bij het melaje meer vrijheid moet geven en »telt mevr. Stevenion voor haar mee naar bulten te nemen. Ëlale gelooft cehter, dat hij dit alleen doet om aan de menechea te toonen hoezeer zijn „proef i» ge»laagd. Op het fecat van mevrouw Stevenaon blijkt, dat alettegenitaasd« de vooringenomenheid van het gezelachap, Eliie Iedereen voor zich Inneemt. Al wandelend ontdekt zij Maud en Burding vertrouwelijk bij elkaar. Dit wekt haar jaloezie pp. zij wlat nu dat zij Burding lief had. Johnny maakt haar het hof. Weer thuis gekomen wordt Elaie verraat met een »peclaal voor haar ingericht boudoir. Burding twijfelt met het oog op Johnny'» plannen of zij nog lang bij hem zal blijven. Eine gelooft dat Maud haar plaata zal innemen. Eine maakt met Dick Lauren» een autotocht waarover Johnny zijn mienoegen te kennen geeft, en van welke gelegenheid hij gebruik maakt haar zijn liefde te verklaren, waaraan Elaie niet kan beantwoorden, daar zij Burding den voorrang geeft. Johnny mijdt Burding» hul». Op een avond dat Erne met Burding wa» uitgegaan ontmoetten zij In een restaurant Johnny in gezelschap van lichte vrouwen en sterk onder invloed van den wijn. Elsie besluit johnny op zijn slecht gedrag te wilzen, waartoe zij weldra gelegenheid vindt la den turn bij de Stevenson». Johnny I» diep getroffen en belooft beterschap, hij hervat zijn bezoeken bij Burding en vertelt een werkkring te hebben gevonden. <Jt zekeren morgen leest Elaie In de courant van een ongeluk hare ouder» overkomen. Genegen te helpen en niet wetend hoe. gaat zij naar mevrouw Stevenaon. die haar raad geeft. Zij gaat naar het ziekenhuis, bezoekt haar moeder die geen naderen weoach heeft dan geld te ontvangen om een makkelijker leventje te krijgen. Elsie, deelt mevrouw Steveneon- en Johnny mede. dat zij niet naar hula terug behoeft. Gezamenlijk zint men op middelen hoe de armen te helpen: en komt te weten, dat Johnny reed» voor die armen werkt. Ook Maud wil meedoen. Burding en Maud bezoeken daarop »amen de armenwijk. Ze worden getroffen door een volkaoploop. veroorzaakt door het bericht, dat de huren van die buurt weer verhoogd zullen worden. Op Johnnys vraag wlen de kuizen behooreo geeft iemand ten antwoord: Maud Harlington. Op zekeren dag krijgt Burding bezoek van Maud.
„Heb je vijf minuten tijd voor mij ? Ik dacht met, dat je me zoo vriendeilijk tegemoet zoudt komen!" sprak zij. „O, Edward, ik wist niet.... ik had nooit gedacht ... ." vervolgde zij hartstochtelijk. „Natuurlijk niet, kindje", suste Burding haar; „en je hebt goed gedaan, dadelijk de huren te verlagen". „Wat kon ik anders doen? En dan steeds te denken, dat ik ervoor verantwoordelijk ben; o, ik moet iets doen, ik moet —". „Wacht even; dadelijk zullen Elsde en Johnny hier aijn; zij trachten reeds eeniige verbetering daar aan te brengen, maar veel kunnen zij niet doen,' daar de plaats hun met toebehoort". „Misechien mag ik hen dan daarbij helpen!" „Daar zijn ze al", sprak Burding, als antwoord op haar vraag. „Maud wil jelui beiden zoo graag helpen", legde Burding uit, waarop Maud zei: „Ik weet werkelijk niet, wat ik doen moet en verzoek jelui vriendelijk, mij hierin bij te staan. „Nu luister dan, Maud", sprak Johnny hartelijk, „je moet niet het beschikbaar gestelde bedrag aan je agent geven en
dan maar rustig denken, dat de zaak wel in orde komen zal. Die man beschouwt de geheele geschiedenis van een zakelijk standpunt en zal eenvoudig de oude krotten af laten breken en er nieuwe huizen voor in de plaats zetten. Zal hij. er zich om bekommeren, wat er in dien tusschentijd met de bewoners gebeurt? Wel nee; het eerage, waaraan hij zal denken, is, het zaakje zoo voordeelig mogelijk op te knappen en er zooveel mogelijk voordeel uit te slaan. De huurders zullen dan hun nieuwe woningen weer betrekken en zullen deze nauwelijks waardeeren. Neen; als je iets goeds wilt doen, moet je je daar zelf geheel aan geven; je moet je geheel in de omstandigheden van de bewoners verplaatsen om hun belangen behoorlijk te kunnen behartigen; alleen het geld geven, is zoo gemakkelijk" Er heerschte een korte stilte na Johnny's speech. „Komt nu allen mee", riep hij- vroolijk. Vooruit Burding, doe je oude flesschen en potten weg, trek je slagersjas uit en
• •
■
•
^-^^Vlptj.
die naar de verschillende vertrekken voerde. De eerite verdieping was geheel voor de kleintjes bestemd; de verschillende kamers waren alle met vroolijk behang bekleed en alles was vriendelijk en helder. Eenige pleegzusters waren aangesteld om de allerkleinsten te verzorgen en alles, wat daarvoor noodig was, had Maiud laten komen; overal had zij aan gedacht. Voor de grootere kinderen was er een ruime speelkamer, waar zij tevens al spelende wat zouden leeren. „Wij hebben twee Montessori-leeraren", zei Maud trotsch, „ik zal je dadelijk aan hen voorstellen". Maar de grootste kamer op deze verdieping was tevens de vroolijkste van alle; want deze was zoo gezellig ingericht met allerlei gemakkelijke stoelen, een pianola en een gramofoon. Daar naast was de bibliotheek en verder weer een groote zaal, bestemd voor dansen tooneelzaal. De bovenste verdieping van het gebouw was als gymnasitiekzaal ingericht en niets was verzuimd, dat het hart van een gymnast bekoren kon. Toen de bewoners van „Rozengaard" al dat moois zagen, begrepen zij maar niet, waarom dit hun alles geschonken was. Van verbazing konden zij geen woord uitibnengen. Plotseling sprong Jones, de man, die Maud's naam geopenbaard had, op het podium in de tooneelzaal, waarheen alle aanwezigen zich. hadden begeven. Niet in 't minst verlegen begon hij zijn toespraak: „Dames en beeren! Ik ben hier gekome, omdat we een kleinigheid verzuimd hebben; ik stel u voor een driewerf hoera uit te brenge voor juffrouw Maud Harlington". Een oogenblik heerschte volmaakte stilte; toen begon Jones: „Hiep, hiep" en aldra weerklonk zulk een hartelijk hoera uit alle kelen, dat niemand aan de dankbaarheü „Ivans" 00 laar De bekende schrijver van detective-romans, van wien wij dezer eenvoudige zielen behoefde te in ons blad een feuilleton opnamen is de afgeioopen week twijfelen. 60 jaar geworden. Mr. I.vsn Schevichaven, want zoo stait Ivan» in den burgelijken stand bekend, heeft een voor Deze kleine gebeurtenis bracht er al Nederland zeker, apart genre weten te scheppen. spoedig de prettige stemming bij de feestmaak je gereed, als een man, je plicht te vierenden in en de avond bleek een volr maakt succes. vervullen." Burding bleef in de nabijheid van Maud Burding gehoorzaamde en volgde gewi'lig het opgewonden, geestdriftig clubje en Elsie, die een vreemde onrust in zich voelde. Ze Mep wat rond en bedacht, hoe naar hun arbeidsveld. eenzaam en ongelukkig ze was. Ze zag HOOFDSTUK XVII. Burding en Johnny, beiden druk in geNa verloop van drie maanden was er sprek met Maud, welke er bekoorlijk en groote verbetering aangebracht aan alle kinderlijk lief uitzag en een stem in haar woningen in de armenwijk. Van binnet; en binnenste fluisterde haar in, dat men haar van buiten waren ze alle opnieuw geschil- nu met meer noodig had. Ze wist wel, derd en het metsel- en timmerwerk was dat die gedachten niet juist, waren, maar geheel gerestaureerd. De bewoners waren ze was na den drukken tijd, dden zij gehad verwonderd over die plotselinge wending hadden, wat overgevoelig en, hoeveel moeite in hun treurig bestaan. zij ook deed, zij kon niet gemakkelijk haar Nog grooter werd hun verbazing toen vroegere vroolijkheid herwinnen. zij allen een uitnoodiging ontvingen voor Uit haar gepeins werd zij verschrikt het bijwonen der openingsplechtigheid van door een klein meisje, dat haar op den het clubhuis, een groot gebouw, waaraan arm tikte: verschillende werklieden langen tijd ge„Moeder vraagt, of u dadelijk komme arbeid hadden. wil? Uw moeder heb een aanval gehadI" Misschien hadden zij dit alles niet verEisde ontstelde; ze begreep, wat dat trouwd, als 'Johnny hen niet reeds lang beteekende; niettegenstaande al Tiun voortevoren gesproken had over het wonder, zorgsmaatregelen, had haar moeder toch dat komen zou en hij hun beloften had weer drank weten te bemachtigen. verkregen, bij de opening tegenwoordig „Ik kom dadelijk", zei zij. te zullen zijn. Ze zocht Johnny en samen gingen zij Voordat het voor het publiek te be- ongemerkt naar Elsie's vroeger thuis. Bij zichtigen zou zijn, begeleidden Maud, de deur werden ze opgewacht door een Johnny en Elsie, allen vermoeid, maar der andere vrouwen, die wegens haar baby vol trots op het tot stand gekomene. Bui- niet op het feest had kunnen komen. ding op een wandeling door het huis. „Je arme moeder is dood, liefie; ze „Jtlui hebt wonderen verricht", zei Bur- stierf tien minpte geleje." ding, toen hij de vroolijke hall doorliep, (Wordt vervolgd.)
»»
i
»»«min
••»
—
DOOR Mr. P. A. S. VAN LIMBURG BROUWER »»»S»»»S»SIS»S»»1TTTT1TT
Op 'l laatst dei 16de eeuw trok Slddha Rama. door den eerwaarde Koellocka en 2 dienaren vergezeld door het Himalayagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brengen. Zij komen bij den kluizenaar Gaurapada. die hen hartelijk ontvangt. Bij het afscheid belooft Siddha Rama zich tot Gourapada te wenden al» er in zijn leven moeilijkheden —ochten voorkomen. Op den verderen tocht deelt Koellaka aan Siddha In 't geheim mede dat de kluizenaar niemand minder 1» dan de vroegere koning van zijn land Nandlgoepla. Na een »tevigen rit bereiken zij de woonplaats van Siddha'» oom, Salhana. alwaar eerstgenoemde zijn verloofde travati begroet. Salhana waarschuwt Siddha te waken tegen de heenchzuchtlge plannen van den grooten Akbar waarin een gevaar ligt voor zijn eigen land. 2lj worden gestoord door de komst van den priester Gorakb, de Yogi een invloedrijk man aan wlen Siddha wordt voorgesteld. Salhana verwildert zich met den priester, terwijl Siddha nanr een nabijgelegen vijver snelt, waar hij Iravatl ontdekt had. Aan hun samenzijn wordt een eind gemaakt door een verzoek van Salhana, aan Siddha, om met hem en Koelloeka bet avondmaal te gebruiken, Iravatl gaat naar hare vertrekken. , Den volgenden morgen wordt de rei» voortgezet en de keizerstad bereikt, alwaar de reeds door Koelloeka gehuurde woning wordt betrokken. Het eerste bezoek gold den centen minister : die hem zijn neef Parviz al» vriend en leidsman aanbeveelt. Zij bezoeken samen het keizerlijk paleis. Met Koelloeka gaat hij '» avond» naar Pelsl, den broeder van den eersten minister, 'n zeer minzaam man. Den volgenden morgen neemt Siddha het bevel over de Radjpoet's over. Na den dienst ontmoet hem een dienares, die hem uitnoodlgl bij hare meestere» te komen, aan welke uitnoodiging, later door hem gevolg wordt gegeven. Wandelend door den grooten hof, heeft Siddha een onderhoud met iemand, die, zooal» later blijkt, de groote keizer zelf i». Het gesprek wordt afgebroken door de konat van Abdal Kadir. volgeling van den Profeet, met wlen de keizer een onderhoud -beeft, dan godsdienst betreffende. Abdal Kadir waarschuwt den keizer voor mogelijke gevaren die hem van tljn naaate omgeving bedreigen.
En met een ietwat ironischen glimlach op de lippen verwijderde zich de Keizer en liet Abdal Kadir in de gelegenheid'om over den indruk na te denken, dien zijne toespraken hadden te weeg gebracht. — Bij Allah! — bromde de volgeling van den Profeet tusschen zijne tanden, '— daar hebben we nu weer wat moois verricht! Ik had gemeend hem niet weinig te doen ontstellen, toen ik Selim noemde en hem op eens gedwee te maken door mijne mededeeling. Maar bij slot van rekening heb ik hem nu eenvoudig gewaarschuwd; en in plaats van ons te helpen, zal hij ons nu nog harder gaan tegenwerken, en hij weet of althans vermoedt, dat sommigen der onzen met zijn eigen zoon tegen hem samenspannen, of ook, zoo hij 't misschien reeds bevroedde, zich door mij in zijne meening bevestigd ziet. Een wijs man acht gij u, Abdal Kadir I en toch... gij hebt weer gehandeld als een gek! Och, of de ijver die mij bezielt voor ons heilig geloof, mij ook 4ie kalmte steeds liet bewaren, die Akbar zoo zelden verlaat! Wat voordeel hem dat niet verschaft boven ons!.... Of nu evenwel die bedaardheid, zooeven door Akbar betoond, ook wezenlijk zoo oprecht en natuurlijk was als de ander onderstelde, mocht de vraag heeten voor wie hem in diep gepeins met naar den grond geslagen oogen nu en dlan met het hoofd schuddend naar zijn paleis had zien terugwandelen .... Daar, in zijne eigene, voor slechts enkelen toegankelijke vertrekken wachtte inmiddels een man, wien tegenwoordigheid buiten twijfel aan Abdal Kadir, zoo hij er van geweten had, opnieuw stof zou hebben gegeven tot hevige verontwaardiging, — Koelloeka, de Brahmaan. In gedachten verzonken zat hij naar den vloer te staren, en noch de prachtige Versierselen van het ruim en luchtig vertrek, noch het heerlijk uitzicht over de lachende tuinen scheen een oogenblik zijne opmerkzaamheid te trekken, 't Was dan trouwens ook niet voor den eersten keer dat hij dit alles aanschouwde. Een Keizerlijk wachter kwam weinig tijds rta het straks gevoerde gesprek hem wekken uit zijne mijmering om hem binnen te leiden bij den Vorst. — 't Is mij lief u weer hier te zien, Koelloeka! — sprak de Keizer na minzaam •, •
'*
den groet van den Brahmaan te hebben beantwoord; — en ik wil hopen, dat gij mij goede berichten medebrengt uit uw land. — Helaas, Sire! — antwoordde Koelloeka mistroostig, — ik wenschte dat ik het kon; ot ook de min gunstige voor Uwe Majesteit te mogen verbergen, zooals ik het nog voor anderen doe. Maar het vertrouwen door Haar in mij gesteld, alsook het welbegrepen belang van mijn land zelf, noopt mij, niet te verzwijgen wat ik weet. — Ik begrijp het al, — zei Akbar, — zeker weer de oude geschiedenis! Partijveeten en familietwisten, zonen die tegen hun vader, broeders die onder elkander intrigeeren, dädr... als elders. — Maar al te waar! — hernam Koelloeka. — Toen eenmaal Nandigoepta, de wettige Koning van het tooneel was afgetreden en zijn broeder de vrije hand had gelaten, meenden wij dat nu voor goed de orde zou zijn hersteld; en geruimen tijd was het ook zoo. Met de bestaande regeering was het volk tevreden, zooal niet ingenomen, en aan nieuwe veranderingen Rabrlndranat Tangore In Europa
0
De Indische wijsgeerdichter van wien wij onlangs berichten moesten,dat zijn toestand bedenkelijk was vertoeft in Italië.
werd althans niet gedacht. Ook nu is dat onder de eigenlijke burgerij noch volstrekt niet het geval. Maar toch begint weer deze factiegeest nieuwe onlusten aan te stoken, en al wederom nieuwe omwentelingen schijnen te worden voorbereid. Wat nog misschien het ergste is, wij weten niet te ontdekken van welke zijde het voornamelijk komt. De zoons van den Koning die vroeg of laat tegen hem in opstand dreigen te geraken en onderling ook al weer verdeeld schijnen, handelen zeer zeker niet uit eigen beweging en worden blijkbaar opgestookt. Maar door wie ? Ziedaar wat tot dusver ons ontsnapt. — 't Mag zijn hoe het wil, — sprak de Keizer, vast en beslissend, — of zij zelfstandig handelen of niet, het schijnt toch het oude spel weer zijn gang begint te gaan. En wat moet, indien 't niet bijtijds wordt verhinderd het onvermijdelijk gevolg daarvan zijn ? Dat, als vroeger, de verschillende partijen zich gaan uitrusten tot openlijken strijd, dat burgeroorlog uw land verscheurt, en dat van weerszijden zich benden vormen, die naarmate ze minder geluk hebben binnen de grenzen van hun eigen landstreken, het elders en wel bepaald binnen de mijne
........« — ..«
«««««
gaan beproeven, en mijne landen en mijne ondeidanen komen plunderen en brandschatten om zich schadeloos te stellen voor wat zij te huis verloren hebben. En nu zeg ik u zonder omwegen en een-s voor goed, opdat gij intijds moogt gewaarschuwd zijn, ik zal dat niet dulden. Mijn rijk, mijne volken zullen geëerbiedigd worden, en kan dit niet anders dan door geweld, welnu, wat moeite en wat schatten 't ook weer kosten moge, ik verzamel opnieuw mijne legers en voer ze naar het Noorden om ook daar de rust te herstellen, die onmisbaar voor de welvaart mijner onderdanen blijft. Liever nog het gansche rooversnest uitgeroeid, dan het tot schade der mijnen enkel om des lieven vredes wille te laten voortbestaan! Ondanks al zijn ontzag voor den Keizer vermocht ook de bezadigde Koelloeka een opwelling van toorn niet bedwingen bij die trotsche en als uitdagende taal, en donkerder kleurde zich, al gaf hij geen dadelijk antwoord, zijn door de zon gebruind gelaat. — Vergeef mij, waarde Koelloeka! — hernam thans evenwel Akbar, — indien mijne woorden u. soms griefden; maar gij weet immers zoo goed als ikzelf, dat ik, dus sprekend, de goeden onder ulieden, zooals gijzelf of uw tegenwoordigen vorst of zijne ministers niet bedoel, maar enkel die ellendige intriganten, die u zelven het meeste nadeel berokkenen en ons bedreigen met de gevolgen van hunne onzalige woelingen. Daartegen te waken is en blijft mijn plicht, en ik zal dien weten te vervullen. Help mij voor zooveel gij kunt, om mijne tusschenkomst onnoodig te maken, en gij moogt u verzekerd houden dat ik de laatste zijn zal om ze u op te dringen. — Ik stel volkomen vertrouwen in uwe woorden, — sprak Koelloeka, — en zoo ik een gevoel van wrevel niet gansch terug kon houden, 't was zeker niet minder om de vloekwaardige lagen, die ook thans weder ons land en onzen vorst worden gelegd, dan om de bedreigingen, waartoe ze, ik moet, hoe ongaarne ook, het wel erkennen, aanleiding geven en het recht. Maar schuilt nu in Kacmir zelf en nergens anders het verraad ? En is het zoo gansch ondenkbaar dat er hier in uw eigen hof en in uw naaste omgeving, onder uwe verwanten zelfs, wordt samengespannen tegen ons, als tegen uw gezag ? — Hoe nu ? Wat meent gij ? — Ik ging te ver wellicht en sprak misschien voorbarig. Maar ik heb mijn vermoedens en, zoozeer ik wenschen mocht dat zij ijdel bleken te zijn, toch kan ik ze niet gansch en al van mij afzetten Selim... — Wat? Al weder Selim? Zou die ook hier weer in betrokken kunnen zijn ? — Wat hij verder nog uitricht is mij onbekend, maar enkele aanduidingen, hoewel zeker nog zeer onbestemde, geven mij toch aanleiding Uwe Majesteit in dezen te waarschuwen. Blijken zij ongegrond, des te beter; maar goed toe te zien kan toch in elk geval geen kwaad. — En dat zal geschieden! Voor 't oogenblik echter berust nagenoeg alles nog maar op de onderstellingen en onbewezen mogelijkheden. Oordeelen en handelen wij dus met te ras! Wees echter verzekerd, dat niets van 't geen gij mij thans hebt medegedeeld, mijn nauwlettend onderzoek zal ontgaan, en als we elkander weerzien, zal de tijd tot beslissing en handeling ook zijn aangebroken. Tot' zoolang geen
■"■■Wü"™"^"^"""^
-™^^"
wellicht ijdele zorgen. Doch eer ge van hier gaat, wil ik u nog iets mededeelen, waarin gij meer persoonlijk wel eenig belang zult stellen. Ik heb zoo straks uw leerling gesproken. — Hoe, Siddha? — riep Koelloeka eenigszins verwonderd uit, — en wie stelde hem dan nu i eeds voor ? — Niemand, — antwoordde Akbar, — ik heb, in 't park hem ginds ontmoetend en licht begrijpend wie hij was, hem zelf maar eens aangesproken. Gij weet dat ik wel eens meer zoo handel. — En hij wist niet, dat hij met dtn machtigen Keizer sprak ? — Natuurlijk niet, en 't bleek mij, dat hij 't ook niet vermoedde. Zeg 't hem ook niet als. gij hem zien mocht; later zal ik hem zelf wel inlichten. Maar gij verlangt zeker te weten wat ik van hem zeg ? Welnu, ik ben heel wel met hem tevreden; 't is een flinke, eerlijke jongen, in wien ik vertrouwen s,tel. Misschien soms wat onvoorzichtig en wat heel openhartig — Hij heeft immers niets gezegd wat ongepast tegenover den Keizer kon zijn ? — Wel iets, — hernam Akbar lachend, — ten minste indien hij geweten had tot wien hij 't zeide. Maar stel u gerust! Toen ik hem zelf onder 't oog bracht dat hij zich wat te haastig uitliet, gaf hij mij eenc verontschuldiging, waartegen ik niets had in te brengen. IVIaar genoegI Ik heb u gezegd dat hij mij voldeed, en 't is u bekend, dat ik anders juist niet gewoon ben zoo aanstonds gunstig over de menschen te oordeelen, die ik voor het eerst zie. Laat hij nu zelf maar zorgen, da;t de goede indruk niet verloren ga! Andere zaken roepen mij nu voor 't oogenblik. — Ik houd u dus niet langer terug. v> — Op dien tenminste valt te rekenen! — sprak de Keizer in zich zelven, — in hem althans is geen bedrog. — En hij had recht. Maar hoevelen nog die hem nader stonden en van wie hij, niet met evenveel recht, hetzelfde getuigen kon!
AÜATfcHARi OCAREJTE/
MIXI 2^ Als de geur van een Zomernacht!
A.BATSCMARI CIGARETTCS THE MASUB
VIJFDE HOOFDSTUK. £en nieuwe kennis en een oude. Niet -lang had Siddha, omstreeks den bepaalden tijd in de nabijheid van de moskee gewacht of hij zag de dienares, die, dichter bij gekomen, hem uitnoodigde haar te volgen. Door verschillende lanen en zijlanen ging zij hem voor, tot zij eindelijk aan een hoogen tuinmuur kwam en een klein in den muur aangebracht poortje opende, dat zij ook, nadat beiden waren binnengetreden, zorgvuldig weer sloot. Een dichte laan met cactussen en andere gewassen leidde hen tot een klein maar bij-
maar toen zijn oom de kamer verlaten had, was het ontwijfelbaar dat Humphrey worstelde door F. MONTOOMERY om iets te zeggen alvorens hij Verteld voor de jonge lezeressen te/ugkeerde. Zijne opgewondenen lezers van ons blad heid en uitputting maakten hem nog onbegrijpelijker dan gewoonlijk, en na een of twee (Slot.) keer den naam van zijn oom ,,Ik zeide het u reeds, uitgesproken te hebben, begaf Everard," sprak de jonge man hem zijne stem geheel, en oftot zijn zwager, „ik wist dat hij schoon de bleeke lippen zich betrachtte zich de preek over de wogen, hoorde men geen geOpenbaring te herinneren die luid. De baron was wanhopend; wij gehoord hebben op dien het kind zag hem zoo smeekend aan, er lag zulk een ernst in Zondag, toen ik bij u was." „Gij zegt het mij niet, oom hetgeen hij scheen te willen Charlie," zuchtte Humphrey zeggen, dat het den vader ter weder. harte ging hem niet te kunnen „Ik zal het u zeggen mijn begrijpen. Hij spande iedere jongen, maar ik moet eerst mijn zenuw in om iets te verstaan, Bijbel halen, want ik weet de maar te vergeefs. woorden niet juist meer." Toen hij zijn oom hoorde „Moet gij heengaan?" vroeg terugkomen, gaf de angst HumHumphrey met zwakke stem. phrey voor het oogenblik eenige „O, ga niet heen, oom Charlie; kracht; zoo vast hij kon greep gij zult verdwijnen gelijk daar- hij zijns vaders hand en zeide: even, en misschien nooit weder „beloof het mijl" komen." „Ik beloof het u lieveling," Oom Charlie stelde h^m ge- antwoordde baron Everard snel, rust en maakte zich zachtkens dankbaar, dat hij toch één uit zijn armen los. woord gehoord had. „Schielijk, schielijk!" hijgde En niemand heeft ooit gehet kind en zijne stem begaf weten, dat de laatste begeerte hem bijna van angst. De baron van den knaap is geweest, dat trachtte hem gerust te stellen zijn oom nimmer, nimmer zou en hoopte dat hij bedaren zou, vernemen, dat zijne vertelling
Verkeerd begrepen
^^"
^
»onder sierlijk en smaakvol buis, welks overig gedeelte in zwaar geboomte verscholen bleef. Langs de marmeren trappen en door een open galerij werd nu Siddha door zijn geJeidster in een mede aan den voorkant gansch open vertrek gevoerd; en na hem te hebben binnengebracht,' verdween zij achter een der voorhangen. Op een divan, aan de open zijde van het vertrek, lag daar in bevallig achtelooze houding een jonge, rijk en met smaak op de Persische wijze gekleede vrouw, die, zoodra zij haar bezoeker gewaar werd., zich van het rustbed verhief en hem tegemoet kwam om hem welkom te heeten. — Edele Heer! — sprak de onbekende, ik zeg u dank, dat gij zoo spoedig aan mijne uitnoodiging hebt willen voldoen. Wellicht was mijn verzoek wat onbescheiden; maar als ik u de reden heb medegedeeld, zult gij, hoop ik, 't mij niet al te euvel duiden. — Aan ruik eene uitnoodiging gehoor te weigeren, -— antwoordde Siddha, — ware ongetwijfeld al zeer onriddelijk geweest. De jonge vrouw ging voort:— Mijne verontschuldiging is dan, dat geen eigenbelang mij tot deze handelwijs bewoog, maar het belang van eene andere, van eene vriendin, die ik hartelijk liefheb. Zij werd vóór eenigen fijd genoodzaakt uit Agra te vluchten om de lagen te ontgaan, die haar door sommige aanzienlijke en- machtige personen gelegd werden, en vèr van hier, in uw land, in Kagmir, een schuilplaats te zoeken. Nu heb ik haar eenige mededcelingen te doen, die voor haar van groot gewicht kunnen zijn; maar ik wist tot heden geen middel om ze haar veilig te doen geworden, daar ik de boden, die hier tot mijne beschikking mochten zijn, geen van allen kan vertrouwen. - Daar verneem ik toevallig, dat gij met uw vroegcren leermeester Koelloeka in Agra waart gekomen, en tevens., dat deze spoedig weer naar zijn land terugkeert. (Wordt vervolgd.)
hem het eerst had doen denken aan den boom, wiens takken zich over den vijver heenbogen ? • Geheel uitgeput liet hij zich op het kussen nederleggen en wachtte met gesloten oogen tot zijn oom de onderschrapte regelen vond. „En ik hoorde eene stem uit den hemel als eene stem veler wateren. En ik hoorde eene stem van citerspelers spelende op hunne citers .En zij zongen een nieuw gezang... en niemand kon dat gezang leeren dan de honderd vier en veertig duizend die van de aarde gekocht waren." Er volgden geene onrustige vragen meer, geen zoeken naar wat in het verleden lag. Hij sprak niet, hij antwoonlde niet op de vraag zijns vadeft, of het dit was dat hij zich had willen herinneren; hij lag zoo stil, zoo onbewegelijk, dat zij een oogenblik meenden, dat hij heengegaan was, zonder de woorden te hooren, waarnaar hij zoozeer had verlangd. De trek van onvoldaanheid was van zijn gelaat geweken en de vader zag, dat zijn geest tot rust was gekomen. Hij haalde nu geregeld adem, als in een diepen slaap. Dit was alles wat de om-
standers konden zien. En het kind zelf? Hoe zullen wij trachten de gedachten van zijn zwakken geest te volgen ? ■ Onbestemd keerden de gedachten terug, die «•zich dien Zondag in zijn hoekje in de oude kerk gezeten, van hem meester maakten. Schoone beelden, door de machtige voorstelling der Schrift toenmaals hem voor de oogen geschilderd, keerden nu terug; de belichaamde vreugde, waarmede een kind zich een denkbeeld maakt van den hemel —poorten van paarlen, citers en engelen. Hij kreeg een flauw begrip van de duizenden in witte kleederen, die door de Jouden straten van het nieuwe eruzalem wandelen. Maar zij zijn hem niet vreemd, die engelen, want, zie daar vóór aan, schooner dan zij allen, staat zijn moeder, even als op het portret, hem met een glimlach aanziende. Voor hem is de hemel vervuld met haar beeld, want hij heeft geen ander begrip van al wat schoon en heilig is. In die groote schare die niemand tellen kan, is voor hqm geen enkele vreemdeling, allen hebben die zachte oogen en dien ouden bekenden glimlach.
^^^^^
.
Moet het kind dan zóó heen Daar lagen zij in de gouden Wat geeft hij langer om het geheimzinnige stilte rondom stralen der avondzon. Zij kuste gaan en zijn geluk door deze hem en klemde zich aan zijn mischen en zingen in zijn hunne aangezichtjes en raakte wolk worden beneveld of zal er lijdend hoofd — het geruisch broertje vast. als met zachte hand hunne krul- te zijnen behoeve een wonder „Humphiel Humphie! wordt als van water? Is alles niet lende lokken aan. Vriendelijk geschieden ? Moet de hemel zich opgehelderd ? Het is de stem wakker en geef mij de hand." bleet zij op hen rusten, alsof openen en 'hij een blik slaan „Wees niet bang," fluisterde veler wateren en de stem der zij wist dat, als zij andermaal op die schare van kinderen, groote menigte, het lied aan- Humphry zacht, „kom dicht bij verrees, wel de lammeren zou- staande aan de rechterhand heffende, dat zij alleen kunnen mij, ik zal wel op je passen." den huppelen en de vogelen Gods? Neen! Gods wegen zijn Hij beproefde naar de zijde zingen. Dien Zondagmorgen haar verwelkomen met vroolijk niet gelijk onze wegen; oneindig hoorde de prediker haar; zeide van het rustbed te kruipen alsof gezang, maar dat zij nimmer in macht openbaart hij iich hgt bed van zijn broertje naast hij niet: „Ik hoorde een stem weder zouden rusten op de soms door de eenvoudigste uit den hemel ?" nu hoort Hum- het zijne stond en sloeg den vriendelijke gezichtjes en saam- middelen. zwakken arm om den hals van phry haarl Nog onvolkomen is Gelijk Hij te voren het kind gevouwen handjes der broertjes. het geluid in zijn oor, hij hoort Alfred, op de oude bescherZich over hen heenbuigende, vertroosting gezonden had, zoo mende wijze, slechts de echo in de verte, „Van avond kunnen wij niet zag de baron eene droevige uit- zal Hij het ook nu doen. Gelijk maar weldra zal alles duidelijk veei praten, Alfred, omdat ik drukking op Humphry's gelaat. toen, niet door wonderen en zijnl „Wat kan het kind kwellen," teekenen, maar door de gave Niet tevergeefs was toen de zoo moede ben: Goeden nacht." vroeg hij zich af, ,,is het des slaaps, zoo ook nu, niet Zachtjes zeide hij iets van oude prediker door zijn onderlichaamssmart of verontrust door visioenen en wonderen, werp hersteld geworden; door het zien zijner moeder, maar hem iets anders ? Komt wellicht maar door de stem van zijn den ernst van zijn eigen ge- Alfred kon het niet verstaan. kleinen broeder. voel had hij zijn' kleinen hoor„Spreek tot mij, Humphie, der medegesleept, want zijn ga nog niet slapen. Ik heb woorden, hoewel sluimerende mijn versje nog niet opgezegd. gedurende weken die gevolgd Paatje zei dat ik het voor jou waren, schijnbaar vervlogen en mocht opzeggen vanavond. ?al vergeten, deden nu hunne werik het nu doen?" king, om dit sterfbed gezegend Zonder het antwoord af te en kalm te doen zijn. wachten, knielde Alfred neder Moedeloos is soms het hart en vouwde de handjes en zijn van den prediker als hij 'de stemmetje klonk: gemeente ziet heengaan, bij de „Daar boven juicht een breede gedachte dat zijne woorden, al [schaar. mogen zij de hoorders een korVan kinderen voor Gods ten tijd hebben geboeid, mis[troon. schien vergeten zullen zijn, zooVerlost van zonde en van gevaar. dra de drempel van het Zij zingen 's vaders Zoon. heiligdom overschreden is, en Hun loflied klinkt; den Heer verloren zullen gaan onder de [zij prijs. zorgen des tegenwoordigen Die aan het kmishout stierf. levens, die den hoorders soms En in zijn hemelsch Paradijs reeds aan de kerkdeur ontmoeEen plaats voor ons verwierf." ten. En toch kan het zijn, dat Het eeuwfeest van St. Oda's dood hoewel hij het niet weet, zijne Te Venrif worden ter gelegenheid v«n het eeuwfeest van den dood der heilige Ode Sterker en heviger wordt het openluchtfeesten gegeven waarvan hierbij een foto. woorden wortel hebben geschomischen en zingen, maar de ten, juist in een hart waarvan vrees is verdwenen. Sterker en „Ik versta het niet goed, de vreeze des doods over hem ?" sterker, luider en luider, maar hij het 't niinst had gedacht, en Hij wilde niet gaamc sprezij dus te eeniger tijd vrucht Humphie." de twijfel en de vrees zijn voor Er kwam een eenigszins on- ken, uit vrees hem te storen, altijd tot zwijgen gebracht. Helzullen dragen. maar toen het gelaat van den Er heerschte een diepe stilte geduldige beweging over het kleine 'n uitdrukking van smart der en duidelijk hoort hij het in de kamer, terwijl beide man- gelaat van Humphrey. aannam, kon hij zich niet lan- gezang der kinderen, zoo luid, „Neen," zeide de kleine nen op het kind bleven staren. dat het hem bedwelmt en verHet duurde langen tijd eer Alfred, „maar gij zult het mij ger inhouden en riep, in zijn wart. Alles schijnt om hem heen verlangen om iets te doen, wat Humphry weder sprak, maar vertellen, niet waar Humphie?" te draaien en te bewegen, en „Morgen," fluisterde deze, dan ook, ten einde zijne stertoen hij sprak was het duidelijk als om zich te redden opent hij vensure te verzachten: dat er 'n verandering met hem „morgen zal ik het beter — „Humphry, mijn lieveling, de oogen. Wat ziet zijn oog ? kunnen vertellen — goeden plaats greep. wat is er? Wat kan ik voor je Daar voor hem badende in het „Het wordt donker," fluister- nacht — goeden nacht." licht, het hoofd gekroond met doen?" En in de stilte, die rondom de hij, en het hart van den een stralenkrans, staat het beeld Niets! Met al zijn liefde en de baron beefde, want de zon be- heerschte, hoorde men zijner moeder, liefderijk op al zijn medegevoel, niets! gon pas onder te gaan. „Het broertjes elkander den laatsten hem neerziende. Met een blijWant wederom hoort de is tijd voor ons om naar bed kus geven. den glimlach strekt hij de knaap het mischen en zingen, te gaan. Waar is Alfred?" beide armen uit en roept: „Ik kan ze niet zien," zeide en met dat geluid is er een Voor een oogenblik heeft het „Heeft God u eindelijk gezontwijfel ontstaan in zijn hart. geruisch opgehouden en daar- de baron, „haal het gordrn op." De ondergaande zon ver- Zal hij ooit dat wondervolle den om mij te halen. Moeder? mede zijn ook de stemmen en O moeder! ik kom, ik kom!" visioenen verdwenen. De baron lichtte het landschap alvorens gezang kunnen leeren? De twijfel of hij dat immer zal kunnen, ter ruste te gaan, en wierp ging heen om Alfred te halen, De omstanders zagen de uitdie bezig was in zijn nacht- hare stralen op alles wat tot bestormt zijn ziel, een stille drukking van smart veranderen vrees, dat kinderen het niet goed zijn avondgebedje voor nog toe het jeugdige leven van kunnen leeren, die gegrond is in den ouden vroolijken glimVirginie op te zeggen. Met den knaap had veraangenaamd. op zijn eigen onbekwaamheid lach. Hij sloeg de oogen op eenige weinige woorden tot op- Op de lammeren en weide, op om 't gezang in de kerk te vol- naar het portret boven hem, heldering van zijn gedrag, nam de vogelen die hij had gade gen, vervult hem. Altijd te waarop de zon een schitterend de baron hem in zijn armen en geslagen sinds zij begonnen te vroeg of te laat! Kunnen kin- licht wierp, hij hief de handen vliegen, op de velden en tuinen, droeg hem naar beneden. deren het leeren ? „En niemand omhoog en zijn lippen bewogen „Maar paatje," zeide Alfred die zonder hem zoo ledig zoukon dat gezang leeren dan de zich. Zij sloten zich weder, maar onderweg, „ik had nog niet ge- den zijn; maar zij scheen honderd vier en veertig dui- de gelukkige glimlach bleef ëindigd; ik heb mijn versje nog haren heerlijiksten glans voor de ook daar niets van msten om den bleeken mond; kinderen te hebben bewaard, zend niet opgezegd." de ademhaling werd zwakker, „Dat doet er niet toe, lieve- want toen het gordijn werd op- kinderen?" hield op en toen Te vergeefs poogde de vader ling. Van avond kunt gij het gehaald, viel er zulk een straal te raden wat hem deert, te „Ik zal het overige van mijn van licht in de kamer, dat de voor Humphry opzeggen." vergeefs tracht hij het te om- versje maar niet opzeggen,'* Zachtjes droeg hij hem de oogen des vaders verblind werdekken en wenscht hij de oor- fluisterde de Jcleine Alfred, den en het eenige oogenblikkamer uit en zette hem op het ken duurde eer hij de kinderen zaak van deze smart te kunnen „want Humphie is ingeslapen." rustbed neder. EINDE. vernemen. Alfred werd angstig door de weder kon onderscheiden.
■,....
'.|-' M
•■■
iiM^niijB.iipiippBpj^^
■
■
ii.,..
Voop onze JezBPerfen RECEPTEN VAN LUCULLUS Kersengelei. fijngestooten perzikpitten; 500 gr tl 1 liter water; 1/2 liter roode ^ suiker; stukje citroenschil, 0€ m een st0 fl€sch wijn; 500 gr. kersen (ontpit Vlaat P gewogen); 2 bitterkoekj«; het f} 3 a 4 weken aftrekken, Men zet deze sap van 3 citroenen; 150 gram ^queur op mte suiker; 50 gram roode "^ warmc Plaats in de keuken gelatine; klein stukje kaneel- ^ 1{J een zonbeschenen vensterpijp; scheutje marasquin. bank. Bereiding. Maak water en Kersen Compote. 1 kersen goed heet en passeer het /2 kilo Meikersen; 200 gr. door een zeef. Voeg verdere witte suiker; stukje kaneelpijp; teekenis voor het lichaam als WAT DE DOKTER ZEGT ingrediënten toe en breng alles wat vanille; 1/4 L- water, geheel en op grond daarvan tegen den kook. Giet het warm Suiker en water met kaneel verdeelen we de gezwellen in door een doek en doe het in en vanille even laten koken, twee belangrijke groepen, n.1. Kanker «n andere gezwellen. kleine glazen potjes. Deze gelei De kersen wasschen en de goedaardige en kwaadaardige. Het kankervraagstuk staat j^n dienen als randversiering stelen er af halen. Vervolfiens Het groote onderscheid tustegenwoordig zoo in het mid-ƒ by puddingen, vulling voor ge- bij de suiker voegen, pan afschen deze twee zit hem in delpunt van de belangstelling, bakjes, ënz. Om ze geruimen sluiten en 10 minuten zachtjes de wijze van groeien. dat wij er hier ook eens iets tijd te bewaren, laat men de koken. Daarna op compóteDe goedaardige gezwellen van dienen te vertellen. gelei in de potjes geheel stijf schotel overdoen. Ook kan men worden door hun meestal langMaar daarvoor zullen we worden, bedekt ze ipet een pas- na bereiding de kersen op een zamen groei eenvoudig zelf vooraf iets over gezwelvorming send, in brandewijn gedrenkt zeef doen, kaneelpijp en vanille steeds grooter en doen de omin het algemeen dienen te be- pergamentpapdertje en sluit de verwijderen, gevende weefsels verder geen spreken, anders zie ik geen potjes met papier af, die verder Twee eiwitten zeer stijf slaan, schade, dan doordat ze deze kans duidelijk tie blijven. Ik op een koele plaats worden het sap met wat aardappelmeel natuurlijk uit den weg drinverbaas me trouwens vaak over bewaard. binden, afkoelen en het eiwit gen, naarmate ze zelf grooter de kennis, die in de medische worden'. Soms staat de groei er luchtig doorheen roeren. De rubriek van sommige bladen Kersen op brandewijn. ook langen tijd stil. We kennen kersen in den schotel doen en van den lezer, die toch op dit 1 kilo Meikersen (ontpït ge- Ge vla er overheen. zoo b.v. vet- en bindweefselgebied moet geacht worden wogen); stukje kaneelpijp; gezwelletjes van de huid, die leek te zijn, wordt geëischt. Nu Vj vanillestokje; 2 kruidnagels; Sorbet Milanoise. daar jarenlang voortbestaan is een bespreking der gezwellen 300 gram witte suiker; 1 liter zonder eenig nadeel te doen, Sla Vj hter slagroom stijf inderdaad bijzonder lastig, brandewijn. met 100 gram poedersuiker. behalve dat ze een schoonheidsvooral omdat er ook voor ons Doe alles in stöpflesch en Roer er voorzichtig een halven fout beteekenen. nog zooveel duisters op dit ge- laat het 3 ä 4 weken aftrek- liter De kwaadaardige gezwellen frambozenliqueur met bied is. ken. Een-of tweemaal per week vruchten doorheen en vul er daarentegen, waartoe o.a. de Wat is een gezwel ? Om dit de flesch voorzichtig schudden, hooge glazen mede. Dien ze kanker behoort, groeien als te begrijpen, moeten we in het regel snel en drukken daarbij Desverkiezend kan een deel met bitterkoekjes, oog houden, dat alle weefsels van den brandewijn door geniet alleen de omgeving op zij, van ons lichaam zijn opge- wonen rooden wijn worden verCoupe Americain. maar dringen ook daarin door. bouwd uit een zeer groot aantal vangen. Ze vreten dus de omgeving Vul wijde glazen op hoogen kleine, alleen door sterke veraan, vernietigen daar het gevoet half met geslagen room. grooting zichtbare, gelijksoorFrambozen op brandewijn. Vermeng sterke koffie met ge- zonde weefsel, doen verschiltige deeltjes, die we cellen elkaar 1 kilo frambozen; het sap lijke hoeveelheid cognac en vul lende weefsels aan noemen. De cellen kunnen we groeien, vreten soms bloedvan 1 citroen; 1 kruidnagel; er de glazen verder mee, zondus vergelijken met de cellen, vaten aan (bloedingen), sluiten die samen een honingraat op I 1 stukje laurierblad; eenige der roeren. door hun groei soms holten bouwen. Zoo bestaat ten slotte v£).0#c).>, ^sGSiO'Q/ (maag, darm) af, kortom zij ons geheele lichaam uit een richten groot nadeel in de omgeweldig aantal cellen, die onNo. 75135. Gekleed« geving aan, zóó groot dat, als JipoD voor georgette derling wel verschillend zijn, er niet tijdig paal en perk aan of chiffon-taffetta gemaar in beginsel toch veel gegarneerd met kant. gesteld wordt, niet zelden het Verkrijgbaar alleen meen hebben. De groei van jéven er mee gemoeid is. voor bustematt 85,90 ons lichaam en van elk weefof 95 cM, Benoodigd Bovendien wordt door dit van 100 cM. breede sel of orgaan daarvan, gesnel groeiend gezwel 't lichaam stof 3,50 M, van 90 schiedt doordat deze cellen zich cM. br, kant 1,50 M,, als het ware eenigszins vergifdeelen, zich vermenigvuldigen. bandfluweel 5,75 M, tigd en gaat er als geheel op Aan den anderen kant gaan No. 75136 Moderne achteruit (vermagering enz.),, mealel met «tolper steed« cellen te gronde, zooterwijl sommige van die geplooien. Benoodigd dat een voortdurende vervan 135 cM breede zwellen ook veel pijn veroorstof 3 M. of van 100 nieuwing plaats vindt. In norzaken. cM. breede stof 3,50 male omstandigheden geschiedt M, van lOcM. breede Dan is er nog een bijzondere garneerstof 50 cM, de groei natuurlijk regelmatig eigenschap van de kwaadaarBeide modellen zijn en doelmatig, maar dit wordt alleen verkrijgbaar in dige gezwellen, n.1. dat ze niet bustem,85,90of95cM bij de gezwelvorming geheel tot de plaats van ontstaan beNo. 75157, Keurige anders. Dan gaat n.1. een groep perkt blijven in vele gevallen iapoD voor wol marovan cellen in een of ander cain om met den (wat bij goedaardige gezwellen mantel, welke er bij weefsel zich, meestal zonder dat wel 't geval is). Het komt voor, afgebeeld is, een mowe er eenige oorzaak voor kundern geheel te vordat de gezwelcellen zich langs men. De strik op de nen vinden, om zoo te zeggen bloed en weefselvocht naar japon en de kraag op in het wilde weg, sterk verden mantel moeten in andere plaatsen begeven en dat ge val van dezelfde menigvuldigen, zoodat er dus daar dan weer uitgroeien tot stof gemaakt worden, temidden van het normale weefBenoodigd van 135 nieuwe gezwellen van dezelfde 1 breede stof voor de sel een ondoelmatige knobbel kwaadaardige soort. I japon 2 M, of van orutstaat, een nutteloos vormsel, 100 cM, breede stof In dit korte overzicht ziet 3 M„v,10cM, breede dat we dan gezwel noemen. men dus al, dat de bestrijding garneering 35 cM, No. 75157. No. 75136 Dergelijke gezwellen kunnen No. 7513S. der kwaadaardige gezwellen bestaan uit allerlei soort weefVan deze afbeeldingen, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen, is gezeker de groote aandacht verreproduceerd, zijn franco per post geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van sels (vet, spiermassa enz.). dient, die er tegenwoordig aan fO.75 en vermelding van'het'no. aan mevr. Milly Simons.ze Schuytstraat261,Den Haag, Zeer verschillend is hun bebesteed wordt. H. L. S.
WELDON
/uasscfaa. Alle soorten waschbare handschoenen, van welk materiaal ook vervaardigd, kunt U thans zelf thuis wasschen. Trek de handschoenen aan en wasch ze in een lauw Lux sopje. Het gebruik van gewone, scherpe zeepen is ten zeerste te ontraden. Wees daarom voorzichtig in de keuze van het waschmiddel. Gebruik nooit anders dan het zachte Lux sop, waarin zelfs de fijnste weefsels volkomen veilig zijn en dat niettemin alle vuil los maakt. Lux reinigt volkomen zonder eenige schadelijke werking. De Lever's Zeep Mij., Vlaardingen.
imraa^^ J&oe t/e ~£i/r v/ójfjes /ff rfeet ivafc/-.
—T"-^---1 -.^—^— - —?-
TT-— - ■-—~r—
■
„
ll-'i '■'
■
Nooit werd een wagen met meer enthousiasme ontvangen. Nooit was het publiek zoo eenparig in lofuitingen. De verkoop in enkele weken is boven iedere verwachting vermenigvoudigd. Meer dan 100 voordeden boven iedere wagen in zijn prijsklasse.
VRAAGT
HET
NIEUWE
MERK
AJAX SIX CNASH BUILT)
TUTTI-FRUTTI
C^mifile ©fi ihe
VRUCHTEN DROPS IN ROLLEN HEERLIJK FRISCH — FIJN VAN SMAAK
FABR: : VEKA
ROTTERDAM
van een beleerend, doch vooral nief geleerd tijdschrift voor slechts
2.75
Tqrpedo, 5 plaatsen f 3575.— Sedan, 5 plaatsen, 4 deuren ... f 4200.— In het brandpunt der publieke belangstelling staat:
AJAX SIX
PER HALF JAAR
CNASH BUILT5
ZULK EEN TIJDSCHRIFT IS
N.V. H. ENGLEBERT & Co's AUTO-HANDEL DEN HAAG
OPGERICHT
lasa
WELTEVREDEN
de vraagbaak voor den Radio-amateur. GEEFT U ALS ABONNÉ OP bi) de Adm. van ELECTRO-RADIO, Hofwijckstraat 9. Den Haas HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraal 65 - Den Haag Telefoon 36644 BeUsIzich mei hel SAMENSTELLEN vu Cabaret-program ma's en het orsaniseeren Tan Feestavonden, Concerten. Drawingroom-Enlerl ailments. Soirees particulier es Kindervoorstellingen, etc. etc.
Heeren! OKAJA
Stelt D op de hoogte van de literatuur over de prompte en duurzame werking van (wetti8 8e
Gemarteld Door Jeuk Gij kunt niet ophouden met krabben of wrijven. Gij wordt door jeuk zoo geplaagd, dat gij lust gevoelt de brandende huid ▼an Uw vleesch te «cheuren. Mar uitkomst is erl Enkele druppels van het vloeibare middel tegen huidziekte, D D.D. genaamd, hebben een verrassende uitwerking. Jeuk en prikkeling zijn als door tooverslag verdwenen en eindelijk krijgt de lijder weer rust. DD.D in/l. äf. 0.75 »nf.tJBO. D.D.D. nep ä f. !.• hij aUe apolh. en droq.
OKIl^Ü" deponeerd)fjwllfn**^^ Nieuwe kracht en levenslust door OKASA volgens Dr. med. LA HUS EN Zeer interessante literatuur, met schitterende getuigschriften van dokters en particulieren, verkrijgt U in gesloten enveloppe tegen inzending van 30 ets. Bestelt n dadelijk — en oordeelt ü zelf! Te verkrijgen bij: „PHARMACON" Groningen, Poetbox 35, (G.) Telef. 3767. Post-rekening 120773 Een origineele gesloten verpakking k 100 tabl. fl. 5.50
NVZÄADHÄNDEL SSP"ENZA/\DTEELT V
/HA.H0BBEI
OOLTGENSPLAAT Levering aaa laodboawers e« tnlnbeziltcr» Men Trage prijscom-amt Op bljoa alle plaatsen vertegenwoordigd
MijnharcU's Laxeertablelten werken, bij onregelmaticjen stoelgang zonder kramp of pijn Per Doos 60 cent Bij Apoth. en Drogisten
Godfried de Groot yrrnstelkan 64, Amsterdam - Telef, 28474 Specialiteit in
TANGO. CHARLESTON etc. PRIVAATLESSEN
CKLINKERT Amalerdam, Tc. 24232 Te Zandvoort: Hole d'Orange
T^oderne en /Prtistieke foto's T^en aie de vele reproducties van ons werk in „Het Weekblad" Cinema ©Sheater
U | ABONNEERT U OP DIT BLAD | [jj
Purol bij doorzitten, stukloopen en smetten der Huid.
Je bent een moreele zwakkeling en ik veroordeel je tot zeven jaar hard werken in de San Quentin-gevangenw''. Aldus de rechter tegen Bob Norton, zoon van een gefortuneerd bankier. Gebroken wordt de jongen weggeleid. Zijn vader wil hem niet helpen, want niettegenstaande het bewijs van schuld is geleverd blijft Bob zijn onschuld volhouden. Zeven lange jaren toeft hij onder allerlei gevangenen en als eindelijk de deuren zich weer voor hem openen, treedt hij met een verbitterd hart de maatschappij weer in. Nergens werk, nergens een hand, die hem helpt. Al slenterende komt hij in een dancing terecht, the Barbary Coast, een gelegenheid, waar de onderwereld van San Francisco elkaar ontmoet en waar hij kennis maakt met Camille, een jong meisje, waaraan hij vertelt wat juist achter den rug heeft. Zij neemt hem mee naar haar kamer, geeft hem eten en drinken en wil hem geld ter hand stellen om een overjas te koopen, wat Bob evenwel weigert aan te nemen. Het tweetal blijft bij elkaar en hun betere gevoelens worden wakker. Bob vindt werk in een machinefabriek en Camillg zorgt voor het huishoudentje, waar het eerste eerlijk verdiende geld een zeldzame ontroering te weeg brengt. Wel komen er zoo nu en dan afgezanten van The Barbary Coast Camille overhalen terug te keeren, maar zij blijft Bob trouw. Dan begint bij Bob's vader de
band des bloeds te spreken. Hij weet, dat zijn zoon weer vrij is en laat een detective uitvinden waar deze zich bevindt. De detective ontdekt het tweetal, en schildert den vader de situatie zeer zwart af. Bankier Norton besluit evenwel zelf zijn zoon te gaan bezoeken om hem te redden en om het meisje van The Barbary Coart te vertellen dat een Norton mijlen boven haar staat in het leven. Als Norton en de detective op de kamer komen vinden .zij Camille alleen. Zij wachten hooghartig en als Bob eindelijk komt blijft er een ongekende kilheid in het vertrek. Camille voelt de positie, waarin ze verkeert, verlaat de kamer komt terug in het costuum, waarin ze in The Barbary Coast placht te verkeeren, opstandig, trotsch, bereid Bob aan zijn familie weer te geven. Maar Camille, de vrouw die hem na zeven jaar ellende met een glimlach ontving, is Bob meer waard dan al 't andere op de wereld en hij kiest haar, die'm schraagde en steunde, toen hij de maatschappij weer in moest. Deze daad dwingt zijn vader bewondering ai en Bob is plotseling weer de zoon, op wien hij eens zoo trotsch was. Bob en Camille zijn gelukkig en de heer Norton ziet in, dat het nog niet te laat om het jonge paar de hand toe te steken. Een boeiend werk met Mae Busch en Owen Moore in de rollen van Camille en Bob, door de Unie Film Onderneming te Rot terdam uitgebracht.
.
_
'
n
—^^^^^^^^^^mmmmmmmmmm^mm
^^^^^
m
■^^^^^^
^^^^^
".
■
.
■
■- — •
'
!
-
•-
op de TIP<£XIE)
e
:
CTn het W. B.-theater te Rotterdam wordt een alleraardigst mysterieus society-drama vertoond in 7 acten dat tot titel draagt „Het meisje op de Trap" en door het Bureau voor Cinematografie ..Filma'" te Amsterdam in^ons land wordt uitgebracht. De hoofdrol in deze film wordt vervjiid door de bekoorlijke Patsy Ruth Miller, het is die yan een jong meisje Dora Sinclair, dat reeds vanaf haar prille jeugd neiging heeft getoond tot slaapwandelen, tot groote ongerustheid van haar tante Agatha. Dora is een aller liefst meisje en op college dan ook zeer gevierd. Zij flirt daar dagelijks met Dick Wakefield, hoewel zij op het punt staat zich te verloven met den jongen advocaat Franklin Farrell. Tot haar schrik bemerkt zij, dat Wakefield getrouwd is en als zij alle banden met hem verbreekt, be wijst hij oogenblikkelijk zijn attenties aan de echtge noote van een Argentijnsch millionair. Dora ontdekt tot haar .ongerustheid, dat Wakefield al de brieven, die zij hem op college heeft geschreven, heeft bewaard. Hij wil ze haar niet teruggeven.
wat haar zeer onrustig stemt en haar tot in den slaap bezig houdt. Plotseling staat zij op, wandelt de woning van Wakefield binnen om eenige oogenblikken later de trap weer i af te dalen. Den volgenden morgen wordt Wakefield vermoord gevonden. Dora's minnebrieven, die bij hem gevonden worden, de afdruk van haar blooten voet op het mes, waarmede de moord begaan is en het feit dat zij 's nachts op de trap van Wakefield's woning gezien is, vormen zeer bezwarende getuigenissen tegen haar en het lijkt vrijwel zeker, dat het ,.schuldig" over haar zal worden uitgesproken. Haar verdediger roept ten einde raad de hulp in van prof. Bourget, die Dora in haar jeugd voor het slaapwandelen heeft behandelt en het gelukt dezen geleerde het geheim van Wakefield's slaapkamer te ontsluieren. Dora's onschuld' wordt bewezen, dank zij Franklin's toewijding en de groote wetenschap van den goeden professor. • Is het een wonder, dat korten tijd daarna Franklin en Dora hun » huwelijksreis aanvaarden?
I
■■—----■:
,
► O «o ^^ o
o o
==
N2128
ro-^^o mo*^o^^omo<^>-o:
:o<s>o»o^s»o
EEN MAN AIXEEN THUIS WOORDEN VAN HARRY BORTON
MUZIEK VAN KEES BORG
V
Vrji'e voordracht
J
j;.M J ii i ie-s.t^vr^M.M/ik Uut je we.ten 'tJó nwjMtt'n week aeJeen, D&X jevoovtwee
da. .gen wea^ma Naarje väJer en moeJer heen. Wil je mij nu/ 'npleï.zier doen
Do
c
o
Io
o o
o
00
0
V>ott\ddLn&poe.d\a weer mwhuAB.ïXw.tzoo met leui.^er5tgl.leii th'n rew.zen benJethuis!
O
O
o c
Beste vrouw, ik laat je weten, 't Is nu juist 'n week geleën, Dat je voor twee dagen wegging Naar je vader en moeder heen. Wil je mij nu 'n pleizier doen, Kom dan spoedig weer naar huis, Tt Kan t zoo niet langer stellen, 't Is 'n reuzenbende thuis I
Dinsdag moest ik alles halen, Eetgerei voor d'and'ren dag, Maar toen "k thuis kwam was 't vrees'lijk Hoe de boel door elkander lag. Jan en Piet, ze speelden brandweer. Spoten d' heele kamer nat. Midden in dreef kleine Jansie, Die in 'n kolenemmer zat!
D' vuilnisbak kon ik niet leegen. Want die vent was al voorbij. En 't begint hier zoo te ruiken En d'r kan haast niks meer bij, D'Enariepiet is wegge vlogen, Toen het kooitje open stond. Poes heb ik maar weggegeven. Zij deed alles op den grond.
D' eerste dag met eten koken Had ik daad'lijk al een strop. Want inplaats van zout in 't eten, Deed ik ov'ral soda op. En het stel dat liet ik walmen, Ov'ral hingen d' vlokken aan, En 't vleesch liet ik verbranden, D'commensaal is weggegaan I
Woensdag was ik in de keuken Bezig voor de eterij, En de kind'ren waren rustig, Speelden zoet, wat was ik blij. Toen ik later eens ging kijken. Viel ik van de schrik haast neer. Want ze poetsten al je meub'len. Met een potje schoenensmeer 1
'k Hoop maar dat je gauw naar huis komt Anders loopt 't vast nog mis. 'k Weet nu beter als 'n ander Dat het zoo geen leven is: Zeg je vader en je moeder Allebei gedag van mij. Maar kom spoedig weer naar huis toe En je maakt ons allen blij!
o
Jo
mlimmmvi
►o»o.
>o« o<
i.miiii.i 'il n'rn , n. . , iii riiiimiiihilil m
SSnr^l "ïn dit nummer bevindt zich een |
o '( , i
■O «O'
a
>090<
.—ïüikii!
redacüe van pier Wcsierbaan
aardig liedje van Herman Stena
I
mi
,IIHHW
LiiHim in lil W I
jTdres van Redocöe «n /Tdroin.: Solsewoier S2. Êeiden enCh. de Coster«root 10-12, Srussel.
-»-'■ -■;■;■;:-. :
X11
» .9