REGLEMENT VOOR HET EXAMEN AFDELINGSHELPER VAN DE AFDELING NOORD BRABANT DER KNPV 1.INLEIDING Eenieder die aan de onder punt 2 vermelde voorwaarden voldoet kan Afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant worden. Men dient daarvoor een theoretisch en een praktisch examen af te leggen. Het theoretisch examen zal bestaan uit 50 vragen uit het vragenboek. De vragen worden door de examencommissie uit het vragenboek gekozen. Het praktisch examen voor Afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant bestaat uit het testen van 4 honden ; het volledige programma PH I wordt afgewerkt. De erkenning als Afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant geldt voor het programma PH I
2. INSCHRIJVING Kandidaten dienen zich, 4 weken voorafgaand aan het examen, schriftelijk aan te melden bij de vice voorzitter van de Afdeling Noord – Brabant. Deze aanmelding dient vergezeld te gaan van 2 recente pasfoto's, een gezondheidsverklaring van de huisarts of een andere bevoegde instantie, een kopie van de lidmaatschapskaart van de KNPV, een overzicht van zijn of haar personalia, alsmede de voorkeurdatum waarop de kandidaat examen wenst te doen. Inzending kan gedurende het gehele jaar. De examendata worden vastgesteld op de jaarlijkse bijeenkomst van aspirant helpers in maart en gepubliceerd in het orgaan “De Politiehond” en op de website van de KNPV onder de Afdeling Noord Brabant.
3. VOORWAARDEN Om aan het examen voor afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant te kunnen deelnemen zal de kandidaat: a: Van onbesproken gedrag moeten zijn. b: lid moeten zijn van de KNPV. c: Goed moeten kunnen horen, zien en lopen. d: Niet ouder zijn dan 39 jaar. e: voldoende beschikbaar zijn om als helper te fungeren.
4. OPROEPING. De kandidaten worden door het Afdelingsbestuur van de Afdeling Noord - Brabant schriftelijk voor het examen opgeroepen.
5. EXAMENCOMMISSIE. De beoordeling van het examenwerk, zowel het theoretisch als het praktisch examen, gebeurt door de Examencommissie Afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant.
6. EXAMEN. Het examen bestaat uit 2 delen: Een mondeling theorie-examen. Een praktijkexamen.
7. EXAMENEISEN Het theorie-examen Het theoretisch examen bestaat uit het mondeling beantwoorden van 50 vragen uit de Helpersrichtlijnen PH 1 van de KNPV. Beschikbare tijd : 30 minuten. De kandidaat is geslaagd als 80 % of meer van het totaal aantal vragen goed is beantwoord. Waardering : 1 punt per vraag. Betreft het een vraag die betrekking heeft op deelantwoorden, dan wordt er in verhouding gewaardeerd. Het Praktijkexamen. Het praktisch examen bestaat uit het testen van 4 honden en zal worden afgenomen volgens de helpersrichtlijnen van het Keuringsreglement van het PH I programma. Voor het praktisch examen zijn de beoordelingsnormen en cijferwaarderingen zoals hieronder vermeld staan van toepassing , ter beoordeling van de Examencommissie Afdelingshelper van de Afdeling Noord-Brabant.
Voor de met een * aangemerkte onderdelen (zie examenlijst) dient de kandidaat minimaal 12 punten per 4 honden te behalen. Een lagere beoordeling heeft afwijzing tot gevolg!!! Bij onderdeel 4 van oefening E moet er door de kandidaat bij 3 van de 4 honden een (dragelijke) stokslag worden toegediend. Is dit niet het geval dan zal de kandidaat eveneens worden afgewezen!!! De beoordeling per onderdeel per hond is als volgt: 5 = Uitmuntend 4 = Goed 3 = Voldoende 2 = Onvoldoende 1 = Slecht 0 = Zeer slecht VOOR HOND 1 EN 2: De totaalscore in cijfers per hond is als volgt: 215 punten : een 10 214 tot en met 195 punten : een 9 194 tot en met 175 punten : een 8 174 tot en met 155 punten : een 7 154 tot en met 135 punten : een 6.
VOOR HOND 3 EN 4: De totaalscore in cijfers per hond is als volgt: 185 punten : een 10 184 tot en met 165 punten : een 9 164 tot en met 145 punten : een 8 144 tot en met 125 punten : een 7 124 tot en met 105 punten : een 6. DE KANDIDAAT DIENT PER HOND VOOR DIT EXAMENWERK TENMINSTE HET CIJFER “6” TE BEHALEN!!! HET BEHALEN VAN EEN LAGER CIJFER HEEFT AFWIJZING TOT GEVOLG!!! De oefeningen tot de aanvang van het stelwerk worden door de kandidaat achter elkaar afgewerkt. Indien er meerdere kandidaten aan het examen deelnemen zal per oefening beurtelings worden gewerkt. Het stelwerk wordt per kandidaat als volgt afgewerkt: 4 x oefening E t/m G. 4 x oefening J t/m L. Na de uitvoering van de oefeningen E t/m G en J t/m L, kan voor de kandidaat een rustpauze worden ingelast van 20 minuten. 2 x oefening M 4 x oefening H t/m I. 2 x oefening N. Indien er meerdere kandidaten aan het examen deelnemen zal na de uitvoering van de oefeningen E t/m G en J t/m L van kandidaat worden gewisseld.
8. HEREXAMEN. De kandidaat mag 2 keer een herexamen theorie afleggen Wanneer een kandidaat voor het praktijkexamen niet is geslaagd, mag hij dit examen 2 maal over doen, telkens nadat een termijn van 3 maanden is verstreken. De beide herexamens dienen binnen een periode van 1 jaar te worden afgelegd. Het betreft een algeheel herexamen praktijk. Echter in voorkomend geval kan het een herexamen per één of meerdere oefeningen betreffen, een en ander ter beoordeling van de examencommissie. Het met goed gevolg afgelegde theorie-examen blijft hiervoor maximaal 1 jaar geldig. Wanneer een kandidaat wel voor het praktijkexamen is geslaagd maar niet voor het theorie- examen dan moet de kandidaat binnen 6 maanden opnieuw een theorie-examen afleggen. Dit herexamen mag 1 maal worden overgedaan en moet opnieuw binnen een termijn van 6 maanden worden afgelegd. Mocht een kandidaat na 3 keer een theoretisch en 3 keer een praktisch examen niet zijn geslaagd, dan zal hij niet meer tot een examen worden toegelaten.
9. UITSLAG. De uitslag van het theoretisch-, en het praktisch examen wordt op de examendag zelf door de examencommissie aan de kandidaat mondeling medegedeeld. Na de eerstvolgende bestuursvergadering van de Afdeling Noord Brabant wordt de uitslag door het bestuur van de Afdeling Noord Brabant schriftelijk bevestigd.
10. ERKENNING. Erkenning als Afdelingshelper van de Afdeling Noord - Brabant gebeurd door het Bestuur van de Afdeling Noord - Brabant. Iedere erkende Afdelingshelper van de Afdeling Noord Brabant moet jaarlijks vóór 1 maart een akkoordverklaring insturen om in het desbetreffende jaar als zodanig ingezet te mogen worden. Afhankelijk van zijn/haar leeftijd moet eveneens 1 maal per 3 jaar, 1 maal per 4 jaar of 1 maal per 5 jaar een “Vragenlijst Gezondheidsrisico’s Afdelingshelpers” worden ingestuurd. Indien gedurende 4 opeenvolgende jaren geen akkoordverklaring is ingestuurd komt de erkenning als Afdelingshelper van de Afdeling Noord Brabant te vervallen. Bij medische afkeuring voor het examen Helper KNPV vervalt de erkenning als Afdelingshelper
11.DIPLOMA. Erkende Afdelingshelpers van de Afdeling Noord - Brabant ontvangen van het Bestuur van de Afdeling Noord - Brabant een diploma met vermelding van hun wedstrijdbevoegdheid.
12.IN ALLE GEVALLEN WAARIN DIT REGLEMENT NIET VOORZIET, BESLIST HET BESTUUR VAN DE AFDELING NOORD – BRABANT. Deze beslissing is bindend. 31 Januari 2015.
VOLGORDE WAARIN DE OEFENINGEN DIENEN TE WORDEN AFGEWERKT: ALLES PH 1: VOOROEFENINGEN: 4 x manrevieren 4 x voedsel weigeren 4 x bewaken 4 x transport (recuperatie) STELWERK 4 x stokstellen (stok- en schotstellen wordt achter elkaar afgewerkt zonder rustperiode) 4 x schotstellen 2 x terugroepen (terugroepen, fiets- en schijnstellen wordt achter elkaar afgewerkt zonder rustperiode) 4 x fietsstellen 2 x schijnaanval