REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN EN BESTUUR “STICHTING VIVERION” ex artikel 4 lid 4 en artikel 18 lid 1 van de statuten
A.
ALGEMEEN
Artikel 1 - Definities In dit Reglement wordt verstaan onder: - De Stichting:
Stichting Viverion, gevestigd te Lochem, kantoorhoudende aan de Larenseweg 28 te 7241 CN Lochem;
- De Raad van Commissarissen:
Het orgaan van de Stichting dat toezicht op het Bestuur houdt (artikel 7 lid 1 sub b BBSH);
- Het Bestuur:
Het orgaan van de Stichting dat de Stichting bestuurt (op grond van artikel 2:291 lid 1 BW) en dat wordt gevormd door een of meer directeuren;
- Dochtermaatschappij:
De rechtspersoon c.q. vennootschap als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- De Viverion-Groep:
De Stichting en haar dochtermaatschappijen (ondernemingen) ;
- De Ondernemingsraad:
Het in het kader van de Wet op de Ondernemingsraden ingestelde overlegorgaan;
- Huurdersvereniging Goor en Omstreken, Huurdersvereniging Lochem-Holten en Stichting Bewonersbelangen Spectrum Wonen
Huurdersorganisatie, het conform het BBSH en de WOHV ingestelde collectief overlegorgaan huurder/verhuurder.
- In functie zijnde commissarissen
In de Raad van Commissarissen zitting hebbende commissarissen, die niet geschorst zijn.
Artikel 2 - Functie Reglement 1.
Dit Reglement geeft nadere voorschriften, welke de Raad van Commissarissen en het Bestuur bij de uitoefening van hun taak in verhouding tot de Stichting, in verhouding tot elkaar en in hun onderlinge verhouding dienen na te leven, zulks ter aanvulling op het bepaalde in de statuten van de Stichting d.d. 1 januari 2009.
2.
De onderhavige bepalingen vormen derhalve een nadere uitwerking van zowel de rechtspersonenrechtelijke verhouding tussen de Stichting en de Raad van Commissarissen en het Bestuur als van de tussen de Raad van Commissarissen en het Bestuur bestaande verhouding. Voorts wordt in dit Reglement de onderlinge verhouding tussen de leden van de Raad van Commissarissen nader uitgewerkt.
3.
Dit Reglement is vastgesteld bij besluit van de Raad van Commissarissen op 10 maart 2009. Door ondertekening verklaart het Bestuur met de daarin opgenomen bepalingen akkoord te gaan.
1
4.
Dit Reglement kan te allen tijde worden gewijzigd door de Raad van Commissarissen, nadat daarover door de Raad van Commissarissen overleg is gevoerd met het Bestuur.
5.
Dit Reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet en/of de statuten van de Stichting. Onverminderd het bepaalde in dit Reglement zullen de Raad van Commissarissen en het Bestuur voor hun functioneren als uitgangspunt hanteren de algemene beginselen van governance. Tevens onderschrijven de Raad van Commissarissen en het Bestuur de “Principes” van de Governancecode Woningcorporaties, waarvan de “Principes” als Bijlage A bij dit Reglement zijn gevoegd.
6.
Van het bestaan van dit Reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de Raad van Commissarissen in het jaarverslag.
B.
HET BESTUUR
Artikel 3 - Informatieverstrekking 1.
Het Bestuur verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
2.
Het Bestuur zal de Raad van Commissarissen naast de jaarlijkse verslaggeving als in de statuten geregeld, regelmatig op de hoogte houden van de gang van zaken binnen de Stichting en de met haar verbonden dochtermaatschappijen (ondernemingen).
3.
Met name zal het Bestuur de Raad van Commissarissen op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting en van de voor de Stichting belangrijke ontwikkelingen in de markt waarin zij opereert.
4.
Informatieverstrekking zoals bedoeld in het vorige lid zal steeds moeten plaatsvinden, zodra het Bestuur daartoe aanleiding aanwezig acht en dient voorts in ieder geval te geschieden indien de voorzitter van de Raad van Commissarissen daarom verzoekt.
5.
Periodiek zal het Bestuur de Raad van Commissarissen een schriftelijke tussentijdse rapportage (periodieke rapportage) verstrekken, waarin zowel op alle relevante gebieden waarop zij werkzaam is alsmede met betrekking tot de werkorganisatie de ontwikkelingen van de Stichting en de met haar verbonden dochtermaatschappijen (ondernemingen) worden weergegeven. Deze rapportage zal steeds in een te houden vergadering van de Raad van Commissarissen worden besproken. Naast de periodieke rapportage zal het Bestuur de Raad van Commissarissen periodiek informeren over realisering van de strategie en realisering van de ondernemingsdoelstellingen van de Stichting en de interne beheersystematiek, alsmede de risico’s van de dochtermaatschappijen (ondernemingen) in beeld brengen.
6.
De Raad van Commissarissen ontvangt het jaarlijks verslag van de klachtencommissie vóór het moment dat het jaarverslag wordt vastgesteld.
Artikel 4 - Tegenstrijdige belangen 1.
De onverenigbaarheden van leden van het Bestuur zijn neergelegd in artikel 7 van de statuten van de Stichting.
2.
Indien het Bestuur voorziet dat (de schijn van) een tegenstrijdig belang of onverenig-baarheid zou kunnen optreden, meldt het dit terstond aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
2
3.
Indien naar het oordeel van het Bestuur sprake is van een incidentele tegenstrijdigheid en bezwaren daarvan kunnen worden opgelost door een tijdelijke voorziening, dan werkt het Bestuur aan die voorziening mee.
4.
Indien naar het oordeel van het Bestuur sprake is van een meer dan incidentele tegenstrijdigheid of onverenigbaarheid van belangen, dan zorgt het Bestuur onverwijld voor opheffing van de tegenstrijdige of onverenigbare belangen.
5.
Het Bestuur meldt het voornemen om een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden uit te oefenen alsmede de hoogte van eventuele daaruit voortvloeiende neveninkomsten aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
6.
Indien het Bestuur voorziet dat een nevenfunctie of het uitoefenen van nevenwerkzaamheden invloed zal kunnen hebben op zijn positie van het Bestuur, dan meldt het dit terstond aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
7.
Indien de nevenfunctie of nevenwerkzaamheden naar de mening van de Raad van Commissarissen schade kunnen veroorzaken aan de Stichting of de positie van het Bestuur, dan beëindigt deze laatste de nevenfunctie of werkzaamheden.
Artikel 5 - Benoeming, schorsing en ontslag leden van het Bestuur 1.
De Raad van Commissarissen benoemt de leden van het Bestuur. Bij een vacature binnen het Bestuur wordt de Ondernemingsraad van de Stichting voor de aanvang van de wervingsperiode gehoord door de Raad van Commissarissen. De Ondernemingsraad heeft conform artikel 30 WOR adviesrecht bij de benoeming van leden van het Bestuur.
2.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 leden 7 t/m 11 van de statuten van de Stichting is de Raad van Commissarissen bevoegd leden van het Bestuur te schorsen en/of te ontslaan.
3.
Voordat het voorstel tot schorsing of ontslag wordt behandeld wordt de Ondernemingsraad van de Stichting door de Raad van Commissarissen gehoord. Conform artikel 30 WOR, artikel 25, leden 4 en 5 WOR, heeft de Ondernemingsraad in deze adviesrecht.
4.
De Raad van Commissarissen neemt een met redenen omkleed besluit over de schorsing of ontslag van leden van het Bestuur. Dit besluit wordt door de voorzitter van de Raad van Commissarissen op schrift gesteld. Hij draagt tevens zorg voor (aangetekende) verzending aan betrokkene en ter kennisname aan de Ondernemingsraad.
Artikel 6 – Taken en bevoegdheden van het Bestuur 1.
Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting en haar dochtermaatschappijen (ondernemingen) (de Viverion-Groep). Het Bestuur vertegenwoordigt de Stichting en haar dochtermaatschappijen (ondernemingen) (de Viverion-Groep). Het Bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van de Stichting en de met haar verbonden dochtermaatschappijen (ondernemingen) bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed en inzichtelijk geregeld zijn en verantwoord worden.
2.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en realiseren van het externe beleid van de Stichting en voor de externe profilering en contacten alsmede het ontwikkelen en realiseren van het intern beleid en het structureren en integreren van bedrijfsprocessen.
3
Artikel 7 - Functioneren en salarisvoorwaarden Bestuur Ten minste eenmaal per jaar vindt overleg tussen de remuneratiecommissie / twee leden van de Raad van Commissarissen en het Bestuur plaats omtrent het functioneren alsmede de salariëring en overige arbeidsvoorwaarden van het Bestuur. Van dit overleg wordt een schriftelijk verslag gemaakt. De Raad van Commissarissen stelt het salaris van het Bestuur vast. Artikel 8 - Vervanging van het Bestuur 1.
In geval van kortdurende afwezigheid van het Bestuur vindt vervanging plaats door de adjunctdirecteur.
2.
In geval van langdurige afwezigheid van het Bestuur vindt vervanging van het Bestuur in principe plaats door de adjunct-directeur. In de eerstvolgende vergadering van de Raad van Commissarissen wordt deze vervanging besproken en vastgesteld.
C.
DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
Artikel 9 - Profiel en verkiezing leden Raad van Commissarissen
1.
De Raad van Commissarissen dient te voldoen aan het profiel, zoals neergelegd in de “Profielschets Raad van Commissarissen” die als Bijlage B bij dit Reglement is gevoegd.
2.
De Raad van Commissarissen is aanspreekbaar op de kwaliteiten en kwaliteitseisen van zijn (individuele) leden.
3.
Bij het ontstaan van een vacature in de Raad van Commissarissen wordt de procedure gevolgd, zoals neergelegd in artikel 12 van dit Reglement.
Artikel 10 - Taken en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen 1.
De taken en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen zijn neergelegd in artikel 16 lid 1 van de statuten van de Stichting
2.
De Raad van Commissarissen staat onder leiding van de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen fungeert als een college met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat alle leden van de Raad van Commissarissen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor besluiten die genomen worden in de Raad van Commissarissen, ook als zij zich in vergadering tegen de inhoud van het besluit hebben uitgesproken.
3.
Twee leden van de Raad van Commissarissen kunnen ten minste één keer per jaar overleggen met de Ondernemingsraad in aanwezigheid van het Bestuur.
4.
Eén maal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de twee leden van de Raad van Commissarissen die op voordracht van Huurdersvereniging Goor en Omstreken, Huurdersvereniging Lochem-Holten en Stichting Bewonersbelangen Spectrum Wonen in de Raad van Commissarissen zijn benoemd en Huurdersvereniging Goor en Omstreken, Huurdersvereniging LochemHolten en Stichting Bewonersbelangen Spectrum Wonen.
4
Artikel 11 - Onverenigbaarheden 1.
De onverenigbaarheden van leden van de Raad van Commissarissen zijn neergelegd in artikel 13 van de statuten van de Stichting.
2.
Ieder lid van de Raad van Commissarissen dat een (schijn van) onverenigbaarheid voorziet, als in artikel 13 van de statuten van de Stichting of het hiervoor vermelde artikellid genoemd, bedoeld of een anderszins tegenstrijdig belang tussen de Stichting en het lid van de Raad van Commissarissen, dient hiervan via de voorzitter de Raad van Commissarissen onverwijld in kennis te stellen.
3.
Nadat de voorzitter van de Raad van Commissarissen in kennis is gesteld, als bedoeld in het vorige lid van dit artikel, zal de voorzitter de overige leden van de Raad van Commissarissen elk afzonderlijk consulteren. Indien de voorzitter een onverenigbaarheid of een anderszins tegenstrijdig belang voor zichzelf voorziet, zal hij de vice-voorzitter hiervan in kennis stellen, naar aanleiding waarvan de vicevoorzitter de overige leden van de Raad van Commissarissen elk afzonderlijk zal consulteren.
4.
Indien de Raad van Commissarissen van oordeel is dat er sprake is van een incidentele onverenigbaarheid, waarvoor een tijdelijke oplossing kan worden gevonden, werkt het desbetreffende lid van de Raad van Commissarissen aan die oplossing mee.
5.
Indien de Raad van Commissarissen van oordeel is dat er sprake is van een méér dan incidentele onverenigbaarheid dient het desbetreffende lid van de Raad van Commissarissen af te treden.
6.
In verband met het bepaalde in de leden 4 en 5 van dit artikel dient ieder lid van de Raad van Commissarissen bij zijn aantreden op voorhand aan te geven dat, als het gaat om de eigen positie in de Raad, hij zich zal neerleggen bij het oordeel en het besluit van de Raad van Commissarissen en daarnaar zal handelen.
7.
Ieder lid van de Raad van Commissarissen meldt het voornemen om een nevenfunctie of nevenwerkzaamheden uit te oefenen aan de Raad van Commissarissen.
Artikel 12 - Benoeming leden Raad van Commissarissen 1.
De profielschets van de leden van de Raad van Commissarissen wordt in ieder geval op de website van de Stichting geplaatst.
2.
De kandidaatstelling voor een lid van de Raad van Commissarissen dient schriftelijk te geschieden onder vermelding van het curriculum vitae van de kandidaat en een verklaring van de betrokken kandidaat dat deze de kandidaatstelling aanvaardt.
3.
In geval de vacature de huurderszetel in de Raad van Commissarissen betreft, deelt het Bestuur aan de huurders c.q. de in het belang van die huurders werkzame organisatie(s) zo spoedig mogelijk mee wanneer de zetel in de Raad van Commissarissen vrijkomt. Bij zijn mededeling overlegt het Bestuur een afschrift van de door de Raad van Commissarissen vastgestelde profielschets. Tevens worden de huurders c.q. de in het belang van die huurders werkzame organisatie(s) daarbij uitgenodigd een bindende voordracht te doen, waarbij voldaan dient te worden aan de door de Raad vastgestelde profielschets.
4.
De in lid 3 bedoelde bindende voordracht dient op een zodanig tijdstip te worden gedaan dat deze bij de oproeping voor de vergadering waarin de benoeming zal plaatsvinden, kunnen worden vermeld. Het bestuur stelt betrokkene(n) tijdig op de hoogte dat zij een bindende voordracht
5
kunnen doen. De bindende voordracht als bedoeld in lid 3 dient binnen twee maanden na dagtekening van de in lid 3 bedoelde uitnodiging te worden gedaan. 5.
De Raad van Commissarissen toetst de voorgedragen kandidaat aan de vastgestelde profielschets.
6.
Voldoet de bindende voordracht als bedoeld in lid 3 niet aan de profielschets of wordt de voordracht niet binnen de in lid 4 genoemde termijn gedaan, dan draagt de Raad van Commissarissen zelf iemand voor uit de kring van de huurders of iemand die kan optreden namens de huurders.
7.
Benoemingen van leden van de Raad van Commissarissen worden gepubliceerd in het jaarverslag van de Stichting.
Artikel 13 - Aftreden leden Raad van Commissarissen 1.
De Raad van Commissarissen stelt een rooster van aftreden op. Leden van de Raad van Commissarissen treden af tijdens de laatste vergadering voorafgaande aan het tijdstip waarop hun benoeming verstrijkt. Bij voorkeur is dit de vergadering na het goedkeuren van het jaarverslag.
2.
Het rooster van aftreden wordt in ieder geval op de website van de Stichting geplaatst.
Artikel 14 - Schorsing en ontslag leden Raad van Commissarissen 1.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de statuten van de Stichting is de Raad van Commissarissen bevoegd om leden van de Raad van Commissarissen te schorsen en/of te ontslaan.
2.
Met betrekking tot schorsing en/of ontslag van een lid van de Raad van Commissarissen is – met inachtneming van het in artikel 14 van de statuten van Stichting bepaalde - artikel 5 lid 4 van dit Reglement van overeenkomstige toepassing. Voor “het Bestuur” dient gelezen te worden “de Raad van Commissarissen”.
Artikel 15 - Vergaderingen en besluitvorming Raad van Commissarissen 1. 2. 3.
Ten minste vier keer per kalenderjaar wordt één vergadering gehouden. Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dit nodig acht. Wanneer één van de leden van de Raad van Commissarissen het nodig acht dat een vergadering wordt gehouden kan hij de voorzitter schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten verzoeken een vergadering bijeen te roepen. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop de voorzitter een vergadering bijeen roept. Aan een dergelijk verzoek wordt in elk geval geacht geen gevolg te zijn gegeven indien de vergadering niet binnen twee weken na het verzoek wordt gehouden.
Artikel 16 1. 2.
Behalve wanneer overeenkomstig het derde lid van artikel 15 de vergadering door een lid van de Raad van Commissarissen wordt bijeengeroepen, geschiedt de oproeping tot de vergadering door de voorzitter. De oproeping geschiedt met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden meegerekend. In spoedeisen-
6
3. 4.
5.
de gevallen kan met een kortere termijn worden volstaan, zulks ter beoordeling van de voorzitter. De oproeping gebeurt schriftelijk, waarbij worden vermeld de plaats en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. Naast de Raad van Commissarissen is ook het Bestuur aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Commissarissen tenzij de Raad van Commissarissen besluit buiten de aanwezigheid van het Bestuur te vergaderen. Voor een vergadering van de Raad van Commissarissen, voorzover die ook door het Bestuur wordt bijgewoond, wordt de agenda opgesteld door de voorzitter van de Raad van Commissarissen in overleg met het Bestuur. Het Bestuur zorgt bij die gezamenlijke vergaderingen voor de oproeping namens de voorzitter. Naast de in lid 1 van artikel 15 genoemde vergaderingen vergadert de Raad van Commissarissen ten minste één maal per jaar zonder het Bestuur met als doel het functioneren van de Raad van Commissarissen en het Bestuur te evalueren, met inbegrip van opvolgings- en beloningskwesties en opleidingsbehoeften.
Artikel 17 1. 2. 3. 4.
De vergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid door de vicevoorzitter. Van hetgeen besproken en besloten is worden notulen gemaakt. Deze notulen worden door de voorzitter en een ander lid van de Raad van Commissarissen dat op de desbetreffende vergadering aanwezig was, vastgesteld en ondertekend. Besluiten kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die bij de oproeping zijn meegedeeld. Zijn echter ter vergadering alle in functie zijnde leden van de Raad van Commissarissen aanwezig, dan kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen.
Artikel 18 1. 2.
3. 4. 5.
6.
7.
De Raad van Commissarissen kan slechts rechtsgeldig besluiten nemen indien ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijnde commissarissen aanwezig is. Mocht ter vergadering het in voornoemde zin genoemde aantal commissarissen niet aanwezig zijn, dan wordt binnen tien dagen een nieuwe vergadering bijeen geroepen overeenkomstig het in de artikelen 15 en 16 van dit reglement bepaalde. De Raad van Commissarissen kan alsdan rechtsgeldig besluiten nemen ongeacht het aantal dan ten vergadering aanwezige commissarissen. Voorzover de statuten en dit Reglement geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien een lid van de Raad van Commissarissen dit wenst wordt schriftelijk gestemd. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming dan wel omtrent de inhoud van een genomen besluit - voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel - is beslissend. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid van de Raad van Commissarissen dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. De Raad van Commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen mits de zienswijzen van alle leden van de Raad van Commissarissen schriftelijk wordt ingewonnen en geen van de leden van de Raad van Commissarissen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
7
Artikel 19 - Goedkeuring voor bepaalde besluiten/rechtshandelingen 1.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van de statuten van de Stichting behoeft het Bestuur de goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor het namens de Stichting nemen van de daarin genoemde besluiten c.q. verrichten van daarin genoemde rechtshandelingen . De goedkeuring wordt zoveel als mogelijk vooraf aan de Raad van Commissarissen gevraagd; in spoedeisende gevallen wordt vooraf door het Bestuur overleg gepleegd met de voorzitter van de Raad van Commissarissen.
2.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 9 van de statuten van de Stichting behoeft het Bestuur de goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor de besluiten zoals aangegeven in artikel 20 lid 2 van dit Reglement.
Artikel 20 - Begroting 1.
Zoals in artikel 9 van de statuten van de Stichting is aangegeven, moet de door het Bestuur vastgestelde begroting worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. In die begroting wordt een prognose gegeven van het daarop volgende jaar. Van de begroting maakt deel uit een winst- en verliesrekening, een balans en een kasstroomoverzicht.
2.
Het Bestuur heeft de bevoegdheid om binnen de navolgende gestelde grenzen de begroting te overschrijden c.q. daarvan af te wijken: Budget / begroting
Toelichting
Begroting inclusief investeringen
Bij een dreigende afwijking groter dan 5 % van het totaal organisatiebudget moet vooraf toestemming worden gevraagd aan de Raad van Commissarissen
Opbrengsten (huur + overig)
Verantwoording over afwijkingen vindt achteraf plaats via de rapportage aan de Raad van Commissarissen
Exploitatiekosten •
Dagelijks onderhoud
•
Verantwoording over afwijkingen vindt achteraf plaats via de rapportage aan de Raad van Commissarissen
•
Planmatig onderhoud
•
Bij een dreigende afwijking groter dan 5 % van het totaal budget voor planmatig onderhoud moet vooraf toestemming gevraagd worden aan de Raad van Commissarissen
•
Overig (o.a. verzekeringen)
•
Verantwoording over afwijkingen vindt achteraf plaats via de rapportage aan de Raad van Commissarissen
•
Investeringen voor nieuwbouw en herstructurering
•
Alle (nieuwe) projecten worden middels een beslissingsdocument na de initiatieffase ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen
8
Budget / begroting
•
Complexgewijze verkoop
Toelichting •
Indien vervolgens projecten een afwijking groter dan 5 % (ten opzichte van beslissingsdocument) hebben, dan moet vooraf toestemming gevraagd worden aan de Raad van Commissarissen
•
Alle complexgewijze verkopen worden middels een beslissingsdocument ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen.
Artikel 21 - Commissies en externe accountant 1.
De Raad van Commissarissen kan uit zijn midden een Auditcommissie en een Selectiecommissie / Remuneratiecommissie instellen. De Raad van Commissarissen kan uit zijn midden ook andere commissies benoemen. De Raad van Commissarissen stelt de taken, bevoegdheden alsmede de werkwijze van de commissies vast. Een en ander wordt vastgelegd in een reglement dat wordt opgesteld en vastgesteld door de Raad van Commissarissen.
2.
Een accountant wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar, waarbij herbenoeming telkens voor een periode van maximaal vier jaar kan plaatsvinden.
Artikel 22 - Vergoedingen Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen ontvangt een redelijke vergoeding voor zijn werkzaamheden, waarvan de hoogte jaarlijks door de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld. De Raad van Commissarissen neemt daarbij de Adviesregeling honorering toezichthouders bij woningcorporaties in acht. Artikel 23 - Overigen 1.
Voor de leden van de Raad van Commissarissen wordt door de Stichting een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten.
2.
De Raad van Commissarissen stelt een regeling vast met betrekking tot de vergoeding en declaratie van reis- en verblijfkosten in verband met de uitoefening van zijn taak.
Artikel 24 - Bijlagen De aan dit Reglement vastgehechte Bijlagen inzake: - de “Principes” van de Governancecode Woningcorporaties (Bijlage A); - “Profielschets Raad van Commissarissen” (Bijlage B); maken deel uit van dit Reglement.
9
Aldus in tweevoud opgemaakt en vastgesteld bij besluit van de Raad van Commissarissen in zijn vergadering van 10 maart 2009.
……………………………………. H.G.B. Spekhorst Voorzitter Raad van Commissarissen
……………………………….. A. Rosenberg Lid Raad van Commissarissen
Ondergetekende, de heer J.W.T. Allersma, directeur/bestuurder van de Stichting, verklaart hierbij van de inhoud van bovenvermeld Reglement te hebben kennisgenomen en daarmee akkoord te zijn. Getekend te Lochem op 10 maart 2009
………………………………….. J.W.T. Allersma
10