REGLEMENT BEWONERSCOMMISSIE BEWONERSPARTICIPATIE OP COMPLEXNIVEAU
Bewonerscommissies worden opgericht om de belangen van de bewoners van het betreffende complex op allerlei gebieden bij Woongroep Holland te behartigen. Om duidelijkheid te scheppen over de mogelijkheden die bewonerscommissies hebben, heeft Woongroep Holland in samenwerking met de huurdersorganisaties dit reglement opgesteld. Het reglement heeft daarnaast als doel om samenwerking, communicatie en overleg tussen Woongroep Holland en de bewonerscommissie goed te laten verlopen. De bewonerscommissie is de spreekbuis van de bewoners van een bepaald complex. Als vertegenwoordiger van de bewoners maakt u de wensen en meningen van de bewoners kenbaar aan Woongroep Holland. Een bewonerscommissie dient aan een aantal voorwaarden te voldoen conform de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder. Dit reglement geeft aan welke voorwaarden dat zijn. In de artikelen 5 tot en met 7 staat welke rechten de bewonerscommissie heeft om invloed uit te oefenen op het beleid en beheer van Woongroep Holland op het complex waarvoor de bewonerscommissie de belangen behartigt. Woongroep Holland juicht de participatie van de bewonerscommissies toe, maar de bewonerscommissie is niet verplicht om van deze bevoegdheden gebruik te maken. Voor alle duidelijkheid is te tekst van de Wet op het Overleg Huurder Verhuurder aan dit reglement gehecht als bijlage 3. Dit reglement vervangt het “reglement bewonersparticipatie op complexniveau” van 13 mei 2003.
Artikel 1 Definities Verhuurder: Stichting Woongroep Holland. Huurder: Natuurlijke persoon of rechtspersoon, die met betrekking tot een bepaalde woning een huurovereenkomst is aangegaan met verhuurder. Onder huurder wordt ook verstaan medehuurder. Tevens wordt onder huurder verstaan degene die de woning met toestemming van de verhuurder huurt van een huurder. Huurdersorganisatie: Vereniging of stichting die als doelstelling heeft het behartigen van belangen van alle huurders van Stichting Woongroep Holland.
1
Bewonerscommissie Vertegenwoordiging van de bewoners van huurwoningen in een complex, die de belangen behartigt van alle huurders die wonen in het complex. De bewonerscommissie dient te voldoen aan de eisen als genoemd in artikel 1 lid 1 sub f punt 2 tot en met 4 van de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder. Lid bewonerscommissie: Huurder van een woning in een complex waarvoor de bewonerscommissie is opgericht en die zitting heeft in de bewonerscommissie. Complex Een verzameling in elkaars nabijheid gelegen woningen in bezit van de verhuurder die financieel, administratief, qua bouwwijze of anderszins een eenheid vormen. Informatie De verhuurder moet de bewonerscommissie op verzoek schriftelijke informatie geven over beleid en beheer, dat rechtstreeks te maken heeft met betrokken woongelegenheden of wooncomplexen en de woonomgeving daarvan, dat rechtstreeks van invloed is op woon- en leefsituatie van de huurders van het complex en alle onderwerpen die voor het betreffende complex en zijn huurders van wezenlijk belang kunnen zijn. Overleg: De bewonerscommissie kan met de verhuurder overleggen over alle onderwerpen die op complexniveau spelen. Deze onderwerpen zijn opgenomen in de kruisjeslijst. Advies De bewonerscommissie mag de verhuurder gevraagd en ongevraagd advies geven over aangelegenheden die betrekking hebben op de vertegenwoordigde woongelegenheden of complexen. Gekwalificeerd advies Als de verhuurder de bewonerscommissie heeft geïnformeerd over plannen tot wijzigingen in beleid of beheer, dan geldt een wettelijke periode waarin de verhuurder de wijzigingen niet mag doorvoeren. De verhuurder moet aangeven waarom hij de wijzigingen wil doorvoeren en wat de gevolgen voor de huurder zijn. De verhuurder mag alleen gemotiveerd afwijken van een schriftelijk advies. Als de verhuurder het advies niet of niet helemaal volgt, dan laat de verhuurder dit binnen twee weken na ontvangst van het advies schriftelijk weten aan de bewonerscommissie. Instemming De verhuurder mag bepaalde voornemens ten aanzien van het complex slechts uitvoeren na uitdrukkelijke instemming van de bewonerscommissie. De kruisjeslijst geeft aan op welke punten de bewonerscommissie instemmingsrecht heeft.
2
Artikel 2 Bewonerscommissie 1. Het doel van de bewonerscommissie is om alle gemeenschappelijke belangen van de bewoners van het complex woningen met betrekking tot de woon- en leefomgeving op complexniveau te behartigen. De bewonerscommissie overlegt hierover met de verhuurder. 2. De bewonerscommissie informeert de huurders van het complex over haar activiteiten en betrekt ze bij haar standpuntbepaling. Toelichting: De bewonerscommissie kan de huurders informeren door bijvoorbeeld een algemene nieuwsbrief onder de leden te verspreiden of een informatiebulletin op te hangen op het mededelingenbord in de algemene ruimte. De bewonerscommissie kan bij het bepalen van haar standpunt, de mening van de bewoners van het complex peilen door bijvoorbeeld het houden van enquêtes, het organiseren van een vergadering of het voeren van gesprekken. 3. De bewonerscommissie zal tenminste eenmaal per jaar een vergadering uitschrijven voor de huurders, waarin zij verantwoording aflegt aan alle huurders van het complex over haar activiteiten in het verstreken jaar en de plannen voor het eerstvolgende jaar worden meegedeeld. De bewonerscommissie stuurt de verhuurder een afschrift van het verslag van de vergadering. (voorstel WGH) OF De bewonerscommissie zal tenminste eenmaal per jaar schriftelijk of mondeling verantwoording afleggen aan alle huurders van het complex over haar activiteiten in het verstreken jaar en de plannen voor het eerstvolgende jaar. De bewonerscommissie stuurt de verhuurder een afschrift van deze verantwoording en plannen. (voorstel BR/EP) OPMERKING:Over dit artikel moet door partijen een besluit worden genomen. WGH stelt dat de wet WOHV voorschrijft dat bewonerscommissies verplicht zijn tenminste eenmaal per jaar een vergadering uit te schrijven. De BR en EP stellen dat de bewonerscommissies zowel qua tijd en qua organisatie niet in staat zijn eenmaal per jaar een vergadering te laten plaatsvinden. De bewonerscommissies zullen hun leden op de hoogte houden (via een verslag of mondeling). Volgens BR en EO is het voordeel hiervan dat WGH dan tenminste eenmaal per jaar een verslag ontvangt. 4. De bewonerscommissie stelt alle huurders van de wooncomplexen, waarvoor zij de belangen behartigt, in de gelegenheid om zich aan te sluiten bij de bewonerscommissie. 5. Als de verhuurder reden heeft om te twijfelen aan de representativiteit van een bewonerscommissie, dan kan de verhuurder besluiten om deze bewonerscommissie niet als bewonerscommissie in de zin van de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder te erkennen. De bewonerscommissie moet aannemelijk kunnen maken dat zij namens de huurders van het complex handelt. 6. De verhuurder geeft de bewonerscommissie zes maanden, na constatering dat zij niet voldoet aan de eisen die de Wet op het Overleg Huurder Verhuurder aan een bewonerscommissie stelt, de gelegenheid om alsnog aan de wettelijke eisen te voldoen.
3
7.
8.
9.
Wanneer er meerdere bewonerscommissies voor hetzelfde wooncomplex zijn opgericht, dan kan de verhuurder besluiten om alleen met die bewonerscommissie te overleggen die, gezien de omvang van de achterban van bewoners van huurwoningen in het betrokken wooncomplex, het meest representatief is. De verhuurder zal, als lid 7 van toepassing is, zoveel mogelijk bevorderen dat de bewonerscommissies in één wooncomplex worden samengevoegd tot één bewonerscommissie. Verhuurder zal de bewonerscommissie informeren wanneer er huurders van het complex verhuizen. Verhuurder kan in verband met de privacywetgeving alleen het adres doorgeven waar een verhuizing plaatsvindt, geen namen van huurders. De verhuurder verstrekt daarnaast de gegevens van de bewonerscommissie aan de nieuwe huurder. De bewonerscommissie dient vervolgens zelf de huurder te benaderen.
Artikel 3 Voorwaarden 1. Bij de oprichting van een bewonerscommissie, wordt de bewonerscommissie uitgenodigd voor een overleg. In dat overleg wordt besproken wat een bewonerscommissie is, wat de verhuurder van de bewonerscommissie verwacht en wat de bewonerscommissie van de verhuurder kan verwachten. 2. Een bewonerscommissie wordt gevormd door huurders van het betreffende complex. De minimum leeftijd voor een lid van de bewonerscommissie is 18 jaar. 3. De bewonerscommissie bestaat uit tenminste drie personen. Alle leden zijn afkomstig uit verschillende huishoudens. 4. Als de bewonerscommissie uit minder dan drie leden bestaat, zal de bewonerscommissie zich inspannen zo snel mogelijk nieuwe leden te werven. 5. Het deel uitmaken als lid van een bewonerscommissie eindigt door een royement na een unaniem besluit door de overige leden, door overlijden van het lid, als het lid verhuist buiten het complex of door opzegging van het lidmaatschap door het lid. 6. De bewonerscommissie kan haar werkwijze in een huishoudelijk reglement vastleggen. Als een bepaling uit het huishoudelijk reglement en dit reglement tegenstrijdig zijn, dan prevaleert de bepaling uit dit reglement. 7. De bewonerscommissie zal een eenduidig standpunt naar de verhuurder innemen. 8. De bewonerscommissie verstrekt de verhuurder op eigen initiatief wijzigingen in interne reglementen en wijzigingen in de samenstelling of adressen van leden van de bewonerscommissie die als contactpersonen optreden. De bewonerscommissie verstrekt de verhuurder op verzoek een schriftelijk overzicht van de plannen en de activiteiten voor het komende jaar. (OPMERKING: als artikel 2 lid 3 conform de wens van de BR/EP wordt aangepast dan vervalt de laatste zin van dit artikel.) 9. De bewonerscommissie informeert de verhuurder jaarlijks schriftelijk over de wijze van communicatie met de bewoners. Dit houdt in dat de bewonerscommissie meedeelt of er een vergadering heeft plaatsgevonden en hoeveel nieuwsbrieven er zijn verstuurd.
4
Artikel 4 Relatie bewonerscommissie en huurdersorganisatie 1. Een bewonerscommissie kan lid worden van een huurdersorganisatie. 2. De bewonerscommissie kan voor ondersteuning en advisering een beroep doen op de betreffende huurdersorganisatie. Hiervan is uitgezonderd financiële ondersteuning. Artikel 5 Recht op informatie 1. De verhuurder verstrekt de bewonerscommissie op verzoek zo spoedig mogelijk schriftelijk informatie over geldend beleid en beheer dat rechtstreeks te maken heeft met de betrokken woningen, wooncomplexen en woonomgeving wanneer dat rechtstreeks van invloed is op de woon- en leefsituatie van de betrokken huurders of wanneer dat voor de bewonerscommissie van wezenlijk belang kan zijn. Dit recht op informatie betreft in elk geval de onderwerpen die zijn genoemd in bijlage 1 bij dit reglement, zoals bijvoorbeeld sloop, renovatie en wijzigingen in het huurcontract. 2. De verhuurder informeert de bewonerscommissie uit eigen beweging schriftelijk bij voornemens tot wijziging van het gevoerde beleid of beheer ten aanzien van de onderwerpen als genoemd in bijlage 1. De verhuurder geeft daarbij aan wat de redenen zijn voor zijn voornemens en welke gevolgen dat voor de betrokken huurders heeft. 3. De verhuurder informeert de bewonerscommissie over ontwikkelingen op het terrein van de volkshuisvesting die voor de werkzaamheden van de bewonerscommissie van belang zijn. 4. De verhuurder kan besluiten bepaalde informatie betreffende het complex (nog) niet te verstrekken wanneer het bedrijfsbelang van de verhuurder zich daartegen verzet. Artikel 6 Recht op overleg 1. De verhuurder heeft met de bewonerscommissie ten minste tweemaal per jaar (voor- en najaar) een overleg. Hierbij bestaat de mogelijkheid om het overleg in twee onderdelen uit te voeren, bestaande uit een overleg en een schouw. 2. Het overleg tussen de verhuurder en de bewonerscommissie heeft vooral betrekking op de onderwerpen genoemd in bijlage 1 en 2 die op complexniveau een rol spelen. 3. De verhuurder stelt een datum voor waarop het overleg zal plaatsvinden. Zowel de verhuurder als de bewonerscommissie hebben het recht om onderwerpen op de agenda te plaatsen. Eventuele stukken worden tenminste twee weken voor (de datum) van het overleg toegestuurd aan de secretaris van de bewonerscommissie of de verhuurder. 4. Indien een onderwerp een zodanig dringend karakter heeft, dat niet tot het normale overleg gewacht kan worden, zal een tussentijdse vergadering bijeen worden geroepen. 5. De verhuurder wordt vertegenwoordigd door de (senior) woonconsulent en de opzichter van de wijk waarin het wooncomplex is gelegen. De bewonerscommissie wordt in het overleg vertegenwoordigd door tenminste twee en maximaal vijf leden van de commissie.
5
6.
7.
8.
9.
De verhuurder en/of de bewonerscommissie kunnen zich in het overleg laten bijstaan door één of enkele deskundigen, als dit voor de behandeling van één of meer onderwerpen redelijkerwijs noodzakelijk is. Uiterlijk één week voor de datum van het overleg informeren de overlegpartijen elkaar over de gewenste aanwezigheid van deskundigen. Mocht het overleg niet naar tevredenheid van een der partijen verlopen, dan wordt het overleg binnen veertien dagen gevolgd door een tweede overleg waarbij namens de verhuurder tevens de senior woonconsulent of diens leidinggevende aanwezig is. Het verslag- en/of de afsprakenlijst van de overleggen, met de daarbij behorende afhandelingtermijnen worden door de verhuurder opgesteld en binnen drie weken na het overleg aan de secretaris van de bewonerscommissie toegezonden. De verhuurder kan besluiten om over bepaalde onderwerpen gezamenlijk te overleggen met één of meerdere bewonerscommissies.
Artikel 7 Recht op advies 1. Als de verhuurder zijn beleid of beheer wil wijzigen ten aanzien van een van de onderwerpen genoemd in bijlage 1 bij dit reglement, dan stelt hij de bewonerscommissie in de gelegenheid daarover met hem te overleggen en hem schriftelijk te adviseren over de beoogde beleidswijziging. De verhuurder geeft daarbij aan wat de redenen zijn voor zijn voornemens en welke gevolgen dat voor de betrokken huurders zal hebben. 2. De periode voor overleg en advies als bedoeld in het eerste lid van dit artikel bedraagt maximaal zes weken, gerekend vanaf het moment van de datum van het poststempel. Partijen kunnen met wederzijds goedvinden een langere termijn afspreken. 3. Wanneer de verhuurder het advies of een gedeelte van het advies niet opvolgt, dan laat hij dit binnen twee weken schriftelijk en gemotiveerd aan de bewonerscommissie weten. Partijen kunnen met wederzijds goedvinden vooraf een langere termijn afspreken. 4. De verhuurder wacht met het uitvoeren van een voorgenomen besluit gedurende een periode van drie werkdagen nadat de bewonerscommissie de reactie van de verhuurder als bedoeld in het derde lid heeft ontvangen. 5. Als de bewonerscommissie niet binnen de afgesproken periode als genoemd in het tweede lid een schriftelijk advies heeft uitgebracht, of heeft laten weten geen advies te willen uitbrengen, dan mag de verhuurder ervan uitgaan dat de bewonerscommissie instemt met de voorgenomen wijziging van het beleid of beheer. 6. De bewonerscommissie kan de verhuurder gevraagd en ongevraagd schriftelijk adviseren over alle onderwerpen betreffende beleid en beheer die betrekking hebben op het wooncomplex en onderwerpen die voor de bewoners van het complex van wezenlijk belang zijn. Artikel 8 Algemene ruimten In complexen met een bewonerscommissie, kunnen uitsluitend door de bewonerscommissie afspraken met de verhuurder worden gemaakt over de invulling en aankleding van de algemene ruimten. Toelichting:
6
Individuele huurders kunnen geen afspraken maken over de inrichting en aankleding van algemene ruimtes. Artikel 9 Financiële regeling 1. Verhuurder stelt jaarlijks een financiële vergoeding ter beschikking voor de vergoeding van de onkosten van de bewonerscommissie. 2. De financiële vergoeding bestaat uit een basisbedrag van € ____ te vermeerderen met een bedrag van € ______per woning die de bewonerscommissie vertegenwoordigt. Voornoemde vergoedingen worden jaarlijks aangepast conform het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie.. 3. Verhuurder betaalt de vergoeding ieder jaar in het eerste kwartaal uit aan de bewonerscommissie. 4. De vergoeding wordt voldaan op een bankrekening ten behoeve van de bewonerscommissie. Tenminste twee bestuursleden zijn gemachtigd betalingen via deze rekening te verrichten. 5. De financiële vergoeding van de bewonerscommissie is bestemd voor de organisatiekosten van de bewonerscommissie de communicatie tussen de bewonerscommissie en de bewoners van het complex specifieke complexgebonden activiteiten maximaal 20% van het door de verhuurder beschikbaar gestelde bedrag mag worden besteed aan feestelijke bijeenkomsten ten behoeve van de bevordering van de saamhorigheid tussen de huurders van het wooncomplex. 6. Jaarlijks, binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar, legt de bewonerscommissie een schriftelijke verantwoording af aan de verhuurder over de besteding van het beschikbaar gestelde bedrag. Dit jaarverslag wordt besproken in het eerstvolgende overleg tussen de verhuurder en de bewonerscommissie. De bewonerscommissie zal op uitdrukkelijk verzoek van verhuurder inzage verstrekken in de betalingsbewijzen welke aan de verantwoording ten grondslag liggen. De bewonerscommissie zal de betalingsbewijzen derhalve tenminste bewaren tot de verantwoording door de verhuurder is goedgekeurd. 7. Als een bewonerscommissie op basis van een beargumenteerde begroting (op project- en/of jaarbasis) kan aantonen dat extra middelen nodig zijn dan kan verhuurder besluiten deze beschikbaar te stellen. 8. Indien een bewonerscommissie ophoudt te bestaan dan zullen de algemene reserve en eventuele voorzieningen worden gerestitueerd aan de verhuurder. De verhuurder zal het geld gedurende twee jaar reserveren voor een opvolger van de opgeheven bewonerscommissie. De eigen bijdragen van de huurders blijven hierbij buiten beschouwing, deze gelden dienen door de bewonerscommissie aan de huurders te worden teruggeven. 9. Indien de bewonerscommissie een reserve ter grootte van tenminste twee jaarlijkse vergoedingen heeft opgebouwd, dan heeft verhuurder het recht de financiële vergoeding tijdelijk stop te zetten. De eigen bijdragen van de huurders blijven hierbij buiten beschouwing.
7
Artikel 10 Geschillen 1. Geschillen en interpretatievragen die voortvloeien uit dit participatiereglement, al dan niet in combinatie met de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder, kunnen op verzoek van een der partijen of door hen gezamenlijk worden voorgelegd aan een (ad hoc) door de bewonerscommissie en verhuurder te benoemen geschillencommissie. 2. De in het eerste lid genoemde geschillencommissie bestaat uit drie leden. De verhuurder en de bewonerscommissie wijzen elk een lid aan, deze beide leden wijzen samen het derde lid als voorzitter aan. 3. De geschillencommissie toetst of partijen de bepalingen van de Wet op het Overleg Huurders Verhuurder, dan wel de bepalingen van dit reglement zijn nagekomen. De geschillencommissie kan besluiten om partijen te horen of kan besluiten haar oordeel uitsluitend te baseren op de door partijen toegezonden stukken. 4. De geschillencommissie besluit binnen zes weken na haar aantreden over het voorgelegde geschil. Deze termijn kan eenmalig, na schriftelijke en gemotiveerde kennisgeving, worden verlengd met maximaal twee weken. 5. Zolang het geschil onderwerp van arbitrage is, wenden partijen zich niet tot de kantonrechter, behalve in gevallen met een spoedeisend belang. 6. De uitspraak van de geschillencommissie is bindend, tenzij een van de partijen binnen twee weken na de uitspraak alsnog besluit om het geschil voor te leggen aan de kantonrechter. 7. De geschillencommissie heeft recht op alle informatie met betrekking tot het geschil. OPMERKING: over dit artikel dient nog nader overleg plaats te vinden tussen WGH en de huurdersorganisaties. De huurdersorganisaties hebben voorgesteld om dezelfde geschillencommissie te gebruiken voor de bewonerscommissies als ingesteld bij de samenwerkingsovereenkomst tussen WGH en de huurdersorganisaties. Dit betekent dat de huurdersorganisaties een persoon voor de bewonerscommissie aanwijst die zitting neemt in de geschillencommissie. De vraag is of de bewonerscommissies accepteren dat zij op dit punt door de huurdersorganisaties worden vertegenwoordigd. Artikel 11 Slotbepalingen 1. Dit reglement geldt voor onbepaalde tijd met ingang van de datum waarop het werd vastgesteld. 2. Dit reglement kan slechts worden gewijzigd en aangevuld met instemming van de huurdersorganisaties en verhuurder. Indien een van deze partijen van mening is dat een wijziging of aanvulling van het reglement noodzakelijk is, stelt zij de andere partij daarvan in kennis, waarna partijen in overleg treden. 3. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, vindt overleg plaats tussen de verhuurder en de huurdersorganisaties. 4. Eenmaal per vijf jaar of indien nodig wordt dit reglement geëvalueerd door verhuurder en de huurdersorganisaties. Aldus vastgesteld door Vereniging Bewonersraad Woongroep Holland, Bewonersvereniging Euro-Parel, Huurdersvereniging Onder Dak en Stichting Woongroep Holland op _______ 2010
8
BIJLAGE 1 ONDERWERPENLIJST
Algemeen (Een voorstel tot) fusie Jaarverslag (incl. volkshuisvestingsverslag) Jaarrekening Wijziging statuten verhuurder Ondernemingsplan Woongroep Holland Prestatieafspraken tussen Woongroep Holland en gemeente Hoofdlijnen strategisch voorraadbeleid Wijziging sociaal statuut Het slopen, renoveren, verwerven, vervreemden en bezwaren van woongelegenheden Uitspraken van de klachtencommissie van verhuurder Onderhoud & verbetering van de woningen Meerjaren beleid onderhoud & verbetering Onderhoudsprogramma per complex Procedure afhandeling onderhoudsklachten richting huurders Vervangende nieuwbouw Nadere invulling sociaal statuut op maat Planvorming / woningdifferentiatie per complex Programma van eisen per complex Besluit tot sloop/renovatie van complex Verhuur van woongelegenheden en woonruimteverdeling Standaard huurovereenkomst Incassobeleid Woonruimteverdelingbeleid (overheidsregelgeving) Beleid t.a.v. overlast, woningruil, onderhuur Het toewijzings- en verhuurbeleid
9
Huurdersorganisatie
Bewonerscommissie
1 = informatie 2 = advies 3 = gekwalificeerd advies 4 = instemming
3 1 1 1 2 3 3 4 3 3
3 2 3
4 1 1 3
3 3 1 3 3
Servicekosten Beleid t.a.v. samenstelling, kwaliteitsniveau en prijs servicepakket Samenstelling servicepakket per complex Beleid ten aanzien van de vaststelling van servicekosten
Huurdersorganisatie
Bewonerscommissie Huurprijsbeleid Huurprijsbeleid woningen algemeen Beleid jaarlijkse huurverhoging Huurverhoging bij woningverbetering per complex
3 3 3
3 3 4
Mutatiebeleid Beleid zelfaangebrachte voorzieningen
3
Verkoop van woningen Algemeen beleid Verkoopbeleid per complex
3
Leefbaarheid en woonomgeving Algemeen beleid met betrekking tot leefbaarheid Leef en woonklimaat per complex (verhuurderdeel)
3
Wonen en zorg Algemeen beleid Opplussen en aanpassen complex
2
3
3
3
Participatie Vaststelling en wijziging samenwerkingsovereenkomst Vaststelling en wijziging participatiereglement bewonerscommissies
10
4 4
BIJLAGE 2
Overleg bewonerscommissies Minstens tweemaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de bewonerscommissie en de opzichter en (senior) woonconsulent van de betreffende wijk. Partijen streven ernaar dit overleg in het voorjaar en in het najaar te laten plaatsvinden. Partijen zullen tijdens het overleg in ieder geval de onderstaande onderwerpen bespreken, maar partijen kunnen ook andere punten agenderen. Tijdens het overleg worden de volgende onderwerpen besproken: Onderhoudsplannen ten aanzien van het complex voor het komende jaar Plannen en activiteiten voor het komende jaar Evaluatie plannen en activiteiten van het afgelopen jaar Jaarlijkse huurverhoging en uitslag huurbeleid met betrekking tot het betreffende complex Evaluatie van activiteiten van het afgelopen jaar naar aanleiding van het jaarverslag Algemene zaken en wensen met betrekking tot de woon- en leefomgeving Financiële verantwoording van de bewonerscommissie (jaarrekening) Communicatie van de bewonerscommissie met bewoners Het overleg zal in tenminste twee onderdelen worden uitgevoerd , bestaande uit een overleg en een schouw. De te bespreken onderwerpen worden dan verdeeld en besproken in het overleg en de schouw.
11