24 april 2014
Reglement 2014 inzake bezit van en transacties in Aandelen Vopak en bepaalde overige Financiële Instrumenten (“Reglement”)
1/26
INHOUD
Pagina Overwegingen
5
Afdeling I Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3
Inleidende bepalingen Definities Reikwijdte Wettelijke verbodsbepalingen en meldingsplichten
5 5 5 6
Afdeling II
Algemene verbodsbepalingen die van toepassing zijn op alle Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers Transactieverboden ten aanzien van Vopak-Financiële Instrumenten Transactieverboden ten aanzien van Overige Financiële Instrumenten Mededelingsverbod; aanbevelingsverbod
6 6 7 8
Meldingsplichten die van toepassing zijn op alle Bestuurders, Commissarissen en Leidinggevenden Meldingsplichten uit hoofde van de WFT
9 9
Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Afdeling III Artikel 7 Afdeling IV Artikel 8 Afdeling V Artikel 9
Afdeling VI Artikel 10
Afdeling VII Artikel 11
Meldingsplichten die van toepassing zijn op alle Bestuurders en Commissarissen Meldingsplichten uit hoofde van de WFT Specifieke bepalingen ten aanzien van Bestuurders Vrijheid van beleggen; lange termijn belegging in Vopak-Financiële Instrumenten
10 10 10 10
Specifieke bepalingen ten aanzien van Commissarissen Vrijheid van beleggen; lange termijn belegging in VopakFinanciële Instrumenten
10 10
Specifieke bepaling ten aanzien van Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers Opties
11 11
2/26
Vervolg inhoud Pagina Afdeling VIII Artikel 12
Overige Werknemers Transactie-, mededelings- en aanbevelingsverbod
11 11
Afdeling IX Artikel 13
Gelieerde Personen Meldingsplicht
12 12
Afdeling X
Overige bepalingen
12
X.1
Centrale Functionaris
12
Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19
Benoeming en ontslag Contactgegevens Taken en bevoegdheden Advies; ontheffing Plaatsvervanger(s) Jaarlijkse rapportage
12 13 13 13 13 13
X.2
Register
14
Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26
Inhoud Verantwoordelijkheid; doeleinden Verstrekking aan derden Bewaring; bewaartermijn Inzage Aanpassing gegevens Beveiliging
14 14 14 14 14 15 15
X.3
Formulieren
15
Artikel 27
Formulieren
15
3/26
Vervolg inhoud Pagina 15
X.4
Aanwijzingen en bekendmakingen
Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30
Aangewezen Werknemers Gesloten Perioden Bekendmaking verbodsbepalingen
15 15 16
X.5
Slotbepalingen
16
Artikel 31 Artikel 32 Artikel 33 Artikel 34 Artikel 35
Sancties Gevallen waarin het Reglement niet voorziet Wijzigingen Inwerkingtreding Toepasselijk recht
16 16 16 16 16
Bijlage 1 Definities
17 t/m 21
Bijlage 2 Verbodsbepalingen
22 t/m 26
4/26
De Raad van Bestuur van Koninklijke Vopak N.V., statutair gevestigd te Rotterdam, heeft op 27 februari 2014, na verkregen goedkeuring van de Raad van Commissarissen, de volgende regels vastgesteld ten aanzien van het bezit van en transacties in op de Vennootschap betrekking hebbende Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten, welke regels ingaan op 24 april 2014: Overwegingen − Het Reglement is vastgesteld ter naleving van artikel 5:65 van de WFT. −
Afdeling I
Het Reglement dient mede ter bevordering van het door Werknemers ten aanzien van hun bezit van Financiële Instrumenten en bij het Verrichten van Transacties handelen in overeenstemming met de wet, waaronder begrepen de WFT, en met de op de Vennootschap toepasselijke codes, waaronder begrepen de Nederlandse Corporate Governance Code, en om het risico te beperken dat de goede naam van de Vennootschap en de met haar verbonden onderneming als integere onderneming wordt beschadigd als gevolg van ongewenste transacties in Financiële Instrumenten. Inleidende bepalingen
Artikel 1 Definities In het Reglement hebben de begrippen waarvan de beginletter steeds met een hoofdletter wordt geschreven de betekenissen zoals in Bijlage 1 bij het Reglement weergegeven. Artikel 2 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Reikwijdte Het Reglement bevat regels ten aanzien van het bezit van en transacties in VopakAandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten door Werknemers. Het Reglement is van toepassing op alle Werknemers, voor zover in het Reglement zelf niet anders is aangegeven. Het Reglement is van toepassing op Werknemers ongeacht de hoedanigheid waarin zij Transacties Verrichten en is ook van toepassing indien de betrokken Werknemer een Transactie Verricht voor rekening van een ander of als vertegenwoordiger van een ander. Van het Reglement gelden voor Bestuurders: de Afdelingen I tot en met V en X. Van het Reglement gelden voor Commissarissen: de Afdelingen I tot en met IV, VI en X. Van het Reglement gelden voor Leidinggevenden: de Afdelingen I tot en met III, VII en X. Van het Reglement gelden voor Aangewezen Werknemers: de Afdelingen I, II, VII en X. Van het Reglement gelden voor Overige Werknemers: de Afdelingen I, VIII en X. Van het Reglement gelden voor Gelieerde Personen: de Afdelingen I, IX en X.
5/26
Artikel 3 Wettelijke verbodsbepalingen en meldingsplichten De bepalingen van het Reglement laten de verbodsbepalingen van de WFT, waaronder begrepen de verboden ten aanzien van marktmanipulatie en de op een ieder toepasselijke meldingsplichten van de WFT onverlet. Afdeling II Algemene verbodsbepalingen die van toepassing zijn op alle Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers Artikel 4 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Transactieverboden ten aanzien van Vopak-Financiële Instrumenten Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden gebruik te maken van Voorwetenschap door, voor eigen rekening of voor rekening van derden, rechtstreeks of middellijk, Transacties te Verrichten in VopakFinanciële Instrumenten, waarop de Voorwetenschap betrekking heeft. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden gebruik te maken van Voorwetenschap door te trachten, voor eigen rekening of voor rekening van derden, rechtstreeks of middellijk, Transacties te Verrichten in VopakFinanciële Instrumenten, waarop de Voorwetenschap betrekking heeft. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer toegestaan anders dan gedurende een Gesloten Periode Transacties te Verrichten in Vopak- Financiële Instrumenten, ongeacht of de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer daarbij al dan niet gebruik maakt van Voorwetenschap. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer toegestaan Transacties te Verrichten in Vopak-Financiële Instrumenten buiten een Gesloten Periode - mits dit de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer niet is verboden door de Centrale Functionaris op grond van lid 6. Bestuurders behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Voorzitter van de Raad van Commissarissen alvorens Transacties te Verrichten en deelnemers aan een zogenoemde LTIP Plan (ongeacht of het gaat om een regeling in contanten of in aandelen) behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Centrale Functionaris. De Centrale Functionaris behoeft de voorafgaande goedkeuring van de CEO alvorens Transacties te Verrichten. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden een Transactie te Verrichten in Vopak-Financiële Instrumenten en binnen zes maanden nadien een andere Transactie te Verrichten in Vopak-Financiële Instrumenten, indien de andere Transactie tegengesteld is aan de eerste of daardoor het risico van de eerste ongedaan wordt gemaakt of beperkt, met dien verstande dat dit verbod niet geldt indien de eerste Transactie de uitoefening is van een door de Vennootschap verleende optie en de tweede Transactie de verkoop is van de door de uitoefening van de optie verkregen Vopak-Financiële Instrumenten, onverminderd het bepaalde in lid 8 onder b. De Centrale Functionaris kan aan Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers verbieden gedurende een door de Centrale Functionaris te bepalen periode Transacties te Verrichten in Vopak-Financiële Instrumenten. Het in lid 1 opgenomen verbod is niet van toepassing op het Verrichten van Transacties ter nakoming van een opeisbare verbintenis die reeds bestond op het tijdstip waarop (bijvoorbeeld bij een verplichting tot vervreemding of verwerving van Vopak-Financiële Instrumenten die voortkomt uit een overeenkomst die is gesloten voordat) de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer Voorwetenschap verkreeg.
6/26
8.
9. 10.
11.
Artikel 5 1.
2.
Het in lid 1 opgenomen verbod is voorts niet van toepassing op: a. het in het kader van een personeelsregeling aanvaarden van Vopak-Financiële Instrumenten, indien daarbij een bestendige gedragslijn wordt gehanteerd met betrekking tot de voorwaarden en de periodiciteit van de regeling; b. het in het kader van een personeelsregeling uitoefenen van toegekende opties of uitoefenen van uitgegeven warrants dan wel soortgelijke rechten op aandelen in het kapitaal van de Vennootschap op de expiratiedatum van het desbetreffende recht, dan wel binnen een periode van vijf werkdagen voorafgaande aan die datum, alsmede de verkoop van de met de uitoefening van deze rechten verworven aandelen in het kapitaal van de Vennootschap binnen deze periode, mits de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer in dit laatste geval tenminste vier maanden voor de expiratiedatum schriftelijk aan de Vennootschap kenbaar heeft gemaakt tot verkoop te zullen overgaan of een onherroepelijke volmacht aan de Vennootschap heeft verleend; c. het bij wijze van dividenduitkering, anders dan in de vorm van keuzedividend, verkrijgen van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap; d. andere bij of krachtens de wet uitgezonderde transacties. De leden 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing op de in de leden 3 tot en met 5 opgenomen verboden. De in de leden 1 tot en met 5 opgenomen verboden en mogelijke uitzonderingen daarop blijven nog gedurende zes maanden van toepassing nadat een Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer die hoedanigheid niet meer heeft. Ter verificatie of er van Voorwetenschap sprake is of kan zijn zal iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer bij gerede twijfel zijn/haar voornemen aan de Centrale Functionaris kenbaar maken die alsdan advies kan uitbrengen als bedoeld in artikel 17 lid 1. Transactieverboden ten aanzien van Overige Financiële Instrumenten Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden Transacties te Verrichten in Overige Financiële Instrumenten, indien die daartoe zijn aangewezen door de Raad van Commissarissen in overleg met de Raad van Bestuur overeenkomstig lid 3 en een dergelijke aanwijzing aan iedere betrokken Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer is medegedeeld, ongeacht of de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer daarbij al dan niet Voorwetenschap betrekking hebbende op de desbetreffende Overige Financiële Instrumenten gebruikt. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden Transacties te Verrichten in Overige Financiële Instrumenten, indien de Centrale Functionaris dit overeenkomstig lid 4 heeft bepaald en de betrokken Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer daarvan op de hoogte heeft gesteld, ongeacht of de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer daarbij al dan niet Voorwetenschap betrekking hebbende op de desbetreffende Overige Financiële Instrumenten gebruikt.
7/26
3.
4.
5.
6.
7.
Artikel 6 1.
2.
De Raad van Commissarissen kan in overleg met de Raad van Bestuur bepalen dat een Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer geen Transacties Verricht in bepaalde door de Raad van Commissarissen in overleg met de Raad van Bestuur aangewezen Overige Financiële Instrumenten, indien aannemelijk is dat de Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer uit hoofde van zijn of haar functie bij de Vennootschap een betere inschatting kan maken van de gang van zaken bij de uitgevende instelling van de Overige Financiële Instrumenten dan op grond van openbare informatie mogelijk is, zoals bijvoorbeeld bij bepaalde concurrenten van de Vennootschap. De Centrale Functionaris kan bepalen dat een Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer gedurende een door de Centrale Functionaris te bepalen periode geen Transacties Verricht in Overige Financiële Instrumenten, indien de Centrale Functionaris van mening is dat de betrokken Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer over Voorwetenschap beschikt of kan beschikken, die betrekking heeft op die Overige Financiële Instrumenten of indien de Centrale Functionaris van mening is dat de betrokken Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer de schijn kan wekken dat hij of zij de wet overtreedt, indien hij of zij een Transactie zou Verrichten in die Overige Financiële Instrumenten. De in de leden 1 en 2 opgenomen verboden zijn niet van toepassing op het Verrichten van Transacties ter nakoming van een opeisbare verbintenis die reeds bestond op het tijdstip van (bijvoorbeeld bij een verplichting tot vervreemding of verwerving van Overige Financiële Instrumenten die voortkomt uit een overeenkomst die is gesloten voor) de in de leden 3 en 4 bedoelde aanwijzing of bepaling. De in de leden 1 en 2 opgenomen verboden zijn voorts niet van toepassing op: a. het bij wijze van dividenduitkering, anders dan in de vorm van keuzedividend, verkrijgen van aandelen of certificaten van aandelen in het kapitaal van de vennootschap die de Overige Financiële Instrumenten heeft uitgegeven; b. andere bij of krachtens de wet uitgezonderde transacties. De in de leden 1 en 2 opgenomen verboden blijven nog gedurende zes maanden van toepassing nadat een Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende of Aangewezen Werknemer die hoedanigheid niet meer heeft. Mededelingsverbod; aanbevelingsverbod Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden Voorwetenschap aan een derde mede te delen, tenzij dit gebeurt in het kader van de normale uitoefening van zijn of haar functie en de persoon die de Voorwetenschap ontvangt een geheimhoudingsplicht heeft, ongeacht of die gebaseerd is op wet- of regelgeving, statutaire bepalingen of een overeenkomst. Het is iedere Bestuurder, Commissaris, Leidinggevende en Aangewezen Werknemer verboden een derde aan te bevelen of ertoe aan te zetten Transacties te Verrichten in Financiële Instrumenten, waarop zijn Voorwetenschap betrekking heeft.
8/26
Afdeling III Meldingsplichten die van toepassing zijn op alle Bestuurders, Commissarissen en Leidinggevenden Artikel 7 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Meldingsplichten uit hoofde van de WFT Iedere Bestuurder, Commissaris of Leidinggevende doet uiterlijk op de vijfde werkdag na de Transactiedatum melding aan de AFM van voor eigen rekening Verrichte Transacties in aandelen in het kapitaal van de Vennootschap. De meldingsplicht neergelegd in lid 1 is niet van toepassing op Transacties die op grond van een schriftelijke overeenkomst van lastgeving worden Verricht of bewerkstelligd door een financiële onderneming waaraan het ingevolge de WFT is toegestaan individuele vermogens te beheren, indien bij die overeenkomst is bepaald dat de Bestuurder, de Commissaris of de Leidinggevende als volmachtgever geen invloed kan uitoefenen op Transacties die de financiële onderneming als gevolmachtigde Verricht of bewerkstelligt. Iedere Bestuurder, Commissaris en Leidinggevende is verplicht om aan de Centrale Functionaris een afschrift te geven van de overeenkomst als bedoeld in de vorige volzin en de Centrale Functionaris schriftelijk te informeren over iedere wijziging in deze overeenkomst. De melding bedoeld in lid 1 kan worden uitgesteld tot het tijdstip waarop: (a) de Bestuurder, de Commissaris of de Leidinggevende voor eigen rekening in het desbetreffende kalenderjaar Transacties heeft Verricht die een bedrag van EUR 5.000 of meer belopen, of (b) de Bestuurder, de Commissaris of de Leidinggevende voor eigen rekening en met hem of haar Gelieerde Personen voor eigen rekening in het desbetreffende kalenderjaar Transacties hebben Verricht die opgeteld een bedrag van EUR 5.000 of meer belopen. Wanneer de Bestuurder of de Commissaris een door betrokken Transactie bewerkstelligde wijziging heeft gemeld overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van hoofdstuk 5.3 van de WFT wordt hij of zij geacht daarmee aan de in lid 1 neergelegde meldingsplicht te hebben voldaan. Een Bestuurder, Commissaris of Leidinggevende kan aan de Centrale Functionaris opdracht geven om namens hem of haar de in dit artikel bedoelde melding aan de AFM te doen. De opdracht moet telkens schriftelijk worden gegeven. De Centrale Functionaris dient de opdracht uiterlijk op de werkdag vóór 13.00 uur voorafgaande aan de laatste werkdag waarop de opgave uiterlijk aan de AFM mag worden gedaan te ontvangen. Alle gegevens die aan de AFM gemeld moeten worden, dienen bij de opdracht te worden verstrekt. De Bestuurder, de Commissaris of de Leidinggevende blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opgave aan de AFM. Iedere Bestuurder, Commissaris of Leidinggevende doet onverwijld melding aan de Centrale Functionaris van iedere Transactie die hij of zij Verricht in Vopak-Financiële Instrumenten. Iedere Bestuurder, Commissaris of Leidinggevende is verplicht de met hem of haar Gelieerde Personen op de hoogte te stellen van hun meldingsplicht zoals neergelegd in artikel 13 van het Reglement.
9/26
Afdeling IV Meldingsplichten die van toepassing zijn op alle Bestuurders en Commissarissen Artikel 8 1.
2.
3.
Meldingsplichten uit hoofde van hoofdstuk 5.3 van de WFT Iedere Bestuurder of Commissaris doet binnen twee weken na zijn of haar benoeming als Bestuurder of Commissaris melding aan de AFM van het aantal Aandelen en Stemmen in de Vennootschap waarover hij of zij beschikt. Iedere Bestuurder of Commissaris doet onverwijld melding aan de AFM van iedere wijziging in het aantal Aandelen en Stemmen in de Vennootschap waarover hij of zij beschikt. Aan de verplichting op grond van de vorige volzin is voldaan, indien terzake een melding is gedaan op grond van overige toepasselijke bepalingen van hoofdstuk 5.3 van de WFT. Een Bestuurder of een Commissaris kan aan de Centrale Functionaris opdracht geven om namens hem of haar de in dit artikel bedoelde melding aan de AFM te doen. De opdracht moet telkens schriftelijk worden gegeven. De Centrale Functionaris dient de opdracht uiterlijk op de werkdag vóór 13.00 uur voorafgaande aan de laatste werkdag waarop de opgave uiterlijk aan de AFM mag worden gedaan te ontvangen. Alle gegevens die aan de AFM gemeld moeten worden, dienen bij de opdracht te worden verstrekt. De Bestuurder of Commissaris blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opgave aan de AFM.
Afdeling V Specifieke bepalingen ten aanzien van Bestuurders Artikel 9 1. 2. 3.
Vrijheid van beleggen; lange termijn belegging in Vopak-Financiële Instrumenten Voor zover uit het bij of krachtens het Reglement bepaalde niet anders voortvloeit, is een Bestuurder vrij in het beleggen in aandelen en bepaalde overige financiële instrumenten. Het (eventuele) bezit van Vopak-Financiële Instrumenten van een Bestuurder is steeds ter belegging op de lange termijn. De Vennootschap kan opties op Vopak-Aandelen toekennen aan Bestuurders in overeenstemming met door de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap goedgekeurde regelingen. Een Bestuurder aanvaardt dergelijke opties en oefent deze uit in overeenstemming met de daarop toepasselijke reglementen.
Afdeling VI Specifieke bepalingen ten aanzien van Commissarissen Artikel 10 1. 2. 3.
Vrijheid van beleggen; lange termijn belegging in Vopak-Financiële Instrumenten Voor zover uit het bij of krachtens het Reglement bepaalde niet anders voortvloeit, is een Commissaris vrij in het beleggen in aandelen en bepaalde overige financiële instrumenten. Het (eventuele) bezit van Vopak-Financiële Instrumenten van een Commissaris is steeds ter belegging op de lange termijn. De Vennootschap kent geen opties op Vopak-Aandelen toe aan Commissarissen. Een Commissaris die, voordat hij Commissaris werd als Bestuurder opties op Vopak-Aandelen heeft ontvangen, oefent deze uit in overeenstemming met de daarop reeds toepasselijke reglementen.
10/26
Afdeling VII Specifieke bepalingen ten aanzien van Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers Artikel 11 Opties De Vennootschap kan opties op Vopak-Aandelen toekennen aan Leidinggevenden en/of Aangewezen Werknemers. Een Leidinggevende en/of Aangewezen Werknemer aanvaardt dergelijke opties en oefent deze uit in overeenstemming met de daarop toepasselijke reglementen. Afdeling VIII Overige Werknemers Artikel 12 1.
2.
3.
4.
5.
Transactie-, mededelings- en aanbevelingsverbod Het is iedere Overige Werknemer die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij of zij over Voorwetenschap beschikt, verboden om gebruik te maken van die Voorwetenschap door een Transactie te Verrichten in Financiële Instrumenten, waaronder begrepen VopakFinanciële Instrumenten, waarop de Voorwetenschap betrekking heeft. Het is iedere Overige Werknemer die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij of zij over Voorwetenschap beschikt, verboden om gebruik te maken van die Voorwetenschap door te trachten een Transactie te Verrichten in Financiële Instrumenten, waaronder begrepen Vopak-Financiële Instrumenten, waarop de Voorwetenschap betrekking heeft. Het is iedere Overige Werknemer die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij of zij over Voorwetenschap beschikt, verboden om Voorwetenschap aan een derde mede te delen, anders dan in de normale uitoefening van zijn of haar werk, beroep of functie en de persoon die de Voorwetenschap ontvangt een geheimhoudingsplicht heeft, ongeacht of die gebaseerd is op wet- of regelgeving, statutaire bepalingen of een overeenkomst. Het is iedere Overige Werknemer die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij of zij over Voorwetenschap beschikt, verboden om een derde aan te bevelen of ertoe aan te zetten Transacties te Verrichten in Financiële Instrumenten, waaronder begrepen VopakFinanciële Instrumenten, waarop zijn of haar Voorwetenschap betrekking heeft. Het in lid 1 opgenomen verbod is niet van toepassing op het Verrichten van Transacties ter nakoming van een opeisbare verbintenis die reeds bestond op het tijdstip waarop (bijvoorbeeld bij een verplichting tot vervreemding of verwerving van Financiële Instrumenten die voortkomt uit een overeenkomst die is gesloten voordat) de Overige Werknemer Voorwetenschap verkreeg.
11/26
6.
Het in lid 1 opgenomen verbod is voorts niet van toepassing op: a. het in het kader van een personeelsregeling aanvaarden van Financiële Instrumenten, indien daarbij een bestendige gedragslijn wordt gehanteerd met betrekking tot de voorwaarden en de periodiciteit van de regeling; b. het in het kader van een personeelsregeling uitoefenen van toegekende opties of uitoefenen van uitgegeven warrants dan wel soortgelijke rechten op aandelen in het kapitaal van de Vennootschap op de expiratiedatum van het desbetreffende recht, dan wel binnen een periode van vijf werkdagen voorafgaande aan die datum, alsmede de verkoop van de met de uitoefening van deze rechten verworven aandelen in het kapitaal van de Vennootschap binnen deze periode, mits de Overige Werknemer in dit geval tenminste vier maanden voor de expiratiedatum schriftelijk aan de Vennootschap kenbaar heeft gemaakt tot verkoop te zullen overgaan of een onherroepelijke volmacht aan de Vennootschap heeft verleend; c. het bij wijze van dividenduitkering, anders dan in de vorm van keuzedividend, verkrijgen van aandelen in het kapitaal van de Vennootschap.
Afdeling IX Gelieerde Personen Artikel 13 1.
2.
3.
Meldingsplicht Iedere Gelieerde Persoon doet uiterlijk op de vijfde werkdag na de Transactiedatum melding aan de AFM van voor eigen rekening Verrichte Transacties in aandelen in het kapitaal van de Vennootschap of Financiële Instrumenten waarvan de waarde mede wordt bepaald door de waarde van deze aandelen. De meldingsplicht neergelegd in lid 1 is niet van toepassing op een Transactie die op grond van een schriftelijke overeenkomst van lastgeving is Verricht door een financiële onderneming waaraan het ingevolge de WFT is toegestaan individuele vermogens te beheren, waarin is bepaald dat de Gelieerde Persoon als volmachtgever geen invloed kan uitoefenen op Transacties die de financiële onderneming als gevolmachtigde Verricht. Gelieerde Personen zijn verplicht de in lid 1 bedoelde melding aan de AFM zelf te doen, tenzij zij uiterlijk op de werkdag vóór 13.00 uur voorafgaande aan de laatste werkdag waarop de opgave uiterlijk aan de AFM mag worden gedaan aan de Centrale Functionaris opdracht hebben gegeven de in lid 1 bedoelde melding namens hen te doen. De opdracht moet schriftelijk worden gegeven en alle gegevens bevatten die aan de AFM gemeld moeten worden. De Gelieerde Persoon blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opgave aan de AFM.
Afdeling X Overige bepalingen X.1
Centrale Functionaris
Artikel 14 Benoeming en ontslag De Raad van Bestuur wijst een Centrale Functionaris aan. De Raad van Bestuur kan de aanwijzing van de Centrale Functionaris te allen tijde intrekken.
12/26
Artikel 15 Contactgegevens De Raad van Bestuur maakt bekend wie de Centrale Functionaris is en waar deze is te bereiken. De Centrale Functionaris is: de heer P.P. Smid, Global Director Legal Affairs & Corporate Secretary, Westerlaan 10, 3016 CK Rotterdam, tel.: 010 – 4002739 of 06 - 23527818, fax: 010 - 4112520, e-mail:
[email protected]. Artikel 16 Taken en bevoegdheden De Centrale Functionaris heeft de taken en bevoegdheden die in dit Reglement aan de Centrale Functionaris zijn toegekend. De Raad van Bestuur van de Vennootschap kan aanvullende taken en bevoegdheden aan de Centrale Functionaris toekennen. Artikel 17 1.
2.
Advies; ontheffing De Centrale Functionaris kan op verzoek van een Werknemer advies uitbrengen omtrent de vraag of een in het Reglement opgenomen verbod of verplichting op hem of haar van toepassing is. Als een Werknemer twijfelt over de vraag of een in het Reglement opgenomen verbod of verplichting op hem of haar van toepassing is, verdient het aanbeveling dat hij of zij contact opneemt met de Centrale Functionaris en advies van de Centrale Functionaris inwint. De Centrale Functionaris kan in uitzonderlijke omstandigheden ontheffing verlenen van de in het Reglement opgenomen verboden of verplichtingen.
Artikel 18 Plaatsvervanger(s) De Centrale Functionaris kan in overleg met de Raad van Bestuur een of meer plaatsvervangers aanwijzen, al dan niet kantoorhoudend in andere landen, die, ten behoeve van de Werknemers, zodanige taken en bevoegdheden kan of kunnen uitoefenen als de Centrale Functionaris in overleg met de Raad van Bestuur zal bepalen. De Centrale Functionaris kan in overleg met de Raad van Bestuur personen aanwijzen die hem of haar bij afwezigheid vervangen. De Raad van Bestuur maakt bekend wie de op grond van dit artikel aangewezen plaatsvervangers zijn en waar deze zijn te bereiken. Artikel 19 Jaarlijkse rapportage De Centrale Functionaris rapporteert jaarlijks na afloop van het boekjaar van de Vennootschap aan de voorzitter van de Raad van Bestuur – op een door de Centrale Functionaris te bepalen wijze - omtrent de uitoefening van zijn of haar taken en bevoegdheden.
13/26
X.2
Register
Artikel 20 Inhoud De Vennootschap houdt een Register waarin worden opgenomen: a. de namen van de Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden, Aangewezen Werknemers en Gelieerde Personen, alsmede alle overige bij de Vennootschap werkzame personen die op regelmatige of incidentele basis kennis kunnen hebben van Voorwetenschap; b. de reden waarom de onder a. genoemde overige personen in het Register zijn opgenomen; c. de omstandigheid dat en het tijdstip waarop een persoon geen toegang meer heeft tot Voorwetenschap; d. alle op grond van het Reglement aan de Centrale Functionaris gedane meldingen; e. alle opdrachten aan de Centrale Functionaris om melding te verrichten als bedoeld in dit Reglement; f. alle verzoeken aan de Centrale Functionaris om ontheffing te verlenen en alle door de Centrale Functionaris verleende ontheffingen als bedoeld in artikel 17 lid 2; g. afschriften van de vermogensbeheerovereenkomsten die de Centrale Functionaris op grond van artikel 7 lid 2 heeft ontvangen. Het Register en alle mutaties daarvan dienen te worden voorzien van een datum. Artikel 21 Verantwoordelijkheid; doeleinden De Vennootschap is verantwoordelijk voor de verwerking van in het Register opgenomen of op te nemen Persoonsgegevens. Persoonsgegevens worden slechts verwerkt voor de in de overwegingen van het Reglement vermelde doeleinden. Artikel 22 Verstrekking aan derden Uit het Register kunnen Persoonsgegevens worden verstrekt aan de AFM, indien dit noodzakelijk is voor de nakoming van een wettelijke verplichting of een zwaarwegend belang van de Vennootschap dit vergt. Artikel 23 Bewaring; bewaartermijn Het Register wordt bewaard door de Centrale Functionaris. De in artikel 20 onder a. tot en met c. genoemde Persoonsgegevens zullen tenminste vijf jaar worden bewaard na opneming in het Register of bijwerking daarvan. De Centrale Functionaris zal overige Persoonsgegevens uit het Register verwijderen uiterlijk twee jaar nadat de betrokken persoon niet langer bij de Vennootschap is betrokken. Indien het verwerken van Persoonsgegevens als bedoeld is in artikel 20 noodzakelijk is voor de behandeling van een geschil of betrekking heeft op vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen van de Vennootschap, worden zij niet verwijderd. In het geval de verwerking van de Persoonsgegevens noodzakelijk is voor de behandeling van een geschil, zal de Centrale Functionaris deze verwijderen zodra deze hun belang voor het geschil hebben verloren. In het geval dat de Persoonsgegevens betrekking hebben op vermogensrechtelijke rechten en verplichtingen van de Vennootschap, zal de Centrale Functionaris deze zeven jaar na de datum van vastlegging verwijderen. Artikel 24 Inzage Een Werknemer van wie Persoonsgegevens in het Register zijn opgenomen, heeft het recht inzage in die gegevens te verzoeken. Hij of zij kan zich daartoe wenden tot de Centrale Functionaris. Indien met betrekking tot de verzoekende Werknemer Persoonsgegevens worden verwerkt, verstrekt de Centrale Functionaris hem of haar binnen vier weken schriftelijk een volledig overzicht daarvan.
14/26
Artikel 25 Aanpassing gegevens Een Werknemer van wie Persoonsgegevens in het Register zijn opgenomen, heeft het recht de Vennootschap te verzoeken over te gaan tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van hem of haar betreffende Persoonsgegevens die in het Register zijn opgenomen, indien deze gegevens feitelijk onjuist zijn of voor het doel van opneming in het Register niet ter zake dienen. Een dergelijk verzoek moet worden gericht tot de Centrale Functionaris. De Centrale Functionaris bericht de betrokkene schriftelijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek of hij daaraan voldoet. Een weigering is met redenen omkleed. Indien het verzoek gegrond is, draagt de Centrale Functionaris vervolgens zo spoedig mogelijk zorg voor de desbetreffende verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van de Persoonsgegevens. De Centrale Functionaris geeft zo spoedig mogelijk kennis aan de AFM van een verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van Persoonsgegevens voor zover die gegevens voorafgaande daaraan aan de AFM zijn verstrekt. De Centrale Functionaris gaat onverwijld over tot aanpassing van de in het Register opgenomen gegevens indien: a. de reden waarom een persoon in het Register is vermeld, wijzigt; b. een persoon aan het Register dient te worden toegevoegd; en c. een in het Register opgenomen persoon geen toegang meer heeft tot Voorwetenschap. Artikel 26 Beveiliging Het Register zal adequaat worden beveiligd. Slechts de Centrale Functionaris, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Vennootschap hebben het recht het Register in te zien indien dat uit hoofde van hun functie en voor deze overwegingen van het Reglement vermelde doeleinden noodzakelijk is. X.3
Formulieren
Artikel 27 Formulieren Alle meldingen bedoeld in het Reglement moeten worden gedaan door gebruik te maken van de door de AFM vastgestelde formulieren. De Centrale Functionaris stelt de formulieren ter beschikking. De in de formulieren gestelde vragen moeten volledig en naar waarheid worden beantwoord. X.4
Aanwijzingen en bekendmakingen
Artikel 28 Aangewezen Werknemers De Centrale Functionaris wijst Werknemers die uit hoofde van de uitoefening van hun werk, beroep of functie toegang hebben tot Voorwetenschap aan als Aangewezen Werknemers en stelt hen schriftelijk van de aanwijzing op de hoogte. Artikel 29 Gesloten Perioden De Raad van Bestuur van de Vennootschap maakt tijdig voor het begin van ieder boekjaar bekend welke perioden in het desbetreffende boekjaar gelden als Gesloten Perioden. Wijzigingen of aanvullingen worden in de loop van het boekjaar op dezelfde wijze bekend gemaakt.
15/26
Artikel 30 Bekendmaking verbodsbepalingen De Vennootschap stelt de Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers alsmede alle overige bij de Vennootschap werkzame personen die op regelmatige of incidentele basis kennis kunnen hebben van Voorwetenschap op de hoogte van de verbodsbepalingen van afdeling 5.4.2 (Regels ter voorkoming van marktmisbruik) van de WFT en de hoogte van de sancties die op overtreding van die verbodsbepalingen zijn gesteld. Een overzicht is als Bijlage 2 aan dit Reglement gehecht. X.5
Slotbepalingen
Artikel 31 Sancties De Vennootschap respectievelijk de werkgever behoudt zich het recht voor om in geval van overtreding van een of meer bepalingen van het Reglement alle sancties op te leggen die zij of hij op grond van de wet en/of de (arbeids)overeenkomst met de betrokkene mag treffen, waaronder ook begrepen beëindiging van de (arbeids)overeenkomst met de betrokkene, al dan niet op staande voet. Artikel 32 Gevallen waarin het Reglement niet voorziet De Raad van Bestuur is bevoegd in de gevallen waarin het Reglement niet voorziet een beslissing te nemen, met inachtneming van eventueel toepasselijke wettelijke bepalingen. Artikel 33 Wijzigingen Bepalingen van het Reglement kunnen worden gewijzigd en aangevuld bij besluit van de Raad van Bestuur. Dit besluit behoeft de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Wijzigingen en aanvullingen zijn van kracht vanaf het moment dat zij bekend zijn gemaakt, tenzij bij de bekendmaking een latere datum wordt aangegeven. Artikel 34 Inwerkingtreding Het aangepaste Reglement treedt in werking op 24 april 2014. Artikel 35 Toepasselijk recht Op het Reglement is Nederlands recht van toepassing.
16/26
Bijlage 1 bij het Reglement 2014 inzake bezit van en transacties in Aandelen Vopak en bepaalde overige Financiële Instrumenten Definities In het Reglement hebben de hieronder opgesomde begrippen, waarvan de beginletter steeds met een hoofdletter wordt geschreven, de daarachter weergegeven betekenissen.
Aandelen
:
a. verhandelbare aandelen als bedoeld in artikel 79 lid 1 Boek 2 Burgerlijk Wetboek; b. certificaten van aandelen of andere met certificaten van aandelen gelijk te stellen verhandelbare waardebewijzen; c. andere verhandelbare waardebewijzen, niet zijnde opties als bedoeld onder d., ter verwerving van de onder a. of b. bedoelde aandelen resp. waardebewijzen; d. opties ter verwerving van de onder a. en b. bedoelde aandelen resp. waardebewijzen
Aangewezen Werknemers
:
Werknemers, niet zijnde Leidinggevenden, die uit hoofde van de uitoefening van hun werk, beroep of functie toegang hebben tot Voorwetenschap en als zodanig zijn aangewezen door de Centrale Functionaris
AFM
:
De Stichting Autoriteit Financiële Markten
Bestuurders
:
De personen die deel uitmaken van de Raad van Bestuur
Centrale Functionaris
:
De functionaris bedoeld in artikel 14 van het Reglement
Commissarissen
:
De personen die deel uitmaken van het statutaire orgaan belast met het toezicht op het bestuur van de Vennootschap
Financiële Instrumenten
:
a. certificaten van aandelen; of b. andere financiële instrumenten in de zin van artikel 1: 1 van de WFT j° artikel 5:53 lid 3 van de WFT (i) die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland of waarvoor toelating tot die handel is aangevraagd, dan wel (ii) die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in een andere Lidstaat of waarvoor toelating tot die handel is aangevraagd, dan wel (iii) die zijn toegelaten tot de handel op een markt in financiële instrumenten die is gevestigd en van overheidswege toegelaten in een staat die geen Lidstaat is of waarvoor toelating tot die handel is aangevraagd; of
17/26
c.
d.
financiële instrumenten niet zijnde financiële instrumenten als bedoeld in a. of b. waarvan de waarde mede wordt bepaald door de waarde van de financiële instrumenten bedoeld in a. of b.; of financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een markt in financiële instrumenten, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 van de WFT
Gelieerde Personen
:
a. echtgenoten, geregistreerde partners of levensgezellen van, of andere personen die op daarmee vergelijkbare wijze samenleven met, een Bestuurder, een Commissaris of een Leidinggevende; b. kinderen van een Bestuurder, een Commissaris of een Leidinggevende, die onder diens gezag vallen of die onder curatele zijn gesteld en waarvoor een Bestuurder, een Commissaris of een Leidinggevende als curator is benoemd; c. andere bloed- of aanverwanten van een Bestuurder, Commissaris of Leidinggevende, die op de Transactiedatum tenminste een jaar met hem of haar een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd; d. rechtspersonen, trusts als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wet toezicht trustkantoren of personenvennootschappen (i) waarvan de leidinggevende verantwoordelijkheid berust bij een Bestuurder, Commissaris of een Leidinggevende of bij een persoon als bedoeld in onderdelen a. tot en met c., (ii) die onder de zeggenschap staan van een Bestuurder, Commissaris of een Leidinggevende of een persoon als bedoeld in onderdelen a. tot en met c., (iii) die zijn opgericht ten gunste van een Bestuurder, Commissaris of een Leidinggevende of een persoon als bedoeld in onderdelen a. tot en met c., of (iv) waarvan de economische belangen in wezen gelijkwaardig zijn aan die van een Bestuurder, Commissaris of een Leidinggevende of een persoon als bedoeld in onderdelen a. tot en met c.
Gesloten Periode
:
Een periode van vier weken, of zoveel langer of korter als de Raad van Bestuur zal besluiten, (i) vóór bekendmaking van de jaarresultaten, (ii) de resultaten over het eerste kwartaal in combinatie met de jaarlijks te houden vergadering van aandeelhouders, (iii) vóór bekendmaking van de halfjaarresultaten en (iv) de resultaten over het derde kwartaal, of zoveel langer of korter als de Raad van
18/26
Bestuur op enig moment zal besluiten. Gedurende de rest van het jaar is het in beginsel toegestaan te handelen in Vopak-effecten. Deze gesloten perioden kunnen, ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, worden uitgebreid. Daarnaast wordt de periode van een maand vóór publicatie van een prospectus verband houdend met een aandelenemissie ook beschouwd als een gesloten periode. Grondstofderivaten
:
Aandelen of bepaalde overige Financiële Instrumenten waarvan de waarde mede wordt bepaald door de waarde van de grondstoffen waarop zij betrekking hebben
Leidinggevenden
:
Werknemers, niet zijnde Bestuurders of Commissarissen, die een leidinggevende functie hebben en uit dien hoofde de bevoegdheid hebben om besluiten te nemen die gevolgen hebben voor de toekomstige ontwikkelingen en bedrijfsvooruitzichten van de Vennootschap en die regelmatig de beschikking over Voorwetenschap kunnen hebben
Lidstaat
:
Een staat die lid is van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Nederlandse Corporate Governance Code
:
De gedragscode aangewezen in de in artikel 391 lid 4 Boek 2 Burgerlijk Wetboek bedoelde algemene maatregel van bestuur
Open Periode
:
Elke periode niet zijnde een Gesloten Periode, tenzij anders is bepaald in dit Reglement. Gedurende een Open Periode is het toegestaan te handelen in Vopak-aandelen, mits een persoon geen verbod opgelegd heeft gekregen (is geblokkeerd) om in Vopak-aandelen te handelen door de Centrale Functionaris. Daarnaast is het niet toegestaan in Vopak-effecten te handelen indien de Raad van Bestuur heeft besloten de Gesloten Periode op enigerlei wijze uit te breiden.
Overige Financiële Instrumenten
:
Financiële Instrumenten (met uitzondering van VopakFinanciële Instrumenten), voor zover die door de Raad van Commissarissen in overleg met de Raad van Bestuur zijn aangewezen dan wel door de Centrale Functionaris zijn bepaald overeenkomstig het Reglement
Overige Werknemers
:
Werknemers, niet zijnde Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden of Aangewezen Werknemers
19/26
Persoonsgegevens
:
Gegevens betreffende een identificeerbare natuurlijke persoon
Raad van Bestuur
:
Het statutaire orgaan belast met het bestuur van de Vennootschap
Raad van Commissarissen
:
Het statutaire orgaan belast met het toezicht op het bestuur van de Vennootschap
Register
:
Het register bedoeld in artikel 20 van het Reglement
Reglement
:
Het Reglement 2014 inzake bezit van en transacties in Aandelen en bepaalde overige Financiële Instrumenten
Stemmen
:
Stemmen die op Aandelen kunnen worden uitgebracht, met inbegrip van rechten ingevolge een overeenkomst tot verkrijging van stemmen
Transactiedatum
:
De datum waarop een Transactie wordt verricht
Vennootschap
:
Koninklijke Vopak N.V., statutair gevestigd te Rotterdam
Verrichten van Transacties
:
Het direct of indirect, voor eigen rekening of voor rekening van een ander, kopen of verkopen van, of het verrichten van een andere rechtshandeling strekkende tot verkrijging of vervreemding van Financiële Instrumenten
Voorwetenschap
:
a. met betrekking tot Financiële Instrumenten, niet zijnde Grondstofderivaten is Voorwetenschap bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op de rechtspersoon, vennootschap of instelling waarop de Financiële Instrumenten betrekking hebben of op de handel in deze Financiële Instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de Aandelen of daarvan afgeleide Financiële Instrumenten b. met betrekking tot Grondstofderivaten is Voorwetenschap bekendheid met niet openbaar gemaakte informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een of meer van die Grondstofderivaten, van welke informatie beleggers in die Grondstofderivaten bekendmaking mogen verwachten op grond van marktpraktijken die gebruikelijk zijn op de gereglementeerde markt waarop die Grondstofderivaten worden verhandeld. Van informatie waarvan beleggers bekendmaking mogen verwachten is sprake indien deze van dien aard is dat deze: (i) routinematig beschikbaar wordt gesteld aan de beleggers in die Financiële Instrumenten;
20/26
(ii) openbaar moet worden gemaakt
overeenkomstig de met betrekking tot de desbetreffende gereglementeerde markt geldende wettelijke voorschriften of volgens de op die gereglementeerde markt gehanteerde marktregels, overeenkomsten of gangbare gewoonten Vopak–Financiële Instrumenten
:
Financiële Instrumenten en bepaalde overige Financiële Instrumenten uitgegeven door, dan wel
betrekking hebbende op, de Vennootschap Werknemers
:
Een ieder die in dienst is van, of anderszins in een gezagsverhouding staat tot, de Vennootschap of een dochter- of groepsmaatschappij van de Vennootschap, ongeacht de duur van het dienstverband, alsmede Bestuurders, Commissarissen en Leidinggevenden, waaronder in elk geval ook begrepen Aangewezen Werknemers en Overige Werknemers
WFT
:
Wet op het financieel toezicht
21/26
Bijlage 2 bij het Reglement 2014 inzake bezit van en transacties in Aandelen Vopak en bepaalde overige Financiële Instrumenten De Vennootschap stelt de Bestuurders, Commissarissen, Leidinggevenden en Aangewezen Werknemers, alsmede alle Overige Werknemers die op regelmatige of incidentele basis kennis kunnen hebben van Voorwetenschap op de hoogte van de verbodsbepalingen van afdeling 5.4.2 (Regels ter voorkoming van marktmisbruik) van de WFT en de hoogte van de sancties die op overtreding van die verbodsbepalingen zijn gesteld. De genoemde sancties gelden per 1 januari 2007. Verbodsbepalingen Verbod van artikel 5:56 lid 1 WFT Het is een ieder die behoort tot een in artikel 5:56 lid 2 WFT genoemde categorie personen verboden om gebruik te maken van voorwetenschap door een transactie te verrichten of te bewerkstellingen: a. in of vanuit Nederland of een staat die geen lid-staat is in financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in Nederland of een markt in financiële instrumenten, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 WFT, of waarvoor toelating tot die handel is aangevraagd; b. in of vanuit Nederland in financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in een andere lid-staat of die zijn toegelaten tot de handel op een markt in financiële instrumenten die is gevestigd en van overheidswege toegelaten in een staat die geen lid-staat is, of in financiële instrumenten waarvoor toelating tot die handel is aangevraagd; c. in of vanuit Nederland of een staat die geen lid-staat is in financiële instrumenten, niet zijnde financiële instrumenten als bedoeld onder a of b, waarvan de waarde mede wordt bepaald door de onder a of b bedoelde financiële instrumenten; of d. in of vanuit een andere lid-staat in financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een markt in financiële instrumenten, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 WFT. artikel 5:56 lid 2 WFT De in artikel 5:56 lid 1 WFT bedoelde categorieën zijn: a. personen die over voorwetenschap beschikken vanwege het feit dat zij het dagelijks beleid bepalen of mede bepalen dan wel toezicht houden op het beleid en de algemene gang van zaken van de uitgevende instelling, waarop de voorwetenschap betrekking heeft; b. personen die over voorwetenschap beschikken vanwege het feit dat zij beschikken over een gekwalificeerde deelneming in de uitgevende instelling of een uitgevende instelling die financiële instrumenten heeft uitgegeven als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 sub c WFT waarop de voorwetenschap betrekking heeft; c. personen die toegang hebben tot voorwetenschap uit hoofde van de uitoefening van werk, beroep of functie; d. personen die over voorwetenschap beschikken uit hoofde van betrokkenheid bij strafbare feiten. artikel 5:53 lid 1 WFT Voorwetenschap is bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:53 lid 4 sub a³ WFT waarop de financiële instrumenten betrekking hebben of omtrent de handel in deze financiële instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten.
22/26
Met betrekking tot grondstoffenderivaten is voorwetenschap bekendheid met niet openbaar gemaakte informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een of meer grondstoffenderivaten, van welke informatie beleggers in die grondstoffenderivaten bekendmaking mogen verwachten op grond van marktpraktijken die gebruikelijk zijn op de gereglementeerde markt of de markt in financiële instrumenten, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 WFT, waarop die grondstoffenderivaten worden verhandeld. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen marktpraktijken als bedoeld in de vorige volzin worden aangewezen. Verbod van artikel 5:56 lid 3 WFT Het is een ieder die niet behoort tot een in artikel 5:56 lid 2 WFT genoemde categorie en die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij over voorwetenschap beschikt, verboden om gebruik te maken van die voorwetenschap door: a. in of vanuit Nederland of een staat die geen lid-staat is een transactie te verrichten of te bewerkstelligen in financiële instrumenten als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 sub a WFT; b. in of vanuit Nederland een transactie te verrichten of te bewerkstelligen in financiële instrumenten als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 sub b WFT; c. in of vanuit Nederland of een staat die geen lid-staat is een transactie te verrichten of te bewerkstelligen in financiële instrumenten als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 sub c WFT; of d. in of vanuit een ander lid-staat een transactie te verrichten of te bewerkstelligen in financiële instrumenten als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 sub d WFT. Verbod van artikel 5:56 lid 7 WFT Het is verboden om gebruik te maken van voorwetenschap door te trachten een transactie te verrichten of te bewerkstelligen als bedoeld in artikel 5:56 lid 1 WFT. Verbod van artikel 5:57 lid 1 WFT Het is een ieder die behoort tot een in artikel 5:56 lid 2 sub a, b of d WFT, bedoelde categorie alsmede een ieder die beschikt over voorwetenschap en behoort tot de in artikel 5:56 lid 2 sub c WFT, bedoelde categorie verboden om in of vanuit een in artikel 5:56 lid 1 sub a, b, c of d WFT bedoelde staat, voor zover het financiële instrumenten betreft als bedoeld in het desbetreffende onderdeel: a. de informatie waarop zijn voorwetenschap betrekking heeft aan een derde mee te delen, anders dan in de normale uitoefening van zijn werk, beroep of functie; of b. een derde aan te bevelen of ertoe aan te zetten transacties te verrichten of te bewerkstelligen in die financiële instrumenten. Verbod van artikel 5:57 lid 2 WFT Het verbod, bedoeld in artikel 5:57 lid 1 WFT, is van overeenkomstige toepassing op ieder ander die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij over voorwetenschap beschikt. Verbod van artikel 5:58 lid 1 WFT Het is verboden om in of vanuit een in artikel 5:56 lid 1 sub a, b of d WFT, bedoelde staat telkens voor zover het financiële instrumenten betreft als bedoeld in het desbetreffende onderdeel: a. een transactie of handelsorder in financiële instrumenten te verrichten of te bewerkstelligen waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat of te duchten is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van die financiële instrumenten, tenzij degene die de transactie of handelsorder heeft verricht of bewerkstelligd, aantoont dat zijn beweegreden om de transactie of handelsorder te verrichten of te bewerkstelligen gerechtvaardigd is en dat de transactie of handelsorder in overeenstemming is met de gebruikelijke marktpraktijk op de desbetreffende gereglementeerde markt of de desbetreffende markt, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 WFT;
23/26
b. een transactie of handelsorder in financiële instrumenten te verrichten of te bewerkstelligen teneinde de koers van die financiële instrumenten op een kunstmatig niveau te houden, tenzij degene die de transactie of handelsorder heeft verricht of bewerkstelligd, aantoont dat zijn beweegreden om de transactie of handelsorder te verrichten of te bewerkstelligen gerechtvaardigd is en dat de transactie of handelsorder in overeenstemming is met de gebruikelijke marktpraktijk op de desbetreffende gereglementeerde markt of de desbetreffende markt, niet zijnde een gereglementeerde markt, waarvan de houder een erkenning heeft als bedoeld in artikel 5:26 lid 1 WFT; c. een transactie of handelsorder in financiële instrumenten te verrichten of te bewerkstelligen waarbij gebruik wordt gemaakt van bedrog of misleiding; of d. informatie te verspreiden waarvan een onjuist of misleidend signaal uitgaat of te duchten is met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van financiële instrumenten, terwijl de verspreider van die informatie weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die informatie onjuist of misleidend is. Bestuursrechtelijke sancties Sanctie van artikel 1:79 WFT: De AFM kan een last onder dwangsom opleggen terzake van een overtreding van voorschriften gesteld ingevolge artikel 5:58 lid 1 WFT. Sanctie van artikel 1:80 WFT: De AFM kan een bestuurlijke boete opleggen terzake van overtreding van de voorschriften gesteld ingevolge artikelen 5:56 lid 1, lid 3 en lid 7, 5:57 lid 1en 5:58 lid 1 WFT. Het bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuurd. Dit is het Besluit boetes WFT. De hoogte van de bestuurlijke boete voor overtreding van de voorschriften gesteld ingevolge artikel 5:56 leden 1 en 3 WFT, artikel 5:57 lid 1 WFT en artikel 5:58 lid 1 WFT bedraagt EUR 96,000. De hoogte van de bestuurlijke boete voor overtreding van het voorschrift gesteld ingevolge artikel 5:56 lid 7 WFT bedraagt EUR 24,000. Indien een boete wordt opgelegd aan onder meer een persoon die behoort tot een van de hierna genoemde categorieën, houdt de toezichthouder rekening met diens draagkracht: a. financiële ondernemingen; b. vertegenwoordigers van een verzekeraar; c. houders van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, 3:96 of 5:32 WFT; d. personen die in of vanuit Nederland bedrijfsmatig buiten besloten kring opvorderbare gelden van anderen dan professionele marktpartijen aantrekken, ter beschikking verkrijgen of ter beschikking hebben. De draagkracht komt in de hoogte van de boete tot uiting door het boetebedrag te vermenigvuldigen met de op grond van artikel 7 van het Besluit boetes WFT toepasselijke draagkrachtfactor. Openbaarmaking De AFM kan een openbare waarschuwing uitvaardigen, indien nodig onder vermelding van de overwegingen die tot die waarschuwing hebben geleid, bij overtreding van een van de hiervoor genoemde verbodsbepalingen. In beginsel geschiedt het uitvaardigen van een openbare waarschuwing niet eerder dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop de betrokken persoon in kennis is gesteld van het besluit. Echter, indien bescherming van de belangen die de WFT beoogt te beschermen geen uitstel toelaat, kan de toezichthouder, in afwijking het voorgaande, onverwijld een openbare waarschuwing uitvaardigen.
24/26
De AFM maakt een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge de WFT na bekendmaking openbaar, onder meer indien de bestuurlijke boete is opgelegd terzake van overtreding van een van de hiervoor genoemde verbodsbepalingen. De openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete geschiedt niet eerder dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de betrokken persoon bekend is gemaakt. Indien de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van de WFT blijft deze achterwege. Onverminderd het voorgaande maakt de AFM een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge de WFT openbaar, nadat het rechtens onaantastbaar is geworden, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van de WFT. De AFM maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolge de WFT openbaar wanneer een dwangsom wordt verbeurd, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van de WFT. Indien bescherming van de belangen die de WFT beoogt te beschermen geen uitstel toelaat, kan de AFM, in afwijking van het voorgaande, onverwijld overgaan tot openbaarmaking van een besluit tot het opleggen een bestuurlijke boete onderscheidenlijk een last onder dwangsom. Strafrechtelijke sancties Overtreding van de artikelen 5:56 leden 1, 3 en 7, 5:57 lid 1 en 5:58 lid 1 is een economisch delict bedoeld in artikel 1 onder 2º van de Wet op de economische delicten. Op grond van artikel 5:54 WFT jº, artikel 6 van de Wet op de economische delicten wordt een delict als hierboven bedoeld gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, taakstraf of geldboete van de vierde categorie. De hoogte van een boete van de vierde categorie bedraagt EUR 11.250. Indien de waarde van de goederen, waarmee of met betrekking tot welke het economisch delict is begaan, of die geheel of gedeeltelijk door middel van het economisch delict zijn verkregen, hoger is dan het vierde gedeelte van het maximum van deze geldboete, kan een geldboete worden opgelegd van de naast hogere categorie. Deze verhoging is onverminderd de bepaling van artikel 23 lid 7 Wetboek van strafrecht. Artikel 23 lid 7 Wetboek van strafrecht bepaalt dat bij veroordeling van een rechtspersoon een geldboete van de naast hogere categorie kan worden opgelegd. De hoogte van een boete van de vijfde categorie bedraagt EUR 45.000 en de hoogte van een boete van de zesde categorie bedraagt EUR 450.000. Op grond van artikel 6 lid 2 Wet op de economische delicten kunnen bovendien (i) bijkomende straffen en (ii) maatregelen worden opgelegd. Bijkomende straffen staan vermeld in artikel 7 Wet op de economische delicten en maatregelen staan vermeld in artikel 8 Wet op de economische delicten. Sanctie van artikel 67 Wetboek van strafvordering: Op grond van artikel 67 Wetboek van strafvordering kan er een bevel tot voorlopige hechtenis gegeven worden in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 5:56, 5:57 en 5:58 WFT.
25/26
Overige sancties Sanctie van artikel 31 Reglement 2014 inzake bezit van en transacties in financiële instrumenten: De Vennootschap respectievelijk de werkgever behoudt zich het recht voor om in het geval van overtreding van een of meer bepalingen van het Reglement 2014 alle sancties op te leggen die zij of hij op grond van de wet en/of de (arbeids)overeenkomst met de betrokkene mag treffen, waaronder begrepen beëindiging van de (arbeids)overeenkomst met de betrokkene, al dan niet op staande voet.
26/26