Algemeen reglement inzake rioleringsaansluitingen en gebruik van rioleringsinfrastructuur Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Inter-aqua op 18 augustus 2009
1 Voorwerp Dit reglement regelt de rechtsverhouding tussen de klant enerzijds en de netbeheerder anderzijds betreffende de aansluiting op de riolering, op individuele behandelingsinstallaties (IBA’s) en op kunstwerken en inrichtingen van alle aard die dienstig zijn voor de opvang, de afvoer en het beheer van afvalwater en regenwater, hierna de ‘rioleringsinfrastructuur’ genoemd. Dit reglement is van toepassing op de klant door het indienen van een aanvraag tot aansluiting, het aangesloten zijn op of het op enige andere wijze gebruik maken van de rioleringsinfrastructuur voor afvoer van vuil water en/of regenwater.
2 Toepassing van het reglement 2.1
Toepassing in de tijd
Het onderhavige reglement is van toepassing op elke klant en geldt vanaf het indienen van een aanvraag tot aansluiting op de rioleringsinfrastructuur dan wel, bij ontstentenis daaraan, vanaf de datum van aankoppeling van de privé-riolering met de rioleringsinfrastructuur en geldt zolang de klant aangesloten blijft op of op enige andere wijze gebruik maakt van de rioleringsinfrastructuur. 2.2
Toepassing in de ruimte
Ingevolge de goedkeuring van het reglement in de Raad van Bestuur van de netbeheerder (opdrachthoudende vereniging), is het reglement van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die aangesloten zijn bij de netbeheerder voor de activiteit riolering. 2.3
Toepassing van wijzigingen van het reglement
Het reglement kan enkel gewijzigd worden door een beslissing van de Raad van Bestuur van de netbeheerder. Zij treden in werking één maand na de dag waarop zij aan de klant bekend gemaakt worden. Wijzigingen worden bekendgemaakt via de website van de netbeheerder en van Infrax. Naast de publicatie via de website is de laatste toepasselijke versie van het reglement steeds opvraagbaar via de klantenkantoren van Infrax en wordt het kosteloos verstrekt na telefonische vraag hiertoe.
3 Definities 1
Klant De natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag doet voor het realiseren van een aansluiting op de rioleringsinfrastructuur alsook degene die afvalwater of regenwater afvoert via een bestaande rioleringsaansluiting naar het rioleringsnetwerk van de netbeheerder.
2
Netbeheerder: Inter-aqua. Infrax CVBA treedt als werkmaatschappij op in naam en voor rekening van de netbeheerder.
3
De rioleringsaansluiting Onder een rioleringsaansluiting verstaat men de uitrusting, geplaatst door of in opdracht van de netbeheerder, vanaf de hoofdriolering tot aan de scheidingslijn van het kadastraal perceel van de klant met het openbaar domein of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is of begrensd door de eventuele huisaansluitputjes die de scheiding vormen tussen de privé-riolering van de klant en de riolering van de netbeheerder, die de klant de
mogelijkheid biedt om afvalwater en/of regenwater al dan niet gescheiden af te voeren naar de rioleringsinfrastructuur van de netbeheerder. 4
Privé-riolering De installatie van de klant waarmee hij zijn afvalwater en/of regenwater, al dan niet gescheiden, verzamelt en aanbiedt aan de rioleringsaansluiting om afgevoerd te worden.
5
Afvalwater Het geheel van de waterstromen die volgens de Vlaamse milieuwetgeving als verontreinigd beschouwd dienen te worden én die aangeboden mogen worden aan een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het betreft hier voornamelijk huishoudelijk afvalwater (sanitair afvalwater) of afvalwater van industriële processen die eenvoudig biologisch afbreekbaar zijn, meestal in kleine hoeveelheden en debieten aangeleverd, verder ook vuil water genoemd.
6
Regenwater Het geheel van de waterstromen die volgens de Vlaamse milieuwetgeving als niet verontreinigd beschouwd worden. Het betreft hier voornamelijk regenwater, dooiwater, drainagewater en bemalingwater. Volgens de Vlaamse milieuwetgeving wordt het volgens de wettelijke bepalingen voldoende gezuiverd afvalwater ook als regenwater beschouwd.
7
Gescheiden stelsel Een privé-riolering waarbij op de vuilwaterriolering enkel vuil water is aangesloten en gescheiden van het regenwater apart aangeboden wordt aan de uitmonding naar de riolering van de netbeheerder.
8
Huisaansluitputje Een huisaansluitputje is een constructie waardoor een visuele controle kan uitgevoerd worden op de afvoer van het vuil water en/of regenwater. Via deze toegang kunnen met een camera of een reinigingstoestel gebreken of verstoppingen in de afvoerleidingen vastgesteld en eventueel opgelost worden. Bij aanwezigheid van een huisaansluitputje vormt dat steeds de scheiding tussen de rioleringsaansluiting (beheerd door de netbeheerder) en de privé-riolering (beheerd door de klant).
9
Aankoppelpunt Het aankoppelpunt vormt de scheiding tussen de rioleringsaansluiting, (beheerd door de netbeheerder), en de privé-riolering (beheerd door de klant). Het aankoppelpunt kan uitgevoerd zijn in de vorm van een huisaansluitputje, een mof of een doorlopende buis en bevindt zich dus meestal in de onmiddellijke omgeving van de scheidingslijn tussen de privé-eigendom van de klant en het openbaar domein (of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is).
10 Straatniveau Het niveau van de plaats waar de rioleringsaansluiting aftakt van de hoofdriolering (het openbaar domein of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is). 11 Diepte van het huisaansluitputje Het niveauverschil tussen het straatniveau en de binnenonderkant buis van de leiding die vertrekt in het huisaansluitputje naar het hoofdriool. 12 Kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting Een aansluiting met een diepte van het huisaansluitputje of van het aankoppelpunt van minstens 80 cm en waarvan de diameter van de afvoerleiding tot aan de hoofdriolering minstens 150 mm is. Indien er een openbare gescheiden riolering aanwezig is moet op beide stelsels een rioleringsaansluiting aanwezig te zijn om een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting te zijn. 13 Niet-kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting Een rioleringsaansluiting waarbij aan één van de voorwaarden van een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting niet voldaan is.
14 Kelderaansluiting Een rioleringsaansluiting waarbij een klant afwateringen van een vloerniveau lager dan 50 cm onder het straatniveau aansluit. De diepteligging van de leidingen die deze aansluiting realiseren, bepalen niet of het al dan niet een kelderaansluiting betreft. 15 Verharde oppervlakte De som van de bebouwde oppervlakte (verticale projectie) en de ondoorlatende verhardingen (inritten, terrasvloeren,…). Siergrind, dolomiet en dergelijke worden beschouwd als doorlatende verhardingen en zijn daar niet in inbegrepen. 16 Buffering Is het opslagvolume voor regenwater die zich vult bij hevige regen en vervolgens langzaam leegloopt, zodanig dat die leeg is voor het bufferen bij de volgende hevige regen. Het nuttig volume wordt gerekend tussen het peil van de overloop van de buffer en het laagste leeglooppeil. Een regenwaterput of een volume voor bluswater is geen buffer voor regenwater, gezien deze meestal gevuld zijn. 17 Leegloop (van een buffer) Zorgt voor een vertraagde lediging van de buffer. Bij voorkeur gebeurt dat door infiltratie in de ondergrond. Dat kan ook via een vernauwing of een pomp leeglopen. 18 Vuilwateraansluiting Een rioleringsaansluiting voor vuil water. 19 Regenwateraansluiting Een rioleringsaansluiting voor regenwater. 20 Gescheiden rioleringsaansluiting Een rioleringsaansluiting, waarbij zowel een vuilwateraansluiting als een regenwateraansluiting wordt aangeboden. Dit wordt beschouwd als één rioleringsaansluiting. 21 Openbare gescheiden riolering Rioleringssysteem waarbij zowel een afvoerleiding voor afvalwater en een apart afvoersysteem (leiding of open gracht) voor regenwater aanwezig is in het openbaar domein (of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is), waarop het betreffende perceel kan aangesloten worden met een aansluitleiding loodrecht op die openbare afvoersystemen. 22 Rioleringsinfrastructuur: Het geheel van de infrastructuur vanaf de aansluiting op de riolering of op een door de netbeheerder beheerder individuele behandelingsinstallaties (IBA’s), kunstwerken en inrichtingen van alle aard die dienstig zijn voor de opvang, de afvoer en het beheer van afvalwater en regenwater, hierna ook hoofdriolering genoemd. 23 Individuele behandelingsinstallatie (IBA) Installatie waarin afvalwater van een individueel perceel of pand behandeld wordt om te voldoen aan de Vlaamse lozingsnormen. Indien die installatie onder het beheer valt van de netbeheerder wordt dat beschouwd een onderdeel te zijn van de rioleringsinfrastructuur en zijn alle bepalingen in dit reglement met betrekking tot de aansluiting op deze rioleringsinfrastructuur van toepassing.
4 Rechten en verplichtingen met betrekking tot de rioleringsaansluiting 1
Iedere rioleringsaansluiting moet voorafgegaan door de expliciete toestemming van de netbeheerder, desgevallend te verkrijgen door een schriftelijke aanvraag van de klant.
2
De rioleringsaansluiting wordt uitgevoerd op vraag van de klant. Indien de klant een aanvraag indient bij de netbeheerder, impliceert dat in voorkomend geval tevens het akkoord van de eigenaar of zijn rechthebbenden, behoudens ingeval van tijdige, uitdrukkelijke, schriftelijke herroeping door deze laatsten. De netbeheerder kan oordelen dat een kwaliteitsvolle
rioleringsaansluiting niet realiseerbaar is, onder andere op basis van voor de rioleringsinfrastructuur financiële en/of technische criteria. 3
Indien de netbeheerder enkel een niet-kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting kan aanbieden, dient de klant akkoord te gaan dat alle nadelige gevolgen daaraan verbonden ten zijne laste zijn. Voor die rioleringsaansluiting gelden voorts dezelfde regels als een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting. Indien de klant daarmee niet akkoord kan gaan, is de rioleringsaansluiting niet realiseerbaar zonder dat hij daardoor recht heeft op vergoeding van enige schade of kosten door de netbeheerder. Als later door de netbeheerder aanpassingen aan de hoofdriolering worden uitgevoerd zal deze de rioleringsaansluiting desgevallend aanpassen tot een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting en dat op kosten van de netbeheerder. Aanpassingen aan de privé-riolering van de klant zijn nooit ten laste van de netbeheerder.
4
Indien een klant een niet-kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting heeft, gerealiseerd door de gemeente of de netbeheerder, waarvan de klant kan aantonen dat hij aanzienlijke nadelige gevolgen ondervindt en indien volgens de netbeheerder de hoofdriolering toelaat een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting te realiseren, zal op vraag van de klant die aanpassing op kosten van de netbeheerder uitgevoerd worden.
5
Indien de netbeheerder de klant ingevolge diens aanvraag geen kwaliteitsvolle of nietkwaliteitsvolle rioleringsaansluiting kan aanbieden laat de netbeheerder toe dat de klant zijn privériolering op eigen verantwoordelijkheid zelf aansluit op een, door de netbeheerder beheerde, aanwezige open gracht, op voorwaarde dat deze gracht rechtstreeks grenst aan het betreffende privé-perceel en dat geen verhardingen zoals wegen, fietspaden of voetpaden gekruist worden. In voorkomend geval moet de klant wel van de beheerder van het openbaar domein, of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is, toelating verkrijgen om deze werken op het openbaar domein te mogen uitvoeren. Bovendien dient de klant zich in kennis te stellen bij de desbetreffende nutsmaatschappijen van de ligging van de aanwezige nutsleidingen om schade te vermijden. Alle schade aan het openbaar domein, de nutsleidingen of de gracht die het gevolg zijn van deze door de klant uitgevoerde werken zijn ten laste van de klant. Meer in het bijzonder moet de gracht in de oorspronkelijke toestand hersteld worden en moeten de afvoerbuizen zodanig uitgevoerd worden dat het onderhoud van de grachten (maaien en ruimen) niet gehinderd wordt. Eventuele schade aan de afvoerbuizen van de klant door de onderhoudswerken aan de grachten zijn ten laste van de klant. In alle andere gevallen wordt een aansluiting gerealiseerd door de netbeheerder, in voorkomend geval na betaling door de klant.
6
De diepte van een huisaansluitputje van een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting bedraagt 80 cm (standaarddiepte). Indien de klant een diepere aansluiting wenst voor zijn vuilwateraansluiting en/of zijn regenwateraansluiting moet hij dat kenbaar maken op het aanvraagformulier van Infrax. De netbeheerder beoordeelt in hoeverre de door de klant gevraagde diepteligging kan gerealiseerd worden. Eventuele meerkosten daarvan zullen ten laste van de klant gelegd worden.
7
De diameter van een rioleringsaansluiting bedraagt 15 cm (standaarddiameter). Indien de klant een grotere diameter wenst voor zijn vuilwateraansluiting en/of zijn regenwateraansluiting moet hij dat kenbaar maken op het aanvraagformulier van Infrax. De netbeheerder beoordeelt in hoeverre de door de klant gevraagde diameter kan gerealiseerd en toegestaan worden. De meerkosten daarvan zijn ten laste van de klant.
8
Behoudens uitdrukkelijk, voorafgaand akkoord tussen de partijen, is alleen de netbeheerder gerechtigd de rioleringsaansluiting of aanpassingen aan de rioleringsaansluiting uit te voeren of te laten uitvoeren, zelfs indien deze aansluiting niet in gebruik is. Ingeval de klant zelf of door bemiddeling van een aannemer zijn aansluiting realiseert, zal de netbeheerder de geleden schade op de klant verhalen. Elke dusdanig gemaakte aansluiting zal uitgebroken worden en de eventuele beschadigde delen van de rioleringsinfrastructuur zullen vervangen worden op kosten van de illegale aansluiter. Ook eventuele bijkomende schade aan onverharde of verharde oppervlakten (wegdek, voetpad) zullen aan hem aangerekend worden.
9
De netbeheerder blijft eigenaar van de rioleringsaansluiting, ook indien de klant heeft bijgedragen in de kosten ervan. Behoudens ingeval van afwijking in het onderhavige reglement of ingeval van niet-naleving van de bepalingen van het onderhavige reglement door de klant, staat de
netbeheerder op eigen kosten in voor de goede werking en het onderhoud van de rioleringsaansluiting. 10 De rioleringsaansluiting wordt aangeboden aan de scheidingslijn van zijn kadastraal perceel met het openbaar domein of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is. De locatie langs deze perceelsgrens wordt bepaald door de netbeheerder, onder andere op basis van relevante financiële en/of technische criteria. Indien de netbeheerder oordeelt dat er meerdere gelijkwaardige aansluitlocaties mogelijk zijn, ligt die keuze bij de klant. Indien de klant niet akkoord gaat met de door de netbeheerder aangeboden locatie kan geen rioleringsaansluiting gerealiseerd worden, tenzij de klant boven op het van toepassing zijnde aansluittarief de meerkost van zijn gekozen aansluitlocatie ten opzichte van de door de netbeheerder gekozen aansluitlocatie ten zijne laste neemt. De netbeheerder heeft het recht om de aansluitputjes op de privé-grond te plaatsen van de inrichting waarvoor de aansluiting bedoeld is. De klant dient te allen tijde de netbeheerder toegang te verlenen tot deze aansluitputjes, ook indien gelegen op privé-terrein. Eventuele bijkomende kosten die daarvoor gemaakt dienen te worden zijn ten laste van de klant. Indien de bouwlijn ook rooilijn is en dus de aansluitputjes op openbaar domein geplaatst moeten worden en indien in dat geval de gemeente niet toestaat dat de deksels van de huisaansluitputjes, eventueel voorzien in de vorm van overrijdbare met bestratingselementen opvulbare inlegdekseltjes geplaatst worden, zijn de bijkomende kosten voor het toegankelijk maken van de (ondergrondse) aansluitputjes ten laste van de betreffende gemeente. 11 Het huisaansluitputje wordt geplaatst op het kadastraal perceel waarvoor de klant een rioleringsaansluiting vraagt, vlak tegen de scheidingslijn (meestal op 1 meter afstand om de klant de mogelijkheid te geven eenvoudig een haag of muurtje te voorzien) van zijn kadastraal perceel met het openbaar domein of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is. Mits akkoord tussen de partijen kan daarvan afgeweken worden. Indien deze scheidingslijn ook de bouwlijn is zal het huisaansluitputje op het openbaar domein geplaatst worden, vlak tegen de scheidingslijn. 12 Het huisaansluitputje blijft eigendom van de netbeheerder, ongeacht de locatie en ongeacht of deze in dienst is of niet. De netbeheerder heeft te allen tijde toegang tot dat huisaansluitputje. Het controleluikje moet zichtbaar blijven. Het is niet toegestaan dat af te dekken met grond of een verharding. De klant dient het afgewerkte niveau van zijn terrein ter hoogte van de locatie van het huisaansluitputje kenbaar te maken aan de netbeheerder voor de realisatie van de aansluiting, zodat een correcte afwerkhoogte kan gerealiseerd worden. Alleen de netbeheerder is gerechtigd aanpassingen aan de hoogte van dat controleluikje uit te voeren. Na de realisatie van de aansluiting op vraag van de klant zijn de kosten die daarmee gepaard gaan ten zijne laste. 13 De klant treft de nodige schikkingen om beschadigingen van de rioleringsaansluiting, en meer in het bijzonder het huisaansluitputje, te vermijden, ongeacht of deze rioleringsaansluiting in dienst is of niet. Alle herstellingskosten en vergoedingen, voortspruitend uit de beschadiging van de rioleringsaansluiting, vallen ten laste van de klant. De klant zal de netbeheerder onmiddellijk op de hoogte brengen van elke beschadiging of afwijking die hij zou vaststellen. Noch de klant zelf, noch zijn aangestelden mogen de rioleringsaansluiting herstellen of wijzigen, behoudens ingeval van noodsituaties. 14 De klant die een bijkomende aansluiting wenst, moet dat vragen aan de netbeheerder. De bijkomende aansluiting kan op kosten van de netbeheerder uitgevoerd worden indien er zich op het betrokken perceel nog geen kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting bevond, doch enkel een nietkwaliteitsvolle aansluiting en de netbeheerder aan de hand van de aanvraag van de klant en de daaraan toegevoegde gegevens oordeelt dat een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting realiseerbaar is. Indien de klant daarentegen reeds beschikt over een kwaliteitsvolle rioleringsaansluiting voor het betrokken perceel, zijn de kosten voor de realisatie van de bijkomende aansluiting integraal ten laste van de klant. 15 Indien een klant een rioleringsaansluiting wenst via een ander perceel dan hetgeen waarvoor hij een aanvraag doet, moet hij hiertoe voorafgaand aan de realisatie van de aansluiting het schriftelijk akkoord van de eigenaar van het andere perceel bekomen, ook indien het om dezelfde eigenaar gaat. Een afschrift van dat akkoord dient overhandigd te worden aan de netbeheerder.
De netbeheerder behoudt zich het recht voor, ondanks het akkoord van de eigenaar van het andere perceel, een rioleringsaansluiting te weigeren zonder recht op vergoeding van enige schade of andere kosten in hoofde van de klant. Indien de rioleringsaansluiting op die wijze wordt toegestaan, zal het huisaansluitputje geplaatst worden vlak tegen de scheidingslijn van dat andere kadastraal perceel met het openbaar domein of het domein met openbaar karakter, waarin de openbare riolering voorzien is. Mits akkoord tussen de partijen kan hiervan afgeweken worden. Indien deze scheidingslijn ook de bouwlijn is zal het huisaansluitputje op het openbaar domein geplaatst worden, vlak tegen de scheidingslijn. 16 Als voor de realisatie van een rioleringsaansluiting een vergunning van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Wegen en Verkeer (A.W.V.), Aquafin of een andere vergunning (met uitzondering van een machtiging voor lozing op een waterloop) nodig is zal de netbeheerder de nodige stappen zetten om deze vergunning te verkrijgen. Indien deze vergunning niet verkregen kan worden is de klant niet aansluitbaar, totdat deze vergunning kan verkregen worden zonder recht op vergoeding van enige schade of andere kosten in hoofde van de klant. Meer in het bijzonder, indien de gemeente weigert om de weg op te breken om een rioleringsaansluiting te maken en er geen goedkoper alternatief bestaat (bijvoorbeeld een klopboring die goedkoper kan gerealiseerd worden dan een aansluiting in open sleuf) is de klant niet aansluitbaar, eveneens zonder recht op vergoeding van enige schade of andere kosten in hoofde van de klant. 17 Het onderhavige reglement is tevens van toepassing op aanvragen voor een rioleringsaansluiting voor een onbebouwd perceel. De netbeheerder bepaalt in hoeverre die aansluiting kan gerealiseerd worden en onder welke technische voorwaarden. De kosten voor die aansluiting zijn volledig ten laste van de klant. 18 De klant moet al zijn wensen met betrekking tot zijn rioleringsaansluiting kenbaar maken in zijn aanvraagformulier. Ten laatste tijdens de realisatie van de aansluiting zal aan de klant meegedeeld worden in hoeverre zijn vragen vervuld kunnen worden. Vooraleer het vooronderzoek op te starten, kan de netbeheerder een betaling vragen aan de klant. Het ontvangen van een betalingsvraag van de netbeheerder en/of het betalen van de rioleringsaansluiting impliceert niet de bevestiging van de netbeheerder dat de rioleringsaansluiting kan en zal gerealiseerd worden, en zeker niet dat alle vragen die de klant kenbaar gemaakt heeft ook vervuld zullen worden. Indien de klant al betaald heeft en niet akkoord kan gaan met de door de netbeheerder voorgestelde oplossing, moet hij dat kenbaar maken voor de realisatie van de rioleringsaansluiting opdat hij recht op gedeeltelijke of gehele terugbetaling zou kunnen hebben. 19 Iedere rioleringsaansluiting kan weggenomen worden op schriftelijk verzoek en op kosten van de klant, mits voorafgaandelijk en schriftelijk akkoord van de netbeheerder. Noch de klant, noch zijn aangestelden mogen de rioleringsaansluiting zelf wegnemen. 20 De netbeheerder heeft het recht elke rioleringsaansluiting die niet meer gebruikt wordt voor een periode van 2 maanden, weg te nemen of af te koppelen. De klant wordt indien mogelijk daarvan vooraf ingelicht. 21 Behoudens uitdrukkelijk, schriftelijk tegenbericht door de klant, worden alle mededelingen, kennisgevingen en facturen geacht geldig te zijn betekend aan de klant of aan de eigenaar door verzending naar en bestelling op het adres van het aangesloten onroerend goed.
5 Rechten en verplichtingen met betrekking tot de installatie van de klant 1
De klant moet zijn privé-riolering uitvoeren volgens de wettelijke bepalingen terzake. De netbeheerder kan de klant vragen de nodige bewijsstukken daarvan voor te leggen, waarbij minstens een rioleringsplan al dan niet aangevuld met andere technische gegevens moet voorgelegd worden. Indien deze wettelijke bepalingen een gescheiden stelsel, een regenwaterput met nuttig hergebruik (minstens voor toiletspoeling en/of wasmachine voor kleding), infiltratie met of zonder overloop naar de openbare riolering of een buffering voorschrijven, zelfs indien deze niet expliciet zijn opgenomen in de bouwvergunning, behoudt de netbeheerder zich het recht voor de klant geen rioleringsaansluiting aan te bieden indien zijn privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd gerealiseerd. De netbeheerder behoudt zich het recht
voor een klant niet aan te sluiten indien hij niet voldaan heeft aan de eisen van de vergunningen, onder meer deze in verband met waterhuishouding, die hem werden opgelegd. Indien de wettelijke bepalingen de klant verplichten zijn regenwater volledig (zonder overloop naar het openbaar domein) te infiltreren kan de netbeheerder beslissen de klant geen regenwateraansluiting te geven. 2
Indien de verharde oppervlakte van het perceel van de klant of de dakoppervlakte van de woning meer dan 200 m² bedraagt en: • een buffering, infiltratievoorziening of andere voorwaarden in verband met waterhuishouding opgelegd werden in de bouwvergunning en/of in de milieuvergunning en deze, volgens het oordeel van de netbeheerder, als voldoende aanvaard worden met het oog op de realisatie van de rioleringsaansluiting en deze ook effectief en correct gerealiseerd werden, zal de netbeheerder de toelating geven aan de klant tot het bekomen van een rioleringsaansluiting. • geen of, volgens het oordeel van de netbeheerder, onvoldoende voorwaarden in verband met waterhuishouding opgelegd werden in een vergunning en: • de klant geen regenwateraansluiting nodig heeft, omdat hij zijn regenwater volledig infiltreert, volledig hergebruikt en niets afvoert naar de rioleringsinfrastructuur van de netbeheerder, kan de netbeheerder oordelen dat de voorzieningen getroffen door de klant met betrekking tot de verwerking van zijn regenwater afdoende zijn en worden geen voorwaarden opgelegd door de netbeheerder aan het buffervolume of leegloop en zal de netbeheerder de toelating geven aan de klant tot het bekomen van een rioleringsaansluiting; • de klant zijn regenwater slechts deels hergebruikt en dus een regenwateraansluiting nodig heeft voor zijn overloop, dient de klant een regenwaterput van minstens 50 l/m² verharde oppervlakte te plaatsen waarbij het gemiddelde maandverbruik van dat regenwater minstens 150 l/m² verharde oppervlakte moet bedragen, om geen buffer of infiltratievoorziening te moeten bouwen. Indien geen van de voorgaande voorwaarden vervuld zijn, dient de klant, om een rioleringsaansluiting te verkrijgen van de netbeheerder, een buffering of infiltratie te voorzien en te plaatsen die voldoet aan de terzake toepasselijke wettelijke bepalingen. De netbeheerder oordeelt over de effectiviteit van het voorgestelde en gebouwde systeem vooraleer zijn goedkeuring te verlenen.
3
Een kelderaansluiting, zonder terugstroombeveiliging, wordt niet toegestaan door de netbeheerder. Als de klant geen gescheiden stelsel voorziet, waarbij alle regenwater van daken en zoveel mogelijk van de verhardingen rond de gebouwen volledig hydraulisch gescheiden is van de kelderaansluiting, heeft de netbeheerder het recht een rioleringsaansluiting te weigeren. Als de netbeheerder van oordeel is dat een gravitaire aansluiting van de kelderaansluiting een te groot risico inhoudt op wateroverlast of verstopping bij de klant, kan de netbeheerder eisen dat de klant zijn kelderaansluiting via een pomp aansluit. Als de netbeheerder van oordeel is dat gravitaire aansluiting van de kelderaansluiting een aanvaardbaar risico inhoudt op wateroverlast of verstopping bij de klant, kan de netbeheerder de klant toestaan zijn kelderaansluiting via een terugslagklep of een gelijkwaardige beveiliging aan te sluiten. Deze beveiliging moet door de klant degelijk onderhouden worden. Schade aan de rioleringsinfrastructuur of aan eigendommen van derden, die het gevolg is van deze kelderaansluiting of het slecht onderhouden door de klant van de beveiliging, is in alle omstandigheden voor rekening van de klant. De netbeheerder kan daartoe een voorafgaande schriftelijke verklaring van de klant eisen, vooraleer de rioleringsaansluiting via een kelderaansluiting te realiseren.
4
Een drainage moet aangesloten zijn op het regenwaterstelsel van de openbare gescheiden riolering, op een (overloop-) niveau hoger dan de toekomende drainageleiding. Daarvoor gelden dezelfde beperkingen met betrekking tot een kelderaansluiting, waarbij als vloerniveau hetgeen beschouwd wordt waarvoor de drainage dient.
5
Ingeval de klant zijn privé-riolering al klaar heeft op het ogenblik dat het huisaansluitputje geplaatst wordt, zal de netbeheerder de aansluiting van deze leidingen op het aansluitputje uitvoeren, op voorwaarde dat deze privé-riolering voldoet aan de gestelde vereisten en op voorwaarde dat deze verbindingen niet langer dan één meter zijn. In het andere geval moet de klant de verbinding van zijn privé-riolering met het huisaansluitputje zelf realiseren, op een
kwaliteitsvolle en waterdichte manier, door gebruik te maken van de daartoe noodzakelijke juiste hulpstukken, in roodbruin kunststofmateriaal voor de vuilwaterverbinding en in grijs kunststofmateriaal voor de regenwaterverbinding. 6
Alle onderhoudskosten, herstellingskosten, schade aan de rioleringsinfrastructuur van de netbeheerder en andere schade, ook deze aan derden, die het gevolg is van een oneigenlijk gebruik, een onwettige installatie, een installatie die niet voldoet aan de voorwaarden van het onderhavige reglement of een verkeerde constructie van de privé-riolering bij de klant, zijn steeds voor rekening van de klant. De klant zal de netbeheerder hiertoe vrijwaren tegen eventuele aanspraken van derden.
7
Indien de klant niet kan aangesloten worden op een riolering die aansluit op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, is de klant steeds verplicht een septische put met een volume van minstens 1500 l te plaatsen. Indien de klant dat niet plaatst of indien wettelijke bepalingen de klant in andere omstandigheden dan de hierboven beschreven situatie, een septische put opleggen kan de netbeheerder de aansluiting weigeren. Op die septische put mag enkel de toiletspoeling aangesloten zijn. Ingeval een klant aansluit op een door de netbeheerder beheerde individuele behandelingsinstallatie (IBA) is de klant ook verplicht een septische put te plaatsen, in dat geval moeten alle afvalwaterstromen verplicht aangesloten zijn op die septische put.
6 Lozingsvoorwaarden 1
Onder geen enkele omstandigheid mag de klant afvalwater lozen op de regenwaterafvoer.
2
Indien een klant volgens de wettelijke bepalingen verplicht is een gescheiden stelsel aan te leggen dient hij alle regenwater zoals in het onderhavige reglement gedefinieerd, dat hij wenst af te voeren, aan te sluiten op het regenwaterstelsel van zijn privé-riolering.
3
Indien een klant geen gescheiden stelsel aanlegt moet hij, ingeval van een gescheiden rioleringsaansluiting, alle waters aansluiten op de vuilwateraansluiting. Dit kan enkel toegestaan worden als de wettelijke bepalingen hem niet verplichten een gescheiden stelsel aan te leggen.
4
De klant mag enkel die afvalwaters lozen via zijn privé-riolering op de riolering van de netbeheerder die volgens de Vlaamse milieuwetgeving mogen aangeboden worden aan een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Zo mogen de meeste chemicaliën en vaste stoffen niet geloosd worden op de riolering.
5
Indien de klant overmatig vetten loost, kan de netbeheerder eisen dat de klant een vetafscheider bouwt en tijdig ledigt.
6
Het is niet toegestaan de retourbemaling van een warmtepomp aan te sluiten op de openbare regenwaterafvoer of vuilwaterafvoer.
7
Indien een klant lozingen op de rioleringsinfrastructuur doet die de functionaliteit en de kwaliteit van het rioleringsstelsel aantasten, zullen de kosten voor de herstelling daarvan verhaald worden op die lozer.
7 Naleving van voorwaarden – bijzondere gevallen Indien bij een controle, voor de aansluiting of achteraf, wordt vastgesteld dat niet of niet meer voldaan is aan de bepalingen van het onderhavige reglement, kan de netbeheerder de klant alsnog verplichten op zijn eigen kosten binnen een redelijke termijn de nodige aanpassingen aan zijn privé-riolering uit te voeren. Indien de klant dat weigert heeft de netbeheerder het recht de rioleringsaansluiting te weigeren of af te sluiten zonder recht op vergoeding van enige schade of kosten die de klant hierdoor zou ondervinden. De klant is verplicht de netbeheerder toe te laten een controle uit te voeren en moet aantonen dat alles correct werd uitgevoerd om de goedkeuring en dus zijn rioleringsaansluiting te kunnen verkrijgen of behouden.
8 Aansprakelijkheid De netbeheerder stelt alles in het werk om de rioleringsinfrastructuur op een milieuvriendelijke, effectieve en klantvriendelijke manier te exploiteren. De netbeheerder kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onderbrekingen in de dienstverlening, waaronder maar niet hiertoe beperkt, de afvoer van regenwater en/of afvalwater via haar rioleringsinfrastructuur, noch voor alle rechtstreekse en onrechtstreekse schade ten gevolge van de rioleringsaansluiting en de privé-riolering, binnen of buiten het pand van de klant, behoudens ingeval van bewezen zware fout van de netbeheerder die in rechtstreeks verband staat met de aantoonbare schade. In geen enkel geval kan de netbeheerder verantwoordelijk gesteld worden door de klant voor de eventuele schade die opgelopen wordt bij terugloop van rioolwater naar zijn privé-riolering, zijn woning of terreinen. Het netwerk van collectoren en rioleringen kan bij grote neerslag onder druk komen te staan, waarbij de waterhoogte tot het maaiveld of straatniveau kan stijgen. De netbeheerder is onder geen enkel beding aansprakelijk in gevallen van overmacht. Daarenboven kan de netbeheerder in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor wateroverlast in panden of op terreinen van klanten die veroorzaakt wordt via onder het maaiveld of straatniveau gelegen sanitaire toestellen, afvoerputjes, ondichte aansluitbuizen enz. De klant is aansprakelijk voor iedere door hem veroorzaakte schade vanuit zijn privé-installatie. Onverminderd het recht op schadevergoeding, kan dit tevens beperkingen of zelfs opschorting van de dienstverlening tot gevolg hebben.
9 Faillissement Bij faillissement van één der Partijen worden de op dat ogenblik door de gefailleerde Partij verschuldigde bedragen onmiddellijk opeisbaar.
10 Betalingen De facturen zijn betaalbaar binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst. De ontvangstdatum wordt verondersteld 3 kalenderdagen te zijn na de verzenddatum. De financiële rekening van de netbeheerder moet binnen deze termijn gecrediteerd zijn en dit in de munt van rekening, onafhankelijk van de munt waarin de betalingsopdracht werd gegeven. Indien de financiële rekening van de netbeheerder niet binnen de termijn gesteld in punt 1 gecrediteerd is kan de netbeheerder de klant met een aangetekende brief in gebreke stellen. Is de financiële rekening van de netbeheerder niet gecrediteerd binnen de 14 dagen na de postdatum (poststempel geldt als bewijs) van de aangetekende ingebrekestelling, dan heeft de netbeheerder het recht tot buitendienststelling van de aansluiting over te gaan. De kosten voor het buiten dienst stellen en het opnieuw in dienst stellen van de aansluiting alsook de administratieve kosten daarmee verbonden (zoals onder andere de kosten van ingebrekestelling) vallen ten laste van de klant. De netbeheerder heeft het recht nalatigheidsinteresten te vorderen berekend op basis van de wettelijke interestvoet die pro rata temporis betaalbaar zal zijn voor het aantal dagen gelegen vanaf de uiterste betaaldatum van de factuur tot het tijdstip waarop de volledige betaling is uitgevoerd. Het aanrekenen van verwijlinteresten gebeurt zonder verdere verwittiging en eenvoudig op grond van nietbetaling. Een betwisting met betrekking tot de vergoedingen geeft de klant niet het recht de betaling van deze factuur uit te stellen of te weigeren.
Naast de vergoedingen verschuldigd op grond van dit reglement, dient de klant tevens een saneringsbijdrage te betalen. Deze bijdrage wordt aangerekend door de watermaatschappij via het drinkwatertarief dat opgenomen is in de integrale waterfactuur. De klant moet zich daarover informeren bij zijn watermaatschappij.
11 Bevoegdheid Ingeval van betwisting tussen netbeheerder en klant betreffende de toepassing van het onderhavige reglement is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij de bevoegde rechtbank.