REGIONALE PROEFTUIN ZEELAND ‘ZORG EN WELZIJN IN BEWEGING’ BAS BOONE: BAANBREKER IN DE ZORG Ongeveer anderhalf jaar geleden startte Bas Boone als deelnemer aan het omscholingsproject ‘Baanbrekers in de zorg’. Daarvoor was hij werkzaam in de kinderopvang waar hij helaas door bedrijfseconomische omstandigheden niet kon aanblijven. Hij besloot dan ook dat het tijd was voor een andere stap. Daarbij ging hij op zoek naar een andere baan waarbij hij wel zijn hart kon blijven volgen: namelijk het werken met mensen. Tijdens het zoeken naar vacatures kwam hij via SVRZ op de hoogte van het omscholingstraject dat was gestart om invulling te geven aan de toen nijpende tekorten in ZeeuwsVlaanderen aan verzorgende 3 IG in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). De kern van dit omscholingstraject vormde een opleidingstraject voor zij-instromers die werkzaam waren (geweest) in andere sectoren van de zorg en welzijn.
deelnemers die startte met een BBL-opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ) van 40 weken op MBO-niveau 3. Evenals negentien andere deelnemers wist hij dit traject met goed gevolg af te leggen en behaalde in maart 2014 zijn diploma Medewerker Maatschappelijke Zorg (MMZ). Daarbij verkreeg hij ook twee certificaten Individuele Gezondheidszorg (IG)1 om als verzorgende 3 IG aan de slag te kunnen gaan. Sindsdien is hij in deze functie werkzaam op een kleinschalige woongroep van SVRZ voor mensen met het syndroom van Korsakov. Een functie die hem nog steeds goed bevalt: ‘‘Ik vind het hartstikke leuk om op deze afdeling te werken. In het bijzonder omdat ik merk dat ik bepaalde vaardigheden uit mijn agogische vooropleiding kan gebruiken’’. Op dit laatste punt - de meerwaarde van een agogische vooropleiding - zullen we overigens verderop nog nader ingaan. ZEEUWSE PROEFTUIN EEN SUCCES
Met als gedachte dat het overschot aan personeel in
Uit de gesprekken met de betrokkenen bij de proeftuin
sectoren als de kinderopvang (waar Bas Boone ook
blijkt dat de hiervoor beschreven ervaring van Bas
vandaan kwam) het ontstane tekort aan personeel in
Boone niet op zichzelf staat. In grote lijnen is het om-
de VVT (deels) zou kunnen oplossen. Binnen dit om-
scholingstraject van de ‘Zeeuwse’ proeftuin namelijk
scholingstraject participeerden SVRZ, Curamus en
een succes gebleken (zie verderop). In het bijzonder
SOKA. In totaal drie VVT-organisaties die (ook) werk-
ook door een stevig (Zeeuws) netwerk vanuit ViaZorg
zaam zijn in Zeeuws-Vlaanderen en gezamenlijk 28
met werkgevers, gemeenten en onderwijs waardoor de
extra BBL-plaatsen beschikbaar hadden gesteld voor
regionale proeftuin voortvarend kon worden opgestart
zij-instromers die zich binnen een jaar wilden laten
en gelijksoortige initiatieven (zoals het SROI-project
omscholen om te kunnen werken in de functie van
van de gemeente Terneuzen/Werkservicepunt Zeeuws-
verzorgende 3 IG. Daarbij boden zij aan de deelnemers
Vlaanderen) met elkaar konden worden verbonden.
die hun diploma zouden halen tevens een baangaran-
Daarbij bestonden korte lijnen tussen ViaZorg en de
tie.
betrokken partijen en hadden de deelnemende VVTorganisaties een vast contactpersoon bij ViaZorg waar-
BAS IS GESLAAGD! Bas Boone meldde zich aan als geïnteresseerde in het
mee ze - indien nodig - contact konden hebben over de deelnemers aan het opleidingstraject.
omscholingstraject. ‘‘Ik vond het vooral aantrekkelijk dat je binnen een overzichtelijke tijd van een jaar je diploma kon behalen en een nieuw arbeidsperspectief had. Daarbij wilde ik ook graag, net als in de kinderopvang, blijven werken met mensen’’, zo vertelt Bas Boone. Hij solliciteerde dan ook bij SVRZ om deel te
KERN VAN HET OMSCHOLINGSTRAJECT
Omscholingstraject voor zij-instromers uit andere sectoren van de zorg en welzijn
Drie Zeeuwse VVT-organisaties stellen 28 extra BBLplekken beschikbaar
kunnen nemen aan het omscholingstraject. Na een sollicitatiegesprek volgden twee meeloopdagen om te kijken of het werk bij hem paste. Na het succesvol doorlopen daarvan was Bas uiteindelijk één van de 28
Proeftuin ViaZorg © 2014
1
Hierbij gaat het dan om het certificaat ‘Verpleegtechnisch Handelen’’ en het certificaat ‘Persoonlijke Verzorging’. 1
Binnen 1 jaar behalen 20 (van de 28) deelnemers hun diploma
Zij krijgen een baangarantie om aan de slag te gaan als verzorgende 3 IG
was het de bedoeling om de opgedane ervaringen binnen deze proeftuin ook breder te delen met andere regio’s en werkzoekenden. Naast verschillende publicaties in de media en een presentatie voor collegawerkgeversorganisaties in de zorg en welzijn, is hier-
VERANDERENDE CONTEXT PROEFTUIN
voor ook de website www.baanbrekersindezorg.nl op-
Wel heeft ook deze proeftuin - evenals andere proef-
gezet. Op deze site hebben de deelnemers aan het
tuinen, zie bijvoorbeeld de proeftuin van ZorgZijn
omscholingstraject - zoals Bas Boone - onder meer hun
Werkt ‘Van kinderopvang naar zorg’ - te maken gehad
ervaringen via ‘blogs’ gedeeld.
met een veranderende context. Namelijk van een tekort aan personeel in de VVT - meer specifiek aan ver-
SUCCESFACTOR: GEDEGEN SELECTIEPROCEDURE
zorgende 3 IG - naar een overschot2. Hierdoor is dan
Een belangrijk onderdeel (en tevens succesfactor) van
ook besloten om het concept van deze proeftuin niet
het omscholingstraject vormde de gedegen en uitge-
verder in Zeeland dan wel landelijk ‘op te schalen’.
breide selectieprocedure van kandidaten. Voor de
Aan het omscholen van mensen uit andere sectoren
informatiebijeenkomst over het omscholingstraject
naar de VVT bestaat momenteel namelijk geen behoef-
‘Baanbrekers in de zorg’ meldden zich ongeveer 80
te. Wel is uit de gesprekken gebleken dat veel ‘lering’
mensen aan. Hierbij ging het enerzijds om mensen die
uit deze proeftuin kan worden getrokken voor toekom-
op dat moment werkzaam waren binnen een andere
stige initiatieven. Bij de onderstaande terugblik op de
branche in de zorg en welzijn (vooral kinderopvang) en
proeftuin zullen we hier dan ook nader op ingaan.
hun baan net verloren hadden of op korte termijn gingen verliezen. Anderzijds ging het om mensen die al
ACHTERGROND EN DOELSTELLINGEN De kern van de proeftuin vormde een omscholingstraject voor zij-instromers die werkzaam waren (geweest) in andere sectoren van de zorg en welzijn. Het idee hiervoor ontstond toen een werkgever uit de kinderopvang (met een overschot aan personeel) een werkgever uit de VVT (met een tekort aan personeel) ontmoette. Samen concludeerden zij dat het overschot aan personeel van de ene organisatie, het tekort van de andere organisatie (deels) zou kunnen oplossen. Het idee kwam uiteindelijk terecht bij ViaZorg, de Zeeuwse werkgeversorganisatie voor zorg en welzijn. Vanuit haar netwerk met VVT-organisaties (SVRZ, Curamus en SOKA), gemeenten (in dit geval gemeente Terneuzen/Werkservicepunt Zeeuws-Vlaanderen), het onderwijs (ROC Scalda) en de landelijke organisaties RegioPlus en FCB wist ViaZorg het idee te vertalen in de Zeeuwse proeftuin ‘Zorg en Welzijn in Beweging’. Het omscholingstraject voor (voormalig) medewerkers uit de zorg en welzijn vormde, zoals gezegd, het belangrijkste onderdeel van deze proeftuin. Daarnaast zijn ook een aantal employability-activiteiten georganiseerd (zie kader). Gezamenlijk hadden deze inspanningen tot doel om werkgevers bewust te maken van het belang om medewerkers te behouden voor de sector zorg en welzijn. Daarbij moesten de activiteiten op het gebied van omscholing en employability ook (actief) bijdragen aan het behoud van medewerkers. Tot slot
langer werkloos waren3. Om een goede selectie te kunnen maken zijn met alle kandidaten voor het omscholingsproject eerst gesprekken gevoerd, zo vertelt Lian van Boxtel, opleidingscoördinator bij de deelnemende VVT-organisatie SVRZ: ‘‘ViaZorg inventariseerde voor ons welke kandidaten interesse hadden om bij ons een BBL-traject te komen volgen. Deze mensen hebben vervolgens bij ons gesolliciteerd. Hierbij hebben we zeker 30 tot 35 mensen gesproken’’. Nadat uit deze gesprekken een eerste selectie was gemaakt, volgde een ander belangrijk onderdeel. Namelijk twee meeloopdagen op een afdeling en woning waarbij de kandidaten in de praktijk kennis maakten met het werk als verzorgende 3 IG. Volgens Lian van Boxtel bood deze aanpak voordelen: ‘‘Juist ook om aan de kandidaten het verschil duidelijk te kunnen maken tussen welzijn en zorg was dit belangrijk. Een belangrijk deel van de werkzaamheden bestaat namelijk toch uit het verlenen van persoonlijke zorg aan cliënten. Een aantal kandidaten had daar een prachtig idee over maar kwam door de meeloopdagen tot de conclusie dat het werk niet bij ze zou passen. Hoewel we bij deze kandidaten zochten naar een combinatie van welzijns- en zorgvaardigheden, bleek vooral de zorgcomponent bij deze kandidaten dan minder aan te sluiten’’. Ook opleidingscoördinator Chris van Mullem, van de betrokken VVT-organisatie Curamus, bevestigt dit. ‘‘Deze selectieprocedure met meeloopdagen heeft ons echt geholpen om de juiste kandidaten te selecteren. Zo3
2
Door het kabinetsbesluit om ZZP 1, 2 en 3 voortaan niet meer intramuraal toe te staan.
Proeftuin ViaZorg © 2014
In deze proeftuin betrof dit 12 mensen die met behulp van SROI-gelden van de gemeente Terneuzen weer naar een baan geholpen konden worden. Deze 12 mensen zijn onder andere met behulp van deze gelden ook extra begeleid door een coach van ViaZorg. 2
doende hebben we ook tijd, energie en middelen kunnen investeren in kandidaten die binnen het omscholingstraject een grote kans hadden op succes’’.
EMPLOYABILITY-ACTIVITEITEN De kern van de Zeeuwse proeftuin vormde het omscholingstraject. Daarnaast zijn echter ook een aantal employability-activiteiten georganiseerd. Gericht op het in staat stellen van werknemers om zich te vernieuwen/aan te passen aan veranderende arbeidsomstandigheden. Hierbij ging het dan om de volgende activiteiten: Inspiratiebijeenkomst ‘Klaar voor de toekomst’ • In totaal 8 deelnemers • Gemiddeld beoordeeld met een 6,7
Met als doel om bij krapte op de arbeidsmarkt toch plaats te geven aan mobiliteit over de grenzen van sectoren en organisaties heen. Anezka van de Weg: ‘‘Dit is een concreet resultaat dat voortvloeit uit de workshop. Alles overziend ben ik dan ook heel enthousiast over de employability-activiteiten van ViaZorg. Zeker nu de arbeidsmarkt steeds lastiger wordt en onze zorgorganisaties verder moeten gaan krimpen is het van belang om soepel samen te werken. Hierbij helpen activiteiten op het gebied van employability om nieuwe instrumenten eigen te maken en het netwerk met zorg- en welzijnsorganisaties in de regio te versterken ’’.
DRUK OP DE KETEL
Tweedaagse training voor personeelsadviseurs ‘Train-de-trainer Jij in Beweging’ • In totaal 8 deelnemers • Gemiddeld beoordeeld met een 8,4
Uiteindelijk werden door de drie VVT-organisaties 28
Workshop ‘Hoe maak je beleid voor blije of gedwongen mobiliteit?’ • In totaal 16 deelnemers • Gemiddeld beoordeeld met een 7,4
en 24 uur werkten als leerling in de ouderenzorg. Tij-
Anezka van de Weg, werkzaam als Adviseur Mobiliteit bij de Zeeuwse GGZ-organisatie Emergis, was één van de deelnemers aan de tweedaagse training en de workshop. In oktober 2014 hielden we een telefonisch interview met haar. Hieruit blijkt dat zij positief terugkijkt op haar deelname: ‘‘Afgelopen zomer nam ik deel aan de training Jij in Beweging voor personeelsadviseurs. Daar maakte ik onder meer kennis met ‘de cirkel van invloed en betrokkenheid’ van Covey. Deze gesprekstechniek heb ik sindsdien bij Emergis regelmatig toegepast bij medewerkers met een (dreigende) burn-out. Hierbij visualiseren we, kort gezegd, aan de hand van een zogenoemde ‘cirkel van invloed’ en een ‘cirkel van betrokkenheid’ waarop een medewerker al dan niet invloed kan uitoefenen in zijn of haar werk. Zeker bij mensen die heel betrokken zijn bij hun werk ontstaat dan vaak het inzicht waar ze veel energie kwijtraken en op welke wijze ze ook veel aandacht spenderen aan zaken zie zich buiten hun cirkel van invloed bevinden, waardoor frustratie ontstaat en energie weglekt. Met dit instrument proberen we dit ‘lek’ op te sporen en te dichten en mensen in staat te stellen om hun energie en betrokkenheid bij de organisatie in goede banen te leiden, zodat zij ook zelf arbeidsfit blijven’’. Behalve aan de training voor personeelsadviseurs, nam Anezka van de Weg ook deel aan de workshop ‘Hoe maak je beleid voor blije of gedwongen mobiliteit’. Zij vertelt dat hieruit het initiatief is ontstaan om via ViaZorg voortaan regelmatig netwerkbijeenkomsten voor mobiliteitsadviseurs en P&O-ers te organiseren.
Proeftuin ViaZorg © 2014
deelnemers geselecteerd die van start gingen met het omscholingstraject. Hierbij volgden zij dan een BBLtraject waarbij ze wekelijks één dag naar school gingen dens de dagen in de praktijk en op school werd snel duidelijk dat het opleidingstraject ‘Baanbrekers in de zorg’ verschilde van de reguliere opleiding tot verzorgende 3 IG. Het verkorte traject zette de spreekwoordelijke ‘druk op de ketel’. Niet alleen moest de theorie door de docente van Scalda in korte tijd worden overgebracht (en eigengemaakt door de leerlingen). Ook de ‘proeven van bekwaamheid’ - zoals verpleegtechnische handelingen - moesten in de praktijk binnen een korte tijdsspanne worden uitgevoerd. Volgens Lian van Boxtel (SVRZ) en Chris van Mullem (Curamus) vereiste dit laatste dat praktijkopleiders voortdurend op zoek moesten naar passende praktijksituaties om met de deelnemers deze bekwaamheidsproeven te kunnen uitvoeren. Daar staat tegenover - zo vertellen Bas Boone (deelnemer) en Carla Koens-de Vos (docente van het opleidingstraject) - dat een kort traject van één jaar wel overzichtelijk is. Carla Koens-de Vos stelt: ‘‘Deelnemers wisten dat ze binnen een jaar tijd voor zichzelf een hele andere uitgangspositie op de arbeidsmarkt konden verwezenlijken. Een aantal deelnemers zette dan ook echt even alles opzij om zich volledig op de opleiding te kunnen richten’’. Dat gezegd hebbende, is ook de docente echter van mening dat een opleidingstraject van bijvoorbeeld anderhalf jaar net wat meer ruimte zou geven. Een leerervaring is dan ook, zo wordt ook bevestigd door de geraadpleegde betrokkenen bij ViaZorg, dat voor een vergelijkbaar omscholingstraject meer tijd zou moeten worden genomen. Een tijdspanne van bijvoorbeeld anderhalf jaar zou dan passender zijn.
3
omscholingstrajecten waarbij een mix van agogische, zorg- en verpleegtechnische vakken wordt geboden, vraagt een goede afstemming en gedegen aandacht tussen de clusters Zorg en Welzijn. MEERWAARDE ZIJ-INSTROMERS In de Zeeuwse proeftuin kwamen de deelnemers aan het omscholingstraject terecht op verschillende leerafdelingen bij VVT-organisaties. De keuze om de leerlingen op een plek te plaatsen vond daarbij centraal in de Baanbrekers ontvangen diploma
organisatie plaats. Daarbij was over het algemeen veel aandacht voor de leerafdeling waar een deelnemer
SUCCESFACTOR: OPLEIDING OP MAAT
terechtkwam. Vooral ook om ervoor te zorgen dat hun
Omdat het een verkorte opleiding betrof was het extra
agogische achtergrond goed tot zijn recht zou komen.
belangrijk deze ‘op maat’ te maken en aan te laten
Chris van Mullem van Curamus vertelt: ‘‘Bij Curamus
sluiten bij de functie waarin deelnemers terecht zou-
hebben we in totaal vijf leerafdelingen. Bij het om-
den komen: namelijk verzorgende 3 IG (specifiek ge-
scholingstraject hebben we ervoor gekozen om de
richt op ouderenzorg). Om dit te realiseren werden
kandidaten vooral te plaatsen op de afdelingen psy-
twee belangrijke keuzes gemaakt. Ten eerste, zo ver-
chogeriatrie en chronische complexe zorg. Op deze
telt Carla Koens-de Vos, de keuze om vooral het ver-
afdelingen wonen namelijk mensen die veel behoefte
zorgen van ouderen in de opleiding centraal te stellen.
hebben aan activiteiten en begeleiding. Een terrein
Terwijl de lesstof over bijvoorbeeld de omgang met
waarop de deelnemers aan het traject van huis uit al
kinderen - die wel aan bod komt in de reguliere verzor-
goed onderlegd zijn’’. Eenmaal op deze afdelingen
gende IG opleiding - buiten beschouwing werd gelaten.
werkzaam voegden de deelnemers daar vanuit hun agogische achtergrond duidelijk iets toe. Ook Lian van
Een tweede belangrijke keuze had betrekking op de
Boxtel van SVRZ, heeft dit ervaren: ‘‘Bij deze deelne-
volgorde van de opleiding. Van te voren was namelijk
mers stond over het algemeen het ‘mensgericht wer-
bekend - zo vertellen Lian van Boxtel (SVRZ) en Chris
ken’ meer op de voorgrond dan het ‘taakgericht wer-
van Mullem (Curamus) - dat veel deelnemers een oplei-
ken’. Als ik het zou generaliseren dan is iemand met
dingsachtergrond hadden waarin aspecten als basiszorg
een reguliere opleiding tot verzorgende IG vooral een
en persoonlijke verzorging nooit aan bod waren geko-
doener die het belangrijk vindt dat handelingen binnen
men: Lian van Boxtel: ‘‘Daarom hebben we samen met
een bepaalde tijd plaatsvinden en dat de cliënt er
Scalda bekeken hoe we vooraan in het opleidingstra-
goed uitziet. Terwijl je in de praktijk merkt dat ie-
ject de benodigde leersituaties en theorie konden
mand uit de welzijnshoek een ander vertrekpunt
inbrengen, zodat leerlingen snel in staat werden ge-
heeft. Die wil dat iemand zich prettig voelt in de om-
steld om in de praktijk de zorg te leveren die van hen
geving waar hij of zij woont. Natuurlijk heeft een
verwacht werd. Hierbij ging het dan bijvoorbeeld om
verzorgende IG dat ook maar de insteek is net anders.
verpleegtechnische vaardigheden, zoals het katheteri-
Iemand met een agogische achtergrond neemt vaak
seren van cliënten, het toedienen van sondevoeding en
wat meer tijd voor bijvoorbeeld een gesprek of activi-
het medicijnengedeelte’’. Ook deelnemer Bas Boone
teit met een cliënt. Daarnaast heeft iemand met een
stelt dat dit een sterk punt was van de opleiding: ‘‘In
agogische achtergrond meestal meer oog voor hoe een
de opleiding kwam het medisch-technische gedeelte
bepaalde cliënt vanuit zijn levensverhaal past binnen
snel naar voren. Voor mij was dit zeker belangrijk om
een bepaalde woongroep. Een welzijnskandidaat heeft
binnen een korte tijd goed mee te kunnen draaien op
dat standaard wat meer in zijn pakket zitten’’.
mijn eerste leerplaats revalidatie waar medischtechnische aspecten dagelijks aan bod komen’’.
Ook Bas Boone, deelnemer aan het omscholingstraject, herkent dit beeld. Zeker toen hij op zijn tweede en
Dat het mogelijk was om de opleiding op verschillende
tevens huidige afdeling ging werken - een kleinschalige
punten op maat te maken kan als een belangrijke suc-
woongroep voor mensen met het syndroom van Korsak-
cesfactor van de proeftuin worden beschouwd. De
ov. Daar kon hij zijn agogische achtergrond goed be-
opleiding sloot aan bij de praktijk en de deelnemers
nutten: ‘‘Ik zag dat bepaalde collega’s op de afdeling
waren snel toegerust om daar te kunnen werken. Er
vooral gericht waren op het leveren van zorg. Zelf heb
wordt wel een kanttekening geplaatst richting onder-
ik echter ook een achtergrond waarbij je sterk naar
wijsorganisatie Scalda: voor een efficiënt verloop van
het welzijn van mensen kijkt. Dit is ook iets wat ik
Proeftuin ViaZorg © 2014
4
meeneem in mijn dagelijks werk. In het bijzonder het werken met mensen met het syndroom van Korsakov is
LEERERVARINGEN PROEFTUIN
vaak wat minder zorggericht. Zij hebben vooral een stukje begeleiding nodig bij het zelfstandig wonen en werken en dat laatste ligt mij gewoon wel’’. LEERERVARING
BELANGRIJKSTE SUCCESFACTOREN
werkgevers, gemeenten en onderwijs
Hoewel Bas Boone op zijn tweede afdeling duidelijk iets toevoegde vanuit zijn agogische achtergrond, kwam dit op zijn eerste afdeling - revalidatie - minder tot zijn recht. ‘‘Daar lag de nadruk vooral op het zo snel mogelijk voltooien van zorgtaken. Desondanks heb
Gedegen selectieprocedure van kandidaten voor een omscholingstraject
Onderwijsaanbod ‘op maat’: aansluitend bij de wensen van het werkveld
Zij-instroomtraject van mensen met een andere (agogische) opleidingsachtergrond waarbij de ver-
ik ook daar geprobeerd mijn welzijnsachtergrond te
schillende invalshoeken van welzijn en zorg op de
bewaken’’. Deze ervaring van Bas Boone staat in prin-
werkvloer met elkaar konden worden verbonden
cipe niet op zichzelf. Marjolein Verseput van ViaZorg vertelt dat een belangrijke leerervaring van de proef-
Een stevig Zeeuws netwerk vanuit ViaZorg met
Employability-activiteiten leverden nieuwe inzich-
tuin is dat de deelnemers (vanuit hun agogische ach-
ten op en versterkten het netwerk met zorg- en
tergrond) het beste tot hun recht kwamen op een afde-
welzijnsorganisaties in de regio.
ling waar ook veel ruimte was voor mensgericht werken. Terwijl zij op afdelingen waar vooral het taakgericht werken centraal stond - zoals het geval is bij revalidatie - minder hun plek vonden. Een mogelijk verbeterpunt is dan ook om voortaan centraal vanuit
AANDACHTSPUNTEN
Duur van het omscholingstraject Een doorlooptijd van een jaar zette te veel ‘druk
de organisatie nog scherper te kijken op welke afdelin-
op de ketel’ om de theorie eigen te maken en de
gen zij-instromers met een agogische achtergrond het
proeven van bekwaamheid in de praktijk uit te
meeste toevoegen. Dan wel hen nog intensiever te
voeren. Uit de evaluatie is gebleken dat een lan-
begeleiden wanneer zij aan de slag gaan op een afde-
ger traject van anderhalf jaar in het vervolg pas-
ling waar een agogische werkwijze minder vanzelfspre-
sender zou zijn
kend is.
Plaatsing en begeleiding van deelnemers met
TOEKOMSTPERSPECTIEF
een (agogische) achtergrond
Via de Zeeuwse proeftuin hebben uiteindelijk 20 deel-
In de proeftuin is gebleken dat deelnemers aan
nemers een nieuw toekomstperspectief voor zichzelf
het omscholingstraject bepaalde kwaliteiten met
gerealiseerd. In maart 2014 behaalden zij een diploma
zich meebrachten. Op de afdelingen van de be-
en gingen - vanuit hun baangarantie - met een vast
trokken VVT-organisaties kon hierdoor tussen wel-
contract aan de slag bij SVRZ, Curamus of SOKA. Dat
zijn en zorg een verbinding plaatsvinden. Dit vond
het in een zeer korte tijd is gelukt om twintig mensen
vooral plaats op afdelingen (zoals psychogeriatrie)
met een andere achtergrond om te scholen naar een
waar ook voldoende ruimte was voor het zoge-
baan in de zorg, maakt dat de Zeeuwse proeftuin als
noemde ‘mensgericht werken’. Waar afdelingen -
een succes kan worden beschouwd. Volgens Chris van
zoals revalidatie - vooral gericht waren op taakge-
Mullem (van Curamus) en Lian van Boxtel (van SVRZ)
richt werken kwamen deelnemers minder tot hun
zou het concept van deze proeftuin dan ook zeker voor
recht. Dit is een leerervaring die bij toekomstige
herhaling vatbaar zijn. Mits uiteraard de ontwikkelin-
zij-instroomtrajecten bij de plaatsing en begelei-
gen op de arbeidsmarkt daar in de toekomst om vra-
ding van medewerkers met een agogische achter-
gen. Daarbij kan in ieder geval gebruik worden ge-
grond kan worden meegenomen.
maakt van de leerervaringen die deze proeftuin heeft opgeleverd (zie hiernaast). MET DANK AAN
Krijn Verhage, beleidsmedewerker bij ViaZorg Lian van Boxtel, opleidingscoördinator bij SVRZ
Anezka van de Weg, Adviseur Mobiliteit bij Emergis
Lisa van Wijnen, projectmedewerker bij ViaZorg
Bas Boone, deelnemers aan het omscholingstraject
Marjolein Verseput, consulent bij ViaZorg
Carla Koens-de Vos, docent bij Scalda
Chris van Mullem, opleidingscoördinator bij Curamus
Proeftuin ViaZorg © 2014
5
Deze case is verzorgd door Bureau Bartels in opdracht van Stichting RegioPlus en FCB.
Meer informatie over deze proeftuin? Neem contact op met: ViaZorg Stationspark 2 4462 DZ Goes Telefoon: 0113 - 250073 E-mail:
[email protected] www,viazorg.nl
Proeftuin ViaZorg © 2014
6