Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg West-Vlaanderen Jaarverslag 2014
2
INHOUDSTAFEL VOORWOORD
5
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE ORGANISATIE
7
Inleiding
7
1.1. Doelstelling van het ROG
8
1.2. De leden van het ROG
8
1.3. Structuur ROG
8
1.3.1. De Algemene Vergadering 1.3.2. De stuurgroep ROG 1.3.3. De regionale prioriteitencommissie (RPC) 1.3.4. De regionale instroomcommissie GES (RIG) 1.3.5. De opvolgingscommissies 1.3.6. De regionale plangroepen 1.3.7. De werkgroepen 1.3.8. De themagroepen 1.3.9. Andere overlegfora 1.3.10.Het coördinatiepunt handicap Provincie West-Vlaanderen
9 9 10 10 10 10 11 11 11 11
HOOFDSTUK 2 : DE WERKING IN 2014
12
Inleiding
12
2.1. De werking - globaal
12
2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5. 2.1.6.
12 13 14 15 16 16
Zorgvraagregistratie en zorgbemiddeling Zorgafstemming Zorgplanning Uitbreidingsbeleid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) Het Besluit Zorgregie Start Integrale Jeugdhulp (IJH) en de overgangsmodaliteiten
2.2. De activiteiten binnen de overlegvormen van het ROG
17
2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.2.6. 2.2.7.
17 18 20 31 32 33 34 35
De De De De De De De De
Algemene Vergadering stuurgroep ROG regionale prioriteitencommissie regionale instroomcommissie GES (RIG) opvolgingscommissies regionale plangroepen werkgroepen themagroepen
BIJLAGE 1 : EEN OVERZICHT VAN DE GEBRUIKTE AFKORTINGEN
37
BIJLAGE 2 : ZORGPLAN ROG WEST-VLAANDEREN UITBREIDINGSBELEID 2014
38
3
4
VOORWOORD Met dit jaarverslag blikken we terug op de activiteiten van het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg (ROG) West-Vlaanderen in 2014. Het lijkt bijna een constante te worden maar ook in 2014 kwamen er heel wat veranderingen op de weg van het ROG West-Vlaanderen. Op 1 januari 2014 trad het nieuwe decreet voor Pleegzorg in werking. Hierdoor werden de diensten voor pleegzorg losgekoppeld van de bestaande sectoren en ondergebracht onder het Agentschap Jongeren Welzijn (AJW). Pleegzorg voor volwassen personen met een beperking werd opgenomen binnen het nieuwe decreet, Wonen met ondersteuning van een particulier (WOP) werd niet gecontinueerd binnen het nieuwe decreet. Op 1 maart 2014 trad het decreet Integrale Jeugdhulp (IJH) in werking. Het decreet hertekent het landschap van de jeugdhulp en het doel is dat elke jongere met een probleem zo snel mogelijk de juiste hulp vindt. Een belangrijk gevolg van dit decreet was het opstarten van de Intersectorale Toegangspoort (ITP). Alle aanvragen naar niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning voor minderjarigen, en dus ook voor minderjarige personen met een beperking, lopen vanaf 1 maart 2014 via de ITP. De start van de Intersectorale Toegangspoort bracht heel veel veranderingen mee voor de gebruikers, voor de door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) erkende multidisciplinaire teams (MDT’s), voor de voorzieningen en de contactpersonen. In principe is het ROG vanaf 1 maart 2014 niet langer bevoegd voor zorgvraagregistratie, bemiddeling, afstemming en planning binnen de minderjarigenzorg. In de praktijk werd de band met minderjarigenzorg na februari 2014 nog niet helemaal doorgeknipt. Meer en meer voorzieningen maakten de overstap naar Multifunctionele Centra (MFC) en Flexibel Aanbod Meerderjarigen (FAM). Het Decreet betreffende de Persoonsvolgende Financiering (PFV) werd op 23 april 2014 goedgekeurd. De grote lijnen ivm de persoonsvolgende financiering (PVF) en de hertekening van de zorgregie als gevolg hiervan, kregen in de loop van 2014 stilaan vorm. Het aanbod Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) werd verder uitgebouwd. Als gevolg van de interne staatshervorming maakten de medewerkers van het coördinatiepunt handicap West-Vlaanderen in 2014 de overstap van de WVCB vzw naar de dienst Welzijn van de provincie West-Vlaanderen. De blijvende inspanningen van de Vlaamse Regering om elk jaar opnieuw extra middelen vrij te maken voor uitbreiding zijn cruciaal, maar in tijden van budgettaire besparingen zeker niet evident. Toch blijft het grote knelpunt de schaarste binnen de beschikbare middelen. Ook in 2014 moest het ROG bepalen welke zorgvragen het meest prioritair waren. De belangrijke rol ivm prioritering van de Regionale Prioriteitencommissie (RPC) bleef ook in 2014 gelden. Het blijft geen evidente en zeker geen gemakkelijke opdracht, maar vermoedelijk wel de meest rechtvaardige werkwijze. Een oprechte bedanking aan de leden van de RPC voor hun inspanning en engagement is hier dan ook zeker op zijn plaats. Bij het doornemen van dit jaarverslag zullen deze punten opnieuw opduiken want uiteraard hebben zij ook een weerslag op de werking van het ROG West-Vlaanderen. Via het jaarverslag trachten we telkens een goed overzicht te bieden van de werkzaamheden van het ROG. In hoofdstuk 1 van dit jaarverslag vindt u een beknopt overzicht van de organisatie en structuur van het ROG. 5
In hoofdstuk 2 gaan we dieper in op de algemene werkzaamheden van het ROG in 2014. Voor gedetailleerd cijfermateriaal rond de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ) verwijzen we u graag door naar de halfjaarlijkse Rapporten Zorgregie die door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) worden opgesteld. http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/464335-Zorgvragen.html. Tenslotte ben ik, als voorzitter van het ROG, verheugd om te mogen vaststellen dat, ondanks alle veranderingen en wijzigingen, de leden van het ROG West-Vlaanderen zich blijven inzetten om samen verder te bouwen aan een vraaggestuurde zorg voor alle personen met een beperking in onze provincie. Myriam Vanlerberghe
6
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE ORGANISATIE Inleiding Op 17 maart 2006 keurde de Vlaamse Regering het besluit “betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap” goed. Dit besluit is in de sector beter bekend onder de naam “Besluit Zorgregie”. In antwoord op dit Besluit van de Vlaamse Regering werd op 4 mei 2006 het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg (ROG) West-Vlaanderen opgericht. Het ROG West-Vlaanderen kwam in de plaats van twee andere provinciale overlegfora die op het domein van de zorgregie actief waren: - de Centrale Wachtlijst (CWL) voor Personen met een Handicap die in 1995 van start ging - het Provinciaal Platform voor Regionaal Overleg omtrent Personen met een Handicap (PPROPH) dat in 1998 was opgericht. In hoofdstuk 1 van dit jaarverslag vindt u een beknopt overzicht van de organisatie en structuur van het ROG. In hoofdstuk 2 gaan we dieper in op de algemene werkzaamheden van het ROG in 2014.
7
1.1. Doelstelling van het ROG In artikel 2 van het protocol van het ROG is bepaald dat het ROG belast is met de uitvoering van de opdrachten zoals voorzien in titel II van het Besluit Zorgregie. De 1. 2. 3. 4.
opdrachten van het ROG situeren zich hierbij op de volgende domeinen: zorgvraagregistratie zorgbemiddeling zorgafstemming zorgplanning
1.2. De leden van het ROG De leden van het ROG worden ingedeeld in 5 geledingen: 1. 2. 3. 4.
de Provincie West-Vlaanderen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) de verwijzers: door het VAPH erkende multidisciplinaire teams (MDT’s) de voorzieningen: door het VAPH erkende organisaties voor de opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap 5. de verenigingen van personen met een handicap: verenigingen van personen met een handicap die deel uitmaken van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH). Organisaties die niet tot deze groepen behoren maar vanuit de aard van hun activiteiten een relevante inbreng kunnen doen bij de activiteiten van het ROG kunnen aansluiten als lid ter adviserende titel. Deze hebben geen stemrecht. Er is geen automatisch lidmaatschap. Om lid te worden moet de organisatie de toetredingsovereenkomst ondertekenen.
1.3. Structuur ROG De activiteiten van het ROG zijn gericht op vier opdrachten die nauw met elkaar verbonden zijn: zorgvraagregistratie, zorgbemiddeling, zorgafstemming en zorgplanning. In het kader van het uitbreidingsbeleid van het VAPH wordt het regionaal overleg sinds 2002 ook rechtstreeks betrokken bij het uitwerken van voorstellen. Deze opdracht leunt aan bij de opdracht inzake zorgplanning. Om deze opdrachten te realiseren zijn binnen het regionaal overleg verschillende overlegvormen in het leven geroepen met elk een eigen finaliteit en werking. In dit stuk geven we een beknopt overzicht van de structuur van het ROG en de verschillende overlegvormen.
8
Organigram van de overlegstructuur binnen het ROG
1.3.1. De Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van het ROG en is samengesteld uit alle leden. Elke geleding van het ROG (Provincie, VAPH, gebruikersverenigingen, verwijzers en voorzieningen) heeft één stem. De Algemene Vergadering keurt de procedures goed bij de uitvoering van het protocol. Bij betwisting beslist de Algemene Vergadering over het lidmaatschap van de leden. De Algemene Vergadering verleent goedkeuring aan het werkingsverslag en de planning. Voorstellen van het ROG inzake zorgplanning en het uitbreidingsbeleid moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering komt minstens 1 maal per jaar samen. 1.3.2. De stuurgroep ROG De stuurgroep superviseert de werking van het ROG en het coördinatiepunt en oordeelt over geschillen en problemen. De stuurgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende geledingen. De leden van de stuurgroep worden verkozen of aangeduid door de betrokken geledingen. De stuurgroep heeft een mandaat voor een periode van drie jaar. De medewerkers van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) kunnen ter adviserende titel de vergaderingen van de stuurgroep bijwonen. De medewerkers van het coördinatiepunt vergaderingen van de stuurgroep bijwonen.
kunnen
ter
ondersteunende
titel
de
9
1.3.3. De regionale prioriteitencommissie (RPC) De regionale prioriteitencommissie is een provinciale commissie met vaste vertegenwoordigers van de verschillende geledingen, aangeduid door de stuurgroep. De RPC heeft een mandaat voor een periode van drie jaar. De medewerkers van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) kunnen ter ondersteuning van de gebruikersvertegenwoordigers de RPC bijwonen. De medewerkers van het coördinatiepunt staan in voor het secretariaat van de RPC en wonen ter ondersteunende titel de vergadering bij. De RPC stond in 2014 in voor: de toekenning van de status prioritair te bemiddelen (PTB) zorgvraag voor zowel vragen naar zorg in natura (ZIN) als vragen voor een persoonlijk assistentiebudget (PAB). de toekenning en opvolging van individuele convenanten. Zowel de kortlopende convenanten voor cliënten met de status PTB (eventueel na noodsituatie) als de langlopende convenanten die via het uitbreidingsbeleid konden worden toegewezen. de bewaking van de instroom naar het gespecialiseerd aanbod dat via de VIPA-buffers 2008 en 2009 kon opstarten. het adviseren van het VAPH omtrent de afwijkingen van de opnameprioriteiten door voorzieningen. 1.3.4. De regionale instroomcommissie GES (RIG) De regionale instroomcommissie GES (RIG) is een provinciale commissie die instaat voor de bewaking van de instroom en de opvolging van de uitstroom van een aantal specifieke plaatsen internaat voor jongeren met een extreme gedrags- en emotionele stoornis (GES). De RIG heeft een vaste samenstelling. Naar aanleiding van de opstart van de Intersectorale Toegangspoort in het kader van het Decreet Integrale Jeugdhulp op 1 maart 2014, werd de werking van de RIG eind februari 2014 stopgezet. 1.3.5. De opvolgingscommissies De opvolgingscommissies zijn een overlegforum voor de contactpersonen van de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ), in functie van zorgvraagregistratie en zorgbemiddeling. Er
wordt een onderscheid gemaakt tussen de provinciale opvolgingscommissie voor minderjarigen regionale opvolgingscommissies voor meerderjarigen specifieke opvolgingscommissie voor meerderjarigen hersenletsel (NAH) en/of fysieke handicap.
met
een
niet-aangeboren
Naar aanleiding van de opstart van de Intersectorale Toegangspoort in het kader van het Decreet Integrale Jeugdhulp op 1 maart 2014, werd de bemiddeling voor minderjarigen eind februari 2014 stopgezet. 1.3.6. De regionale plangroepen De regionale plangroepen hebben de opdracht om het ondersteuningsaanbod voor personen met een handicap maximaal af te stemmen op de ondersteuningsnoden. Naast de adviserende opdracht inzake zorgafstemming hebben de regionale plangroepen een algemene adviserende opdracht in het kader van de werking en ontwikkeling van het ROG. Er zijn drie regionale plangroepen: 10
een regionale plangroep voor de arrondissementen Brugge en Oostende een regionale plangroep voor de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt een regionale plangroep voor de arrondissementen Diksmuide, Ieper en Veurne.
De vergaderingen van de regionale plangroepen staan open voor alle leden van het ROG. 1.3.7. De werkgroepen De werkgroepen hebben een adviserende functie ten aanzien van de stuurgroep inzake zorgafstemming, zorgplanning en het uitbreidingsbeleid. De werkgroepen zijn georganiseerd vanuit het aanbod voor minderjarigen: werkgroep minderjarigen het aanbod voor meerderjarigen: werkgroep meerderjarigen Wanneer dit wenselijk is, kan een gezamenlijke vergadering van beide werkgroepen worden georganiseerd. De vergaderingen van de werkgroepen staan open voor alle leden van het ROG. De voorzitters van de werkgroepen worden aangeduid door de stuurgroep. 1.3.8. De themagroepen De themagroepen werken rond visievorming over een vooraf afgebakend thema dat relevant is in het kader van het ROG. De vergaderingen van de themagroepen staan open voor alle leden van het ROG. In de loop van 2014 werd de themagroep ‘Ouderwordende personen met een beperking’ opnieuw geactiveerd.(cfr. verder) 1.3.9. Andere overlegfora De stuurgroep kan, wanneer dit wenselijk is, bijkomende (ad-hoc) overlegfora in het leven roepen. 1.3.10. Het coördinatiepunt handicap Het coördinatiepunt handicap staat in voor de dagelijkse werking van het ROG. Het Coördinatiepunt ondersteunt de werking van alle overlegorganen binnen het ROG. Het Coördinatiepunt ondersteunt ook contactpersonen bij hun opdracht (helpdesk). Sinds 1 januari 2014 is de werking van het coördinatiepunt handicap opgenomen binnen de Dienst Welzijn van de Provincie West-Vlaanderen.
11
HOOFDSTUK 2 DE WERKING IN 2014 Inleiding In het vorige hoofdstuk stonden we stil bij de structuur en organisatie van het ROG. In dit hoofdstuk belichten we de concrete werking van het regionaal overleg in 2014. In het eerste deel van dit hoofdstuk bekijken we de belangrijkste aspecten van de globale werking van het regionaal overleg. In het tweede deel van dit hoofdstuk overlopen we de werkzaamheden van elke overlegplatform apart.
2.1. De werking - globaal De kern van de werking van het ROG zijn de 4 domeinen die in het besluit zorgregie worden omschreven: zorgvraagregistratie zorgbemiddeling zorgafstemming zorgplanning Een ander belangrijk domein waar het ROG bij betrokken is het uitbreidingsbeleid van het VAPH.
2.1.1. Zorgvraagregistratie en zorgbemiddeling Algemeen Personen met een beperking die een zorgvraag hebben, konden sinds 1995 hun zorgvraag laten registreren in een centrale, provinciale databank: de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ). Sedert 1 januari 2009 gebeurt deze registratie niet langer via de provinciale databank maar via de ‘applicatie zorgregie’: de geïntegreerde databank van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Door de centrale registratie is het mogelijk om beleidsinformatie te verzamelen over de zorgnoden in Vlaanderen, de provincie of een specifieke regio. Deze registratie is ook een instrument voor het zoeken naar een oplossing voor de individuele cliënten. De cliënt wordt bij de registratie en het zoeken naar een oplossing bijgestaan door een contactpersoon1. De contactpersoon registreert en actualiseert de gegevens over de cliënt en zijn zorgvragen in de databank. De contactpersoon staat in voor de informatiedoorstroming van en naar de cliënt. De contactpersoon gaat, samen met de cliënt, ook actief op zoek naar oplossingen. De geregistreerde informatie over de geregistreerde zorgvragen wordt onder diverse vormen (maar steeds anoniem) ter beschikking gesteld van het ROG en zijn leden. Alle partners van het ROG kunnen steeds analyses opvragen bij het coördinatiepunt handicap. Ook externe partners kunnen informatie (uiteraard ook anoniem) opvragen. De CRZ-gegevens zijn ook een belangrijke gegevensbron voor de werkzaamheden binnen het regionaal overleg, in functie van de zorgplanning, het uitbreidingsbeleid, themagroepen etc. 1
De contactpersoon is een medewerker van een gebruikersvereniging, een verwijzende organisatie, voorziening of een andere organisatie die hiertoe door het ROG is gemachtigd .
12
Het coördinatiepunt handicap registreert ook informatie over het bestaande zorgaanbod in de provincie in een eigen databank. Dit gebeurt in eerste instantie in functie van zorgbemiddeling, ter ondersteuning van de contactpersonen, maar ook van externe diensten of burgers die op zoek zijn naar ondersteuning. Deze informatie wordt ook gebruikt in functie van zorgafstemming en zorgplanning. Via de applicatie zorgregie wordt ook een koppeling gemaakt tussen open plaatsen en openstaande vragen van cliënten. Voorzieningen zijn verplicht om open plaatsen binnen bepaalde zorgvormen te melden 2 via de applicatie zorgregie. Via een dagelijkse automatische e-mail worden de contactpersonen op de hoogte gebracht van de nieuwe openstaande plaatsen. Cliënten met een passend profiel kunnen via de applicatie door de contactpersoon worden aangemeld op deze open plaatsen. Dit resulteert in een kandidatenlijst waarmee de voorziening aan de slag kan. De voorziening registreert in de applicatie ook welke cliënten worden opgenomen. Ook de opnames binnen de andere zorgvormen3 verlopen via de applicatie zorgregie, maar volgens een vereenvoudigde formule. Voor deze zorgvormen worden kandidatenlijsten aangemaakt geregistreerde zorgvragen en de geregistreerde voorkeur.
op
basis
van
de
Door een koppeling van de CRZ aan de cliëntregistratie (registratie door voorzieningen van de begeleidingsovereenkomsten) worden sinds 1 december 2011 opnames buiten de CRZ geblokkeerd. Dit geldt voor alle zorgvormen. Sinds 1 december 2011 kunnen ook vragen voor een Persoonlijk Assistentiebudget (PAB) op de CRZ worden geregistreerd. Dit kadert in de integratie van PAB in de zorgregie. Begeleiding via een Dienst Ondersteuningsplan (DOP), begeleidingen binnen rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH), kortverblijf, logeerdagen en kortlopende begeleidingen moeten niet via de CRZ verlopen. Door het nieuwe decreet Pleegzorg worden vragen pleegzorg vanaf 1 januari 2014 niet meer geregistreerd op de CRZ. Door de opstart van de Intersectorale Toegangspoort worden vragen van minderjarigen naar thuisbegeleiding, semi-internaat, internaat en OBC niet meer op de CRZ geregistreerd vanaf 1 maart 2014. De op de CRZ geregistreerde actieve zorgvragen van minderjarigen werden overgedragen naar de Intersectorale Toegangspoort. Het coördinatiepunt handicap probeert de contactpersonen zo goed mogelijk ondersteunen bij het werken met de applicatie. Een belangrijk aspect hierbij is ook de vorming van (nieuwe) contactpersonen.
te
2.1.2. Zorgafstemming Ook de afstemming van het aanbod op de vraag is een continue opdracht voor het regionaal overleg. Het overleg betreffende de zorgafstemming situeert zich in hoofdzaak binnen de regionale plangroepen, maar komt uiteraard ook aan bod binnen de andere overlegvormen. De voorbije jaren waren er weinig concrete dossiers inzake zorgafstemming die binnen het ROG werden besproken. De voornaamste reden hiervoor is dat de mogelijkheden inzake zorgafstemming beperkt zijn: het aantal structureel openstaande plaatsen is quasi nihil, uitgezonderd een beperkt aantal plaatsen binnen de minderjarigenzorg. 2
In 2014 moeten open plaatsen binnen volgende zorgvormen worden gemeld: dagcentrum, beschermd wonen, diensten inclusieve ondersteuning (DIO),geïntegreerd wonen, tehuis werkenden, tehuis niet werkenden (bezigheidstehuis en nursingtehuis) en zelfstandig wonen 3 Thuisbegeleiding (niet rechtstreeks toegankelijke modules), begeleid wonen, OBC, semi-internaat en internaat.
13
In januari 2014 werd zowel in de regionale plangroepen als in de werkgroep minderjarigen aandacht besteed aan de bezettingsgegevens van het aanbod in de provincie tijdens de voorgaande jaren. Deze gegevens bevestigden bovenstaande conclusie. Er werd ook aandacht besteed aan de mogelijkheid om bestaand aanbod binnen de nietRechtstreeks Toegankelijke Hulp (n-RTH) om te zetten naar Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH). (cfr. verder) In 2014 waren er een beperkt aantal meldingen waarover het ROG zijn advies moest formuleren. ● De Branding: een melding rond de verhuis van een deel van het tehuis werkenden naar Kuurne (8 gebruikers). ● OC Sint-Idesbald: een vraag tot verruiming van de doelgroep voor tehuis werkenden, niet-werkenden, beschermd wonen en DIO naar personen met autisme en normale begaafdheid. ● Zonnebloem: een vraag naar tijdelijke aanpassing (optie van 2 jaar, nadien jaarlijks evalueerbaar volgens de noodzaak) van de leeftijd voor de erkenning van het kortverblijf om zo ook de mogelijkheid te bieden aan 25-plussers om gebruik te maken van het kortverblijf. 2.1.3. Zorgplanning Het ROG heeft in het verleden twee maal een meerjarenplan opgemaakt waarin telkens een analyse werd gemaakt van vraag en aanbod in de provincie en voorstellen werden geformuleerd om knelpunten weg te werken (zorgplan 2005-2007 en zorgplan 20082010). Het provinciaal zorgplan was een leidraad bij het uittekenen van het uitbreidingsbeleid: in het uitbreidingsbeleid kon enkel rekening worden gehouden met voorstellen die in het zorgplan waren vervat. Deze zorgplannen werden jaarlijks geactualiseerd. Dit gebeurde telkens vóór de besprekingen over het uitbreidingsbeleid werden aangevat. Begin 2010 werd binnen het ROG gestart met besprekingen over een nieuw meerjarenplan voor de periode 2011-2014. Een belangrijk verschilpunt met de vorige provinciale zorgplannen, die op initiatief van het ROG zelf tot stand waren gekomen, was dat de opmaak van het meerjarenplan kaderde in de opmaak van een Vlaams meerjarenplan. Het meerjarenplan zou tot stand komen op aansturen van de permanente cel en zou rekening moeten houden met een beleidsmatige insteek vanwege de Minister (Conceptnota Perspectief 2020) en het budgettair kader van een meerjarenbegroting voor de sector 4. In dit kader werd in juli 2010 binnen het ROG een prioriteitennota opgesteld en werd een voorstel omtrent de VIPA-buffer 2009 ingediend. Deze prioriteitennota werd in 2011 nog verder geconcretiseerd binnen het ROG, maar resulteerde niet meer in een nieuw provinciaal zorgplan. Ondertussen was duidelijk geworden dat de klassieke uitbreiding van het zorgaanbod door uitbreiding van erkende plaatsen niet meer aan de orde was: de extra middelen voor het wegwerken van de wachtlijsten worden grotendeels op een persoonsvolgende wijze toegekend (via PAB of via persoonsvolgende convenanten). Vergunde plaatsen uit de VIPAbuffers en de uitbreiding van de capaciteit voor Rechtstreeks Toegankelijke Hulp zijn hierop de enige uitzonderingen.
4
De Conceptnota “Perspectief 2020” werd door de Minister voorgesteld op 31 augustus 2010. De beslissing van de Vlaamse Regering omtrent het meerjarenbudget voor de sector personen met een handicap werd aangekondigd op 4 november 2010.
14
In 2014 is binnen het ROG heel veel aandacht besteed aan het zoeken naar correcte indicatoren voor de toekomstige verdeling van middelen voor Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening (RTH). De vraag naar Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening wordt niet op de CRZ geregistreerd. Ondersteund door het Steunpunt Sociale Planning (SSP) van de Provincie West-Vlaanderen heeft de stuurgroep een set van indicatoren geselecteerd. 2.1.4. Uitbreidingsbeleid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) Sinds 2002 wordt het regionaal overleg nauw betrokken bij het uitbreidingsbeleid van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Hierbij krijgt het regionaal overleg de opdracht om een plan uit te werken betreffende de verdeling van bijkomend aanbod. Bij het uitwerken van dit plan moet het regionaal overleg rekening houden met de voorwaarden en criteria die door het VAPH worden opgelegd. Dit plan moet, naast een verdeling van de middelen over de verschillende zorgvormen, ook bepalen aan welke voorzieningen bijkomend aanbod moeten worden toegewezen. Finaal beslist het VAPH of de voorgestelde uitbreidingen kunnen worden gerealiseerd. In het regionaal overleg werd bij het opstellen van deze plannen de volgende werkwijze gehanteerd: de stuurgroep formuleert een voorstel om de middelen te verdelen over de zorgvormen, de werkgroepen en/of regionale plangroepen werken voorstellen uit met betrekking tot de toewijzing van bijkomend aanbod aan de voorzieningen, het totale plan wordt tenslotte ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Sinds het uitbreidingsbeleid van 2008 worden binnen het uitbreidingsbeleid ook middelen voorzien voor het toekennen van persoonsvolgende convenanten. Via een persoonsvolgend convenant kan de cliënt aan wie dit convenant is toegekend, zorg inkopen bij één of meerdere voorzieningen. Het budget blijft gekoppeld aan de cliënt, ook wanneer de cliënt overstapt naar een andere voorziening. Sinds het uitbreidingsbeleid van 2012 worden ook de middelen voor een persoonlijk assistentiebudget (PAB) voorzien binnen het uitbreidingsbeleid. Via een PAB kan een cliënt aan wie een PAB is toegekend, een assistent in dienst nemen en zelf bepalen wat de taken voor deze assistent zijn. Zo is het mogelijk voor de personen met een beperking om zelf te bepalen hoe ze hun leven organiseren. De selectie van de cliënten, aan wie een persoonsvolgend convenant of PAB wordt toegekend, gebeurt binnen het ROG, in de Regionale Prioriteitencommissie (RPC) (Cfr verder). Uitbreidingsbeleid 2014 Binnen het uitbreidingsbeleid 2014 werd initieel een budget van € 2.689.851 voorzien voor West-Vlaanderen. Vanuit het VAPH werden een aantal prioriteiten naar voor geschoven waar het ROG mee aan de slag moest gaan om de middelen te kunnen verdelen: VIPA-buffer5: binnen het provinciaal budget moesten er prioritair middelen voorzien worden voor de opstart van de projecten uit de zogenaamde VIPA-buffer. Door de opstart van de intersectorale toegangspoort op 1 maart 2014 moesten de uitbreidingsmiddelen opgesplitst worden in een budget voor minderjarigenondersteuning en meerderjarigenondersteuning.
5
Dit betreft middelen die voorzien worden uit het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) voor het bouwen van voorzieningen. Om er voor te zorgen dat deze gebouwen, éénmaal ze klaar zijn, niet leeg blijven staan worden hiervoor prioritair middelen voor begeleiding en ondersteuning voorzien. Deze middelen worden ter beschikking gesteld via het Uitbreidingsbeleid .
15
Opnieuw werden er middelen voorzien om de Rechtstreeks Toegankelijk Hulpverlening (RTH) verder uit te breiden. De resterende middelen werden voor de helft ingezet voor de toekenning van persoonsvolgende convenants en voor de helft voor de toekenning van PAB’s.
Het uitgebreide plan van het uitbreidingsbeleid 2014 vindt u in bijlage. 2.1.5. Het Besluit Zorgregie Net als in de vorige jaren werd binnen (cfr verder) en buiten het regionaal overleg heel veel energie gestoken in de verdere praktische uitvoering van het besluit zorgregie. Opvolging permanente cel zorgregie De permanente cel zorgregie is een overlegorgaan binnen het VAPH dat het VAPH adviseert over maatregelen in het kader van de zorgregie. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van gebruikersverenigingen, verwijzers, voorzieningen, de ROG’s, de provinciebesturen en de administratie van het VAPH. Tijdens de vergaderingen van de permanente cel in 2014 kwamen verschillende zaken aan bod waaronder: de implementatie van de handtekenplicht in de checklisten PTB, PAB en convenanten de besprekingen ivm het herinrichten van de zorgregie ifv de persoonsvolgende financiering een nota vanuit het ROG Limburg rond de verdeling van de middelen van het uitbreidingsbeleid de zorgplannen vanuit de verschillende provincies rond het uitbreidingsbeleid 2014 de werking van de regionale prioriteitencommissie: o.a. het hoorrecht bij de RPC, de motiveringen van weigeringen door de RPC, … feedback rond de voorstart van Integrale Jeugdhulp in Oost-Vlaanderen de bespreking van de meerjarenanalyse opvolgen van de werkzaamheden binnen de taskforce consolidatie van het zorgregierapport 31/12/2013 en 30/06/2014 bespreking van het voorstel van de werkgroep hertekening zorgregie ifv persoonsvolgende financiering het meerjarenbudget en het uitbreidingsbeleid 2015 opvolgen van de wijzigingen bij het BVR zorgregie de positie van de permanente cel tav het raadgevend comité de gevolgen van de opstart van de Intersectorale Toegangspoort (ITP) en het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ) voor de werking van het ROG de stopzetting van het aanbod Modem in het ROG Antwerpen voorbereiden van de opstart van de IRPC in 2015 een eerste aanzet voor de jaarplanning van de werkzaamheden binnen de Permanente Cel in 2015 Vlaams Regeerakkoord en de omzendbrief ‘besparingen’: de toekomstige rol van de coördinatiepunten handicap en de provinciale werking van de zorgregie Cijfergegevens rond het aantal unieke personen die per week mijn.vaph.be consulteren 2.1.6. Start Integrale Jeugdhulp en de overgangsmodaliteiten Op 1 maart 2015 trad het decreet Integrale Jeugdhulp in Vlaanderen in werking. Dit decreet hertekent het landschap van de jeugdhulp. Het doel is dat elke jongere met een probleem zo snel mogelijk de juiste hulp vindt. Een belangrijke wijziging is de werking van één Intersectorale Toegangspoort per provincie voor alle hulp die niet rechtstreeks toegankelijk is. Dit betekent dus ook dat alle aanvragen voor minderjarigen met een beperking vanaf 1 maart 2014 via de Intersectorale Toegangspoort gaan. 16
De start van het decreet Integrale Jeugdhulp had ook een aantal gevolgen voor de minderjarigenwerking binnen het ROG West-Vlaanderen. zorgvragen voor minderjarigen worden niet langer in de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ) opgenomen maar worden nu geregistreerd in INSISTO, het registratiesysteem van de Intersectorale Toegangspoort (ITP) de prioritering van de zorgvragen voor minderjarigen valt niet langer onder de bevoegdheid van de Regionale Prioriteitencommissie maar wordt voortaan opgenomen door de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie (IRPC) het zijn niet langer de contactpersonen zorgregie die de zorgvragen opvolgen maar de contactpersoon-aanmelder. de Regionale Instroomcommissie GES (RIG) houdt op met bestaan. (cfr. verder) de werkzaamheden van de opvolgingscommissies minderjarigen werden afgerond. (cfr. verder). het ROG is niet langer bevoegd voor zorgafstemming en zorgplanning. Deze bevoegdheid wordt overgenomen door het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ) Bij de opstart van de Intersectorale Toegangspoort werd per regio één intersectorale prioriteitencommissie (IRPC) opgericht die instaat voor prioritering van aanvragen met een typemodule handicap. De werking van de IRPC is gebaseerd op de werking van de RPC’s binnen het VAPH. Omdat een dergelijke overgang niet zo eenvoudig was, werden volgende overgangsmaatregelen afgesproken: tot eind 2014 was de IRPC samengesteld uit de leden van de RPC West-Vlaanderen, aangevuld met de regiocoördinator van de toegangspoort, de regioverantwoordelijke van Jongerenwelzijn en de Jeugdhulpregisseurs de administratieve ondersteuning van de IRPC werd tot en met juli 2014 opgenomen door het coördinatiepunt handicap tot eind 2014 nam Damien Kinds, voorzitter van de RPC, ook het voorzitterschap van de IRPC op. Ines De Schryver nam de rol als plaatsvervangende voorzitter voor de IRPC op, als plaatsvervangende voorzitter van de RPC.
2.2. De activiteiten binnen de overlegvormen van het ROG 2.2.1. De Algemene Vergadering De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van het ROG en is samengesteld uit alle leden. Elke geleding van het ROG (Provincie, VAPH, gebruikersverenigingen, verwijzers en voorzieningen) heeft één stem. De Algemene Vergadering keurt de procedures goed bij de uitvoering van het protocol. Bij betwisting beslist de Algemene Vergadering over het lidmaatschap van de leden. De Algemene Vergadering verleent goedkeuring aan het werkingsverslag en de planning. Voorstellen van het ROG inzake zorgplanning en het uitbreidingsbeleid moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering komt minstens 1 maal per jaar samen. In 2014 vonden de Algemene Vergadering van het ROG plaats op 11 februari 2014. Volgende zaken kwamen daar aan bod. Goedkeuring zorgplan Uitbreidingsbeleid 2014 Een stand van zaken rond de Dienst Ondersteuningsplan (DOP) West-Vlaanderen Een eerste stand van zaken bij persoonsvolgende financiering Een toelichting bij het nieuwe decreet pleegzorg Een aanpassing aan het protocol van het ROG West-Vlaanderen Een kijk op het nieuwe provinciale beleid inzake Welzijn
17
2.2.2. Stuurgroep ROG Samenstelling 2014 Hieronder vindt u een overzicht van de vertegenwoordigers per geleding in 2014. vertegenwoordigers namens de verenigingen Naam Lut Anseeuw Johan Decruynaere Noël Vanryckegem Emmanuella Demeester Joke Seegers Jenny Desaegher
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Plaatsvervanger Plaatsvervanger
vertegenwoordigers namens de verwijzers Naam Heidi Tanghe Frank Denys Chantal Derycker Ruben Ryckewaert Tessa De Roeck Annie Baroen Celine Dobbels Marijke Vancolen An Vangroenweghe
Organisatie Reumaliga Inclusie Vlaanderen VFG Autistem Autistem VFG
Organisatie BZIO VCLB Groeninge DMW Bond Moyson WVCB voor Arbeid en Zorg AZ Alma CLB GO De Klaver DMW CM WVCB voor Arbeid en Zorg WVCB voor Arbeid en Zorg
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Plaatvervanger Plaatsvervanger Plaatsvervanger Plaatsvervanger (tot april 2014) Plaatsvervanger (vanaf april 2014)
vertegenwoordigers namens de voorzieningen Naam Bert Tanghe Johan Baert Brigitte Dewulf Dominique Cauwe Paul Bulckaert Saskia Verelst
Organisatie De Branding Groep Ubuntu De Lovie Start West-Vlaanderen De Kade Duinhelm
Bert Devlieghere Luc Colman Els Vandoolaeghe Chris Govaert Yvan Thomas
Maria ter Engelen Den Achtkanter Zonnebloem VZW Uniek – Ons Erf Diogenes
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Effectief lid (tot 25/04/2014) Effectief lid Plaatsvervanger (tot 25/04/2014) Effectief lid (vanaf 25/04/2014) Plaatsvervanger Plaatsvervanger Plaatsvervanger Plaatsvervanger Plaatsvervanger (vanaf 25/04/2014)
vertegenwoordigers van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Naam Marc Sevenhant Janick Appelmans Catherine T’Joens
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Plaatsvervanger
18
afgevaardigden aangewezen door het Provinciebestuur West-Vlaanderen Naam Myriam Vanlerberghe Lieven Lybeer Franky Demon Annie Vandenbussche Frank Vandevoorde Damien Kinds
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Plaatsvervanger (tot 19/06/2014) Plaatsvervanger (vanaf 19/06/2014) Plaatsvervanger Provincie West-Vlaanderen - vergadervoorzitter
De medewerkers van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) kunnen steeds ter adviserende titel de vergaderingen van de stuurgroep bijwonen. In 2014 waren vanuit het VGPH Céline Debisschop (tot 10 april 2014) en Liesbeth Vanuytsel aanwezig op de stuurgroep. Vanaf juli 2014 was Erwin Legiest, de nieuwe coördinator van het VGPH, ook aanwezig op de vergaderingen van de stuurgroep. De medewerkers van het coördinatiepunt handicap kunnen ter ondersteunende titel de vergaderingen van de stuurgroep bijwonen. Voorzitter, ondervoorzitter en vertegenwoordiger van het ROG in de permanente cel zorgregie De stuurgroep kiest onder zijn leden een voorzitter en ondervoorzitter. Eén van beide moet een vertegenwoordiger zijn van een gebruikersvereniging. Tijdens de eerste vergadering van de nieuw samengestelde stuurgroep op 11 januari 2013 werden Myriam Vanlerberghe (Gedeputeerde voor Sport, Cultuur en Welzijn en lid van de stuurgroep namens het Provinciebestuur) en Lut Anseeuw (vertegenwoordiger namens de gebruikers) aangeduid als voorzitter en ondervoorzitter. De stuurgroep verkiest onder zijn leden ook een afgevaardigde voor de permanente cel zorgregie. Voor de periode 2013-2015 werden Paul Bulckaert en Griet Pitteljon aangeduid als vertegenwoordigers van het ROG West-Vlaanderen, waarbij Griet Pitteljon de eerste helft van het mandaat voor haar rekening zou nemen en Paul Bulckaert de tweede helft van de termijn. Werking in 2014 Normaliter vergadert de stuurgroep maandelijks (uitgezonderd tijdens de zomervakantie). In 2014 vonden 10 vergaderingen plaats van de stuurgroep: 31 januari 2014 28 februari 2014 25 april 2014 23 mei 2014 27 juni 2014 29 augustus 2014 26 september 2014 24 oktober 2014 28 november 2014 19 december 2014 De agenda van de stuurgroep bevat een aantal vaste agendapunten: de opvolging van de besprekingen binnen de permanente cel zorgregie, de opvolging van de vergaderingen van de regionale prioriteitencommissie, de stand van zaken met betrekking tot Integrale Jeugdhulp Daarnaast werd er in 2014 binnen de stuurgroep aandacht besteed aan volgende zaken: de afspraken rond de verdeling van de middelen RTH en n-RTH van het uitbreidingsbeleid 2014 de afspraken rond het voorzien van middelen uit het uitbreidingsbeleid 2014 voor de opstart van de VIPA-bufferplaatsen de opmaak van het zorgplan voor het uitbreidingsbeleid 2014 19
de evaluatie van het experiment doorstroom in het ROG West-Vlaanderen binnen het uitbreidingsbeleid 2014 de nota van het VGPH rond procesbewaking voorbereiding van het overleg met de gedeputeerde van welzijn voorbereiding van de Algemene Vergadering van 11 februari 2014 de nota rond hoorrecht in de regionale prioiteitencommissie de gegevens en mogelijkheden rond instroom en doorstroom het heractiveren van de themagroep ‘Ouderwordende personen met een beperking’ de bespreking van mogelijke indicatoren voor de verdeling van middelen RTH bij een toekomstig uitbreidingsbeleid een inventaris van de woonprojecten in de provincie de wijziging van de vertegenwoordiging in de stuurgroep vanuit de verwijzers het uitbrengen van een advies ifv de projectoproep zorgbemiddeling de hertekening van de zorgregie nav de persoonsvolgende financiering een eerste evaluatie rond de inzet van personeelspunten bij RTH een brief vanuit het ROG Vlaams Brabant ivm de bezorgdheden rond de werking van de Intersectorale Toegangspoort het aanpassen van het huishoudelijk reglement van de RPC het nieuwe impulsreglement van de provincie West-Vlaanderen de toekomst van de regionale welzijnsraden het Vlaams regeerakkoord en de rol van de provincies de omzendbrief ivm mogelijke wijziging erkenning naar Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) de omzendbrief van 10 september 2014 rond de bijkomende middelen PAB uit het werkkapitaal het vonnis van de arbeidsrechtbank ivm een beslissing van de RPC West-Vlaanderen de organisatie van het afstemmingsoverleg RTH het opstellen van een vergaderkalender voor 2015 de voorbereidingen ifv het uitbreidingsbeleid 2015 bespreking van de bezorgdheid van de contactpersonen rond het voortbestaan van de Opvolgingscommissies een nota rond de toekomst van de West-Vlaamse Consultatiebureaus voor Diagnostiek en Zorg (WVCB vzw) de agenda en organisatie van de regionale plangroepen in januari 2015 de voorbereidingen voor de Algemene Vergadering van 3 februari 2015 het overleg van de voorzitters van de RPC’s met Minister Jo Vandeurzen de omzendbrief rond de besparingen binnen de (semi-) residentiële en ambulante sector en de zorgvernieuwingsprojecten
Wanneer dit wenselijk is kunnen ad hoc vergaderingen plaatsvinden van werkgroepen binnen de stuurgroep. In 2014 vonden geen dergelijke vergaderingen plaats. 2.2.3. De regionale prioriteitencommissie Situering De regionale prioriteitencommissie is een provinciale commissie met vaste vertegenwoordigers van de verschillende geledingen, aangeduid door de stuurgroep. De RPC startte zijn werkzaamheden eind 2010. De regionale prioriteitencommissie staat in voor: het toekennen van de status prioritair te bemiddelen (PTB) zorgvraag aan zorgvragen voor zorg in natura (ZIN) en PAB het adviseren van het VAPH omtrent het toekennen van middelen voor persoonsvolgende convenanten (zowel langlopende als kortlopende convenanten) het adviseren van het VAPH omtrent de afwijkingen van de opnameprioriteiten door voorzieningen. de monitoring van de instroom naar een aantal specifieke plaatsen die gelinkt zijn aan de VIPA-buffers van 2008 en 2009. Dit is een opdracht die specifiek is voor het ROG West-Vlaanderen. 20
De adviezen en beslissingen van regionale prioriteitencommissie volgen op schriftelijke aanvragen die worden ingediend door contactpersonen of voorzieningen. Samenstelling 2014 In 2014 was de RPC als volgt samengesteld.
vertegenwoordigers namens de gebruikers Naam Noël Van Ryckeghem (VFG) Bruno Vandevoorde (Fovig West-Vlaanderen) Emmanuella Demeester (Autistem vzw)
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Effectief lid
De vertegenwoordigers van de gebruikers werden ondersteund door Liesbeth Vanuytsel (VGPH).
vertegenwoordigers namens de verwijzers Naam Heidi Tanghe (BZIO) Nathalie Vanmassenhove (WVCB) Rebecca Van Overbeke (WVCB) Frank Denys (VCLB Groeninge) Céline Dobbels (CM Zuid-West-Vlaanderen)
vertegenwoordigers namens de voorzieningen Naam Brigitte Dewulf (De Lovie) Sigrid Pollentier (OC Sint-Idesbald) Hilde Defreyne (Start West-Vlaanderen) Luc Colman (Den Achtkanter)
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid Effectief lid Effectief lid
vertegenwoordigers van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Naam Janick Appelmans Catherine T'Joens Lies Ouvry
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid (tot juni 2014) Effectief lid (vanaf juni 2014) Effectief lid Effectief lid
Hoedanigheid Effectief lid Plaatsvervanger Plaatsvervanger
afgevaardigden aangewezen door het Provinciebestuur West-Vlaanderen Naam Damien Kinds Ines De Schryver
Hoedanigheid Effectief lid Effectief lid (van januari 2014 tot december 2014)
De medewerkers van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap (VGPH) kunnen ter ondersteuning van de gebruikersvertegenwoordigers de RPC bijwonen. In 2014 was vanuit het VGPH Liesbeth Vanuytsel aanwezig en vanaf juli 2014 sloot Erwin Legiest, de nieuwe coördinator van het VGPH, een paar keer aan om kennis te maken met de werking en de leden van de RPC. De medewerkers van het coördinatiepunt handicap wonen ter ondersteunende titel de vergaderingen van de RPC bij. De vergaderingen van de regionale prioriteitencommissie worden voorgezeten door Damien Kinds (Provincie West-Vlaanderen). Bij afwezigheid van Damien Kinds wordt de 21
vergadering voorgezeten door (Provincie West-Vlaanderen).
de plaatsvervangende voorzitter, Ines De Schryver
Werking in 2014 In
2014 waren er 14 vergaderingen van de regionale prioriteitencommissie: 16 januari 2014 13 februari 2014 27 februari 2014 13 maart 2014 27 maart 2014 3 april 2014 8 mei 2014 5 juni 2014 3 juli 2014 4 september 2014 9 oktober 2014 6 november 2014 13 november 2014 4 december 2014
Aanvragen status Prioritair te Bemiddelen (PTB) Zorgvraag voor vragen naar zorg in natura (ZIN) Tijdens de besprekingen van de RPC van 2014 werden in totaal 198 aanvragen voor de status prioritair te bemiddelen zorgvraag voor ZIN behandeld. Deze 198 aanvragen hebben betrekking op 170 cliënten. Bij 42 aanvragen volgde de aanvraag voor de status PTB op een (erkende) noodsituatie in 2014 (35 cliënten). Bij 72 van de 198 aanvragen werd de status PTB toegekend (36%). Van de 198 aanvragen werden er 121 geweigerd (61%). Tenslotte kon 3% van de aanvragen niet besproken worden door de RPC omdat er nog geen PEC-goedkeuring was op het moment van de aanvraag voor een status PTB (3 aanvragen) het om cliënten ging met een domicilie in de provincie Oost-Vlaanderen (2 aanvragen). De aanvragen werden dan ook ter bespreking doorgegeven aan de RPC OostVlaanderen. In tabel 1 vindt u een gedetailleerd overzicht van de aanvragen in 2014 voor een status prioritair te bemiddelen zorgvraag.
22
Tabel 1: Overzicht aanvragen Prioritair te bemiddelen zorgvragen 2014 (ZIN) Aantal aanvragen
Aantal goedgekeurde aanvragen
%
12
10
83 %
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bezigheidstehuis
89
26
24 %
Nursingtehuis
32
19
56 %
Tehuis werkenden
22
9
41 %
Dagcentra
21
1
5%
Thuisbegeleiding
2
1
50 %
Begeleid wonen
2
2
100 %
14
3
21 %
Geïntegreerd wonen
-
-
-
DIO
2
1
50 %
Zelfstandig wonen
1
0
0%
Kortverblijf
1
0
0%
198
72
36 %
Internaten Semi-internaten schoolgaanden Semi-internaten nietschoolgaanden OBC
Beschermd wonen
Totaal
23
Tabel 2: Evolutie van het aantal aanvragen Prioritair te bemiddelen zorgvragen in 2012, 2013 en 2014 (ZIN)
2012
2013
2014
aantal % aantal % aantal % aantal goedgekeurde goedgekeurde aantal goedgekeurde goedgekeurde aantal goedgekeurde goedgekeurde aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen 44
34
77%
31
63%
Semi-internaten schoolgaanden
2
1
50%
-
-
OBC
1
1
100%
-
-
-
-
Bezigheidstehuis
95
32
34%
99
35
35%
Nursingtehuis
78
Tehuis werkenden
17
29
37%
79
30
10
59%
15
8
62
19
31%
Dagcentra Thuisbegeleiding
7
3
43%
Begeleid wonen
29
6
21%
Beschermd wonen
33
16
48%
Geïntegreerd wonen
3
3
DIO
5
Zelfstandig wonen Kortverblijf
Internaten
Totaal
49
10
83%
89
26
29%
38%
32
19
59%
53%
22
9
41%
38
5
8%
21
1
5%
-
-
-
2
1
50%
7
0
0%
2
2
100%
27
10
37%
14
3
21%
100%
3
0
0%
-
2
40%
2
0
0%
2
1
50%
4
2
50%
1
0
0%
1
0
0%
-
-
-
-
-
-
1
0
0%
380
158
42%
322
119
37%
198
72
36%
2
12 -
24
In Tabel 2 bekijken we een eerste evolutie van aantal aanvragen van de voorbij jaren. Als we deze gegevens naast elkaar leggen, doen we de volgende vaststellingen: het aantal aanvragen naar internaat kent een daling in 2014. Deze daling kan verklaard worden door het overnemen van de toekenning van de status PTB voor minderjarigen door de IRPC het aantal aanvragen voor een status PTB voor een zorgvraag bezigheidstehuis blijft relatief stabiel het aantal aanvragen voor een status PTB voor een zorgvraag nursingtehuis kent een zeer sterke daling het aantal aanvragen voor een status PTB voor een zorgvraag tehuis werkenden stijgt gestaag het aantal aanvragen voor een status PTB voor een zorgvraag dagcentrum en begeleid wonen is gedaald. Hier kan een verklaring gezocht worden in de communicatie vanuit de RPC rond het aanvragen van een status PTB voor deze zorgvormen het aantal aanvragen voor een status PTB voor een zorgvraag beschermd wonen is gedaald in deze periode Wanneer we kijken naar het aantal goedgekeurde aanvragen, zien we algemeen een verdere daling, maar minder sterk dan bij het aantal aanvragen. Quotum Bij het toekennen van de status prioritair te bemiddelen voor vragen naar zorg in natura (ZIN) moet de regionale prioriteitencommissie rekening houden met een quotum dat niet mag worden overschreden. Per zorgvorm is een quotum bepaald dat aangeeft hoeveel cliënten een status prioritair te bemiddelen zorgvraag kunnen hebben. Dit cijfer weerspiegelt het aantal nieuwe instromen per jaar (berekend op basis van een gemiddelde van een paar voorgaande jaren, rekening houdend met uitbreidingsbeleid). Wanneer het aantal cliënten met een status PTB lager of gelijk aan het quotum is, hebben de betrokken cliënten in theorie het perspectief om binnen het jaar te worden opgenomen. Als het quotum wordt overschreden daalt de kans tot opname binnen het eerste jaar. In de onderstaande Tabel 3 vindt u een overzicht van de quota waar de RPC WestVlaanderen zich in 2014 aan moest houden. U vindt er ook een overzicht van de evolutie van de invulling van het quotum gedurende 2014. Het ROG van West-Vlaanderen is steeds uitgegaan van het idee dat het quotum richtinggevend is en dus geen reden kan zijn om de status prioritaire zorgvraag niet toe te kennen als de leden van de RPC van oordeel zijn dat de zorgvraag de status moet krijgen. Daarbij werd wel als voorwaarde gesteld dat er tijdens elke opvolgingscommissie een stand van zaken gegeven moet worden ivm de prioritaire zorgvragen waarvoor nog geen oplossing werd gevonden. Alleen zo kan een constante opvolging mogelijk gemaakt worden. Begin 2014 is er nog een kleine overschrijding van het officieel quotum voor de zorgvragen tehuis niet-werkenden bezigheid en de cluster van inclusief wonen. In de loop van 2014 is een duidelijke evolutie zichtbaar naar het binnen de perken blijven van het opgelegde quotum. Bij de berekening van dit officieel quotum wordt geen rekening gehouden met cliënten die momenteel geholpen worden met een kortlopend convenant.
25
Tabel 3: Evolutie invulling officieel quotum prioritair te bemiddelen zorgvragen Invulling Quotum in 2014 Quotum 2014* internaat semi-internaat schoolgaanden semi-internaat niet-schoolgaand OBC tehuis niet-werkenden bezigheid tehuis niet-werkenden nursing tehuis werkenden pleegzorg WOP dagcentrum begeleid werken thuisbegeleiding begeleid wonen beschermd wonen/ geïntegreerd wonen / DIO zelfstandig wonen Amb.beg. vanuit dagcentrum
9/01 16/03
5/05 1/09 13/10
182 173 17 32 43 41 13 16 1 60 12 1186 44
164 173 17 32 -8 13 4
-9 14 3
-8 15 1
-4 15 5
3 15 4
53 12 1185 42
52 12 1186 43
54 12 300 43
55 12 300 42
55 12 300 43
12
-1
0
2
1
0
4
4 0
4 0
4 0
4 0
4 0
Aanvragen status prioritair te bemiddelen (PTB) zorgvraag voor vragen voor een persoonlijk assistentiebudget (PAB) Ook voor vragen voor een persoonlijk assistentiebudget (PAB) kan een status prioritair te bemiddelen worden aangevraagd. Voor vragen PAB is er geen quotum vooropgesteld, maar geldt een budgettaire beperking. Omdat het toekennen van de status prioritair te bemiddelen voor een PAB-vraag een directe toekenning van een PAB meebrengt, kan de regionale prioriteitencommissie de status enkel toekennen als er budgettair ruimte is om het PAB te financieren. Zo lang er geen nieuw budget ter beschikking is, kan er geen nieuwe status worden toegekend en worden de aanvragen automatisch geweigerd. Een bijkomende voorwaarde om de status PTB voor PAB te kunnen krijgen is dat de budgethoogte reeds door de deskundigencommissie moet zijn toegekend. Via het uitbreidingsbeleid van 2014 was voor de uitbreiding van de PAB’s een budget beschikbaar van € 517.397. Daarnaast werd via een omzendbrief van het VAPH op 10 september 2014 bekend gemaakt dat er een extra budget van € 382.838 beschikbaar voor bijkomende toekenningen PAB. Dit budget komt uit het werkkapitaal van PAB. Tijdens de besprekingen van de RPC in 2014 werden 167 aanvragen voor de status PTB voor PAB behandeld. Deze 167 aanvragen hebben betrekking op 145 cliënten. Van deze 167 aanvragen werd 1 aanvraag geweigerd omdat ze was ingediend na de toewijzing van de beschikbare budgetten. Van de 166 aanvragen die wel waren ingediend binnen de periode waarin middelen beschikbaar waren, werden: 41 aanvragen goedgekeurd
26
125 aanvragen geweigerd. Bij 3 aanvragen werd de aanvraag geweigerd omdat er nog geen budgethoogte was toegekend. In Tabel 4 geven we een overzicht van het aantal aanvragen PTB voor PAB tov van aantal goedgekeurde statussen PTB voor PAB. Tabel 4: Evolutie aantal aanvragen PTB PAB en het aantal goedgekeurde statussen PTB voor PAB 2012
2013
2014
aantal % aantal % aantal % goed goed goed goed goed goed aantal gekeurde gekeurde aantal gekeurde gekeurde aantal gekeurde gekeurde aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen 73
29
40%
254
64
25%
167
41
Aanvragen persoonsvolgende convenanten en opvolging Binnen deze aanvragen voor persoonsvolgende convenanten moet een onderscheid worden gemaakt tussen de aanvragen voor kortlopende en langlopende convenanten. De aanvragen voor kortlopende convenanten zijn bedoeld om een periode te overbruggen, tot de cliënt kan instappen in een regulier aanbod (bijvoorbeeld na een erkende noodsituatie). Deze aanvragen kunnen permanent worden ingediend en worden dus maandelijks besproken. Bij de toewijzing moet de RPC rekening houden met de budgettaire ruimte voor deze kortlopende convenanten. De aanvragen voor langlopende convenanten zijn gekoppeld aan de beschikbaarheid van middelen uit het uitbreidingsbeleid (of vrijkomen van eerder toegekende langlopende convenanten). Deze aanvragen worden op specifieke momenten besproken. In 2014 werden 138 aanvragen voor een persoonsvolgend convenant behandeld van 110 cliënten. Kortlopende convenanten In 2014 werden 80 aanvragen voor kortlopende convenanten voor 55 cliënten geagendeerd. Van deze 80 aanvragen werden 60 aanvragen goedgekeurd, 20 aanvragen werden geweigerd. In 2014 werden de kortlopende convenanten meestal toegekend voor een periode van 3 of 6 maanden. Een verlenging is mogelijk. Ook de verlengingsaanvragen worden geadviseerd door de RPC. In 2014 werden in de RPC 41 aanvragen besproken tot verlenging van kortlopende persoonsvolgende convenanten (30 personen): 38 aanvragen werden positief geadviseerd 3 aanvragen werden negatief geadviseerd De adviezen van de RPC werden telkens gevolgd door het VAPH.
27
25%
In 2014 werden er 39 nieuwe aanvragen van kortlopende convenanten besproken (38 personen): 22 aanvragen werden positief geadviseerd 17 aanvragen werden negatief geadviseerd In tabel 5 geven we u een eerste overzicht van het aantal aanvragen kortlopende convenanten in 2012, 2013 en 2014 Tabel 5: Overzicht aantal aanvragen kortlopende convenanten 2012, 2013 en 2014 Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal goedgekeurde goedgekeurde goedgekeurde aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen KLC 2012 KLC 2014 KLC 2012 KLC 2013 KLC 2013 KLC 2014 Internaten Semi-internaten schoolgaanden Bezigheidstehuis
2
2
3
3
1
1
1
1
-
-
-
-
30
9
45
30
37
28
Nursingtehuis
3
2
6
5
16
11
Tehuis werkenden
3
2
10
10
13
12
Dagcentra
4
2
2
1
-
-
Begeleid wonen
2
0
2
1
-
-
Beschermd wonen Geïntegreerd wonen DIO
8
4
12
9
7
7
2
0
-
-
-
-
1
0
1
0
1
1
Woonondersteuning
2
0
2
2
4
4
Thuisbegeleiding
-
-
-
-
1
1
58
22
83
61
80
60
Totaal
Langlopende convenanten In 2014 werden 64 aanvragen voor langlopende convenanten geagendeerd 64 cliënten). Deze aanvragen waren gekoppeld aan twee momenten: 1. het reguliere uitbreidingsbeleid 2014, waarbij de convenantmiddelen in het voorjaar 2014 werden toegewezen (€ 600.000) 2. een experiment om de doorstroom naar lichtere zorgvormen te stimuleren waarvoor € 80.000 gereserveerd was. In functie van de middelen uitbreidingsbeleid 2014 (voorjaar 2014) werden 50 aanvragen ingediend. 2 aanvragen werden niet verder besproken omdat er, op het moment van de bespreking, geen actieve vraag meer was. 1 aanvraag werd verdaagd naar een latere vergadering omdat er meer verduidelijking nodig was. Van de 47 resterende aanvragen werden 12 aanvragen goedgekeurd: • 5 aanvragen voor een convenant bezigheidstehuis • 5 aanvragen voor een convenant nursingtehuis 1 aanvraag voor een convenant dagbesteding 1 aanvraag voor een convenant thuisbegeleiding Tenslotte werden er in 2014 aan 14 personen een kortlopend convenant toegekend aan personen die een aanvraag voor een langlopend convenant hadden ingediend. Binnen de stuurgroep van het ROG West-Vlaanderen werd een experiment opgezet met als doel de doorstroom naar lichtere zorgvormen te stimuleren. Daarbij werden een
28
aantal duidelijke afspraken gemaakt. Om in aanmerking te komen voor een persoonsvolgend convenant ifv doorstroom naar een lichtere zorgvorm moest de sprong van de ene zorgvorm naar de andere relevant zijn (1/2 van de kost). En werd er voorrang gegeven aan zorgvormen die het zwaarst onder druk staan. de aanvragen werden behandeld door de RPC; de aanvraag van de cliënt moest volgende punten omvatten: een engagement van de cliënt om door te stromen naar een lichtere zorgvorm in de loop van 2014 een plan rond de doorstroom die in 2014 gerealiseerd kon worden (plan mbt de verdere ondersteuning en huisvesting van deze cliënt) een engagement van een zorgpartner om dit plan te (helpen) realiseren via het convenant, het profiel van de open plaats die vrijkwam door de doorstroom de open plaats die vrijkomt wordt ingevuld conform de regels van zorgregie en afwijkende opnames kunnen niet. er geen garantie op terugval kan worden geboden (bij overstap uit tehuis naar beschermd wonen kan terugval wel worden geregistreerd). dit een experiment was. Er kan geen garantie worden geboden dat deze oefening bij een toekomstig uitbreidingsbeleid wordt herhaald. In functie van het experiment om de doorstroom naar lichtere zorgvormen te stimuleren werden er 14 aanvragen ingediend. Van deze 14 aanvragen werden 4 aanvragen goedgekeurd. 3 aanvragen beschermd wonen 1 aanvraag begeleid wonen Dankzij dit experiment werd uiteindelijk aan 13 personen, met een beperkt budget, een passende oplossing geboden. Adviseren van voorzieningen
de
afwijkingen
van
de
opnameprioriteiten
door
de
Opnames waarbij de voorziening afwijkt van de prioriteitenregels worden beoordeeld door de RPC. Deze beoordeling kan gebeuren na de opname (opname met motivatie) of voorafgaand de opname (aanvraag tot afwijking). De RPC geeft een advies, de Coördinator Zorgregie beslist. In de loop van 2014 werden 26 aanvragen besproken: opnames met motivatie en aanvragen tot afwijking. Van de 20 opnames met motivatie werden 20 aanvragen positief geadviseerd. Van de 6 aanvragen tot afwijking werden 6 aanvragen positief geadviseerd. In 2014 werden de adviezen van de RPC telkens gevolgd door de Coördinator Zorgregie. Monitoring van de instroom naar een aantal specifieke plaatsen VIPA-buffers 2008 en 2009 De Regionale Prioriteitencommissie heeft in West-Vlaanderen ook een opdracht naar bewaking van instroom naar een aantal specifieke plaatsen. Dit betreft plaatsen voor specifieke doelgroepen waarvoor er via de VIPA-buffers van 2008 en 2009 een vergunning werd toegekend. Deze specifieke plaatsen zijn voorzien voor cliënten met een beperking en een zware medische ondersteuningsnood (MED++), cliënten met een beperking en extreme gedrags- en emotionele stoornis (GES++) en cliënten met een visueel meervoudige problematiek (VIS++). De invulling van een open plaats gebeurt volgens standaardprocedures van de zorgregie.
29
De kandidatenlijst wordt echter beperkt tot de aangemelde cliënten die aan de doelgroepcriteria beantwoorden. De beoordeling hiervan gebeurt door de Regionale Prioriteitencommissie. Het is de bedoeling dat contactpersonen cliënten met dergelijk specifiek profiel ter bespreking aanmelden op de Regionale Prioriteitencommissie, door een schriftelijke motivatie te bezorgen aan het Coördinatiepunt Handicap, waarin wordt aangetoond dat de cliënt aan de vooropgestelde criteria voldoet. In 2014 werden - 14 aanvragen voor de status MED++ besproken, waarvan 8 werden goedgekeurd, - 22 aanvragen voor de status GES++ besproken, waarvan 11 werden goedgekeurd, Er werden geen aanvragen voor de status VIS++ besproken. Tenslotte willen we nog kort stilstaan bij het totaal aantal behandelde aanvragen die per jaar in de RPC de revue passeren. Tabel 6: Overzicht totaal aantal behandelde aanvragen in 2012 en 2013 2012
2013
2014
totaal aantal behandelde aanvragen PTB voor ZIN
380
323
198
totaal aantal behandelde aanvragen PTB voor PAB
73
254
167
totaal aantal behandelde aanvragen kortlopend convenant
106
82
86
totaal aantal behandelde aanvragen langlopend convenant
85
112
51
totaal aantal behandelde afwijkende opnames
83
91
26
totaal aantal behandelde aanvragen MED++
16
14
14
totaal aantal behandelde aanvragen GES++
20
16
22
totaal aantal behandelde aanvragen VIS ++
12
5
0
775
897
564
totaal aantal behandelde aanvragen
Als we weten dat er in 2014 14 vergaderingen plaats vonden, dan betekent dit dat er in 2014 gemiddeld 40 dossiers per vergadering besproken werden. Andere agendapunten In • • •
de loop van 2014 kwamen ook volgende punten aan bod binnen de RPC: afspraken inzake de communicatie van beslissingen en adviezen signaleren van tekortkomingen in de aanvragen aan contactpersonen planning van de werkzaamheden terugkoppeling van informatie uit de Stuurgroep terugkoppeling van informatie uit de Permanente Cel terugkoppeling van informatie uit de Opvolgingscommissies meerderjarigenwerking de omzendbrief van 24 januari 2014 met de wijzigingen aan de Uitvoeringsrichtlijnen Zorgregie de nota van het VGPH ‘voorstel procesbewaking’ de evaluatie van de status PTB bij specifieke cliënten de eenmalige aanwezigheid op RPC van een medewerkster van het coördinatiepunt handicap van Vlaams Brabant infomoment opstart woonaanbod voor personen met status MED++ en/of GES++ van Dominiek Savio Instituut en ’t Venster de rechtszaak uit Oost-Vlaanderen waar de Vlaamse Overheid aansprakelijk werd gesteld de instroom in open gemelde plaats dagcentrum MED++ van Pamele de vergaderkalender voor 2015 het vonnis van de arbeidsrechtbank ivm een beslissing van de RPC van WestVlaanderen 30
het huishoudelijk reglement van de RPC een stand van zaken ivm de organisaties onder toezicht een stand van zaken ivm opnames MED++ en MED++/GES++ in open plaatsen Dominiek Savio Instituut. het wetenschappelijk onderzoek van de KU Leuven in opdracht van het VAPH ‘in kaart brengen grootste ondersteuningsnood’ de omzendbrief rond het uitbreidingsbeleid 2015
2.2.3. De regionale instroomcommissie GES (RIG) Situering De regionale instroomcommissie GES (RIG) is een provinciale commissie die instaat voor de bewaking van de instroom en de opvolging van de uitstroom van een aantal specifieke plaatsen internaat voor jongeren met een extreme gedrags- en emotionele stoornis. Het betreft 6 plaatsen internaat binnen OC Sint-Idesbald, 4 plaatsen binnen Huize Tordale, 1 plaats binnen De Lovie en 1 plaats binnen VOC De Rozenkrans. Instroom in deze plaatsen kan enkel wanneer de RIG vaststelt dat de cliënt een extreme gedrags- en emotionele stoornis heeft (GES+). Aanvragen hiertoe worden ingediend via de contactpersoon van de cliënt. Voor instroom naar 6 van de 12 GES+-plaatsen moet de cliënt ook de status PTB hebben. Instroom naar de andere 6 GES+-plaatsen is voorbehouden aan jongeren die in een gemeenschapsinstelling verblijven. In juni 2013 besliste de stuurgroep om de aanvragen GES++ voor internaat binnen Het Anker ook te behandelen in de RIG en niet langer in de Regionale Prioriteitencommissie. Samenstelling De RIG heeft een vaste samenstelling: - de beleidsmedewerker van Integrale Jeugdhulp: Koen Gevaert en Jan De Ridder (voorzitter) - een vertegenwoordiger van de regioverantwoordelijke Jongerenwelzijn: Katleen Castelein - de coördinator zorgregie VAPH: Janick Appelmans - een vertegenwoordiger van elke voorziening met erkende plaatsen GES+ - een vertegenwoordiger van elke voorziening met plaatsen GES++ - een vertegenwoordiger namens de gebruikers: Noël Vanryckeghem - een vertegenwoordiger namens Gemeenschapsinstelling De Zande Werking in 2014 In 2014 vond nog 1 vergadering van de RIG plaats voor de opstart van de Intersectorale Toegangspoort : • 11 februari 2014 In 2014 werden 5 nieuwe aanvragen voor de status GES+ besproken in de RIG. Bij 3 van de 5 aanvragen werd de status GES+ bevestigd. Naast de behandeling van nieuwe aanvragen, gebeurt in elke vergadering een opvolging van de opnames en van de cliënten die wachten. Begin 2014 waren er 10 wachtenden op instroom.
31
Vanaf 1 maart 2014 liepen vragen naar opname in GES+ en GES++ via de Intersectorale Toegangspoort, het team indicatiestelling, aan de hand van het Adocument. Er werden dus geen statussen GES+ meer toegekend. De werking van de regionale instroomcommissie GES (RIG) werd op dat ogenblik stopgezet. 2.2.4. De opvolgingscommissies Situering De opvolgingscommissies zijn een overlegforum voor de contactpersonen van de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ) in functie van zorgvraagregistratie en zorgbemiddeling. De opvolgingscommissies coördinatiepunt handicap.
worden
voorgezeten
door
de
medewerkers
van
het
Werking in 2014 De opvolgingscommissies minderjarigenzorg zijn provinciaal georganiseerd. In 2014 werd er nog 1 opvolgingscommissie georganiseerd voor de opstart van de Intersectorale Toegangspoort: op 25 februari 2014. Vanaf 1 maart 2014 werd alles wat te maken had met zorgvraagregistratie en zorgbemiddeling minderjarigen overgedragen aan de Intersectorale Toegangspoort. De werking van de opvolgingscommissies minderjarigen viel volledig stil in 2014. De opvolgingscommissies meerderjarigenzorg bestaan uit drie regionale commissies (Brugge-Oostende, Kortrijk-Roeselare-Tielt en Veurne-Diksmuide-Ieper) en een provinciale commissie voor volwassenen met een niet aangeboren hersenletsel (NAH) en/of motorische handicap. Deze commissies vergaderen 4 maal per jaar. De vergaderingen van de opvolgingscommissie NAH en/of motorische handicap vonden in 2014 plaats op: 17 maart 2014 16 juni 2014 29 september 2014 8 december 2014 De
vergaderingen van de regionale opvolgingscommissies vonden in 2014 plaats op: 20 en 21 maart 2014 19 en 20 juni 2014 2 en 3 oktober 2014 11 en 12 december 2014
De vaste agendapunten tijdens deze opvolgingscommissies zijn:
Opvolging dossiers met status prioritair te bemiddelen zorgvraag In elke vergadering gebeurt een opvolging van de zorgvragen met een status prioritair te bemiddelen zorgvraag. Daarbij wordt telkens een korte situering gegeven van de leeftijd, de problematiek en het huidige aanbod. Er wordt ook stilgestaan bij de evolutie van de situatie. Er wordt gekeken of er een perspectief op een oplossing is. Tenslotte wordt ook stilgestaan bij de vraag of de status behouden moet blijven of niet.
32
Zorgvragen waar extra aandacht voor wordt gevraagd Tijdens de opvolgingscommissies wordt aan contactpersonen de mogelijkheid geboden om specifieke dossiers of vragen van cliënten onder de aandacht te brengen van collega-contactpersonen.
•
Toelichting bij de werkzaamheden van de regionale prioriteitencommissie Tijdens de opvolgingscommissies wordt aandacht besteed aan de werking van de regionale prioriteitencommissie (RPC) en aandachtspunten vanuit de werking van de RPC. Omgekeerd worden aandachtspunten of opmerkingen vanuit de contactpersonen terug meegenomen naar de RPC.
Informatie ten behoeve van de contactpersonen CRZ Tijdens de opvolgingscommissies wordt kort aandacht besteed aan een aantal actuele onderwerpen die relevant zijn voor de contactpersonen. Het gaat hierbij onder meer om: - besluiten van de stuurgroep van het ROG die betrekking hebben op de CRZ - evoluties binnen zorgregie en werkzaamheden binnen de permanente cel zorgregie, - het uitbreidingsbeleid en meerjarenplanning - de start van het decreet Integrale Jeugdhulp en de Intersectorale Toegangspoort - de hertekening van zorgregie nav de opstart van de persoonsvolgende financiering
Rol van de contactpersonen en ondersteuning van de contactpersonen door het coördinatiepunt handicap Tijdens de opvolgingscommissies wordt herhaaldelijk stilgestaan bij de rol van de contactpersoon. Anderzijds wordt ook aandacht besteed aan de mogelijkheden van het coördinatiepunt handicap om de contactpersonen te ondersteunen bij hun werk.
•
Actualiseren van de partnergegevens Contactgegevens van contactpersonen en/of diensten die wijzigen kunnen hier doorgegeven worden. Een actueel overzicht wordt iedere vergadering aan iedereen bezorgd.
Extra bemiddelingsvergaderingen Op verzoek van de partners of op initiatief van het coördinatiepunt handicap kunnen extra bemiddelingscommissies worden georganiseerd. Het doel van deze vergaderingen is een gericht overleg te organiseren rond een beperkt aantal zorgvragen met een crisisurgentie. Als er geen open plaatsen zijn moet men zich beperken tot het zoeken naar alternatieve of tijdelijke oplossingen. Bij gebrek aan open plaatsen wordt de zin van deze extra bemiddelingsvergaderingen soms in vraag gesteld. Toch blijken ze een goede bron te zijn om bepaalde regionale of specifieke noden in kaart te brengen. Op 7 november 2014 werd, op vraag een contactpersoon, een extra bemiddelingsvergadering georganiseerd voor de bespreking van de situatie van 2 zorgvragers met een dringende vraag naar een bezigheidstehuis en een bijkomende complexe psychiatrische problematiek. 2.2.5. De regionale plangroepen Situering De regionale plangroepen hebben de opdracht om het ondersteuningsaanbod voor personen met een handicap maximaal af te stemmen op de ondersteuningsnoden. Naast de adviserende opdracht inzake zorgafstemming hebben de regionale plangroepen een algemene adviserende opdracht in het kader van de werking en ontwikkeling van het ROG. 33
Er zijn drie regionale plangroepen: een regionale plangroep voor de arrondissementen Brugge en Oostende een regionale plangroep voor de arrondissementen Kortrijk, Roeselare en Tielt een regionale plangroep voor de arrondissementen Diksmuide, Ieper en Veurne. De vergaderingen van de regionale plangroepen staan open voor alle leden van het ROG. De voorzitters en ondervoorzitters van de regionale plangroepen in 2014 werden tijdens de stuurgroep van 11 januari 2013 aangeduid: regionale plangroep Diksmuide – Ieper – Veurne voorzitter: Bert Devlieghere (Zorgcentrum Maria Ter Engelen) ondervoorzitter: / regionale plangroep Kortrijk – Roeselare – Tielt voorzitter: Luc Colman (Den Achtkanter) ondervoorzitter: Johan Decruynaere (Inclusie Vlaanderen) regionale plangroep Brugge – Oostende voorzitter: Paul Bulckaert (Begeleidingscentrum Spermalie) ondervoorzitter: Noël Van Ryckeghem (VFG) Werking in 2014 In
2014 vond er 1 vergaderronde plaats. Op 20 en 23 januari 2014 werd stilgestaan bij de bezettingscijfers van de voorzieningen in de periode 2009-2010-2011 de prestaties RTH uit 2013 de reconversie-aanvragen om bestaand aanbod meerderjarigen om te zetten naar RTH de verdeling van de bijkomend middelen RTH voor meerderjarigen een nota ivm de rol van thuisbegeleiding in de toekomst een aantal meldingen van voorzieningen over nieuwe opgestart aanbod of gewijzigde locaties Inzake erkenningswijzigingen kwamen volgende aanvragen aan bod: een vraag van OC Sint-Idesbald tot verruiming van de doelgroep tehuis werkenden, tehuis niet werkenden, beschermd wonen en DIO naar personen met autisme en normale begaafdheid. Deze aanvraag werd positief geadviseerd. een vraag van MPI Zonnebloem tot een tijdelijke aanpassing van de leeftijd voor de erkenning kortverblijf. Deze aanvraag werd positief geadviseerd. 2.2.6. De werkgroepen Situering De werkgroepen hebben een adviserende functie ten aanzien van de stuurgroep inzake zorgplanning en het uitbreidingsbeleid. De werkgroepen worden als volgt georganiseerd werkgroep “Meerderjarigen” werkgroep “Minderjarigen” Wanneer dit wenselijk is kan een gezamenlijke vergadering van beide werkgroepen samen worden georganiseerd. De vergaderingen van de werkgroepen staan open voor alle leden van het ROG. De voorzitters van de werkgroepen worden aangeduid door de stuurgroep. Tijdens de stuurgroep van 11 januari 2013 werden de voorzitters en ondervoorzitters van de werkgroepen aangeduid: 34
werkgroep “Meerderjarigen”: Chris Govaert (voorzitter) en Saskia Verelst (ondervoorzitter) werkgroep “Minderjarigen”: Els Vandoolaeghe (voorzitter) en Dominique Cauwe (ondervoorzitter – tot 25/04/2014) Werking in 2014 In 2014 werden georganiseerd. De
er
geen
vergaderingen
van
de
werkgroep
meerderjarigen
werkgroep minderjarigen kwam 3 keer samen in 2014 20 januari 2014 28 mei 2014 3 december 2014
Tijdens deze samenkomsten werd er aandacht besteed aan volgende zaken: een voorstelling van de bezettingscijfers van de voorzieningen minderjarigen in de periode 2009-2010-2011 een overzicht van de prestaties RTH minderjarigen in 2013 een bespreking van de aanvragen reconversie van een aanbod n-RTH naar RTH van Dominiek Savio Instituut en OC Sint-idesbald de verdeling van de bijkomende middelen RTH minderjarigen uit het Uitbreidingsbeleid 2014 de nota ivm de rol van thuisbegeleiding in de toekomst te bespreken meldingen ivm o.a. wijzigingen van locaties, … een stand van zaken rond het in werking treden van het decreet Integrale Jeugdhulp de modulering en de instroomlijsten binnen de Intersectorale Toegangspoort (ITP) een stand van zaken vanuit het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp (IROJ) een stand van zaken rond de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie (IROJ) informatie over het uitbreidingsbeleid 2015 2.2.7. De themagroepen De themagroepen werken rond visievorming over een vooraf afgebakend thema dat relevant is in het kader van het ROG. De vergaderingen van de themagroepen staan open voor alle leden van het ROG. Themagroep Ouder wordende personen met een beperking In 2014 werd de themagroep opnieuw opgestart. Deze themagroep is gestart in oktober 2005. In april 2008 werd een eerste synthesnota gemaakt waarna de werkzaamheden korte tijd werden onderbroken. In april 2009 werden de werkzaamheden opnieuw hervat. Na het afwerken van een eindnota in maart 2011, werden de werkzaamheden van de themagroep tijdelijk stopgezet. nav van een inspiratiedag, georganiseerd door het SEN en de provincie West-Vlaanderen, rond het thema kwetsbare ouderen. Op 14 mei 2014 kwam de themagroep voor het eerst opnieuw samen. Tijdens deze eerste vergadering kwamen volgende punten aan bod: - welke resultaten heeft de eindnota van de themagroep opgeleverd - een stand van zaken mbt twee experimenten die eerder in de themagroep aan bod waren gekomen (Cobalt en Biesenheem) - de mogelijke organisatie van een inspiratiedag - een stand van zaken binnen het werkveld en verwachtingen ten aanzien van de themagroep Tijdens de vergadering van 24 september 2014 kwamen volgende punten aan bod: 35
een stand van zaken rond een experimentele samenwerking tussen Den Achtkanter en WZC Sint-Vincentius. dementie bij personen met een verstandelijke beperking en hun opnamemogelijkheden binnen een WZC een voorstelling van een vormingstweedaagse over dementie bij personen met een verstandelijke beperking de organisatie van een mogelijke inspiratiedag rond dementie bij personen met een verstandelijke beperking
Deze themagroep wordt voorgezeten door Etienne Clevers (Vereniging Ons Huis)
36
BIJLAGE 1 : EEN OVERZICHT VAN DE AFKORTINGEN AJW
Agentschap Jongerenwelzijn http://wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/
CRZ
Centrale Registratie Zorgvragen http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/20578De+Centrale+Registratie+van+Zorgvragen+(CRZ).html
DOP
Dienst Ondersteuningsplan http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/8025008-Diensten+ondersteuningsplan.html
FAM
Flexibel Aanbod Meerderjarigen
GES++ personen met een beperking met ernstige gedrags- en emotionele stoornissen IJH
Integrale Jeugd Hulp http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/ijh/vlaanderen/paginas/default.aspx
IROJ
Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/ijh/vlaanderen/iroj/Paginas/default.aspx
ITP
Intersectorale ToegangsPoort http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/ijh/vlaanderen/intersectorale_toegangspoort/Paginas/default.aspx
MED++ personen met een beperking die nood hebben aan een zware medische ondersteuning MFC
Multifunctioneel Centrum
NAH
Niet Aangeboren Hersenletsel
n-RTH
niet Rechtstreeks Toegankelijke Hulp
PAB
Persoonlijk Assistentie Budget http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/10526-Persoonlijke-assistentiebudget+(PAB).html
PTB
Prioritair Te Bemiddelen zorgvraag http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/3025803-Zorgregie.html
PVC
Persoonsvolgende Convenant http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/8002860-Persoonsvolgende+convenanten.html
RIG
Regionale Instroomcommissie GES
ROG
Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg
RPC
Regionale Prioriteitencommissie
RTH
Rechtstreeks Toegankelijke Hulp http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/7725337-Rechtstreeks+toegankelijke+hulp+(RTH).html
VAPH
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap http://www.vaph.be/vlafo/view/nl
VGPH
Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap http://www.vgph.be/
VIPA
Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/vipa/Paginas/Default.aspx
VIS++
personen met een visueel meervoudige beperking
WZC
Woon Zorg Centrum
ZIN
Zorg In Natura
37
BIJLAGE 2 : ZORGPLAN ROG WEST-VLAANDEREN UITBREIDINGSBELEID 2014
UITBREIDINGSBELEID 2014 VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP
Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg WestVlaanderen SITUERING Deze nota is het antwoord van het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg WestVlaanderen (ROG) op de opdracht van het Vlaams Agentschap, zoals terug te vinden in de omzendbrief van het Vlaams Agentschap van 27 november 2013 omtrent de inzet van bijkomende middelen. Dit voorstel is op 11 februari 2014 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van het Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg West-Vlaanderen.
OPDRACHTEN ROG – DEADLINE 14 FEBRUARI 2014 Aan West-Vlaanderen werd voor het uitbreidingsbeleid 2014, een budget toegekend van € 2.689.851. Bij de toewijzing van deze middelen moest het ROG rekening houden met het kader dat in de omzendbrief is bepaald. 1. Prioriteit 1: VIPA-buffer Een eerste factor waarmee het ROG rekening diende te houden was het in exploitatie gaan van de in 2008 en in 2009 vergunde plaatsen (vergunningen gekoppeld aan investeringsdossiers). -
Voor vergunde plaatsen die vóór 31 augustus 2014 konden opstarten in de definitieve locatie moesten in ieder geval middelen voorzien worden. Voor vergunde plaatsen die tussen 1 januari en 30 juni 2014 konden opstarten in een voorlopige locatie, werd de beslissing overgelaten aan het ROG West-Vlaanderen om hiervoor al dan niet middelen te voorzien.
Opstart in definitieve locatie Uit de bevraging van zowel het VAPH als het ROG, bleek dat twee voorzieningen in de mogelijkheid waren om binnen de vooropgestelde termijn (vóór 31 augustus 2014) vergunde plaatsen uit de VIPA-buffer van 2008-2009 in exploitatie te laten gaan in de definitieve locatie. Het betreft: Tordale vzw: - 6 plaatsen tehuis niet werkenden nursing (GES++ - 100%) - 4 plaatsen kortverblijf (GES++ - 100%) Centrum van de Oostkust: 6 plaatsen semi-internaat niet schoolgaanden (MED++ 100%) Deze plaatsen zijn in het najaar van 2013 in exploitatie gegaan.
38
Opstart in voorlopige locatie Uit diezelfde bevraging bleek dat één voorziening in de mogelijkheid was om binnen de vooropgestelde termijn (tussen 1 januari en 30 juni 2014) vergunde plaatsen uit de VIPAbuffer van 2009 in exploitatie laten gaan in een voorlopige locatie. Het ROG heeft beslist dat volgende vergunde plaatsen in een voorlopige locatie kunnen opstarten: Het Anker: 2 plaatsen internaat (100% - GES++) Resterende plaatsen VIPA-buffer ifv toekomstig uitbreidingsbeleid Volgende plaatsen uit de VIPA-buffer 2009 zullen ten laste vallen van het toekomstige uitbreidingsbeleid: - Het Anker: 4 plaatsen internaat (100% - GES++) – start exploitatie in definitieve locatie vermoedelijk in september 2014 - Dominiek Savio Instituut: 7 plaatsen nursing (100% - GES++ en/of MED++) – start exploitatie in definitieve locatie vermoedelijk in oktober 2014 - Unie-K - ’t Venster: 6 plaatsen nursing (100% - MED++) – start exploitatie in definitieve locatie vermoedelijk in oktober 2014 - De Pelikaan: 6 plaatsen bezigheidstehuis: start exploitatie in definitieve locatie vermoedelijk in oktober 2014 - Centrum van de Oostkust: 5 plaatsen nursing (100% - MED++) – er is nog geen duidelijkheid over de start van de exploitatie. De realisatie van de vergunde plaatsen uit de VIPA-buffers binnen het uitbreidingsbeleid 2014 kost € 1.072.986. Als we dit bedrag aftrekken van het beschikbare budget voor West-Vlaanderen (€ 2.689.851) blijft er een restbedrag van € 1.616.865 over. Voor de verdeling van dit restbedrag was het ROG gebonden aan een door het VAPH vooraf bepaalde verdeling. Daarbij moest een duidelijke opdeling gebeuren tussen de middelen voor de minderjarigen (20% van het restbudget) en de meerderjarigen (80% van het restbudget). 2.
Budget Minderjarigen
2.1. Algemeen
Het ROG moet van het budget voor de minderjarigen (€ 323.373) een bedrag van € 39.875 (15,95% van 250.000 €) vrijmaken voor de Intersectorale Prioritair Toe te wijzen Hulpvragen.
Het ROG moet 20% van het resterende bedrag besteden aan uitbreiding van Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) voor minderjarigen. De overige 80% van het resterende bedrag moet worden besteed aan niet Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (nRTH), de helft voor PAB, de andere helft voor persoonsvolgende convenanten.
Via het uitbreidingsbeleid 2012 kon de opstart worden gerealiseerd van BAS, een thuisbegeleidingsdienst voor de doelgroep GES. Het ROG gaat akkoord met de realisatie van 250 extra begeleidingen (€ 57.305) voor deze thuisbegeleidingsdienst binnen het voorziene groeipad. De financiering van deze 250 begeleidingen wordt voor 50% afgehouden van de middelen voor RTH en voor 50% van de middelen voor persoonsvolgende convenanten.
Dit brengt ons uiteindelijk tot de volgende te verdelen middelen voor - resterend bedrag RTH minderjarigen: € 28.047 - n-RTH minderjarigen – Persoonlijk Assistentiebudget: € 113.399 39
-
n-RTH minderjarigen – Persoonsvolgende convenanten: € 84.747
2.2. Rechtstreeks Toegankelijk Hulp (RTH) minderjarigen Binnen het ROG West-Vlaanderen is beslist om vooraf een verdeling van de middelen RTH te doen voor de thuisbegeleidingsdiensten omwille van hun provinciale werking. Daarbij werd uitgegaan van het aandeel RTH (22,24%) dat tijdens het vorige UB 2013 werd toegekend aan de thuisbegeleidingsdiensten. Er werd een bedrag van € 5.103 voor RTH minderjarigen binnen de thuisbegeleiding voorzien en dit resulteerde in volgende verdeling: Accent 0 bg6 Perspectief 0 bg Victor 15 bg t Spoor 0 bg Start West-Vlaanderen 7 bg Totaal 22 bg Er werd bij de verdeling rekening gehouden met de grote wachtlijst bij Victor (2/3 middelen) en Start West-Vlaanderen (1/3 middelen). Met de resterende middelen (€ 22.944) konden er 22,93 personeelspunten verdeeld worden. Er is beslist om de uitbreiding voor de middelen RTH te koppelen aan de semiinternaten schoolgaanden en niet-schoolgaanden. VOC Rozenweelde was geen vragende partij. De middelen werden verder regionaal verdeeld op basis van de bevolkingscijfers. Vervolgens werd per regio een verdeling afgesproken met volgende verdeling als resultaat: Penhouderschap Start Penhouderschap De Rozenkrans Penhouderschap De Lovie De Hoge Kouter De Kindervriend Zonnebloem Bemok Totaal
4,23 pp7 6,36 pp 2,13 pp 2,55 pp 2,55 pp 2,55 pp 2,55 pp 22,93 pp
Belangrijk om te vermelden is dat het Penhouderschap van De Rozenkrans hier zowel personeelspunten uit de regio Brugge - Oostende als de regio Diksmuide – Ieper - Veurne toegewezen kreeg. De motivatie hiervoor is dat men vanuit de Rozenkrans in de regio Oostende met deze middelen een aanbod van vakantie- en woensdagnamiddagopvang wil opzetten. Het ROG pleit er voor om alle beschikbare personeelspunten ook maximaal in te zetten. Ze geven aan dat, indien nodig, haar leden in overleg zullen gaan met elkaar om personeelspunten door te geven. 2.3. Niet Rechtstreeks Toegankelijk Hulp (RTH) minderjarigen • Het ROG West-Vlaanderen moet 40% van het budget voor minderjarigen (na aftrek van de voorafname voor de Prioritair toe te wijzen Hulpvragen) voorbehouden voor het toekennen van persoonsvolgende convenanten voor minderjarigen. Van het budget van
6 7
bg=begeleiding pp=personeelspunt 40
€ 113.399 moet € 28.653 worden afgenomen voor de realisatie van extra begeleidingen voor thuisbegeleiding GES (realisatie groeipad) (= 50% van de kost) Het beschikbare budget voor persoonsvolgende convenanten minderjarigen is € 84.747. • Het ROG West-Vlaanderen moet 40% van het budget voor minderjarigen (na aftrek van de voorafname voor de Prioritair toe te wijzen Hulpvragen) voorbehouden voor het toekennen van Persoonlijke Assistentiebudgetten voor minderjarigen. Het beschikbare budget voor Persoonlijke Assistentiebudgetten minderjarigen is € 113.399. Deze middelen zullen worden toegewezen na advies van de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie. 3. Budget Meerderjarigen 3.1. Algemeen
Het ROG moet 20% van het beschikbare bedrag (€ 1.293.492) besteden aan de uitbreiding van Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) voor meerderjarigen: € 258.698. De overige 80% van het bedrag moet besteed worden aan niet Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (n-RTH). De helft van deze middelen moet worden gebruikt voor uitbreiding PAB, de helft voor uitbreiding van persoonsvolgende convenanten. Telkens € 517.397
3.2. Rechtstreeks Toegankelijk Hulp (RTH) meerderjarigen Binnen het ROG West-Vlaanderen is beslist om vooraf een verdeling van de middelen RTH te doen voor de thuisbegeleidingsdiensten omwille van hun provinciale werking. Daarbij werd uitgegaan van het aandeel RTH (22,24%) dat tijdens het vorige UB 2013 werd toegekend aan de thuisbegeleidingsdiensten. Er werd een bedrag van € 47.067 voor RTH meerderjarigen binnen de thuisbegeleiding voorzien en dit resulteerde in volgende verdeling: Accent Perspectief Victor t Spoor Start West-Vlaanderen Totaal
52 bg 24 bg 52 bg 24 bg 53 bg 205 bg
Het uitgangspunt bij de effectieve verdeling van de begeleidingen was een groeimarge voor iedere dienst (60% delen door 5) en de grote wachtlijst bij Accent, Victor en Start West-Vlaanderen (40% delen door 3). Met de resterende middelen (€ 211.631) konden er in totaal 211,48 personeelspunten verdeeld worden. Deze werden op basis van de bevolkingscijfers verdeeld over de 3 regio’s. Vervolgens werd per regio een verdeling gemaakt. 3.2.1. Regio Brugge – Oostende Binnen de regio Brugge – Oostende heeft men de beschikbare middelen (€ 78.050 of 78 pp) op basis van bevolkingscijfers verdeeld over de subregio’s Brugge, Oostende en Houtland. 41
In de subregio Brugge zijn de 37,53 pp toegewezen aan het penhouderschap van Start West-Vlaanderen. Licht en Liefde Heem – Huis 45 is als nieuwe partner toegetreden tot het penhouderschap. Cadans kreeg 2,40 pp toegewezen uit deze regio. In de subregio Oostende zijn de 26,40 pp toegewezen aan het penhouderschap van Duinhelm. Aan de subregio Houtland waren 11,68 pp toegewezen, die in oorsprong gelijk konden worden verdeeld over de 3 betrokken actoren (Cadans, Tordale en Engelbewaarder). De regionale plangroep was van oordeel dat ondanks het feit dat Engelbewaarder de middelen van 2013 niet had benut, een uitbreiding van de capaciteit RTH kan worden verantwoord8. Enerzijds gezien de inspanningen die Engelbewaarder doet om het aanbod RTH bekend te maken en anderzijds gezien hun betrokkenheid bij een woonproject van het OCMW in Zedelgem (samen ook met andere RTH-partners). Vanuit de regionale plangroep werd wel de suggestie gedaan om voor Engelbewaarder een kleinere uitbreiding te voorzien. In overleg tussen de 3 partners uit de subregio Houtland is volgende verdeling voorgesteld: + 1,3 punten voor Engelbewaarder en telkens + 5,19 punten voor Tordale en Cadans. Dit voorstel werd goedgekeurd door de stuurgroep. Er werd vanuit 2 subregio’s personeelspunten toegekend aan Cadans aangezien Cadans in beide regio’s actief is. Hieronder vindt u een korte samenvatting van de concrete verdeling. Penhouderschap Start Cadans Tordale Engelbewaarder Penhouderschap Duinhelm Totaal
37,53 pp 7,59 pp 5,19 pp 1,30 pp 26,40 pp 78,01 pp
3.2.2. Regio Kortrijk – Roeselare – Tielt Binnen de regio Kortrijk – Roeselare – Tielt heeft men de middelen (€ 94.303 of 94,23 pp) op basis van bevolkingscijfers verdeeld over de subregio Kortrijk en de subregio RoeselareTielt. In de subregio Kortrijk was er vanuit De Pelikaan geen vraag naar bijkomende personeelspunten in het UB 2014. Aangezien vzw Pamele de personeelspunten van het UB 2013 niet benut hebben, konden zij geen aanspraak maken op bijkomende middelen RTH vanuit het UB 2014. (cfr. hoger). Er werden vanuit vzw Pamele geen bijkomende argumenten naar voor gebracht om een uitbreiding te motiveren. De 51,16 pp werden dan ook verdeeld onder de 3 resterende voorzieningen. Hierbij werd rekening gehouden met de grootte van voorziening op basis van de kostprijs van de verschillende erkenningen en langlopende convenanten. De concrete verdeling ziet er als volgt uit: Den Achtkanter Groep Ubuntu
10,23 pp 19,77 pp
8
Vanuit de stuurgroep was aangegeven dat voorzieningen die de personeelspunten van het UB 2013 niet of onvoldoende benut hadden, in principe geen aanspraak konden maken op bijkomende middelen van het UB 2014, tenzij een uitbreiding voldoende kon worden gemotiveerd. 42
De Branding Totaal
21,16 pp 51,16 pp
In de subregio Roeselare – Tielt gaan de 43,07 pp naar het penhouderschap van Mivalti. In de subregio Tielt was er vanuit De Luifel een vraag naar bijkomende middelen om hun aanbod RTH verder uit te bouwen gezien de grote vraag waarmee zij geconfronteerd worden. Na bespreking en in samenspraak met het penhouderschap van Mivalti zullen alle partners uit de regio Tielt in februari 2014 samenzitten om te bekijken hoe er tegemoet gekomen kan worden aan deze vraag. 3.2.3. Regio Diksmuide – Veurne – Ieper (39.279 € - 39,25 pp) In de regio Diksmuide – Veurne – Ieper heeft men geopteerd om aan ieder penhouderschap 1/3 van de middelen toe te kennen. Dit biedt de mogelijkheid aan de kleinere voorzieningen om hun aanbod te laten groeien. Binnen het penhouderschap van De Rozenkrans is er een bijkomende partner: Huize Rozenwingerd. De concrete verdeling ziet er als volgt uit: Penhouderschap De Lovie Penhouderschap De Rozenkrans Penhouderschap Den Ommeloop Totaal
13,08 pp 13,08 pp 13,08 pp 39,24 pp
Het ROG pleit er voor om alle beschikbare personeelspunten ook effectief in te zetten. Ze geven aan dat, indien nodig, haar leden in overleg zullen gaan met elkaar om personeelspunten eventueel door te geven. 3.3. Niet Rechtstreeks Toegankelijk Hulp (RTH) meerderjarigen • Het ROG West-Vlaanderen moet 40% van het budget voor n-RTH voorbehouden voor het toekennen van persoonsvolgende convenanten voor meerderjarigen. Het budget voor persoonsvolgende convenanten meerderjarigen is € 517.397. • Het ROG West-Vlaanderen moet 40% van het budget voor n-RTH voorbehouden voor het toekennen van Persoonlijke Assistentiebudgetten voor meerderjarigen. Het budget voor Persoonlijke Assistentiebudgetten meerderjarigen is € 517.397. 4. Berekening voorstel Om een duidelijk beeld te scheppen van de verdeling van de middelen nemen we hier de volledige berekening voor het voorstel van het UB 2014 op. Totaal beschikbaar budget
2.689.851 €
Prioriteit 1: VIPA-Buffers
1.072.986 €
Rest na prioriteit 1
1.616.865 €
Minderjarigen 20% van het budget na VIPA Intersectorale Prioritair Toe te wijzen hulpvragen (15,95% van €250.000)
323.373 € 39.875 € 43
Restbedrag voor minderjarigen
283.498 €
20% RTH - Totaal
56.700 €
Groeipad TB GES (50%)
28.653 €
RTH - beschikbaar bedrag
28.047 €
40% PAB – Beschikbaar bedrag
113.399 €
40% Convenanten
113.399 €
Groeipad TB GES (50%)
28.653 €
Convenanten minderjarigen - beschikbaar bedrag
Meerderjarigen 80% van het budget na VIPA 20% RTH 80 % nRTH
84.747 €
1.293.492 € 258.698 € 1.034.794 €
40% PAB
517.397 €
40% Convenanten
517.397 €
44