Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014 – 2015 Aangepast op de aanvraag ESF J3 Regio Holland‐Rijnland
Concept versie 4.0 Nov 2013
Inhoud
blz. nr.
Inleiding en toelichting 2 Verantwoording budget 4 Historie Landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid 8 Regionale Arbeidsmarkt 11 Uitvoering van het Regionaal Actieplan 2014 – 15 16 Activiteitenplan / Werkdocument voor de uitvoering 17
Pagina 1 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Inleiding en toelichting Een nieuw actieplan voor de aanpak van jeugdwerkloosheid voor de periode 2014‐ 2015 voor de regio Holland‐Rijnland is van belang nu de werkloosheid in deze regio snel oploopt. Mede door de inzet van alle partijen en uitgevoerde acties is de jeugdwerkloosheid in deze regio relatief laag. De jeugdwerkloosheid in Nederland bedraagt per 1 augustus 2013 86.782 jongeren. In augustus 2012 waren dit er nog 50.090 jongeren. De werkloosheid in de regio is in 2013 gestegen van 997 jongeren in augustus 2012 naar 1794 jongeren in augustus 2013. 1794 jongeren waren per augustus ingeschreven als werkzoekend bij het UWV. Op 1 oktober 2013 ontvangen 469 jongeren een WWB‐ uitkering in de regio Holland Rijnland. Dit houdt in, dat een groot deel van de ingeschreven jongeren een WW‐uitkering heeft of is ingeschreven als werkzoekend zonder uitkering. Het ministerie van Sociale Zaken heeft met het oog op de stijgende jeugdwerkloosheid een budget van € 451.000,‐ beschikbaar gesteld. Dit bedrag kan verhoogd worden door een ESF‐subsidie van € 626.000,‐ aan te vragen. Het betreft een begroting met een looptijd van maximaal 18 maanden waarbij 40% ESF‐middelen zijn. Uiteindelijk is er een begroting gemaakt van € 1.800.000,‐. De noodzakelijke cofinanciering van deze begroting komt uit de eerder beschikbaar gestelde middelen die nu vrijkomen door de afrekening van ESF J2. De projectorganisatie van het Actieplan Jeugdwerkloosheid heeft een kerngroep, met daarin uitvoerders en ambtenaren, gevraagd een bijdrage te leveren aan de voorbereiding van het nieuwe Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014 – 2015 dat voor u ligt. In de komende periode 2014‐2020 komt er een nieuwe ESF tranche beschikbaar voor de regio. Leiden is als centrumgemeente de aanvrager. De voorbereiding van de aanvraag is gestart. Er is een werkgroep ingericht door de centrumgemeente, waarbij de beleidsmedewerker van Holland Rijnland is betrokken. De indiening van deze aanvraag kan plaatsvinden vanaf april 2014.
Pagina 2 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Historie Bij de start van het Actieplan Jeugdwerkloosheid in 2009 is er nadrukkelijk gekozen voor een projectorganisatie. Die keuze is gemaakt om het Actieplan vooral de ruimte te geven om snel acties uit te kunnen voeren. Dit heeft ertoe geleid dat er een scala van acties is uitgevoerd samen met andere partijen om vooral te zorgen dat jongeren actief en mobiel blijven op de arbeidsmarkt. Het Regionaal Actieplan is uitgevoerd langs de thema’s die op landelijk niveau door projectleiders van het Actieplan Jeugdwerkloosheid, VNG en SZW zijn vastgesteld. Deze landelijke thema’s waaraan acties gekoppeld zijn, zijn: ‐ Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt ‐ Regionale samenwerking ‐ Matching‐offensief/ Vraag en aanbod bij elkaar brengen ‐ Jongere centraal ‐ Aanpak jongere in een kwetsbare positie
Resultaten over de periode 2009‐ 2013 Het resultaat van de uitgevoerde Actieplannen zou moeten zijn dat er geen jeugdwerkloosheid is. Helaas is dat in deze economische periode niet haalbaar. Toch kunnen we zeggen dat de acties met de partijen in de regio hebben geleid tot minder jeugdwerkloosheid, minder WWB‐uitkeringen en een kwalitatief goede dienstverlening aan jongeren. Bij de uitvoering van de acties is er intensief samengewerkt tussen partijen uit Onderwijs, Overheid en Ondernemers (drie O’s) en partijen die zorg verlenen aan jongeren. Succesvolle aanpak van jeugdwerkloosheid is alleen mogelijk indien de drie O’s goed afstemmen. Regelmatig heeft dit bij verschillende partijen geleid tot aanpassingen van beleid en regels waardoor dienstverlening aan de jongere is verbeterd. Gelet op de resultaten kan er voortgebouwd worden op de bestaande structuur en projectorganisatie. Voor meer informatie over de uitgevoerde activiteiten kijk op www.jongerenopdearbeidsmarkt.nl.
Schema aantal jongeren in de WWB
Pagina 3 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Verantwoording budget
De financiële verantwoordelijkheid ligt bij de centrumgemeente Leiden. Bij de uitvoering van de activiteiten van het Actieplan wordt er zo veel mogelijk gebruik gemaakt van voorliggende voorzieningen. ESF‐middelen kunnen pas uitgegeven worden op het moment dat ESF de middelen toegekend heeft cq. als de middelen aan het eind van het project verantwoord kunnen worden. De ervaring is dat de verantwoording van de ESF middelen niet eenvoudig is. De gemeente Leiden kan als centrumgemeente geen financiële risico’s nemen. Door de late start van het Actieplan kunnen de middelen van 2009 in de looptijd van het project als dekking van de voorfinanciering van de ESF worden gebruikt. Inkomsten
2009‐2012
SZW actieplan 2009‐2011
€ 4.399.821
Incidentele SZW‐subsidie
€ 100.000
ESF1 subsidie
€ 564.448
Subtotaal baten
€ 5.064.269
ESF J2
€ 1.040.000,‐ Nog niet uitgeven voordat toekenning er is. Toekenning verwacht eind 2013. Mondelinge toezegging okt 2013.
Kosten
2009‐2013
Algemene projectkosten
€ 538.188
Holland‐Rijnland excl. Alphen a/d Rijn
€ 2.508.212
Alphen a/d Rijn
€ 1.091.467
Subtotaal 2009‐2012
€ 4.137.867
Subtotaal 2009‐2012
€ 4.137.867
Regio begroting 2013
€ 926.402 € 593.616 (T/m okt)
Totaal kosten
€ 5.064.269
Pagina 4 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Begroting ESF J2014‐2015 (18 maanden) ESF J3 € 664.500 ESF J3 10% € 66.450 beschikbaar onder voorbehoud Totaal ESF J3 € 730.950 (40%) Budget SZW* € 451.000 € 645.425 vrijval middelen na afrekening van ESF 2 Cofinanciering € 1.096.425 (60%) Totaal
€ 1.827.375 (100%)
Toelichting cofinanciering *De subsidie SZW voor 2013 en 2014 wordt geheel in 2014 ingezet ( € 451.000,‐ september circulaire 2013). Er is een nieuwe ESF J3 subsidie (€ 730.950,‐) beschikbaar voor 2014 en de helft van 2015 (18 maanden). ESF is een cofinanciering van 40%. Inzet ESF J3 middelen De gemeente Leiden heeft besloten dat de ESF middelen pas ingezet mogen worden als deze zijn toegekend. Dit, omdat eerdere ervaringen leerden dat de verantwoording van ESF‐middelen lastig is en dat in de praktijk maar een deel van het toegezegde budget beschikbaar kwam. Er is een mondelinge toezegging van het Agentschap SZW dat 95% van ESF J2 voor het einde van het jaar wordt uitgekeerd. In deze nieuwe periode is geen 100% dekking voor het ESF budget mogelijk in de voorfinanciering. Op basis van het succes van de afrekening ESF J1 en ESF J2 wordt toestemming gevraagd om akkoord te gaan met de inzet van ongeveer de helft van het budget ESF J3 (€336.375,‐). Het financiële risico is beperkt omdat ESF J2 een vervolg is op ESF J3. De financiële ESF administratie is op orde. Het ESF risico in het geval er 0% kan worden verantwoord, bedraagt €730.950,‐. In de begroting wordt er nu een risico genomen van 46%, namelijk €336.375,‐. Daarnaast wordt er in de contracten met de partners de financiële risico’s bij de partners gelegd en wordt er niet betaald als niet conform de ESF richtlijnen verantwoord kan worden. Het verzoek aan de gemeente Leiden is akkoord te gaan met de inzet van de ESF J3 middelen, vooruitlopend op de definitieve toekenning die plaats vindt na de verantwoording. Dekking middelen ESF‐J3 Totaalbudget ESF‐J3 € 730.950 ‐ € 394.575 (restant ESF‐J2 subsidie*) = € 336.375 vooraf niet gedekt Risico‐analyse: De ESF‐J2 aanvraag is voor ongeveer 95% goedgekeurd. Het risico dat de aanvraag voor ESF‐J3 voor minder dan 50% wordt goedgekeurd is klein. *Restant ESF‐J2 subsidie (onder voorbehoud): € 1.040.000 ‐ € 645.425 = € 394.575,‐ ter dekking van begroting ESF J3. Pagina 5 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Bestuurlijke organisatie De centrumgemeente Leiden is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Regionaal Actieplan en is aanvrager van ESF subsidies. De gemeente Leiden is financieel en inhoudelijk verantwoordelijk. De centrumgemeente heeft een projectorganisatie ingericht. De projectorganisatie is gekoppeld aan de afdeling BOD/MS van de gemeente Leiden. In de eerste twee jaar is er een aparte stuurgroep van het Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid geweest waarin onderwijs, ondernemers en overheid vertegenwoordigd waren. Daarnaast waren de werkgevers, werknemers, de kenniscentra en bestuurders van de verschillende gemeenten (Dhr. Du Chatinier, Dhr. Uit den Boogaard en Dhr. De Haan) in de stuurgroep vertegenwoordigd. Deze stuurgroep maakte deel uit van het RPA bestuur. Op 26 april 2012 is besloten het Actieplan onder te brengen bij het RPA bestuur. De stuurgroep van het RPA functioneert als klankbordgroep. Het samenwerkingsverband Holland Rijnland heeft een portefeuillehouders overleg waarin arbeidsmarktbeleid besproken wordt. Het Actieplan wordt hierin periodiek besproken. De centrumgemeente wordt vanuit het pho geadviseerd.
Projectorganisatie Het Actieplan werkt samen met regionale partijen die werkzaamheden verrichten op het terrein van onderwijs, zorg en bemiddeling. Met de partijen is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waardoor zij partners in het Actieplan zijn. Bij de uitvoering van de activiteiten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van voorliggende voorzieningen en middelen en zo min mogelijk activiteiten worden ingekocht bij commerciële partijen. Het projectteam, partners/ uitvoerders van het Actieplan vormen samen een werkgroep waarin met elkaar de uitgezette acties worden besproken. Daarnaast worden er met de partners acties uitgezet op basis van gesignaleerde knelpunten en problemen. De werkgroep komt een keer in de maand bij elkaar.
Pagina 6 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Voorstel voor de verlenging van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014 en 2015 1. Voor 2014 en 2015 de bestaande projectorganisatie handhaven. 2. Het project wordt uitgevoerd binnen de budgeten, die de rijksoverheid ter beschikking stelt. In de uitvoering wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van voorliggende voorzieningen, waarbij optimalisering en samenhang een uitgangspunt is bij de uitvoering van acties door de verschillende partijen. Er wordt een beperkt financieel risico genomen omdat maar een deel van de ESF J3 subsidie wordt uitgegeven voordat het afgerekend wordt. In de verantwoording van de ESF‐kosten worden verantwoordelijkheden uitdrukkelijk ook bij partijen neergelegd (niet goed verantwoord, is geen subsidie). Hierdoor wordt het risico voor de centrumgemeente aanzienlijk teruggebracht. 3. De centrumgemeente vraagt namens de regio de nieuwe subsidie aan en treedt op als werkgever van de personele formatie van de projectorganisatie van het Actieplan. De projectleider maakt gebruik van een ondersteuningsgroep (bestaande uit een vertegenwoordiger van het ROC, een beleidsadviseur van Holland Rijnland, de directeur van het RPA Rijn Gouwe en een vertegenwoordiger van werkgevers). Het Activiteitenplan 2014‐ 2015 is het uitgangspunt voor de nieuwe aanvraag bij het ministerie SZW. 4. De verbinding met beleidsmatige ontwikkelingen bij de gemeenten op het terrein van onderwijs, zorg en arbeid ( de 3D’s) wordt uitdrukkelijk gezocht. Het aantal jongeren in de WWB zonder startkwalificatie is buitengewoon hoog. Vaststaat dat mensen zonder een startkwalificatie kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Het is van belang dat meer jongeren een startkwalificatie halen. Er zal nauw samengewerkt moeten worden met het RMC om te bewerkstelligen dat de kwalificatieplicht bij jongeren wordt nageleefd en door het RMC wordt gecontroleerd. 5. In dit nieuwe Actieplan wordt de doelgroep in nauwe samenwerking met het UWV verbreed en zullen preventieve acties worden uitgevoerd om te voorkomen dat werkzoekende jongeren die nu nog geen uitkering hebben, alsnog een beroep doen op een bijstandsuitkering. Dit is in vergelijking tot beleidsplannen 2010‐2013 een substantiële wijziging. 6. In het Actieplan wordt specifieke activiteiten ingezet voor allochtone jongeren. 7. Het activiteitenplan is een werkdocument waarin activiteiten in de komende periode in nauwe samenspraak met de uitvoerders verder ontwikkeld en aangepast zullen worden. 8. Bij de uitvoering van activiteiten wordt uitdrukkelijk eerst gekeken of er middelen ingezet kunnen worden uit de voorliggende voorzieningen. Bij de activiteiten worden de begrotingen nog gespecificeerd. 9. In dit Actieplan worden geen extra middelen/ vouchers geïnvesteerd in de subsidie van leerwerkbanen. De Rijksoverheid heeft een nieuwe subsidieregeling vastgesteld voor leerwerkbanen.
Pagina 7 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Historie Landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid Het Actieplan Jeugdwerkloosheid was geen ‘standaard’ beleidsprogramma, maar een crisisaanpak en daarmee een tijdelijke impuls. Omdat het een crisisaanpak betrof was het devies: snel en doelgericht handelen. Zo is het Actieplan geen visiedocument maar ‘een plan met concrete maatregelen die tot snel resultaat kunnen leiden als we er met elkaar de schouders onder zetten’. Die gezamenlijkheid, met elkaar de schouders er onder zetten, is het tweede onderscheidend kenmerk van het Actieplan. Het Actieplan beschrijft een gezamenlijke aanpak en doet een appèl op alle partijen die de jeugdwerkloosheid positief kunnen beïnvloeden: werkgevers, gemeenten, jongeren, hun ouders en hun scholen worden allen expliciet als belangrijke partijen genoemd. De gezamenlijke aanpak stopte niet alleen bij de uitvoerders en andere direct betrokkenen; ook beleidsmakers dienden gezamenlijk de uitvoering aan te sturen en te coördineren. Dat de aansturing van het Actieplan gebeurde door samenwerking tussen de ministeries van SZW, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Jeugd en Gezin (nu Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Wonen, Wijken en Integratie (nu Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), samen met de VNG, UWV, MBO‐Raad en Kenniscentra/SBB, geeft hier blijk van.
Samenhang tussen de Actielijnen De aanpak van jeugdwerkloosheid bewoog en beweegt zich op het snijvlak van de drie O’s: onderwijs, ondernemers en overheid. Het Actieplan bestond en bestaat uit een pakket van ogenschijnlijk losstaande interventies. Een nadere blik op de Actielijnen leert echter dat er wel degelijk een theoretische samenhang tussen de maatregelen is te vinden. Die samenhang is van belang, omdat de ambitie is tussen de gedefinieerde Actielijnen uitwisseling plaats te laten vinden waardoor een ketenaanpak ontstaat van scholing, zorg en arbeidsmarkt. In de onderstaande figuur schetsen we de samenhang. Daarbij ligt de nadruk op de arbeidsmarktinhoudelijke samenhang, dat wil zeggen de mate waarin de actielijnen inspelen op vraag, aanbod, bemiddeling en informatie daarover.
Pagina 8 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Samenhang Actielijnen en invloed op vraag, aanbod en bemiddeling
De vijf Actielijnen bevatten acties waarin zowel de aanbodzijde (de jongere, het onderwijs), de vraagzijde (de werkgever) als de match tussen vraag en aanbod centraal staan. De Actielijn School Ex speelt in op de omvang van het aanbod (omdat jongeren langer doorleren, neemt het aanbod tijdelijk af), op de kwalificaties van het aanbod en op het zoekgedrag van jongeren (doordat jongeren worden doorverwezen naar het Werkplein). Ook de Actielijn Kwetsbare jongeren speelt in op de aanbodzijde, omdat achterliggende problematiek van jongeren wordt aangepakt. De Actielijn Stage en leerbanenoffensief speelt specifiek in op de omvang van de vraagzijde doordat er enerzijds leerbanen en stageplaatsen voor jongeren worden behouden en anderzijds additionele leerbanen en stageplaatsen worden gecreëerd. De Actielijn Regionale samenwerking en het Matchingsoffensief zijn vooral gericht op de aansluiting tussen vraag en aanbod. De Actielijnen moeten de informatie over vraag en aanbod vergroten en bemiddeling stimuleren. De Actielijn Matchingsoffensief moet daarbij ook inspelen op het zoekgedrag van de jongere en het wervingsgedrag van de werkgever.
Pagina 9 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Opbrengsten De opbrengsten van het Actieplan laten zien dat partijen in de regio gehoor hebben gegeven aan het appèl van het kabinet om de ambitie (gezamenlijk de jeugdwerkloosheid aanpakken) waar te maken. In de regio Holland Rijnland zijn partijen veel meer gaan samenwerken, wat heeft geresulteerd in nuttige arbeidsmarktstructuren voor informatie‐uitwisseling, dienstverlening aan jongeren en regionale samenwerking. Dit betekent dat de verschillende dimensies van de arbeidsmarkt – vraag en aanbod, onderwijs en werkgevers, bemiddeling en re‐integratie – beter op elkaar aansluiten. Binnen het kader van het Actieplan zijn bovendien veel innovatieve methoden ontwikkeld. Het overheersende beeld is dat partijen met tevredenheid terugkijken naar de uitvoering en tevreden zijn over de opbrengsten.
Pagina 10 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
De regionale arbeidsmarkt Uit de arbeidsmarktmonitor regio Rijn Gouwe (Holland Rijnland is hier onderdeel van) van september 2013 komt naar voren dat er ondanks alle verwachtingen in het verleden op korte termijn geen sprake is van tekorten aan personeel door ontgroening en vergrijzing. Het algemene beeld arbeidsmarktmonitor Rijn Gouwe: “De werkgelegenheid is in onze regio gedaald. Deze daling is al ontstaan voor het begin van de recessie in 2008. Door de huidige economische situatie gaan er nog steeds veel bedrijven failliet of, om dit juist tegen te gaan, krimpen bedrijven in. Dit heeft effect op de werkloosheid, deze stijgt nog steeds. Echter, de werkloosheid onder de beroepsbevolking in de regio Rijn Gouwe is relatief laag ten opzichte van het landelijke percentage. In het verleden werd in onze regio op basis van vorige rapporten en monitors verwacht dat er in 2012/2013 de eerste effecten van de vergrijzing en ontgroening in onze regio zichtbaar zouden zijn in de vorm van extreme tekorten. Dit beeld komt uit de huidige arbeidsmarktmonitor 2013 regio Rijn Gouwe niet naar voren. Het lijkt er op dat door de daling van de werkgelegenheid en de huidige economische situatie mogelijk deze te verwachten tekorten opschuiven. Ook de keuzes die het kabinet op korte termijn gaat maken zullen effect hebben. Echter er blijft nog steeds sprake van tekorten, maar deze zitten in specifieke functies, met name op MBO niveau 4 en vooral in de maakindustrie. Mogelijk komt het tekort aan personeel dat in onze regio zichtbaar was voor 2008, weer naar voren op het moment dat de economie weer aantrekt. Echter de digitale en technische ontwikkelingen kunnen er voor zorgen dat er op termijn nog steeds minder mensen nodig zijn voor dezelfde werkzaamheden. Kortom het is tijd om het spoor van de grote tekorten door vergrijzing en ontgroening te verlaten en een nieuwe richting in te slaan. Daarbij kan gedacht worden aan het ophogen van het kwalificatieniveau van zittend personeel (EVC’s etc.), een verbetering van de aansluiting op de arbeidsmarkt (arbeidsrelevant scholen van jongeren, optimale beroepenvoorlichting), het “fit” houden van oudere werknemers en het scholen (al of niet met diploma’s) van werkzoekenden naar relevante sectoren. Dit beeld van tekorten heeft tot het begin van de crisis in onze regio bestaan. Er was tot eind 2008 een extreem tekort aan personeel met een MBO achtergrond op niveau 3 en 4. Dit beeld is echter op dit moment niet meer aan de orde. Hieruit blijkt dat een analyse van de toekomstige werkgelegenheid van groot belang is om dit plan voor jongeren op te zetten. Want uit de monitor blijkt dat de werkgelegenheid, structureel gedaald is. Zoals eerder gezegd wordt dit onder meer veroorzaakt door de in het bedrijfsleven gewijzigde productieprocessen door digitalisering en verschillende innovaties. Daarnaast is de arbeidsproductiviteit van personeel verhoogd en werken mensen langer door. Kortom, er zijn in het algemeen geen sectoren waar tekorten zijn. Er is echter wel een tekort aan technisch opgeleide mensen in specifieke specialistische beroepen. Het effect van deze daling van de werkgelegenheid en de recessie is terug te vinden in de huidige stijging van de jeugdwerkloosheid en de instroom in de WW.
Pagina 11 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
De verwachting is dat in de toekomst, wanneer de markt weer aan zal trekken, dat vooral jongeren hiervan zullen profiteren en dan vooral de goed gekwalificeerde jongeren (bèta‐achtergrond, niveau 3,4 en 5). Zij zullen de goed gekwalificeerde oudere werkzoekende werknemers verdringen, gezien de beeldvorming m.b.t. oudere werknemers en de leeftijdsafhankelijke cao’s. Er is dus geen sprake meer van een kwantitatieve mis match. Er zal echter steeds meer sprake zijn van een kwalitatieve en sectorale mis match in het bedrijfsleven. Voor de periode 2013‐2017 is er voor de regio Rijn Gouwe meer dan voldoende personeel beschikbaar voor de Greenports, Food/Feed & Beverages, Techniek en ICT. Mogelijk wel met tekorten in deelsegmenten zoals High Tech segment binnen metaalelektro en metaalnijverheid. Er is meer hoger opgeleid personeel nodig voor Life and Health Science omdat deze cluster zeer snel groeit. En voor de sector Zorg geldt dat door de verwachte bezuinigingen vraag en aanbod in evenwicht zullen zijn. Kortom: afname aantal bedrijfsvestigingen, afname werkgelegenheid, sterke groei werkloosheid en geen (grote) tekorten op de arbeidsmarkt. Bestandsanalyse Meer dan ooit is er een groot risico van kwalitatieve‐ en sectorale mis match. De aandacht zal zich in de komende jaren dienen te richten op de niches in de arbeidsmarkt en effectieve matching. Er zijn onvoldoende banen, juist voor jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Alsmede de kwetsbare jongeren die om wat voor reden niet in staat zijn om een startkwalificatie te halen. Bewustwording bij bedrijven Het is van groot belang dat er veel aandacht is voor de bewustwording van werkgevers met betrekking tot hun eigen Human Capital Agenda. Wanneer werkgevers zich deze situatie onvoldoende bewust zijn zullen zij niet de juiste activiteiten ontwikkelen. Wanneer werkgevers inzicht hebben in de huidige en toekomstige arbeidsmarktsituatie zullen zij inzien dat een belangrijke oplossing ligt in het verschaffen van stageplekken en leer‐ c.q. werkplekken naast de beïnvloeding van de beroepskeuze van jongeren. Belang van opleiden In de komende jaren, na 2017 en met een weer aantrekkende economie, zal toch weer door vervangingsvraag en ontgroening een tekort ontstaan. Zeker een tekort aan goed opgeleide jongeren met het niveau en de capaciteiten voor de bedrijvigheid. Daarom is het van belang beroepsonderwijs mee te nemen om in het scholen van zittend personeel om goed personeel te behouden naast het arbeidsmarktgericht scholen van jongeren. Om bovenstaande te illustreren tonen de volgende nog meer recente gedetailleerde gegevens aan dat in het tweede kwartaal van 2013 daalde het aantal mbo vacatures in de regio met 12%. Vooral in de sectoren zorg, horeca, groothandel, transport en logistiek en in de schoonmaak, waarbij de zorg een niet‐economisch gebonden sector is. In de technisch beroepen installatie, elektro en metaal zien we voor het eerst weer een kleine stijging. Evenals in de zakelijke dienstverlening en ICT. Er zijn relatief veel vacatures in de detailhandel. Ook in de kleinere sectoren zoals de vers‐ en voedingsmiddelenindustrie, Pagina 12 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Flexibilisering op de arbeidsmarkt De flexibilisering op de arbeidsmarkt laat zich vertalen in een sterke toename van kortlopende tijdelijk contracten, nul uren contracten, deeltijdbanen en een toename van ZZP‐ers. Steeds meer organisaties maken gebruik van een flexibele arbeidsschil. Een en ander vormt een belemmering voor jongeren die een leerbaan zoeken voor hun BBL‐opleiding. Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Kwaliteit van het aanbod van jongeren is van groot belang en niet alleen op het gebied van scholing. Werkgevers vragen om goed geschoolde werknemers. Maar werkgevers vragen ook om gemotiveerde medewerkers die er voor gaan. Dat betekent dat jongeren besef hebben van hun houding en gedrag. En dat zij zich laten bijstaan om zich qua houding en gedrag in het bedrijfsleven kunnen handhaven. Stages vormen een onlosmakelijk deel van een beroepsopleiding. De omvang van de stage verschilt per opleiding en varieert van 20 tot 60% van de opleidingsuren. BBL‐studenten brengen 80% van de opleidingstijd door in het (leer)bedrijf. Als gevolg van het langer doorleren, her profileren, het omzetten van BBL‐ naar BOL‐opleidingen, maar ook door verdringing van bovenaf en het terugleiden naar school van VSV‐ers en werkloze jongeren neemt de vraag naar stageplaatsen verder toe. Ook de uitbreiding van het aantal stage‐ uren binnen een opleiding legt een groter beslag op de beschikbare stageplaatsen. Een betere uitnutting van de beschikbare stageplaatsen is noodzakelijk. Stageperiodes kunnen beter afgestemd worden op de activiteiten in bedrijven. Opmerkelijk is dat er in de periode juni‐september nauwelijks stage wordt gelopen, terwijl bedrijven, als gevolg van de vakantie, dan juist extra handjes kunnen gebruiken. In de zorg zien we een verdere afname van de werkgelegenheid. Daartegenover steeg het aantal studenten fors. Dit leidt in een aantal beroepen tot knelpunten in de vraag en aanbod van stageplaatsen. Ook gaan er knelpunten ontstaan in de veiligheidsbranche, de groothandel, bakkerij, in de artiesten‐ en evenementenbranche en in het transport, de logistiek en de scheepvaart. Dit als gevolg van een te grote stijging van het aantal leerlingen tegenover een daling van het aantal leerbedrijven. ROC’s hebben aangegeven dat zij zich in de komende vijf jaar willen ontwikkelen tot topinstituten. Dat is goed nieuws voor de regio. In de komende jaren is het van belang om in nauw overleg met de ROC’s te kijken hoe de doelen die zij gesteld hebben, gerealiseerd worden.
Pagina 13 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
De regionale arbeidsmarkt in cijfers Het aantal jeugdwerklozen wordt vastgesteld op basis van: ‐ Het aantal jongeren dat ingeschreven staat bij het UWW werkbedrijf. Dit zijn ook de jongeren die een WW‐ uitkering hebben. ‐ De jongeren die een WWB uitkering hebben. ‐ Nieuwe werkzoekenden. De praktijk is dat jongeren zich nauwelijks inschrijven bij het UWW. De E‐ dienstverlening wordt door jongeren niet gezien als onmisbaar in hun zoektocht naar werk. Er is een groep jongeren die nog thuis woont en zakgeldbanen heeft. Zij hebben veel problemen een baan te vinden die past bij de opleiding. Hoeveel jongeren dit zijn, is niet te zeggen. Het aantal werkzoekende jongeren is ook in de regio veel hoger dan uit het percentage jeugdwerkloosheid dat het UWV per kwartaal opgeeft, te berekenen valt. Dit is een landelijk gegeven. Het aantal werkzoekende jongeren is vanaf augustus 2012 tot augustus 2013 in de regio enorm gestegen van 977 jongeren naar 1794 jongeren die als werkzoekend ingeschreven staan bij het UWV. Het aantal geregistreerde werkzoekende jongeren nam het afgelopen jaar in de regio Holland Rijnland sterker (+ 84%) toe dan het landelijk gemiddelde(+ 81%). Het aantal jongeren met een mbo3 of 4 opleiding steeg het sterkst (+ 122%), als ook met een hbo of wo en met een vmbo of mavo opleiding (124%). Om gericht acties in te zetten is het nodig de verschillende bestanden c.q. de jongeren te kennen en te weten wat de belemmeringen zijn om aan het werk te komen. In het Actieplan worden er acties uitgezet om de jongeren in beeld en in kaart te brengen.
Bron: Basiscijfers Jeugd okt 2013
Pagina 14 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Doelgroepen Het Actieplan is gericht op jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar. De beschreven categorieën 1 tot en met 7 zijn niet uitsluitend. Jongeren kunnen tot meerdere of buiten de categorieën behoren. 1. WWB‐ers tot 27 jaar De gemeenten hebben de opdracht gegeven om in het Actieplan veel aandacht te geven aan het terugbrengen van het aantal jongeren in de uitkering. De uitkering is er alleen als een tijdelijk vangnet voor jongeren. 2. VSV‐ers en jongeren zonder leerwerkbaan/stagebaan Er wordt intensief samengewerkt met het RMC om jongeren terug te geleiden naar school. 3. Laag opgeleiden zonder startkwalificatie (incl. Praktijkschool leerlingen) Deze groep vinden we terug in de WWB en in de VSV. Daarnaast zijn dit leerlingen van de praktijkscholen. 4. Hoger opgeleiden ingeschreven bij het UWV Het aantal werkzoekende hoog opgeleiden jongeren met een MBO4, HBO of WO studie is in het afgelopen jaar explosief gestegen. 5. Werkzoekenden ingeschreven bij het UWV (Tot nu toe nauwelijks acties) De werkzoekende jongeren bij het UWV met een WW‐uitkering maken gebruik van de E‐ dienstverlening van het UWV. 6. Werkzoekende jongeren niet ingeschreven bij het UWV (Tot nu toe nauwelijks acties) Deze jongeren zijn niet in beeld. Het beleid van de overheid is dat er vooral uitgegaan moet worden van de eigen kracht van de jongeren. Er wordt alleen ondersteuning aangeboden als mensen er zelf om vragen of in de problemen raken. Gelet op de grote stijging van het aantal werklozen is het verzoek via het Leerwerkloket aan het UWV om in 2013/2014 een bestandsanalyse uit te voeren van het UWV bestand om meer zicht te krijgen op deze groep. Op basis hiervan kunnen eventueel acties uitgezet worden om jongeren te activeren en toe te leiden naar de niches op de arbeidsmarkt of jongeren terug te begeleiden naar school. Het voorstel is: ‐ de doelgroep van het Actieplan te verbreden en acties uit te zetten voor het UWV jongeren‐ bestand zonder jongeren met een uitkering (geen WW en geen Wajong). ‐ preventieve acties uit te voeren om jongeren goed te informeren over de beroepskeuze.
Pagina 15 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Uitvoering van het Regionaal Actieplan 2014 – 2015 Het Actieplan kan geen banen creëren maar kan wel door intensief samen te werken met partijen een bijdrage leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. De uitvoering van het Actieplan 2009‐2013 heeft bewezen dat een actieve aanpak lonend is. De kernwoorden in de werkwijze van het Actieplan zijn: gedeelde visie, directe vertaling naar beleid en uitvoering, werkloze jongeren in beeld, samenwerken, verbinden en vertrouwen, afstemming en informeel contact, en met elkaar proberen de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De inzet van het Actieplan 2014 ‐ 2015 is om naast de lopende acties die in dit werkplan beschreven staan, ook de ervaringen en de werkende elementen van de afgelopen jaren in te brengen in de werkwijze van de gemeenten en het onderwijs. De projectmatige werkwijze en de rol van aanjager wordt ingezet om acties en activiteiten met partijen op te pakken en uitvoering en beleid bij elkaar te brengen. Alle acties zijn gericht op jongeren om hen actief en mobiel te houden op de arbeidsmarkt en bovenal uit te uitkering te houden.
Ontwikkelingen/de nieuwe puzzel Het is in de komende periode van belang dat beleidsmatige ontwikkelingen onderling worden afgestemd en er goed gekeken wordt wat de consequenties zijn voordat nieuw beleid op de verschillende terreinen wordt ingevoerd. Zoals het tot stand brengen van de sluitende aanpak in de keten onderwijs ‐ zorg ‐ en WWB. De ontwikkelingen in het onderwijs ‐ Focus op Vakmanschap MBO ‐ Naar toekomstbestendig VMBO ‐ Passend onderwijs Verdere ontwikkelingen ‐ Decentralisatie jeugdzorg ‐ Participatiewet ‐ De bezuinigingen op het participatiebudget, Wajong en WSW ‐ Ontwikkelingen bij het UWV, overdragen Wajong en aandacht voor andere doelgroepen Binnen Focus op Vakmanschap wordt aangegeven dat een aantal jongeren niet meer in het MBO terecht kan. De oplossingen zijn volgens het Rijk het maken van gezamenlijke afspraken tussen onderwijs en gemeenten over in‐ en uitstroom van de Entreeopleidingen, plusvoorziening en overige opvangvoorzieningen voor dreigende uitvallers. De inzet van de externe partners van het MBO en over de gevolgen van de veranderingen Wajong, WSW, WWB en Participatiewet zijn noodzakelijk.
Pagina 16 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Activiteiten In het activiteitenplan 2014‐2015 zetten we de actielijnen uit de eerdere actieplannen voort. De ervaringen van de afgelopen jaren worden meegenomen bij de uitvoering van de nieuwe acties. ‐ (30) regio’s; Regionale samenwerking – Actielijn 2 ‐ School‐ex; Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt – Actielijn 1 ‐ Matching‐offensief– Actielijn 3 ‐ Leerwerkbanen / stage banen – Actielijn 4 ‐ Jongere centraal/ Aanpak jongere in een kwetsbare positie – Actielijn 5 Van de activiteiten die hieronder omschreven staan, is een uitgebreid projectplan beschikbaar en is op de website www.jongerenopdearbeidsmarkt.nl meer informatie te vinden.
Actielijn 2 Regionale samenwerking Aanpak van jeugdwerkloosheid vraagt om samenwerking met verschillende partijen. Het betreft samenwerking tussen afdelingen van de gemeenten, zorgpartijen, onderwijs, werkgevers, het UWV en de projectorganisatie van het Actieplan. De insteek van het Actieplan in de samenwerking is om gezamenlijke acties uit te voeren teneinde de knelpunten, die ervoor zorgen dat er belemmeringen zijn voor jongeren om op de arbeidsmarkt terecht te komen of om terug te gaan naar school, op te lossen. Binnen Holland Rijnland vindt de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid deels sub regionaal plaats. - De voortgang van het Actieplan Jeugdwerkloosheid wordt besproken in het brede RPA overleg. In dit gremium is veel aandacht voor de ontwikkeling van regionaal arbeidsmarktbeleid. De voortgang van het Actieplan wordt besproken in dit overleg. Bestuurders dragen zorg voor het draagvlak van de uitvoering van het Actieplan binnen hun organisaties waardoor de uitvoering van de acties mogelijk is. - Bestuurlijk overleg met de Colleges van Bestuur van de ROC’s en de wethouders Cultuur, Werk & Inkomen en Onderwijs, Sport & Milieu. Het Actieplan beweegt zich op het snijvlak van onderwijs, zorg en werkgelegenheid. Daarnaast sluiten landelijk onderwijsbeleid en onderwijsontwikkelingen niet altijd aan bij het beleid van het ministerie van Sociale Zaken. Op regionaal niveau is het belangrijk dat er gezamenlijk lijnen worden uitgezet om jongeren zo optimaal mogelijk te begeleiden richting de arbeidsmarkt. - In de werkgroep Actieplan Jeugdwerkloosheid treffen uitvoerders elkaar. Het overleg is gericht op informatie uitwisselen en gezamenlijke activiteiten ontwikkelen en uitvoeren. De werkgroep komt maandelijks bijeen. In de werkgroep wordt de voortgang van de activiteiten besproken en worden zo verbindingen gelegd. -
Vanuit de domeinen Onderwijs Zorg en Werk bij de gemeenten zal met een aantal sleutelpartijen bekeken moeten worden hoe de aansluiting onderwijs, arbeidsmarkt en zorg op specifieke punten kan worden verbeterd. Bij het project 3D (de drie decentralisaties) van Holland Rijnland wordt aansluiting gezocht.
Pagina 17 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
-
Regiegroepen VSV jongerenloket en de RMC’s. Er wordt meer aansluiting gezocht bij de activiteiten van de RMC’s Holland Rijnland en Midden West en ROC’s. Er is in de Leidse regio intensief met de mensen die ook betrokken zijn bij vsv/instroomloket van de ROC’s gewerkt aan de instroom van jongeren in het onderwijs middels het Kansloket.
-
Samenwerking met de praktijkscholen en UWV m.b.t. uitstroom leerlingen naar de arbeidsmarkt De centrumgemeente is subsidieaanvrager voor de praktijkscholen voor de ESF subsidie 2014 ‐ 2020. Deze subsidieaanvraag moet voorbereid worden. Aansluiting zoeken bij het leerwerkloket en regionale werkgeversservicepunten. Er wordt gekeken hoe het leerwerkloket een positie kan innemen in het netwerk van voorzieningen en haar taken kan verrichten ten behoeve van de doelgroep. Het leerwerkloket heeft toegang tot de UWV bestanden waardoor de bestandsanalyse uitgevoerd kan worden.
-
-
Samenwerken met de regionale werkgevers(verenigingen). Met de VOA is intensief contact en worden er gezamenlijke activiteiten uitgevoerd welke onderdeel uit maken van hun economisch beleidsplan. Met de BV Leiden is contact. Verder zijn er door de werkzaamheden van het RPA Rijn Gouwe contacten met een groot deel van alle werkgeversorganisaties en hun Onderwijs en Arbeid commissies waarvan het Actieplan gebruik kan maken. Samenwerking met de kenniscentra/SBB. De regionale vertegenwoordiger kenniscentra/SBB is lid van de werkgroep en werkt nauw samen met de partijen binnen het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Kenniscentra zijn branche‐ instituten die in opdracht van OCW de werving en erkenning van leerbedrijven verzorgen. Daarnaast hebben zij in opdracht van de branches een breed aanbod van HR‐ producten en ‐ diensten ontwikkeld voor (leer)bedrijven. Ook op de terreinen van arbeidsmarktinformatie, loopbaanoriëntatie, mobiliteit en toeleiding naar werk bieden zij op regionaal niveau producten en diensten aan. Een aantal kenniscentra kunnen als uitvoeringsorganisatie van sociale partners de verbinding leggen tussen regionale actieplannen jeugdwerkloosheid en sectorplannen.
-
Afstemmingsteam werkgeversdienstverlening Holland Rijnland.
Pagina 18 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Actielijn 1 Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt Kansloket voor de hele regio Doelgroep:
Jongeren met recht op studiefinanciering
Betrokken partijen:
Jongeren en hun ouders, ROC’s, RMC, Project JA, Sociale Diensten
Toelichting
Project Kansloket is op 1 juni 2013 gestart om uitvoering te geven aan ‘onderwijs als voorliggende voorziening voor een WWB‐uitkering’. In project Kansloket werken onderwijs en gemeenten samen. Vanuit een gezamenlijke opvatting op schoolbaarheid hebben zij samengewerkt om school voor deze jongeren een haalbaar alternatief te maken.
Doel:
Zoveel mogelijk jongeren met recht op studiefinanciering terug naar het onderwijs. Jongeren informeren over de wetswijziging en jongeren met een WWB uitkering terugleiden naar school. Knelpunten bij plaatsing signaleren en binnen de besturen bespreekbaar maken.
Beoogde resultaten:
De samenwerking tussen de betrokken partijen waardoor een goede dienstverlening naar jongeren kan plaats vinden. 400 jongeren gescreend en besproken in het Kansloket. Uitvoering van een pilot Kansloket in de Rijnstreek. Jongeren informeren over het gewijzigde beleid.
Omschrijving:
‐ Volgens een methodiek jongeren intensief begeleiden naar school. De methodiek staat beschreven in de notitie Kansloket, zie bijlage 2. ‐ Flyer om jongeren te informeren over de stappen om een uitkering aan te vragen, de rechten en plichten die bij een uitkering horen. ‐ Flyer om jongeren die eraan denken om school te verlaten te informeren over de wetswijziging. Als zij Pagina 19 van 40
Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
geen werk vinden is school hun beste optie. Deze folders worden door de ROC’s, RMC en gemeente verspreid. Omvang en tijd:
Gestart in april 2013. Doorlopend richting startdata scholen. (1 sept/ 1 februari)
Financiering:
ROC’s, RMC’s, Project JA, Sociale Diensten
Voortraject / instroom beroepsonderwijs voor jongeren in de hele regio Doelgroep:
Jongeren met recht op studiefinanciering die om verschillende redenen (nog) niet geplaatst kunnen worden in het onderwijs.
Betrokken partijen:
Jongeren en hun ouders, ROC’s, RMC, Project JA, Sociale Diensten.
Toelichting:
In het project Kansloket is door middel van bemiddeling en casuïstieke toetsing geprobeerd zoveel mogelijk jongeren met een WWB‐uitkering regulier bekostigd onderwijs te laten volgen. Voor veel jongeren met een WWB‐uitkering geldt daarbij dat er sprake is van meervoudige problematiek. De belemmeringen voor het volgen van onderwijs kunnen als volgt geduid worden: ‐Psychische problemen ‐Maximaal haalbare opleidingsniveau bereikt ‐Onvoldoende taalniveau ‐Gedragsproblematiek ‐Zorg voor kinderen ‐Schulden We constateren dat er een tussenvoorziening noodzakelijk is. De bekostiging van het beroepsonderwijs wijzigt waardoor deze groep jongeren nog minder kans krijgt toegelaten te worden tot het onderwijs. Het reguliere onderwijs, wat in de entreeopleiding ontwikkeld zou kunnen worden, past niet voor deze groep. In dit voortraject moet veel ruimte zijn voor pedagogische begeleiding door middel van gedragstraining. Daarnaast moet er veel ruimte zijn voor training van basisvaardigheden en basiscompetenties die een voorwaarde zijn om een succesvol onderwijstraject te volgen binnen een ROC.
Pagina 20 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Doel :
Een nieuwe regionale voorziening waardoor een groep jongeren die nu buiten de boot valt alsnog terug geleid wordt naar school en kansrijker wordt voor de arbeidsmarkt.
Beoogde resultaten:
Experimentele voorziening opzetten en inrichten. ( inhoud, bekostiging en samenwerking) 60 jongeren op jaarbasis terugleiden naar het onderwijs/ ingeschreven krijgen in het onderwijs.
Omschrijving:
Gedurende een half jaar ontvangen jongeren scholing op maat en volgen een stage waardoor zij na een half jaar wel geplaatst kunnen worden in bekostigd onderwijs. Maximale verblijfsduur in de groep : half jaar. Er is een flexibele instroom. Het is een individueel traject. Voor meer informatie is er een projectplan beschikbaar.
Omvang en tijd:
Voorbereiding experiment november 2013 Uitvoering januari 2014 tot en met augustus 2015. Hierna moet duidelijk zijn of er een structurele voorziening in de regio nodig is.
Financiering:
Cofinanciering onderwijs, gemeenten, en AJW. Inzet reeds beschikbare reguliere middelen voor de doelgroep, bijvoorbeeld het Oriëntatiejaar.
School‐ex 2.0 De middelen voor School‐ex gaan per 2013 rechtstreeks naar de ROC’s. Doelgroep:
Jongeren die net hun diploma behaald hebben op het MBO en jongeren die instromen in het onderwijs.
Betrokken partijen:
ROC’s De rol van het Actieplan in deze actie is vooral monitoren van de resultaten.
Doel :
In kaart brengen van de uitstroom van jongeren. Jongeren actief en mobiel op de arbeidsmarkt of terug naar school. Projectplannen worden gemaakt door de ROC’s.
Pagina 21 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Jongeren stimuleren zich op tijd in te schrijven voor een vervolgopleiding; jongeren informeren over de WWB. Bij de uitvoering van school ex 2 kan nog meer accent gelegd worden waar jongeren na diplomering aan het werk gaan. Vanuit deze informatie is arbeidsmarktinformatie te genereren. In deze kennisregio’s is het van belang dat jongeren zo hoog mogelijk zijn opgeleid. Voorkomen dat jongeren met een te lage opleiding minder kansen hebben op werk. Beoogde resultaten:
In overleg met de ROC’s nader vast te stellen.
Omschrijving:
Van het ROC Leiden is een plan van aanpak ontvangen. Er is intensief samengewerkt op de uitvoering van School‐ex. Van het ROC ID College is geen plan ontvangen en er is niet samengewerkt in de uitvoering.
Resultaat school‐ex 2012:
Alle jongeren (+/‐ 2500) zijn geïnformeerd. Arbeidsmarktinformatie t.b.v. de opleiding en aanbevelingen. Monitoren aanbevelingen onderzoek 2012:
Omvang en tijd:
‐ Voorlichting over vervolgopleidingen. ‐ Niet alle cijferlijsten kloppen bij de diploma‐ uitreiking. ‐ Informatie over de arbeidsmarktrelevantie dient bij de aanvang van de opleiding besproken te worden. ‐ Jaarlijkse controle van studenten gegevens is van belang om een kloppende deelnemersadministratie te houden. 2014 en 2015
Financiering:
ROC’s school ex middelen
Pagina 22 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Actielijn 3 Matching‐offensief: Vraag en aanbod bij elkaar brengen. Actielijn 3 Informatie over ontwikkeling op de arbeidsmarkt voor de hele regio Basiscijfers Jeugd. SBB levert aan de arbeidsmarktregio drie maal per jaar de Basiscijfers Jeugd. De Basiscijfers Jeugd zijn bedoeld voor regionaal beleid en voor afstemming van de instroom van jongeren in de beroepsopleidingen ten opzichte van de regionale arbeidsmarkt. Doelgroep:
Jongeren die een beroepskeuze moeten maken. De ouders van de jongeren. Bedrijven.
Betrokken partijen:
SBB/Kenniscentra, UWV WERKbedrijf, Platform beroepsonderwijs, ROC’s en VMBO‐scholen.
Doel:
Geïnformeerde ouders en jongeren. Arbeidsmarktflyer “kans op werk” in februari 2013 en 2014. Bewustwording bij ouders en jongeren van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Beoogde resultaten:
5000 arbeidsmarkt flyers zijn verspreid. Informatie bij ROC’s en scholen.
Omschrijving:
Diverse activiteiten zoals een regionale beroepenmanifestatie samen met de scholen, de VOA en banenmarkten. In samenwerking met het Platform Beroepsonderwijs gaat er weer een brief naar de ouders met informatie van Kenniscentra/SBB (februari 2013). Verdere voorbeelden zijn de arbeidsmarkt 3 daagse van het UWC, waar ook het Leerwerkloket een grote rol speelt. Alsmede de ambachtsroute in Leiden en omgeving samen met het platform onderwijs en partijen werkgevers en het RPA. Monitoren van bewustwording.
Omvang en tijd:
2013 en 2014
Financiering:
Platform beroepsonderwijs en AJW
Pagina 23 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Meer leerwerkbedrijven in de regio (Nieuw) 10x10x10 Doelgroep:
Werkgevers in diverse sectoren
Betrokken partijen:
Werkgeversorganisaties, SBB Agenderen bij VNO/ NCW
Doel:
Meer leerwerkbedrijven in de regio registreren. Alle jongeren met een BBL of BOL opleiding op een leerwerkbaan of stageplek. Waardering en erkenning (positieve aandacht) voor leerwerkbedrijven. Verbinding met beleid in het kader van social return/ maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Beoogde resultaten:
Meer bewustwording bij bedrijven van het belang van leerwerkbedrijven. 250 nieuwe of hernieuwde registraties als leerwerkbedrijf.
Omschrijving:
We vragen tien captains of industry in de regio ambassadeur te worden en de boodschap uit te dragen van het belang van leerwerkbedrijven. (Deze eerste tien bedrijven krijgen mooie basisinformatie om de boodschap uit te dragen en worden ondersteund in zoeken van de publiciteit). We vragen deze 10 bedrijven elk nog 10 andere bedrijven/ ambassadeurs te zoeken. Deze 100 andere bedrijven zoeken ook weer 10 bedrijven zodat we in de regio komen op een netwerk van 1000 actieve leerwerkbedrijven. 250 nieuwe leerwerkbedrijven kunnen jongeren plaatsen. Koppeling met de acties gericht op de tekorten aan stage‐ en leerwerkbanen.
Tijd:
1 november 2013 – 1 juni 2014
Financiering:
AJW
Pagina 24 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Sectorale projecten voor de hele regio Doelgroep:
Jongeren van 18‐27 jaar.
Betrokken partijen:
ROC’s, bedrijven, Kenniscentra, gemeenten en UWV WERKbedrijf. Verbinding zoeken met VNO/NCW i.v.m. Wientjes‐ banen. Werkgevers/werknemers die landelijk sectorale projecten hebben ingediend.
Doel:
Verbinding zoeken met de landelijke sectorale projecten waarin in landelijke projectplannen gelijke afspraken zijn gemaakt. Landelijke afspraken regionaal door te vertalen naar afspraken samen met regionale bedrijven. De uitvoering van sectorale projecten is in 2013/2014 erg moeilijk omdat er nauwelijks groepen jongeren plaatsbaar zijn in bedrijven. Bij niches op de arbeidsmarkt zal opnieuw gestart worden met sectorale projecten. -
Beoogde resultaten: Omschrijving:
Logistiek (KC Handel) IKEA vestiging Winkel assistent (KC Handel) IKEA Duurzaam, industriële lakverwerking (Savantis) (5) - Glanzend, glasbewassing Savantis (5) - Hout‐ en Meubelmaker voor jachtbouw - Oude ambachten (SVGB) (5) - Horeca (Kenwerk) (15) - Wijkleerbedrijf (Calibris) (25) - Assistent voedingsindustrie (5) 90 jongeren Uitvoering is afhankelijk van de arbeidsmarkt. Specifieke afspraken maken met bedrijven over plaatsing van jongeren op de korte en middellange termijn. Jongeren met enige afstand tot de arbeidsmarkt basisvaardigheden laten opdoen waardoor ze nog enige kansen hebben om in te stromen op de arbeidsmarkt en ze arbeidsfit te maken voor sectoren waar enig zicht is op werk op de langere termijn.
Pagina 25 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
BBL opleidingen en BOL opleidingen (financiering uit VSV gelden van de gemeente Leiden). Tijd:
18 maanden
Financiering:
Vanuit OCW bekostiging wordt het onderwijs betaald. O&O fondsen worden aangesproken. Sectorgelden en banenplannen, welke zijn afgesproken met werkgeversorganisaties in het sociaal akkoord worden opgehaald indien mogelijk. Stagevergoeding van de werkgevers om jongeren op de stage te begeleiden. Jongeren volgen het sectoraal project met behoud van uitkering of studiefinanciering? AJW
Werkgeversbenadering voor de hele regio via sub regio’s Doelgroep:
Werkgevers
Betrokken partijen:
RPA, UWV WERKbedrijf, jobcoaches, SW‐bedrijven, gemeenten en regionale werkgeversorganisaties.
Doel:
Beschikbaar hebben van arbeidsmarktgegevens en deze communiceren, plaatsen van jongeren, netwerk van werkgevers is opgebouwd en wordt onderhouden.
Beoogde resultaten:
Arbeidsmarktgegevens zijn beschikbaar. Activiteiten van het Actieplan met werknemersverenigingen uitvoeren
Omschrijving:
Ontwikkeling en uitvoering van regionaal arbeidsmarktbeleid. Werkgevers informeren over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Er wordt gewerkt in een drietrapsraket: 1. RPA (informatie en voorlichting o.a. op netwerkbijeenkomsten waarin informatie gegeven wordt over arbeidsmarkt ontwikkeling). Pagina 26 van 40
Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
2. Activiteiten met werkgeversorganisaties uitvoeren, met als doel werkgevers te informeren over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en beschikbaar arbeidspotentieel. Bijvoorbeeld: In de Rijnstreek het actieplan onderdeel uit te laten maken van het nieuwe economisch beleidsplan van de VOA. 3. Werkgeversservicepunten: (sub‐)regionaal benaderen van werkgevers. Contacten leggen met de bedrijven om jongeren te plaatsen in de bedrijven. Matchen tussen jongeren en werkgevers. Tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Voorliggende voorzieningen en het AJW.
Stage Nieuwe Stijl voor de hele regio Doelgroep:
Jongeren met een hoge opleiding. (MBO 4, HBO en WO). Jongeren die in deze tijd moeilijk aan het werk komen. De stage is gericht op het opdoen van werkervaringen en het vergroten van een kans op de arbeidsmarkt.
Betrokken partijen:
Jongeren en werkgevers en ROC Leiden en het Leerwerkloket.
Doel:
Jongeren meer werkervaring laten opdoen waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot worden. Jongeren bij bedrijven plaatsen waardoor zij zich kunnen profileren en ontwikkelen waardoor ze kansrijker worden op de arbeidsmarkt. Jongeren actief en mobiel houden. Hoger opgeleide jongeren uit de uitkering houden. Arbeidspotentie beschikbaar houden voor deze regio. Jongeren interesseren om zich om te scholen naar techniek. Indien nodig scholen naar vraagbranche.
Beoogde resultaten:
400 jongeren in kaart, in beeld en in beweging
Pagina 27 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
brengen. 250 jongeren zijn na afloop van het project aan het werk in een reguliere baan. 150 jongeren op een traineeship plaatsen. Omschrijving:
Inhoud van het programma 3 dagen stage en 1 dag scholing met een stagevergoeding. Daarnaast hebben de jongeren een bijbaan. Voor de inhoud van het project zie www.jongerenopdearbeidsmarkt.nl .
Tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Werkgevers en AJW
Startup push (Nieuw) Doelgroep:
Jongeren die net zijn afgestudeerd MBO4, HBO en WO.
Betrokken partijen:
Regionale werkgeversorganisaties, bedrijven en begeleidende partij, het Leerwerkloket.
Doel:
Jongeren zijn gestimuleerd om een onderneming te starten.
Beoogde resultaten:
6 jongeren starten een eigen onderneming in de regio.
Omschrijving:
Jongeren stimuleren voor het ondernemerschap. Ze krijgen een intensief programma aangeboden gedurende 3 maanden, waarin ze systematisch aan de slag gaan een idee uit werken dat kan leiden tot een realistisch businessplan.
Tijd:
2013 en 2014
Financiering:
AJW ondersteuning StartupPush
Pagina 28 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Bestandsanalyse (UWV) (Nieuw) Doelgroep:
Alle jongeren die bij het UWV ingeschreven staan als werkzoekende.
Betrokken partijen:
Leerwerkloket, UWV.
Doel:
Inzicht in het arbeidspotentieel in het jongerenbestand van het UWV in de regio. Meer jongeren vanuit het UWV bestand aan het werk. Inzicht waarom de jongeren uit het UWV bestand niet aan het werk komen.
Beoogde resultaten:
Alle 1800 jongeren die zich bij het UWV als werkzoekende hebben ingeschreven in kaart en in beeld brengen. Jongeren begeleiden naar scholing, werk of naar sectoraal instroomproject. Voorkomen instroom van de WW naar de WWB.
Omschrijving:
Via het Leerwerk bestandsanalyse laten uitvoeren op het UWV bestand van werkzoekende jongeren. Welke jongeren hebben er een uitkering (WWB/WW), welke belemmeringen zijn er voor de jongeren, en welke acties kunnen er opgezet worden voor deze jongeren? Deelname aan het project ontsluiting werkzoekenden; een project van het UWV samen met uitzendorganisaties.
Tijd:
December2013‐ 2014 / 2015
Financiering:
UWV, AJW, Leerwerkloket
Pagina 29 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Actielijn 4 Leerwerkbanen/ stagebanen Beroepspraktijkvorming Voldoende leerwerkbanen (BBL‐plekken) Doelgroep:
Jongeren van 18‐27 jaar.
Betrokken partijen:
ROC’s, vmbo‐scholen, kenniscentra/SBB, werkgevers, gemeenten.
Doel:
In de regio bestaat een goed evenwicht tussen vraag en aanbod van BBL‐leerbanen.
Beoogde resultaten:
Er komen geen (ernstige) knelpunten voor in aanbod en vraag van BBL‐leerbanen. Er vindt voortijdige afstemming plaats over vraag en aanbod van BBL‐leerbanen tussen toeleidende scholen, ROC’s en kenniscentra ter voorkoming van knelpunten. Partijen weten welke jongeren nog zoekende zijn. Voor de jongeren die nog zoeken, worden gerichte acties opgezet. Voor studenten die buiten hun schuld de leerbaan kwijtraken, wordt door school in samenspraak met het kenniscentrum gericht actie ondernomen, waarmee de opleiding geen vertraging oploopt. De uitvoering van de beroepspraktijkvorming (BPV) vindt plaats volgens het BPV‐protocol. In het BPV‐ protocol staat aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is in de uitvoering van de beroepspraktijkvorming.
Omschrijving:
Voor BBL‐studenten die bij de start van hun opleiding op 1 oktober daaropvolgend nog geen leerbaan en BPV‐overeenkomst hebben, stopt de bekostiging van de opleiding. Uitgangspunt is dat vóór 1 oktober van het nieuwe schooljaar alle BBL studenten een BBL‐leerbaan hebben en een BPV‐overeenkomst is afgesloten. Het is daarom gewenst dat nieuwe studenten bij inschrijving bij het ROC voor een BBL‐opleiding in het Pagina 30 van 40
Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
bezit zijn van een leerbaan bij een erkend leerbedrijf. Tussen 1 september en 1 oktober kan het ROC met het bedrijf de BPV‐overeenkomst afsluiten. Kenniscentra geven voorlichting over de situatie op de arbeidsmarkt aan schooldecanen/studie‐ loopbaan begeleiders en mentoren van toeleidende scholen. Leerlingen en ouders van eindejaars leerlingen VO worden geïnformeerd over ‘Kans op werk’. Er is invulling gegeven aan de vraag: ‘Wie begeleidt de leerling in het zoeken naar een BBL‐leerbaan?’ Ter bepaling in welke sectoren BBL‐leerbanen beschikbaar zijn raadpleegt men de beschikbare arbeidsmarktinformatie en het register van erkende leerbedrijven www.stagemarkt.nl Partijen weten welke jongeren nog zoekende zijn. Voor de jongeren die nog zoeken, worden gerichte acties opgezet. Acties kunnen zijn speed‐meets, inzet uitzendbureaus, wervingsactiviteiten en andere oplossingen. Daar waar mogelijk worden jongeren begeleid naar een andere opleiding waar wel BBL‐leerbanen beschikbaar zijn, of naar een BOL‐opleiding Omvang en tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Reguliere ROC middelen, SBB middelen en AJW middelen.
Voldoende stageplekken (BOL‐plekken) Doelgroep:
Jongeren van 18‐27 jaar.
Betrokken partijen:
Kenniscentra/SBB, ROC’s en werkgevers.
Doel:
In de regio bestaat een goed evenwicht tussen vraag en aanbod van stageplaatsen in alle sectoren. De ontwikkelingen op de stagemarkt worden gemonitord en gebruikt voor de instroombepaling van de scholen. Tekorten aan stageplaatsen worden door de school nauwkeurig in kaart gebracht en vroegtijdig gemeld Pagina 31 van 40
Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
bij de kenniscentra. Partijen weten welke jongeren nog zoekende zijn. Voor de jongeren die nog zoeken, worden gerichte acties opgezet. De uitvoering van de beroepspraktijkvorming (BPV) vindt plaats volgens het BPV‐ protocol. In het BPV‐ protocol staat aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is in de uitvoering van de beroepspraktijkvorming Beoogde resultaten:
Voortijdige afstemming over vraag en aanbod van stageplaatsen tussen ROC’s en kenniscentra ter voorkoming van knelpunten. Minimaal 2x per jaar afstemmingsoverleg. Er komen geen (ernstige) knelpunten voor in aanbod en vraag van stageplaatsen in alle sectoren.
Omschrijving:
Uitgangspunt is dat alle BOL‐studenten op tijd een passende stageplaats hebben voor hun opleiding. ROC en kenniscentra maken voortijdig afspraken over benodigd aantal BBL‐leerbanen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Basiscijfers Jeugd en en SBB‐ Barometer. Scholen zijn verantwoordelijk voor de match tussen student en stagebedrijf en maken gebruik van het register van erkende leerbedrijven op www.stagemarkt.nl. Scholen en kenniscentra ontwikkelen gerichte werving van BOL stageplaatsen bij concrete tekorten. Wanneer vraag en aanbod te sterk uit elkaar liggen vind er overleg plaats met de sector en met de gemeenten. Dit kan leiden tot een bijzondere voorziening met additionele ondersteuning. Acties kunnen zijn speed‐meets, inzet van uitzendbureaus, wervingsactiviteiten en andere oplossingen. Daar waar mogelijk worden jongeren begeleid naar een andere opleiding waar wel BBL‐leerbanen beschikbaar zijn.
Pagina 32 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Omvang en tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Reguliere ROC middelen en SBB middelen, additionele middelen.
Pagina 33 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Actielijn 5 Jongere centraal /Aanpak jongere in een kwetsbare positie Bestandsanalyse (WWB) Leiden, ISD‐gemeenten Doelgroep:
Alle jongeren die een WWB uitkering ontvangen / ontvingen.
Betrokken partijen:
Project JA, Werk en Inkomen.
Doel:
Alle jongeren met een uitkering in kaart en in beeld brengen. Op basis van de bestandsanalyse wordt de aanpak van Project JA aangepast. Nieuwe trends worden snel opgepikt en gerichte acties kunnen opgezet worden.
Beoogde resultaten:
1000 jongeren per jaar zijn in beeld.
Omschrijving:
Op basis hiervan wordt de koers voor 2013 uitgezet. Het is van belang goed inzicht te krijgen in het bestand en de belemmeringen in kaart te brengen. Door dit inzicht wordt gekeken welke instrumenten het effectiefst ingezet kunnen worden.
Tijd:
Elk jaar
Financiering:
AJW
Pagina 34 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Project JA gemeenten Leiden‐Leiderdorp, Katwijk en ISD gemeenten daarnaast worden deelnemers uit de Rijnstreek op verzoek geplaatst Doelgroep:
Jongeren van 18‐27 jaar die een uitkering hebben of aanvragen.
Betrokken partijen:
gemeenten Leiden, Leiderdorp, Katwijk en de gemeenten horend bij de ISD Bollenstreek, Rijnstreek, Maregroep, DZB, UWV WERKbedrijf, ROC’s en Cardea en UWV. Op individuele basis jongeren uit de Rijnstreek in afwachting van de inrichting van het RUO. RPA (leerwerkloket Rijn Gouwe)
Doel:
Alle jongeren die een uitkering aanvragen. +/‐ 800 jongeren op jaarbasis krijgen een kwalitatief ondersteuningsaanbod. Het aantal jongeren met een uitkering terug te brengen door jongeren intensief te begeleiden naar de arbeidsmarkt of terug te geleiden naar school of naar een sectoraal instroomproject. Een kwalitatief goede aanpak neerzetten om jongeren uit de uitkering te houden of te begeleiden.
Beoogde resultaten:
Minder dan 500 jongeren hebben een WWB‐uitkering in de regio. 1500 jongeren worden intensief begeleid nadat zij een uitkeringsaanvraag hebben gedaan.
Omschrijving:
Intensieve begeleiding, dagbesteding en trainingen voor jongeren met een WWB‐uitkering om ze zo goed mogelijk naar school of werk te begeleiden. De jongeren behouden hun arbeidsritme en ontwikkelen o.a. hun sollicitatie‐, presentatie‐ en taalvaardigheden. Met de betrokken partijen, Werkhotel/ Cardea, Oriëntatiejaar, Veiligheidshuis, ROC’s etc. wordt het netwerk rondom de jongere steeds hechter en kwalitatief verbeterd waardoor de jongeren beter begeleid worden richting arbeidsmarkt of scholing. Er is extra aandacht voor de begeleiding van jonge moeders. Er is specifieke aandacht voor de over vertegenwoordiging van allochtonen in de WWB. Er wordt waar mogelijk gewerkt met de methodiek 1 Pagina 35 van 40
Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
jongere, 1 plan. Beleidsmatig zie ook beleidsplan Aanpak jongeren naar werk project JA. Tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Gemeenten, Leerwerkloket en AJW
Samenwerking praktijkscholen (jongeren in een kwetsbare positie) Doelgroep:
Alle leerlingen van de Praktijkschool die uitstromen en de leerlingen het jaar vóór uitstroom.
Betrokken partijen:
UWV, MEE, Kristal, Kenniscentra/SBB, DZB, Re‐ integratie Leiden, Jongerenloket.
Doel:
Jongeren in kaart en in beeld brengen zodat ze niet bij problemen in een begeleidings‐/hulpverleningscircuit terecht komen.
Beoogde resultaten:
Vooruitlopend op de situatie dat de Wajong bij de gemeente komt te liggen, een samenwerking organiseren waardoor er zicht is op de doelgroep kwetsbare jongeren. X sollicitatietrainingen en Y jongeren geplaatst. Voorbereiding op de nieuwe ESF aanvraag 2014‐ 2020
Omschrijving:
Er is contact met de praktijkscholen over de uitstroom van leerlingen naar de arbeidsmarkt. Een prognose van de uitstroom maken samen met de betrokken partijen. Jongeren van de praktijkschool geplaatst krijgen op een school of bij een baan door de inzet van diverse acties vanuit de uitvoerende partijen. Extra sollicitatietraining voor jongeren van de praktijkschool.
Omvang en tijd:
2014 en 2015
Financiering:
Voorliggende voorziening en aanvullend AJW.
Pagina 36 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Versterking Serviceplein, Startbaan en Werkgeversservicepunt Rijnstreek Doelgroep:
Jongeren tot 27 jaar
Betrokken partijen:
Serviceplein, Startbaan, Werkgeversservicepunt Rijnstreek, ROC’s, RMC, leerwerkloket
Doel en beoogde resultaten:
Begeleiden van jongeren richting onderwijs en/of werk
Omschrijving:
Preventie van uitval, informatievoorziening aan jongeren, analyse van het bestand, versterking van de begeleiding richting onderwijs en/ of werk .
Omvang en tijd:
50 jongeren in 2013 en 100 jongeren in 2014
Financiering:
AJW
Project voor jongeren met een detentieverleden (Nieuw) Plustraining Doelgroep: Jongeren van 18‐27 jaar met een uitkering en een detentieverleden waarvan de afstand tot de arbeidsmarkt op moment van aanmelding niet overbrugbaar is. Betrokken partijen:
Veiligheidshuis en gemeenten.
Doel:
Jongeren zijn in beeld en hebben dagbesteding (Werk of school) en inkomen.
Beoogde resultaten:
15 deelnemers begeleid naar scholing of werk.
Omschrijving:
Dagbesteding of werkgelegenheidsproject voor ex‐ gedetineerden die niet bemiddelbaar zijn naar de arbeidsmarkt.
Omvang en tijd:
2013 ‐ 2014 ‐ 2015
Financiering:
Veiligheidshuis, Welzijn en Werk & Inkomen
Pagina 37 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Jonge moeders in Leiden en Rijnstreek Doelgroep:
Jonge moeders met een WWB‐uitkering.
Betrokken partijen:
Project JA, Cardea, JES Rijnland.
Doel:
Jonge moeders terug te geleiden naar werk en/of scholing. Jonge moeders ondersteunen bij het ouderschap.
Beoogde resultaten:
30 Jonge moeders in Leiden worden intensief begeleid. 10 naar arbeid of onderwijs. 15 Jonge moeder in de Rijnstreek worden intensief begeleid. 7 naar arbeid of onderwijs
Omschrijving:
Groepsbijeenkomsten met jonge moeders waarin mogelijke problemen met kinderen/ouderschap aan bod komen.
Omvang en tijd:
2014 ‐ 2015
Financiering:
AJW
Wonen, werken en leren voor jongeren (onderzoek activiteit) (Nieuw) Doelgroep:
Jongeren in een kwetsbare positie met een WWB uitkering.
Betrokken partijen:
Gemeente Leiderdorp, Leiden en IKEA.
Doel:
Ontwikkeling van een plan samen met IKEA en de gemeente. Een duurzame woonvoorziening voor een specifieke groep jongeren in samenhang met Kamers met Kansen en het Werkhotel van Cardea.
Beoogde resultaten:
Op termijn een voorziening voor 8‐10 jongeren gekoppeld aan jeugdzorg.
Omschrijving:
Huisvesting voor jongeren waarin wonen, werken en leren wordt gecombineerd.
Omvang en tijd:
Voorbereiding en onderzoek in 2013 en 2014.
Financiering:
AJW voorbereiding.
Pagina 38 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015
Meester gezel (Nieuw) Begeleiding jongeren op de werkvloer door (werkzoekende) ouderen Doelgroep:
Jongeren die moeite hebben zich te handhaven op de werkvloer en onvoldoende begeleiding krijgen vanuit het onderwijs.
Betrokken partijen:
VOA, Werkgevers die stage bieden, Jongeren, oudere werkzoekenden.
Doel:
Jongeren intensief begeleiden op de arbeidsmarkt door ervaren werknemers.
Beoogde resultaten:
25 jongeren worden begeleid.
Omschrijving:
Begeleiding volgens een nieuw model. In relatie met de landelijke sectorale projecten.
Omvang en tijd:
Jan 2014 ‐ 6 maanden als experiment.
Financiering:
AJW Verbinden met sectorale projecten uit het sociaal akkoord.
In dit stuk is gebruik gemaakt van het evaluatierapport Actieplan jeugdwerkloosheid. Bron: Samen in Actie: Evaluatierapport Actieplan Jeugdwerkloosheid. Research voor Beleid, projectnr. B3896 (2011). Dit document is zorgvuldig samengesteld met dank aan RPA Rijn‐Gouwe, SBB, ROC Leiden en Holland Rijnland.
Pagina 39 van 40 Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2014‐2015