Regio’s in economisch perspectief 2013
Colofon
Auteurs Stef Bais Henk van den Brink Thijs Geijer Rico Luman Ferdinand Nijboer Robbert-Jan Visser Redactie Ferdinand Nijboer Marcel Peek
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig fi nancieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 30 november 2012. De regionaal economische kerncijfers zijn afgesloten op 22 november 2012.
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 2
Inhoudsopgave
Voorwoord 4 Grote verschillen in werkloosheidsgroei per provincie 5 Regionaal economische kerncijfers 11 Groningen 11 Oost-Groningen 14 Delfzijl en omgeving 17 Overig Groningen 20 Friesland 23 Noord-Friesland 26 Zuidwest-Friesland 29 Zuidoost-Friesland 32 Drenthe 35 Noord-Drenthe 38 Zuidoost-Drenthe 41 Zuidwest-Drenthe 44 Overijssel 47 Noord-Overijssel 50 Zuidwest-Overijssel 53 Twente 56 Gelderland 59 Veluwe 62 Achterhoek 65 Arnhem/Nijmegen 68 Zuidwest-Gelderland 71
Noord-Holland 80 Kop van Noord-Holland 83 Alkmaar en omgeving 86 IJmond 89 Agglomeratie Haarlem 92 Zaanstreek 95 Groot-Amsterdam 98 Het Gooi en Vechtstreek 101 Zuid-Holland 104 Agglomeratie Leiden en Bollenstreek 107 Agglomeratie ‘s-Gravenhage 110 Delft en Westland 113 Oost-Zuid-Holland 116 Groot-Rijnmond 119 Zuidoost-Zuid-Holland 122 Zeeland 125 Zeeuwsch-Vlaanderen 128 Overig Zeeland 131 Noord-Brabant 134 West-Brabant 137 Midden-Brabant 140 Noordoost-Brabant 143 Zuidoost-Brabant 146
Utrecht 74 Flevoland 77
Limburg 149 Noord-Limburg 152 Midden-Limburg 155 Zuid-Limburg 158
Bijlagen 161 Contactpersonen 161 Lijst met gebruikte afkortingen 162 Technische toelichting bij regionale economische kerncijfers 163
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 3
Voorwoord
Ondernemen in turbulente tijden is dynamisch en vraagt veel van ondernemers en bedrijven. Resultaten uit het verleden, trends en ontwikkelingen, de stand van de economie, het overheidsbeleid, de ontwikkelingen in de sector, administratieve lastendruk, prestaties van branchegenoten: het zijn allemaal voorbeelden van factoren die van belang zijn voor het succes van de onderneming. Kennis over deze – en andere – omgevingsfactoren is relevante managementinformatie, waarop belangrijke strategische keuzes in de onderneming kunnen worden gemaakt. ING ziet het als haar taak om ondernemers te helpen, ook in economisch moeilijke tijden, mede door kennis over de markt, de sector en de regio te delen met haar klanten. Voor ondernemend Nederland publiceert het ING Economisch Bureau regelmatig sector- en regiovisies. De kennis die de ING heeft over de markt waarin ondernemingen opereren, delen we ook in grote en kleinere bijeenkomsten, maar ook in een-op-een rapportages, zoals de Conditietest voor bedrijven en instellingen en de Bedrijfsscan voor MKBbedrijven. Met de Conditietest delen we met de onderneming de strategische en fi nanciële inzichten en bespreken we hoe deze aansluiten op zijn strategische plannen. De Bedrijfsscan biedt de mogelijkheid voor MKB-ers om met de ING-relatiemanager te sparren over kansen in de bedrijfsvoering. Regio’s in economisch perspectief 2013 richt zich op de directe geografische omgeving van de onderneming. Het beschrijft de ontwikkelingen in de 12 provincies en hun 38 regio’s, die samen Nederland vormen. De bevolkingssamenstelling, economische ontwikkeling, de arbeidsmarkt,
sectorstructuur en de huizenmarkt zijn in kaart gebracht en het rapport schetst de belangrijke economische trends voor het komende jaar. Ik vertrouw erop dat dit rapport een handvat biedt om nog beter te ondernemen. De relatiemanagers van de ING staan klaar om u hierbij verder te helpen.
Annerie Vreugdenhil Directeur Zakelijk ING Nederland
Leeswijzer Deze regio’s in economisch perspectief 2013 bestaat uit een overzicht van de regionale economische ontwikkelingen in 2013, specifiek voor de economische groei en de arbeidsmarkt. Verder is voor 12 provincies en 38 regio’s een overzicht opgenomen met daarin de regionale economische kerncijfers. Per gebied worden de stand van zaken en de vooruitzichten op het vlak van bevolking, economische ontwikkeling, arbeidsmarkt, sectorstructuur en huizenmarkt geschetst.
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 4
Grote verschillen in werkloosheidsgroei per provincie In 2013 kampen evenals in 2012 vrijwel alle regio’s met een krimpende economie en oplopende werkloosheid. Alleen voor Flevoland wordt voor volgend jaar geen krimp (0,0%) van de economie voorzien. De werkloosheid loopt in 2013 sterk uiteen: van 5,8% in Zeeland tot 9,9% in Flevoland. Deze laatste provincie neemt volgend jaar dus een bijzondere positie in, door als enige provincie niet te krimpen en de hoogste werkloosheid te noteren. Dit is tekenend voor een stagnerende regionale economie die groei put uit bevolkingstoename, maar door toestroom van jongeren op de arbeidsmarkt kampt met snel oplopende werkloosheid. Negatieve groeivooruitzichten voor 2013 De groeivooruitzichten voor de Nederlandse economie zijn voor 2013 negatief. De krimp wordt naar verwachting -0,5% (2012: -1,0%). Dit, terwijl er in de afgelopen vijf jaar vanwege het optreden van twee recessies, ook al per saldo nauwelijks sprake is geweest van groei. Huishoudens zullen naar verwachting volgend jaar voor het derde achtereenvolgende jaar hun uitgaven terugschroeven. Dit onder invloed van bezuinigingen, lastenverzwaringen, een aanhoudend zwakke woningmarkt en verder oplopende werkloosheid. Ook het lage consumentenvertrouwen en de heersende onzekerheid ten aanzien van de voor latere jaren te verwachten eigen fi nanciële situatie maakt de gemiddelde consument terughoudend bij het doen van grote uitgaven.
Jaren van economische stagnatie hebben bij veel bedrijven tot overcapaciteit en verminderde fi nanciële weerbaarheid geleid. Bij vooralsnog sombere vraagvooruitzichten lijkt het dan ook aannemelijk dat de bedrijfsinvesteringen niet snel zullen aantrekken. De groeimotor van de Nederlandse economie lijkt volgend jaar dan ook, net zoals in 2012, de uitvoer te gaan worden. Maar omdat in veel landen onder invloed van overheidsmaatregelen het tempo van economische groei onder druk komt te staan, zal deze motor volgend jaar minder hard draaien dan in 2012.
Flevoland en Noord-Holland koplopers, maar zonder groei Het landelijke economische beeld is op nagenoeg alle provincies van toepassing. Ook in 2013 zijn de regionale verschillen in economische groei niet al te groot. Vanuit provincieperspectief bezien is het Flevoland dat als enige provincie niet zal krimpen in 2013: 0,0% (tabel 1). Flevoland kent al jaren een relatief sterke bevolkingsgroei, waardoor de consumptie, zelfs bij een gelijkblijvend consumptieniveau per persoon, toe kan nemen. Consumentensectoren als detailhandel en horeca beperken hierdoor de invloed van de teruglopende koopkracht. In de Randstedelijke provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland blijft de krimp beperkt (-0,3% tot -0,4%). Groot-Amsterdam is de enige regio in Nederland die groeit, ook al is het maar met 0,1%. De regio combineert groei in logistiek (Schiphol) en (internationale) groothandel met een bovengemiddelde bevolkings-
Tabel 1 Top 3 provincies naar economische groei 2011-2013 Rang 1 2 3
2011 Noord-Brabant Flevoland Utrecht
* Ramingen ING Economisch Bureau Bron: CBS
2,1% 2,0% 2,0%
2012* Zeeland Groningen Zuid-Holland
0,2% -0,1% -0,7%
2013* Flevoland Noord-Holland Utrecht
0,0% -0,3% -0,3%
groei. Utrecht kent een bovengemiddelde bevolkingsgroei, maar ook de zorgsector levert een bijdrage. In Zuid-Holland is het Den Haag dat de kar trekt.
Tabel 2 Regionale economische groei 2011-2013
Provincie
Groei 2011
Groei 2012*
zijn de drie provincies met de geringste bevolkingsgroei. In Friesland speelt ook een rol dat de oververtegenwoordigde agrarische sector volgend jaar naar verwachting minder presteert dan in 2012. In Drenthe zijn bouw, zorg en landbouw sterk aanwezig, maar deze sectoren krimpen in 2013 (bouw) of groeien in een lager tempo (zorg en landbouw).
Groei 2013*
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
-3,0% 0,8% 1,3% 1,9% 2,0% 1,5% 2,0% 1,0% 1,5% -0,1% 2,1% 1,0%
-0,1% -1,3% -1,0% -1,5% -0,8% -1,3% -1,0% -0,9% -0,7% 0,2% -1,5% -0,8%
-0,4% -0,7% -0,8% -0,6% 0,0% -0,6% -0,3% -0,3% -0,4% -0,9% -0,6% -0,9%
Nederland
1,2%
-1,0%
-0,5%
Uiteenlopende provinciale belangen in de economie In figuur 1 is te zien dat de provincies heel verschillende bijdragen leveren aan de Nederlandse economie. De bijdrage loopt uiteen van 1,7% door Flevoland tot 21% door Zuid-Holland. Deze provincies verschillen dan ook sterk in bijvoorbeeld het aantal inwoners en de hoeveelheid bedrijven. Het aandeel van een provincie in de omvang van de economie wordt deels weerspiegeld in de bijdrage die de provincies aan de economische groei in 2013 leveren. Het bovengemiddelde groeicijfer van Flevoland compenseert
Figuur 1 Het belang van de provincies in de Nederlandse economie
* Ramingen ING Economisch Bureau Bron: CBS
Krimp economie Oost-Nederland en Groningen rond het gemiddelde In Overijssel en Gelderland neemt de omvang van de provinciale economie in 2013 af met 0,6%. De grootste krimp in Gelderland vindt plaats in de Achterhoek (bouw, bevolkingskrimp). In Overijssel voorkomt de aantrekkende metaal- en machine-industrie (sterk vertegenwoordigd in Twente en Noord-Overijssel) een nog grotere economische terugval vanwege de sterke concentratie van de slecht presterende bouw. Groningen presteert in lijn met het landelijke gemiddelde, ondanks het feit dat twee van haar gebieden in de onderste regionen verkeren. Binnen Groningen compenseert de economisch grote regio Overig Groningen (o.a. stad Groningen en Eemshaven), vooral dankzij een stabiele ontwikkeling van gasopbrengsten, de zwakke positie van de kleine regio’s Oost-Groningen en Delfzijl en omgeving. Overig Groningen behoort tot de groep van 4 regio’s (van de in totaal 40 onderscheiden regio’s), die in 2013 niet krimpt. Bevolkingskrimp versterkt economische krimp Zeeland, Limburg, Drenthe en Friesland laten in 2013 naar verwachting de laagste groei van alle provincies zien (van -0,7% tot -0,9%). Zeeland en Limburg hebben vooral last van de lage bevolkingsgroei en de terugval van de groei in de chemische industrie. Friesland, Drenthe en Zeeland
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 6
■ ■ ■
Aandeel > 10% Aandeel 5-10% Aandeel 0-5%
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Tabel 3 Top 3 economische groei- en krimpregio’s 2011-2013 Rang
2011
1 2 3
Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Overijssel Noord-Limburg
38 39 40
IJmond Delfzijl en omgeving Overig Groningen
2012*
3,5% 2,5% 2,2%
Zeeuwsch-Vlaanderen Delfzijl en omgeving Overig Groningen
1,2% 1,1% 0,1%
-0,8% -1,8% -3,7%
Achterhoek Zuidoost-Zuid-Holland Oost-Zuid-Holland
-2,1% -2,2% -2,2%
2013* Groot-Amsterdam Flevoland ‘s-Gravenhage
0,1% 0,0% 0,0%
Zuid-Limburg Zuidoost-Drenthe Zeeuwsch-Vlaanderen
-1,1% -1,2% -1,4%
* Ramingen ING Economisch Bureau Bron: CBS
de krimp van de Nederlandse economie als geheel nauwelijks. Ook de invloed van de relatief sterke krimp in Zeeland op de hele Nederlandse economie is beperkt.
Figuur 2 Economische groei- en krimpregio’s in 2013
Hoogste economische krimp in noordoostelijke en zuidwestelijke regio’s In negen van de veertig regio’s is de economische krimp tegen de 1 tot 1,5%, dus het dubbele tot drievoudige van de Nederlandse groeidaling (figuur 2). Zeeuwsch-Vlaanderen is naar verwachting de hekkensluiter in 2013. De regio blijft daarmee Oost-Groningen, Zuid-Limburg en ZuidoostDrenthe voor. Deze regio’s zijn gebieden met bevolkingskrimp, een remmende factor voor economische groei. Zeeuwsch-Vlaanderen wordt in 2013 fors geraakt door de lagere groei van de chemische industrie, die ruim een derde van de regionale economie vertegenwoordigt. De regionale arbeidsmarkt in mineur ING Economisch Bureau verwacht in 2013 een verdere stijging van de werkloosheid in alle provincies. In de tweede helft van 2011 is een trend van een snel toenemend aantal werklozen ingezet, gelijktijdig met een krimpende economie. Ook in de eerste tien maanden van 2012 liep de werkloosheid op, met gemiddeld bijna 7.000 per maand. Dit terwijl in de eerste twee kwartalen de economie licht groeide. De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de economische situatie en zal dat ook blijven doen in 2013, zeker omdat in het derde kwartaal de economie fors inzakte en ook voor het vierde kwartaal krimp wordt voorzien.
■ ■ ■ ■ ■
(Nul)groei Beneden gemiddelde krimp Gemiddelde krimp Bovengemiddelde krimp Sterke krimp
Bron: ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 7
Hoewel de bouw, de industrie en de fi nanciële dienstverlening het vaakst genoemd zijn bij de recente hausse aan aangekondigde reorganisatieplannen, zijn er weinig sectoren die ontkomen aan het verlies aan banen. Ook openbaar bestuur en overheid voelen inmiddels de twee jaar geleden aangekondigde sanering van het ambtenarenapparaat. Alleen de groeiende en arbeidsintensieve zorgsector blijft extra banen realiseren, maar ook die banenmotor stokt langzaam maar zeker. Omdat het banenverlies door vrijwel alle sectoren heenloopt, krijgen ook alle regio’s te maken met oplopende werkloosheid in 2013. De regionale verschillen zijn echter groot (figuur 3). In Flevoland en de drie noordelijke provincies zal de gemiddelde werkloosheid rond de 9%
Figuur 3 Verwachte werkloosheidspercentages in 2013 (en 2012) per provincie
Figuur 4 Verwachte spreiding gemiddelde werkloze beroepsbevolking (580.000) in 2013 per provincie
25.000
9,3% (7,7%) 26.000
8,9% (7,6%)
21.000
9,6% (7,6%)
6,9% (6,1%)
92.000 9,9% (8,3%)
7,1% (6,1%)
20.000
6,9% (6,1%)
43.000
6,8% (6,1%)
63.000
137.000
8,2% (7,3%)
74.000
6,3% (5,6%) 5,8% (4,5%)
10.000 6,5% (5,7%)
■ ■ ■ ■ ■
36.000
Lage werkloosheid Beneden gemiddelde werkloosheid Gemiddelde werkloosheid Bovengemiddelde werkloosheid Hoogste werkloosheid
Bron: ING Economisch Bureau
uitkomen. Ook Zuid-Holland, dat met naar schatting 137.000 werklozen volgend jaar voor bijna een kwart bijdraagt aan de totale werkloosheid, heeft met 8,2% een bovengemiddeld hoge werkloosheid. Zeeland blijft de positieve uitschieter, met in 2013 bijna 6% werkloosheid, onder het geraamde landelijke gemiddelde van 7,3% voor heel 2013 (6,4% in 2012). Het aantal werklozen ligt door ontslagen in bijvoorbeeld de Zeeuwse industrie (Dow Chemical, Zalco, Thermphos) wel fl ink hoger dan in 2011.
Flevoland en noordelijke provincies hebben hoogste werkloosheidspercentages De provincie met het hoogste gemiddelde werkloosheidspercentage in 2013 is naar verwachting Flevoland (9,9%). Afwisselend met Groningen en eenmalig Drenthe of Friesland neemt deze provincie in de afgelopen drie jaar deze niet benijdenswaardige koppositie in. Overigens is in 2013 de totale werkloze beroepsbevolking in deze vier provin-
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 8
33.000
Bron: ING Economisch Bureau
cies (92.000) gelijk aan die in de hele provincie NoordHolland (figuur 4). De noordelijke provincies hebben vanouds een hogere werkloosheid dan geheel Nederland en ook in 2013 (met alle drie percentages van rond de 9%) is dit toch weer het geval. Het goede nieuws voor de toekomst is echter dat het verschil in het afgelopen decennium steeds kleiner is geworden. De stijging van de noordelijke werkloosheid wordt enigszins gedempt door de zorgsector. Het aantal banen in de arbeidsintensieve zorg is in alle noordelijke deelgebieden behalve Zuidoost-Drenthe verhoudingsgewijs hoger dan gemiddeld in Nederland. De zorgvraag zal vanwege de sterkere vergrijzing in het noorden van het land de komende jaren zeker blijven stijgen. De relatief sterke groei van de beroepsbevolking in Flevoland beperkt het percentage van de werkloosheid in deze provincie nog. De groei van het aantal werklozen is vooral het gevolg van een hogere toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt. Flevoland heeft vooral last van de kentering op de arbeidsmarkt in Amsterdam, de meest populaire werkstad voor inwoners van Almere.
Gevarieerd beeld werkloosheid in Randstad provincies Amsterdam (7,0%) noteerde in het derde kwartaal van 2012 al een bovengemiddeld hoog werkloosheidspercentage. Echter, in Rotterdam (12,1%) en Den Haag (11,2%) lagen die percentages nog fors hoger. In Noord-Holland blijft de werkloosheid ook in 2013 met 6,9% beneden het nationale gemiddelde, maar ook daar slinkt het aantal banen in hoog tempo. Dit komt vooral doordat de Amsterdamse banenmotor (goed voor 60% van de Noord-Hollandse banen) begint te haperen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de reorganisaties in de sterk vertegenwoordigde fi nanciële sector. Niet alleen banken en verzekeraars, maar ook tussenpersonen lijden onder de aanhoudende crisis in Europa en op de Nederlandse woningmarkt. Ook in en rond Rotterdam en Utrecht, maar ook bijvoorbeeld Leeuwarden, waar de fi nanciële sector oververtegenwoordigd is, leidt dit tot een verhoudingsgewijs sterker banenverlies. Daar komt voor diverse grote steden nog bij dat grote aantallen studenten zich na verlenging van hun studieperiode alsnog hebben gemeld op de arbeidsmarkt. Het aandeel Utrechtse jongeren (tussen 15 en 27 jaar) bijvoorbeeld dat als niet werkend staat ingeschreven is fors toegenomen (met 12%). Dat de in 2013 verwachte werkloosheid in Zuid-Holland met 8,2% boven en in Utrecht met 7,1% onder het nationale gemiddelde (7,3%) ligt, heeft te maken met de prominente aanwezigheid van logistieke en bouwbedrijven in Rotterdam, sectoren die het al langere tijd zwaar te verduren hebben. In Utrecht zijn vooral de stabielere zakelijke dienstverlening en overheid goed vertegenwoordigd. Zuid-Holland en Utrecht zijn echter ook de twee provincies met de meest overheidsgevoelige economieën van ons land. Door bezuinigingen en reorganisaties bij ministeries, Belastingdienst, Defensie en andere overheidsdiensten zal het aantal ambtenaren in deze provincies sterker dalen dan elders en de werkloosheid een sterkere negatieve impuls krijgen. De inkrimping van de overheid en het openbaar bestuur trekt uiteraard een zware wissel op de Haagse arbeidsmarkt. Ook in 2013 en 2014 zal dit tot verder banenverlies leiden, rond Den Haag, maar ook in Utrecht, Assen, Groningen en andere steden met een sterk vertegenwoordigde overheidssector.
Gelderland en Overijssel zijn middenmoters Gelderland en Overijssel zijn waarschijnlijk de meest ‘doorsnee’ provincies van ons land. Wat betreft werkloosheid liggen ze met percentages van tegen de 7% net onder het Nederlandse gemiddelde. Wat sectorstructuur betreft zijn er in vergelijking met andere provincies relatief weinig uitschieters ten opzichte van de nationale sectorstructuur. Alleen banen in industrie en bouw zijn oververtegenwoordigd in deze provincies. Reorganisaties in deze sectoren
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 9
zijn evenals in 2009 en 2010 aan de orde van de dag. Het verschil is echter dat de destijds ingevoerde deeltijd WW (waarvan Gelderlanders na Brabanders het meeste gebruik maakten) niet meer bestaat. Bovendien zijn de fi nanciële reserves van bedrijven op, zodat personeel niet meer kan worden vastgehouden als de omzetten en resultaten teruglopen. De Achterhoek heeft met veel bouwbedrijven en een economische krimp in zowel 2012 als 2013 een kwetsbare arbeidsmarkt. Geluk bij een ongeluk is nog dat door vergrijzing de beroepsbevolking in deze regio krimpt, hetgeen het aantal werklozen door de vervangingsvraag enigszins drukt.
Zuid-Nederland behoudt laagste werkloosheidspercentages Zeeland heeft in absolute zin (hooguit 10.000 werklozen in 2013) en relatief de laagste werkloosheid van Nederland. Met een verwachte werkloosheid van 5,8% in 2013 scoort de provincie ruim onder het Nederlandse gemiddelde. Toch zal ook vooral in Zeeuws-Vlaanderen, waar veel industrie aanwezig is, het aantal banen slinken. In de rest van Zeeland, waar veel werkgelegenheid bestaat in de horeca en detailhandel, is de banenkrimp minder groot. Met een verwachte 6,3% voor 2013 blijft ook de gemiddelde Brabantse werkloosheid op een laag niveau. Alleen in Zuidoost-Brabant ligt het percentage werklozen iets hoger. Dit komt onder andere doordat er veel 45 tot 65 jarigen in het gebied wonen. Onder hen is er minder dynamiek (in- en uitstroom) op de arbeidsmarkt, waardoor de werkloosheid binnen deze leeftijdscategorie hoger is. De Limburgse werkloosheid stijgt van 5,7% dit jaar naar een verwachte 6,5% in 2013 en scoort daarmee beter dan Nederland als geheel, ondanks de hogere gemiddelde leeftijd en het lagere opleidingsniveau in Limburg. Door de forse omvang van de industriesector zal de werkgelegenheid vooral onder druk komen te staan in Midden- en ZuidLimburg en minder in Noord-Limburg. De reeds bestaande werkloosheidverschillen tussen de verschillende Limburgse regio’s kunnen hierdoor toenemen. Probleem op de Limburgse arbeidsmarkt is het ontoereikende aanbod van hoogopgeleiden. Na Drenthe kent de provincie het laagste aandeel HBO’ers en universitair geschoolden.
Tabel 4 Regionale economische groei 2011-2013
Regio
Groei 2011
Groei 2012*
Groei 2013*
Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem / Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ‘s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland
1,1% -1,8% -3,7% 0,1% 1,8% 1,6% 1,0% 1,0% 1,9% 2,5% 1,1% 1,6% 1,4% 1,8% 1,3% 1,7% 2,0% 1,0% 1,4% -0,8% 1,4% 1,9% 1,0% 1,4% 1,9% 1,1% 1,3% 1,4% 1,5% 1,7% -0,6% 0,2% 1,4% 1,7% 1,7% 3,2% 2,2% 0,9% 0,6% 2,0%
-1,0% 1,1% 0,1% -0,9% -2,0% -1,7% -0,5% -1,2% -1,6% -1,1% -1,4% -1,7% -1,5% -2,1% -0,6% -1,8% -1,0% -1,3% -1,1% -2,1% -0,5% -1,3% -0,6% -1,5% -0,8% -0,5% -0,6% -2,2% -0,2% -2,2% 1,2% -0,5% -0,8% -1,4% -1,4% -2,1% -1,4% -0,8% -0,6% -0,8%
-1,1% -0,9% 0,0% -0,7% -0,7% -0,8% -0,4% -1,2% -0,7% -0,3% -0,7% -0,6% -0,6% -1,0% -0,3% -0,9% -0,3% -0,7% -0,5% -0,8% -0,3% -0,1% 0,1% -0,9% -0,4% 0,0% -0,1% -1,0% -0,4% -0,7% -1,4% -0,7% -0,5% -0,7% -0,6% -0,6% -0,7% -0,6% -1,1% 0,0%
Nederland
1,2%
-1,0%
-0,5%
* Ramingen ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 10
Groningen Provincie Groningen
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Groningen bedroeg in 2011 € 27,5 miljard (figuur 2), dat is € 47.446 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 4,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal krimpen (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Groningen 580.875 inwoners, in 2007 waren dat er 573.614. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn toegenomen tot 588.400 personen. Met een aandeel van 21,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 573.614
580.875
588.400
14,9%
16,6%
20,5%
26,7%
27,4%
27,0%
40%
27,9%
25,5%
20%
14,2%
15,0%
13,8%
0%
16,4%
15,5%
14,8%
2007
2012
2020
100% 80% 60%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
32
27.000
30
26.000
28
25.000
26
24.000
24
23.000
22
22.000
20
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 11
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 261.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% fractie boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
23,9%
Q 45-65 jr.
2008
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Groningen
Nederland
Groningen
391 261 242 19 7,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,9% 0,9% 3,1%
In 2011 bedroeg het aandeel laaggeschoolden 21,2%. Daarmee heeft de provincie Groningen een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Dit is onder meer te danken aan de aanwezigheid van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool en Stenden Hogeschool.
industrie (inclusief de hier sterk vertegenwoordigde energiesector) en weinig in de handel, de financiële dienstverlening en de agrarische sector (tabel 3). De delfstoffenwinning (onderdeel van de categorie overig) is zeer bepalend voor de Groningse productiewaarde en groeicijfers, maar niet voor het aantal vestigingen of banen.
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2006
2010
Groningen
Nederland
Groningen
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
21,2% 46,0% 32,0% 0,8%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
20,7% 43,7% 34,5% 1,1%
Bron: CBS
Met 7,3% lag de werkloosheid in de provincie Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Groningse werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemiddelde werkloosheid van 9,3% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
11,5%
11,9%
32,0%
25,2%
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,6% 12,3% 4,1% 13,3% 3,5% 3,3% 19,9% 2,0% 16,1% 22,1% 3,0%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
13,2% 5,9% 10,9% 21,5% 3,8% 4,7% 22,9% 1,5% 2,6% 6,6% 6,4%
7.828.200
245.200
956.210
29.000
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Groningse investeringen in vaste activa € 3,8 miljard. Dat is 3,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de Groningse industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere Groningse sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
40%
42% 41%
40% 57,9%
51,6%
30%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 12
Q Nederland
en js wi nd er
,o
le O
Q Groningen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ig
3% 1% zo rg
ni ng
3%
le
ni ng
di e e lijk ke
Za
id
n
ns tve
ho
rle
re c
a
uw
Ha
nd e
l, t
Ag ra r
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Groningen toegenomen met 16,9% tot 29.000. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Groningen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de transport en opslag en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de
ra ns po r
isc
he
se
cto
r
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
2% 2%
ve r
5% 3% 3%
0%
te
Q WO
e
Q HBO
tri
Q MBO 2, 3, 4
13%12%
11%
10%
us
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
In d
Groningen
21% 20%
19%
O
20%
Fi na nc ië
0%
Bo
20%
he
60%
425.593 5,0%
Groningen
en stv er
80%
18.912 4,8%
Nederland
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Groningen
ve r
100%
Aandeel banen Nederland
di
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Groningen met 8,5 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorg en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag en de handel juist minder (tabel 4).
De provincie Groningen kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Groningen provincie nummer 7 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2010 Belang MKB In de provincie Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,3% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groningen een aandeel van 56,3% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,7% iets minder bijdragen aan de Groningse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 32% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ig
rg
ve r O
e
lijk
na
Fi
ke Za
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Zo
g Ho re nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
sp
di en
or
t&
op
sla
de
de
ha n tai l Tr an
De
isc ra r
l
l
uw
th an
Bo
8,5
ro o
8,2
Ag
Totaal
G
0,4 17,5 3,2 5,2 7,8 5,9 7,3 11,6 52,0 28,2 3,9
cto r du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1400 1225 1050 875 700 525 350 175 0
In
Groningen
he
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
se
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Groningen in 2011 met -2,6% iets sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,8% per jaar, eenzelfde daling als landelijk. Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,4% plaats in de provincie Groningen (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,7%
7.000
32,0%
6.000 28,1%
5,0%
6.850
2,5%
5.993
5.000
0,0% 4.403
4.347 4.093
4000 29,2%
3.000
-5,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 13
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Groningen telde in 2011 3.709 startende ondernemingen, 0,3% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Groningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,0%.
-2,5%
Oost-Groningen Regio Oost-Groningen
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Oost-Groningen bedroeg in 2011 € 2,9 miljard (figuur 2), dat is € 19.453 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-1,1%), dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Oost-Groningen 150.782 inwoners, in 2007 waren dat er 153.809. De jaarlijkse bevolkingskrimp ligt met -0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,0% zijn gedaald tot 147.800 personen. Met een aandeel van 21,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Oost-Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60%
153.809
150.782
147.800
17,3%
20,0%
24,7%
29,3%
30,5%
30,2%
3,5
26.000
3,0
25.000
2,5
24.000
2,0
23.000
1,5
22.000
1,0
21.000
0,5
20.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 65.000 personen, dat is 42,9% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,0% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
26,0%
23,1%
19,4%
2011 (x 1.000)
20%
10,4%
10,9%
OostGroningen
Nederland
10,5%
OostGroningen
0%
16,8%
16,0%
14,7%
2007
2012
2020
98 65 59 6 9,0
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-1,0% 0,0% -0,6% 11,0%
40%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 14
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 31,3%. Daarmee heeft de regio Oost-Groningen een relatief zeer laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
OostGroningen
Nederland
OostGroningen
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
30,8% 47,7% 21,5% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
31,3% 48,4% 20,3% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 9,0% lag de werkloosheid in Oost-Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Oost-Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
OostGroningen
Nederland
OostGroningen
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,7% 18,1% 4,2% 16,4% 4,6% 2,8% 12,5% 1,4% 13,2% 22,0% 4,2%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,5% 6,3% 12,9% 24,5% 3,8% 4,4% 16,4% 1,5% 2,1% 5,6% 6,8%
7.828.200
43.200
956.210
7.430
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Oost-Groningen in vaste activa € 597 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie, agrarische sector en publieke sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 5.840 1,5% 7,5%
100%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
425.593 5,0% 11,9%
80% 37,1%
50%
25,2%
60%
42%
40%
40%
37%
30% 27%
57,9%
53,9%
20%
21%
20% 17%
Q Nederland
js e
ig ve r
wi er nd
id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
1%
O
zo rg n
le en stv er
en di
ke lijk e
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te Za
3%
3%
or ra ns p l, t nd e
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 15
Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Oost-Groningen toegenomen met 14,9% tot 7.430. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Oost-Groningen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de handel en de logistiek en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en de zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de horeca en de agrarische sector (tabel 3).
5%
a
uw Bo
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
e
Q WO
du str i
Q HBO
0%
2% 2%
r
Q MBO 2, 3, 4
3% to
Q MBO 1, VO en BO
7%
6%
Nederland
In
Oost-Groningen
13%
11%
10%
di
0%
Q Oost-Groningen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Oost-Groningen met 5,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de industrie kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle andere sectoren juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Oost-Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,1% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Oost-Groningen een aandeel van 61,8% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,8% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 23,1% echter fors achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& o Za ps ke lag lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le le di ni en O ng ve stv rh e rle ei d ni en ng on de rw ijs
5,8
G
8,2
se cto r du str ie
0,3 16,6 1,9 3,9 7,0 3,6 4,4 5,5 36,8 22,9 3,6
In
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
200 175 150 125 100 75 50 25 0
he
Oost-Groningen
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Oost-Groningen in 2011 met -6,6% veel sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,9% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,8% plaats in Oost-Groningen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,8% 7,0%
2.000 1.891
23,1%
1.616
3,5%
1.500 1.121
1.000 35,5%
26,6%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
1.055
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 16
0,0% -3,5%
500
-7,0%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Oost-Groningen telde in 2011 726 startende ondernemingen, 5,3% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van OostGroningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Oost-Groningen kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Oost-Groningen regio nummer 39 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel en de bouw (figuur 6).
971
Delfzijl en omgeving Regio Delfzijl en omgeving
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Delfzijl en omgeving bedroeg in 2011 € 1,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.020 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Delfzijl en omgeving 48.724 inwoners, in 2007 waren dat er 50.622. De jaarlijkse bevolkingskrimp ligt met -0,8% onder het Nederlandse gemiddelde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,8% zijn gekrompen tot 45.900 personen. Met een aandeel van 21,8% in de leeftijdscategorie 0-20 heeft Delfzijl en omgeving een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60%
50.622
48.724
45.900
17,8%
20,5%
25,7%
29,2%
30,5%
1,9
27.000
1,8
26.000
1,7
25.000
1,6
24.000
1,5
23.000
1,4
22.000
1,3
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
20% 0%
Q 0-15 jr.
2010
2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 22.000 personen, dat is 44,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
25,1%
22,3%
18,7%
11,1%
10,7%
10,9%
16,8%
16,0%
14,8%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
2009
_Gemiddelde inkomen (R-as)
30,1% 40%
2008
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 17
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Delfzijl en omgeving
Nederland
Delfzijl en omgeving
32 22 21 1 n.b.
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,1% 1,1% 1,2% n.b.
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 27,3%. Daarmee heeft de regio Delfzijl en omgeving een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Delfzijl en omgeving
Nederland
Delfzijl en omgeving
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
30,0% 55,0% 15,0% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
27,3% 54,5% 18,2% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 7,5% lag de werkloosheid in Delfzijl en omgeving in 2010 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid ook ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Delfzijl en omgeving het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden een fractie lager en het aandeel middelbaargeschoolde nietwerkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 1.748 2,1% 6,6%
100%
425.593 5,0%
34,9%
Delfzijl en omgeving
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,6% 19,8% 3,1% 13,0% 11,1% 2,5% 11,7% 1,9% 10,5% 22,2% 3,7%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
18,6% 6,5% 9,5% 20,5% 11,4% 4,1% 14,9% 1,3% 1,9% 4,8% 6,5%
7.828.200
16.200
956.210
2.315
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Delfzijl en omgeving in vaste activa € 529 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland veel meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren veel minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
40%
25,2%
60%
Nederland
50%
11,9%
80%
Delfzijl en omgeving
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
42%
40%
35%
30% 40% 21%
20%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 18
Q Nederland
8%
di
ve r O
nd e
rw
ijs
en
le n
ig
3% 0% zo rg
g in
g en
stv er
le n
in
re c
en stv er
,o
le ve r
he
id
cië O
Fi na n
ke l
ijk e
di
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Delfzijl en omgeving toegenomen met 10,0% tot 2.315. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Delfzijl en omgeving veel bedrijfsvestigingen in transport en opslag, industrie en de agrarische sector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de bouw en de publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de logistieke sector, de industrie en de zorg en weinig in de handel en horeca, de zakelijke en financiële dienstverlening, de publieke sector en de agrarische sector (tabel 3).
ho n te or
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
du str i
r
e
2% 1%
In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
3% 3%
0%
Nederland
10% 5% 4%
Za
0% Delfzijl en omgeving
13%
11%
10%
Bo
57,9%
56,4%
20%
Q Delfzijl
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Delfzijl en omgeving met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de industrie en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de overige sectoren juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ve rig O
Zo rg
7,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,2 21,3 2,3 4,4 6,8 4,2 5,5 10,0 37,8 32,7 4,0
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
80 70 60 50 40 30 20 10 0
he
Delfzijl en omgeving
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2010
Q 2011
Belang MKB In Delfzijl en omgeving lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 63,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Delfzijl en omgeving een aandeel van 61,1% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,4% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
10,4%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Delfzijl en omgeving in 2011 met -0,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een fractie hoger dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,2% plaats in Delfzijl en omgeving (figuur 7).
4%
600 546 458
450
26,0%
2% 295
300
28,7%
284
269
-2%
150
-4%
0 34,8%
2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Delfzijl en omgeving telde in 2011 209 startende ondernemingen, 2,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Delfzijl en omgeving in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,2%. De regio Delfzijl en omgeving kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 9,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Delfzijl en omgeving regio nummer 40 (en laatst) qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 19
0%
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Overig Groningen Regio Overig Groningen
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Overig Groningen bedroeg in 2011 € 22,7 miljard (figuur 2), dat is € 60.102 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat de ontwikkeling van het BRP in 2013 zal stagneren (0,0%), terwijl het Nederlandse BBP krimpt (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Overig Groningen 381.369 inwoners, in 2007 waren dat er 369.183. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,5% zijn toegenomen tot 394.700 personen. Met een aandeel van 21,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Overig Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 369.183
381.369
394.700
13,5%
14,7%
18,3%
25,2%
25,8%
40%
29,0%
26,8%
20%
16,1%
17,3%
15,2%
16,2%
15,4%
14,8%
2007
2012
2020
100% 80%
26
29.000
24
28.000
22
27.000
20
26.000
18
25.000
16
24.000
14
23.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 175.000 personen, dat is 46,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
25,5%
60%
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
26,2%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 20
Groei 2006- 2011 per jaar
Overig Groningen
Nederland
Overig Groningen
261 175 163 12 7,0
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,3% 1,4% 1,5% 0,4%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 16,1%. Daarmee heeft de regio Overig Groningen een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Dit is onder meer te danken aan de aanwezigheid van de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool en Stenden Hogeschool.
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Overig Groningen
Nederland
Overig Groningen
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
16,7% 44,4% 38,9% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
16,1% 40,8% 42,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen Overig Groningen
Nederland
Overig Groningen
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,5% 9,1% 4,1% 12,6% 2,5% 3,4% 22,2% 2,2% 17,2% 22,0% 4,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
11,6% 5,7% 10,3% 20,5% 2,8% 4,9% 26,4% 1,5% 2,9% 7,2% 6,2%
7.828.200
185.900
956.210
19.250
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 7,0% lag de werkloosheid in Overig Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Overig Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde en hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Overig Groningen in vaste activa € 2,7 miljard. Dat is 2,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 11.325 7,0%
425.593 5,0%
80%
14,4%
11,9%
60%
28,9%
50% 47% 42%
40% 30%
25,2%
21% 21%
20% 40%
15%
49,7%
5%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Overig Groningen toegenomen met 18,6% tot 19.250. Daarmee ligt de groei iets boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Overig Groningen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de horeca en de zorgsector en weinig in de financiële dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en overheid en onderwijs en weinig in de handel en horeca, de industrie, transport en opslag, de financiële dienstverlening en de agrarische sector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 21
Q Nederland
ig ve r
ve r
he
cië
id ,o
le
nd
er
wi
js e
1%
O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p nd e Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw Bo
du str i
l, t
Q WO
isc
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
In
Nederland
he
Overig Groningen
se c
to
r
0%
3%
3%
2% 1%
zo rg
3% 2%
0%
e
20%
13% 9%
11%
10%
57,9%
O
100%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Q Overig Groningen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Overig Groningen met 9,7 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Zowel de zakelijke en financiële dienstverlening, overheid en onderwijs als de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, handel en horeca, transport en opslag en de agrarische sector juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Overig Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,2% iets boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overig Groningen een aandeel van 55,0% in de TW. Ook het aandeel van het grootbedrijf is met 33,7% iets hoger dan het landelijke gemiddelde van 33,5%. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,1% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%) (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
9,7
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,4 15,4 3,9 6,0 8,4 6,8 8,1 13,8 56,6 29,3 6,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0
he
Overig Groningen
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Overig Groningen in 2011 met -1,7% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, eveneens een minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,4% plaats in Overig Groningen (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,1%
5.000
33,7%
5,0% 4.501
4.000
27,1%
2,5%
3.919 2.987
3.000
3.008
2.853
2.000 29,1%
-2,5%
1.000
-5,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 22
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Overig Groningen telde in 2011 2.774 startende ondernemingen, 1,8% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Overig Groningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,2%. De regio Overig Groningen kent een relatief even ondernemende beroepsbevolking als gemiddeld in Nederland: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Overig Groningen regio nummer 9 qua starters. Verreweg de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector en de detailhandel (figuur 6).
0,0%
Friesland Provincie Friesland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Friesland bedroeg in 2011 € 18,4 miljard (figuur 2), dat is € 28.428 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 3,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Friesland 647.214 inwoners, in 2007 waren dat er 642.209. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,2% zijn toegenomen tot 661.700 personen. Met een aandeel van 24,0% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Friesland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
642.209
647.214
661.700
15,4%
17,7%
22,0%
27,3%
28,2%
80% 60% 40%
27,9%
26,7%
24,3%
21,9%
20%
12,1%
12,0%
12,3%
0%
18,7%
17,8%
16,0%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 23
19
27.000
18
26.000
17
25.000
16
24.000
15
23.000
14
22.000
13
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 291.000 personen, dat is 45,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Friesland
Nederland
Friesland
418 291 274 16 5,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% 0,8% 0,9% 0,6%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8%. Daarmee heeft de provincie Friesland een iets lager geschoolde beroepsbevolking dan gemiddeld (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Friesland
Nederland
Friesland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
23,9% 50,4% 24,6% 1,1%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,8% 46,9% 28,6% 0,7%
Bron: CBS
Aandeel banen Friesland
Nederland
Friesland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 12,7% 5,1% 15,8% 3,9% 3,9% 15,0% 3,6% 14,1% 21,5% 3,5%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
16,7% 7,4% 13,5% 21,0% 3,6% 5,1% 18,4% 1,5% 1,9% 5,2% 5,7%
7.828.200
255.200
956.210
38.795
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Met 5,7% lag de werkloosheid in de provincie Friesland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Friese werkloosheid ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemiddelde werkloosheid van 8,9% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100% 80%
19.351 2,6%
425.593 5,0%
12,1%
11,9%
35,0%
25,2%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Friese investeringen in vaste activa € 3,7 miljard. Dat is 3,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de Friese industrie, agrarische sector, financiële dienstverlening als de publieke sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere Friese sectoren minder (figuur 4).
50% 42%
40%
37%
30% 21% 22%
20% 11%
10%
13%
12%
3%
Q Nederland 4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Friesland toegenomen met 16,2% tot 38.795. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Friesland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de industrie, de bouw en transport en opslag en weinig in de zakelijke dienstverlening en de publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de industrie en weinig in de handel, de zakelijke dienstverlening en de logistieke sector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 24
n js e nd er
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
wi
ns tve di e le
di e ijk e ke l
Za
zo rg
ng rle
ni
ni ng le
re c
ns tve r
ho n te or
ra ns p Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3% 2% a
uw
du str i
r
Q WO
In
to se c
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland isc
Friesland
5%
2% 2%
Bo
0%
e
0%
11%
8%
6%
ig
57,9%
50,3%
20%
ve r
40%
O
60%
Q Friesland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Friesland met 6,6 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, de industrie, transport en opslag en de handel en horeca juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
ve rig O
Zo rg
6,6
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,4 11,3 2,5 4,9 7,2 5,0 5,4 16,0 49,3 27,0 4,0
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0
he
Friesland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Belang MKB In de provincie Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 60,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Friesland een aandeel van 61,7% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 15,7% meer bijdragen aan de Friese toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 24% fors achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
15,7%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Friesland in 2011 met -4,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,0% per jaar, sterker dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,6% plaats in de provincie Friesland (figuur 7).
8.000
10%
7.752 6.667
24,0%
5%
6.000 4.634
4.720
4.000
33,4%
4.365
-5%
2.000
-10%
0 26,9%
2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Friesland telde in 2011 3.834 startende ondernemingen, 0,1% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Friesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,1%. De provincie Friesland kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Friesland provincie nummer 8 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de handel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 25
0%
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Noord-Friesland Regio Noord-Friesland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Friesland bedroeg in 2011 € 10,2 miljard (figuur 2), dat is € 30.721 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 zal krimpen (-0,7%), in Nederland als geheel is dit -0,5%.
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Noord-Friesland 332.742 inwoners, in 2007 waren dat er 330.784. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,1% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,3% zijn toegenomen tot 340.300 personen. Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Friesland een iets jongere bevolking dan gemiddeld (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
330.784
332.742
340.300
14,7%
17,0%
21,3%
26,9%
27,8%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
10,5
26.000
10,0
25.000
9,5
24.000
9,0
23.000
8,5
22.000
8,0
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 150.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,7% een fractie onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
24,8%
22,8%
12,9%
12,8%
12,6%
18,4%
17,6%
16,2%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
27.000
27,1%
27,2%
Q 15-25 jr.
11,0
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 26
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
NoordFriesland
Nederland
NoordFriesland
218 150 141 9 5,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% 0,7% 0,8% 3,4%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,5%. Daarmee heeft de regio Noord-Friesland een vrijwel even hooggeschoolde beroepsbevolking als geheel Nederland (23,2%) (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
NoordFriesland
Nederland
NoordFriesland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,3% 51,4% 24,3% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,5% 46,3% 30,2% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen NoordFriesland
Nederland
NoordFriesland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,2% 10,7% 4,5% 13,9% 3,7% 3,8% 14,7% 5,3% 18,1% 20,9% 3,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
16,3% 6,9% 13,9% 21,0% 3,7% 5,8% 17,8% 1,5% 2,0% 5,2% 6,0%
7.828.200
130.200
956.210
18.720
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Met 5,7% lag de werkloosheid in Noord-Friesland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid een stuk ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Friesland in vaste activa € 1,7 miljard. Dat is 1,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de publieke sector, de agrarische sector en de financiële dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80%
10.718 2,5%
425.593 5,0%
11,9%
11,9%
50%
25,2%
34,4%
60%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
42% 37%
40%
40%
30% 27%
57,9%
21%
20%
Q Nederland
n
le O
ve r
he
Fi na n
cië
id ,o
le
nd
er
wi
js e
1%
ig
zo rg
ni ng
g le n
di
en di
ke lijk e Za
en stv er
n
stv er
ho
in
re c
a
uw or ra ns p l, t nd e
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 27
Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Noord-Friesland toegenomen met 17,5% tot 18.720. Daarmee ligt de groei iets onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Friesland zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate ook in industrie, bouw, de logistiek en de horeca (dankzij de Waddeneilanden) en zeer weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en in mindere mate ook in de zorg en publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de financiële dienstverlening, de zorgsector en overheid en onderwijs en weinig in de handel en transport en opslag en de zakelijke dienstverlening (tabel 3).
3%
te
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
e
Q WO
du str i
Q HBO
0%
5% 7%
2% 2%
r
Q MBO 2, 3, 4
3% to
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
13% 9%
9%
In
Noord-Friesland
7%
ve r
11%
10%
Bo
0%
O
51,2%
20%
Q Noord-Friesland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Friesland met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de financiële dienstverlening, overheid en onderwijs en in mindere mate de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle overige sectoren juist aanmerkelijk minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Noord-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,7% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Friesland een aandeel van 59,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,8% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 27,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,5 10,8 2,2 4,6 6,9 4,6 5,7 24,6 63,8 28,0 3,8
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0
he
Noord-Friesland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Friesland in 2011 met -3,5% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,8% per jaar, eveneens meer dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Noord-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,8% 4.000
5,0%
3.922 3.445
27,5%
3.000
2,5% 2.341
2.391
2.000 31,5%
26,2%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
1.000
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 28
0,0% -2,5%
0
-5,0% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Noord-Friesland telde in 2011 1.972 startende ondernemingen, 3,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van NoordFriesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,6%. De regio Noord-Friesland kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,1 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Friesland regio nummer 27 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
2.178
Zuidwest-Friesland Regio Zuidwest-Friesland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Friesland bedroeg in 2011 € 2,6 miljard (figuur 2), dat is € 24.266 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Friesland 106.392 inwoners, in 2007 waren dat er 105.335. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,2% zijn toegenomen tot 107.700 personen. Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Friesland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
105.335
106.392
107.700
15,6%
18,4%
23,7%
27,6%
28,4%
80% 60% 40%
28.000
2,7
27.000
2,6
26.000
2,5
25.000
2,4
24.000
2,3
23.000 22.000
2,2 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
20,4%
20%
11,0%
10,8%
12,1%
0%
19,5%
18,7%
15,6%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2010
2011
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 46.000 personen, dat is 43,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was er sprake van een jaarlijkse gemiddelde krimp van de beroepsbevolking met -0,4%, terwijl er in Nederland een groei was van +0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
23,7%
Q 15-25 jr.
2009
_
28,1% 26,3%
Q 0-15 jr.
2,8
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 29
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
ZuidwestFriesland
Nederland
ZuidwestFriesland
67 46 44 2 4,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,3% -0,4% 0,1% -3,3%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,9%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Friesland een iets lager geschoolde beroepsbevolking als geheel Nederland (23,2%) (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidwestFriesland
Nederland
ZuidwestFriesland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
26,1% 50,0% 23,9% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,9% 50,0% 26,1% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen ZuidwestFriesland
Nederland
ZuidwestFriesland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 16,2% 6,0% 18,8% 3,9% 4,7% 12,8% 2,6% 10,7% 19,4% 3,7%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
17,1% 9,9% 13,0% 19,6% 4,2% 5,4% 17,7% 1,3% 1,7% 4,6% 5,3%
7.828.200
38.200
956.210
7.440
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Met 4,7% lag de werkloosheid in Zuidwest-Friesland in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid iets boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidwestFriesland in vaste activa € 596 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland dubbel zoveel geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80%
2.690 2,3%
425.593 5,0%
13,4%
11,9%
50%
25,2%
36,1%
60%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
42%
40%
40%
39%
30% 57,9%
17%
Q Nederland
ig ve r
ijs
en
le n
5%
nd e ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
3%
O
g in
g en di le
di ijk e ke l Za
stv er
le n
in
re c
en stv er
ho n or
ra ns p l, t nd e
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 30
Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidwest-Friesland toegenomen met 12,6% tot 7.440. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZuidwestFriesland zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en in mindere mate in transport en opslag en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de handel en de zorg en publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw, de handel, de horeca en de zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de logistieke sector en overheid en onderwijs (tabel 3).
a
uw
e
te
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
du str i
Q WO
3%
2% 2%
r
Q HBO
5%
3%
0%
In
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
to
Q MBO 1, VO en BO
6%
zo rg
11%
10% Zuidwest-Friesland
13% 9%
rw
0%
21%
21%
20%
Bo
48,3%
20%
Q Zuidwest-Friesland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Friesland met 5,1 banen per vestiging flink onder die van Nederland (8,2). Er is geen enkele sector met gemiddeld relatief veel banen per vestiging. Vooral in de industrie, de agrarische sector en transport en opslag is het aantal banen per vestiging veel minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidwest-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 66,7% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Friesland eveneens een aandeel van 66,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 20,6% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 12,8% zeer ruim achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
12,8%
ve rig O
Zo rg
5,1
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,3 8,4 2,4 4,9 4,8 4,5 3,7 10,0 31,5 21,8 3,5
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
280 245 210 175 140 105 70 35 0
he
Zuidwest-Friesland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidwestFriesland in 2011 met -4,5% dubbel zo sterk gedaald als in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,3% per jaar, een minder grote daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,7% plaats in Zuidwest-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
20,6% 7,0%
1.500 1.380 1.200
3,5%
1.112
0,0%
900
28,6%
797
776
806 -3,5%
600 38,0%
-7,0%
300 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidwest-Friesland telde in 2011 687 startende ondernemingen, 9,2% meer dan in 2010. Dat is veel meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van ZuidwestFriesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Zuidwest-Friesland kent een iets minder ondernemende beroepsbevolking dan gemiddeld in Nederland: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Friesland regio nummer 14 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 31
2011
Zuidoost-Friesland Regio Zuidoost-Friesland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Friesland bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 26.822 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2012 het BRP sterker zal krimpen (-0,8%), dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Friesland 208.080 inwoners, in 2007 waren dat er 206.090. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,7% zijn toegenomen tot 213.700 personen. Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Friesland een iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
206.090
208.080
213.700
16,3%
18,6%
22,2%
27,7%
28,7%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
28.000
5,5
27.000
5,0
26.000
4,5
25.000
4,0
24.000
3,5
23.000 22.000
3,0 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 95.000 personen, dat is 45,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,6% dubbel zo hoog als het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
23,9%
21,2%
11,2%
11,1%
11,7%
18,5%
17,8%
15,8%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2010
29,0%
26,2%
Q 15-25 jr.
6,0
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 32
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
ZuidoostFriesland
Nederland
ZuidoostFriesland
133 95 89 6 6,0
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 1,6% 1,7% 2,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,3%. Daarmee heeft de regio Zuidoost-Friesland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidoostFriesland
Nederland
ZuidoostFriesland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
23,0% 50,6% 26,4% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,3% 46,3% 28,4% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 6,0% lag de werkloosheid in Zuidoost-Friesland in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidoost-Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
5.942 2,9%
425.593 5,0%
11,7%
11,9%
35,8%
25,2%
80% 60%
ZuidoostFriesland
Nederland
ZuidoostFriesland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,7% 13,2% 5,5% 17,3% 4,4% 3,6% 16,5% 1,6% 9,6% 23,4% 4,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
17,0% 6,6% 13,3% 21,8% 3,0% 3,9% 19,7% 1,6% 1,8% 5,7% 5,6%
7.828.200
86.800
956.210
12.640
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidoostFriesland in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale financiële dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in de industrie en agrarische sector iets meer en in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
35%
40% 30%
21% 19% 18%
20% 14%
13%
11%
7%
5%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 33
en ijs rw nd e
en di
,o
le O
ve r
he
id
nc ië na
1%
ig
ni ng stv er
rle
le
ni ng
a re c di e e lijk ke Za
, tr an nd el Ha
Q Nederland
ho en rt
ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidoost-Friesland toegenomen met 16,6% tot 12.640. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Friesland zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate in de industrie en de bouw en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de zorg en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, overheid en onderwijs, de horeca en de agrarische sector (tabel 3).
ns tve
str i In du
cto isc
he
se
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5% 3%
uw
0%
Bo
Q WO
sp o
Q HBO
e
Q MBO 2, 3, 4
2% 2%
r
Q MBO 1, VO en BO
3%
ve r
10%
Nederland
Fi
Zuidoost-Friesland
O
0%
zo rg
57,9%
49,5%
20%
Q Zuidoost-Friesland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Friesland met 6,9 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de zorgsector kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, in alle andere sectoren zijn dat er minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidoost-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Friesland een aandeel van 63,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 15,2% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 22,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
6,9
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,3 13,8 2,9 5,4 10,1 6,3 5,7 7,0 36,1 28,0 5,2
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
400 350 300 250 200 150 100 50 0
he
Zuidoost-Friesland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidoostFriesland in 2011 met -4,4% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,0% per jaar, een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,1% plaats in Zuidoost-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
15,2% 5,0%
3.000
22,5%
2.450 2.250
2,5%
2.110 1.496
1.500 34,8%
1.553
1.381
0,0% -2,5%
750
27,5% -5,0%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidoost-Friesland telde in 2011 1.175 startende ondernemingen, 1,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van ZuidoostFriesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,0%. De regio Zuidoost-Friesland kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Friesland regio nummer 34 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de zorgsector en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 34
2011
Drenthe Provincie Drenthe
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Drenthe bedroeg in 2011 € 13,3 miljard (figuur 2), dat is € 26.975 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 2,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-0,8%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Drenthe 490.807 inwoners, in 2007 waren dat er 486.197. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,7% zijn toegenomen tot 494.200 personen. Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Drenthe een even jonge bevolking als geheel Nederland.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 486.197
490.807
494.200
16,6%
19,0%
23,2%
60%
28,7%
29,9%
29,4%
40%
25,9%
23,2%
20,4%
20%
10,6%
10,5%
11,6%
0%
18,3%
17,4%
15,3%
2007
2012
2020
100% 80%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 35
14
28.000
13
27.000
12
26.000
11
25.000
10
24.000
9
23.000
8
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 214.000 personen, dat is 43,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% ruim onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Drenthe
Nederland
Drenthe
312 214 202 12 5,6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,2% 0,4% -1,1%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 27,5%. Daarmee heeft de provincie Drenthe een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Drenthe
Nederland
Drenthe
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
27,5% 46,9% 25,6% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
27,2% 47,4% 24,4% 0,9%
Bron: CBS
Aandeel banen Drenthe
Nederland
Drenthe
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,1% 13,2% 4,9% 15,5% 3,2% 4,1% 15,5% 2,4% 16,3% 19,5% 4,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,7% 5,5% 11,7% 22,7% 2,6% 4,8% 20,3% 1,6% 2,6% 5,9% 6,6%
7.828.200
193.800
956.210
27.405
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Met 5,6% lag de werkloosheid in de provincie Drenthe in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Drentse werkloosheid ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemiddelde werkloosheid van 9,6% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100%
13.509 2,5%
425.593 5,0%
10,8%
11,9%
80%
50% 42%
40%
25,2%
35,3%
60%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Drentse investeringen in vaste activa € 2,5 miljard. Dat is 2,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de Drentse industrie, agrarische sector als publieke sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere Drentse sectoren minder (figuur 4).
38%
30% 25% 21%
20% 14%
13% 10%
Q Nederland 4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Drenthe toegenomen met 16,5% tot 27.405. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Drenthe veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de handel en horeca en transport en opslag en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de industrie en weinig in de handel, de zakelijke en financiële dienstverlening en de logistieke sector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 36
wi nd er ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
3% 2% ig
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
Za
ni
ni ng le
re c te
n
ns tve r
ho
Bo or ra ns p
Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r
Q WO
In
to se c
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland isc
Drenthe
5% 4%
2% 2%
zo rg
3%
0%
ve r
5%
0%
n
11%
10%
js e
57,9%
51,3%
20%
O
40%
Q Drenthe
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Drenthe met 7,1 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag en de handel en horeca juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Drenthe een aandeel van 56,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,4% meer bij aan de Drentse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 28,7% wel ruim achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,1
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,5 16,5 3,0 4,8 8,9 6,1 5,4 10,7 48,5 27,9 4,6
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.000 875 750 625 500 375 250 125 0
he
Drenthe
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Drenthe in 2011 met -2,9% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, iets hoger dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,9% plaats in de provincie Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,4% 6%
6.000 5.676 28,7%
5.410 3%
5.000 4.000 31,5%
25,4%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
3.743
0% 3.663
-3% -6%
2.000 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 37
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Drenthe telde in 2011 2.680 startende ondernemingen, 7,0% minder dan in 2010. Dat is beduidend slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,2%. De provincie Drenthe kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Drenthe provincie nummer 11 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de handel en de zorgsector (figuur 6).
3.446
3.000
Noord-Drenthe Regio Noord-Drenthe
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Drenthe bedroeg in 2011 € 5,1 miljard (figuur 2), dat is € 26.778 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 licht zal krimpen (-0,4%). Ook de omvang van het Nederlandse BBP zal afnemen (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Noord-Drenthe 189.816 inwoners, in 2007 waren dat er 186.669. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,0% zijn toegenomen tot 191.700 personen. Met een aandeel van 23,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Drenthe een iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60%
186.669
189.816
191.700
16,7%
19,1%
23,2%
29,2%
30,4%
29,8%
5,5
30.000
5,0
29.000
4,5
28.000
4,0
27.000
3,5
26.000
3,0
25.000
2,5
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 83.000 personen, dat is 43,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
25,4%
22,7%
19,9%
10,1%
2011 (x 1.000)
10,2%
11,8%
17,6%
15,3%
NoordDrenthe
Nederland
18,6%
NoordDrenthe
2007
2012
2020
119 83 80 4 4,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,2% 0,8% 1,1% 4,3%
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 38
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,0%. Daarmee heeft de regio Noord-Drenthe een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). De vestiging van Stenden Hogeschool in Assen en de nabijheid van de universiteit en hogescholen in de stad Groningen verklaren dit.
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
NoordDrenthe
Nederland
NoordDrenthe
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
19,8% 46,9% 33,3% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
22,0% 47,6% 30,5% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen NoordDrenthe
Nederland
NoordDrenthe
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,7% 7,5% 4,0% 16,0% 2,5% 4,8% 12,7% 2,7% 14,3% 29,1% 5,9%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,8% 4,5% 10,1% 21,4% 2,2% 5,1% 22,7% 1,8% 3,1% 6,5% 6,8%
7.828.200
75.000
956.210
10.085
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,3% lag de werkloosheid in Noord-Drenthe in 2011 fors lager dan die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog maar iets lager dan die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Drenthe in vaste activa € 957 miljoen. Dat is 0,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale zakelijke dienstverlening, de publieke sector en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100% 80% 60%
4.111 4,4%
425.593 5,0%
14,9%
11,9%
50% 45%
25,2%
37,0%
42%
40% 30%
26% 21%
20% 57,9%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Noord-Drenthe toegenomen met 17,4% tot 10.085. Daarmee ligt de groei iets onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Drenthe zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate in de horeca en de zorg en publieke sector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de industrie, de bouw en de logistieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de horeca, zeer weinig in de industrie en in mindere mate ook in de zakelijke dienstverlening, de bouw, de logistieke sector en de agrarische sector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 39
Q Nederland
ig ve r
zo rg js e wi
nd id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
3% 3%
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r In
to se c
Q WO
he
Q HBO
isc
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
5% 4%
2% 2%
er
3%
0% Noord-Drenthe
8%
7%
5%
0%
13%
11%
10%
43,7%
Bo
20%
O
40%
Q Noord-Drenthe
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Drenthe met 7,4 banen per vestiging iets onder die van Nederland (8,2). Alleen de zorgsector kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, vooral in de logistieke en de agrarische sector, overheid en onderwijs en de industrie is dit aantal veel minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Noord-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,9% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Drenthe een aandeel van 52,5% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 14,2% meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 33,0% een fractie achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
7,4
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,3 12,3 2,9 5,6 8,6 7,1 4,2 11,1 34,0 33,0 6,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
400 350 300 250 200 150 100 50 0
he
Noord-Drenthe
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in NoordDrenthe in 2011 met -0,7% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 9,2% per jaar, een iets minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,2% plaats in Noord-Drenthe (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,2%
2.400
33,0%
5,0%
2.388 2.136
2,5%
1.800 1.482 28,9%
1.534
1.431 0,0%
1.200
-2,5%
600 23,9%
-5,0%
0 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Noord-Drenthe telde in 2011 1.061 startende ondernemingen, 4,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Noord-Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,9%. De regio Noord-Drenthe kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,8 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Drenthe regio nummer 29 qua starters. Verreweg de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel en de zorgsector (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 40
2011
Zuidoost-Drenthe Regio Zuidoost-Drenthe
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Drenthe bedroeg in 2011 € 4,4 miljard (figuur 2), dat is € 25.574 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 fors zal krimpen (-1,2%), terwijl het Nederlandse BBP waarschijnlijk met -0,5% zal afnemen.
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Drenthe 170.578 inwoners, in 2007 waren dat er 171.169. De jaarlijkse bevolkingskrimp ligt met -0,1% onder het Nederlandse gemiddelde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -0,6% zijn gekrompen tot 169.600 personen. Met een aandeel van 22,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Drenthe een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
171.169
170.578
169.600
16,6%
18,9%
23,7%
28,8%
30,3%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
30,1%
5,0
27.000
4,5
26.000
4,0
25.000
3,5
24.000
3,0
23.000
2,5
22.000 21.000
2,0 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 73.000 personen, dat is 42,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was er sprake van een jaarlijkse gemiddelde krimp van de beroepsbevolking met -0,8%, terwijl de Nederlandse een gemiddelde groei van +0,8% kende (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
26,3%
23,4%
20,2%
2011 (x 1.000)
10,5%
10,6%
11,3%
Nederland
17,6%
16,8%
14,7%
ZuidoostDrenthe
ZuidoostDrenthe
2007
2012
2020
111 73 68 5 7,2
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% -0,8% -0,8% 2,7%
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 41
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 33,3%. Daarmee heeft de regio Zuidoost-Drenthe een relatief zeer laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidoostDrenthe
Nederland
ZuidoostDrenthe
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
30,3% 48,7% 21,1% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
33,3% 50,0% 16,7% 0,0%
Aandeel banen ZuidoostDrenthe
Nederland
ZuidoostDrenthe
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,7% 17,7% 6,2% 15,1% 3,7% 4,0% 18,6% 1,5% 12,4% 16,7% 2,5%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
14,5% 6,3% 13,6% 24,2% 2,9% 4,4% 18,4% 1,6% 2,0% 5,3% 6,7%
7.828.200
59.800
956.210
9.220
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 7,2% lag de werkloosheid in Zuidoost-Drenthe in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidoost-Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidoostDrenthe in vaste activa € 725 miljoen. Dat is 0,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In zowel de regionale industrie als de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland ongeveer het tweevoudige geïnvesteerd, in alle andere sectoren werd er verhoudingsgewijs hetzelfde of minder geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 5.775 1,6% 8,0%
100%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
425.593 5,0% 11,9%
80% 36,0%
50%
25,2%
60%
42%
40%
34%
40%
30%
Q Nederland
ve r
nd e
rw
ijs
en
ig
3% 2% zo rg
le ni ng
g en di O
ve r
he
id
cië
,o
le
di ijk e ke l Za
stv er
le n
in
re c
en stv er
ho n te
l, t nd e
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 42
Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidoost-Drenthe toegenomen met 15,5% tot 9.220. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Drenthe zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate ook in de handel, de industrie en de bouw en weinig in de zakelijke en de financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de agrarische sector en weinig in de handel en de zakelijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
a
uw Bo
str du In
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
or
Q WO
3%
2% 2%
ra ns p
Q HBO
5%
3%
0%
ie
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
to
Q MBO 1, VO en BO
7%
r
Zuidoost-Drenthe
22%
13% 9%
11%
10%
Fi na n
0%
21%
21%
20%
O
57,9%
54,4%
20%
Q Zuidoost-Drenthe
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Drenthe met 6,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). De industrie en de zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, handel en horeca, de logistieke sector, de zorg en de financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidoost-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 60,2% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Drenthe een aandeel van 58,8% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 15,0% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft echter met 24,9% ruim achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
6,5
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,7 18,3 2,9 4,0 8,3 5,9 6,5 6,2 41,1 20,6 2,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
280 245 210 175 140 105 70 35 0
he
Zuidoost-Drenthe
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidoostDrenthe in 2011 met -4,8% dubbel zo sterk gedaald als in geheel Nederland (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,1% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zuidoost-Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
15,0% 2.000
24,9%
1.850
6%
1.854
3%
1.500 1.311
1.236
1.000 32,9%
1.116
0% -3%
500
27,3% -6%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidoost-Drenthe telde in 2011 913 startende ondernemingen, 5,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van ZuidoostDrenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,7%. De regio Zuidoost-Drenthe kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Drenthe regio nummer 32 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw, de zorgsector en de groothandel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 43
2011
Zuidwest-Drenthe Regio Zuidwest-Drenthe
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Drenthe bedroeg in 2011 € 3,8 miljard (figuur 2), dat is € 29.136 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Drenthe 130.413 inwoners, in 2007 waren dat er 128.359. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,0% zijn toegenomen tot 133.000 personen. Met een aandeel van 23,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Drenthe een relatief iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
128.359
130.413
133.000
16,6%
18,8%
22,6%
27,7%
28,6%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
4,0
27.000
3,5
26.000
3,0
25.000
2,5
24.000
2,0
23.000
1,5
22.000
1,0
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 57.000 personen, dat is 43,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 28,0%
26,1%
23,9%
21,4%
11,2%
10,7%
11,9%
18,3%
18,0%
16,0%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
2011 (x 1.000)
Q 15-25 jr.
2010
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 44
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
ZuidwestDrenthe
Nederland
ZuidwestDrenthe
82 57 54 3 5,2
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% 0,4% 0,8% -5,0%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,8%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Drenthe een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidwestDrenthe
Nederland
ZuidwestDrenthe
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
33,9% 44,6% 21,4% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
26,8% 46,4% 26,8% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 5,2% lag de werkloosheid in Zuidwest-Drenthe in 2011 iets onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
ZuidwestDrenthe
Nederland
ZuidwestDrenthe
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,2% 12,5% 4,7% 15,4% 3,6% 3,6% 15,7% 3,0% 12,9% 24,7% 2,7%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
16,9% 5,9% 11,4% 22,6% 2,7% 4,9% 19,4% 1,4% 2,9% 5,9% 6,2%
7.828.200
59.100
956.210
8.100
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidwestDrenthe in vaste activa € 783 miljoen. Dat is 0,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors minder geïnvesteerd, in alle andere sectoren juist meer (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
3.623 2,0%
425.593 5,0%
10,8%
11,9%
80% 32,4%
60%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
25,2%
42% 32%
40%
40%
30% 25%
57,9%
21%
20% 14% 13%
15% 11%
Q Nederland
ig
zo rg wi
js e
1%
nd id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p l, t nd e
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 45
Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidwest-Drenthe toegenomen met 16,6% tot 8.100. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZuidwestDrenthe zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate in de handel en de horeca en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en de logistieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening, de horeca en de logistieke sector (tabel 3).
a
uw Bo
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
e
Q WO
du str i
Q HBO
3%
2% 2%
r
Q MBO 2, 3, 4
5% 5%
3%
0%
to
Q MBO 1, VO en BO
5%
Nederland
In
Zuidwest-Drenthe
ve r
10%
er
0%
O
54,8%
20%
Q Zuidwest-Drenthe
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Drenthe met 7,3 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de zorgsector, de financiële dienstverlening en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, overheid en onderwijs, handel, horeca en de logistieke en agrarische sector juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidwest-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,6% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Drenthe een aandeel van 59,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,1% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 27,4% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,3
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,5 15,6 3,0 5,0 9,8 5,3 5,9 15,7 32,3 30,7 3,2
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
280 245 210 175 140 105 70 35 0
he
Zuidwest-Drenthe
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidwestDrenthe in 2011 met -3,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,9% per jaar, eveneens een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,7% plaats in Zuidwest-Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,1% 5,0%
1.600 27,4%
1.438
1.420 2,5%
1.200 950 800 33,2%
25,3%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 46
0,0% -2,5% -5,0%
0 2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidwest-Drenthe telde in 2011 706 startende ondernemingen, 11,6% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van ZuidwestDrenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Zuidwest-Drenthe kent een relatief weinig ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Drenthe regio nummer 33 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de groothandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
899
400
2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
893
Overijssel Provincie Overijssel
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Overijssel bedroeg in 2011 € 35 miljard (figuur 2), dat is € 30.864 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 6,0% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 harder zal krimpen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005-2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Overijssel 1.137.668 inwoners, in 2007 waren dat er 1.116.374. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% iets onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,0% zijn toegenomen tot 1.172.300 personen. Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Overijssel een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 1.116.374
1.137.668
1.172.300
14,4%
16,2%
19,5%
25,8%
27,0%
27,3%
40%
28,1%
25,9%
23,6%
20%
12,4%
12,3%
12,6%
19,2%
18,6%
17,0%
2007
2012
2020
100% 80% 60%
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 47
36
28.000
34
27.000
32
26.000
30
25.000
28
24.000
26
23.000
24
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 526.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,3% ruim boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006-2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Overijssel
Nederland
Overijssel
736 526 498 28 5,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 1,3% 1,5% 0,3%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8%. Daarmee heeft de provincie Overijssel een iets lagergeschoolde beroepsbevolking dan in Nederland gemiddeld (23,2%) (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Overijssel
Nederland
Overijssel
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,9% 47,6% 26,7% 0,8%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,8% 45,6% 29,8% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen Overijssel
Nederland
Overijssel
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 14,5% 6,1% 16,4% 3,9% 4,0% 18,1% 2,3% 12,7% 18,1% 2,9%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,9% 6,4% 11,5% 23,2% 2,2% 4,3% 21,0% 2,0% 2,1% 5,5% 5,8%
7.828.200
522.600
956.210
60.910
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Bron: CBS
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,3% lag de werkloosheid in de provincie Overijssel in 2011 net iets onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Overijsselse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6,9% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Overijssel het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden op een vergelijkbaar niveau met het Nederlandse gemiddelde en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Overijsselse investeringen in vaste activa € 6,3 miljard. Dat is 5,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de Overijsselse industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de zakelijke dienstverlening minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
30.483 3,0%
425.593 5,0%
11,2%
11,9%
29,1%
25,2%
50% 42%
40%
39%
30% 21% 20%
20% 17%
Q Nederland
ve r O
en
O
ve r
he
id
cië
,o
le
nd e
di e
rw
ijs
ns tve
ig
3% 1% zo rg
ng
le
rle
ni
ni ng
a re c
en stv er di
e ijk ke l Za
Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
ho n
ra ns p l, t
Q WO
nd e
Q HBO
Fi na n
du str i
r In
to se c he isc ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
4%
2% 2% uw
Nederland
0%
5%
5%
te
Overijssel
3%
0%
or
57,9%
e
56,7%
20%
13% 11%
11%
10%
Bo
40%
Q Overijssel
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Overijssel toegenomen met 15,2% tot 60.910. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Overijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de handel en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de industrie en de bouw (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 48
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Overijssel met 8,6 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Bijna alle sectoren dragen daar aan bij: industrie, bouw, transport en opslag, zorg, overheid en onderwijs en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector en de financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Overijssel lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overijssel een aandeel van 58,2% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,1% iets minder bijdragen aan de Overijsselse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,7% wat verder achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
8,6
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,5 19,5 4,5 6,1 15,0 8,0 7,4 9,7 51,2 28,3 4,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
2.400 2.100 1.800 1.500 1.200 900 600 300 0
he
Overijssel
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Overijssel in 2011 met -2,7% iets sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,2% per jaar, vergelijkbaar met de landelijke daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,2% plaats in de provincie Overijssel (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,1% 13.000
4% 12.224
31,7%
11.266
11.000
2%
9.000 32,6%
24,6%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
0% 7.853
7.820
7.000 5.000
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 49
-2% -4%
2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Overijssel telde in 2011 6.788 startende ondernemingen, 0,5% minder dan in 2010. Dat terwijl landelijk nog 0,7% groei in het aantal starters viel te noteren. Het aandeel van de provincie Overijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 5,5%. De provincie Overijssel kent een minder ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Overijssel provincie nummer 10 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de zorg en de bouw (figuur 6).
7.542
Noord-Overijssel Regio Noord-Overijssel
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Overijssel bedroeg in 2011 € 12,6 miljard (figuur 2), dat is € 35.245 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal afnemen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005-2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Noord-Overijssel 358.148 inwoners, in 2007 waren dat er 346.896. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,6% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 4,7% zijn toegenomen tot 374.900 personen. Met een aandeel van 25,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Overijssel een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
346.896
358.148
374.900
13,5%
15,1%
18,4%
25%
26,2%
26,5%
80%
28,4%
20%
12,9%
12,4%
12,6%
20,2%
19,6%
18,3%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
26,7%
Q 25-45 jr.
12
26.000
11
25.000
10
24.000
9
23.000
8
22.000
7
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 170.000 personen, dat is 47,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 2,0% fors boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
40%
Q 0-15 jr.
27.000
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
60%
0%
13
24,2%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 50
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Groei 2006- 2011 per jaar
NoordOverijssel
Nederland
NoordOverijssel
230 170 161 10 5,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,3% 2,0% 1,9% 8,5%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,5% (NL: 23,2%). Daarmee heeft de regio Noord-Overijssel een met Nederland vergelijkbaar geschoolde beroepsbevolking (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
NoordOverijssel
Nederland
NoordOverijssel
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
26,8% 45,8% 27,5% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,5% 44,7% 30,6% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen NoordOverijssel
Nederland
NoordOverijssel
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,2% 11,7% 6,6% 15,6% 5,0% 4,1% 16,1% 3,0% 14,2% 18,6% 4,0%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
18,3% 6,0% 12,1% 21,6% 2,8% 4,5% 19,6% 2,1% 2,1% 5,3% 5,5%
7.828.200
173.600
956.210
20.390
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,7% lag de werkloosheid in Noord-Overijssel in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Overijssel het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
13,7%
11,9%
33,6%
25,2%
50% 42% 41%
40% 30%
27% 21%
20% 40%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Noord-Overijssel toegenomen met 16,4% tot 20.390. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Overijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de bouw en weinig in de zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 51
Q Nederland
3% 1% zo rg
g rw
ijs
en
le n
in
ni ng O
Fi
ve r
na
he
nc ië
id ,o
le
di
di e e lijk
Za ke
en stv er
rle
re c
ns tve
ho en rt po
Ha nd
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw Bo
du str i
, tr an s
Q WO
el
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
isc
he
se
Nederland
In
cto
r
0%
5% 4%
2% 2%
nd e
3%
0% Noord-Overijssel
8%
6%
e
49,4%
20%
13%
11% 10%
10%
57,9%
ig
60%
425.593 5,0%
ve r
80%
7.294 3,4%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
O
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in NoordOverijssel in vaste activa € 2,1 miljard. Dat is 1,9% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale agrarische en publieke sector werd in vergelijking met Nederland beduidend meer geïnvesteerd, in handel, transport en horeca minder (figuur 4).
Q Noord-Overijssel
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Overijssel met 8,5 banen per vestiging iets boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport en opslag, overheid en onderwijs en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Noord-Overijssel lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 55,6% iets boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Overijssel een aandeel van 55,9% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,6% iets meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 32,8% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
8,5
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,6 16,6 4,6 6,1 14,8 7,9 7,0 12,2 56,6 29,6 6,3
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0
he
Noord-Overijssel
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Overijssel in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,2% per jaar, een met het landelijke beeld (-9,8%) vergelijkbare daling. Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,0% plaats in Noord-Overijssel (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,6%
32,8%
4.000
4.247
3%
3.772
. 3.000
1% 2.616
31,4%
24,2%
2.658
2.455
2.000
-1%
1.000
-3%
0 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-5% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Starters De regio Noord-Overijssel telde in 2011 2.253 startende ondernemingen, 9,5% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van NoordOverijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 slechts 1,8%. De regio Noord-Overijssel kent een niet uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Overijssel regio nummer 26 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, detailhandel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 52
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Zuidwest-Overijssel Regio Zuidwest-Overijssel
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Overijssel bedroeg in 2011 € 4,2 miljard (figuur 2), dat is € 27.222 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets meer zal dalen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Overijssel 152.934 inwoners, in 2007 waren dat er 151.255. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,1% zijn toegenomen tot 156.100 personen. Met een aandeel van 24,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Overijssel een relatief grote groep jongeren (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
4,5
27.000
4,0
26.000
3,5
25.000
3,0
24.000
2,5
23.000
2,0
22.000
1,5
21.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 74.000 personen, dat is 48,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% iets boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
151.255
152.934
156.100
14,4%
16,0%
19,0%
26,0%
28,0%
28,8%
40%
28,9%
26,1%
24,2%
2011 (x 1.000)
20%
11,8%
11,5%
ZuidwestOverijssel
Nederland
11,8%
ZuidwestOverijssel
0%
18,9%
18,1%
16,6%
2007
2012
2020
100 74 71 4 4,8
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 0,9% 1,5% -2,3%
100% 80% 60%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Groei 2006- 2011 per jaar
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 53
In 2011 bedraagt het aandeel hooggeschoolden 32,4%. Daarmee blijft de regio Zuidwest-Overijssel achter bij het aandeel hooggeschoolden in de Nederlandse beroepsbevolking (33,6%) (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidwestOverijssel
Nederland
ZuidwestOverijssel
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
23,2% 47,8% 29,0% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,0% 44,6% 32,4% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen ZuidwestOverijssel
Nederland
ZuidwestOverijssel
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,8% 13,5% 4,4% 15,3% 2,7% 3,7% 22,3% 1,7% 10,2% 20,3% 4,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
18,2% 5,1% 8,2% 20,8% 1,7% 4,3% 24,8% 1,9% 2,4% 6,4% 6,2%
7.828.200
173.600
956.210
7.765
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,8% lag de werkloosheid in Zuidwest-Overijssel in 2011 flink lager dan die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Overijssel het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden wat lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidwestOverijssel in vaste activa € 617 miljoen. Dat is maar 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de meeste andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100% 80% 60%
3.669 4,0%
425.593 5,0%
14,2%
11,9%
27,1%
25,2%
50% 42% 42%
40% 30%
40%
21%
20% 57,9%
54,6%
20%
10%
8%
11%
15% 13%
13%
15% 5% 5%
Q Nederland 4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidwest-Overijssel toegenomen met 18,2% tot 7.765. Daarmee ligt de groei op het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZuidwestOverijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en weinig in de bouw en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, transport en opslag en bij de overheid en in de zorgsector en relatief weinig in de zakelijke dienstverlening en in de zorgsector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 54
ig
rw
ijs
en
ve r
zo rg
g le n nd e
he O
Fi
na
nc ië
id ,o
le
di
di e e lijk
in
ni ng
en stv er
rt Za ke
ve r
en
ns tve
ho
rle
re c
a
uw Bo po , tr an s
Ha nd
el
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
du str i
r
Q WO
In
cto se
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland isc
Zuidwest-Overijssel
3% 2%
2% 1%
O
3%
0%
e
0%
Q Zuidwest-Overijssel
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Overijssel met 9,1 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, maar ook de bouw, transport en opslag, zorg en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
ve rig O
Zo rg
9,1
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,9 24,1 4,9 6,7 14,6 7,8 8,2 8,0 38,9 28,6 6,0
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
400 350 300 250 200 150 100 50 0
he
Zuidwest-Overijssel
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Belang MKB In Zuidwest-Overijssel lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Overijssel een aandeel van 58,5% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,5% ongeveer net zoveel bij aan de toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,9% flink achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
11,5%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidwestOverijssel in 2011 met -1,4% minder gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,1% per jaar, iets minder dan de landelijke daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zuidwest-Overijssel (figuur 7).
2.000
4% 1.798
1.691
1.600
30,9%
2% 1.200
1.200
1.066
1.114
800
-2%
31,4% 400 26,2%
-4% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidwest-Overijssel telde in 2011 956 startende ondernemingen, -1,8% minder dan in 2010. Hiermee ging de regio in tegen de landelijke trend van 0,7% groei. Het aandeel van Zuidwest-Overijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 slechts 0,8%. De regio Zuidwest-Overijssel kent geen uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Overijssel regio nummer 28 qua starters. Veruit de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, detailhandel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 55
0%
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Twente Regio Twente
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Twente bedroeg in 2011 € 18,3 miljard (figuur 2), dat is € 29.251 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets meer zal krimpen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Twente 626.586 inwoners, in 2007 waren dat er 618.223. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,3% zijn toegenomen tot 641.300 personen. Met een aandeel van 24,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Twente een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%), maar ook relatief veel 65+-ers.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 618.223
626.586
641.300
15,0%
16,9%
20,3%
26,2%
27,1%
40%
27,7%
25,4%
23,1%
20%
12,4%
12,5%
12,9%
18,8%
18,1%
16,4%
2007
2012
2020
100% 80% 60%
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
27,3%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 56
20
32.000
19
30.000
18
28.000
17
26.000
16
24.000
15
22.000
14
20.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 282.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% iets boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Twente
Nederland
Twente
405 282 267 15 5,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 1,0% 1,2% -1,4%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8% (NL: 23,2%). Ook het aandeel middelbaar en hoogopgeleiden ligt in de buurt van het Nederlandse gemiddelde (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Twente
Nederland
Twente
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,2% 49,1% 26,0% 0,7%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,8% 46,6% 28,8% 0,7%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 5,3% lag de werkloosheid in Twente in 2011 vlak onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rond die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Twente het aandeel laag- en middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 19.520 2,6% 9,8%
100% 80%
27,8%
425.593 5,0%
Nederland
Twente
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,6% 15,4% 6,2% 17,2% 3,5% 4,1% 18,4% 2,0% 12,4% 17,2% 2,8%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
13,9% 6,9% 12,0% 24,9% 1,9% 4,2% 21,0% 2,0% 2,0% 5,4% 5,8%
7.828.200
278.600
956.210
32.755
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Twente in vaste activa € 3,6 miljard. Dat is 3,1% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in de zakelijke dienstverlening en de publieke sector juist minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
11,9%
50%
25,2%
60%
Twente
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
42%
40%
37%
40% 59,9%
30%
57,9%
20% 22%
20%
21% 18%
0% 11% 5%
ig ve r
en
le
js wi nd
id ,o
le O
ve r
he
cië Fi na n
1%
O
ni ng
ng di
en di
ke lijk e
Za
en stv er
rle
ni
re c
stv e
ho n te
Ha
nd e
l, t
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 57
Q Nederland
a
uw
du str i In
to ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Twente toegenomen met 13,7% tot 32.755. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Twente veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, industrie en de bouw en weinig in de zakelijke dienstverlening en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, bouw en zorgsector en weinig in transport en opslag en de zakelijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
3%
3%
2% 3%
isc
he
se c
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5%
3%
0%
Bo
Q WO
ra ns po r
Q HBO
e
Q MBO 2, 3, 4
r
Q MBO 1, VO en BO
zo rg
10%
Nederland
er
Twente
13% 12%
Q Twente
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Twente met 8,5 banen per vestiging iets boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport en opslag, overheid en onderwijs en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Twente lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Twente nog een aandeel van 59,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,6% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,2% ook achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
8,5
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,4 19,0 4,4 5,9 15,3 8,2 7,5 8,5 51,5 27,4 4,5
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0
he
Twente
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Twente in 2011 met -2,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,5% per jaar, iets minder hard dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,3% plaats in Twente (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,6% 6.400
6.179
3% 5.803
31,2%
1%
4.800 4.037
33,6%
24,5%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
4.096
3.200
-1%
1.600
-3% -5%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 58
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Twente telde in 2011 3.579 startende ondernemingen, -5,5% minder dan in 2010. Dat is veel minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Twente in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,9%. De regio Twente kent een niet uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Twente regio nummer 30 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de handel en de bouw (figuur 6).
3.973
Gelderland Provincie Gelderland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Gelderland bedroeg in 2011 € 60,6 miljard (figuur 2), dat is € 30.207 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 10,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 zal krimpen (-0,6%). Gelderland blijft daarmee iets achter bij de voor Nederland verwachte economische krimp (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Gelderland 2.010.745 inwoners, in 2007 waren dat er nog 1.979.059. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% wel onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn toegenomen tot 2.036.100 personen. Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Gelderland geen uitgesproken jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
1.979.059
2.010.745
2.036.100
14,6%
16,7%
20,8%
27,2%
28,5%
80% 60%
61
29.000
59
28.000
57
27.000
55
26.000
53
25.000
51
24.000 23.000
49 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 924.000 personen, dat is 46,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
28,4%
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40%
27,6%
24,8%
22,6%
20%
12,0%
12,2%
12,4%
0%
18,7%
17,7%
15,7%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 59
Gelderland
Nederland
Gelderlandl
1.308 924 878 46 5,0
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 0,5% 0,5% 2,6%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,8%. Daarmee heeft de provincie Gelderland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Gelderland
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Gelderland
Nederland
Gelderland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,3% 43,7% 30,2% 0,8%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,8% 43,2% 31,0% 1,0%
Bron: CBS
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Met 5,0% lag de werkloosheid in de provincie Gelderland in 2011 beneden die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Gelderse werkloosheid nog steeds beneden die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6,8% verwacht. Naar opleidingsniveau heeft de provincie Gelderland een met het Nederlandse gemiddelde vergelijkbaar aandeel laag-, middelbaar en hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
48.042 4,8%
425.593 5,0%
11,7%
11,9%
25,4%
25,2%
Nederland Gelderland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,1% 11,7% 5,0% 16,8% 4,3% 4,0% 18,3% 2,6% 13,9% 18,6% 3,6%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
12,0% 6,2% 12,3% 21,3% 2,5% 4,1% 25,0% 2,2% 2,5% 5,8% 6,1%
7.828.200
906.900
956.210
116.525
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Gelderse investeringen in vaste activa € 13,1 miljard. Dat is 11,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de Gelderse financiële dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de meeste andere Gelderse sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 42%
40% 30%
40% 21% 21%
20%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 60
Q Nederland
ig ve r O
n js e wi nd er
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
zo rg
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
Za
ni
ni ng le
re c
ns tve r
ho n te or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Gelderland toegenomen met 16,4% tot 116.525. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Gelderland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en weinig in de zakelijke dienstverlening, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de industrie. De zakelijke dienstverlening in Gelderland kent ten opzichte van Nederland relatief weinig banen (tabel 3).
a
uw
du str i
r isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3% 1%
2% 2%
In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
3%
0%
Nederland
9% 5%
4%
e
0% Gelderland
13% 10%
11% 10%
10%
Bo
57,9%
58,1%
20%
Q Gelderland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Gelderland met 7,8 banen per vestiging beneden die van Nederland (8,2). Vooral de zorgsector en transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Gelderland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Gelderland nog een aandeel van 59,9% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,2% iets meer bij aan de Gelderse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 29,0% flink achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
7,8
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,7 14,7 3,2 6,1 13,3 7,6 5,7 9,3 43,0 24,8 4,5
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
4.400 3.850 3.300 2.750 2.200 1.650 1.100 550 0
he
Gelderland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Gelderland in 2011 met -2,9% iets sneller gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,5% per jaar, ook een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 10,8% plaats in de provincie Gelderland (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
12,2%
23.000
29,0%
7,0%
21.961 19.749
18.000
3,5% 13.820
13.000
13.880
13.002
0,0%
33,6% 8.000
25,3%
-3,5%
3.000
-7,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Gelderland telde in 2011 13.140 startende ondernemingen, bijna net zoveel als in 2010. Daarmee blijft Gelderland achter bij de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Gelderland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 10,6%. De provincie Gelderland neemt wat ondernemerschap een middenpositie in: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Gelderland provincie nummer 6 qua starters. Veruit de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op ruime afstand gevolgd door de zorgsector en de handel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 61
2011
Veluwe Regio Veluwe
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van de Veluwe bedroeg in 2011 € 21,1 miljard (figuur 2), dat is € 32.121 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 nagenoeg in lijn met het Nederlandse BBP (-0,5%) zal krimpen (-0,6%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Veluwe 659.218 inwoners, in 2007 waren dat er 646.668. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,6% zijn toegenomen tot 669.700 personen. Met een aandeel van 24,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Veluwe een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
646.668
659.218
669.700
14,7%
16,8%
20,3%
26,4%
27,4%
80%
27,4%
60% 40%
26,9%
24,6%
22,6%
20%
12,8%
12,8%
12,6%
19,3%
18,4%
17,1%
2007
2012
2020
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 62
22
30.000
21
29.000
20
28.000
19
27.000
18
26.000
17
25.000
16
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 296.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Veluwe
Nederland
Veluwe
422 296 283 13 4,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 1,0% 1,0% 4,9%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,0%. Daarmee heeft de regio Veluwe een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Veluwe
Nederland
Veluwe
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
27,2% 43,1% 29,0% 0,7%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
26,0% 42,2% 30,7% 1,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,3% lag de werkloosheid in de Veluwe in 2011 flink beneden die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in de Veluwe het aandeel nietwerkende werkzoekenden op een met het Nederlandse gemiddelde vergelijkbaar niveau (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
11.674 4,9%
425.593 5,0%
11,6%
11,9%
25,9%
25,2%
Veluwe
Nederland
Veluwe
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,9% 10,3% 5,5% 16,9% 3,8% 4,0% 16,9% 3,4% 16,3% 18,3% 3,6%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
12,0% 6,0% 13,7% 21,5% 2,3% 4,2% 24,4% 2,3% 2,5% 5,3% 5,9%
7.828.200
312.500
956.210
38.940
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in de Veluwe in vaste activa € 4,8 miljard. Dat is 4,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale financiele dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd. Dit is echter een eenmalige uitschieter voor het jaar 2009 (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
38%
40% 30% 21% 18%
20% 0%
ig ve r
O
ve r
he
cië
id ,o
le
nd
er
wi
js
O
en
le
ni
en stv er
rle
di
en di
ke lijk e
ni ng
ng
a re c
stv e
ho n
Ha
nd e
l, t
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 63
Q Nederland
3% 1%
Za
ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de Veluwe toegenomen met 16,7% tot 38.940. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Veluwe veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de handel en weinig in transport en opslag en de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de zorgsector en bij de overheid en het onderwijs en weinig in de zakelijke dienstverlening en transport en opslag (tabel 3).
5%
Fi na n
du str i In
to isc
he
se c
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
uw
0%
te
Q WO
Bo
Q HBO
2% 3%
ra ns po r
Q MBO 2, 3, 4
8%
6%
4%
r
Q MBO 1, VO en BO
3%
22%
13%
11%
10%
Nederland
e
Veluwe
zo rg
57,9%
57,6%
20%
Q Veluwe
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de Veluwe met 8,0 banen per vestiging iets onder die van Nederland (8,2). Vooral overheid en onderwijs en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de Veluwe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in de Veluwe een aandeel van 61,0% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,0% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,1% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
8,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,6 13,7 3,2 6,3 13,0 7,8 5,6 12,2 53,4 27,9 4,9
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1200 1050 900 750 600 450 300 150 0
he
Veluwe
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de Veluwe in 2011 met -2,8% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,7% per jaar, sneller dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,5% plaats in de Veluwe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,0% 7.100 30,1%
7.041
5,0% 6.308
6.100
2,5%
5.100 33,8%
25,2%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
0,0%
4.100
4.360
4.350
2009
2010
3.100
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 64
-2,5% -5,0%
2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Veluwe telde in 2011 4.149 startende ondernemingen, 0,6% meer dan in 2010, vergelijkbaar met de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de Veluwe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,4%. De regio Veluwe kent geen uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Veluwe regio nummer 21 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
4.190
Achterhoek Regio Achterhoek
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van de Achterhoek bedroeg in 2011 € 10,9 miljard (figuur 2), dat is € 27.219 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 flink meer zal krimpen (-1,0%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Achterhoek 401.476 inwoners, in 2007 waren dat er 401.729. De bevolking krimpt sinds 2009 en dat steekt schril af tegen de Nederlandse gemiddelde bevolkingsgroei van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,3% zijn gekrompen tot 392.400 personen. Ondanks een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de Achterhoek een relatief vergrijsde bevolking (NL: 23,3%). Het aandeel 65+ is immers bovengemiddeld.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
401.729
401.476
392.400
16,4%
19,0%
23,8%
28,7%
30,4%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
22,6%
10,3%
10,7%
11,8%
18,6%
17,3%
14,4%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
28.000
11,0
27.000
10,5
26.000
10,0
25.000
9,5
24.000
9,0
23.000
8,5
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
19,8%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 65
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 184.000 personen, dat is 45,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% flink onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
30,1%
26,0%
Q 15-25 jr.
11,5
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Achterhoek
Nederland
Achterhoek
256 184 176 8 4,5
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,4% 0,2% 0,1% 6,9%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,2%. Daarmee heeft de regio Achterhoek een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Achterhoek
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Achterhoek
Nederland
Achterhoek
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,3% 51,9% 23,8% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
26,2% 48,6% 25,1% 0,0%
Bron: CBS
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Met 4,5% lag de werkloosheid in de Achterhoek in 2011 flink onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid rond die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in de Achterhoek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
8.179 3,8%
425.593 5,0%
14,6%
11,9%
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,2% 17,7% 5,9% 18,1% 4,8% 4,6% 13,7% 1,6% 10,0% 19,4% 3,0%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
19,7% 7,0% 10,8% 21,2% 1,9% 4,2% 20,4% 1,8% 1,9% 5,4% 5,7%
7.828.200
161.700
956.210
24.240
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in de Achterhoek in vaste activa € 2,5 miljard. Dat is 2,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie en agrarische sector werd in vergelijking met Nederland beduidend meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
25,2%
33,6%
Nederland Achterhoek
37%
30% 40% 20%
18%
48,0%
13% 10%
11%
5% 6%
6%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de Achterhoek toegenomen met 11,2% tot 24.240. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Achterhoek veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de bouw, de industrie en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, de industrie, handel en zorgsector en weinig in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 66
Q Nederland
rle
ig
ijs rw nd e ,o
O
ve r
he
id
nc ië na Fi
1%
ve r
ng ni
ng di e le
di e lijk e ke
Za
ns tve
rle
ni
re c te
n
ns tve
ho
Bo u
Ha nd
el
, tr an s
po r
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
w
e
r
Q WO
3%
2% 2% In du str i
Q HBO
cto
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
se
Achterhoek
3%
0%
O
10% 0%
zo rg
20%
21%
20%
en
57,9%
Q Achterhoek
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de Achterhoek met 6,7 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de industrie en transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de Achterhoek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 66,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in de Achterhoek een aandeel van 65,1% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 13,5% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 20,3% echter ver achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
6,7
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,4 16,8 3,7 5,7 16,9 7,3 4,5 6,0 35,2 24,0 3,5
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0
he
Achterhoek
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de Achterhoek in 2011 met -4,0% een stuk sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,9% per jaar, een met het landelijke beeld (-9,8%) vergelijkbare daling. Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,0% plaats in de Achterhoek (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
13,5% 20,3%
4.000
3.934
5,0% 3.496 2,5%
3.000 2.516
28,3%
2.399
2.429
2.000
0,0%
1.000
-2,5%
37,9%
-5,0%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Achterhoek telde in 2011 2.092 startende ondernemingen, -2,2% minder dan in 2010 en tegen de landelijke trend van 0,7% groei in. Het aandeel van de Achterhoek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,7%. De regio Achterhoek kent een niet zo ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is de Achterhoek regio nummer 37 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 67
2011
Arnhem-Nijmegen Regio Arnhem-Nijmegen
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Arnhem-Nijmegen bedroeg in 2011 € 21,4 miljard (figuur 2), dat is € 30.085 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal dalen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Arnhem-Nijmegen 714.049 inwoners, in 2007 waren dat er 697.417. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,2% zijn toegenomen tot 736.800 personen. Met een aandeel van 22,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Arnhem-Nijmegen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
697.417
714.049
736.800
14,2%
15,9%
19,9%
27,0%
28,4%
80%
20%
12,4%
12,8%
12,6%
17,4%
16,6%
15%
2007
2012
2020
26,3%
Q 25-45 jr.
29.000
20,5
28.000
20,0
27.000
19,5
26.000
19,0
25.000
18,5
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 335.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
40%
Q 15-25 jr.
21,0
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
28,9%
Q 0-15 jr.
30.000
28,2%
60%
0%
21,5
24,4%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 68
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
ArnhemNijmegen
Nederland
ArnhemNijmegen
476 335 315 20 6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,2% 0,4% 0,5% 1,2%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 21,5%. Daarmee heeft de regio Arnhem-Nijmegen een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ArnhemNijmgen
Nederland
ArnhemNijmgen
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
21,6% 39,6% 37,5% 1,2%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
21,5% 40,3% 37,3% 0,9%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 6% lag de werkloosheid in Arnhem-Nijmegen in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Arnhem-Nijmegen het aandeel laaggeschoolden niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
23.447 5,3%
425.593 5,0%
80%
11,1%
11,9%
22,3%
25,2%
60%
ArnhemNijmgen
Nederland
ArnhemNijmgen
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,6% 9,9% 3,8% 15,1% 4,0% 4,0% 19,8% 2,5% 15,2% 20,9% 4,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
5,3% 5,6% 11,0% 21,5% 2,7% 4,5% 29,5% 2,0% 3,2% 7,6% 7,0%
7.828.200
329.700
956.210
35.940
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Arnhem-Nijmegen in vaste activa € 4,2 miljard. Dat is 3,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. (figuur 4). Meer dan de helft van de investeringen is gedaan in de zakelijke diensten.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
50% 42%
40% 30%
40% 21%
20%
20%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 69
Q Nederland
ve r
ig
1%
er
wi
js
O
en
le
zo rg
3%
nd
di O
ve r
he
cië
id ,o
le
di ke lijk e
ni ng
ng
en stv er
rle
ni
re c
stv e
n te l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Arnhem-Nijmegen toegenomen met 20,1% tot 35.940. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Arnhem-Nijmegen veel bedrijfsvestigingen in de zorgsector, zakelijke dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs en weinig in de agrarische sector en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en bij de overheid en het onderwijs en weinig in de bouw en de handel (tabel 3).
ho
Bo ra ns po r
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r
Q WO
5% 4%
2% 1%
In
Q HBO
to
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
se c
Arnhem/Nijmegen
3% 2%
0%
Za
0%
22%
13% 9%
11% 10%
10%
en
57,9%
Fi na n
61,3%
Q Arnhem/Nijmegen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Arnhem-Nijmegen met 9,2 banen per vestiging flink boven die van Nederland (8,2). Vooral transport en opslag, de industrie en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Arnhem-Nijmegen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,1% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Arnhem-Nijmegen een aandeel van 53,3% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 11,2% minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 36,7% daarentegen boven het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
Zo rg
9,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,1 16,3 3,1 6,4 13,7 8,3 6,2 11,4 43,5 25,1 5,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0
he
Arnhem-Nijmegen
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ArnhemNijmegen in 2011 met -1,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,9% per jaar, juist een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 4,0% plaats in ArnhemNijmegen (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,2%
8.500
36,7%
8.422
5,0% 7.637
7.000 29,1%
2,5% 5.524
5.500
5.636
0,0% 4.821
4.000 23,0%
-2,5%
2.500
-5,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Arnhem-Nijmegen telde in 2011 5.307 startende ondernemingen, 1,4% meer dan in 2010 en boven de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Arnhem-Nijmegen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 4,3%. De regio Arnhem-Nijmegen kent een gemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,8 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Arnhem-Nijmegen regio nummer 10 qua starters. Veruit de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector en de detailhandel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 70
2011
Zuidwest-Gelderland Regio Zuidwest-Gelderland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Gelderland bedroeg in 2011 € 7,1 miljard (figuur 2), dat is € 30.307 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal krimpen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%)
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Gelderland 236.002 inwoners, in 2007 waren dat er 233.245. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met slechts 0,5% zijn toegenomen tot 237.200 personen. Met een aandeel van 25,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Gelderland wel een relatief grote jonge bevolking (NL: 23,3%), maar het aandeel 45-65 jarigen ligt ook boven het Nederlandse gemiddelde.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
233.245
236.002
237.200
12,5%
14,9%
20,1%
27,3%
29,0%
80% 60% 40%
28,0%
20% 0%
Q 0-15 jr.
7,0
29.000
6,5
28.000
6,0
27.000
5,5
26.000
5,0
25.000
4,5
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 110.000 personen, dat is 46,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% flink onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
21,5%
11,4%
12,0%
12,6%
20,6%
19,4%
16,4%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
30.000
29,5%
24,7%
Q 15-25 jr.
7,5
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 71
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
ZuidwestGelderland
Nederland
ZuidwestGelderland
154 110 105 5 4,6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,2% 0,0% 1,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 29,4%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Gelderland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidwestGelderland
Nederland
ZuidwestGelderland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
33,3% 43,5% 23,1% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
29,4% 46,8% 23,9% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,6% lag de werkloosheid in Zuidwest-Gelderland in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds iets onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Gelderland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80%
4.743 3,7%
425.593 5,0%
9,8%
11,9%
25,3%
25,2%
60%
ZuidwestGelderland
Nederland
ZuidwestGelderland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
3,4% 12,0% 5,8% 19,9% 6,3% 2,9% 24,9% 1,8% 8,6% 11,3% 3,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,0% 6,7% 13,5% 20,4% 3,6% 2,9% 23,6% 2,8% 2,2% 4,1% 5,3%
7.828.200
103.000
956.210
17.405
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidwestGelderland in vaste activa € 1,7 miljard. Dat is 1,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Het investeringsbeeld wijkt niet heel sterk af van het Nederlandse. Opvallend is dat in de zakelijke diensten en de industrie in vergelijking met Nederland minder geïnvesteerd werd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
40%
42%
40% 61,1%
Aandeel vestigingen
Nederland
38%
57,9%
20%
30%
0%
20%
24%
ig ve r O
nd e
rw
ijs
en
zo rg
le ni ng
g
stv er
le n
en
1%
,o
le ve r
he
id
cië O
Za
ke l
ijk e
di
di
n
en stv er
ho
in
re c
a
uw l, t nd e
Ha
Q Nederland
3%
2%
te ra ns p
ra r
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 72
Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidwest-Gelderland toegenomen met 16,0% tot 17.405. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZuidwestGelderland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, transport en opslag, de bouw en de industrie en weinig in de horeca, zorg en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, de industrie, transport en opslag, de bouw, zakelijke dienstverlening en de handel en weinig in de publieke sector (zorg, overheid en onderwijs) en de horeca (tabel 3).
5%
4%
or
isc
he
se c
to
r
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
2%
Fi na n
3%
0%
Bo
Q WO
ie
Q HBO
13%13% 8%
str
Q MBO 2, 3, 4
9% 11%
10%
du
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
In
Zuidwest-Gelderland
21%
Q Zuidwest-Gelderland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Gelderland met 5,9 banen per vestiging ver beneden die van Nederland (8,2). De industrie, transport en opslag, de financiële diensten, de overheid en het onderwijs en de zorg kennen allemaal relatief weinig banen per vestiging, (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidwest-Gelderland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 67,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Gelderland zelfs een aandeel van 68,4% in de TW. Daar komt bij dat ZZP’ers met 16,8% veel meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf is hierdoor met 15,6% nog niet de helft van het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
15,6%
ve rig O
Zo rg
5,9
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,3 10,6 2,6 5,8 10,3 6,0 6,2 4,0 23,7 16,2 3,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
600 525 450 375 300 225 150 75 0
he
Zuidwest-Gelderland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidwestGelderland in 2011 met -3,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,7% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,3% plaats in Zuidwest-Gelderland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
16,8% 2.800
2.564
6% 2.308 3%
2.100 1.420
1.400 27,7%
1.495
1.562
0% -3%
700 39,8%
-6%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidwest-Gelderland telde in 2011 1.592 startende ondernemingen, -3,0% minder dan in 2010 en tegengesteld aan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuidwest-Gelderland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,3%. De regio Zuidwest-Gelderland kent een gemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Gelderland regio nummer 18 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 73
2011
Utrecht Provincie Utrecht
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Utrecht bedroeg in 2011 € 51,4 miljard (figuur 2), dat is € 41.863 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 8,8% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder zal krimpen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Utrecht 1.237.117 inwoners, in 2007 waren dat er 1.190.604. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,8% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,1% zijn toegenomen tot 1.300.600 personen. Met een aandeel van 24,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Utrecht een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
1.190.604
1.237.117
1.300.600
12,9%
14,3%
17,3%
25,3%
26,4%
26,6%
80% 60% 40%
30,2%
28,0%
25,9%
20%
12,8%
12,7%
12,8%
0%
19,0%
18,6%
17,4%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 74
52
33.000
50
32.000
48
31.000
46
30.000
44
29.000
42
28.000
40
27.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 599.000 personen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Utrecht
Nederland
Utrechtl
817 599 571 28 4,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,5% 1,1% 1,1% 2,9%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 18,5%. Daarmee heeft de provincie Utrecht een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). De provincie kent mede door de aanwezigheid van de Universiteit en hogescholen veel kenniswerkers (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Utrecht
Nederland
Utrecht
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
19,8% 39,3% 39,9% 1,1%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
18,5% 36,4% 44,1% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen Utrecht
Nederland
Utrecht
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,3% 6,3% 4,8% 15,8% 4,5% 3,9% 24,4% 5,0% 14,4% 15,5% 5,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
4,7% 4,4% 10,9% 19,8% 2,2% 3,4% 34,7% 4,4% 3,4% 6,2% 5,8%
7.828.200
665.600
956.210
75.680
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,7% lag de werkloosheid in de provincie Utrecht in 2011 flink onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Utrechtse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een verdere stijging van de werkloosheid verwacht tot 7,1%. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Utrecht het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
50% 45% 42%
40%
425.593 5,0%
30%
11,9%
25%
16,9% 20% 14% 13%
21,6% 11%
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
Q Nederland
en
ig
ijs rw nd e
,o
le O
ve r
he
id
nc ië na
zo rg
ni ng le
ni ng di
en stv er
le
re c
en stv er di
e lijk
Za
Q WO
ho en rt
ra r
, tr an sp o
Q HBO
nd el
Q MBO 2, 3, 4
Ha
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
Ag
Utrecht
a
uw
e du str i
isc
0%
3% 1%
2% 1%
In
he
se
cto
r
51,1%
20%
0%
57,9%
7%
5%
5%
3% 1%
Bo
40%
ke
10%
Fi
25,2%
60%
21%
ve r
80%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
O
23.148 10,5%
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Utrechtse investeringen in vaste activa € 10,0 miljard. Dat is 8,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de zakelijke en financiële dienstverlening en de publieke sector in Utrecht werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Q Utrecht
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Utrecht toegenomen met 22,4% tot 75.680. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Utrecht veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke en financiële dienstverlening. Daar zijn ook relatief veel banen te vinden, net als bij de overheid. De industrie is zowel qua vestigingen en vooral wat banen betreft ondervertegenwoordigd in Utrecht (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 75
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Utrecht met 8,8 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de horeca en transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de publieke sector (overheid, onderwijs en zorg) juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Utrecht lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,7% op een vergelijkbaar niveau met het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 20007 had het MKB in Utrecht nog een aandeel van 56,5% in de TW. Opvallend is dat ZZP’ers met 10,2% minder bijdragen aan de Utrechtse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf is met 35,1% juist groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
8,8
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
0,6 12,4 3,8 7,0 17,8 10,2 6,2 10,0 37,0 21,8 7,7
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
4.800 4.200 3.600 3.000 2.400 1.800 1.200 600 0
he
Utrecht
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Utrecht in 2011 met -2,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 8,3% plaats in de provincie Utrecht (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,2% 16.000 35,1%
15.901
7,0%
15.116
3,5%
12.000 10.113 31,6%
23,1%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
10.273
8.000
0,0%
4.000
-3,5% -7,0%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 76
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Utrecht telde in 2011 10.756 startende ondernemingen, 2,8% minder dan in 2010. Dat staat in contrast met de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Utrecht in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 8,7%. De provincie Utrecht kent al wel een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 18,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Utrecht provincie nummer 3 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op ruime afstand gevolgd door de zorgsector (figuur 6).
9.978
Flevoland Provincie Flevoland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Flevoland bedroeg in 2011 € 10,2 miljard (figuur 2), dat is € 25.970 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 1,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 stabiel zal blijven en daarmee beter presteert dan het Nederlands BRP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Flevoland 395.525 inwoners, in 2007 waren dat er 374.424. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 1,1% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 12,2% zijn toegenomen tot 443.600 personen. Met een aandeel van 27,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Flevoland een relatief zeer jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
374.424
395.525
443.600
8,9%
10,5%
14,5%
24,7%
27,3%
11
30.000
10
29.000
9
28.000
8
27.000
7
26.000
6
25.000
5
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 191.000 personen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
80% 28,2%
60% 40%
30,6%
28,0%
24,8%
20%
13,3%
13,2%
13,1%
22,5%
21,0%
19,4%
2007
2012
2020
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 77
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
Flevoland
Nederland
Flevoland
264 191 179 12 6,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,9% 1,4% 1,7% 0,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,4% tegenover 23,2% in Nederland. De beroepsbevolking van Flevoland bestaat voor een relatief groot deel (45,8%) uit middelbaar opgeleiden (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Flevoland
Nederland
Flevoland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,2% 50,6% 24,2% 1,1%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,4% 45,8% 29,7% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Met 6,3% lag de werkloosheid in de provincie Flevoland in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid in Flevoland nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 9,9% verwacht. De relatief sterke groei van het aantal werklozen is vooral het gevolg van een hogere toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Flevoland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger en het aandeel hoger geschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Flevoland
Nederland
Flevoland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,7% 9,6% 3,6% 21,7% 3,6% 3,3% 20,6% 1,4% 14,6% 16,4% 3,7%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
11,0% 5,8% 11,7% 22,0% 3,4% 3,0% 26,9% 1,6% 3,0% 5,6% 5,9%
7.828.200
146.300
956.210
20.755
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Bron: CBS
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Flevoland in vaste activa € 3,1 miljard. Dat is 2,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Naar verhouding werd een groot deel van de investeringen in Flevoland gedaan in de zakelijke dienstverlening (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
10,6%
11,9%
27,0%
25,2%
60%
50% 42%
40% 30%
21%
20% 57,9% 11%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Flevoland toegenomen met 28,0% tot 20.755. Daarmee ligt de groei ver boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. Dit heeft te maken met de sterkere bevolkingsgroei die er in die periode heeft plaatsgevonden. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Flevoland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de handel. Verder vertoont de verdeling van het aantal vestigingen veel gelijkenis met de landelijke verdeling. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, de handel en de overheidssectoren en weinig in de bouw, transport, horeca en de financiële dienstverlening (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 78
Q Nederland
g in
g
rw
ijs
en
le n
1%
nd e
en di O
ve r
he
id
cië
,o
le
di ijk e ke l Za
stv er
le n
in
re c
en stv er
ho n te
ra ns p Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3%
2% a
uw
du str i
r
Q WO
In
to se c
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland isc
Flevoland
5%
2% 1% Bo
0%
0%
8%
8%
5%
e
3%
14%
13%
zo rg
10%
or
59,2%
20%
Fi na n
40%
ig
425.593 5,0%
ve r
80%
12.030 3,3%
O
100%
61%
60%
Q Flevoland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Flevoland met 7 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector, de industrie en de financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief minder banen per vestiging. Alleen de handel en de horeca kennen relatief iets meer banen per vestiging (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
ve rig O
Zo rg
7,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,1 11,6 2,1 7,0 7,5 7,8 5,4 6,2 34,0 20,8 4,4
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0
he
Flevoland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
isc
2010
Q 2011
Belang MKB In de provincie Flevoland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Flevoland een aandeel van 61,4% in de TW. Ook ZZP’-ers dragen met 14,3% relatief meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,5%% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
14,3%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Flevoland in 2011 met -2,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -13,3% per jaar, een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,1% plaats in de provincie Flevoland (figuur 7).
5.500
26,5%
4%
5.233 4.680
4.500
2% 0%
3.500 3.056 33,7%
2.500
2.699
2.576
2010
2011
-4%
1.500 25,4%
2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Flevoland telde in 2011 3.586 startende ondernemingen, 5,2% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Flevoland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,9%. De provincie Flevoland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 18,8 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Flevoland provincie nummer 2 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhandel, zorg, bouw en overige activiteiten, waaronder cultuur (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 79
-2%
2009
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Noord-Holland Provincie Noord-Holland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Holland bedroeg in 2011 € 108,2 miljard (figuur 2), dat is € 40.221 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 18,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder krimpt (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Noord-Holland 2.709.822 inwoners, in 2007 waren dat er 2.613.070. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 4,6% zijn toegenomen tot 2.834.300 personen. Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdcategorie 0-20 jaar heeft de provincie Noord-Holland een oudere bevolking dan gemiddeld in Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
2.613.070
2.709.822
2.834.300
13,9%
15,4%
18,4%
26,7%
27,6%
80% 60% 40%
30,3%
105
33.000
100
30.000
95
27.000
90
24.000
85
21.000
80
18.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.311.000 personen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
28,1%
25,9%
11,8%
11,6%
0%
17,7%
17,1%
16,4%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2010
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
11,4%
Q 15-25 jr.
36.000
27,7%
20%
Q 0-15 jr.
110
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 80
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
NoordHolland
Nederland
NoordHolland
1.799 1.311 1.241 70 5,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,3% 1,1% 1,1% 3,4%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 20,6%. Daarmee heeft de provincie Noord-Holland een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Naar verhouding is het aantal middelbaar opgeleiden in Noord-Holland tussen 2006 en 2011 afgenomen ten gunste van het aantal hoger opgeleiden (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
NoordHolland
Nederland
NoordHolland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
20,9% 42,0% 36,0% 1,1%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
20,6% 38,5% 39,8% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen NoordHolland
Nederland
NoordHolland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 7,3% 3,3% 16,7% 5,9% 5,0% 24,9% 5,2% 12,1% 14,6% 3,9%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
3,6% 4,7% 12,3% 20,5% 3,1% 4,9% 33,5% 2,4% 2,6% 5,7% 6,5%
7.828.200
1.388.200
956.210
168.970
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,3% lag de werkloosheid in de provincie Noord-Holland in 2011 net onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Noord-Hollandse werkloosheid nog steeds iets onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt in de regio een werkloosheid van 6,9% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Noord-Holland het aandeel niet-werkende werkzoekenden met een MBO 2-3 of 4 diploma fors lager en het aandeel hoger opgeleide niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Noord-Hollandse investeringen in vaste activa € 19,7 miljard. Dat is 17,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de zakelijke dienstverlening en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de agrarische sector, industrie en overheid en onderwijs juist minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 66.981 7,7%
100%
50%
425.593 5,0%
80%
13,8%
11,9%
60%
20,0%
25,2%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
30% 21%
20% 11%
10%
57,9%
19%
18%
40% 58,6%
43%
42%
40%
20%
13% 9% 5% 5%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Noord-Holland toegenomen met 19,2% tot 168.970. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Noord-Holland veel bedrijfsvestigingen in de horeca en zakelijke dienstverlening en weinig in de agrarische sector, industrie en handel. Relatief veel banen zijn te vinden in de transport, horeca en zakelijke en financiële dienstverlening en relatief weinig in de industrie, bouw, overheid, onderwijs en zorg (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 81
Q Nederland
en
ig ve r
zo rg
ng rle er
wi
js
ns tve
nd
di e
,o id he ve r O
Fi
na nc ië
le
di ke lijk e
Za
ni
ni ng le
re c en
te
n
stv er
ho
Bo nd e
Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e tri us
ra ns po r
Q WO
l, t
Q HBO
isc
Q MBO 2, 3, 4
Ag ra r
Q MBO 1, VO en BO
In d
se
Nederland
he
Noord-Holland
cto
r
0%
3% 3%
2% 2%
O
3% 2%
0%
Q Noord-Holland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie NoordHolland met 8,2 banen per vestiging gelijk aan dat van Nederland. Vooral agrarische bedrijven, transportbedrijven, horecaondernemingen en financiële dienstverleners kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, bouw, overheid en zorg juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
ra r Ag
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Noord-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 49,3% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Holland een aandeel van 50,9% in de TW. De bijdrage van ZZP’ers aan de Noord-Hollandse toegevoegde waarde is vrijwel gelijk aan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf is met 39,5% een stuk groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5). Dit komt onder andere doordat in Noord-Holland veel nationale en internationale hoofdkantoren zijn gevestigd.
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
11,2%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Noord-Holland in 2011 met -1,5% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,2% per jaar, dat is minder dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 18,2% plaats in de provincie Noord-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011 12%
34.217 31.167
30.000
8%
24.000 22.166 29,2%
22.690
4% 22.025
18.000
0%
12.000 20,1%
-4% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Noord-Holland telde in 2011 26.301 startende ondernemingen, 4,1% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Noord-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 21,3%. De provincie Noord-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 20,1 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Holland provincie nummer 1 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw, detailhandel en zorg (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 82
ve rig
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
36.000
39,5%
O
8,2
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
2,4 12,7 2,2 6,7 15,4 8,4 6,1 17,9 37,7 21,1 4,9
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
12.000 10.500 9.000 7.500 6.000 4.500 3.000 1.500 0 se cto r In du str ie
Noord-Holland
he
Nederland
isc
2010
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Kop van Noord-Holland Regio Kop van Noord-Holland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Kop van Noord-Holland bedroeg in 2011 € 9,5 miljard (figuur 2), dat is € 25.635 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal afnemen (-0,7%) dan het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Kop van Noord-Holland 372.017 inwoners, in 2007 waren dat er 365.810. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,2% zijn toegenomen tot 380.300 personen. Met een aandeel van 24,0% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Kop van Noord-Holland een groter aandeel jongeren dan gemiddeld (NL: 23,3%). De groep vanaf 65 jaar (16,4%) is echter ook groter dan gemiddeld en groeit bovendien snel.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
10,0
29.000
9,5
28.000
9,0
27.000
8,5
26.000
8,0
25.000
7,5
24.000
7,0
23.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 172.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,1% ruim onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
365.810
372.017
380.300
13,3%
16,4%
22,4%
29,6%
28,4%
2011 (x 1.000)
24,6%
22,1%
Kop van NoordHolland
Nederland
27,2%
Kop van NoordHolland
20%
11,5%
11,6%
11,6%
0%
18,9%
17,8%
15,5%
2007
2012
2020
245 172 165 8 4,5
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% 0,1% 0,2% 5,1%
100% 80%
29,0% 60% 40%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
December 2012 83
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 29,5%. Daarmee heeft de regio Kop van Noord-Holland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit hangt onder meer samen met de afwezigheid van hoger onderwijsinstellingen.
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Kop van NoordHolland
Nederland
Kop van NoordHolland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
27,5% 49,1% 22,2% 1,2%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
29,5% 45,7% 23,7% 1,2%
2010
Aandeel banen
Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Kop van NoordHolland
Nederland
Kop van NoordHolland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
5,6% 8,4% 6,6% 19,2% 4,2% 4,4% 13,1% 2,4% 16,3% 16,8% 2,9%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
13,7% 6,3% 18,2% 19,5% 2,7% 5,0% 19,5% 2,3% 1,8% 4,6% 6,4%
7.828.200
140.200
956.210
22.360
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,5% lag de werkloosheid in de Kop van Noord-Holland in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal de werkloosheid eind 2012 nog licht onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt het aandeel lager geschoolde niet-werkende werkzoekenden in de Kop van Noord-Holland lager en het aandeel middelbaar opgeleide niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Kop van Noord-Holland in vaste activa € 2,2 miljard. Dat is 2,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, net als in de bouw en bij de overheid, in het onderwijs en de zorg. In andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
425.593 5,0% 11,9%
34%
25,2%
30%
40%
30% 21%
20%
Q Nederland 4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Kop van Noord-Holland toegenomen met 15,3% tot 22.360. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Kop van Noord-Holland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de bouw en de industrie en weinig in de zakelijke dienstverlening en de handel. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, bij de overheid, het onderwijs en in de industrie en weinig in de handel, financiële en zakelijke dienstverlening, in de agrarische sector en bij de overheid (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 84
stv er
zo rg
nd e ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
3% 2%
en
in le n
en di le
di ijk e ke l Za
3%
le ni ng
g
a re c
en stv er
n te or ra ns p Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
ho
Bo
str du In
Q WO
uw
r to se c
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
5%
2% 3%
isc
Kop van Noord-Holland
5%
3%
0%
ie
0%
ijs
9% 11%
10%
rw
57,9%
55,8%
20%
14% 13%
ig
30,8%
42%
40%
ve r
80% 60%
50%
O
5.877 2,8% 10,6%
100%
Q Kop van Noord-Holland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Kop van Noord-Holland met 6,3 banen per vestiging flink onder die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector en de overheid- en onderwijsinstellingen kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle andere sectoren, en dan vooral de industrie, transport en financiële dienstverleners, juist minder (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Kop van Noord-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,0% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Kop van Noord-Holland nog een aandeel van 59,4% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 16,8% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aandeel van het grootbedrijf met 26,3% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
6,3
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
2,5 8,4 2,3 6,2 9,8 5,5 4,2 6,5 55,9 23,1 2,9
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0
he
Kop van Noord-Holland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Kop van Noord-Holland in 2011 met -2,5% een fractie meer gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een iets sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,2% plaats in Kop van NoordHolland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
16,8% 4%
5.000 26,3%
4.252 3.750
3.945
2% 2.756
2.500 33,8%
2.762
2.693
0% -2%
1.250
23,2% -4%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Kop van Noord-Holland telde in 2011 2.306 startende ondernemingen, 9,0% meer dan in 2010. Dat is aanzienlijk meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Kop van Noord-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,9%. De regio Kop van Noord-Holland kent een relatief wat minder ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Kop van Noord-Holland landelijk regio nummer 24 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw en de detailhandel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 85
2011
Alkmaar en omgeving Regio Alkmaar en omgeving
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Alkmaar en omgeving bedroeg in 2011 € 7,0 miljard (figuur 2), dat is € 30.062 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 in lijn zal afnemen met het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Alkmaar en omgeving 232.531 inwoners, in 2007 waren dat er 228.358. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,1% zijn toegenomen tot 237.400 personen. Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar en een aandeel vanaf 65 jaar van 17,0% heeft de regio een relatief oude bevolking (NL: 16,2%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
228.358
232.531
237.400
14,2%
17,0%
21,6%
28,1%
28,7%
80% 60%
7,5
31.000
7,0
30.000
6,5
29.000
6,0
28.000
5,5
27.000
5,0
26.000
4,5
25.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 110.000 personen, dat is 47,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1). De komende jaren zal dit door vergrijzing naar verwachting anders zijn.
28,2%
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
28,0%
25,5%
23,0%
11,5%
11,3%
11,6%
18,2%
17,4%
15,6%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 86
Alkmaar en omgeving
Nederland
Alkmaar en omgeving
152 110 105 5 4,2
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 1,0% 0,8% 6,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden in de regio Alkmaar 23,9%, landelijk ligt dit op 23,2%.
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Alkmaar en omgeving
Nederland
Alkmaar en omgeving
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
22,9% 46,7% 30,5% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,9% 44,0% 32,1% 0,0%
Bron: CBS
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Met 4,2% lag de werkloosheid in Alkmaar en omgeving in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Alkmaar en omgeving het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
4.383 5,1%
425.593 5,0%
80%
16,1%
11,9%
60%
29,0%
Aandeel vestigingen
Nederland Alkmaar en omgeving
Nederland Alkmaar en omgeving
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,5% 8,7% 4,1% 20,0% 3,3% 4,5% 17,1% 4,0% 15,1% 17,4% 4,2%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
4,4% 5,7% 15,3% 22,1% 1,9% 4,6% 26,4% 2,7% 2,9% 6,5% 7,5%
7.828.200
97.200
956.210
12.925
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Alkmaar en omgeving in vaste activa € 1,2 miljard. Dat is 1,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale bouw, zakelijke dienstverlening en bij de overheid, in de zorg en het onderwijs werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
25,2%
43%
42%
40% 40% 30%
57,9%
49,8%
20%
25% 21%
20% 0% Alkmaar en omgeving
13% 10%
11% 9%
10%
Nederland
5% 5%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 87
ig ve r
en nd e
rw
ijs
stv er en di
,o
le O
ve r
he
id
nc ië na Fi
zo rg
ni ng le
ni ng rle
re c
ns tve di e e
lijk ke Za
, tr an nd el Ha
Q Nederland
ho en rt
ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Alkmaar en omgeving toegenomen met 19,1% tot 12.925. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Alkmaar en omgeving veel bedrijfsvestigingen in de bouw, de handel en de zorg en weinig in de agrarische sector, transport en opslag en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de handel, de financiële dienstverlening en bij overheids- en zorginstellingen en weinig in de industrie, transport en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
a
uw
str i In du
cto isc
he
se
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3% 2%
2% 2%
O
3% 2%
0%
Bo
Q WO
sp o
Q HBO
e
Q MBO 2, 3, 4
r
Q MBO 1, VO en BO
Q Alkmaar en omgeving
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Alkmaar en omgeving met 7,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). De agrarische sector, transport en opslag en handel kennen relatief veel banen per vestiging, de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld juist relatief weinig banen per vestiging (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Alkmaar en omgeving lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Alkmaar en omgeving een aandeel van 60,3% in de TW. Ook het aantal ZZP’ers draagt met 13,0% meer minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het grootbedrijf met 27,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,5
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
2,6 11,6 2,0 6,8 13,1 7,4 4,9 11,3 39,2 20,0 4,2
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
600 525 450 375 300 225 150 75 0
he
Alkmaar en omgeving
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Alkmaar en omgeving in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,0% per jaar, vrijwel dezelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,5% plaats in Alkmaar en omgeving (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
13,0% 3.200
27,5%
3.078
6%
2.916
3%
2.400 1.911
2.003
1.803 0%
1.600 35,0% 24,5%
-3%
800
-6%
0 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Alkmaar en omgeving telde in 2011 1.698 startende ondernemingen, 1,3% minder dan in 2010. Dit cijfer blijft achter bij de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Alkmaar en omgeving in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,4%. De regio Alkmaar en omgeving kent een iets benedengemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Alkmaar en omgeving regio landelijk nummer 11 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 88
2011
IJmond Regio IJmond
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van IJmond bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 28.718 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal afnemen (-0,8%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio IJmond 193.769 inwoners, in 2007 waren dat er 189.400. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,1% zijn toegenomen tot 194.000 personen. Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar en een aandeel vanaf 65 jaar van 18,1% heeft IJmond een relatief oude bevolking (NL: 16,2%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
189.400
193.769
194.000
16,7%
18,1%
21,3%
27,2%
29,1%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
29,6%
26,7%
23,8%
22,2%
11,0%
12,0%
11,9%
18,5%
17,0%
15%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 89
6,5
31.000
6,0
30.000
5,5
29.000
5,0
28.000
4,5
27.000
4,0
26.000
3,5
25.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 90.000 personen, dat is 46,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Groei 2006- 2011 per jaar
IJmond
Nederland
IJmond
124 90 85 5 5,1
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,3% 0,5% 0,0% 11,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,7%. Daarmee heeft de regio IJmond een lager geschoolde beroepsbevolking dan gemiddeld (NL: 23,2%). Net als landelijk loopt het aantal laaggeschoolden langzamerhand wel terug.
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
IJmond
Nederland
IJmond
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,8% 48,3% 25,8% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,7% 43,8% 31,5% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen IJmond
Nederland
IJmond
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 20,6% 5,2% 19,0% 4,4% 4,5% 13,3% 1,6% 9,1% 17,4% 3,8%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
3,0% 5,5% 17,4% 24,5% 3,0% 4,7% 25,2% 2,2% 2,1% 5,2% 7,2%
7.828.200
72.800
956.210
9.805
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Bron: CBS
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,1% lag de werkloosheid in de regio IJmond in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar opleidingsniveau ligt het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden gelijk en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden in de IJmond iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
3.318 4,8%
425.593 5,0%
11,6%
11,9%
25,8%
25,2%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in IJmond in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4). Dit is verklaarbaar door de grote economische rol van Tata steel.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
42%
40% 40% 30%
57,9%
57,8%
20%
26% 21%
20% 0% IJmond
14%
13% 12%
11%
10%
Nederland
5%
ig ve r O
n js e nd er
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
1%
wi
ns tve di e le
di e
zo rg
ng rle
ni
ni ng le
re c
ns tve r
ho n ke l Za
Ha
nd e
l, t
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 90
Q Nederland
ijk e
ra ns p
ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in IJmond toegenomen met 19,4% tot 9.805. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio IJmond veel bedrijfsvestigingen in de handel en de bouw en weinig in de agrarische sector en de zakelijke dienstverlening en de zorgsector en weinig in de horeca en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de handel en de zorgsector en weinig bij de overheid, in het onderwijs en in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
3%
2% a
uw
du str i In
to isc
he
se c
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
2% 2%
1%
te
3%
0%
Bo
Q WO
or
Q HBO
e
Q MBO 2, 3, 4
r
Q MBO 1, VO en BO
Q IJmond
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in IJmond met 7,4 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid, het onderwijs en de financiële en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging, de agrarische sector en de industrie juist veel (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In IJmond lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 53,6% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in IJmond een aandeel van 52,9% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 12,4% iets meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf is met 34% iets groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,4
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
2,4 27,8 2,2 5,7 11,0 7,1 3,9 5,6 32,2 25,1 3,9
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
480 420 360 300 240 180 120 60 0
he
IJmond
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in IJmond in 2011 met -1,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,2% per jaar, eveneens een minder grote daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,1% plaats in IJmond (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
12,4% 2.400 34,0%
2.198
5,0% 2.044 2,5%
1.800 1.431
1.385
1.200
1.324
0,0%
33,1% -2,5%
600
20,5%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-5,0%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio IJmond telde in 2011 1.343 startende ondernemingen, 7,0% meer dan in 2010. Dat is veel meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van IJmond in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,1%. De regio IJmond kent een minder ondernemende beroepsbevolking dan gemiddeld: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is IJmond landelijk regio nummer 15 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 91
2011
Agglomeratie Haarlem Regio Agglomeratie Haarlem
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie Haarlem bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 25.209 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder zal afnemen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Haarlem 222.241 inwoners, in 2007 waren dat er 216.762. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,8% zijn toegenomen tot 230.600 personen. Met een aandeel van 22,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie Haarlem een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60%
216.762
222.241
230.600
17,1%
18,1%
20,7%
27,6%
28,0%
6,0
34.500
5,5
33.500
5,0
32.500
4,5
31.500
4,0
30.500
3,5
29.500
3,0
28.500 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 106.000 personen, dat is 47,9% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,6% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1). Dit is te danken aan de gegroeide belangstelling voor de regio als woonplaats.
28,1%
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
28,2%
26,4%
24,2%
10,3%
10,6%
10,7%
16,9%
16,8%
16,3%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000) Agglomeratie Haarlem Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 92
142 106 102 4 3,9
Nederland Agglomeratie Haarlem 0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 1,6% 2,1% 12,0%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 18,1%. Tegelijkertijd bestaat bijna de helft (45,7%) van de beroepsbevolking uit hooggeschoolden. Het gemiddelde opleidingsniveau in de regio Haarlem ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
2011
Nederland Agglomeratie Haarlem Laag Middelbaar Hoog Onbekend
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
20,6% 39,2% 40,2% 0,0%
Nederland Agglomeratie Haarlem 23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
18,1% 36,2% 45,7% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie Nederland Agglomeratie Haarlem Haarlem Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,1% 6,5% 2,9% 16,3% 2,7% 5,3% 20,8% 2,0% 17,0% 19,1% 7,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
0,5% 4,0% 12,8% 20,2% 1,5% 5,3% 36,6% 2,2% 3,1% 7,2% 6,6%
7.828.200
85.200
956.210
13.355
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 3,9% lag de werkloosheid in Agglomeratie Haarlem in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie Haarlem het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden flink lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
80%
16,6%
11,9%
60%
21,6%
50%
48% 42%
40% 30%
25,2%
27% 21%
20% 40%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Agglomeratie Haarlem toegenomen met 21,5% tot 13.355. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Haarlem weinig bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de transport en opslag en de industrie en veel in de zakelijke dienstverlening, de horeca en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en in de horeca (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 93
Q Nederland
zo rg js e wi
er nd
id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p nd e Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3% 2% a
uw
du str i
l, t
Q WO
isc
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
In
Nederland
he
Agglomeratie Haarlem
se c
to
r
0%
5% 5% 2% 1%
0%
Bo
3%
0%
13% 10%
8%
e
20%
11%
10%
57,9%
52,7%
ig
425.593 5,0%
ve r
4.324 9,1%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
O
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomeratie Haarlem in vaste activa € 1,0 miljard. Dat is 0,9% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Q Agglomeratie Haarlem
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie Haarlem met 6,4 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, de zakelijke dienstverlening, de overheid en het onderwijs kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging. Over de hele linie is het regionale bedrijfsleven kleinschaliger dan gemiddeld in Nederland (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Agglomeratie Haarlem lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 51,3% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie Haarlem een aandeel van 52,2% in de TW. Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 33,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5%. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 15,7% aanzienlijk meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%) (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
6,4
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,5 10,4 1,5 5,1 11,2 6,3 3,6 5,8 34,5 17,1 7,0
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.000 875 750 625 500 375 250 125 0
he
Agglomeratie Haarlem
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie Haarlem in 2011 met -1,9% iets minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,6% per jaar, een vergelijkbare daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,7% plaats in Agglomeratie Haarlem (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
15,7% 10%
4.000 3.439
33,0%
5%
2.942
3.000
2.117
2.000 33,3%
18,1%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 94
0% -5% -10%
0 2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureauj
Starters De regio Agglomeratie Haarlem telde in 2011 2.037 startende ondernemingen, 1,1% minder dan in 2010 en minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Agglomeratie Haarlem in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,6%. De regio Agglomeratie Haarlem kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 19,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Agglomeratie Haarlem regio nummer 4 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
2.009
1.000
2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2.034
Zaanstreek Regio Zaanstreek
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zaanstreek bedroeg in 2011 € 4,2 miljard (figuur 2), dat is € 26.076 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder zal afnemen (-0,1%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zaanstreek 164.062 inwoners, in 2007 waren dat er 157.258. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,9% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,7% zijn toegenomen tot 173.400 personen. Met een aandeel van 23,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zaanstreek een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 157.258
164.062
173.400
14,6%
16,3%
19,4%
26,7%
27,7%
28,1%
40%
29,5%
26,9%
24,3%
20%
10,9%
11,4%
11,7%
18,3%
17,7%
16,4%
2007
2012
2020
100% 80% 60%
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 95
4,5
30.000
4,0
29.000
3,5
28.000
3,0
27.000
2,5
26.000
2,0
25.000
1,5
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 77.000 personen, dat is 47,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Zaanstreek
Nederland
Zaanstreek
107 77 73 4 5,4
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,4% 0,8% 0,9% 1,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,0% en ligt het aandeel middelbaar opgeleiden op 49,3%. De regio Zaanstreek heeft daarmee vooral een veel grotere groep middelbaar opgeleiden dan het landelijk gemiddelde (NL: 42,3%) (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Zaanstreek
Nederland
Zaanstreek
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
21,9% 53,4% 24,7% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,0% 49,3% 26,7% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Zaanstreek Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Nederland Zaanstreek
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,5% 14,3% 7,3% 23,7% 4,7% 2,8% 18,2% 1,4% 11,0% 12,9% 2,8%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 3,1%
2,7% 8,4% 19,0% 20,8% 3,5% 3,3% 26,3% 2,0% 2,6% 5,1% 6,2%
7.828.200
57.300
956.210
8.200
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,4% was de werkloosheid in Zaanstreek in 2011 gelijk aan die van Nederland. Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds in lijn met het landelijk gemiddelde liggen (6,8%). Naar opleidingsniveau ligt in Zaanstreek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens licht hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
43%
42%
40%
11,9%
36%
30% 21%
20% 40%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zaanstreek toegenomen met 20,3% tot 8.200. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zaanstreek veel bedrijfsvestigingen in de industrie en de bouw en weinig in de agrarische sector, de horeca en de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de handel en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de horeca, bij de overheid, in het onderwijs en in de zorgsector (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 96
Q Nederland
3%
n nd er
wi
js e
1%
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
zo rg
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
Za
ni
ni ng le
re c
ns tve r
ho n or
ra ns p nd e Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5% 2%
a
uw
du str i
l, t
Q WO
isc
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
In
Nederland
he
Zaanstreek
se c
to
r
0%
1%
te
0%
7% 2% 2%
Bo
3%
e
20%
13%
11% 9%
10%
57,9%
59,5%
ig
25,2%
ve r
25,8%
60%
50%
425.593 5,0%
11,0%
80%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
O
4.838 3,6%
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Zaanstreek in vaste activa € 1,1 miljard. Dat is 0,9% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de zakelijke dienstverlening, bij de overheid, in het onderwijs en in de zorg werd in vergelijking met Nederland veel meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Q Zaanstreek
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zaanstreek met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging, de agrarische sector, en de handel juist veel (tabel 4).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Ag
Totaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zaanstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zaanstreek een aandeel van 58,0% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 13,4% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft daarentegen met 28,6% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
7,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,3 11,9 2,7 8,0 9,5 5,9 4,8 4,8 29,3 17,8 3,5
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
480 420 360 300 240 180 120 60 0
he
Zaanstreek
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zaanstreek in 2011 met -1,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een iets sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zaanstreek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
13,4% 4%
2.000
28,6%
1.500
1.612
1.496
2% 1.098
1.000 33,3%
24,8%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 97
0% -2% -4%
0 2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zaanstreek telde in 2011 1.302 startende ondernemingen, 0,5% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zaanstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,1%. De regio Zaanstreek kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 16,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zaanstreek regio nummer 7 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
1.058
500
2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
1.058
Groot-Amsterdam Regio Groot-Amsterdam
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Groot-Amsterdam bedroeg in 2011 € 68,9 miljard (figuur 2), dat is € 54.352 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 11,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 marginaal zal toenemen (0,1%) waarmee de regio het Nederlandse BBP voorblijft (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Groot-Amsterdam 1.280.160 inwoners, in 2007 waren dat er 1.213.535. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 1,1% fors boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 7,3% zijn toegenomen tot 1.373.800 personen. Met een aandeel van 21,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar lijkt de bevolking van Groot-Amsterdam relatief oud (NL: 23,3%), maar de regio telt juist erg veel inwoners vanaf 20 jaar (waaronder veel studenten). De leeftijdscategorie vanaf 65 jaar is daarentegen met 13,0% aanzienlijk kleiner dan gemiddeld. Per saldo heeft de regio daarmee een jonge bevolking.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
1.213.535
1.280.160
1.373.800
12,3%
13,1%
15%
32.000
65
31.000
60
30.000
55
29.000
50
28.000
45
27.000
40
26.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 644.000 personen, dat is 50,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
80% 25,3%
26,3%
26,9%
60% 40%
33,5%
31,5%
29,2%
20%
11,9%
12,4%
11,7%
0%
17,1%
16,7%
17,2%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
70
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Q 65+ jr. Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 98
GrootAmsterdam
Nederland
GrootAmsterdam
875 644 605 39 6,1
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,6% 1,4% 1,5% 3,6%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 17,5%. Tegelijkertijd bestaat bijna de helft (47,0%) van de beroepsbevolking uit hooggeschoolden. Het gemiddelde opleidingsniveau in de Groot-Amsterdam ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
GrootAmsterdam
Nederland
GrootAmsterdam
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
18,3% 38,2% 42,2% 1,3%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
17,5% 34,2% 47,0% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen GrootAmsterdam
Nederland
GrootAmsterdam
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,4% 4,4% 2,4% 14,9% 7,5% 5,6% 29,2% 7,0% 11,2% 12,9% 4,5%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
1,8% 3,8% 9,1% 20,2% 4,0% 5,4% 38,3% 2,4% 2,8% 5,6% 6,5%
7.828.200
830.200
956.210
84.305
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 6,1% lag de werkloosheid in Groot-Amsterdam in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Groot-Amsterdam het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Groot-Amsterdam in vaste activa € 11,7 miljard. Dat is 10,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale financiële en zakelijke dienstverlening en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100%
38.757 9,3%
80%
13,9%
425.593 5,0%
50% 46%
11,9% 25,2%
30% 22%
14%
13% 5% 6%
6%
Q Nederland 4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Groot-Amsterdam toegenomen met 19,5% tot 84.305. Daarmee ligt de groei flink boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Groot-Amsterdam weinig bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, bouw en industrie en veel in de zakelijke dienstverlening, horeca en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de financiële en zakelijke dienstverlening, de zorgsector, transport en opslag en horeca en weinig in de agrarische sector, industrie en de bouw (tabel 3).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 99
3% 4% zo rg
nd id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p Ha
nd e
l, t
Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
du str i
r
Q WO
In
to se c
Q HBO
he
Q MBO 2, 3, 4
ra r
Q MBO 1, VO en BO
Nederland isc
Groot-Amsterdam
1%
Bo
0%
2% 1% e
0%
3%
ig
11%
10%
ve r
57,9%
js e
61,0% 20%
21%
O
20%
wi
40%
er
15,9%
60%
42%
40%
Q Groot-Amsterdam
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Groot-Amsterdam met 9,8 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de transport en opslag, horeca en de financiële en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en de zorg juist minder (tabel 4).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Groot-Amsterdam lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 45,1% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groot-Amsterdam een aandeel van 46,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 9,2% minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar tegenover staat dat het aandeel van het grootbedrijf met 45,7% fors boven het landelijk gemiddelde uitsteekt 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
9,2%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in GrootAmsterdam in 2011 met -0,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -6,6% per jaar, flink minder als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 9,1% plaats in Groot-Amsterdam (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011 10%
16.181 14.683
14.500 26,2%
5%
12.000 10.931
11.278
0% 11.007
9.500
18,9%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
ve rig
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
17.000
45,7%
O
9,8
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
2,2 11,3 2,6 7,3 18,3 10,1 7,5 28,6 40,0 22,7 6,9
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
6.400 5.600 4.800 4.000 3.200 2.400 1.600 800 0 se cto r In du str ie
Groot-Amsterdam
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
-5%
7.000
-10% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Groot-Amsterdam telde in 2011 15.201 startende ondernemingen, 4,7% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Groot-Amsterdam in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 12,3%. De regio Groot-Amsterdam kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 23,6 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Groot-Amsterdam regio nummer 1 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 100
2011
Het Gooi en Vechtstreek Regio Het Gooi en Vechtstreek
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Het Gooi en Vechtstreek bedroeg in 2011 € 7,6 miljard (figuur 2), dat is € 31.032 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP zich in 2013 meer zal afnemen (-0,9%) als het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Het Gooi en Vechtstreek 245.042 inwoners, in 2007 waren dat er 241.947. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -0,1% zijn afgenomen tot 244.900 personen. Met een aandeel van 23,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar (NL: 23,3%) en 19,1% in de leeftijd vanaf 65 jaar (NL: 16,2%) heeft Het Gooi en Vechtstreek een relatief oude bevolking.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60%
241.947
245.042
244.900
17,6%
19,2%
22,5%
28,3%
29,2%
28,9%
8,0
36.000
7,5
35.000
7,0
34.000
6,5
33.000
6,0
32.000
5,5
31.000
5,0
30.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 111.000 personen, dat is 45,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% nagenoeg in lijn met het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1), maar dit zal de komende jaren door vergrijzing veranderen.
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
26,1%
23,6%
21,9%
10,0%
10,3%
11,4%
18,0%
17,6%
15,2%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 101
Het Gooi en Vechtstreek
Nederland
Het Gooi en Vechtstreek
154 111 106 5 4,6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,3% 0,9% 1,0% 1,0%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden slechts 19,1%. Tegelijkertijd heeft 42,7% van de beroepsbevolking hoger onderwijs genoten. Het gemiddelde opleidingsniveau in het Gooi en Vechtstreek ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Het Gooi en Vechtstreek
Nederland
Het Gooi en Vechtstreek
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
19,2% 38,5% 42,3% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
19,1% 38,2% 42,7% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Het Gooi en Vechtstreek Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Nederland Het Gooi en Vechtstreek
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,4% 6,6% 2,6% 19,8% 2,2% 3,5% 28,8% 2,7% 9,7% 18,0% 5,8%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
1,5% 4,4% 11,9% 20,0% 1,7% 3,3% 39,2% 2,5% 2,9% 6,5% 6,0%
7.828.200
105.300
956.210
18.020
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,6% lag de werkloosheid in Het Gooi en Vechtstreek in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen, ook al wordt er bezuinigd in de sterk vertegenwoordigde mediasector. Naar opleidingsniveau ligt in Het Gooi en Vechtstreek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
15,9%
60%
20,1%
42%
40% 30%
25,2%
21%
20% 40%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Het Gooi en Vechtstreek toegenomen met 20,8% tot 18.020. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Het Gooi en Vechtstreek veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke dienstverlening en zorg en weinig in de agrarische sector en industrie. Relatief veel banen zijn te vinden in de handel en eveneens de zakelijke dienstverlening en zorgsector. Weinig werkgelegenheid is er in de agrarische sector, industrie en bouw (tabel 3).
zo rg
g in
g
rw
ijs
en
le n nd e
en di O
ve r
he
id
cië
,o
le
di ijk e ke l Za
stv er
le n
in
re c ho n te
or nd e
Q Nederland
3% 2% a
uw Bo
du str i Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5% 5%
4%
ra ns p
Q WO
l, t
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
isc
he
Nederland
In
se c
to
r
0% Het Gooi en Vechtstreek
2%
0%
en stv er
3%
0%
Fi na n
7%
e
56,2%
20%
13%13%
11%
10%
57,9%
19%
ig
80%
11,9%
50%
50%
ve r
425.593 5,0%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
O
5.483 7,7%
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Het Gooi en Vechtstreek in vaste activa € 1,1 miljard. Dat is 1,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de bouw en de zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in andere sectoren evenveel of minder (figuur 4).
Q Het Gooi en Vechtstreek
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Het Gooi en Vechtstreek met 5,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrijwel alle sectoren kennen gemiddeld minder banen per vestiging dan landelijk gemiddeld (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 102
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Het Gooi en Vechtstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Het Gooi en Vechtstreek een nog groter aandeel van 61,6% in de TW. ZZP’ers dragen met 15,1% eveneens meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is blijft het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,1% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
5,8
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,5 8,9 1,3 5,8 7,7 6,3 4,3 6,2 19,6 16,2 5,6
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0 se cto r In du str ie
Het Gooi en Vechtstreek
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Het Gooi en Vechtstreek in 2011 met -1,2% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,3% per jaar, eveneens een minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Het Gooi en Vechtstreek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
15,1% 10%
4.000
26,1%
3.457 3.000
3.141
5% 1.922
2.000 37,5%
2.170
2.131
0% -5%
1.000
21,3% -10%
0 2007 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Het Gooi en Vechtstreek telde in 2011 2.414 startende ondernemingen, 4,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Het Gooi en Vechtstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,0%. De regio Het Gooi en Vechtstreek kent een ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 21,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Het Gooi en Vechtstreek regio nummer 2 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 103
2011
Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuid-Holland bedroeg in 2011 € 123,1 miljard (figuur 2), dat is € 34.883 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 20,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal krimpen (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010 130
35.000
125
33.000
120
31.000
115
29.000
110
27.000
105
25.000
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Zuid-Holland 3.552.407 inwoners, in 2007 waren dat er 3.455.097. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,6% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,9% zijn toegenomen tot 3.689.400 personen. Met een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Zuid-Holland vrijwel evenveel jongeren als landelijk (23,3%).
QBRP (L-as)
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.661.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
100%
3.455.097
3.552.407
2.834.300
14,3%
15,6%
18,5%
26,2%
27,2%
80% 60% 40%
2007
2008
2009
2010
2011
_
Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2011 (x 1.000)
26,1%
20%
12,4%
12,6%
11,8%
0%
18,0%
17,4%
16,6%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2006
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
27,3%
Q 15-25 jr.
2005
26,9%
29,2%
Q 0-15 jr.
23.000
100
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 104
Groei 2006- 2011 per jaar
ZuidHolland
Nederland
ZuidHolland
2.344 1.661 1.560 101 6,1
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,1% 0,8% 0,7% 3,1%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,9% tegenover 23,2% in Nederland. Ook wat betreft het aandeel van hooggeschoolden in de beroepsbevolking zit Zuid-Holland (33,7%) dicht bij het landelijk gemiddelde (33,6%).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidHolland
Nederland
ZuidHolland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,3% 42,3% 31,1% 1,3%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,9% 41,4% 33,7% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen ZuidHolland
Nederland
ZuidHolland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,6% 7,9% 5,3% 16,6% 5,4% 3,5% 21,4% 2,8% 15,1% 16,4% 4,2%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
5,8% 4,8% 13,6% 21,5% 4,0% 4,0% 29,4% 2,3% 2,7% 5,6% 6,3%
7.828.200
1.660.800
956.210
188.815
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Met 6,1% lag de werkloosheid in de provincie Zuid-Holland in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Zuid-Hollandse werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 8,2% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
100.070 4,7%
425.593 5,0%
9,9%
11,9%
21,2%
25,2%
80% 60%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Zuid-Hollandse investeringen in vaste activa € 24,6 miljard. Dat is 21,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Door de ZuidHollandse bouw, handel, transport en horeca, zakelijke dienstverlening en overheid werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, vooral in de industrie werd relatief minder geïnvesteerd.(figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 43%
40% 30%
40%
25% 21%
20%
20%
Q Nederland
en
ig
3% 2% ve r
ng rle er
wi
js
ns tve
nd
di e
,o id he O
ve r
na nc ië
le
di ke lijk e
ni
ni ng le
re c
stv er
n te ra ns po r l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Zuid-Holland toegenomen met 20,4% tot 188.815. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie ZuidHolland veel bedrijfsvestigingen in de bouw, de transport en opslag en de zakelijke dienstverlening en weinig in de agrarische sector en de industrie. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, transport en opslag, de zakelijke dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs, daartegenover staan relatief weinig banen in de industrie en financiële dienstverlening (tabel 3).
ho
Bo
us
isc Ag ra r
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e tri
r
Q WO
4%
O
5% 2% 3%
In d
Q HBO
cto
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
0%
Nederland
se
Zuid-Holland
8%
3% 3%
Za
0%
14% 13%
zo rg
11%
10%
en
57,9%
Fi
64,1%
Q Zuid-Holland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie ZuidHolland met 8,8 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheids- en zorginstellingen kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, de transport en de financiële dienstverlening relatief weinig (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 105
Q 2010
Belang MKB In de provincie Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 53,9% iets onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuid-Holland een aandeel van 55,4% in de TW. ZZP’ers dragen in vrijwel dezelfde mate bij aan de ZuidHollandse toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt boven het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Ag
ra r
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ve rig
8,8
O
8,2
Totaal
Zo rg
2,4 14,5 3,4 6,8 11,7 7,5 6,4 10,5 49,4 25,8 5,8
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
10.000 8.750 7.500 6.250 5.000 3.750 2.500 1.250 0
G
Zuid-Holland
se cto r In du str ie
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Zuid-Holland in 2011 met -1,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,1% per jaar, een iets sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 21,8% plaats in de provincie Zuid-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,6% 47.000
5,0%
45.709 40.933
35,5%
2,5%
37.000 29.382
27.000
27.793
26.328
0,0%
31,3% -2,5%
17.000
22,6%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-5,0%
7.000 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Zuid-Holland telde in 2011 27.487 startende ondernemingen, 3,4% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Zuid-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 22,2%. De provincie Zuid-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 16,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuid-Holland provincie nummer 4 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw, de detailhandel en de zorgsector (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 106
2011
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie Leiden en Bollenstreek bedroeg in 2011 € 12,1 miljard (figuur 2), dat is € 29.769 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder (-0,4%) zal afnemen dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Leiden en Bollenstreek 409.129 inwoners, in 2007 waren dat er 389.688. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 1,0% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,6% zijn toegenomen tot 415.800 personen. Met een aandeel van 23,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een gemiddelde bevolking (NL: 23,3%). Het aandeel in de leeftijd vanaf 65 jaar is iets kleiner dan gemiddeld.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
389.688
409.129
415.800
13,9%
15,9%
19,7%
26,6%
27,9%
80% 60%
27,3%
40%
28,5%
25,8%
20%
13,1%
13,3%
12,5%
0%
17,9%
17,0%
15,5%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
13
33.000
12
32.000
11
31.000
10
30.000
9
29.000
8
28.000
7
27.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
Q 65+ jr.
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 197.000 personen, dat is 48,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,1% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
25,1%
Q 45-65 jr.
2008
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 107
271 197 190 7 3,7
Nederland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek 0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,5% 0,1% 0,2% -1,6%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 20,8%. Daarmee heeft de Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Hier is duidelijk verband te leggen met de aanwezigheid van de Universiteit Leiden en andere onderwijsinstellingen.
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
2006
2011
Nederland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Laag Middelbaar Hoog Onbekend
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
20,8% 39,6% 38,6% 1,0%
Nederland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek 23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
20,8% 39,6% 38,6% 1,0%
2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie Nederland Agglomeratie Leiden en Leiden en Bollenstreek Bollenstreek
Totaal
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,7% 9,0% 4,0% 19,3% 2,6% 5,0% 16,4% 2,6% 13,0% 22,0% 4,4%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
5,6% 4,4% 13,5% 23,4% 2,0% 4,4% 28,4% 2,5% 2,9% 6,6% 6,3%
7.828.200
172.900
956.210
21.515
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 3,7% lag de werkloosheid in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 7.557 10,2%
100% 80%
13,1%
60%
21,1%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in vaste activa € 2,1 miljard. Dat is 1,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 60%
425.593 5,0%
53%
50%
11,9%
42%
40%
25,2%
30% 40% 21%
20%
Q Nederland
O
ve r
ig
zo rg
3% 2%
en
le stv er
nd e
en di O
ve r
he
id
cië
,o
le
di ijk e
ni ng
g le n
in
re ca n te
or ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek toegenomen met 22,8% tot 21.515. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Leiden en Bollenstreek veel bedrijfsvestigingen in de bouw, handel en de zorgsector en weinig in de industrie en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, handel en zorg en weinig in de industrie, transport en opslag en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
ho
du
Bo
str
uw
ie
r In
se isc
he
Q WO
ra r
Q MBO 2, 3, 4 Q HBO Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
Ag
Q MBO 1, VO en BO
5% 4%
2% 1%
ijs
3% 2%
0%
Nederland
cto
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
13% 9%
8%
ke l
0%
20%
rw
11%
Za
10%
en stv er
57,9%
Fi na n
55,7% 20%
Q Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek met 8,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, horeca en zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de bouw, transport en opslag en financiële en zakelijke dienstverlening juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 108
Totaal
Q 2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ve rig O
Zo rg
8,0
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
2,5 16,4 2,4 6,6 10,5 9,2 4,6 8,3 35,7 26,7 5,7
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0
he
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
Ag
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
ra r
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKB In Agglomeratie Leiden en Bollenstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,4% hoger dan het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een aandeel van 57,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,1% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aandeel van het grootbedrijf met 30,5% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in 2011 met -2,9% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,0% per jaar, minder dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,7% plaats in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
12,1%
6.000
5,0% 5.017 4.602
4.500
30,5%
2,5% 3.489
3.000
34,6%
3.368
3.277
1.500
-2,5%
0
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-5,0% 2007
22,7%
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 109
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek telde in 2011 2.637 startende ondernemingen, 2,1% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,1%. De regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek kent een minder ondernemende beroepsbevolking dan gemiddeld: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Agglomeratie Leiden en Bollenstreek regio nummer 25 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw, de zorgsector en de handel (figuur 6).
0,0%
Agglomeratie ’s-Gravenhage Regio Agglomeratie 's-Gravenhage
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie ‘s-Gravenhage bedroeg in 2011 € 30,0 miljard (figuur 2), dat is € 36.990 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 5,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 stabiel zal blijven (0,0%). Daarmee presteert de regio beter dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Den Haag 819.646 inwoners, in 2007 waren dat er 780.207. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 1,0% dubbel zo hoog als het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,2% zijn toegenomen tot 862.500 personen. Met een aandeel van 22,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie ‘s-Gravenhage een kleinere jonge bevolkingsgroep dan gemiddeld (NL: 23,3%). Door het grotere aantal inwoners in de leeftijdscategorie daarboven is de totale bevolking desondanks niet ‘oud’ te noemen.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
780.207
819.646
862.500
14,4%
14,8%
14,4%
25,6%
26,5%
26,8%
31
32.000
30
31.000
29
30.000
28
29.000
27
28.000
26
27.000 26.000
25 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 382.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,7% vergelijkbaar met het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
80% 60% 40%
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
30,5%
29,3%
28,1%
20%
11,8%
11,9%
11,0%
0%
17,6%
17,6%
17,3%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Agglomeratie ‘s-Gravenhage Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 110
541 382 355 27 7,1
Nederland Agglomeratie ‘s-Gravenhage 0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,5% 0,7% 0,4% 6,3%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 21,9%. Daarnaast kent de regio een relatief hoog aandeel hooggeschoolden (39,4%) waardoor het opleidingsniveau in de regio ‘s-Gravenhage boven het landelijk gemiddelde ligt (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie Nederland Agglomeratie ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenhage
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
2011
Nederland Agglomeratie ‘s-Gravenhage Laag Middelbaar Hoog Onbekend
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
22,2% 39,0% 37,4% 1,4%
Nederland Agglomeratie ‘s-Gravenhage 23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
21,9% 37,6% 39,4% 1,0%
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,6% 3,6% 2,9% 11,9% 3,3% 3,5% 25,2% 3,5% 23,8% 15,0% 6,6%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
4,3% 3,4% 13,8% 19,0% 2,2% 4,7% 33,5% 2,3% 3,2% 6,5% 7,0%
7.828.200
404.400
956.210
43.165
Bron: CBS
Met 7,1% lag de werkloosheid in Agglomeratie ‘s-Gravenhage in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen en bovendien door de bezuinigingen bij de Rijksoverheid meer stijgen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie ‘s-Gravenhage het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde nietwerkende werkzoekenden flink lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
10,0%
11,9%
18,6%
60%
25,2%
60%
52%
50% 42%
40% 30%
40% 66,3%
Q Nederland
le
4%
nd id ,o
le ve r
he
cië O
Fi na n
zo rg
ni ng
ng di
en di
ke lijk e Za
en stv er
le
ni
re c
stv er
ho n te or
l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage toegenomen met 27,9% tot 43.165. Daarmee ligt de groei fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Den Haag veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke dienstverlening, de overheid, onderwijs en de zorg en weinig in de agrarische sector, industrie en handel. Relatief veel banen zijn te vinden in de zakelijke dienstverlening en bij de overheid en weinig in de agrarische sector, industrie, bouw, transport en opslag en de handel (tabel 3).
3% a
uw Bo
str du In
se he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
ra ns p
Q WO
5% 5%
3% 2% 1%
1% ie
Q HBO
3%
0%
cto
Q MBO 2, 3, 4
5%
Nederland
r
Agglomeratie 's-Gravenhage
13%
11%
en
10%
js
0%
21%
wi
20%
er
20%
Q MBO 1, VO en BO
29%
57,9%
ig
425.593 5,0%
ve r
80%
26.305 5,1%
O
100%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage in vaste activa € 5,9 miljard. Dat is 5,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening, bij de overheid, in het onderwijs en de zorg werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Q Agglomeratie 's-Gravenhage
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie ‘s-Gravenhage met 9,4 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs en de financiële en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, de bouw en de zorg juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 111
Totaal
Q 2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKB In Agglomeratie ‘s-Gravenhage lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 43,4% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie ‘s-Gravenhage een aandeel van 45,9% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 10,3% minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is het aandeel van het grootbedrijf met 46,3% fors groter dan het landelijk gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
Zo rg
9,4
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
8,2
G
1,2 10,0 2,0 5,9 14,3 7,0 7,0 14,2 69,9 21,5 8,8
se cto r In du str ie
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
3.000 2.625 2.250 1.875 1.500 1.125 750 375 0
he
Agglomeratie ‘s-Gravenhage
Ag
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
isc
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
ra r
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage in 2011 met -1,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,8% per jaar, eenzelfde daling als landelijk. Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,0% plaats in Agglomeratie ‘s-Gravenhage (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,3% 13.000
5,0%
12.615 11.435
10.000 25,6%
46,3%
2,5% 8.011
7.000
7.715
7.216
4.000
17,8%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-2,5%
1.000
-5,0% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 112
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio ‘s-Gravenhage telde in 2011 8.081 startende ondernemingen, 11,6% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Agglomeratie ‘s-Gravenhage in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 6,5%. De Agglomeratie ‘s-Gravenhage kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 21,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Agglomeratie ‘s-Gravenhage regio nummer 3 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw, de zorgsector en de handel (figuur 6).
0,0%
Delft en Westland Regio Delft en Westland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Delft en Westland bedroeg in 2011 € 8,5 miljard (figuur 2), dat is € 39.295 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 nagenoeg stabiel zal blijven (-0,1%) en zich minder negatief zal ontwikkelen dan het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Delft en Westland 218.880 inwoners, in 2007 waren dat er 211.784. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 10,7% zijn toegenomen tot 242.400 personen. Met een aandeel van 22,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Delft en Westland een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
211.784
218.880
242.400
13,5%
15,0%
17,2%
25,9%
26,8%
24,8%
80% 60%
9
30.000
8
29.000
7
28.000
6
27.000
5
26.000
4
25.000 24.000
3 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 108.000 personen, dat is 50,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 2,0% fors boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
40%
29,0%
26,5%
27,7%
2011 (x 1.000)
20%
14,2%
13,7%
Delft en Westland
Nederland
15,9%
Delft en Westland
17,4%
15,7%
16,6%
2007
2012
2020
147 108 104 4 3,6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,4% 2,0% 2,3% 2,7%
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 113
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,4% (NL: 23,2%). Mede door de TU Delft is het opleidingsniveau van de beroepsbevolking iets hoger dan landelijk (tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Delft en Westland
Nederland
Delft en Westland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,8% 40,2% 34,0% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
22,4% 42,1% 35,5% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 3,6% lag de werkloosheid in Delft en Westland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Westland behoort zelfs tot de regio’s met de laagste werkloosheid. Naar opleidingsniveau ligt in Delft en Westland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden in lijn met en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
4.301 8,0%
425.593 5,0%
80%
11,3%
11,9%
22,2%
25,2%
60%
Delft en Westland
Nederland
Delft en Westland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
9,2% 6,1% 5,0% 16,8% 4,2% 2,8% 25,8% 1,5% 12,8% 12,5% 3,2%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
13,4% 4,6% 14,9% 19,1% 2,7% 3,6% 27,2% 2,0% 2,0% 4,7% 5,6%
7.828.200
116.100
956.210
13.450
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Delft en Westland in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale agrarische sector (glastuinbouwgebied Het Westland) werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
39%
30% 40% 58,5%
21%
20%
57,9%
18%
20% 0%
15%
13% 11%
11% 10%
10%
5%
Q Nederland
ig ve r O
en ijs rw
nd e ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
3% 1% zo rg
g le n stv er
le n
en di le
di ijk e ke l Za
in
g in
re c
en stv er
n te ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Delft en Westland toegenomen met 15,1% tot 13.450. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Delft en Westland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de bouw en minder dan gemiddeld in de overige sectoren (tabel 3). Het aantal banen is vanwege de concentratie van de glastuinbouw in het Westland fors hoger dan gemiddeld, terwijl er ook verhoudingsgewijs veel banen zijn in de zakelijke dienstverlening. Relatief weinig banen zijn er in de industrie, horeca, financiële dienstverlening en zorg.
ho
Bo or
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r
Q WO
3%
2% 3%
In
Q HBO
to
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
3%
0%
Nederland
se c
Delft en Westland
Q Delft en Westland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Delft en Westland met 8,6 banen per vestiging licht boven die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, handel, transport en opslag, overheid en het onderwijs kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, financiële dienstverlening en de zorg juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 114
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
ve rig O
8,6
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
5,9 11,4 2,9 7,6 13,6 6,7 8,2 6,2 56,2 22,8 4,9
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
640 560 480 400 320 240 160 80 0 se cto r In du str ie
Delft en Westland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Belang MKB In Delft en Westland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Delft en Westland een aandeel van maar liefst 60,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,2% iets meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aandeel van het grootbedrijf met 29,0%% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
12,2%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Delft en Westland in 2011 stabiel gebleven, terwijl ze in Nederland als geheel daalden (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,2% plaats in Delft en Westland (figuur 7).
7,0%
2.800 2.368 2.124
2.100
29,0%
3,5% 1.603
1.400
36,4%
1.529
1.450
-3,5%
700
-7,0%
0 2007
22,4%
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 115
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Delft en Westland telde in 2011 1.541 startende ondernemingen, 4,8% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Delft en Westland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,2%. De regio Delft en Westland kent een gemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Delft en Westland regio nummer 19 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0,0%
Oost-Zuid-Holland Regio Oost-Zuid-Holland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Oost-Zuid-Holland bedroeg in 2011 € 8,8 miljard (figuur 2), dat is € 29.975 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-1,0%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Oost-Zuid-Holland 294.376 inwoners, in 2007 waren dat er 321.611. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met een krimp van 1,7% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan de vorming van de gemeente Zuidplas die nu tot Groot-Rijnmond behoort. Zonder deze wijziging bleef de bevolking stabiel. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,1% zijn toegenomen tot 303.400 personen. Met een aandeel van 24,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Oost-Zuid-Holland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
321.611
294.376
303.400
13,3%
15,9%
20,4%
27,5%
28,5%
80% 60% 40%
27,6%
20%
12,0%
12,1%
11,9%
19,5%
18,5%
16,8%
2007
2012
2020
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
23,1%
Q 25-45 jr.
32.000
9,0
31.000
8,5
30.000
8,0
29.000
7,5
28.000
7,0
27.000 26.000
6,5 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 141.000 personen, dat is 48,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met -1,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
27,8%
25,1%
0%
9,5
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 116
OostZuid-Holland
Nederland
OostZuid-Holland
193 141 136 5 3,8
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-2,1% -1,2% -1,1% 3,3%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,0% (NL: 23,2%). Naar verhouding kent de regio Oost-Zuid-Holland een groter aantal middelbaargeschoolden dan landelijk. (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
OostZuid-Holland
Nederland
OostZuid-Holland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,9% 45,6% 28,6% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
22,0% 45,4% 31,2% 1,4%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen OostZuid-Holland
Nederland
OostZuid-Holland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
2,6% 8,3% 6,7% 22,4% 4,7% 2,9% 17,8% 2,2% 10,8% 18,1% 3,5%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
11,3% 5,2% 14,8% 20,3% 2,7% 3,0% 27,4% 2,3% 2,3% 4,9% 5,8%
7.828.200
124.500
956.210
17.705
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 3,8% lag de werkloosheid in Oost-Zuid-Holland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Oost-Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Oost-ZuidHolland in vaste activa € 2,0 miljard. Dat is 1,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de agrarische sector, de zakelijke dienstverlening en bij de overheid, in het onderwijs en de zorgsector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80%
5.969 4,4%
425.593 5,0%
11,7%
11,9%
22,0%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
25,2%
60%
48% 42%
40%
40%
30% 57,9%
Q Nederland
ig ve r O
en ijs rw nd e
en
,o O
ve r
he
id
nc ië na Fi
zo rg
ni ng stv er
rle le
di
di e e lijk
le
ni ng
a re c
ns tve
ho en rt
nd el Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Oost-Zuid-Holland toegenomen met 2,3% tot 17.705. Daarmee ligt de groei fors onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Oost-Zuid-Holland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de bouw en weinig in de horeca en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, de bouw, de handel en de zorg en weinig in de industrie, de horeca, de zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs (tabel 3).
ke
se he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3% 2%
3%
sp o
Q WO
5% 2% 3%
, tr an
Q HBO
6%
4%
str i
Q MBO 2, 3, 4
3%
0%
cto
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
r
Oost-Zuid-Holland
13% 12%
11%
Za
10%
uw
0%
21% 22%
Bo
20%
e
20%
In du
61,9%
Q Oost-Zuid-Holland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Oost-Zuid-Holland met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de handel en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en de financiële en zakelijke dienstverlening juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 117
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
ve rig O
7,0
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,6 11,2 3,2 7,8 12,1 6,9 4,5 6,9 32,3 25,9 4,5
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0 se cto r In du str ie
Oost-Zuid-Holland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Belang MKB In Oost-Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 64,9% fors boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Oost-Zuid-Holland een aandeel van zelfs 66,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,2% minder meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 20,9% sterk achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde naar bedrijfsgrootte, 2009
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
14,2%
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Oost-ZuidHolland in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, een licht sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,9% plaats in Oost-Zuid-Holland (figuur 7).
6%
5.000
20,9%
4.182 3.750
3%
3.639 2.766
2.500
2.416
2.290
0% -3%
1.250 38,0% 26,9%
-6%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as) Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Oost-Zuid-Holland telde in 2011 2.152 startende ondernemingen, 4,3% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Oost-ZuidHolland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,7%. De regio Oost-Zuid-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Oost-Zuid-Holland regio nummer 13 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouwsector en de handel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 118
2011
Groot-Rijnmond Regio Groot-Rijnmond
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Groot-Rijnmond bedroeg in 2011 € 50,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.174 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 8,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal afnemen (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Groot-Rijnmond 1.412.582 inwoners, in 2007 waren dat er 1.360.608. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,8% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. De groei is licht verhoogd door de vorming van de gemeente Zuidplas. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,4% zijn toegenomen tot 1.460.200 personen. Met een aandeel van 22,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Groot-Rijnmond relatief minder jongeren dan het landelijk gemiddelde (NL: 23,3%). Door de aanwezige onderwijsinstellingen kent Groot-Rijnmond relatief echter wat meer 20-25 jarigen, en ook de groep 25-45 jarigen is relatief groter dan landelijk.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
55
30.000
50
29.000
45
28.000
40
27.000
35
26.000
30
25.000
25
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 653.000 personen, dat is 46,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,3% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
1.360.608
1.412.582
1.460.200
14,5%
15,7%
18,5%
2011 (x 1.000)
26,1%
27,1%
27,1%
GrootRijnmond
Nederland
GrootRijnmond
40%
29,3%
27,6%
26,3%
20%
12,4%
12,5%
11,8%
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,5% 1,3% 1,4% 2,6%
0%
17,5%
17,0%
16,4%
937 653 606 48 7,3
2007
2012
2020
100% 80% 60%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 119
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,3%. Daarmee heeft de regio Groot-Rijnmond een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit is vooral gelegen in de historie als havenstad (tabel 2). Doordat meer hoger opgeleiden in de stad blijven wonen stijgt het opleidingsniveau inmiddels wel.
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
GrootRijnmond
Nederland
GrootRijnmond
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
28,2% 43,4% 26,8% 1,6%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
26,3% 41,4% 31,2% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen GrootRijnmond
Nederland
GrootRijnmond
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,9% 8,7% 5,8% 16,5% 7,4% 3,4% 21,7% 2,9% 12,8% 16,1% 3,7%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
4,0% 5,4% 12,3% 23,0% 5,5% 4,2% 29,4% 2,2% 2,6% 5,2% 6,3%
7.828.200
668.300
956.210
71.545
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 7,3% lag de werkloosheid in Groot-Rijnmond in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds fors boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Groot-Rijnmond het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Groot-Rijnmond in vaste activa € 10,1 miljard. Dat is 9,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren ongeveer evenveel of iets minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
100% 80%
48.969 3,6%
425.593 5,0%
8,9%
11,9%
22,0%
50%
38%
30%
25,2%
60%
42%
40%
40% 65,5%
13%
11% 11%
10%
57,9%
21% 22%
20%
20%
20%
5% 5%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Groot-Rijnmond toegenomen met 23,5% tot 71.545. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Groot-Rijnmond veel bedrijfsvestigingen in de handel, transport en opslag en zakelijke dienstverlening en weinig in de agrarische sector en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in transport en opslag, de bouw en de zakelijke dienstverlening en weinig in de horeca en bij de overheid en in het onderwijs. Ook in de industrie bevinden zich opvallend genoeg relatief minder banen. Dit komt door het sterk kapitaalintensieve karakter van de petrochemische industrie in de regio. (tabel 3).
Q Nederland
ig ve r
n js e wi nd er
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
zo rg
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
Za
ni
ni ng le
re c te
n
ns tve r
ho
Bo or ra ns p nd e
Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
l, t
Q WO
isc
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
In
Nederland
he
Groot-Rijnmond
se c
to
r
0%
3% 1%
2% 2%
O
3% 2%
0%
Q Groot-Rijnmond
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Groot-Rijnmond met 9,3 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). De agrarische sector, de bouw, de financiële en zakelijke dienstverlening, de overheid, het onderwijs en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, voor de industrie en transport en opslag geldt dit niet (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 120
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Groot-Rijnmond lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,0% lager dan het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groot-Rijnmond een aandeel van 55,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 9,5% minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is het aandeel van het grootbedrijf blijft met 36,4% flink hoger dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
9,3
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
2,2 15,0 4,4 6,7 12,6 7,6 6,9 12,4 45,7 29,1 5,4
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 se cto r In du str ie
Groot-Rijnmond
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Groot-Rijnmond in 2011 met -1,4% minder gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,8% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 7,6% plaats in Groot-Rijnmond (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
9,5% 18.000 36,4%
14.583
14.000
31,0%
4%
16.832
2% 10.432
10.000
9.918
9.230
-2%
6.000
23,1%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
-4%
2.000 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 121
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Groot-Rijnmond telde in 2011 10.619 startende ondernemingen, 1,2% minder dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van GrootRijnmond in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 8,6%. De regio Groot-Rijnmond kent toch een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 16,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Groot-Rijnmond regio nummer 8 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw en de handel (figuur 6).
0%
Zuidoost-Zuid-Holland Regio Zuidoost-Zuid-Holland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-ZuidHolland bedroeg in 2011 € 12,8 miljard (figuur 2), dat is € 32.311 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Zuid-Holland 397.794 inwoners, in 2007 waren dat er 391.199. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,8% zijn toegenomen tot 405.000 personen. Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Zuid-Holland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 391.199
397.794
405.000
14,7%
16,6%
20,3%
26,0%
27,1%
40%
27,9%
25,7%
23,8%
20%
12,1%
12,2%
11,8%
19,3%
18,4%
17,0%
2007
2012
2020
100% 80% 60%
0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
27,1%
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
14
30.000
13
29.000
12
28.000
11
27.000
10
26.000
9
25.000 24.000
8 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 179.000 personen, dat is 45,2% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,7% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 122
ZuidoostZuid-Holland
Nederland
ZuidoostZuid-Holland
256 179 170 10 5,5
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,4% 0,7% 0,6% 10,4%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,8%. Daarmee heeft de regio Zuidoost-Zuid-Holland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit komt mede door de beperkte aanwezigheid van instellingen voor hoger onderwijs (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidoostZuid-Holland
Nederland
ZuidoostZuid-Holland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
26,4% 47,7% 24,7% 1,1%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,8% 48,3% 25,8% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen ZuidoostZuid-Holland
Nederland
ZuidoostZuid-Holland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,4% 13,9% 9,4% 20,4% 6,5% 2,6% 16,4% 1,8% 10,2% 16,1% 2,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
5,4% 6,1% 15,6% 22,2% 6,8% 2,9% 25,2% 2,7% 2,4% 5,0% 5,7%
7.828.200
174.700
956.210
21.435
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,5% lag de werkloosheid in Zuidoost-Zuid-Holland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rondom die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidoost-Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80%
6.967 3,4%
425.593 5,0%
10,9%
11,9%
24,7%
25,2%
60%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidoost-ZuidHolland in vaste activa € 3,1 miljard. Dat is 2,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de bouw, handel, transport en horeca en vooral in overheid, onderwijs en zorg werd relatief meer geïnvesteerd (figuur 4). De investeringen in de zakelijke dienstverlening lagen naar verhouding een stuk lager dan landelijk het geval was.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
34%
32%
30% 40%
21%
20% 11%
Q Nederland
ig ve r
en ijs rw nd e
en
,o O
ve r
he
id
nc ië na Fi
1%
O
ni ng stv er
rle le
di
di e e lijk ke
le
ni ng
a re c
ns tve
ho en
sp o , tr an nd el Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidoost-Zuid-Holland toegenomen met 15,3% tot 21.435. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Zuid-Holland veel bedrijfsvestigingen in de bouw, handel en transport en opslag en weinig in de horeca, agrarische sector en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, bouw, handel en transport en opslag en weinig in de horeca, zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs (tabel 3)
3%
2%
rt
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5%
uw
e str i
r In du
Q WO
cto
Q HBO
se
Q MBO 2, 3, 4
1%
he
Q MBO 1, VO en BO
0%
Nederland
8% 2%
zo rg
8% 3%
Za
10% 0% Zuidoost-Zuid-Holland
14% 13%
Bo
57,9%
61,0%
20%
Q Zuidoost-Zuid-Holland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Zuid-Holland met 8,2 banen per vestiging op het landelijk gemiddelde. Vooral de industrie, bouw, handel en zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging. Vestigingen van financiële instellingen en overheids- en onderwijsorganisaties zijn gemiddeld een stuk kleiner (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 123
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidoost-Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 63,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Zuid-Holland een aandeel van 65,4% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,7% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 25,7% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,2
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
0,6 18,4 4,9 7,5 7,8 7,2 5,3 5,6 35,2 26,1 3,3
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.000 875 750 625 500 375 250 125 0 se cto r In du str ie
Zuidoost-Zuid-Holland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidoostZuid-Holland in 2011 met -2,3% gedaald, dat is evenveel als in Nederland als geheel. Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,2% per jaar, ook die daling komt overeen met de landelijke ontwikkeling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,4% plaats in Zuidoost-Zuid-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,7% 4.800
25,7%
4.695
5,0%
4.550
2,5%
3.600 3.081
34,9%
28,7%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2.847
2.865
2.400
0,0%
1.200
-2,5% -5,0%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidoost-Zuid-Holland telde in 2011 2.457 startende ondernemingen, een daling van -0,9% ten opzichte van 2010. Dat terwijl in Nederland sprake was van een groei van 0,7%. Het aandeel van Zuidoost-Zuid-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,0%. De regio Zuidoost-Zuid-Holland kent een relatief laag aantal starters onder de beroepsbevolking. Per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Zuid-Holland regio nummer 22 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 124
2011
Zeeland Provincie Zeeland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zeeland bedroeg in 2011 € 12,5 miljard (figuur 2), dat is € 32.787 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Zeeland 381.407 inwoners, in 2007 waren dat er 380.497. De bevolking groeit dus nauwelijks en blijft achter bij de Nederlandse jaarlijkse gemiddelde groei van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,3% zijn toegenomen tot 382.700 personen. Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Zeeland een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60% 40%
380.497
381.407
382.700
17,4%
19,9%
24,0%
28,3%
29,0%
27,9%
23,5%
21,8%
20%
10,8%
10,9%
11,5%
0%
17,8%
16,8%
14,8%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
29.000
13
28.000
12
27.000
11
26.000
10
25.000
9
24.000
8
23.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 169.000 personen, dat is 44,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
25,7%
Q 0-15 jr.
14
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Q 65+ jr. Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 125
Groei 2006- 2011 per jaar
Zeeland
Nederland
Zeeland
243 169 162 6 3,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,2% 0,4% 0,4% -4,5%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,0%. Daarmee heeft de provincie Zeeland een relatief laagggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Binnen de regionaal sterk vertegenwoordigde chemische industrie zijn wel relatief veel hoogopgeleiden werkzaam (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Zeeland
Nederland
Zeeland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,0% 52,7% 22,2% 1,2%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,0% 48,2% 25,6% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Aandeel banen Zeeland
Nederland
Zeeland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
2,0% 14,9% 5,1% 17,6% 5,2% 6,3% 12,7% 1,9% 12,2% 19,0% 3,0%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
17,1% 5,8% 10,8% 21,1% 4,3% 7,8% 17,9% 2,0% 2,1% 5,2% 6,0%
7.828.200
150.700
956.210
22.090
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 3,7% lag de werkloosheid in de provincie Zeeland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Zeeuwse werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 5,2% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Zeeland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in vaste activa € 2,8 miljard in Zeeland. Dat is 2,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de Zeeuwse industrie, handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Q Nederland
3%
ig ve r
en
ve r
he
id
cië
,o
le
nd e
di e
rw
ijs
ns tve
O
zo rg
ng
le
rle
ni
ni ng
a re c
en stv er
ho
3% 1%
O
Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
di
ra ns p
Q WO
l, t
Q HBO
nd e
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
Fi na n
du str i
r In
to isc
Nederland
5% 2% 2%
ra r
Zeeland
he
se c
0%
13%
5%
n
3%
0%
e
57,9%
53,6%
20%
21%
13%
11%
10%
e
40%
23%
21%
20%
ijk
25,2%
ke l
31,6%
34%
30%
Za
11,9%
uw
11,6%
42%
40%
te
60%
425.593 5,0%
Bo
80%
6.395 3,2%
or
100%
50%
Q Zeeland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Zeeland toegenomen met 10,7% tot 22.090. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Zeeland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de transport en opslag en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de industrie en weinig in de handel, de financiële dienstverlening en de agrarische sector (tabel 3).
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Zeeland met 6,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag, financiële sector en de handel juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 126
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Zeeland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zeeland een aandeel van 58,6% in de TW. Daarnaast droegen ZZP’ers met 14,4% meer bij aan de Zeeuwse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 27% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
6,8
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
0,8 17,6 3,2 5,7 8,1 5,5 4,8 6,6 40,4 25,1 3,4
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
800 700 600 500 400 300 200 100 0 se cto r In du str ie
Zeeland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Zeeland in 2011 met -1,1% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,1% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,7% plaats in de provincie Zeeland (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
14,4%
5.300
27,0%
4%
5.133 4.610
2%
4.300
34,4%
3.259
3.300
3.254
3.311
-2%
2.300 24,2%
-4%
1.300 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 127
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Zeeland telde in 2011 2.204 startende ondernemingen, 4,0% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Zeeland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,8%. De provincie Zeeland kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zeeland provincie nummer 9 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0%
Zeeuwsch-Vlaanderen Regio Zeeuwsch-Vlaanderen
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zeeuwsch-Vlaanderen bedroeg in 2011 € 4,3 miljard (figuur 2), dat is € 40.036 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-1,4%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zeeuwsch-Vlaanderen 106.266 inwoners, in 2007 waren dat er 107.606. Jaarlijkse krimpt de bevolking met -0,3% terwijl de Nederlandse bevolking gemiddeld 0,5% groeit. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -1,3% zijn afgenomen tot 104.900 personen. Met een aandeel van 20,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zeeuwsch-Vlaanderen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80%
107.606
106.266
104.900
18,8%
21,8%
26,2%
30,0%
30,9%
29,5%
22,6%
20,1%
9,2%
9,6%
11,2%
16,6%
15,2%
12,9%
2007
2012
2020
6
29.000
5
28.000
4
27.000
3
26.000
2
25.000
1
24.000 23.000
0 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 47.000 personen, dat is 44,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 60%
2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
40% 25,3% 20% 0%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 128
ZeeuwschVlaanderen
Nederland
ZeeuwschVlaanderen
68 47 45 2 4,7
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,3% 0,5% 0,5% 0,0%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 28,3%. Daarmee heeft de regio Zeeuwsch-Vlaanderen een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, zie tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZeeuwschVlaanderen
Nederland
ZeeuwschVlaanderen
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
21,7% 56,5% 21,7% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
28,3% 50,0% 21,7% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,7% lag de werkloosheid in Zeeuwsch-Vlaanderen in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Het aandeel laaggeschoolde nietwerkende werkzoekenden ligt in Zeeuwsch-Vlaanderen fors hoger dan Nederland als geheel. Ook het aandeel middelbaargeschoolde nietwerkende werkzoekenden ligt hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 2.053 3,0% 9,2%
100%
425.593 5,0%
26,9%
ZeeuwschVlaanderen
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,2% 17,7% 5,7% 18,9% 6,7% 6,5% 11,5% 1,9% 8,6% 18,9% 2,4%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
22,2% 5,7% 7,1% 22,3% 5,9% 7,7% 14,6% 2,7% 1,5% 4,5% 5,9%
7.828.200
41.800
956.210
6.310
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZeeuwschVlaanderen in vaste activa € 963 miljoen. Dat is 0,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie, agrarische sector, handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
42%
40%
25,2%
60%
Nederland
50%
11,9%
80%
ZeeuwschVlaanderen
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
36%
30%
28%
40% 21%
20%
18%
Q Nederland
ig ve r
zo rg
ve r
he
cië
id ,o
le
nd
er
wi
js e
1%
O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e Za
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zeeuwsch-Vlaanderen toegenomen met 4,7% tot 6.310. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZeeuwschVlaanderen veel bedrijfsvestigingen in de industrie, de handel, transport en horeca en relatief weinig in de Zakelijke en financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de industrie en de handel en relatief weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en het onderwijs. (tabel 3).
a
uw
du str i
r isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3%
2%
O
2% 1%
In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
4%
he
Q MBO 1, VO en BO
3%
0%
Nederland
10% 5%
e
0% Zeeuwsch-Vlaanderen
13%
11%
10%
Bo
57,9%
61,0%
20%
Q Zeeuwsch-Vlaanderen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zeeuwsch-Vlaanderen met 6,6 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de bouw, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag en de handel juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 129
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zeeuwsch-Vlaanderen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zeeuwsch-Vlaanderen een aandeel van 57,7% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,5% evenveel aan de toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 29,4% onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
6,6
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
0,4 20,6 5,3 5,6 7,6 5,6 5,2 4,7 37,9 2,7% 2,7
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
160 140 120 100 80 60 40 20 0 se cto r In du str ie
Zeeuwsch-Vlaanderen
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZeeuwschVlaanderen in 2011 met 3,4% toegenomen, terwijl in Nederland als geheel de huzienprijzen zijn gedaald (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 5,1% per jaar, een lagere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zeeuwsch-Vlaanderen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,5% 6%
2.000 29,4%
1.500
1.567
1.465
3% 1.005
1.000 35,0%
24,0%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
1.024
1.119
-3%
500
-6%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 130
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zeeuwsch-Vlaanderen telde in 2011 circa 540 startende ondernemingen, 4,1% minder dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zeeuwsch-Vlaanderen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 0,4%. De regio Zeeuwsch-Vlaanderen kent relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zeeuwsch-Vlaanderen regio nummer 36 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0%
Overig Zeeland Regio Overig Zeeland
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Overig Zeeland bedroeg in 2011 € 8,2 miljard (figuur 2), dat is € 29.995 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Overig Zeeland 275.141 inwoners, in 2007 waren dat er 272.891. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,9% zijn toegenomen tot 277.700 personen. Met een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar, zit Overig Zeeland rond het Nederlands gemiddelde (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
272.891
275.141
277.700
16,7%
19,1%
23,2%
27,6%
28,3%
80% 60% 40%
8,0
27.000
7,5
26.000
7,0
25.000
6,5
24.000
6,0
23.000 22.000
5,5 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 122.000 personen, dat is 44,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
23,9%
22,5%
20%
11,5%
11,4%
11,6%
0%
18,3%
17,3%
15,5%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
28.000
27,3%
25,9%
Q 0-15 jr.
8,5
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 131
Groei 2006- 2011 per jaar
Overig Zeeland
Nederland
Overig Zeeland
175 122 118 4 3,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,4% 0,5% -5,7%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,2%. Daarmee heeft de regio Overig Zeeland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, zie tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
Overig Zeeland
Nederland
Overig Zeeland
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,2% 52,9% 21,8% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,2% 48,3% 27,5% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 3,3% lag de werkloosheid in Overig Zeeland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Overig Zeeland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
4.342 3,3%
425.593 5,0%
12,7%
11,9%
33,8%
25,2%
Overig Zeeland
Nederland
Overig Zeeland
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
2,2% 11,7% 4,9% 17,0% 4,6% 6,3% 13,3% 1,9% 13,7% 19,1% 5,3%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
15,1% 5,9% 12,2% 20,6% 3,7% 7,8% 19,3% 1,7% 2,3% 5,4% 6,0%
7.828.200
108.900
956.210
15.780
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Overig Zeeland in vaste activa € 1,8 miljard. Dat is 1,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale industrie en agratische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 42%
40% 30%
40% 21%
20% 17%
15% 13%
11%
15%
6%
Q Nederland
ig ve r
n
1%
wi nd er ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
3%
O
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
ni
ni ng le
re c
ns tve r
n te ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Overig Zeeland toegenomen met 13,3% tot 15.780. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Overig Zeeland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en industrie en relatief weinig in overheid, onderwijs en zorgsector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de horeca en de industrie en weinig in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
ho
Bo or
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r
Q WO
3%
2% 2%
In
Q HBO
to
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
se c
Overig Zeeland
5%
3%
0%
Za
0%
zo rg
10%
js e
57,9%
50,1%
20%
Q Overig Zeeland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Overig Zeeland met 6,9 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrijwel alle sectoren hebben gemiddeld minder banen per vestiging dan gemiddeld (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 132
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Burea
Q 2010
Belang MKB In Overig Zeeland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overig Zeeland een aandeel van 59,1% in de TW. ZZP’ers droegen met 15,8% bovendien fors meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 25,8% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
6,9
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,0 13,7 2,8 5,7 8,5 5,6 4,8 7,8 41,4 24,2 6,2
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
480 420 360 300 240 180 120 60 0 se cto r In du str ie
Overig Zeeland
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Overig Zeeland in 2011 met -3,3% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 9,4% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Overig Zeeland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
15,8% 4.000
25,8%
4% 3.566 3.145
3.000
2% 2.254
2.230
2.000 34,0% 24,3%
0%
1.000
-2%
0
-4% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2.192
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Overig Zeeland telde in 2011 1.662 startende ondernemingen, 6,9% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Overig Zeeland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,3%. De regio Overig Zeeland kent een relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,6 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Overig Zeeland regio nummer 23 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 133
2011
Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Brabant bedroeg in 2011 € 87,9 miljard (figuur 2), dat is € 35.850 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 15,0% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljard €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Noord-Brabant 2.463.686 inwoners, in 2007 waren dat er 2.419.042. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% rond het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,2% zijn toegenomen tot 2.517.300 personen. Met een aandeel van 22,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Noord-Brabant een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
2.419.042
2.463.686
2.517.300
14,6%
16,7%
20,6%
27,6%
28,8%
80% 60% 40%
85
30.000
80
28.000
75
26.000
70
24.000
65
22.000
60
20.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.159.000 personen, dat is 47,2% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% op het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
23,9%
20%
11,8%
12,0%
12,0%
0%
17,9%
16,9%
15,2%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2010
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
25,5%
Q 15-25 jr.
32.000
28,3%
28,2%
Q 0-15 jr.
90
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 134
Groei 2006- 2011 per jaar
NoordBrabant
Nederland
NoordBrabant
1.621 1.159 1.104 55 4,8
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 0,8% 0,8% 2,8%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,5%. Daarmee heeft de provincie een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 Nederland
NoordBrabant
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
24,8% 44,8% 29,4% 1,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,5% 43,1% 31,5% 0,9%
Bron: CBS
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
80% 60%
55.641 4,2%
425.593 5,0%
13,2%
11,9%
27,1%
25,2%
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,3% 14,5% 5,0% 17,4% 4,5% 3,9% 20,1% 2,8% 11,6% 15,7% 3,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
9,6% 7,0% 13,7% 22,1% 2,7% 3,9% 24,7% 2,3% 2,3% 5,5% 6,2%
7.828.200
1.199.200
956.210
149.915
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Noord-Brabantse investeringen in vaste activa € 16,5 miljard. Dat is 14,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de Brabantse industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 42%
40% 30%
21% 22%
20% 15%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Noord-Brabant toegenomen met 18,2% tot 149.915. Daarmee ligt de groei op het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie NoordBrabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en industrie en relatief weinig in de handel, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en handel en weinig in de financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en zorg (tabel 3).
Q Nederland
3% 1%
en
le
js wi er nd
id ,o
le O
ve r
he
cië Fi na n
4%
ni ng
ng di
en di
ke lijk e
Za
en stv er
rle
ni
re c
stv e
ho n te
ra ns po r nd e Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
du str i
l, t
Q WO
isc
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
2% 2%
In
Nederland
he
Noord-Brabant
se c
to
r
0%
5%
5%
Bo
3%
0%
e
55,5%
20%
13% 10%
11%
10%
57,9%
zo rg
40%
ig
100%
NoordBrabant
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Met 4,8% lag de werkloosheid in de provincie Noord-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Brabantse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Noord-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde nietwerkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Nederland
ve r
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011 NoordBrabant
Aandeel vestigingen
NoordBrabant
O
2006 Nederland
Aandeel banen Nederland
Q Noord-Brabant
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie NoordBrabant met 8,0 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport en logistiek kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en zorg juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 135
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Noord-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,8% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Brabant een aandeel van 57,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdragen aan de Brabantse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 32,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,0
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,1 16,6 2,9 6,3 13,7 7,9 6,5 9,5 40,6 23,0 4,1
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
6.000 5.250 4.500 3.750 3.000 2.250 1.500 750 0 se cto r In du str ie
Noord-Brabant
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Noord-Brabant in 2011 met -3,0% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 13,8% plaats in de provincie Noord-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,2% 30.000 32,0%
5,0%
29.294 26.023
25.000
2,5% 0,0%
20.000 32,5%
24,3%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
17.187
17.330
16.697 -2,5%
15.000
-5,0%
10.000 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Noord-Brabant telde in 2011 16.970 startende ondernemingen, 3,0% minder dan in 2010. Noord-Brabant blijft daarmee achter bij de 0,7% groei in Nederland als geheel. Het aandeel van de provincie Noord-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 13,7%. De provincie Noord-Brabant kent een gemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,6 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Brabant provincie nummer 5 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 136
2011
West-Brabant Regio West-Brabant
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van West-Brabant bedroeg in 2011 € 24,1 miljard (figuur 2), dat is € 39.124 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 4,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP even sterk zal afnemen (-0,5%) als het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio West-Brabant 618.563 inwoners, in 2007 waren dat er 608.455. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,7% zijn toegenomen tot 623.200 personen. Met een aandeel van 22,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft West-Brabant een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
608.455
618.563
623.200
15,1%
17,3%
21,3%
28,2%
29,2%
80% 60%
25
30.000
24
29.000
23
28.000
22
27.000
21
26.000
20
25.000
19
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 293.000 personen, dat is 47,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,6% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
28,7%
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 40%
28,0%
25,2%
23,3%
20%
2011 (x 1.000)
11,4%
11,7%
11,9%
0%
16,5%
14,9%
WestBrabant
Nederland
17,4%
WestBrabant
2007
2012
2020
408 293 279 14 4,9
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 0,6% 0,6% 2,2%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 137
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,3%. Daarmee heeft de regio West-Brabant een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
WestBrabant
Nederland
WestBrabant
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,5% 46,2% 27,3% 1,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,3% 44,4% 29,4% 1,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,9% lag de werkloosheid in West-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in West-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
14.323 3,8%
425.593 5,0%
13,5%
11,9%
27,7%
25,2%
WestBrabant
Nederland
WestBrabant
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,6% 13,9% 5,2% 18,2% 5,6% 3,6% 18,2% 2,2% 12,1% 15,8% 3,4%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
9,0% 6,6% 12,5% 22,9% 3,3% 4,1% 24,6% 2,7% 2,1% 5,5% 6,6%
7.828.200
291.000
956.210
36.500
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in West-Brabant in vaste activa € 4,3 miljard. Dat is 3,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale industrie en overheid, onderwijs en zorg werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 38%
40% 30%
25%
40% 17%
Q Nederland
ig ve r O
n nd er
wi
js e
1%
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
zo rg
ng rle ns tve
di e le
di e ijk e ke l
Za
ni
ni ng le
re c
ns tve r
ho n te or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in West-Brabant toegenomen met 18,3% tot 36.500. Daarmee ligt de groei net boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio West-Brabant veel bedrijfsvestigingen in de Industrie, agrarische sector, overheid, onderwijs en zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en handel en weinig in de horeca, financiële en zakelijke dienstverlening en zorg (tabel 3).
a
uw
du str i
r isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3%
3%
2% 2%
In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
5%
4%
he
Q MBO 1, VO en BO
3%
0%
e
0% West-Noord-Brabant
13% 11%
11%
10%
Bo
57,9%
54,9%
20%
21%
20%
Q West-Noord-Brabant
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in West-Brabant met 8,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, transport en opslag en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, horeca en financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 138
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In West-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in West-Brabant een aandeel van 61,2% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,6% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 29,5% ook onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,0
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,4 16,7 3,3 6,3 13,7 7,0 5,9 6,5 45,8 23,1 4,1
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 se cto r In du str ie
West-Brabant
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in West-Brabant in 2011 met -2,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 8,6% per jaar, een iets lagere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,9% plaats in West-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,6% 8.000
4%
7.803 6.977
29,5%
2%
6.000 4.842
33,8%
26,1%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
4.994
4.677
4.000
0%
2.000
-2% -4%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio West-Brabant telde in 2011 4.486 startende ondernemingen, 2,4% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van West-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,6%. De regio West-Brabant kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is West-Brabant regio nummer 12 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 139
2011
Midden-Brabant Regio Midden-Brabant
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Midden-Brabant bedroeg in 2011 € 14,0 miljard (figuur 2), dat is € 30.537 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Midden-Brabant 461.329 inwoners, in 2007 waren dat er 452.856. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,1% zijn toegenomen tot 475.400 personen. Met een aandeel van 22,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar, is het aantal jongeren net iets lager dan het landelijke gemiddelde (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
452.856
461.329
475.400
14,0%
16,1%
20,0%
27,0%
27,9%
27,1%
80% 60% 40%
14
28.000
13
27.000
12
26.000
11
25.000
10
24.000
9
23.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
24,4%
20%
13,0%
13,1%
13,1%
0%
17,6%
16,8%
15,4%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 222.000 personen, dat is 48,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
25,9%
Q 15-25 jr.
29.000
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
28,3%
Q 0-15 jr.
15
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 140
Groei 2006- 2011 per jaar
MiddenBrabant
Nederland
MiddenBrabant
307 222 212 11 4,8
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 1,1% 1,3% 2,9%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,9%. Daarmee heeft de regio Midden-Brabant een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, tabel 2).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
MiddenBrabant
Nederland
MiddenBrabant
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
26,7% 42,9% 29,5% 1,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,9% 43,4% 31,7% 0,0%
Aandeel banen MiddenBrabant
Nederland
MiddenBrabant
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,0% 11,2% 4,2% 18,2% 5,1% 3,6% 20,7% 3,6% 11,6% 16,4% 4,4%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
8,3% 7,4% 13,4% 24,1% 3,0% 3,9% 23,9% 2,3% 2,6% 5,2% 6,2%
7.828.200
217.200
956.210
26.775
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,8% lag de werkloosheid in Midden-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Midden-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
9.854 4,0%
425.593 5,0%
11,9%
11,9%
27,7%
25,2%
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in MiddenBrabant in vaste activa € 2,8 miljard. Dat is 2,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale agrarische sector en bij de overheden en onderwijsinstellingen werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 42%
40% 30%
40%
24%
Q Nederland
ig ve r O
zo rg
ve r
he
cië
id ,o
le
nd
er
wi
js e
1%
O
Fi na n
n
le en stv er di
en di
ke lijk e
ni ng
g le n
in
re c
stv er
ho n te or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Midden-Brabant toegenomen met 17,4% tot 26.775. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio MiddenBrabant veel bedrijfsvestigingen in de industrie, bouw en overheid, onderwijs en zorg en weinig in de handel, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, handel en weinig in de horeca en overheid en onderwijs (tabel 3).
a
uw
e du str i
r isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
3%
2% 3%
In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
5% 5%
3% 4%
0%
Nederland
Za
0% Midden-Noord-Brabant
13% 11%
11% 12%
10%
Bo
56,4%
20%
21%
20%
57,9%
Q Midden-Noord-Brabant
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Midden-Brabant met 8,1 banen per vestiging licht onder die van Nederland (8,2). Vooral transport en opslag, zorg, zakelijke en financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, bouw en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 141
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Midden-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,4% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Midden-Brabant een aandeel van 53,8% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,8% iets meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 35,8% duidelijk boven het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
8,1
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
0,9 12,4 2,6 6,1 13,6 7,5 7,0 12,9 36,8 25,9 5,7
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0 se cto r In du str ie
Midden-Brabant
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in MiddenBrabant in 2011 met -1,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 10,1% per jaar, een met het landelijke beeld vergelijkbare daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,6% plaats in MiddenBrabant (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,8%
6.000
35,8%
5,0%
5.414 4.898
4.500
32,1%
2,5% 3.274
3.000
3.225
3.182
1.500 20,3%
-2,5%
0
-5,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Midden-Brabant telde in 2011 3.229 startende ondernemingen, -1,6% minder dan in 2010. In Nederland groeide in deze periode het aantal starters met 0,7%. Het aandeel van Midden-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,6%. De regio Midden-Brabant kent een relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Midden-Brabant regio nummer 16 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 142
0,0%
Noordoost-Brabant Regio Noordoost-Brabant
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noordoost-Brabant bedroeg in 2011 € 23,0 miljard (figuur 2), dat is € 36.036 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 ongeveer even sterk zal afnemen (-0,6%) als het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Noordoost-Brabant 641.417 inwoners, in 2007 waren dat er 629.598. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,8% zijn toegenomen tot 653.000 personen. Met een aandeel van 23,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar is het aandeel jongeren in Noordoost-Brabant vergelijkbaar met Nederland (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
629.598
641.417
653.000
14,0%
16,3%
20,9%
27,9%
29,4%
29,1%
80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
24
30.000
23
29.000
22
28.000
21
27.000
20
26.000
19
25.000 24.000
18 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 301.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 Groei 2006- 2011 per jaar (x 1.000)
28,1%
25,2%
23,0%
11,3%
11,5%
11,7%
18,8%
17,6%
15,3%
2007
2012
2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 143
NoordoostBrabant
Nederland
NoordoostBrabant
420 301 288 13 4,2
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
0,0% 1,0% 0,9% 3,1%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,5%. Daarmee heeft de regio Noordoost-Brabant een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
Aandeel banen
Aandeel vestigingen
Nederland NoordoostBrabant
2011
Nederland
NoordoostBrabant
Nederland
NoordoostBrabant
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,4% 44,9% 28,6% 1,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,5% 43,0% 30,5% 1,0%
Bron: CBS
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Met 4,2% lag de werkloosheid in Noordoost-Brabant in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noordoost-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Nederland NoordoostBrabant
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,7% 14,7% 5,9% 18,3% 4,1% 4,5% 17,4% 2,6% 11,5% 16,3% 3,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
11,7% 6,4% 15,6% 21,1% 2,2% 3,7% 23,6% 2,3% 2,3% 5,4% 5,8%
7.828.200
311.200
956.210
41.630
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in NoordoostBrabant in vaste activa € 4,5 miljard. Dat is 4,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale agrarische sector, industrie, bouw en bij de overheid werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
13.612 4,4%
425.593 5,0%
13,6%
11,9%
28,2%
25,2%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 41%
40%
40%
30% 57,9%
21%
20% 15%
Q Nederland
3%
ig ve r
nd e
rw
ijs
en
le n
1%
,o ve r
he
id
cië O
Fi na n
3% zo rg
g in
g en le
di ijk e ke l Za
stv er
le n
in
re c
en stv er
ho n te or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Noordoost-Brabant toegenomen met 18,4% tot 41.630. Daarmee ligt de groei licht boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio NoordoostBrabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de industrie en de bouw en weinig in de transport en opslag en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, industrie bouw en handel en weinig in de zakelijke dienstverlening en overheid en onderwijs (tabel 3).
5%
a
uw Bo
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
e
Q WO
0%
2% 3% du str i
Q HBO
3% r
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
to
Q MBO 1, VO en BO
8%
6%
In
Noordoost-Noord-Brabant
13%
11%
10%
di
0%
23%
O
53,8%
20%
Q Noordoost-Noord-Brabant
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noordoost-Brabant met 7,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). In de industrie, transport en opslag en de horeca zijn er gemiddeld relatief veel banen per vestiging, in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs zijn dit er juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 144
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Noordoost-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,4% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noordoost-Brabant een aandeel van 57,7% in de TW. ZZP’ers dragen met 12,0% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 29,6% licht achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
7,5
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,1 17,0 2,9 6,5 13,8 9,1 5,5 8,4 37,3 22,7 4,0
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 se cto r In du str ie
Noordoost-Brabant
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in NoordoostBrabant in 2011 met -4,3% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 10,5% per jaar, bijna een zelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,3% plaats in Noordoost-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
12,0% 7.200 29,6%
7.018
5,0% 6.430
5.400
2,5% 4.032
3.600 33,2%
25,2%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
3.961
4.019
1.800
-2,5%
0
-5,0% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 145
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Noordoost-Brabant telde in 2011 4.276 startende ondernemingen, -5,0% meer dan in 2010. Dit terwijl het aantal starters in Nederland toenam (0,7%). Het aandeel van Noordoost-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 3,5%. De regio Noordoost-Brabant kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noordoost-Brabant regio nummer 20 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0,0%
Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Brabant bedroeg in 2011 € 26,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.237 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 4,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 de afname van het BRP (-0,6%) rond het nederlandse niveau zal liggen (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Brabant 742.377 inwoners, in 2007 waren dat er 728.133. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,2% zijn toegenomen tot 765.800 personen. Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Brabant een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
728.133
742.377
765.800
14,9%
17%
20,4%
27,3%
28,5%
28,0%
80% 60% 40%
30.000
26
29.000
25
28.000
24
27.000
23
26.000
22
25.000
21
24.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
25,9%
24,7%
20%
11,6%
11,8%
11,7%
0%
17,8%
16,8%
15,2%
2007
2012
2020
Q 25-45 jr.
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 343.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,6% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
2011 (x 1.000)
Q 15-25 jr.
2010
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
28,4%
Q 0-15 jr.
27
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 146
Groei 2006- 2011 per jaar
ZuidoostBrabant
Nederland
ZuidoostBrabant
486 343 325 17 5,0
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,6% 0,5% 2,8%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,0%. Daarmee wijkt de regio Zuidoost-Brabant weinig af van het landelijke gemiddelde (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidoostBrabant
Nederland
ZuidoostBrabant
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
22,6% 44,6% 31,9% 0,9%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
23,0% 41,7% 34,1% 1,2%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 5% lag de werkloosheid in Zuidoost-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau is de verdeling van het aantal werkzoekenden naar opleidingsniveau in Zuidoost-Brabant redelijk vergelijkbaar met het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
17.852 4,6%
425.593 5,0%
80%
13,3%
11,9%
60%
25,4%
25,2%
ZuidoostBrabant
Nederland
ZuidoostBrabant
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
1,1% 16,2% 4,5% 15,6% 3,8% 3,9% 23,5% 2,8% 11,3% 14,5% 2,8%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
9,1% 7,6% 13,1% 21,2% 2,3% 4,1% 26,4% 2,1% 2,3% 5,7% 6,2%
7.828.200
379.800
956.210
45.010
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in ZuidoostBrabant in vaste activa € 5,0 miljard. Dat is 4,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de agrarische sector, industrie en de zakelijke dienstverlening werd in in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4)
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50%
48% 42%
40% 40% 30%
21%
20%
17%
15%
le en stv er
ig
ve r
he
cië
id ,o
le
nd
di
1%
O
Fi na n
3% zo rg
ni ng
g le n
in
re c
stv er en di
ke lijk e Za
l, t nd e Ha
Q Nederland
ho n te
ra ns p
ra r Ag
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidoost-Brabant toegenomen met 18,4% tot 45.010. Daarmee ligt de groei licht boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio ZuidoostBrabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, industrie en zakelijke dienstverlening en relatief weinig in handel, transport, logistiek, overheid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zakelijke dienstverlening en weinig in de handel, transport en opslag overheid, zorg en onderwijs (tabel 3).
a
uw
du str i In
to isc
he
se c
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
5% 4%
2% 2%
n
3%
0%
Bo
Q WO
or
Q HBO
e
Q MBO 2, 3, 4
r
Q MBO 1, VO en BO
ve r
5%
js e
11%
10%
Nederland
wi
Zuidoost-Noord-Brabant
13% 9%
er
0%
O
57,9%
56,7%
20%
Q Zuidoost-Noord-Brabant
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Brabant met 8,4 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport, opslag en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de zorg juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 147
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuidoost-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,9% rond het gemiddelde niveau in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Brabant een aandeel van 56,3% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,8% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 34,3% iets boven het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,4
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,0 18,0 2,9 6,2 13,7 8,0 7,5 11,4 42,0 21,5 3,8
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0 se cto r In du str ie
Zuidoost-Brabant
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in ZuidoostBrabant in 2011 met -4,1% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -12,0% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 4,0% plaats in Zuidoost-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,8% 10.000 34,3%
6%
9.059 7.718
7.500
3% 5.039
5.000 31,0%
23,9%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
5.150
4.819
2.500
-3%
0
-6% 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 148
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuidoost-Brabant telde in 2011 4.979 startende ondernemingen, -6,8% minder dan in 2010. In Nederland nam in dezelfde periode licht toe (0,7%). Het aandeel van Zuidoost-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011circa 4,0%. De regio Zuidoost-Brabant kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Brabant regio nummer 17 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0%
Limburg Provincie Limburg
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Limburg bedroeg in 2011 € 34,9 miljard (figuur 2), dat is € 30.792 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 5,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de provincie Limburg 1.123.075 inwoners, in 2007 waren dat er 1.127.805. De gemiddelde jaarlijkse bevolkingskrimp van -0,1% staat in contrast met de Nederlandse gemiddelde groei van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn gekrompen tot 1.108.100 personen. Met een aandeel van 20,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
1.127.805
1.123.075
1.108.100
16,7%
19,2%
23,8%
30,0%
31,3%
28.000
36
27.000
34
26.000
32
25.000
30
24.000
28
23.000 22.000
26 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 505.000 personen, dat is 45,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,1% beneden het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 29,5%
26,1%
23,2%
22,7%
11,3%
11,7%
11,0%
15,9%
14,6%
2007
2012
13,1% 2020
Q 15-25 jr.
38
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Q 65+ jr. Bron: CBS
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 149
Groei 2006- 2011 per jaar
Limburg
Nederland
Limburg
742 505 480 26 5,1
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,4% 0,1% 0,4% -2,5%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,1%. Daarmee heeft de provincie Limburg een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,9%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 Nederland
Limburg
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,8% 47,1% 25,4% 1,6%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,1% 45,8% 28,1% 1,0%
Bron: CBS
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
80% 60%
31.035 3,2%
425.593 5,0%
10,6%
11,9%
27,6%
25,2%
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
2,2% 15,0% 3,6% 16,6% 5,0% 4,9% 16,9% 2,3% 12,3% 18,2% 3,0%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
9,5% 6,6% 10,6% 23,1% 3,1% 6,4% 21,8% 2,1% 2,3% 6,8% 7,7%
7.828.200
489.100
956.210
57.355
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale Limburgse investeringen in vaste activa € 5,9 miljard. Dat is 5,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de Limburgse industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 41%
40% 30%
21%
20% 17%
10%
57,9%
20%
6%
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Limburg toegenomen met 11,8% tot 57.355. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Limburg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de industrie, handel, horeca en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, industrie, horeca en agrarische sector en weinig in de de financiële en zakelijke dienstverlening, overheid en onderwijs en de agrarische sector (tabel 3).
Q Nederland
ng rle
ni
ni ng le
rw ,o
ve r
he
id
cië O
Fi na n
ijs
ns tve di e le
di e ijk ke l Za
3% 1%
nd e
re c te
n
en stv er
ho
Bo or ra ns p nd e
Ha
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
l, t
Q WO
In
se c
to
Q HBO
ra r
Q MBO 2, 3, 4
Ag
Q MBO 1, VO en BO
isc
he
Nederland
4%
2% 1%
r
0% Limburg
5%
3%
0%
en
58,6%
17% 13%14%
11%
zo rg
40%
ig
100%
Limburg
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig Totaal
Met 5,1% lag de werkloosheid in de provincie Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Limburgse werkloosheid ook iets lager dan die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6,4% verwacht. Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Nederland
ve r
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011 Limburg
Aandeel vestigingen
Limburg
O
2006 Nederland
Aandeel banen Nederland
Q Limburg
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Limburg met 8,5 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid, het onderwijs, de industrie, transport en logistiek en de agrarische sector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, horeca en de zorg juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 150
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In de provincie Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Limburg een aandeel van 57,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdragen aan de Limburgse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,5
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
2,0 19,2 2,9 6,1 13,9 6,6 6,6 9,2 45,4 22,8 3,3
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0 se cto r In du str ie
Limburg
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Limburg in 2011 met -2,3% even sterk gedaald als in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,0% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,1% plaats in de provincie Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,2% 13.000 31,0%
3%
12.451 10.778
10.000
1% 7.916
7.000 32,2%
25,5%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
7.658
7.376
-3%
4.000
-5%
1.000 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 151
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De provincie Limburg telde in 2011 6.167 startende ondernemingen, 4,4% minder dan in 2010. (NL: 0,7% groei). Het aandeel van de provincie Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 5,0%. De provincie Limburg kent een relatief gering ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Limburg provincie nummer 12 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
-1%
Noord-Limburg Regio Noord-Limburg
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Limburg bedroeg in 2011 € 8,5 miljard (figuur 2), dat is € 30.438 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Noord-Limburg 280.443 inwoners, in 2007 waren dat er 278.712. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,1% fors onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -1,3% zijn afgenomen tot 276.700 personen. Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100%
278.712
280.443
276.700
14,9%
17,5%
22,6%
29,1%
30,8%
80% 60%
29,7%
9,0
28.000
8,5
27.000
8,0
26.000
7,5
25.000
7,0
24.000
6,5
23.000
6,0
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 132.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
27,0%
23,9%
21,9%
2011 (x 1.000)
20%
11,4%
11,3%
NoordLimburg
Nederland
11,0%
NoordLimburg
0%
18,0%
16,6%
14,6%
2007
2012
2020
184 132 125 6 4,9
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,1% 0,3% 0,3% 1,0%
40%
Q 0-15 jr.
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 152
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,0%. Daarmee heeft de regio Noord-Limburg een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
NoordLimburg
Nederland
NoordLimburg
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
28,2% 47,3% 22,9% 1,5%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
26,0% 47,3% 26,7% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,9% lag de werkloosheid in Noord-Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100%
7.002 2,5%
425.593 5,0%
10,1%
11,9%
28,6%
25,2%
80% 60%
NoordLimburg
Nederland
NoordLimburg
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
6,5% 18,5% 3,1% 16,4% 7,1% 5,2% 16,2% 1,3% 8,3% 14,3% 3,1%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
16,7% 7,7% 9,7% 22,2% 2,9% 5,4% 18,3% 1,7% 2,0% 6,0% 7,4%
7.828.200
130.200
956.210
14.950
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Limburg in vaste activa € 1,6 miljard. Dat is 1,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
38%
30% 40% 58,8%
21%
20%
57,9%
20%
17% 13%
14% 12% 11%
10% 0%
13% 5%
Q Nederland
ig ve r
wi
js
O
en
le er nd id ,o
le O
ve r
he
cië Fi na n
3% 2% zo rg
ni ng
ng di
en di
ke lijk e
Za
en stv er
rle
ni
re c
stv e
n te l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Noord-Limburg toegenomen met 11,0% tot 14.950. Daarmee ligt de groei fors onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio NoordLimburg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de transport en opslag en weinig in de zakelijke dienstverlening en de overheid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, industrie, transport en opslag en relatief weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, zorg en bouw (tabel 3).
ho
Bo ra ns po r
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r
Q WO
3%
2% 1%
In
Q HBO
to
Q MBO 2, 3, 4
he
Q MBO 1, VO en BO
Nederland
se c
Noord-Limburg
3%
0%
Q Noord-Limburg
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Limburg met 8,7 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, industrie, transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, de overheid, het onderwijs en de zorgsector juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 153
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Noord-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,8% fors boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Limburg een aandeel van 59,4% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 29,0% ook lager dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
8,7
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
3,4 21,0 2,8 6,4 21,1 8,4 7,7 6,7 35,4 20,9 3,6
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
600 525 450 375 300 225 150 75 0 se cto r In du str ie
Noord-Limburg
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Limburg in 2011 met -1,3% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,4% plaats in Noord-Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
11,2% 5,0%
3.200 2.882
29,0%
2.477
2.400
2,5% 1.851
1.823
1.600 34,3%
25,5%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
1.750
-2,5%
800
-5,0%
0 2007
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 154
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Noord-Limburg telde in 2011 1.483 startende ondernemingen, 9,5% minder dan in 2010. In Nederland als geheel nam in deze periode het aantal starters toe (0,7%). Het aandeel van Noord-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 1,2%. De regio Noord-Limburg kent een relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Limburg regio nummer 38 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0,0%
Midden-Limburg Regio Midden-Limburg
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Midden-Limburg bedroeg in 2011 € 7,4 miljard (figuur 2), dat is € 31.263 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP iets sterker zal afnemen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Midden-Limburg 235.418 inwoners, in 2007 waren dat er 234.251. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,1% fors onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,5% zijn afgenomen tot 232.000 personen. Met een aandeel van 20,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Midden-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
234.251
235.418
232.000
16,2%
18,9%
24,2%
30,3%
31,8%
30,1%
26,2%
23,2%
21,7%
10,7%
10,9%
10,7%
16,6%
15,2%
2007
2012
13,3% 2020
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Q 65+ jr.
8,0
28.000
7,5
27.000
7,0
26.000
6,5
25.000
6,0
24.000
5,5
23.000
5,0
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 105.000 personen, dat is 44,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 kromp de bevolking jaarlijkse gemiddeld met 0,5%, terwijl in Nederland als geheel de bevolking groeide (0,8%) (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011 2011 (x 1.000)
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 155
Groei 2006- 2011 per jaar
MiddenLimburg
Nederland
MiddenLimburg
154 105 100 5 4,6
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,3% -0,5% -0,3% -3,3%
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,0%. Daarmee heeft de regio Midden-Limburg een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
MiddenLimburg
Nederland
MiddenLimburg
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,2% 50,5% 24,3% 0,0%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
24,0% 47,1% 28,8% 0,0%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 4,6% lag de werkloosheid in Midden-Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Midden-Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
MiddenLimburg
Nederland
MiddenLimburg
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
2,1% 14,0% 4,9% 18,1% 4,1% 4,6% 15,3% 1,7% 12,3% 18,8% 4,4%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
12,3% 7,9% 10,5% 22,4% 4,0% 5,4% 20,1% 2,0% 2,1% 6,4% 6,9%
7.828.200
100.800
956.210
13.730
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Midden-Limburg in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie, agrarische sector, overheid, onderwijs en zorg werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
4.605 3,4%
425.593 5,0%
13,0%
11,9%
31,4%
25,2%
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42%
40%
40%
38%
30% 57,9%
22%
20%
Q Nederland
ig ve r
ijs
en
1%
O
zo rg
g le n stv er
le n
nd e
en di O
ve r
he
Fi na n
id
cië
,o
le
di ijk e ke l Za
in
g in
re c
en stv er
ho n or
ra ns p l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Midden-Limburg toegenomen met 12,4% tot 13.730. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Midden-Limburg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en relatief weinig in de transport, handel, horeca, zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, handel en zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
a
uw te
se c he isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
e
Q WO
3%
3%
2% 1% du str i
Q HBO
5%
3%
0%
r
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
to
Q MBO 1, VO en BO
7%
In
Midden-Limburg
13% 10%
11%
10%
19%
rw
0%
21%
Bo
52,2%
20%
Q Midden-Limburg
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Midden-Limburg met 7,3 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrijwel alle sectoren kennen gemiddeld relatief minder banen per vestiging (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 156
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Midden-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Midden-Limburg een aandeel van 62,9% in de TW. ZZP’ers dragen met 12,6% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 24,5% daarentegen onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
ve rig O
7,3
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
1,2 12,9 3,4 5,9 7,5 6,3 5,6 6,2 42,0 21,6 4,7
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
400 350 300 250 200 150 100 50 0 se cto r In du str ie
Midden-Limburg
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Midden-Limburg in 2011 met -2,8% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,0% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,3% plaats in Midden-Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
12,6% 3.000
6% 2.655
24,5%
2.332
2.250
3% 1.726
1.500 35,5%
1.640
1.562
750
0% -3%
27,4% 0
-6% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Midden-Limburg telde in 2011 1.296 startende ondernemingen, 8,3% minder dan in 2010. Dit terwijl het in Nederland als geheel toenam (0,7%) Het aandeel van Midden-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 1,0%. De regio Midden-Limburg kent een relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Midden-Limburg regio nummer 35 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 157
2011
Zuid-Limburg Regio Zuid-Limburg
2. Economische ontwikkeling Het Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuid-Limburg bedroeg in 2011 € 18,7 miljard (figuur 2), dat is € 30.804 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal afnemen (-1,1%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
1. Bevolking Op 1 januari 2012 telde de regio Zuid-Limburg 607.214 inwoners, in 2007 waren dat er 614.842. Jaarlijks neemt de bevolking met circa 0,2% af, terwijl Nederland als geheel een groei laat zien (0,5%). In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn afgenomen tot 599.400 personen. Met een aandeel van 19,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuid-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020 100% 80% 60% 40% 20% 0%
Q 0-15 jr.
614.842
607.214
599.400
17,8%
20,2%
24,2%
30,2%
31,4%
29,1%
20
28.000
19
27.000
18
26.000
17
25.000
16
24.000
15
23.000
14
22.000 2005
QBRP (L-as)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
_Gemiddelde inkomen (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 268.000 personen, dat is 44,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
25,6%
22,8%
23,4%
2011 (x 1.000)
11,7%
12,2%
11,0%
13,5%
ZuidLimburg
2007
2012
12,3% 2020
ZuidLimburg
Nederland
14,8%
404 268 254 14 5,3
0,1% 0,8% 0,8% 1,6%
-0,6% 0,2% 0,7% -4,0%
Q 15-25 jr.
Q 25-45 jr.
Q 45-65 jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 65+ jr.
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking in %
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 158
Groei 2006- 2011 per jaar
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,4%. Daarmee heeft de regio Zuid-Limburg een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010 2010
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011 2006
Laag Middelbaar Hoog Onbekend
2011
Nederland
ZuidLimburg
Nederland
ZuidLimburg
23,9% 44,2% 30,8% 1,1%
25,2% 45,5% 27,4% 1,9%
23,2% 42,3% 33,6% 1,0%
25,4% 44,8% 28,7% 1,1%
Bron: CBS
Aandeel banen
Met 5,3% lag de werkloosheid in Zuid-Limburg in 2011 op een gemiddeld niveau, Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rond het Nederlands niveau (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuid-Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011 100% 80% 60%
19.428 3,4%
425.593 5,0%
10,2%
11,9%
26,3%
25,2%
ZuidLimburg
Nederland
ZuidLimburg
1,2% 10,5% 4,7% 16,6% 4,8% 4,1% 20,7% 3,3% 13,4% 16,9% 3,7%
0,2% 12,7% 3,4% 16,2% 4,2% 4,9% 17,9% 3,0% 14,3% 19,9% 3,2%
8,9% 5,7% 12,4% 21,5% 3,1% 4,4% 27,1% 2,3% 2,6% 5,7% 6,3%
4,5% 5,5% 11,1% 23,9% 2,7% 7,4% 24,6% 2,4% 2,5% 7,4% 8,2%
7.828.200
258.200
956.210
28.675
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend Totaal
Aandeel vestigingen
Nederland
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sector In 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuid-Limburg in vaste activa € 3,0 miljard. Dat is 2,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009 50% 42% 43%
40% 30%
40% 21% 18%
Q Nederland
ig ve r
en
le
1%
js wi nd
id ,o
le O
ve r
he
cië Fi na n
3% zo rg
ni ng
ng di
en di
ke lijk e
Za
en stv er
rle
ni
re c
stv e
n te l, t nd e Ha
4. Sectorstructuur Ten opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuid-Limburg toegenomen met 12,0% tot 28.675. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuid-Limburg veel bedrijfsvestigingen in de industrie en zakelijke dienstverlening en relatief weinig in de agrarische sector, overheid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, zorgsector, de overheid en het onderwijs en relatief weinig in de agrarische sector, bouw en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
ho
Bo ra ns po r
isc ra r Ag
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau * NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
a
uw
e du str i
r In
Q WO
to
Q HBO
se c
Q MBO 2, 3, 4
Nederland
5% 4%
2% 1%
1%
he
Q MBO 1, VO en BO
3%
0%
er
11%
10% 0% Zuid-Limburg
18% 13%13%
O
20%
57,9%
60,1%
20%
Q Zuid-Limburg
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuid-Limburg met 9,0 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid, het onderwijs, de industrie, transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector en horeca juist minder (tabel 4).
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 159
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Q 2010
Belang MKB In Zuid-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met rond het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuid-Limburg een aandeel van 57,6% in de TW. ZZP’ers droegen met 11,5% evenveel bij als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,9% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
ve rig O
9,0
Ag
Totaal
Zo rg
8,2
Bo uw ro ot ha nd De el tai Tr an lh an sp de or l t& op Za sla ke g lijk e Ho Fi di na re en nc ca stv ië er le l di e n en O in ve stv g rh er ei l e d n en in g on de rw ijs
0,3 21,0 2,8 6,1 14,2 6,0 6,6 11,6 50,7 24,1 3,5
G
1,1 15,2 3,1 6,3 12,8 7,6 6,2 11,4 42,9 24,1 4,9
1.200 1.050 900 750 600 450 300 150 0 se cto r In du str ie
Zuid-Limburg
ra r
Agrarische sector Industrie Bouw Handel Transport & opslag Horeca Zakelijke dienstverlening Financiële dienstverlening Overheid & Onderwijs Zorg Overig en onbekend
Nederland
he
2010
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
isc
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
Q 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. Huizenmarkt Ten opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuid-Limburg in 2011 met -2,3% even sterk gedaald als in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,1% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,4% plaats in Zuid-Limburg (figuur 7).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Q ZZP Q Klein Q Midden Q Groot
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
10,7%
8.000
34,4%
5,0% 6.914 5.969
6.000
2,5%
30,0%
4.339
4.000
4.195
4.064
2.000 24,8%
-2,5%
0
-5,0% 2007
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
2008
QHuizentransacties (L-as)
2009
2010
_
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 160
2011
Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Starters De regio Zuid-Limburg telde in 2011 3.388 startende ondernemingen, 0,4% minder dan in 2010. In Nederland als geheel nam het aantal starters toe (0,7% groei) Het aandeel van Zuid-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 2,7%. De regio Zuid-Limburg kent een relatief geringe ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,6 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuid-Limburg regio nummer 31 qua starters. De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
0,0%
Contactpersonen
ING Economisch Bureau Regio-econoom Groningen, Friesland, Drenthe Regio-econoom Overijssel, Gelderland, Utrecht Regio-econoom Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland Regio-econoom Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
Henk van den Brink Ferdinand Nijboer Rico Luman Stef Bais Thijs Geijer
020 5639506 020 6523450 020 5639893 020 5647247 020 5634875
MKB Regiodirecteur MKB Noord-Oost Rayondirecteur Veluwe en Stedendriehoek Rayondirecteur Friesland Rayondirecteur Zuid-Drenthe-IJsselvecht Rayondirecteur Oost-Nederland Rayondirecteur Groningen-Assen
Martin van den Hemel Ron Jager Gert-Jan Winkeler Jan Willem van den Berg Corné Pauwels Jaco Koopmans
06 25000918 06 55397382 06 23144312 06 50263251 06 29065253 06 52321453
Regiodirecteur MKB Noord-West Rayondirecteur Noord-Holland Noord Rayondirecteur Zaanstreek Rayondirecteur Amstelland-West Rayondirecteur Amsterdam Centrum Rayondirecteur Flevoland Rayondirecteur Haarlem-Haarlemmermeer Rayondirecteur Gooi-Eemland Rayondirecteur Utrecht-Heuvelrug Rayondirecteur Zuid-West Utrecht
Marcel de Goeij Ronald Smit Ruben Uitendaal Gerard Bakker Bas Vanhorick Robbert Jan Kromkamp Erwin Baens Frank Warmerdam Simone Tietema Wout van der Schaft
06 52008511 06 50666938 06 55812960 06 50637995 06 30901942 06 30279223 06 29470569 06 55813759 06 52372608 06 50666992
Regiodirecteur MKB Zuid-Oost Rayondirecteur Midden-Gelderland Rayondirecteur Zuid-Gelderland Rayondirecteur Noord-Oost Brabant Rayondirecteur Zuid-Oost Brabant Rayondirecteur Limburg
Marcel Beckers Ellen-Marie Koek Sidney van den Bergh Rob Wagemakers Han Gasseling Daniël Gosler
06 50678412 06 15018137 06 55397600 06 21823240 06 55812766 06 50678412
Regiodirecteur MKB Zuid-West Rayondirecteur Rotterdam-Vlaardingen Rayondirecteur Rotterdam-Zuid en Eilanden Rayondirecteur Breda-Midden Brabant Rayondirecteur Zeeland-West Brabant Rayondirecteur Den Haag-Omgeving Rayondirecteur Den Haag-Westland Rayondirecteur Dordrecht-Capelle a/d IJssel Rayondirecteur Rijnland-Groene Hart
Dick de Boer Dick Nonnekes Dennis van den Busken Hans van de Grift Chris Cornet Johan Otto Robert-Jan Wijnhoud Evert de Gijsel Joost Berkhout
06 55174888 06 55777965 06 30905140 06 54237064 06 50617041 06 21713904 06 15063910 06 55798825 06 54983985
Grootbedrijf & Instellingen Regiodirecteur GB&I Noord-Oost Districtsdirecteur IJsselland Districtsdirecteur Noord-Nederland Districtsdirecteur Oost-Nederland
Gerrit Keen Arnold Hofmeijer Klaas Jan Hutten Erik ten Kate
06 55870025 06 27041612 06 54367746 06 55860591
Regiodirecteur GB&I Noord-West Districtsdirecteur Amsterdam Districtsdirecteur Midden Nederland Districtsdirecteur Noord-Holland
Gijs van Wijgerden Reinoud van Helbergen Thomas Eterman Michel van Nieuwland
06 55170380 06 27087524 06 30546623 06 55397520
ING in uw regio
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 161
Contactpersonen vervolg
Regiodirecteur GB&I Zuid-Oost Districtsdirecteur Arnhem-Nijmegen Districtsdirecteur Oost-Brabant Districtsdirecteur Limburg
Paul van Vuuren Renco Kraak Jan Willem Overwater Dennis Langenhuizen
06 54312674 06 55880534 06 30273811 06 54371065
Regiodirecteur GB&I Zuid-West Districtsdirecteur Rotterdam Districtsdirecteur Zuid-Holland Districtsdirecteur West & Midden Brabant, Zeeland
Ali Bouchrit Bastiaan van der Knaap Dominique ter Schure Job den Hamer
06 30068351 06 55777735 06 27077052 06 30625270
Lijst met gebruikte afkortingen BBP BO BRP EUR HBO jr. L-as MBO MKB NL NWW R-as TW VO WO ZZP
Bruto Binnenlands Product Basis Onderwijs Bruto Regionaal Product euro Hoger Beroepsonderwijs jaar Linkeras Middelbaar Beroepsonderwijs Midden- en Kleinbedrijf Nederland Niet-werkende Werkzoekenden Rechteras Toegevoegde Waarde Voortgezet Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Zelfstandige Zonder Personeel
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 162
Technische toelichting bij regionale economische kerncijfers
Jaarlijkse gemiddelde groei De jaarlijkse gemiddelden worden zoveel mogelijk over een vijfjaars periode berekend. De jaarlijkse gemiddelde groeicijfers zijn berekend door de jaarlijkse groeicijfers op te tellen en te delen door het aantal groeicijfers. Het gemiddelde inkomen Het gemiddelde inkomen betreft het persoonlijk inkomen dat bestaat uit de volgende bestanddelen van het brutoinkomen van een persoon: • inkomen uit arbeid • inkomen uit eigen onderneming • uitkering inkomensverzekeringen • uitkering sociale voorzieningen (m.u.v. kinderbijslag). Het gaat om het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon. Opleidingsniveau van de beroepsbevolking Het gaat om het hoogstbehaalde onderwijsniveau. Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun voorgangers) en het laagste niveau van het beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs is de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs zijn hbo- en universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn. Afrondingsverschillen Door afronding kan het voorkomen dat de cijfers niet altijd precies optellen tot het totaal.
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 163