Omgevingsdienst
Regio Nijmegen
Aan: Provinciale Staten van Gelderland De raden van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen In afschrift aan: het college van GS en de colleges van B&W
Nijmegen, 28 maart 2013
Geachte Statenleden, leden van de raad, U ontvangt hierbij de programmabegroting 2014 van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Deze ontwerp-begroting is besproken en goedgekeurd door het dagelijks bestuur op 22 maart 2013. Speerpunten 2014
In de begroting 2014 wordt melding gemaakt van de volgende speerpunten. Het jaar 2014 is het eerste volledige jaar dat de Omgevingsdienst operationeel is. De werkmethoden en werkwijzen zullen in 2014 verder geoptimaliseerd worden zodat de efficiency taakstelling gerealiseerd kan gaan worden en er op een effectieve en doelmatige manier gewerkt wordt. In 2014 gaat de aandacht uit naar drie speerpunten: 1. Zichtbaar leveren van kwaliteit: in 2014 is het nodig om als ODRN heel zichtbaar te laten zien dat er kwalitatief goede producten worden geleverd. Dat moet in de processturing door het management worden geborgd, maar in de rapportages en de bestuurlijke en ambtelijke contacten voor het voetlicht worden gebracht. Begin 2014 zal een set met kritische prestatie indicatoren beschikbaar zijn zodat voor de deelnemers duidelijk is welke prestaties verwacht mogen worden. 2.
Er zijn diverse beleidsmatige ontwikkelingen die in 2014 invloed kunnen hebben op de producten van de ODRN. Gedacht kan worden aan de bestuurlijke strafbeschikking, de introductie van de Omgevingswet of ontwikkelingen op het gebied van Certificering. De voortgang van deze ontwikkelingen is sterk afhankelijk van discussie en bestuurlijke besluitvorming op nationaal niveau.
3.
De ODRN is een organisatie die in 2014 een balans heeft gevonden in de vaste formatie en de aanwezige flexibele schil zodat het werkaanbod van de opdrachtgevers optimaal wordt ingevuld.
Wijzigingen t.o.v. de begroting 2013
De begroting is opgesteld overeenkomstig de indeling van de begroting 2013 en kent de volgende wijzigingen ten opzichte van de begroting 2013: 1. De lasten zijn na aftrek van de efficiencytaakstelling van de begroting geindexeerd met 1,2% (afgerond € 132.000) en verdeeld over de begrotingscomponenten. Dit is lager dan de regionale begrotingsrichtlijnen van 1,75%
1
2. In de vergadering van 11 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de begroting 2013, maar aangegeven dat de ramingen voor de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen moeten worden terugverdiend in de komende jaren. Daarmee stijgt de taakstelling echter tot ruim boven de 10% en dat is niet realistisch. Daarom zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen in de begroting 2014. Voor 2013 zal de begroting op dit punt worden gewijzigd bij de eerste tussentijdse rapportage van de ODRN en worden teruggegeven met een begrotingswijziging en op deze wijze via de bevoorschotting 2013. Het risicoprofiel van de begroting is hiermee wel gewijzigd. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt het maken van een 3.
risico-analyse aangekondigd die zicht moet geven op de benodigde reserves. De efficiencytaakstelling van de ODRN gaat in per 2014. In de begroting wordt heel specifiek het invullen van het eerste deel van de 10% taakstelling behandeld. Door efficiente procesinrichting en een meedalend overheadbudget moet de 10% taakstelling worden gerealiseerd;
4.
De gastheercompensatie voor de deelnemers uitgezonderd Nijmegen liep door het gebroken boekjaar van 2013 door tot 2016. De begroting laat echter ruimte om deze gastheercompensatie al in 2015 uit te betalen en dat is verwerkt.
Procedure
In het algemeen bestuur van 26 juni 2013 wordt de programmabegroting 2014 vastgesteld. De begroting moet vervolgens worden ingediend bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. U hebt conform artikel 27 lid 7 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen het recht om het algemeen bestuur van uw gevoelens over de voorgestelde programmabegroting 2014 op de hoogte te stellen. U kunt uw zienswijze over de programmabegroting 2014 schriftelijk (zo mogelijk) bij ons kenbaar maken. De termijn hiervoor is uiterlijk: 7 juni. Het postadres hiervoor is: Omgevingsdienst Regio Nijmegen, t.a.v. de directeur, Marienburg 75, 6511 PS Nijmegen. Een eventuele zienswijze van de provincie Gelderland en die van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen worden schriftelijk aan het algemeen bestuur aangeboden en meegenomen met de formele besluitvorming op 26 juni 2013. Advies Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen
Er is conform de afspraken over de begroting 2014 advies aangevraagd bij de Adviesfunctie gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen. Deze is gevraagd de raden en de colleges van de gemeenten uiterlijk 12 april van een advies te voorzien. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende ge'fnformeerd te hebben. Voor vragen kunt u terecht bij de directeur van de omgevingsdienst Regio Nijmegen, de heer Gerard Bouman, telefonisch bereikbaar op 024 - 329 3485 (secretariaat) en per mail via g.bouman(5)ni jmeeen.nl. Met vriendelijke groet, hel4agelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen, namens deze
Mr. G. Bouman Secretaris 2
f
I
Omgevingsdienst
Regio Nijmegen
Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 22 maart 2013
Programmabegrotirsg 2014
Inhoudsopgave 1. Aanbieding
3
1.1 Inleiding
3
1.2 Speerpunten en ontwikkelingen 2014
4
1.3 Leeswijzer
4
2. Programma's
5
2.1 Wat willen we bereiken?
5
2.2 Wat gaan we doen?
6
2.3 Wat mag dat kosten?
15
3. Financiele begroting 2014 -2018
17
3.1 Inleiding
17
3.2 Uitgangspunten
17
3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht
18
3.4 Financiele meerjarenbegroting
19
3.5 Toelichting op begrotingsposten
20
3.6 Invulling efficiencytaakstelling
22
4. Paragrafen
23
4.1 Inleiding
23
4.2 Paragraaf Weerstandsvermogen
23
4.3 Paragraaf Financiering
25
4.4 Paragraaf Bedrijfsvoering
25
4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalsgoederen
26
5. Besluit algemeen bestuur
27
Bijlagen
28
Bijiage 1Formatie overzicht
28
Bijiage 2 Staat van personele lasten
28
Bijiage 3 Staat van reserves
28
Bijiage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage 2014-2018
29
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programmabegroting 2014 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
1.
Aanbieding
1.1 Inleiding Hierbij ontvangt u de tweede begroting Omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). De ODRN voert naast de verplichte basistaken voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZO-bedrijven uit. Daarnaast stelt de ODRN voor Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Deze speciale taken maakt dat de ODRN naast een kwalitatief goede orientatie op de basistaken binnen de eigen regio, ook een sterk buiten de regio liggend takenpakket heeft te behartigen. Met de vaststelling van de begroting krijgt de ODRN de budgetten om tot de taakuitvoering 2014 over te gaan. Deze begroting volgt kort op de vaststelling van de begroting 2013. De begroting is in tegenstelling tot de begroting 2014 voor een volledig begrotingsjaar. In deze begroting is nog niet het effect van het plaatsingsproces meegenomen. Hierover wordt verslag gedaan in de tussentijdse rapportage. In vorm en inhoud is er veel gelijkenis met de programmabegroting 2013. De mutaties ten opzichte van de begroting 2013 worden in paragraaf 1.2 nader toegelicht. 1.2 Speerpunten en ontwikkelingen 2014 Speerpunten 2014
In 2013 gaat de aandacht heel sterk uit naar de start van de organisatie, het inregelen van de organisatorische verbanden, de invulling van de werkprocessen, de piketregeling, inzicht in de werkvoorraad, het vormgeven van de dienstverleningsafspraken met de deelnemers en de borging van de belangrijke BRZO-taak. Het jaar 2014 is het eerste volledige jaar dat de Omgevingsdienst operationeel is. De werkmethoden en werkwijzen zullen in 2014 verder geoptimaliseerd worden zodat de efficiency taakstelling gerealiseerd kan gaan worden en er op een effectieve en doelmatige manier gewerkt wordt. In 2014 gaat de aandacht uit naar drie speerpunten: 1.
Zichtbaar leveren van kwaliteit: in 2014 is het nodig om als ODRN heel zichtbaar te laten zien dat er kwalitatief goede producten worden geleverd. Dat moet in de processturing door het management worden geborgd, maar in de rapportages en de bestuurlijke en ambtelijke contacten voor het voetlicht worden gebracht. Begin 2014 zal een set met kritische prestatie indicatoren beschikbaar zijn zodat voor de deelnemers duidelijk is welke prestaties verwacht mogen worden.
2.
Er zijn diverse beleidsmatige ontwikkelingen die in 2014 invloed kunnen hebben op de producten van de ODRN. Gedacht kan worden aan de bestuurlijke strafbeschikking, de introductie van de Omgevingswet of ontwikkelingen op het gebied van Certificering. De voortgang van deze ontwikkelingen is sterk afhankelijk van discussie en bestuurlijke besluitvorming op nationaal niveau.
3.
3. De ODRN is een organisatie die in 2014 een balans heeft gevonden in de vaste formatie en de aanwezige flexibele schil zodat het werkaanbod van de opdrachtgevers optimaal wordt ingevuld.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt'.
Besluitvormirg Algemeen Bestuur
In de vergadering van 11maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de begroting 2013. In deze vergadering is besloten dat de ramingen voor de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen moeten worden terugverdiend in de komende jaren. Daarmee stijgt de taakstelling echtertot ruim boven de 10% en dat is niet realistisch. Daarom zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen in de begroting 2014. Dit terugverdienbesluit geldt ook de budgetten 2013 in dat verband. Dit laatste kan echter het beste geeffectueerd worden bij de eerste tussentijdse rapportage van de ODRN met een begrotingswijziging en op deze wijze via de bevoorschotting 2013. De budgetten onvoorzien en dotatie weerstandsvermogen zijn verwijderd in deze begroting. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt dit nader toegelicht. Efficiencytaakstelling en O&F-plan
Bij het opstellen van de begroting 2014 was het formatieplan nagenoeg gereed en is er zicht op de flexibele schil van de organisatie. Deze flexibele schil is naast het (natuurlijk) verloop van groot belang voor het realiseren van de efficiencytaakstelling. Deze taakstelling bedraagt 10% van de personele inzet inclusief de overheadfuncties. Er is sprake van een inhuurbudget van € 152.000 en er is 13,5 FTE vacatureruimte. Deze kan uiteraard niet direct worden ingeboekt voor de taakstelling, want er zijn vacatures op noodzakelijk te vervullen posities. Door efficiente procesinrichting en een meedalend overheadbudget moet de 10% taakstelling worden gerealiseerd. Dit is een aanzienlijke opgave gelet op het feit dat de ODRN uit vele deelnemers een organisatie moet worden om te gaan werken volgens uniforme werkprocessen. Een beperkte flexibele schil is dan een probleem, met deze omvang wordt de realisatie van de taakstelling mogelijk geacht. In paragraaf 3.6 wordt hier zoals toegezegd nader op ingegaan. Indexering De lasten in de begroting zijn na aftrek van de efficiencytaakstelling, conform het DB besluit ge'indexeerd met 1,2% (afgerond € 132.000) en verdeeld over de begrotingscomponenten. Dit is in afwijking van de afspraak door de portefeuillehouders Financien van de regio waarin nog uitgegaan was van 1,75%. BTW
In de risicoparagraaf van de begroting 2013 was de afschaffing van het BTW-compensatiefonds nog een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels is dit kabinetsvoornemen in het bestuurlijk overleg van tafel gegaan en is het risico van extra kostprijsverhogende BTW afgewend. Gastheercompensatie van 2016 naar 2015
De ODRN heeft in het bedrijfsplan voor de piofah taken een bedrag geraamd van afgerond € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van € 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van € 950.000. Omdat 2013 een 9/12e begroting is, loopt de gastheercompensatie van in totaiiteit € 960.000 door in 2016. In deze begroting is opgenomen om het gastheercompensatie van 2016 al in 2015 uit te betalen. Binnen de begroting is deze ruimte aanwezig. Hierdoor kan het structurele voordeel van het verschil tussen de piofah-norm van € 1,5 miljoen en de aanbieding van Nijmegen van € 1,2 miljoen zijnde afgerond € 300.000 al vanaf 2016 in mindering worden gebracht op de efficiencytaakstelling. In paragraaf 3.6 wordt hier nader op ingegaan. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de inhoudelijke beschrijving van de concrete voornemens van de omgevingsdienst Regio Nijmegen per programma opgenomen. In dit hoofdstuk zijn ook de lasten en baten per programma vermeld. Hoofdstuk 3 bevat de financiele begroting met een toelichting op de uitgangspunten, de lasten en de baten. In hoofdstuk 4 staan de verplichte paragrafen beschreven, In de bijlagen zijn voorgeschreven bijlagen opgenomen en de voorschotbijdragen per deelnemer.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programmabegroting
2.
Program
2.1 Wat willen we bereiken? Uitvoering passend bij visie en missie
In de visie en missie van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is aangegeven dat de opgedragen taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving zodanig worden uitgevoerd dat deze dienstbaar zijn aan een veilige fysieke leefomgeving. Hierbij vindt de uitvoering plaats op kwalitatief goed niveau, efficient en met oog voor de klant. Extra aandacht wordt hierbij gegeven aan de risicovolle (bedrijfs)activiteiten in het kader van het toezicht op majeure risicobedrijven (o.a. BRZO) en de vergunningverlening bij complexe bedrijven. Uit te voeren taken
Door de deelnemers is de uitvoering van de milieu taken in het kader van toezicht, handhaving en vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee samenhangende regels neergelegd bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Daarnaast hebben de gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland het volledige Wabo-pakket ingebracht. In het kader van het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zal binnen de ODRN de vergunningverlening voor complexe bedrijven uit de hele provincie plaats vinden. Op basis van landelijke afspraken over de BRZO zal toezicht en handhaving van majeure risicobedrijven voor landsdeel Oost (Gelderland + Overijssel) onder verantwoordelijkheid van de ODRN plaats vinden. Prestatie indicatoren
Voor 2014 zullen prestatie indicatoren beschikbaar zijn. Deze worden besproken met de deelnemers en worden opgenomen in de werkplannen. Mede aan de hand van deze indicatoren kan het functioneren van de ODRN worden beoordeeld. Uiteraard is hierbij ook maatwerk mogelijk per deelnemer. Daarnaast is het van belang dat op individuele dossiers maatwerk wordt geleverd. Het zal hier met name gaan om situaties die bestuurlijk gevoelig en/of technisch inhoudelijk of juridisch complex zijn. Beleidskaders
Bij de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving gelden, naast wat wettelijk is voorgeschreven, de beleids- en/of toetsingskaders die worden ingebracht door de partners. In 2014 zal beoordeeld worden in hoeverre er verschillen zitten in het handhavingsbeleid van de partners en zullen voorstellen gedaan worden hoe met deze verschillen om te gaan. Ontwikkelingen
De wet- en regelgeving is dynamisch. Het is van belang om tijdig in te spelen op veranderingen en brengt deze ook voor de partners in beeld. Deze veranderingen kunnen plaats vinden op gemeentelijk niveau (bijv handhavingsbeleid of gemeentelijk wabo-beleid), provinciaal niveau (bijv. provinciaal geurbeleid), nationaal niveau (bijv. Omgevingswet) of het Europese niveau (bijv. wijzigingen op het gebied van luchtkwaliteit). Van Input naar Output
De werkzaamheden van de ODRN worden nu betaald door middel van de zogenaamde input-financiering. Hierbij brengen de deelnemers de financiele middelen in die medio 2010 op de begroting stonden voor
P De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
vergunningverlening en handhaving. Het is de bedoeling om binnen enkele jaren naar output-financiering te gaan, waarbij financiering per product mogelijk is. Hierbij is het van belang om de tijdsbesteding per product goed te definieren. Bij het opstellen van vergunningen en het uitvoeren van toezicht en handhaving wordt gebruik gemaakt van kengetallen. Voor het bouwdeel is in 2013 een eerste aanzet gemaakt om goede kengetallen te ontwikkelen. In 2014 zullen deze kengetallen worden getoetst en worden aangescherpt. Voor het milieudeel zijn concept kentallen beschikbaar welke komend jaar getoetst en indien nodig aangescherpt worden. Verwacht wordt dat voor het merendeel van de producten op het gebied van vergunningverlening en handhaving eind 2014 kengetallen beschikbaar zijn.
2.2 Wat gaan we doen? Binnen de programma's is een onderverdeling gemaakt naar Vergunningverlening (Programma 1), Handhaving & Toezicht (Programma 2), BRZO en Complexe Vergunningverlening (Programma 3) en Projecten en Bovenregionale taken (Programma 4).
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programma 1.
Vergunningverlening
Kernactiviteiten
Op het gebied van Vergunningverlening wordt er een diversiteit aan producten geleverd: •
Omgevingsvergunningen: regulieren uitgebreid betreffende bouwen (incl. monumenten), milieu, brandveiligheid, aanleggen en alles wat verder onder de Wabo valt.
•
Afhandeling meidingen: milieu (o.a. activiteitenbesluit), brandveilig gebruik gebouwen slopen.
•
Adviezen m.b.t. milieuaspecten bij ontwikkeling ruimtelijke plannen.
•
Adviezen in het kader van ontwikkeling bouwprojecten (toepassing Bouwbesluit, aanpasbaar en toegankelijk bouwen, GPR, EPC etc.).
In de verschillende dienstverleningsovereenkomsten tussen de ODRN en de deelnemers wordt o.a. vastgelegd welke advisering er over en weer tussen de ODRN en de partners plaatsvindt. Belangrijke adviezen zijn: •
van partners naar ODRN: adviezen over planologische afwijkingen/strijdigheden bij aanvragen om vergunning
•
van ODRN naar partners: milieuadviezen (bodem, lucht, geluid, geur) in kader ontwikkeling ruimtelijke plannen.
•
van VRGZ naar ODRN: adviezen over brandveiligheidsvraagstukken bij vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Daarnaast heeft de ODRN de zorg voor het verzamelen van productiegegevens t.b.v. monitoren en (jaar-) verslaglegging. Wijze van uitvoering
De vergunningaanvragen worden geregistreerd in het Wabo Registratie Systeem (WRS). Op basis van de aard en complexiteit van de aanvraag wordt beoordeeld welke medewerker de vergunningaanvraag behandelt. Aanvragen worden zo veel als mogelijk digitaal behandeld en afgedaan. Er wordt naar gestreefd om in 2014 de digitale verzending van vergunningen aan de aanvragers operationeel te hebben. De processen zijn geoptimaliseerd, waarmee wordt bereikt dat de vergunningen binnen de (wettelijke) termijnen worden geleverd. De inzet van menskracht en deskundigheid is zodanig gepland dat producten integraal en van kwalitatief voldoende niveau tot stand komen. Bij dat alles staat het klantgericht werken centraal.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programma 2.
Handhaving en Toezicht
Kernactiviteiten
Een van de kerntaken van de ODRN is het verzorgen van toezicht en handhaving in het kader van de Omgevingsregelgeving. Er kunnen hierbij een aantal producten worden onderscheiden: •
Milieucontroles
•
Afhandelen van Milieuklachten
•
Gebieds- en branchegericht toezicht in het kader van de milieuregelgeving
•
Bouwinspecties bij nieuw- en verbouw
•
Bouwinspecties bij bestaande bouw
•
Gebiedsgericht toezicht illegale bouw
•
Controles in het kader van slopen, reclame.
De controles en het toezicht in het kader van de milieuregelgeving vinden plaats voor alle deelnemers van de ODRN. De controles op het gebied van bouwen, slopen etc. vinden plaats voor de gemeente Nijmegen en voor de Provincie Gelderland. Het grootste volume zal hierbij liggen bij de gemeente Nijmegen. Indien overtredingen geconstateerd worden zal handhavend worden opgetreden. Hoe hierbij wordt opgetreden is afhankelijk van het handhavingsbeleid van de betreffende gemeente/provincie. Komend jaar zullen we onderzoeken waar afstemming van beleid wenselijk is (en waar juist niet) zodat voor de bedrijven in verschillende gemeenten min of meer vergelijkbare toezichts- en handhavingscriteria bestaan. Tevens wordt onderzocht in hoeverre toezicht milieu en bouwen verder geuniformeerd kan worden. Jaarlijks zal een toezichts- en handhavingsverslag worden opgesteld. Jaarlijks zal ook een toezichtsprogramma worden opgesteld ten behoeve van de partners. In het le jaar is hierbij sprake van een overgangsjaar waarbij gemeentelijke en provinciale programma's worden omgevormd naar een toezichts- en handhavingsprogramma van de ODRN.
De omgevingsdienst die kwalitelt borgtl
Wijie van uitvoering
De beschikbare milieuhandhavingscapaciteit zal planmatig worden ingezet. Daarin is een risico analyse leidend. Afhankelijk van de aard van het bedrijf, naleefgedrag, en eventuele klachten vindt het toezicht minder of juist meer intensief plaats. De bedrijven kunnen ook projectmatig worden gecontroleerd. Inspectie op de uitvoering van bouwplannen vindt plaats voor bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning is verstrekt door de gemeente Nijmegen of de Provincie. De frequentie van het toezicht wordt bepaald door het handhavingsbeleid en zal varieren afhankelijk van de aard van het bouwwerk en de klachten/signalering. Indien hiervoor aanleiding bestaat wordt er steekproefsgewijs of themagericht toezicht gehouden op de bestaande bebouwing. Ook zal toezicht worden gehouden met het oog op tegengaan van illegale bouw. Eveneens wordt toezicht gehouden op voorschriften die betrekking hebben op het slopen van bouwwerken (inclusief astbestverwijdering) het kappen van bomen, het plaatsen van reclame en het aanleggen van uitritten. Bij overtredingen zal het bestuursrechtelijke instrumentarium worden aangewend om de overtredingen te beeindigen. We behandelen zo veel mogelijk klachten en handhavingsverzoeken van burgers en bedrijven.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgti
| p. 9
Programma 3.
BRZO en Complexe vergunningverlening
Kernactiviteiten
In Gelderland zijn circa 400 bedrijven als 'complex' gedefinieerd. Dit wil zeggen dat voor het opstellen van de omgevingsvergunning met de activiteit milieu voor deze bedrijven specifieke expertise nodig is. Van deze bedrijven vallen er ongeveer 250 onder het bevoegd gezag van de provincie en ca 150 onder het bevoegd gezag van individuele gemeenten. De ODRN is verantwoordelijk voor het opstellen van de Wabovergunning voor het onderdeel milieu. Het gaat hierbij om alle soorten milieuvergunningen en -meldingen die hierbij aan de orde kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan: •
de oprichtingsvergunning
•
de revisievergunning
•
de veranderingsvergunning
•
actualiseringen n.a.v. wetswijzigingen of ontwikkelingen in jurisprudentie
•
meldingen in het kader van het Actualiteitenbesluit
•
MER beoordelingen en MER
•
Advisering ten behoeve van bestemmingsplanaangelegenheden, bijvoorbeeld op het gebied van externe veiligheid, geurhinder, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, etc
De ODRN is aangewezen als een van de 6 RUD's in Nederiand die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WABO taken bij de majeure risico bedrijven (BRZO of IPPC categorie 4). De ODRN zal die taken uitvoeren voor de bedrijven in zowel Overijssel als Gelderland. Het gaat hierbij om momenteel 54 bedrijven, waarvan 34 gelegen zijn in Gelderland en 20 in Overijssel. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering ligt hierbij bij de ODRN, de bevoegdheid blijft, conform de reguliere vergunningverlening en handhaving, bij de provincies of, indien een gemeente bevoegd gezag is, bij de individuele gemeenten. De ODRN zorgt ervoor dat de hiervoor benodigde expertise en ervaring aanwezig is bij medewerkers zodat een kwalitatief goede taakuitoefening voor de complexe vergunningverlening en het toezicht op de majeure risico bedrijven geborgd is. Wijze van uitvoering
Voor de deelnemers van de ODRN geldt dat vergunningen voor complexe bedrijven (inclusief BRZO bedrijven) worden opgesteld en afhankelijk van het mandaat door de ODRN of de betreffende partner worden verzonden. Voor de uitvoering van de complexe vergunningverlening buiten het gebied van de ODRN wordt samengewerkt met de 6 andere Omgevingsdiensten in Gelderland. De werkwijze is in hoofdlijn zo dat de ODRN de vergunning opstelt en deze als een advies aanbiedt aan de andere Omgevingsdienst. Deze dienst (of haar een van haar partners) heeft het mandaat om de vergunning namens het bevoegd gezag te tekenen en te verzenden. Deze werkwijze is relatief complex en vraagt om een goed overleg en contact met de andere Omgevingsdienst. Een belangrijk aspect bij de complexe vergunningverlening vormt de kwaliteit en actualiteit van de considerans en voorschriften zoals die worden opgenomen in de vergunning. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde kaderstellende die door de provincies in samenwerking met IPO zijn
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 10
»
ontwikkeld. Deze teksten worden onderhouden en up-to-date gehouden. Hierdoor is er landelijk een systeem van standaardteksten voor considerans en voorschriften waardoor bedrijven met vestigingen in verschillende regio's vergelijkbare vergunningen krijgen. Voor de uitvoering van de Wabo taken voor majeure risico bedrijven zal ook in 2014 gezorgd worden voor een goede landelijke afstemming met de vijf andere omgevingsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze taken. Voor de uitvoering van het toezicht in het kader van de BRZO wordt nauw samengewerkt met de regionale brandweer en de arbeidsinspectie. De bedrijfscontroles worden planmatig en gezamenlijk door de 3 partijen uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de bevindingen kan het nodig zijn dat er door een of meerdere partijen handhavend wordt opgetreden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| P 11
Programma 4.
Projecten en bovenregionale taken
Kernactiviteiten
Dit programma bestaat uit twee onderdelen, te weten: a)
Projecten
b)
De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel
Projecten
De ODRN heeft nog geen projecten vanwege de opstart van de organisatie. Op termijn is de verwachting dat de ODRN diverse projecten ter hand zal nemen. Het ambitieniveau zal in overleg met het bestuur worden bepaald. Net als in 2013 gaat de ODRN in 2014 invuliing geven aan de provinciale regeling GUEV waaruit projecten Externe Veiligheid worden bekostigd. Het bedrag voor het jaar 2014 bedraagt in totaal € 152.000. De regeling GUEV heeft een doorlooptijd tot en met 2014. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij de aanvang van de regeling een verdeling vastgesteld van de gelden die zij vanuit het Provinciefonds hebben geoormerkt. Hoe de financiering na het jaar 2014 zal verlopen is nu nog onbekend en zal pas in een later stadium duidelijk worden. De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel
In Gelderland hebben gemeenten en provincie gekozen voor een samenhangend stelsel van omgevingsdiensten waarin nabijheid, samenhang, kwaliteit en efficiency belangrijke uitgangspunten zijn. Goede dienstverlening is het leidende principe. De keus om zo veel mogelijk in regionale organisaties te blijven werken, maakt samenwerking tussen de omgevingsdiensten nodig en gewenst. Nodig omdat: 1.
de taken voor risicovolle bedrijven (BRZO) in Gelderland en Overijssel aan de omgevingsdienst voor de
2.
niet elke regio in staat is voor iedere taak te voldoen aan de kwaliteitseisen, die Rijk, IPO en VNG
regio Nijmegen (ODRN) zijn opgedragen hebben vastgesteld. De omgevingsdiensten in de regio's Arnhem en Nijmegen zullen de taken uitvoeren waarvoor de andere omgevingsdiensten niet robuust zijn 3.
de omgevingsdienst De Vallei de zorg voor de Coordinate en de Kwaliteit van het stelsel heeft, de omgevingsdienst Veluwe en IJssel de taak portaal en kenniscentrum verzorgd en de omgevingsdienst Rivierenland de taak ketentoezicht behartigt voor het hele stelsel.
Voor de onder 3 genoemde taak draagt de ODRN financieel bij en dat wordt financieel verantwoord bij de baten en lasten op dit programma.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
G6ld6rS6
Wijze van uitvoering
In samenwerking met de provincie wordt jaarlijks een programma Externe Veiligheid op hoofdlijnen opgesteld. Dit programma is globaal van aard en wordt in overleg met de partners gaandeweg het jaar nader ingevuld. Hiervoor is er geregeld overleg met betrokken ambtenaren. Door de partners worden voorstellen voor nieuwe projecten gedaan. De overige contacten met de partners zijn op basis van behoefte. Deze behoefte is in het verleden vooral bepaald door de ruimtelijke ontwikkeling in de betreffende gemeenten. Voor de programmataken stellen de omgevingsdienst-directeuren jaarlijks een programma op met onderwerpen en thema's die zij vanuit de stelselverantwoordelijkheid samen zullen oppakken. De omgevingsdienst de Vallei is verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het programma voor de regie over het stelsel. Daarover pleegt de directeur van De Vallei regelmatig overleg en stemt af met de collega-directeuren, waaronder de directeur van de ODRN. De voorzitters van de besturen van de omgevingsdiensten bekrachtigen het programma en zien toe op de uitvoering.
A
Overzicht
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene bijdrage
De omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft geen algemene dekkingsmiddelen anders dan de bijdragen van de deelnemers. Deze zijn als volgt (voor de specificatie: zie bijlage 4): Deelnemer Provincie Gelderland
Voorschotbedrag 2014 2.145.053
Gemeente Beuningen
374.627
Gemeente Druten
241.468
Gemeente Groesbeek
174.087
Gemeente Heumen
121.756
Gemeente Millingen
42.612
Gemeente Nijmegen
5.425.100
Gemeente Ubbergen Gemeente Wijchen
Totaal
38.123 284.073 8.846.900
Naast deze algemene dekkingsmiddelen (inclusief de compensatie) ontvangt de ODRN gelden van andere omgevingsdiensten voor BRZO en complexe vergunningverlening. Deze zijn verantwoord als bate op programma 3.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgV.
| P-14
2.3 Wat mag het kosten?
2013 (9 maand)
2014
2015
2016
2017
2018
2.459.811
3.292.809:
3.212.337
3.226.081
3.158.458
3.158.458
3.088.430
4.134.305
4.033.267
4.050.524
3.965.620
3.965.620
Lasten
2.356.084
3.153.956
3.076.877
3.090.042
3.025.270
3.025.270
Baten
-1.446.750
-1.869.170
-1.829.980
-1.791.647
-1.754.549
-1.754.549
Programma 1. Vergunningverlening Lasten
'• ''V;.J
v
2. Handhaving en toezicht
Lasten 3. BRZO en complexe vergunningverlening
4. Projecten en bovenregionale taken
Lasten opstartkosten
991.000
Lasten
218.250
287.000
135.000
135.000
135.000
135.000
Baten
-118.500
-152.000
0
0
0
0
4. Overzicht algemene
Mi • :v';- •
dekkingsmiddelen
Baten opstartkosten Baten
-991.000 -6.634.575
-8.846.900
-8.627.500
-8.710.000
-8.529.800
-8.529.800
-77.250
0
0
0
0
0
77.250
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Resultaat voor bestemming Dotatie weerstandsvermogen Resultaat na bestemming
Toelichting op de begrotingscijfers De totale lasten van de begroting 2014 bedragen € 10,9 miljoen. Vanwege de start van de nieuwe organisatie ontbreken de voorgeschreven jaarrekeningcijfers 2012. De begrote lasten zijn 1,75% meer dan de begroting 2013 als deze ongedeeld zou zijn. Dit effect wordt veroorzaakt door een combinatie van de afgesproken indexering (1,2%) en een verlaagde begroting 2013 vanwege de lage eerstejaars gastheeraanbieding van Nijmegen. Dit laatste effect wordt verminderd doordat de ODRN in 2014 zijn eerste efficiencytaakstelling heeft. Dit is afgezien van onvoorzien en de dotatie aan het weerstandsvermogen. Zoals aangegeven is op grond van de besluitvorming in het Algemeen Bestuur van 11 maart 2013 in begroting 2014 de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen. De verdeling naar de programma's Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en BRZO en complexe vergunningverlening is gebaseerd op de formatieve inzet. Duidelijk zichtbaar in de raming is de daling van de lasten door de efficiencytaakstelling. In 2016 is sprake van een beperkte stijging omdat in deze
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
begroting is opgenomen dat de gastheercompensatie al in 2015 wordt uitbetaald, waardoor de lasten in 2015 versterkt dalen. Op programma 3 zijn bij de baten de bijdragen van de provincie en andere omgevingsdiensten geraamd. De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Aangezien dit een aanzienlijk taak is, zal ook voor deze taak bevoorschotting plaatsvinden naar de andere omgevingsdiensten. Het programma BRZO en complexe vergunningverlening is kostendekkend. De kosten worden gedekt door de provincie (BRZO-bedrijven) en de andere RUD's (BRZO-bedrijven en complexe vergunningverlening). Deze zijn zichtbaar op programma 3. De bijdrage van de ODRN deelnemers voor BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening zijn opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Op het programma Projecten en bovenregionale taken zijn de kosten en de baten van de GUEV-regeling opgenomen (zie programma 4) en de kosten van het Gelders Stelsel opgenomen waaraan de ODRN meebetaalt. Dit betreft de programmatische taken van de omgevingsdiensten De Vallei (Kwaliteit en Coordinate Stelsel), Rivierenland (Ketentoezicht) en Veluwe en IJssel (Rivierenland), Portaal en Kenniscentrum (Vallei en IJssel). Er zijn nog geen andere projecten geraamd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de financiele begroting. In de baten van de algemene dekkingsmiddelen is de gastheercompensatie verwerkt.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programmabegroting 2014
3.
Financiele bi
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de financiele begroting van de omgevingsdienst Regio Nijmegen weergegeven. De uitgangspunten van de begroting zijn gebaseerd op het bedrijfsplan. In de tussentijdse rapportage zal duidelijk worden in hoeverre daar nog correcties op nodig zijn. 3.2
Uitgangspunten
De programmabegroting 2014 is gebaseerd op de uitgangspunten van de begroting 2013. Deze zijn onderstaand samengevat en verkort ten opzichte van de begroting 2013 waar een duidelijke relatie met het bedrijfsplan werd gelegd. De begroting is samengesteld op de volgende uitgangspunten: 1.
De salariskosten zijn gebaseerd op het maximum van de schaal van de inbreng. Het prijspeil 2013 is geindexeerd met 1,2% conform de afspraak van de portefeuillehouders Financien in de regio Nijmegen. Ook de materiele lasten zijn geindexeerd met 1,2%.
2.
Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in
3.
De overhead is geraamd met 52,6% opslag over de totale loonsom primair proces, zijnde 32,6%
2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. management en ondersteuning en 20% materiele overhead. Op basis hiervan waren de PIOFAH-taken geraamd op € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft aangeboden dit voor een bedrag van structureel € 1,2 miljoen te willen uitvoeren en in het eerste jaar voor € 950.000. Uit het verschil tussen de piofah-raming (€ 1,5 miljoen) en de gastheeraanbieding (€ 1,2 miljoen) wordt in de jaren 2013 t/m 2015 in eerste instantie de gastheercompensatie aan alle deelnemers uitgezonderd Nijmegen bekostigd. In tweede instantie en structureel vanaf 2016 wordt dit verschil gebruikt ter realisatie van de efficiencytaakstelling. Vanwege de inzichtelijkheid is dit nog bruto opgenomen. De nadere invulling hiervan is opgenomen onder 3.6. 4.
De begroting is zonder kostprijsverhogend BTW-effect. De ODRN factureert naar de deelnemers inclusief BTW, waarna de deelnemers deze BTW kunnen declareren bij het BTW-compensatiefonds.
5.
De bijdrage aan de programmatische bovenregionale taken van de omgevingsdiensten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (afspraken van het Gelders Stelsel) zijn verwerkt op basis van de opgave van de provinciale regie. De bijdrage is gebaseerd op de verdeelsleutel 1/7 (50%) en inwoners (50%).
6.
Er is afgesproken dat er geen materiele budgetten van het primair proces worden meegenomen. Dit betreft proceskosten, onderzoeks- en advieskosten en publicatiekosten. Voor de laatste is dat correct omdat de publicatiekosten voor rekening van de deelnemers blijven (bevoegd gezag). Voor de proceskosten en de onderzoeks- en advieskosten zal dit in de praktijk moeten blijken of dit werkzaam is. Er zijn wel budgetten hiervoor bij de deelnemers beschikbaar. Er wordt daar in de tussentijdse rapportage 2013 een voorstel voor gedaan.
7.
Ten opzichte van de begroting 2013 zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen afgeraamd (zie 1.2).
V" De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 17
3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht De ODRN start met een inputbegroting. Er worden gegevens verzameld om naar een outputmodel te kunnen toewerken (uiterlijk na 3 jaar). Een outputmodel houdt in dat de omgevingsdienst (zoveel mogelijk) op basis van geleverde prestaties en afgenomen producten wordt bekostigd (kostprijs per prestatie/product). Dus de eerste jaren geldt: wat er wordt ingebracht qua budget primair proces wordt vertaald in uren. De reserve van de ODRN mag oplopen tot 5% van het totaal van de lasten in de jaarrekening. In de begroting is geen opbouw van de reservepositie geraamd (zie 1.2). De begroting legt een lump sum voor de eerste drie jaar vast. Dat is overigens gebruikelijk voor startende RUD's . Bij veel milieudiensten die thans door deelname van provincies omgevingsdiensten worden, is al een outputsysteem actief. Dit outputsysteem houdt in dat betaald wordt naar de afgenomen producten. Dit is altijd wel beperkt (meestal 2%), bij een hogere variatie moeten frictiekosten worden betaald. De flexibele schillen (vacatureruimte en inhuur) van deze milieudiensten zijn veelal drastisch beperkt. Veel milieudiensten verrichten overigens voornamelijk WM-taken, waarin de dynamiek van werkvoorraad lager is dan het Wabo-bouwdeel. Er worden bij de start van de ODRN twee uurtarieven vastgesteld voor alle ODRN-medewerkers. Een voor de BRZO-taken en complexe vergunningverlening en een voor de overige taken. Dit zal in de werkbegroting nader worden uitgewerkt. EIke deelnemer krijgt een urenbudget op basis van zijn bijdrage. De bijdrage van elke deelnemer is gebaseerd op het ingebrachte formatiebudget met opslag voor overhead, inhuurbudget, bijdrage bovenregionale taken en dotatie weerstandsvermogen. De deelnemer (regiefunctionaris) overlegt periodiek met de directeur van de ODRN over de inzet van de uren t.b.v. de begroting. EIke partner gaat in overleg met de directeur van de ODRN de beschikbare uren inplannen op basis van de prioriteitstelling van de betreffende partner. Zo ontstaan de handhavings- en vergunningenplannen. De ODRN schrijft vervolgens per deelnemer tijd zodat elke deelnemer 'waar voor zijn inbreng' krijgt. Urenverschillen
De deelnemers worden bevoorschot op de inbrengbijdrage. De directeur van de ODRN heeft begrotingstechnisch feitelijk 3 opdrachten: •
Uitvoeren van de taken binnen de budgetten van de begroting
•
De opdracht om de afgesproken urenproductie van de deelnemers te realiseren
•
De efficiencydoelstelling te behalen
BRZO en Complexe vergunningverlening
Voor de BRZO en Complexe vergunningverlening heeft de directeur een opdracht aanvullend op de hiervoor geschetste werkwijze. Deze taak wordt bekostigd door andere omgevingsdiensten. Het is de opdracht om te sturen op de werkvoorraad, de formatie en de bijdragen. Hiervoor moet een goed systeem van planning en control op worden gemaakt om dit budgettair neutraal te laten plaatsvinden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
3.4 Financiele meerjarenbegroting Onderstaand is de financiele meerjarenbegroting van de ODRN vermeld, die vervolgens per onderdeel wordt toegelicht. Hierin is (voor de begroting 2013) niet de begroting van de opstartkosten opgenomen. Financiele begroting
2014
2015
2016
2017
2018
7.090.000
7.090.000
7.090.000
7.090.000
7.090.000
2013 9 mnd
Salariskosten primair proces Salariskosten management/staf Efficiency-taakstelling
5.158.425 621.075
833.000
833.000
833.000
833.000
833.000
0
-234.930
-463.520
-689.353
-906.651
-906.651
Opleidingskosten
105.000
145.000
145.000
145.000
145.000
145.000
Personeelskosten
105.000
145.000
145.000
145.000
145.000
145.000
64.500
90.000
90.000
90.000
90.000
90.000
Inhuur
242.475
152.000
152.000
152.000
152.000
152.000
Piofah-taken gastheer
712.500
1.215.000
1.215.000
1.215.000
1.215.000
1.215.000
Piofah-budget minus gastheer
427.125
314.000
314.000
314.000
314.000
314.000
Piofah-gastheercompensatie
-450.000
-240.000
-270.000
Mobiliteitskosten
Huisvesting en verzekeringen
308.250
415.000
415.000
415.000
415.000
415.000
Kapitaallasten
299.250
399.000
399.000
399.000
399.000
399.000
Overige ICT kosten
177.000
238.000
238.000
238.000
238.000
238.000
Accountant
21.225
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
Onvoorzien
112.500
Budget Externe Veiligheid
118.500
Bijdrage bovenregionaal stelsel Totaal lasten
Subsidie Externe Veiligheid
152.000
99.750
135.000
135.000
135.000
135.000
135.000
8.122.575
10.868.070
10.457.480
10.501.647
10.284.349
10.284.349
-118.500
-152.000
-1.446.750
-1.869.170
-1.829.980
-1.791.647
-1.754.549
-1.754.549
Gemeente Beuningen
-261.015
-374.627
-362.945
-384.200
-376.300
-376.300
Gemeente Druten
-168.268
-241.468
-233.947
-247.700
-242.500
-242.500
Gemeente Groesbeek
-121.327
-174.087
-168.759
-178.600
-174.900
-174.900
Gemeente Heumen
-84.860
-121.756
-117.991
-124.900
-122.300
-122.300
Gemeente Millingen
-29.717
-42.612
-41.336
-43.700
-42.800
-42.800
Gemeente Nijmegen
-4.250.175
-5.425.100
-5.311.900
-5.200.100
-5.092.500
-5.092.500
Gemeente Ubbergen
-26.562
-38.123
-36.992
-39.100
-38.300
-38.300
-197.922
-284.073
-275.287
-291.400
-285.400
-285.400 -2.154.800
Baten bovenregionale taken Deelnemersbijdragen
Gemeente Wijchen Provincie Gelderland
-1.494.730
-2.145.053
-2.078.343
-2.200.300
-2.154.800
Totaal Baten
-8.199.825
-10.868.070
-10.457.480
-10.501.647
-10.284.349
-10.284.349
77.250
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Dotatie weerstandsvermogen BEGROTINGSSALDO
9 De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 19
3.5 Toelichting op begrotingsposten Personele kosten (salariskosten, opleidingskosten, personeelskosten)
Onder de personele kosten zijn de salariskosten opgenomen gebaseerd op de inbreng exclusief het ingebrachte inhuurbudget. Dit is gedaan tegen het maximum van de schaal, prijspeii 2013. De raming 2014 is hoger dan 2013 omdat: •
de raming 2014 een indexering bevat van 1,2% ten opzichte van 2013.
•
in de inbreng van Nijmegen in 2013 incidenteel 0,7 fte handhavingsformatie.
•
de salarisraming met € 175.000 is opgehoogd ten laste van de post inhuur derden. Deze correctie was nodig omdat in de begroting 2013 onderdelen van de salarisraming bij het inhuurbudget waren geraamd. Dit wordt budgettair-neutraal gecorrigeerd.
Onder deze post zijn ook het deel van de personele kosten van het management en de staf opgenomen dat niet in het gastheercontract met Nijmegen zit. Dit bestaat uit: Management en Staf
FTE
Directeur
1,0
Afdelingshoofden
5,0
Secretariaat
3,5
Totaal management en staf buiten gastheercontract
9,5
Voor opleiding en algemene personeelskosten is gerekend met afgerond 4% van de directe loonkosten. Inhuur derden
Dit budget betreft de ingebrachte huidige inhuurbudgetten. Deze is met € 175.000 budgettair-neutraal gecorrigeerd. Zie hiervoor toelichting personele kosten. Mobiliteitskosten
Er is nog geen mobiliteitsbeleid. Er kunnen daarom nog geen uitspraken worden gedaan over het wagenpark: lease of eigen auto's danwel in combinatie met het declareren van kilometers. Daarom is enkel een bedrag opgenomen ter hoogte van ca. 1% van de directe loonkosten. Efficiencytaakstelling
Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en piofah-taken. Over de invulling van de post in 2014 wordt verwezen naar paragraaf 3.6. Piofah-taken
De raming van het budget voor de piofah-taken is gedaan tegen de afgesproken norm in het bedrijfsplan. Hierdoor is er na aftrek van de kosten voor het gastheerschap van Nijmegen ruim budget over (€ 314.000 structureel). Hier kan in de jaren 2013-2015 de gastheerbijdrage worden bekostigd. Na 2016 kan de € 314.000 volledig vrijvallen en ten gunste van de efficiencytaakstelling komen. Voor de inzichtelijkheid is dit in deze begroting nog bruto geraamd. Zie hiervoor ook 3.6. Huisvestingskosten en verzekeringskosten
Onder de huisvestingskosten zijn de kosten opgenomen voor vergaderruimten en werkplekken van locatie Elckerlyc. Het aanbod van de gemeente Nijmegen hiervoor is inclusief uitgebreide facilitaire diensten. De
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
aangeboden kantoorruimte is vanaf 1januari 2013 in gebruik genomen. Onder deze post zit ook het budget voor aansprakelijkheidsverzekering, de werkgeverschapsverzekering en de inventarisverzekering. Kapitaallasten
De ODRN doet investeringen in huisvesting en ICT van de organisatie. De investeringen worden annuitair afgeschreven om een gelijkblijvende kapitaallast te krijgen. De afschrijvingstermijn voor de investeringen is: nr. 1= 10 jaar, nr. 2 = 5 jaar en voor nr. 3 = 3 jaar. Deze investeringen hebben de volgende opbouw: Investering 1. Inrichting (meubilair, vloerbedekking etc)
Bedrag
Kapitaallast
1.000.000
130.000
2a. ICT Applicaties
400.000
2b. ICT Integraal systeem Gelderland
430.000
2c. ICT Servers 3.
ICT Pc's, laptops, tablets, printers
Totaal
50.000
203.000
180.000
66.000
2.060.000
399.000
Het inkoopbeleid is hierbij sober, als geen nieuwe apparatuur nodig is, wordt dit niet aangeschaft. Overige ICT kosten
Dit betreft het budget voor directe ICT-kosten die niet worden geactiveerd. Dit gaat om licenties van kantoorautomatisering en expertsystemen. De raming is bepaald binnen de overheadnormen. Accountant
De ODRN is een zelfstandige organisatie met een eigen jaarrekening en heeft derhalve te maken met een eigen accountantscontrole. Onvoorzien en dotatie weerstandsvermogen
De post onvoorzien is conform de besluitvorming van het AB van 11 maart 2013 op nul gezet. De raming 2013 zal in de loop van 2013 met een begrotingswijziging eveneens op nul worden gezet. Ditzelfde geldt voor de post dotatie aan het weerstandsvermogen. Kosten bovenregionale stelsel
In het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zijn er programmatische bovenregionale taken die belegd zijn bij 3 RUD's, te weten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (in totaal 9 FTE). Hiervoor is een bijdrage verschuldigd. Budget en subsidiebijdrage Externe Veiligheid
De ODRN heeft de taak die de MARN-regio heeft in het kaders van het Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid overgenomen. Uit deze regeling worden de kosten van de regionaal coordinator en de projecten externe veiligheid bekostigd. De ramingen zijn gebaseerd op informatie van de regio MARN. De regeling loopt tot en met 2014. Bijdragen andere RUD's en deelnemende gemeenten en provincie
Voor de BRZO-taken en de taken complexe vergunningverlening ontvangt de ODRN van andere omgevingsdiensten bijdragen. De raming is thans gebaseerd op de formatieve opbouw, maar zal nader moeten worden uitgewerkt. Gelet op de omvang van de taken zal ook richting de andere omgevingsdiensten met bevoorschotting gewerkt gaan worden. De bijdrage van de directe ODRN-deelnemers 2014 is overeenkomstig de meerjarenbegroting 2013 en bevat enkel het effect van de indexering.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgtl
Op basis van het nog nader te bepalen uurtarief, kan per deelnemer worden berekend hoeveel uren de deelnemer hiervoor beschikbaar krijgt. Dat is niet automatisch meer gelijk aan het oude aantal uren omdat een 'ODRN-uur' een gemiddelde is van aile deelnemers. 3.6 Invulling efficiencytaakstelling Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en piofah-taken. In de aanbieding van de programmabegroting 2013 is toegezegd dat de invulling van de efficiency-taakstelling 2014 zichtbaar wordt gemaakt. in het bedrijfsplan is een raming opgenomen voor de overheadkosten van 52,6%. De ODRN heeft voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond € 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van € 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van € 950.000. Uit dit voordeel tussen de normraming en de gastheeraanbieding kan in de jaren 2013-2015 de gastheercompensatie worden bekostigd. Na 2016 kan de € 314.000 volledig vrijvallen en ten gunste van de efficiencytaakstelling komen. In de onderstaande tabel is dit zichtbaar gemaakt. Tevens wordt in de tabel de invulling van de taakstelling 2014 weergegeven en vervolgens toegelicht 1 Omschrijving Efficiency-taakstelling
2018 1
2014
2015
2016
2017
-234.930
-463.520
-689.353
-906.651
-906.651
314.000
314.000
314.000
Piofah-budget minus gastheer
314.000
314.000
Piofah-gastheercompensatie
-240.000
-270.000
Netto taakstelling
-160.930
-419.520
-375.353
-592.651
-592.651
1.
Aframing 1, FTE handhavingsefficiency
46.000
46.000
46.000
46.000
46.000
2.
Aframing inhuur specialistische expertise
55.000
55.000
55.000
55.000
55.000
3.
Aframing 0,5 FTE vergunningsefficiency
46.000
46.000
46.000
46.000
46.000
4.
Daling opleiding etc.
13.930
13.930
13.930
13.930
13.930
0
-258.590
-214.423
-431.721
-431.721
Taakstelling na begroting 2014
De ODRN wil in 2014 zijn belangrijkste eerste efficiencyslag slaan door de volgende maatregelen: 1.
Procesefficiency in de operationele uitvoering van handhavings- en inspectiewerkzaamheden. Door centrale uitvoeringsplanning wil de ODRN de transactieverliezen beperken die in de huidige situatie ontstaan door het verkeer tussen de inrichtingen en de werkplek. Dit moet in 2014 leiden tot een besparing van 0,75 FTE.
2.
De ingebrachte inhuurbudgetten hebben grotendeels niet betrekking op capaciteit, maar op het niet intern beschikken over de juiste inhoudelijke expertise. Door de samenvoeging van de medewerkers van alle deelnemers, de samenwerking met de omgevingsdienst Arnhem en de provincie Overijssel (BRZO) is er zodanig veel inhoudelijk expertise beschikbaar dat het inhuurbudget met € 55.000 kan worden afgeraamd.
3.
Verdeling expertise vergunninggebied. In overleg met de medewerkers wordt een versterkte mate van specialisering doorgevoerd zodat medewerkers zo veel mogelijk de vergunningbehandeling doen die aansluit bij hun specifieke deskundigheid. Dat is een belangrijke managementopgave. Dit moet in 2014 reeds leiden tot een besparing van 0,75 FTE.
4.
De bij de onderdelen 1-3 behorende variabele kosten worden eveneens ten gunste van de efficiencytaakstelling gebracht.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
I- •
Programmabegroting 2014 Omgevingsdienst Regio Nijmegen ''J •
"V
Paragrafen
4.
4.1 Inleiding In het Besluit Begroting en Verantwoording zijn 7 verplichte paragrafen opgenomen voor provincies, gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen. Deze zijn niet allemaal relevant voor de omgevingsdienst. Om die reden zijn de paragrafen lokale heffingen, grondbeleid en verbonden partijen niet opgenomen. 4.2 Paragraaf weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de omgevingsdienst Regio Nijmegen in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen; a)
de weerstandscapaciteit; zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover de omgevingsdienst Regio Nijmegen beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken
b)
alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiele positie
2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a)
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit
b)
een inventarisatie van de risico's
c)
het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, op te kunnen vangen. Tot de aanwezige weerstandscapaciteit van de omgevingsdienst slechts twee posten kunnen worden gerekend: Reserves Post onvoorzien In de vergadering van 11 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de begroting 2013. In deze vergadering is besloten dat de ramingen voor de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen moeten worden terugverdiend in de komende jaren. Daarmee stijgt de taakstelling echter tot ruim boven de 10% en dat is niet realistisch. Daarom zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen in de begroting 2014. De begroting 2013 zal op dit punt ook worden gewijzigd. De budgetten onvoorzien en dotatie weerstandsvermogen zijn verwijderd in de begroting 2014. Daarmee heeft de ODRN naar de huidige inzichten geen weerstandsvermogen: Vrij aanwendbare reserves (middelen) behorend
1 januari 2014
tot weerstandscapaciteit Reserves = jaarresultaat 2013
€ p.m. €0
Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
€ p.m.
i P" ~ A 8 ~ O S ~ A © 1 -5 De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Zonder een positief jaarresultaat 2013 is de omgevingsdienst voor calamiteiten enkel op de bijdrage van de deelnemers voor aangewezen. Risico's
De gekwantificeerde risico's dienen op de weerstandscapaciteit in mindering te worden gebracht. Deze begroting kent een aantal risico's waarvan de belangrijkste zijn: a)
Risico's taakuitvoering. Hieronder verstaan we het risico van aansprakelijkstelling bij de reguliere taakuitvoering. Een groot deel van dit risico zal worden verzekerd.
b)
Contractonderhandelingen. Bij het opmaken van de begroting waren de contractbesprekingen over gastheerschap, huisvesting en ICT nog niet afgerond. Er wordt echter vanuit gegaan dat de bedragen in de begroting leidend zijn voor de ODRN voor de betreffende onderdelen.
c)
Taakstelling. De omgevingsdienst heeft een aanzienlijke besparingstaakstelling meegekregen. Bij het opmaken van de begroting waren de voorbereidingen van het plaatsingsproces in voile gang. De mate van flexibiliteit van de personeelsbegroting bepaalt sterk de ruimte voor de directeur om de taakstellingen te realiseren. Dit ziet er getalsmatig positief uit, maar dat kan precies worden geduid als dit wordt afgezet tegen de werkvoorraad.
d)
Afspraken dienstverleningsovereenkomsten. Met de deelnemers worden afspraken gemaakt over de dienstverlening en de informatievoorziening over en weer voor de taakuitoefening. De begroting is gebaseerd op een uniforme VTH-procesgang. Afwijkende situaties per deelnemer kunnen de efficiencydoelstellingen onder druk zetten. Het is ook van belang de afspraken met de andere RUD's juridisch goed te verankeren omdat de ODRN werkgever is van medewerkers die door de provincie en andere RUD's worden bekostigd (voor BRZO en complexe vergunningverlening).
e)
Hogere kosten voor ICT dan waarin nu voorzien is.
f)
Hogere uitvoeringskosten vanwege toepassing van het vastgestelde sociaal plan. In de begroting is nog in een aantal gevallen uitgegaan van kengetallen. Werkelijke kosten kunnen deze kengetalien overschrijden. Met name de vergoeding voor de reiskosten, de dienstreizen en de verblijfskosten is een risico. In de begroting is hiervoor 3% van de loonsom opgenomen.
De genoemde risico's kunnen wellicht deels binnen de begroting kunnen worden opgevangen, maar het kan ook dat een beroep op de deelnemers moet worden gedaan. Dat is zeker het geval voor uitvoeringskosten op het gebied van advocaatkosten, bemonsteren, akoestisch onderzoek etc. Daarvoor hebben de deelnemers geen budgetten ingebracht. Evenmin is hiervoor een post onvoorzien beschikbaar. Nota vermogenspositie
Thans is de afspraak dat de ODRN enkel een zeer beperkte vermogensopbouw mag opbouwen (5% van de lasten). Dit moet worden gevormd door positieve jaarresultaten nu er geen begrote dotatie is. De adviesfunctie Gemeenschappelijke regelingen heeft geadviseerd opdracht te geven een nota vermogenspositie te maken, waarin de kaders voor risico-analyse en weerstandsvermogen worden opgenomen. Dat is dan de basis voor een gefundeerde opbouw van een algemene reserve. Het advies wordt zodanig ingevuld dat in de eerste twee maanden van 2014 een volledige risico-analyse wordt uitgevoerd. Deze risico-analyse zal in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting 2015 worden opgenomen en worden gekoppeld aan de vermogensopbouw van de ODRN. In de eerste tussentijdse rapportage zal daar conform de besluitvorming van het AB van 11 maart een eerste aanzet toe worden gegeven.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
4.3 Paragraaf Financiering Volgens de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden), is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat bet reft de renterisiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate in de financiering van investeringen mag worden voorzien in de vorm van kortlopende middelen, Volgens de Wet FIDO bedraagt de kasgeldlimiet 8,2% van het totaal van de (primitieve) begroting en dat is voor 2014 € 0,9 miljoen (volledig jaar). Er is een treasurystatuut opgesteld voor de omgang met liquide middelen en financiering. Het uitgangspunt daarbij is dat met een nader te bepalen bank een overeenkomst hiertoe wordt gesloten waardoor dit weinig formatieve capaciteit vraagt. Gebruik van derivaten wordt niet toegestaan. Geleend wordt alleen voor kapitaaluitgaven die de reguliere bedrijfsvoering betreffen. De ODRN heeft voor de inrichting van de ICT-omgeving en de huisvesting in 2013 kredieten beschikbaar voor een totaal van € 2,1 miljoen. Om die reden kan de ODRN niet enkel met kortlopende leningen de investeringen plegen, maar zijn ook middelen nodig met een looptijd langer dan een jaar. Voorstellen hierover worden in de tussentijdse rapportage opgenomen.
4.4 Paragraaf Bedrijfsvoering Personeel en Organisatie
Het jaar 2013 zal in het teken staan van de plaatsing en de opbouw en inrichting van de organisatie. De vorming van de ODRN is een ingrijpende organisatorische ontwikkeling die met name sturing vraagt op de organisatie en het personeel. In 2014 zal de aandacht gaan naar het realiseren van de kwaliteits- en efficiencydoelstellingen. De opgave van management en medewerkers is om de kwaliteiten zo goed mogelijk in te zetten ten behoeve van deze doelstellingen. Op het gebied van P&O zal in 2013 begonnen worden met het vormgeven van kaders voor het personeelsbeleid zoals de piketregeling en een mobiliteitsregeling. In 2014 zal dit verder worden vormgegeven met notities als beloningsbeleid. Financier!
Voor de omgevingsdienst Regio Nijmegen zijn reeds enkele kaderstellende nota's opgesteld: een Treasurystatuut, de Financiele verordening en de Controleverordening. Ook is afgesproken dat er een notitie over het weerstandsvermogen wordt opgesteld. In het treasurystatuut worden de afspraken van de omgang met liquide middelen en benodigde financiering voor investeringen vastgelegd. In de financiele verordening worden onder meer de afspraken vastgelegd over de aanbieding van rapportages. In de controleverordening staan de afspraken over de accountantscontrole. Naar aanleiding van deze verordeningen moeten diverse activiteiten worden ondernomen (zoals intern controleplan, normenkader rechtmatigheid, regels inkoop, aanbesteding accountant etc). In 2013 wordt daar een aanvang mee gemaakt, maar het zal ook in 2014 nog inzet vragen. ICT
Gemeente Nijmegen is bezig om voor de ODRN een Citrix omgeving te bouwen waarin het gedigitaliseerde werkproces van de gemeente Nijmegen is ondergebracht. Daarnaast is dit het platform om in fase 1de systemen van de partners te kunnen benaderen. Uitgangspunt hierbij is dat Het Nieuwe Werken mogelijk
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
is. In 2014 zal de ICT verder worden vormgegeven in uniformering in Gelders verband omdat dit ook van groot belang is voor het halen van de efficiencydoelstelling. Huisvesting
Op een aantal punten vraagt het huisvestingsaanbod van de gemeente Nijmegen nog om nadere informatie en afstemming. Aandachtspunten zijn o.a. de actuele marktconformiteit van het aanbod, de potentiele uitbreidingscapaciteit wat betreft het aantal werkplekken en parkeercapaciteit en aanpassingsmogelijkheden t.b.v. de inrichting van werkplekken. Huisvesting zal gaan voldoen aan het uitgangspunt van "het nieuwe werken". De dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Nijmegen zal moeten voorzien in de volledige bij de huisvesting behorende facilitaire ondersteuning, zoals gebruik van vergaderzalen, sanitaire voorzieningen, catering, telefooncentrale en receptie. In 2013 wordt de contractering afgerond en ingevuld. In 2014 vindt een evaluatiemoment plaats tussen huurder en verhuurder.
4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Investeringen die omgevingsdiensten hebben, zitten regulier in huisvesting, ICT en wagenpark. Dit geldt ook voor de ODRN, waarbij het onderdeel wagenpark thans nog niet is uitgewerkt. De paragraaf kapitaalgoederen heeft tot doel om te laten zien hoe de ODRN de instandhouding van de kapitaalgoederenvoorraad waarborgt. Aangezien er geen panden in bezit zijn, betreffen dit de huurdersinvesteringen in de nieuwe werkplekken en de ICT-investeringen. Deze worden tegen een reele termijn annui'tair afgeschreven zodat er na het einde van de levensduur een vrijval is die gelijk is aan de jaarlast en enkel nog voor prijsontwikkelingen gelndexeerd hoeft te worden.
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
Programmabegroting 2014
5.
Besluit Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gezien de tijdige toezending van de ontwerpbegroting aan de Raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van Gelderland; Gelet op artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen; Gelet op het advies van de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen; Gelet op de ingebrachte zienswijzen van de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten van Gelderland; Gelezen het voorstel van de Dagelijks Bestuur van 22 maart 2013;
BESLUIT: 1.
De begroting van lasten en baten op programma's voor het jaar 2014 vast te stellen;
2.
De meerjarenbegroting voor de jaren 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen;
3.
De bevoorschotting conform bijlage 4 vast te stellen;
4.
Het Dagelijks Bestuur ODRN op te dragen na vaststelling van de begroting deze zo spoedig mogelijk toe te zenden aan het Ministerie van BZK onder gelijktijdige verzending aan de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 26 juni 2013.
De secretaris,
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
De voorzitter,
Programmabegroting 2014 Omgevingsdienst Regio Nijmegen
Bijlagen Bijlage 1. Formatie overzicht De organisatie bestaat uit naast de directeur en de staf uit 2 handhavingsafdelingen, 2 vergunningverleningsafdelingen en 1afdeling juridische zaken. In de HH-afdelingen en de VV-afdelingen worden de BRZO-taken uitgevoerd. Dit overzicht is exclusief inhuur en naar de nieuwe situatie. Organisatie-onderdeel
Formatie 1-1-2014
Management en staf
9,50
Afdelingen Handhaving incl. BRZO
44,50
Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO
44,10
Afdeling Juridisch
14,25
Taakstelling 2014
-1,50
Totale formatie
110,85
Bijlage 2. Staat van Personele lasten (bedrag is exclusief opleidingskosten en personeelskosten) Organisatie-onderdeel
Personele lasten 2014
Management en staf
833.000
Afdelingen Handhaving incl. BRZO
3.067.623
Afdelingen Vergunningverlening incl. BRZO
3.040.049
Afdeling juridisch
982.329
Taakstelling 2014
-92.000
Totale personele lasten
7.825.001
Bijlage 3. Staat van reserves en voorzieningen 1 Reserves per 1/1
2014
2015
2016
2017
2018 1
Algemene Reserve: dotatie
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Reserve projectgeld: dotatie
p.m
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal Reserves: saldo
De omgevingsdienst die kwaliteit borgt!
| p. 28
Bijiage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage 2014-2018 Deelnemersbijdrage Beuningen
Bijdrage inbreng
400.900
392.500
384.200
376.300
376.300
Gastheercompensatie
-26.273
-29.555
0
0
Totaal
374.627
362.945
384.200
376.300
376.300
247.700
242.500
242.500
Druten
Bijdrage inbreng
258.400
253.000
Gastheercompensatie
-16.932
-19.053
Totaal
241.468
233.947
247.700
242.500
242.500
186.300
182.500
178.600
174.900
174.900
Groesbeek
Bijdrage inbreng Gastheercompensatie
-12.213
-13.741
Totaal
174.087
168.759
178.600
174.900
174.900
130.300
127.600
124.900
122.300
122.300
-8.544
-9.609
121.756
117.991
124.900
122.300
122.300
45.600
44.700
43.700
42.800
42.800
Heumen
Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Millingen
Bijdrage inbreng Gastheercompensatie
-2.988
-3.364
Totaal
42.612
41.336
43.700
42.800
42.800
5.425.100
5.311.900
5.200.100
5.092.500
5.092.500
5.425.100
5.311.900
5.200.100
5.092.500
5.092.500
Bijdrage inbreng
40.800
40.000
39.100
38.300
38.300
Gastheercompensatie
-2.677
-3.008
Totaal
38.123
36.992
39.100
38.300
38.300
Bijdrage inbreng
304.000
297.700
291.400
285.400
285.400
Gastheercompensatie
-19.927
-22.413
Totaal
284.073
275.287
291.400
285.400
285.400
2.295.500
2.247.600
2.200.300
2.154.800
2.154.800
Nijmegen
Bijdrage inbreng Gastheercompensatie Totaal Ubbergen
Wijchen
Provincie Gelderland
Bijdrage inbreng
-150.447
-169.257
Totaal
Gastheercompensatie
2.145.053
2.078.343
2.200.300
2.154.800
2.154.800
TOTAAL
8.846.900
8.627.500
8.710.000
8.529.800
8.529.800
De omgevingsdienst die kwaliteit borgtl