RegenBOOG Nieuws- en informatieblad van de Brabantse Organisatie (allochtone) Ouderen Groepen 7e jaargang
VAN DE REDACTIE Het thema van deze RegenBOOG is inkomen, of het ontbreken daarvan. Aan alle kanten horen we dat ouderen protesteren tegen vergaande bezuinigingsmaatregelen die in Den Haag worden uitgedacht en genomen. De Ouderenpartij stijgt met sprongen en het eind daarvan is nog niet in zicht. De vraag rijst bij de redactie van de RegenBOOG hoe het dan staat met de allochtone bevolkingsgroepen en met name met de ouderen. Het is algemeen bekend dat de inkomenspositie van allochtone ouderen in Nederland slechter is dan die van autochtone ouderen. De vraag is hoe dit er in de werkelijkheid uitziet, hoe dit wordt veroorzaakt en hoe dit wordt beleefd door mensen die het betreft. Daar willen we aandacht aan besteden in deze Regenboog. Tevens vragen we ons af, hoe mensen in deze positie toch een zinvol bestaan leiden, wat ze daarvoor doen en welke mogelijk heden ze mogelijk ook onbenut laten. We laten deskundigen en betrokkenen aan het woord en hopen zo informatie bijeen te brengen waarmee de discussie over dit onderwerp geprikkeld wordt. Ook hopen we hiermee een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leefomstandigheden van voormalige gastarbeiders en oudere vluchtelingen. Als alles meezit, gaat deze Regenboog ook onderdeel uitmaken van een studiedag van de Stichting BOOG, in de loop van dit jaar. RegenBOOG mei 2013
nummer 1/ mei 2013
Namens de redactiecommissie: Cees van Baardewijk Wilt u de RegenBOOG niet meer ontvangen? Eén mailtje naar
[email protected] En we zullen ervoor zorgen. ALGEMENE INFORMATIE Armoede groeit, vooral bij allochtonen Al in november 2005 werd aan het NOS Nieuwsarchief een item onder deze kop toegevoegd: De armoede in Nederland is de laatste jaren gegroeid. Dit jaar moeten 680.000 huishoudens rondkomen met een laag inkomen. Dat zijn er 100.000 meer dan in 2002. De armoede treft vooral mensen met een niet Westerse achtergrond. Er werd aan toegevoegd dat “de bureaus ”CBS, SCP, etc. vrezen dat de armoede de komende decennia verder ‘verkleurd’. Men wees erop dat oudere allochtonen minder AOW en/of pensioen hebben opgebouwd.
Etnische wrijving Toen al werd ervoor gewaarschuwd dat het risico bestaat dat de groep armen straks voor een groot deel zou bestaat uit vergrijsde, laagopgeleide en betrekkelijk slecht geïntegreerde migranten, die bij elkaar in de buurt wonen. In het licht van de etnische wrijving van de
pag. 1
laatste jaren is dat geen aanlokkelijk perspectief”, aldus het nieuwsitem. Bij Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse groepen hadden ongeveer drie op de tien huishoudens een laag inkomen. Dat was vier maal zoveel als bij autochtonen. Bij Somalische, Afghaanse en Irakese huishoudens was het zelfs een op twee. Helaas is het moeilijk om dit soort cijfers en verwachtingen te achterhalen voor 2013. Alleen de informatie van Platform31 Kennisbank van 12 december 2012 komt een stuk dichter bij de huidige situatie. Sterke stijging in 2011 en verwachte stijging in 2012 en 2013 Nederland telt ongeveer 7 miljoen huishoudens. Hiervan moeten er 604.000 (8,7%) rondkomen van een inkomen onder de zogenaamde lage inkomensgrens. Deze grens vertegenwoordigd een door het CBS vastgesteld koopkrachtbedrag dat jaarlijks wordt aangepast aan de hand van de prijsontwikkeling. Ten opzichte van het jaar 2010 betekent dit een stijging van 90.000 huishoudens. Verwacht wordt dat deze stijging in 2012 en 2013 doorzet en in 2013 zal uitkomen op 656.000 huishoudens (9,4%). Ook het percentage personen dat het risico loopt om te vervallen in een armoedesituatie is toegenomen. In Nederland leven 1,2 miljoen mensen van een laag inkomen.
Alleenstaande ouders, mensen in de bijstand en migranten zijn risicogroepen Van de eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen heeft 28% een inkomen onder de lage inkomensgrens. Met betrekking tot deze groep is er over de lange termijn wel een positieve trend zichtbaar. Vanaf 2000 is de groep die langdurig (minimaal 4 jaar) van een inkomen onder de lage inkomensgrens moet rondkomen gedaald van 25% tot 8%. Van de groep bijstandsgerechtigden heeft tweederde een inkomen onder de lage inkomensgrens. Het aandeel huishoudens met een allochtone kostwinner in een armoedesituatie is relatief groot. Een laag RegenBOOG mei 2013
inkomen komt bij hen 4 keer zo veel voor als onder autochtonen. Marokkanen werden in 2012 het meest getroffen door een langdurig laag inkomen. Opvallend is dat de situatie onder Turken is verslechterd. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door het feit dat Turken relatief vaak zelfstandig ondernemer zijn en daardoor kwetsbaarder zijn voor een inkomensterugval. HET GROOTSTE PROBLEEM, HET TABOE We hebben in de RegenBOOG al veel onderwerpen nader belicht en altijd konden we de mensen die het betreft zelf aan het woord laten. Velen zijn open en eerlijk en willen best vertellen hoe het er in hun leven aan toe gaat en ging. Zo niet over het onderwerp inkomen, pensioen en armoede. Vooral dat laatste stuitte op onoverkomelijke problemen. “Dat weet je toch wel, daar wordt bij ons niet over gesproken.” Toch hoorden we hier en daar voldoende tussen de regels door om op dit onderwerp in te gaan. Misschien juist omdat het een onbespreekbaar onderwerp is dat heel veel allochtone ouderen treft. Het onderwerp van de gekorte AOW is inmiddels zelfs in politieke kringen bespreekbaar geworden en een korte tijd leek het grotendeels opgeheven te zijn door de voorlichting over aanvullende bijstand. Gemeentes bespraken hoe men de inwoners in hun regio op de hoogte konden brengen van de mogelijkheden van de aanvullende bijstand en zo kwamen er ‘vliegende brigades’ die hielpen met het invullen van de formulieren. In deze tijd van crisis en bezuinigingen zijn er weinig gemeentes meer die zich druk maken over kansen die mensen met een gekorte AOW laten liggen. Nu ligt de bal dus bij de ouderen en hun kinderen om te bekijken wat aan hun moeilijke financiële situatie gedaan kan worden. Want ondanks het taboe blijkt keer op keer dat er wel degelijk armoede bestaat. De Voedselbanken mogen niet registreren op etniciteit, maar medewerkers kunnen vertellen dat een zeer groot deel van de klanten “duidelijk niet hier geboren is.” Oorzaken Het feit dat veel meer migranten ouderen met het armoedeprobleem te kampen hebben dan hun in Nederland geboren leeftijdsgenoten heeft veel meer oorzaken.
pag
2
Ten eerste natuurlijk de onbekendheid met de Nederlandse wet- en regelgeving. Voor goed Nederlands sprekenden is het al bijzonder moeilijk om de juiste formulieren te vinden en die goed in te vullen. De ingewikkeldheid van het taalgebruik, de bureaucratie die er in veel gevallen mee samengaat en onbekendheid waar de informatie te vinden is, vormen vaak een onoverkomelijk struikelblok om er alleen al aan te beginnen om aanvullende of bijzondere bijstand aan te vragen of kwijtschelding van belasting. Daarbij komt nog de schroom om over geld te praten. Soms durven ouderen er zelfs met hun kinderen niet over te praten en hebben die geen weet van de financiële problemen van hun ouders. Men heeft zijn trots en wil geen aalmoes of de hand ophouden. Daarbij komt nog dat veel mensen slechte ervaringen hebben met de sociale dienst waar ze moesten aankloppen toen ze werkloos werden. Al die regeltjes en betutteling. Als je dan eindelijk 65 bent dat wil je vrij zijn en niet opnieuw aan een formulierenstroom en regeltjes vastzitten. Ze leven liever onder het bestaansminimum dan opnieuw in hun ogen gekleineerd te worden door de mensen van de sociale diensten.
Oplossingen Men zoekt oplossingen in het samentrekken van inkomens. Door het inwonen bij de kinderen, het laten inwonen van de kinderen bij de ouders of het voor langere tijd bij familie in het land van herkomst te blijven. Maar als er een woning in Nederland is, blijven de huur en de vaste lasten door gaan en het samentrekken van inkomens is door de nieuwe belastingwetgeving ook niet altijd voordeliger. In veel gevallen is dit dan ook geen optie meer. Gevolgen Natuurlijk blijft dat niet zonder gevolgen. Een sociaal leven wordt bemoeilijkt. Er is geen geld meer om te reizen of een cadeautje te kopen en ook komt de familie minder op bezoek. Dat wordt zelfs afgehouden omdat men de familie of vrienden niet op de juiste, gastvrije, manier kan ontvangen. Uiteindelijk belanden mensen in een sociaal isolement. Vooral alleenstaande RegenBOOG mei 2013
vrouwen kan dit lot bitter treffen. Men kan zich onvoldoende geschikte kleding permitteren en er wordt minder gezond gegeten. Ook op stookkosten wordt bespaard. Het gevolg daarvan is weer een slechtere gezondheid en door de regels in de gezondheidszorg is ook dat weer een aanslag op het inkomen. Zo komen de ouderen in een uitzichtloze situatie terecht en in tegenstelling tot de in Nederland geboren ouderen, hoor je daar weinig over. Pendelen Veel ouderen hebben, net als hun autochtone lotgenoten, zorgvuldig gespaard voor hun oude dag. Er is soms een huis gekocht in het herkomstland voor later. In praktijk valt dat vaak tegen. Vanwege de kosten die in Nederland door blijven gaan, vanwege de verminderde uitkeringen en de gestegen kosten in het herkomstland is daar wonen vaak geen optie meer. Bovendien zijn de familieleden in het herkomstland ook niet jong gebleven en veel zijn weggevallen, zodat ook daar isolement dreigt. Tientallen jaren in Nederland heeft de mensen in cultureel opzicht stil laten staan ten opzichte van de ontwikkelingen in het geboorteland en dat zorgt dat er ook een kloof is gegroeid tussen familieleden en oude vrienden, die wel ‘met hun tijd zijn meegegaan’. Een groot probleem bij het pendelen en de bijstand vormt ook de regeling dat mensen maximaal dertien weken in het buitenland mogen verblijven. Dat wordt niet begrepen. Waarom als je toch niet meer hoeft te werken? Het heeft toch geen enkele zin om dan in Nederland beschikbaar te moeten zijn. Het wekt irritatie dat men nog steeds toestemming moet vragen om met vakantie te mogen gaan. SCHULDHULPMAATJE, GEEN VRIEND VOOR HET LEVEN, MAAR WEL EEN STEVIGE STEUN IN DE RUG. Marja Wittenbols is één van de vier uitvoerende medewerkers van stichting De Vonk in Tilburg. Ze verzorgen cursussen en activiteiten en begeleiden vrijwilligersgroepen en professionals. Vaak vanuit kerken, maar de laatste tijd doen ze veel algemene activiteiten, zoals het versterken van netwerken en het versterken van mantelzorgers naast de bestaande netwerken.
pag. 3
Marja is verantwoordelijk voor het Schuldhulpmaatjesproject in Tilburg. Ze vertelt dat het project oorspronkelijk is opgezet in Noord-Nederland. Het ministerie van Sociale Zaken zag wel iets in het inschakelen van vrijwilligers, omdat de professionele schuldhulpverlening de stroom hulpaanvragen niet kon bijbenen. Ze subsidieerden de uitbreiding van het project over heel Nederland. De subsidie voorziet in het opleiden en begeleiden van vrijwilligers in het kader van het project. Aanvankelijk verliep het werven van vrijwilligers via de kerken niet zo soepel. Daarom zijn ook andere kanalen gezocht om vrijwilligers aan te trekken, zoals de organisatie voor vrijwilligers in Tilburg Contour en het personeelsblad van de Rabobank. De maatjes krijgen een scholing in het begeleiden en adviseren van mensen in schulden. “Zij ontdekken een heel andere kant van vrijwilligerswerk.” zegt Marja. “Dit is totaal anders dan het helpen op een kinderboerderij of koffieschenken. Hoe waardevol dat ook is.” Ze vervolgt: “Het sociale netwerk” en met name de schuldhulpverlening in de gemeente Tilburg is goed ontwikkeld. Het is vaak een voorbeeld voor andere gemeenten in Nederland. Maar juist buiten de officiële kanalen om is het heel waardevol gebleken om schuldhulpmaatjes in te schakelen. Het gaat om het begeleiden van mensen die al bij de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn ingeschreven. De schuldsanering gaat over een traject van drie jaar. Daarna ben je schuldenvrij, maar intussen mag je geen nieuwe schulden maken. Dat is vaak moeilijk want er kunnen ongelukjes gebeuren. Een naheffing van je energieleverancier, je wasmachine die het begeeft, je kind dat door rood licht rijdt en met een boete thuiskomt.” Het schuldhulpmaatj e helpt in principe voor een periode van een jaar. Het is niet de bedoeling dat er een vriendschap voor het leven ontstaat. De maatjes helpen bij tal van problemen, van letterlijk budgetteren tot het stimuleren van een traject om weer aan het werk te komen. RegenBOOG mei 2013
Bij het budgetteren kunnen mogelijkheden worden gevonden om een beetje te sparen zodat de onverwachte tegenvallers toch opgevangen kunnen worden. Mensen kunnen worden gestimuleerd om een cursus op te pakken of om vrijwilligerswerk te gaan doen om de sociale angsten te overwinnen. Ook raken sommige mensen in de financiële problemen als ze bijvoorbeeld bij pensionering een aanzienlijk lager inkomen krijgen. Het schuldhulpmaatje kijkt met ze hoe ze op een prettige manier kunnen blijven leven van een lager inkomen. Soms door het veranderen van energieleverancier, of door het schrappen van uitgaven die eigenlijk niet nodig zijn. Dat kan duidelijk worden door budgetteren. Bij weer andere mensen kan het goed zijn om een bewindvoerder aan te stellen om de financiën op orde te krijgen en te houden. Het schuldhulpmaatje wijst de weg. Via De Vonk worden mensen die ervoor in aanmerking komen gekoppeld aan een schuldhulpmaatje dat voor hen de beste wegen weet te vinden. De maatjes worden ook tussentijds begeleid. Desgevraagd kijkt Marja of er ook ‘niet westerse’ ouderen gebruik maken van het project. Enkele Antilliaanse mensen, iemand uit Ghana en iemand uit Indonesië, maar geen Turkse of Marokkaanse ouderen. Het project wordt ook uitgevoerd in andere gemeentes in Noord-Brabant zoals Deurne, Eindhoven, Oss. Misschien een idee voor ouderen in problemen? Mensen die zelf een indicatie willen maken van hun situatie. Mocht u hierna nog vragen hebben, dan kunt u Marja Wittebols bij stichting De Vonk bellen, telefoon 013 – 4647600.
Wilt u informatie inwinnen, dan kunt u kijken op de website www.schuldhulpmaatje.nl Marja wijst ook op de site www.uitdeschulden.nl waarop ook veel relevante informatie te vinden is. Armoede Wat doet armoede met je? Gurcü Pinarbasi weet er alles van. Geen geld, geen eten, ziekte en niemand die voor je zorgt, vat ze het kort samen. Ze is 70 jaar, woont alleen en is al tien jaar weduwe. Toen haar man stierf is het
pag
4
begonnen. Ze moet nu leven van een kleine uitkering, net niet genoeg. Soms moet ze bij vrienden en buren bedelen om een rekening te kunnen voldoen. Voor het regelen van haar administratieve zaken roept ze de hulp in van een maatschappelijk werkende, want ze is analfabeet. Ze heeft wel kinderen, maar die ziet ze niet zo vaak. Wel gaat ze vaak naar haar dochter die in de buurt woont en enigszins gehandicapt is met twee kleine kinderen waar ze vaak voor zorgt. Ze voelt het als een gemis dat ze haar kleinkinderen niet zo nu en dan iets kan toestoppen. Het leven is moeilijk en de huur is hoog, € 350 per maand. Er zijn vaste lasten te voldoen, de ziektekostenpremie, het eigen risico, de tandarts, de therapie die ze nodig heeft. Alles bij elkaar zoveel dat er nauwelijks geld overblijft voor eten. Door slechte voeding ondermijn je je gezondheid, weet ze. Dat is ook wel gebleken, er komen steeds meer kwalen bij. Ze draagt een flinke tas met medicijnen bij zich. In Turkije heeft ze nog een broer en zus wonen en ze gaat binnenkort weer naar ze toe. Maar ook Turkije is duur. Ze komt met schulden terug en dan moet ze maar zien hoe ze het verder redt. Na haar reis naar Turkije wacht haar een operatie aan haar knie omdat ze heel moeilijk loopt en niet meer alles zelf kan doen. Ze ziet er tegenop om dan aan huis gekluisterd te zijn. Twee maanden geleden is haar jongste zoon uit huis gegaan en nu is ze bang als het donker wordt. Overdag is het geen probleem, maar ’s avonds is ze angstig en wil het liefst iemand in huis hebben. Haar kleindochter komt zo nu en dan logeren, maar die kan er ook niet altijd zijn. Al met al zou je denken met een oude, droevige vrouw te maken te hebben, maar niets is minder waar. Gurcü is het lachen niet verleerd en ook haar 70 jaar geef je haar niet als je met haar praat. RegenBOOG mei 2013
Ze vertelt dat ze veel gebruik maakt van de voorzieningen die in de buurt zijn. Ze is kortgeleden mee geweest met een excursie naar een buurthuis en heeft daar ideeën opgedaan om te gaan handwerken. Op alle bijeenkomsten is ze te vinden, hoewel ze nauwelijks Nederlands spreekt. Ze wil er graag bij horen. Ondanks de armoede is Gurcü een voorbeeld van een sterke vrouw die probeert uitwegen te vinden uit haar situatie.
Meer dan we denken De vrouw die meegekomen om het gesprek te vertalen zit zelf in het maatschappelijk werk. Dit is niet een op zichzelf staand geval, weet ze. “Er zijn zoveel gevallen die ik alleen al ken. Je hebt geen idee hoeveel armoede er wordt geleden.” Zo kwam ze laatst op het kantoor van een woningcorporatie een man tegen die zijn huur niet meer kon betalen waardoor hij zijn huis dreigde te verliezen. Kun je niet iets voor me doen, vroeg hij. Ze kon het ook niet. Ik kan alleen handtekeningen voor je verzamelen om de woningcorporatie te bewegen je langer in het huis te laten wonen, had ze hem gezegd. Weinig inkomen en hoe maak je je dag? Begin maart bezocht Emin Üstuner, medewerker van BOOG en OVAA, met een aantal Turkse senioren een dagbesteding voor ouderen in Eindhoven. Hij wilde de mensen laten zien dat ondanks een bescheiden inkomen er ook op eigen kracht nog veel leuke dingen mogelijk zijn. Mensen moeten niet blijven tobben en thuis zitten. Er is nog zo veel te doen. In Eindhoven kan voor € 35,- per jaar aangesloten worden bij een hobbyclub voor ouderen. De bezoekers waren enthousiast over de mogelijkheden. Eindhoven kent regiogroepen die per wijk voor de bewoners activiteiten organiseren. Misschien kan de regiogroep de helft van het bedrag subsidiëren als de mensen regelmatig komen, denkt hij. Op eigen kracht kunnen de mensen een meer waardevolle inkleuring aan hun leven geven
pag. 5
door gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden. Ze moeten niet thuis blijven zitten en klagen over gebrek aan geld. Zelfstandigheid en eigen kracht moeten voorop staan. “De tijd is veranderd, blijf niet in je eigen kringetje ronddraaien. Mensen moeten beseffen dat ze veel zelf kunnen doen. Er was een Nederlandse oudere mevrouw die als vrijwilligster voor de groep wilde functioneren. Het klikte direct. Deze mensen kunnen een brugfunctie vervullen, zegt hij.
Armoede (2) Natuurlijk is de ene armoede situatie de andere niet, maar als je kijkt naar sommige mensen, dan slaat de schrik je toch om het hart. Zo is er een mevrouw uit Niger, die hier lang geleden als AMA (minderjarige asielzoeker) is gekomen. Haar procedure voor een verblijfsvergunning duurde lang, maar haar leven stond niet stil. Ze leerde een man kennen en kreeg daarmee drie kinderen. Vanaf haar 18e verjaardag verviel echter haar recht op werk, studie, inkomen, verzekering en onderdak. En wat er ook geprobeerd werd, ze werd afgewezen omdat de IND (de vreemdelingendienst) vond dat ze best terug kon naar haar eigen land. Ze kon kiezen of ze haar kinderen hier achterliet bij hun vader, of dat ze hen meenam naar één van de armste landen ter wereld, waar ze geen netwerk of enig zicht op een baan of inkomen had. Inmiddels zit ze al vele jaren in de problemen en met haar gezin. Haar man had een inkomen maar raakte werkloos toen het bedrijf waar hij werkte naar een ander deel van het land verhuisde. De oudste kinderen (7 en 9 jaar) gingen inmiddels al naar school en deden het daar opvallend goed. Vader en kinderen hebben een verblijfsvergunning en RegenBOOG mei 2013
willen, uiteraard, moeder niet kwijt. Toen vader zijn baan verloor, vroeg hij bijstand aan. Dat werd echter om allerlei onduidelijke redenen geweigerd. Bovendien kwam de belastingdienst er achter dat de toeslagen die jarenlang betaald waren, teruggevorderd moesten worden omdat moeder illegaal is. En met een illegaal in huis heb je geen recht op toeslagen. Het gevolg was dat eind vorig jaar het gezin uit huis gezet dreigde te worden en ook de energiemaatschappij dreigde alles af te sluiten. Door een instantie die zich de problemen van het gezin had aangetrokken werden fondsen aangeschreven en werd de dreiging voor een tijd bezworen. Maar tot groot verdriet van vader en moeder, staan er regelmatig deurwaarders op de stoep die onverrichter zaken terug moeten keren omdat er domweg geen geld is of waardevolle spullen. Af en toe hebben de kinderen echt honger, om van de ouders maar te zwijgen. Een uitzichtloze situatie waarin mensen zonder hun schuld zijn beland en waarvan het eind nog niet in zicht is.
Rapport Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen in Brabant Op 24 april 2013 vond in het ontmoetingscentrum De Carrousel te Eindhoven de presentatie plaats van het rapport “Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen in Noord-Brabant” Een inventarisatie van de leefsituatie van ouderen”. Het rapport kwam tot stand in opdracht van het VBOB, de opdrachtnemers waren BOOG en PSOB en de uitvoerder stichting Binding. De dames van Binding Bedrye Ataman en haar collega Rukize Kesmer hebben met veel plezier de opdracht uitgevoerd. Ze legde de werkwijze uit. In de grote steden van Noord-Brabant wonen nog veel ouderen die hier vroeger zijn komen werken in de industrie en de textiel. Veel organisaties proberen iets op te zetten voor allochtone ouderen en de vraag was hoe dit het beste zou kunnen gebeuren. Er werd geïnventariseerd wat er al gebeurt voor deze groepen en welke speciale voorzieningen er zijn binnen gezondheid, welzijn en huisvesting. Ook de bereikbaarheid en toegankelijkheid is meegenomen.
pag
6
Aan de andere kant werd gekeken naar de wensen en behoeften op deze terreinen bij de ouderen zelf.
Nadrukkelijk zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de diverse allochtone ouderengroepen en ook de Nederlandse ouderen genoemd in het rapport. Het was belangrijk omdat velen vaak denken dat alle allochtonen hetzelfde zijn. Het is de bedoeling dat de resultaten gaan naar gemeenten, voorzieningen en instellingen voor ouderen en migrantenorganisaties die zich inzetten voor deze ouderen. Bedriye zei dat er veel in de zorg verandert en de aanbevelingen van dit onderzoek kunnen meegenomen worden in nieuwe ontwikkelingen. Omdat de veranderingen zo snel gaan, worden deze doelgroepen niet automatisch meegenomen. Ze vormen nog geen onderdeel van het beleid van veel organisaties. We hopen dat de organisaties hier nu kennis van nemen, vervolgde ze. Conclusies en aanbevelingen Een van de conclusies was dat er veel mantelzorgers-problematiek bestaat: met name op allochtone mantelzorgers wordt een groot beroep gedaan. Van tolken tot huishoudelijke zorg. Reacties uit de zaal wezen op de verwachting vanuit ouderen “Je bent toch mijn kind, jij moet voor mij zorgen”. Dat probleem speelt hoofdzakelijk bij de 1e generatie. Men noemt het geen mantelzorgers, het is een verplichting. Een andere conclusie luidt: Wie niet vraagt, wordt overgeslagen: de samenleving verwacht mondige mensen. Allochtone ouderen vragen RegenBOOG mei 2013
nauwelijks. Iemand uit de zaal vroeg zich af wat de reden is dat men niets vraagt. Is vragen ook klagen bij deze ouderen? Een ander wees erop dat de normen verschillen. In sommige culturen leer je bescheidenheid. Niets vragen, of op een andere manier, zoals niet rechtstreeks iemand in de ogen kijken. Bedriye zei dat men anders moet worden benaderd: je moet vragen ‘wat wil je, wat kan ik voor je doen?’ Verder speelt er de onbekendheid met voorzieningen en wordt geconcludeerd dat empowerment hard nodig is, zowel voor ouderen als voor mantelzorgers en familieleden. Empowerment van de omgeving. De nieuwe “eigen verantwoordelijkheid van de burgers” is een valkuil. Als laatste hebben de onderzoekers geconcludeerd dat veel informatie niet over komt.
Aanbevelingen Bij de aanbevelingen wordt gedacht aan, onder andere, hulp bij het formuleren van de hulpvraag en bij het invullen van formulieren. Aandacht voor de mantelzorger, spreekuren op wijkniveau en diversiteit in het beleid. Ineens is het doelgroepenbeleid afgeschaft, dat is een knelpunt, stellen de onderzoeksters. Vanuit de zaal werd geconstateerd dat er meestal geen sprake is van lange-termijn denken bij allochtone ouderen: Nederlanders denken aan aanpassing van hun huis, etc. Bij allochtone ouderen zit dat er niet in. Als ze in een moeilijke situatie zitten dan is het crisis. De laatste aanbeveling was Zorg -kennis uitwisseling met elkaar – Welzijn. Welzijn bestaat al jaren Het is belangrijk om elkaars
pag. 7
ervaringen te delen.
Onderzoek rond beweging en voeding Aan het eind van de bijeenkomst kreeg Dorit Teuscher van de Universiteit van Maastricht de gelegenheid om haar activiteiten uit te leggen over beweging en voeding. Ze riep mensen op om deel te nemen aan haar project. Afsluiting
Vervolg actie van PSOB en BOOG PSOB en BOOG gaan dit jaar onderzoek doen naar de waarborging van de vertegenwoordiging van allochtone ouderenorganisaties. Er wordt gewerkt aan een bredere organisatie van en voor allochtone ouderen. Dat is belangrijk. Ze zijn niet goed georganiseerd. Nederland is een land waar niet georganiseerde groepen hun stem niet kunnen laten horen. Het doel is een brede Brabantse federatie voor organisaties van ouderenmigranten Discussie Daarna volgde nog een korte discussie waarbij Mohamed el Haddad de aanwezigen vroeg om in drie woorden te beschrijven wat er naar hun mening gedaan moest worden. Dat leverde een paar krachtige uitspraken op: • DOE HET ZELF Cees van Baardewijk van BOOG merkte hierbij op dat de goed geschoolde Surinaamse ouderen hun leven zelf goed kunnen regelen. Het ongeschoold zijn is een fundamenteel probleem voor de Turkse en Marokkaanse ouderen. . Hij vroeg zich af hoe we het kader dat er is, zover kunnen krijgen dat ze het voortouw nemen om het zelf te doen. • ER OP AF Iemand deed een oproep aan alle goedfunctionerende zelforganisaties om de beste mensen uit hun organisatie op pad te sturen om mensen voor te lichten. De allochtone gemeenschappen moeten zelf actief worden: Er op af: doe het zelf, doe het samen. RegenBOOG mei 2013
Mohamed el Haddad sloot tenslotte af met de mededeling dat we nu het rapport levendig gaan maken. De aanbevelingen worden versterkt met ideeën, opmerkingen en suggesties. Er is een netwerklijst en de informatie gaat naar iedereen die we kennen. Maar die worden ook gevraagd de informatie te delen, zo komen we het verst. ZELF DOEN, MAAR WEL SAMEN, besluit hij deze bijeenkomst. Het rapport is te verkrijgen bij het kantooradres van BOOG. (Zie hieronder). Het staat ook op de website.
COLOFOON Redactieleden: Hilda van der Plaats Gordana Bogosavac en Cees van Baardewijk (Eindredactie) E-mail redactie:
[email protected] [email protected] Bureau BOOG Stichting Brabantse Organisatie (allochtone) Ouderen Groepen (BOOG) Klokgebouw 196, 5617 AB Eindhoven. Telefoon: 040 - 7878571 ______________________________ Kopij kunt u inleveren: schriftelijk H. v. d. Plaats, Glanerbeek 16, 5032 RL Tilburg of per e-mail:
[email protected] of
[email protected] o.v.v. DE REGENBOOG Kijkt u ook eens op onze website: www.boogbrabant.nl
pag
8