Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 Projectvoorstel ‘Koppie Copy’
Auteur(s)
Martijn Arnoldus, Paul Keller (Stichting Nederland Kennisland)
Status
DEFINITIEF VOORSTEL
Versienummer
2.1
Datum
23 juni 2009
1/7
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
1. NAW-gegevens van de aanvragende organisatie
Naam organisatie:
Stichting Nederland Kennisland
Mede aanvragende
Digital Playground, DOK, Waag Society
2/7
organisaties: Contactpersoon:
Martijn Arnoldus
Projectleider:
Martijn Arnoldus
Functie:
Senior adviseur/projectleider Creatieve Economie
Zie voor de criteria (veld 3 t/m 7 van dit formulier) de uitgebreide beschrijving in de Regeling 2009 Mediawijsheid Expertisecentrum. Het getal geeft het maximum aantal te behalen punten per criterium aan. Belangrijk: U dient zich te beperken tot het aangegeven maximale aantal woorden; de beoordelingscommissie behoudt zich het recht voor uw projectaanvraag niet in behandeling te nemen bij overschrijding daarvan. Een projectplan kan als bijlage worden meegestuurd. 2. Titel en korte
Titel: Koppie Copy
beschrijving van de
Programmalijnen: Stimuleren / activeren participatie
projectaanvraag
Beschrijving: (298 woorden) Context: Jongeren worden wel de “let’s-mix-together-generation” genoemd. Uitwisselen, delen en hergebruiken van digitale content is voor jongeren de normaalste zaak van de wereld. Hoe auteursrecht daarbij grenzen stelt of juist mogelijkheden schept, houdt jongeren vaak niet bezig. Auteursrecht is voor hen geen aansprekend onderwerp. Toch is het van groot belang dat jongeren kennis hebben van de rechten, maar ook leren ontdekken welke mogelijkheden er binnen de grenzen van de wet wél bestaan om gezamenlijk content te (her)gebruiken. Dat probleem pakt Koppie Copy aan. Anders dan de gebruikelijke nadruk op restricties, starten we bij de gebruikersvrijheden die auteursrecht biedt. Doelstelling: realisatie van een innovatief, interactief ontwerpproces, waarbij minimaal één demonstrator van een voor jongeren aansprekend product voor kennisoverdracht over auteursrecht wordt gemaakt. Het interactieve proces is een vorm van samenwerkend leren, als reactie op topdown lesgeven. We zoeken een permanent bètaproject, waarbij de motivatie van jongeren voortdurend wordt verkend en gefaciliteerd. Doelgroep: jongeren van 15-18 jaar. Secundaire doelgroep: docenten, ouders/opvoeders, mediaprofessionals. Beoogde meerwaarde voor jongeren is dat zij zelf betrokken zijn bij het verkennen van aansprekende manieren om zich kennis van het auteursrecht eigen te maken, en daarmee een impuls te kunnen geven aan bestaande en nieuwe vormen van hergebruik en cocreatie van digitale content. Meerwaarde voor de secundaire doelgroep: een uitrolbare methodiek voor nieuwe vormen van ‘samen leren’. Eindproducten: •
Uitrolbare methodiek (inclusief webomgeving) om met jongeren samen tot aansprekende producten te komen voor kennisoverdracht over onderwerpen zoals auteursrecht.
•
Rapport met do’s en don’ts voor kennisoverdracht over auteursrecht aan
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
3/7
jongeren. •
Minimaal één demonstrator van een bij de belevingswereld van jongeren aansluitend product rondom digitale content en auteursrecht.
Samenwerkende netwerkpartners: -
Kennisland
-
Waag Society
-
Digital Playground
-
DOK
Met Hogeschool van Amsterdam bestaat de afspraak dat opleidingen rond gamesontwikkeling ondersteunen bij ontwikkeling van de demonstrator(s).
3. Criterium A
Bijdrage aan programmalijn(en) en aansluiting bij behoeften doelgroep(en)
(maximaal 30 punten)
(591 woorden)
In dit criterium wordt de bijdrage van uw
Programmalijn: Stimuleren/activeren participatie (enige overlap met
projectvoorstel getoetst
mediavaardigheden en –bewustzijn)
aan één of meerdere
Doelgroepen: Jongeren (15-18 jaar). Secundair: docenten, ouders/opvoeders,
programmalijn(en).
mediaprofessionals.
Daarnaast wordt getoetst in hoeverre uw voorstel
Koppie Copy heeft auteursrecht als toepassingsgebied. Toenemende mediaparticipatie
aansluit bij de behoeften
zorgt ervoor dat mensen die voorheen weinig met auteursrecht in aanraking kwamen,
van de doelgroepen van
dat nu wel komen – en op steeds jongere leeftijd. Remixes op YouTube, downloaden van
het Mediawijsheid
muziek en video, uploaden van foto’s op Hyves. Voorbeelden van mediaparticipatie
Expertisecentrum
waarbij auteursrecht een rol speelt. Jongeren van 15-18 jaar zijn daarbij kwetsbaar. Zij zijn zeer actief met digitale content, maar weten over het algemeen weinig van auteursrecht, en vinden dat bovendien een weinig aansprekend onderwerp. Deels komt dat, doordat de doelgroep vooral met beperkingen in aanraking komt die het auteursrecht oplegt (‘Muziek mag je niet zo maar downloaden’). Het kennishiaat omtrent auteursrecht vormt, gecombineerd met het voor jongeren weinig aansprekende karakter van auteursrecht, het probleem dat Koppie Copy aanpakt. Anders dan de gebruikelijke nadruk op restricties die de auteurswet oplegt, is het vertrekpunt de ruimte die de wet biedt aan contentgebruikers. Wat voor legale mogelijkheden kunnen gecreëerd worden om tot nieuwe content en hergebruik van content te komen? We bouwen voort op het recente Digital Youth Project (MacArthur Foundation, VS), waarin drie vormen gevonden worden waarop jongeren internet en digitale content gebruiken: (1) om vriendschappen te bouwen en onderhouden, (2) gedreven vanuit interesse voor bepaalde onderwerpen, en (3) ‘geeking out’: zich vastbijten in een onderwerp of vaardigheid om die te verbeteren of reputatie op te bouwen. Het doel van het project is om in een innovatief, interactief ontwerpproces met jongeren minstens één demonstrator te realiseren van een bij hun beleving aansluitend product rond auteursrecht en digitale content. De precieze vorm van het product (bv. video, een game) is vooraf onbekend, en zal in het interactieve proces gestalte krijgen. In het proces werken we met minimaal 30 en maximaal 50 jongeren. De methodiek van het interactief ontwerpen is opschaalbaar, kan op andere plaatsen herhaald worden en daarmee een veel groter jongerenpubliek bereiken. De inhoudelijke opzet van samenwerkend leren is vernieuwend. In het proces worden jongeren zelf uitgedaagd om aan een aansprekend product te werken. Er is echter geen sprake van ‘iederwijs’ maar van een vorm van toegepast constructivisme; de
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
4/7
projectpartners hebben de leiding en maken de deelnemende jongeren gedurende het proces wegwijs op het terrein van auteursrecht. Inhoud wordt door de projectpartners bewaakt; vorm wordt samen met de jongeren ontwikkeld, doordat hun motivatie voortdurend wordt verkend en wordt gefaciliteerd. Concrete activiteiten: -
Vijf ontwerpsessies (workshops) voor jongeren, waarin auteursrecht vanuit belevingswereld van de jongeren wordt benaderd, en waarin naar een concreet product wordt toegewerkt (zie hieronder bij eindproducten).
-
Een online projectomgeving waarin participerende jongeren mogelijkheid
-
Een openbare presentatie van de demonstrator(s) georganiseerd in
hebben om samen met de projectpartners te werken aan een ‘demonstrator’. samenwerking met Creative Commons Nederland. Drie eindproducten: •
Handleiding voor elders uitrolbare methodiek (inclusief projectwebomgeving) om met jongeren tot aansprekende producten te komen voor kennisoverdracht over lastige onderwerpen zoals auteursrecht. Jongeren leren bovendien een eigen mening te vormen over het onderwerp in kwestie;
•
Beknopt rapport met do’s en don’ts voor kennisoverdracht over auteursrecht aan jongeren;
•
minimaal één demonstrator. Vorm (bv. video, game) is afhankelijk de interactieve ontwerpsessies.
De beoogde meerwaarde voor de jongeren is dat zij zelf betrokken zijn bij het verkennen van aansprekende manieren om zich praktisch nuttige kennis van het auteursrecht eigen te maken, en daarmee een impuls te kunnen geven aan bestaande en nieuwe vormen van hergebruik en cocreatie van digitale content. Voor de secundaire doelgroep is de meerwaarde te vinden in een, op andere plaatsen en in andere contexten, uitrolbare methodiek.
5. Criterium B
Mate van samenwerking en synergie (297 woorden)
(Maximaal 25 punten) Bij dit criterium beschrijft
Samenwerkende netwerkpartners: Kennisland, Waag Society (beide Creative
u het
Commons Nederland), Digital Playground, DOK, Hogeschool van Amsterdam. Kennisland
samenwerkingsverband
heeft jarenlange expertise op het gebied van auteursrecht, open en digitale content.
van netwerkpartners en
Waag Society en Digital Playground hebben veel ervaring met interactieve
geeft u aan wat de
codesignprocessen met jongeren, en met ontwikkeling van educatieve concepten rond
meerwaarde van de
nieuwe media. DOK is ontstaan uit het samengaan van DiscOtake, Openbare Bibliotheek
samenwerking en het
en Kunstcentrum Delft. DOK staat voor innovatieve omgang met digitale content en is in
voorstel is t.o.v. de
het project belangrijke partner voor disseminatie (i.h.b. naar het bibliotheekwezen).
huidige situatie
Daarnaast is met de Hogeschool van Amsterdam (opleidingen rond gamesontwikkeling) de afspraak gemaakt dat docenten en studenten uit die opleidingen ondersteuning bieden bij ontwikkeling van de demonstrator(s). Omdat van studenten niet meer kan worden verlangd dan in het kader van hun opleiding verplicht is, zijn de doelstellingen van Koppie Copy zo geformuleerd dat die ook zonder steun van de hogeschool behaald kunnen worden. De Hogeschool zorgt daarbij tevens voor disseminatie van projectresultaten naar het hoger onderwijs. Alle betrokken partners zijn organisaties die gewend zijn in projectverband samen te werken met andere nieuwe mediapartijen.
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
5/7
De partners hebben in samenwerkingsverband een aanzienlijke meerwaarde voor de doelgroep, omdat krachten gebundeld worden op gebied van auteursrecht, innovatieve nieuwe mediatoepassingen, vernieuwende vo-onderwijsprojecten, bibliotheekwezen en relevante hbo-opleidingen. Het projectteam streeft ernaar om andere organisaties (scholen, bibliotheken, innovatieplatform VO) bij activiteiten van het project te betrekken. Het projectteam bestaat uit personen met relevante expertise: -
Paul Keller (Kennisland)
-
Martijn Arnoldus (Kennisland)
-
Kristel Kerstens (Creative Learning Lab, Waag Society)
-
ArijJan Verboon (Digital Playground)
-
Eppo van Nispen tot Sevenaer (DOK)
Daarnaast wordt met ten minste de volgende organisatie nauwe samenwerking aangegaan: -
De Hogeschool van Amsterdam (contactpersoon: Joris Dormans) is als samenwerkingspartner betrokken bij het project, maar vraagt, om boven genoemde reden, geen bijdrage aan via de Regeling Mediawijsheid en is daarom geen medeaanvrager van dit voorstel.
6. Criterium C
Borging van de projectresultaten (258 woorden)
(maximaal 20 punten) Bij dit criterium beschrijft u de wijze van borging van
Borgingsactiviteiten: -
Voor borging van projectresultaten komen de handleiding voor methodiek, de
uw projectresultaten in de
rapportage van do’s en don’ts en de demonstrator(s) onder Creative Commons
organisatie(s). De focus
licentie vrij beschikbaar via de websites van de betrokken organisaties.
ligt hier op activiteiten
-
Creative Commons Nederland heeft een speciaal deel op haar website in
tijdens het project die
ontwikkeling voor voortgezet en hoger onderwijs, waarop in de loop van 2009
zorgen dat de resultaten
ook een onderwijsmodule over Creative Commons voor HBO-opleidingen vrij
van het project na het project niet verloren zullen
beschikbaar komt. -
Omdat een uitrolbare methodiek wordt ontwikkeld, wordt uitgegaan van
gaan en zorgen voor een
herhaalbaarheid en aanscherping in andere contexten (project is permanent in
bredere inbedding in de
bèta), met andere organisaties en jongeren (zie ook Criterium E).
organisatie(s).
-
Via DOK worden projectvoortgang en –resultaten doorgecommuniceerd naar
-
Binnen de Hogeschool van Amsterdam worden relevante ervaringen met het
bibliotheekwezen (in het bijzonder VOB). project meegenomen in de curriculumontwikkeling in de toekomst. Betrokken personen bij borging: -
Alle leden van het onder Criterium B genoemde projectteam
-
Over-all verantwoordelijk: Paul Keller en Martijn Arnoldus (Kennisland)
Meetbaarheid borging: De borgingsactiviteiten zijn concreet meetbaar in: -
de publicatie van de drie eindproducten (en in monitoring van (her)gebruik
-
Voor de Hogeschool is borging meetbaar aan de hand van concrete stappen die
ervan via gebruiksstatistieken en (elektronische) feedback). binnen het eigen onderwijs genomen kunnen worden op basis van de projectuitkomsten.
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
7. Criterium D
6/7
Succesfactoren en risicomanagement (279 woorden)
(maximaal 15 punten) In dit criterium wordt aan de hand van de
Om de projectresultaten te realiseren zijn er een aantal succesfactoren: -
belangrijkste
bij de belevingswereld en nieuwe ideeën van de jongeren, in plaats van bij het
succesfactoren en risico's getoetst wat de
perspectief van restricties; -
Open samenwerking met jongeren, waarbij echter geen sprake is van
-
Gebruik van open content. Belangrijke succesfactor is om voldoende content
haalbaarheid is van het project.
De integratie van het thema auteursrecht met een ontwerpbenadering die start
‘iederwijs’, maar waarbij de projectpartners de leiding hebben en houden; voorhanden te hebben waarvan jongeren zonder veel restricties gebruik kunnen maken voor de te ontwikkelen demonstrator(s). Open content is in grote hoeveelheden digitaal beschikbaar, maar moet wel gevonden worden (bv. via Creative Commons, Flickr.com, Simuze.nl, of geavanceerde zoekopdrachten). Er zijn drie belangrijke risico’s aan het project verbonden: -
Onvoldoende participatiegeneigdheid bij jongeren. We hopen het risico dat jongeren (snel) afhaken te verkleinen door (a) vanaf het begin duidelijk te zijn naar jongeren dat van hen commitment wordt gevraagd voor de duur van het gehele project; (b) tijdens het project bij elke ontwerpsessie evaluatietijd in te plannen waarin jongeren verbeterpunten voor het proces kunnen aangeven.
-
Open einde. De demonstrator(s) waar samen met de jongeren aan wordt gewerkt is niet vooraf gedefinieerd, met als risico dat het realiseren ervan slechts gedeeltelijk slaagt. Dit risico wordt ondervangen door al in de eerste en op zijn laatst tweede ontwerpsessie tot een definitieve vorm en planning te komen voor de demonstrator(s).
-
Overtreding auteurswet in de demonstrator(s). De projectpartners moeten er op toezien dat content die jongeren voor het eindproduct gebruiken op correcte wijze wordt gebruikt. Van content moet daarom worden gedocumenteerd waar die gevonden is. Het kan niet zo zijn dat in een demonstrator over auteursrecht, juist die wetgeving overtreden wordt.
8. Criterium E
Communicatie en kennisdeling (202 woorden)
(maximaal 10 punten) De regeling streeft naar
Er is een globale tweedeling aan te geven in rol en kanalen van communicatie en
een optimale verspreiding
kennisdeling in het project:
van opgedane inzichten en
-
Communicatie en kennisdeling gedurende het project. Deze communicatie
ervaring en uiteraard van
bestaat vooral uit het betrekken van jongeren, en eventueel organisaties
concrete projectresultaten
(scholen) bij het designproces. De projectpartners (met name Waag Society, DP
en producten. In dit
en DOK) zullen actief via eigen netwerk en projecten jongeren bij Koppie Copy
criterium beschrijft u op
betrekken.
welke wijze u
Î
kennisdeling organiseert
min. 30 jongeren betrokken; min. 5x een update/voortgangsbericht in digitale nieuwsbrieven van de betrokken partners en/of Mediawijsheid
communicatie en -
Communicatie en kennisdeling aan het eind van het project, als de
gedurende het project,
eindproducten beschikbaar zijn. De eindpresentatie is de eerste activiteit.
zowel intern als extern,
Verder worden de drie eindproducten via websites van de projectpartners onder
teneinde zoveel mogelijk
Creative Commons licentie vrij ter beschikking worden gesteld aan derden. De
inzichten en ervaringen te
projectpartners zullen de producten bovendien actief verspreiden in hun eigen
kunnen verspreiden.
netwerken. Een belangrijk deel van de disseminatie zal ook lopen via de jongeren die in het project participeren. Zij worden actief aangemoedigd om de door hen gerealiseerde demonstrator(s) verder te verspreiden. Projectresultaten worden voorts via persberichten, nieuwsbrieven van projectpartners en de nieuwsdienst van website Mediawijsheid Expertisecentrum breed onder de aandacht gebracht. De eindproducten blijven na afloop van het project beschikbaar via de websites van de projectpartners. Î
Persbericht eindpresentatie;
Format – Projectvoorstel Regeling Mediawijsheid Expertisecentrum 2009 ● versie 0.4 ●november 2008
7/7
Î
Artikel in een vaktijdschrift voor voortgezet onderwijs (bv. Van12tot18);
Î
Presentatie eindresultaten via websites projectpartners;
Î
Optie tot internationale disseminatie via wereldwijde netwerk van Creative Commons.
Projectpartners zijn zelf verantwoordelijk voor communicatie via eigen kanalen en netwerken. Kennisland is als hoofdaanvrager eindverantwoordelijk voor communicatie en kennisdeling. 9. Globale planning
Periode
Activiteit
Fase 1:
Voorbereiding en conceptontwikkeling
Mei-juni
Ontwikkeling educatief concept Contentontwikkeling voor ontwerpsessies Inrichten online projectomgeving (op basis open source software)
Juli t/m Sept
Werving deelnemende jongeren Online projectomgeving actief
Fase 2:
Implementatie
Sept
1e ontwerpsessie (planning demonstrator(s))
Okt
2e ontwerpsessie
Nov
3e ontwerpsessie
Dec
4e ontwerpsessie
Jan
5e ontwerpsessie Afronding demonstrator(s) met jongeren
Jan-feb
do’s en dont’s rapportage (schrijfwerkzaamheden) handleiding methodiek (schrijfwerkzaamheden)
Fase 3
Disseminatie
Mrt
Eindpresentatie ism Creative Commons Nederland Disseminatie en voorlichting naar eigen netwerken Publicatie rapportage en handleiding methodiek
*