Latijns-Amerika Studies (LAS)
BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester van het 3e jaar afgesloten met het schrijven van een Bachelor scriptie (10 ECTS). De scriptie vormt een proeve van bekwaamheid waarmee de Bachelor studie wordt afgesloten. !
De Bachelor scriptie is het schriftelijke verslag van een
literatuuronderzoek dat een student heeft verricht onder begeleiding van een docent van de sectie geschiedenis van LAS. In de Bachelor scriptie dient de student er blijk van te geven dat hij/zij in staat is op zelfstandige wijze de gekozen thema te verbinden aan een wetenschappelijke discussie op het terrein van de geschiedenis van Latijns-Amerika. Gezien de multidisciplinaire benadering die onze sectie nastreeft, kan het gekozen wetenschappelijke debat ook afkomstig zijn uit onder andere de sociologie, antropologie en de politicologie. !
Deze Regeling Bachelor Scriptie heeft als doel de ‘spelregels’ te
specificeren waaraan zowel de student als de begeleide docent zich moeten houden. U wordt verzocht deze regeling goed te lezen voordat u aan de voorbereidingen voor het schrijven van uw Bachelor scriptie begint. 1. Algemene wetenschappelijke criteria
Uit deze scriptie moet onder meer blijken dat de student in staat is: a. onder begeleiding van een docent een wetenschappelijke probleemstelling te formuleren die getuigt van inzicht in de elementaire wetenschappelijke vragen en de belangrijkste opvattingen die centraal staan in het academisch debat m.b.t. het in de scriptie behandelende thema. b. op een coherente en inzichtelijke manier de scriptie in goed aan elkaar aansluitende hoofdstukken en paragrafen te structureren (met andere woorden, er moet een duidelijk rode draad in het geheel zitten). c. de voor de scriptie meest relevante boeken en artikelen te hebben geraadpleegd en correct te betrekken bij de schrijven ervan. d.helder en correct te formuleren (en dus goed controleren op grammaticale fouten). e. de scriptie van conclusies te voorzien die direct terugslaan op de in de scriptie behandelende thema's en die direct gekoppeld zijn aan de in het begin van de scriptie gedeponeerde wetenschappelijke probleemstelling. 2. Omvang en structuur De Bachelor scriptie heeft een studielast van minimaal 10 ECTS en moet een omvang hebben van 10.000 woorden, inclusief noten, bibliografie en eventuele bijlagen. De scriptie moet in ieder geval van een Inleiding en een conclusie worden voorzien. Het eerst inhoudelijk hoofdstuk moet altijd theoretisch van aard zijn, waarin de voor het thema van de scriptie meest relevante theoretische interpretaties en concepten worden behandeld. Voor technische aspecten over de structuur van uw scriptie wordt u aangeraden de adviezen te volgen die Prof. Silva heeft geformuleerd in Enkele kanttekeningen bij het schrijven van een werkstuk (Leiden, 2002). 3. Taal De Bachelor scriptie kan worden geschreven in het Nederlands, Spaans of Portugees. Het criterium om voor de ene of andere taal te kiezen moet zijn welke
taal beheerst de student in woord en geschift het meeste. Indien u voor een taal kiest die niet uw moedertaal is, het is aan u om ervoor te zorgen dat de eindversie van uw Bachelor scriptie geen taalkundige deficiënties bevat. 4. Scriptiecoördinatie In het eerste semester van het derde jaar dienen alle studenten die als specialisatie moderne geschiedenis hebben de cursus ‘Onderzoekstechnieken in Latijns-Amerika’ te volgen. In deze cursus staat centraal het opzetten, uitvoeren en rapporteren van wetenschappelijk onderzoek en de keuze en de afbakening van een onderwerp voor wetenschappelijke analyse. U leert ook een probleemstelling, onderzoeksvragen en hypotheses te formuleren omtrent het gekozen thema. Tenslotte leert u schrijftechnieken voor de redactie van de Bachelor scriptie. Deze cursus wordt afgesloten met het schrijven van een werkstuk. !
Op basis van uw thematische belangstelling en de bestaande expertise
onder de docenten moderne geschiedenis, wordt een docent van de sectie aangewezen als begeleider van uw Bachelor scriptie. U dient zelf een afspraak met de desbetreffende docent te maken. Wacht hier niet te lang mee. 5. Begeleiding Tijdens het eerste gesprek met uw beoogde begeleider dient u het schriftelijk voorstel in te dienen voor het schrijven van een Bachelor scriptie. Dat voorstel (dat tenminste 4 werkdagen voor de ontmoeting, uitgeprint en in de postvak van de begeleider moet liggen) zal als basis dienen voor dat eerste gesprek. In dat voorstel moet in ieder geval de volgende informatie voorkomen: • Uw volledige naam en studentnummer. •(Tentatieve) titel van de scriptie (let op: daarin moeten centrale thema, land of regio en eventuele periodisering duidelijk tot uitdrukking komen). Voorlopige probleemstelling dat u zou willen onderzoeken en aangeven waarom u denkt dat het gekozen land en/of case geschikt is om dat probleem te onderzoeken.
•Voorstel tot inhoudsopgave (met vermelding van mogelijke hoofdstukken en paragrafen, met volledige titels). •Voorlopige literatuur. Het moet gaan om de belangrijkste wetenschappelijke boeken en artikelen die u van plan bent bij uw scriptie te gaan betrekken. Aan het einde van dit eerste gesprek moet het thema van de scriptie wat verder zijn afgebakkend en wat meer helderheid bestaan over al de bovengenoemde punten die in het voorstel voorkwamen. Is dat (nog) niet het geval (bijv. als het blijkt dat de student nog meer onderzoek moet verrichten), dan moet het in een tweede gesprek dit wél het geval zijn. Een goede afbakening is essentieel voor een goed eindresultaat. !
Als docent en student eens zijn over het thema en de theoretische aanpak
van de scriptie, moeten zich beiden aan een serie afspraken committeren betreffende frequentie van ontmoetingen. De student houdt er rekening met het feit dat docenten onderzoek verrichten in de zomer. !
De scriptie mag nimmer in één keer, in zijn geheel, worden ingeleverd. De
door u geschreven werkstuk voor het vak ‘Onderzoekstechnieken in LatijnsAmerika’ kan als een algemene indicatie dienen voor het schrijven van uw Bachelor scriptie (maar hoeft niet per se hetzelfde thema te zijn). Ook de Bachelor scriptie moet aan andere criteria voldoen dan die van dat werkstuk. Dit heeft als gevolg dat de begeleider u een totaal andere aanpak kan voorstellen (qua afbakening thema, keuze theorieën, indeling, etc.) dan wat u heeft moeten volgen voor het vak ‘Onderzoekstechnieken in Latijns-Amerika’. Het gaat derhalve om twee verschillende studieonderdelen. !
De student is vrij om het thema, land, en het te volgen benadering te
kiezen. De begeleider kan de student alleen adviseren over te gaan tot een andere thema, land en/of benadering als hij/zij met overtuigende argumenten kan aantonen dat de door de student aangedragen thema, land en/of benadering niet uitvoerbaar zijn (gebrek aan voldoende wetenschappelijke werken over dat thema, irrelevantie van dat thema in het gekozen land, etc.) waardoor grote
kansen bestaan dat het schrijven van die scriptie tot onvoldoende resultaten zal leiden. !
Originaliteit van het thema of gekozen land kunnen op zichzelf nooit als
redenen worden gegeven voor het eventueel afwijzen van een thema voor de Bachelor scriptie. Mocht u bezwaren hebben over de manier hoe de docent richting aan uw scriptie geeft, moet u dat aan hem/haar meteen of bij de volgende ontmoeting expliciet te kennis geven. Mocht dit niet tot andere aanpak leiden, kunt u gerust een kort, zakelijk brief sturen naar de studiecoördinator waarin u haar op de hoogte stelt van uw bezwaar. Op basis hiervan zal zij de begeleider contacteren en kijken of niet iets te veranderen valt. Als dit niet leidt tot een bevredigende oplossing zal dan zich de examencommissie van de opleiding LAS zich uitspreken over deze zaak. !
Tussen student en begeleider zullen tenminste de volgende contacten
plaatsvinden: a. Een inleidende bespreking over de keuze en de afbakening van het onderwerp, de probleemstelling, de literatuur, bronnenmateriaal, benadering, raadpleging van terzake kundigen, enz.. b. Een bespreking van het werkplan. c. Een bespreking van één of meer tussenstadia van het werkstuk. d Een bespreking van de eindversie van het werkstuk, waarin de beoordeling wordt bekendgemaakt en toegelicht. Wanneer zich tijdens het begeleidingstraject tussen student en begeleider problemen voordoen neemt de examencommissie – gehoord de partijen – een beslissing. !
Scripties worden ingediend in de eerste week van juni of december,
afhankelijk van het afstudeertermijn. Op de website van de afdeling staat er een uitgewerkt overzicht met de inleverdata voor de scriptie (onderdelen).
6. Eerste en tweede lezer De begeleider wordt de eerste lezer van de Bachelor scriptie. De eerste lezer is hoofd- verantwoordelijke voor de begeleiding. De sectie moderne geschiedenis van LAS zoekt uit haar midden voor een tweede lezer. De tweede lezer leest en beoordeelt de eindversie van het werkstuk (zie hieronder). Hij/zij is in principe niet betrokken bij de begeleiding tenzij zijn/haar specialistische kennis op het gebied van het werkstukonderwerp dit wenselijk maakt. Afspraken hierover moeten worden gemaakt met de eerste begeleider. !
Wanneer de aard of inhoud van de Bachelor scriptie dit wenselijk maken
kan een tweede lezer een deskundige buiten de opleiding zijn. Hiervoor pleegt de begeleider overleg met het hoofd van de sectie moderne geschiedenis. In dit geval neemt de eerste lezer de verantwoordelijkheid voor zijn/ haar rekening dat de (externe) tweede lezer zijn/haar oordeel over de scriptie aan de eerste lezer schriftelijk bekend maakt (met c.c. naar het hoofd van de sectie) binnen de hiervoor gestelde termijnen. 7. Beoordeling De student levert drie exemplaren plus een PDF bestand van zijn werkstuk in; een exemplaar is voor de begeleider, een voor de beoordelaar en de laatste voor het opleidingsarchief (in te leveren bij de Studiecoördinator). Let goed op dat het titelblad wordt opgesteld volgens de door de sectie aangegeven voorbeeld (verkrijgbaar via de begeleider). !
Het werkstuk wordt door de begeleider binnen vier weken nagekeken.
Tussen 1 juni en 31 augustus geldt een termijn van maximaal zes weken. !
Het eindcijfer voor het werkstuk wordt vastgesteld door de eerste lezer, na
consultatie van de tweede lezer. De student ontvangt van de begeleider een beoordelingsformulier met een uitleg van het cijfer ten aanzien van de evaluatieonderdelen. !
Het werkstuk wordt beoordeeld op de volgende aspecten:
1. Probleemstelling: wetenschappelijke formulering van de onderzoeksvragen en academische behandeling van de thema. 2. Analyse: het materiaal getuigt oorzaken, gevolgen of betekenis van het onderwerp. 3. Bibliografie: gebruik relevante literatuur. 4. Stijl en taal: helder taalgebruik, spelling, grammatica en duidelijkheid in betoog. 5. Structuur: samenhang en coherentie van de hoofdstukken; aansluiting tussen inleiding en conclusies. 6. Lay-out: zorg en kwaliteit van de exemplaar. !
Het eindcijfer is definitief. Dus vanaf dat moment wordt geen gelegenheid
meer aangeboden om verbeteringen aan te brengen ten einde het cijfer proberen te verhogen. !
Indien de eerste en tweede lezer geen overeenstemming over het
eindcijfer bereiken, stelt de examencommissie het eindcijfer vast. 8. Bezwaren De student kan tegen de beoordeling van zijn werkstuk in beroep gaan bij de examencommissie van de opleiding LAS. Indien de student een klacht heeft over de algehele manier hoe de scriptie werd begeleid kunt de student zich ook richten tot de studiecoördinator. Ze zal na bevind van zaken handelen en zonodig wijzen naar beroepsmogelijkheden. 9. Fraude/plagiaat Onder fraude wordt onder meer verstaan: a.het geheel of gedeeltelijk overnemen van teksten/formuleringen van andere auteurs zonder plaatsing van aanhalingstekens en nauwkeurige bronvermelding (plagiaat) b. het door anderen laten maken van (delen van) een tekst c. onderzoeksgegevens die niet controleerbaar zijn
Een geval van fraude (en het vermoeden daarvan) wordt door de eerste lezer gemeld bij de examencommissie die – afhankelijk van aard, omvang en frequentie van de fraude – kan besluiten de Bachelor scriptie ongeldig te verklaren. In dat geval zal de student een geheel nieuw werkstuk moeten schrijven. De student kan ook minimaal een half jaar van de studie worden uitgesloten. 10. Af te handelen exemplaren van de scriptie Het auteursrecht van het werkstuk berust bij de student. De opleiding is verplicht om van alle werkstukken één exemplaar gedurende minimaal zeven jaar te bewaren in het opleidingsarchief.
[november 2011]