M 201220
Regeldruk in beleving MKB blijvend hoog
Vijfde meting perceptie M KB over regeldruk
Johan Snoei John Boog Zoetermeer, december 2012
Regeldruk in beleving MKB blijvend hoog De druk van overheidsregels en - verplichtingen op het bedrijfsleven blijft hoog. Het overgrote deel van de ondernemers geeft ook in 2012 aan dat zij in hun bedrijf geen duidelijke effecten ervaren van het gevoerde overheidsbeleid op dit terrein. Dit blijkt uit onderzoek van Panteia/EIM in het Middenen Kleinbedrijf (MKB). De Nederlandse overheid voert al langdurig het beleid om de regeldruk van het bedrijfsleven te verminderen. Het huidige programma Regeldruk Bedrijven volgt in de uitvoering van het beleid twee sporen: 1. minder en betere regels: merkbaar verminderen van de regeldruk van bestaande wetgeving en voorkomen van onnodige regeldruk bij nieuw beleid, en 2. meer gemak met regels: verbeteren van de uitvoering van wetten en regels door betere dienstverlening en efficiënter toezicht. Het vorige kabinet had de ambitie om de administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven in de periode 2010-2012 te reduceren met 10%. Uit de voortgangsrapportage Programma Regeldruk Bedrijven blijkt een verwachte afname eind 2012 van ruim 11%1. De kwantitatieve vermindering van de regeldruk lijkt dan ook te worden gerealiseerd. De beleving van de regeldruk door de ondernemers in het MKB is in dit kader ook van groot belang. Panteia/EIM heeft daarom een nieuwe meting uitgevoerd onder de leden van het MKB-Beleidspanel naar de merkbaarheid van de verschillende reductiemaatregelen. In 2012 is 70% van de MKB-ondernemers nog steeds ontevreden over de merkbaarheid van de vermindering van regeldruk. Er vindt door de loop van de jaren echter wel een lichte toename van de merkbaarheid van het gevoerde beleid plaats. In 2012 geeft 10% van de MKB-ondernemers aan dat de effecten van het gevoerde beleid om de administratieve lasten te verminderen binnen het bedrijf duidelijk merkbaar zijn, terwijl dit in 2010 nog 8% en in 2007 nog slechts 4% was. Uit deze rapportage blijkt verder dat de waardering voor de dienstverlening van de overheid ongeveer op gelijk niveau blijft. Ten aanzien van het beleid van de overheid om de lasten van overheidstoezicht en inspecties te verminderen blijkt bijna de helft (47%) van de ondernemers daar geen duidelijk merkbaar effect van te ervaren in het eigen bedrijf. Daartegenover merkt 16% van de MKB-ondernemers wel een duidelijk effect van dit beleid. In het algemeen blijken de kleine bedrijven in het MKB iets positiever over het gevoerde beleid dan de middelgrote bedrijven. Daarnaast blijken bedrijven in de financiële sector het minst effect van de reductiemaatregelen te ervaren. Een verklaring voor de verschillen naar grootteklasse en sectoren zijn door Panteia/EIM niet onderzocht. De MKB-ondernemers vinden het doen van belastingaangiften en de overbodige bureaucratie het meest ergerlijk. De belastingaangiften en de administratie in het kader van de jaarrekening kosten MKB-ondernemers de meeste tijd.
1
2
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Programma Regeldruk Bedrijven. Voortgangsrapportage, juni 2012.
1
Aantal overheidsregels en verplichtingen
D a l in g in a a nta l o ve rh ei d s re g e ls no g st ee ds b ep e rk t o p ge me rk t In 2012 geeft 61% van de MKB-ondernemers aan het oneens te zijn met de stelling dat het aantal overheidsregels en -verplichtingen merkbaar is gedaald. Uit Figuur 1 blijkt wel dat het aantal MKB-ondernemers dat het (volledig) oneens is met de stelling in de loop der jaren afneemt. In 2007 en 2010 gaf nog respectievelijk 83% en 72% van de MKB-ondernemers aan geen merkbare vermindering van het aantal regels te ervaren. Het middenbedrijf is het ten opzichte van het kleinbedrijf vaker (volledig) oneens met de stelling. In 2012 vallen de sectoren financiële dienstverlening en logies en maaltijden in negatieve zin op. Hier geven respectievelijk 79% en 73% van de MKB-ondernemers aan het (volledig) oneens te zijn met de stelling dat het aantal overheidsregels en verplichtingen dat nageleefd moet worden de afgelopen jaren merkbaar is gedaald. Ook in de perceptiemetingen van 2007 en 2010 viel de financiële dienstverlening in negatieve zin op. Het meest positief over deze stelling zijn de bedrijven in de sectoren vervoer, opslag en communicatie en bouw. Figuur 1
Stelling 1: 'Het aantal overheidsregels en -verplichtingen dat mijn bedrijf
middenbedrijf
kleinbedrijf
moet naleven is in de afgelopen jaren merkbaar gedaald' 1
2007
7% 71%
2010
2007 2010
2012
13%
87%
5% 80%
8% 69%
2012
2010
12% 61%
2012
2007 totaal
83%
12%
83%
7% 72%
12% 61%
13% (volledig) mee oneens
(volledig) mee eens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
1
De percentages in de figuur tellen niet op tot 100%, omdat ook kon worden geantwoord met 'Neutraal' of 'Weet niet/wil niet zeggen'.
3
2
Eenvoud overheidsregels en verplichtingen
B i jna 6 0% va n de o nd er n em e rs e rva a rt g e en m e rk ba r e v er e en v ou d ig i ng va n ov e rh e ids r eg e ls In 2012 geeft 59% van de MKB-ondernemers aan dat de inhoud van de overheidsregels en -verplichtingen die het bedrijf moet nakomen niet merkbaar eenvoudiger is geworden. In 2010 gaf nog bijna driekwart (73%) van de MKB-ondernemers aan geen merkbare vermindering te hebben ervaren. Vooral bij de kleine bedrijven is het percentage ondernemers dat geen merkbare vereenvoudiging heeft ervaren afgenomen (van 72 naar 58%; zie Figuur 2). In de meting van 2012 geeft 14% van de MKB-ondernemers aan wel te ervaren dat in de afgelopen jaren de overheidsregels en verplichtingen merkbaar eenvoudiger zijn geworden. Dit betekent ten opzichte van 2010 een stijging met 3 procentpunten. Opvallend zijn de sectoren financiële dienstverlening, vervoer, opslag en communicatie en logies en maaltijden, waar respectievelijk 82% en 72% en 69% van de MKB-ondernemers aangeeft het (volledig) oneens te zijn met de stelling. In positieve zin vallen de sectoren industrie en handel en reparatie op; hier geeft respectievelijk 18% en 16% van de ondernemers aan in de afgelopen jaren gemerkt te hebben dat de inhoud van de overheidsregels en -verplichtingen die moeten worden nageleefd merkbaar eenvoudiger is geworden. Figuur 2
Stelling 2: 'De inhoud van overheidsregels en -verplichtingen die mijn bedrijf moet naleven, zijn in de afgelopen jaren merkbaar eenvoudiger ge-
middenbedrijf
kleinbedrijf
worden'
2007
8% 72%
2010
2007 2010
2012
14%
83%
8% 75%
12%
69%
2012
2010
11% 58%
2012
2007 totaal
79%
14%
79%
8%
73%
11% 59%
14% (volledig) mee oneens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
4
(volledig) mee eens
Tijdsbesteding aan administratieve handelingen
T i j ds be st e di ng a a n a d mi n i st ra t i ev e ha n de l i ng en ie ts a f ge no me n In 2012 geeft 61% van de MKB-ondernemers aan dat zij niet merkbaar minder tijd besteden aan het voldoen van overheidsregels en -verplichtingen. In 2010 was dit nog 74% en in 2007 83%. Het percentage MKBondernemers dat het (volledig) eens is met de stelling is in de periode toegenomen van 5% in 2007, via 9% in 2010 tot 13% in 2012. Zes op de tien kleine bedrijven geven aan dat de tijdsbesteding voor hun bedrijf om aan overheidsregels en verplichtingen te voldoen in de afgelopen jaren niet (merkbaar) is verminderd. Middelgrote bedrijven merken nog minder een vermindering van de tijdsbesteding, gezien het feit dat in 2012 nog altijd 73% het oneens is met deze stelling (zie Figuur 3). MKB-ondernemers in de sectoren financiële dienstverlening en logies en maaltijden zijn het met respectievelijk 86% en 72% van de MKBondernemers relatief vaak (volledig) oneens met de stelling. Met 16% en 15% (volledig) eens vallen de sectoren handel en reparatie en bouw juist in positieve zin op. Figuur 3
Stelling 3: 'De tijd die mijn bedrijf besteedt om te voldoen aan de overheidsregels en -verplichtingen is in de afgelopen jaren merkbaar vermin-
middenbedrijf
kleinbedrijf
derd'
82%
2007
6% 74%
2010
2007 2010
9% 60%
2012
13%
89%
4% 81%
7% 73%
2012 2007
totaal
3
10%
83%
2010 2012
5% 74%
9% 61%
13% (volledig) mee oneens
(volledig) mee eens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
Later in deze rapportage zal nader worden ingegaan op de specifieke administratieve handelingen die door de MKB-ondernemers genoemd zijn als meest tijdrovend.
5
4
Effecten overheidsbeleid administratieve lasten
E en o p d e t i en M KB - ond e rn e me rs e r va a r t ef fec t en ge vo e rd b e l e id In 2012 geeft 70% van de MKB-ondernemers aan dat zij geen merkbare effecten ervaren van het beleid van de overheid om de administratieve lasten te verminderen, tegen 79% in 2010 en 85% in 2007. Uit Figuur 4 blijkt dat 10% van de MKB-ondernemers wel effecten in het eigen bedrijf merkt. Het middenbedrijf is het in alle drie de metingen vaker (volledig) oneens met de stelling dan het kleinbedrijf. Het percentage (volledig) eens met de stelling is in beide grootteklassen inmiddels aan elkaar gelijk. Ook hier valt de sector financiële dienstverlening evenals in eerdere metingen in negatieve zin op. In 2012 geeft 86% van de MKB-ondernemers in deze sector aan geen duidelijk merkbare effecten te ervaren. De sectoren overige dienstverlening, vervoer, opslag en communicatie en bouw zijn het positiefst over de effecten van het gevoerde beleid (respectievelijk 15%, 13% en 13% van de ondernemers in deze sectoren zijn het eens met de stelling). Figuur 4
De overheid heeft de afgelopen jaren zwaar ingezet op het verminderen van de administratieve lasten. Stelling 4: 'Binnen mijn bedrijf zijn de ef-
middenbedrijf
kleinbedrijf
fecten van dit beleid nu duidelijk merkbaar'
2007
2010 2012
2010 2012
8% 69%
2012 2007
4%
78%
2010
2007 totaal
84%
10%
89%
3%
85%
7%
79%
10%
85%
4%
79%
8% 70%
10% (volledig) mee oneens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
6
(volledig) mee eens
Toezichtslasten
B i jna d e he l ft va n d e M K B - on de r ne me rs m e rk t g e en v er m in de r in g t o ez i cht s la s te n De overheid heeft de afgelopen jaren ingezet op het verminderen van de lasten van toezicht en inspecties. Het beleid moet daarbij meer gebaseerd worden op vertrouwen dan op wantrouwen. Eén van de maatregelen is het invoeren van de inspectievakantie vanaf begin 2011. De inspectievakantie houdt in dat een bedrijf maximaal twee inspectiebezoeken per jaar krijgt, indien dat bedrijf drie jaar lang goed naleefgedrag heeft laten zien. Een tweede maatregel is de ontwikkeling van instrumenten als Inspectieview en het OndernemingsDossier. Dit betreft digitale voorzieningen die het mogelijk maken om gegevens tussen bedrijven en toezichthouders uit te wisselen die gebruikt kunnen worden bij het plannen, voorbereiden en uitvoeren van de inspectiebezoeken. Dit kan de tijdsbesteding van de ondernemer aan de inspectiebezoeken verminderen. Een derde maatregel is de afstemming die plaats moet vinden tussen rijksinspectiediensten en lokale toezichthouders om zo stapeling van toezicht door verschillende toezichthouders te voorkomen. In Figuur 5 is te zien in hoeverre de MKB-ondernemers de effecten van het beleid om de last van overheidstoezicht en inspecties te verminderen duidelijk merkbaar vinden. In 2012 geeft 16% van de MKB-ondernemers aan dat zij duidelijk effecten van dit beleid ervaren en 47% zegt dat er geen duidelijke effecten merkbaar zijn. Opvallend is dat de middelgrote bedrijven op deze stelling iets vaker positief reageren dan de kleine bedrijven, al reageert ook een groter gedeelte negatiever (55% tegen 47% oneens). Figuur 5
De overheid heeft de afgelopen jaren geprobeerd om de last die bedrijven hebben van overheidstoezicht en inspecties te verminderen. Stelling 5:
middenbedrijf
kleinbedrijf
'Binnen mijn bedrijf zijn de effecten van dit beleid nu duidelijk merkbaar'
68%
2007
10% 61%
2010
2007 2010
2012
16%
76%
8% 66%
12% 55%
2012
2010
12% 47%
2012
2007 totaal
5
20%
69%
10% 62%
12% 47%
16% (volledig) mee oneens
(volledig) mee eens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
De MKB-ondernemers in de sectoren financiële dienstverlening (12% eens met de stelling) en verhuur en zakelijke dienstverlening (13%) zijn evenals in 2010 (respectievelijk 6% en 8%) het minst positief over de merkbaarheid van het gevoerde beleid, maar de merkbaarheid is dus ook hier wel toege-
7
nomen. De financiële dienstverlening heeft ook het grootste percentage (75%) MKB-ondernemers dat het (volledig) oneens is met de stelling. Ook de ondernemers in de sector logies en maaltijden (68% oneens) valt in negatieve zin op. Het positiefst zijn de MKB-ondernemers in de sectoren vervoer, opslag en communicatie (25% eens met de stelling) en bouw (20% eens). Een mogelijke verklaring voor het lage percentage MKB-ondernemers dat de effecten van het beleid merkbaar vindt, zou kunnen liggen in de vertraging die hier optreedt. Maatregelen als de inspectievakantie eisen eerst aantoonbaar goed naleefgedrag (van drie jaar), voordat kan worden overgegaan op verminderd toezicht. Instrumenten als Inspectieview en het elektronisch Ondernemingsdossier moeten ook eerst door bedrijven of brancheorganisaties geïntroduceerd en geïmplementeerd worden, voordat de effecten daadwerkelijk zichtbaar worden, en ook de afstemming tussen rijksinspectiediensten en lokale toezichthouders heeft tijd nodig. Aan de MKB-ondernemers is ook gevraagd van welke toezichthouder of inspectiedienst zij de meeste overlast ervaren. Bijna de helft (46%) van de MKB-ondernemers geeft aan van geen enkele toezichthouder of inspectiedienst in het bijzonder overlast te ervaren. Daarnaast zegt 2% het niet te weten of te willen zeggen. Van de MKB-ondernemers die een toezichthouder of inspectiedienst noemen, noemt ruim een derde de Belastingdienst. Ook lokale toezichthouders, zoals de brandweer, worden door 20% van de MKB-ondernemers genoemd. Daarna volgen drie ‘nieuwe’1 inspectiediensten; de Inspectie Leefomgeving en Transport (11%), de Inspectie SZW (10%) en de Nederlandse Voedselen WarenAutoriteit (5%).
1
8
Nieuw in de zin van ‘ontstaan uit een fusie van een aantal inspectiediensten. Zo is de inspectie Leefomgeving en Transport per 1 januari 2012 ontstaan uit een samenvoeging van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en de VROM-inspectie. De inspectie SZW bestaat ook sinds 1 januari 2012 en komt voort uit de voormalige ArbeidsInspectie (AI), de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) en de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD). De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit is per 1 januari 2012 ontstaan uit een fusie van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA), de Plantenkundige Dienst (PD) en de Algemene InspectieDienst (AID).
Tabel 1
Top toezichthouders die volgens MKB-ondernemers de meeste overlast veroorzaken
Toezichthouder
Percentage*
1
Belastingdienst/Fiscus
34%
2
Lokale toezichthouders
20%
3
Inspectie Leefomgeving en Transport
11%
4
Inspectie SZW
10%
5
Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (nVWA)
5%
6
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
3%
7
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
2%
8
RijksDienst voor het Wegverkeer (RDW)
1%
9
Douane
1%
10
Overig (o.a. NMa, IGZ, DNB)
13%
Bron: Panteia/EIM, 2012 *) van de MKB-ondernemers die overlast ervaren van een toezichthouder (n = 1.231).
Van de MKB-ondernemers die een toezichthouder of inspectiedienst genoemd hebben die de meeste overlast veroorzaakt, geeft ruim twee derde aan dat dit veroorzaakt wordt doordat deze toezichthouder of inspectiedienst de ondernemer veel tijd kost. Figuur 6
In welke zin ervaart u overlast van deze toezichthouder of inspectiedienst?
Deze toezichthouder of inspectiedienst kost veel tijd
68%
Deze toezichthouder of inspectiedienst zorgt voor veel ergernis
59%
Deze toezichthouder of inspectiedienst verandert regelmatig de door haar gestelde eisen
(nog) anders, te weten:
43%
22%
Bron: Panteia/EIM, 2012.
Van de toezichthouders die het vaakst genoemd zijn als overlastgevend is in Tabel 2 weergegeven wat de belangrijkste oorzaak hiervan is. Zo blijkt dat bij de MKB-ondernemers die de Belastingdienst hebben genoemd als toezichthouder die de meeste overlast veroorzaakt, de belangrijkste reden hiervoor de tijd is die deze toezichthouder het bedrijf kost. Bij de lokale toezichthouders wordt de ergernis die deze toezichthouders veroorzaken het meest (door 73%) genoemd.
9
Tabel 2
Belangrijkste oorzaak van de overlast per toezichthouder
Toezichthouder
Belangrijkste reden
1
Belastingdienst/Fiscus
Veel tijd (door 82% genoemd)
2
Lokale toezichthouders
Ergernis (73%)
3
Inspectie Leefomgeving en Transport
Veel tijd (65%)
4
Inspectie SZW
Ergernis (56%)
5
Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (nVWA)
Ergernis (75%)
6
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Veel tijd (77%)
7
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Veel tijd (87%)
8
RijksDienst voor het Wegverkeer (RDW)
Veel tijd (64%)
9
Douane
Veel tijd (77%)
Bron: Panteia/EIM, 2012.
Bij '(nog) anders, te weten…' worden de volgende redenen een aantal keer genoemd: − De hoge kosten die gemaakt moeten worden om aan de gestelde eisen van de toezichthouder te kunnen voldoen, onder andere kosten voor de inhuur van derden. − De verschillen die bestaan met betrekking tot de eisen die door verschillende gemeenten gesteld worden (met name in relatie tot de lokale toezichthouders). − Onduidelijkheid en tegenstrijdigheden over de door de toezichthouder gestelde eisen. − Gebrek aan kennis bij de toezichthouder van de praktijk waarin het bedrijf moet opereert. − De houding en het gedrag van de controleurs staat de bedrijven niet aan. − Wisseling van controleurs zorgt voor problemen of extra inspanning van het bedrijf om de toezichthouder wegwijs te maken in het bedrijf. − Gebrek aan flexibiliteit bij de toezichthouder en de starheid van de regelgeving.
10
6
Dienstverlening overheid aan het MKB
D i e ns tv er l en i ng ov e rh e id k r i jg t ee n 5, 5 De dienstverlening van de overheid wordt door 60% van de MKB-ondernemers met een voldoende beoordeeld. In 2010 gaf nog 64% van het MKB een voldoende, een daling van 4 procentpunten. Opvallend is dat het middenbedrijf wel iets vaker een voldoende geeft, maar het kleinbedrijf juist niet (zie Figuur 7). Figuur 7
Percentage MKB-bedrijven dat de dienstverlening van de overheid met een voldoende (5,5 en hoger) waardeert, naar grootteklasse
64%
62%
60%
51%
63%
64%
49%
Kleinbedrijf
Middenbedrijf 2007
60%
51%
2010
Totaal 2012
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
Figuur 8 laat de ontwikkeling van het gemiddelde cijfer per grootteklasse zien. Opvallend is de stijging van het gemiddelde cijfer gegeven door het middenbedrijf. In 2012 is het gemiddelde cijfer van het middenbedrijf gestegen naar een 5,6. Voor het totale MKB is het gemiddelde cijfer gelijk gebleven aan 2010, namelijk een 5,5. Figuur 8
Gemiddelde cijfers voor de dienstverlening van de overheid, naar grootteklasse
6 5.9 5.8 5.7 5.6 5.5 5.4 5.3 5.2 5.1 5 Kleinbedrijf
Middenbedrijf 2007
2010
Totaal MKB 2012
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
11
7
Specifieke administratieve handelingen
7.1
Ergernissen In 2012 geeft 41% van de MKB-ondernemers aan dat geen enkele administratieve handeling hen ergert. Het percentage MKB-ondernemers dat geen enkele ergerlijke administratieve handeling noemt is daarmee verder gedaald van 22% in 2010 en 10% in 2007. Op dit moment noemt 59% van de ondernemers dus een of meerdere specifieke handelingen waaraan men zich ergert.
B e la s t inga a ng i ft en no g s t ee ds o p num me r 1 In 2012 wordt het doen van belastingaangiften het vaakst genoemd als ergerlijke administratieve handeling. Wanneer ook de BTW-aangiften worden meegenomen, ergert ruim een kwart van de ondernemers zich hieraan. Uit metingen van administratieve lasten blijkt dat de belastingwetgeving ook verantwoordelijk is voor de hoogste administratieve lasten voor bedrijven1. Op de tweede plaats in de top 10 meest genoemde ergernissen staat overbodige regelgeving/bureaucratie. Tabel 3
Top 10 administratieve verplichtingen waar MKB-ondernemers zich het meest aan ergeren
2012
2010
2007
2006
1
Belastingaangiften
18,9%
20,5% (1)
10,0%
10,6%
2
Overbodige regelgeving/bureaucratie
11,7%
2,2% (12)
1,2%
0,4%
3
BTW
9,6%
2,3% (11)
1,3%
3,9%
4
Kilometeradministratie
6,5%
2,3% (10)
1,9%
2,3%
5
Statistieken/enquêtes
6,4%
5,0% (7)
3,8%
16,4%
6
Administratie in het kader van de jaarrekening
4,8%
7,7% (2)
9,3%
1,0%
7
Meewerken aan controles en toezicht
3,9%
6,5% (3)
4,5%
0,7%
8
Milieu(zaken)
3,6%
6,0% (4)
12,9%
3,0%
9
Aanvraag van vergunningen
3,5%
5,8% (6)
10,3%
3,7%
10
Gemeentelijke verplichtingen
2,9%
3,4% (9)
2,5%
0,7%
71,9%
61,7%
57,7%
42,7%
67,2%
68,0%
45,3%
Totaal top 10 Totaal oorspronkelijke top 10
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2006 - 2007 - 2010 - 2012.
Ook kilometeradministratie en statistieken/enquêtes worden in 2012 vaker genoemd dan in 2010, waardoor beide administratieve handelingen hoger in de top 10 terecht zijn gekomen.
1
12
Boog, J. et al., The Sustainable SCM (Standard Cost Model): An innovative two edged sword. Calculating, monitoring, (EU) Benchmarking reduction of administrative burden and energy, Zoetermeer, september 2012
Sterke dalingen van de ergernis komen naar voren rondom de administratie in het kader van de jaarrekening, het meewerken aan controles en toezicht en rondom milieu(zaken). Ook arbo/arbeidsomstandigheden en administratie in het kader van het personeel worden in 2012 minder vaak als ergerlijk ervaren. Tabel 4
Overige administratieve verplichtingen waar MKB-ondernemers zich aan ergeren
11 12
Administratieve verplichting
2012
2010
2007
2006
Arbo/arbeidsomstandigheden
2,7%
5,8% (5)
10,3%
3,7%
Administratie in het kader van het per-
2,7%
4,2% (8)
7,8%
5,0%
soneel 13
Voedselveiligheid
1,1%
1,3% (15)
1,7%
1,4%
14
Rijtijdenbesluit
1,1%
0,8% (17)
0,5%
-
15
Bouwregelgeving
0,9%
0,5% (25)
1,9%
0,3%
16
Subsidie
0,7%
1,0% (16)
-
-
17
Douane verplichtingen
0,7%
0,7% (21)
0,5%
0,4%
18
Financiële dossiervorming/WFT/WFD
0,6%
0,4% (28)
0,8%
-
19
Wijzigende regelgeving
0,6%
0,6% (23)
1,5%
0,9%
20
(Brand)veiligheid
0,6%
1,7% (13)
3,4%
0,4%
21
Sociale regels
0,5%
1,5% (14)
0,7%
0,0%
22
Certificering
0,3%
-
-
-
23
Europese/internationale regelgeving
0,2%
0,3% (31)
0,8%
0,7%
24
Rookbeleid
0,2%
0,4% (26)
1,5%
-
25
Afvalregistratie
0,1%
0,2% (35)
-
-
26
Toeristenbelasting
0,1%
0,2% (34)
-
-
27
Auteursrechten/BUMA/Stemra
0,1%
0,3% (30)
-
-
28
Etikettering/verpakkingen
0,1%
0,8% (18)
0,4%
0,7%
Overig
6,4%
4,7%
0,1%
11,3%
Weet niet/wil niet zeggen
8,4%
9,0%
9,1%
31,0%
28,1%
34,4%
41,0%
55,8%
32,8%
32,0%
54,7%
Totaal
Totaal oorspronkelijke overige ergernissen Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2006 - 2007 - 2010 - 2012.
In 2012 is een aantal administratieve verplichtingen die in eerdere metingen als ergerlijk naar voren kwamen niet meer specifiek genoemd. Het gaat hierbij om verkeersregels, tegenstrijdige regelgeving, betutteling, legionella en reprorecht. Ten opzichte van de meting in 2010 zijn met name (brand)veiligheid en sociale regels minder vaak als ergerlijk genoemd. Op vele terreinen zijn in de afgelopen tijd maatregelen getroffen om de administratieve lasten te beperken. Zo heeft de belastingdienst vele wijzigingen doorgevoerd die de last voor het bedrijfsleven aanzienlijk zouden moeten (gaan) beperken. Denk aan digitalisering van de aangiften, de vereen-
13
voudiging van de Werkkostenregeling en het Pakket Belastingplan 2012. Een van de maatregelen uit dit pakket is de invoering van de Verklaring zakelijk gebruik bestelauto. Bedrijven hoeven hierdoor niet meer iedere rit te registreren om aan te tonen dat de bedrijfswagen alleen voor zakelijk gebruik dient. Dit zou de ergernis rondom de kilometeradministratie sterk kunnen verminderen. Op het terrein van statistieken en enquêtes heeft het CBS het aantal enquêtes verminderd en de uitvraag vereenvoudigd. Dit door niet te vragen naar gegevens die al via andere bronnen (bijvoorbeeld belastingaangiften) beschikbaar zijn en door de vragen beter aan te laten sluiten op de bedrijfsadministratie. Het effect van deze reductiemaatregelen zou in een latere meting naar voren kunnen komen. Op het terrein van de milieuzaken en de aanvraag van vergunningen is een aantal maatregelen getroffen. Voor sommige gevallen is de vergunningplicht (vanuit de Wet Milieubeheer) komen te vervallen en kan worden volstaan met een melding. Daarnaast hebben veel gemeenten werk gemaakt van de opening van één (online) omgevingsloket waar de ondernemer voor de aanvraag van vergunningen terechtkan. Deze maatregelen zouden verklaringen kunnen zijn voor het verminderen van de ergernis.
7.2
Tijdrovende administratieve handelingen In 2012 geeft een kwart van de MKB-ondernemers aan dat geen enkele administratieve handeling hen de meeste tijd kost. Bij de meting in 2010 lag dit nog op ruim 15%. Op dit moment geeft dus nog driekwart van de ondernemers een specifieke administratieve handeling op als meest tijdrovend (zie Tabel 5 en Tabel 6). Tabel 5
Top 10 administratieve handelingen die de MKB-ondernemers de meeste tijd kosten
Administratieve verplichting
2010
2007
1
Belastingaangiften
27,2%
27,3% (1)
12,4%
2
Administratie in het kader van de jaarrekening
15,4%
16,6% (2)
15,8%
3
BTW
12,8%
3,1% (9)
7,6%
4
Meewerken aan controles en toezicht
5,0%
4,0% (7)
3,1%
5
Overbodige regelgeving/bureaucratie
3,8%
0,4% (18)
-
6
Administratie in het kader van het personeel
3,7%
6,9% (3)
7,6%
7
Kilometeradministratie
3,7%
1,9% (11)
1,8%
8
Statistieken/enquêtes
3,2%
3,8% (8)
3,6%
9
Milieu(zaken)
3,2%
4,4% (5)
9,4%
Aanvraag van vergunningen
3,0%
4,6% (4)
4,3%
81,0%
73,0%
65,6%
76,7%
69,9%
10
Totaal top 10 Totaal oorspronkelijke top 10 Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007-2010-2012.
14
2012
Uit Tabel 5 blijkt dat het percentage MKB-ondernemers dat in 2012 de belastingaangiften noemt als meest tijdrovende administratieve handeling nagenoeg gelijk is gebleven aan 2010. Ook de administratie in het kader van de jaarrekening blijft op de tweede plaats in de ranglijst staan. De BTW stijgt van plaats negen naar de derde plaats. De overige administratieve handelingen worden door een lager aantal ondernemers genoemd als meest tijdrovend. De daling van de handelingen met betrekking tot de administratie in het kader van het personeel, milieu(zaken) en de aanvraag van vergunningen komt overeen met de daling in de ranglijst van meest ergerlijke handelingen. Op een aantal punten wijkt de lijst met ergerlijke administratieve handelingen af van de lijst met handelingen die de meeste tijd kosten. Zo worden bijvoorbeeld de belastingaangiften, administratie in het kader van de jaarrekening en de BTW-aangiften vaker genoemd als meest tijdrovend dan als ergerlijk. Daartegenover worden overbodige regelgeving/bureaucratie, de kilometeradministratie en de statistieken en enquêtes juist vaker genoemd als ergerlijke handelingen dan als de handelingen die het meest tijdrovend zijn. Een verklaring kan liggen in het nut van de handeling, die de MKBondernemers ervaren. Wanneer een verplichte administratieve handeling als nuttig wordt ervaren, bijvoorbeeld in geval van de belastingaangiften en de jaarrekening, dan kan deze handeling veel tijd kosten, maar minder ergernis oproepen. In Tabel 6 worden de overige administratieve handelingen getoond die door de ondernemers zijn genoemd als handelingen die de meeste tijd kosten. De handelingen rondom arbeidsomstandigheden zijn voor het eerst buiten de top 10 van meest tijdrovende administratieve handelingen terechtgekomen.
15
Tabel 6
Overige administratieve handelingen die de MKB-ondernemers de meeste tijd kosten
Administratieve verplichting
2010
2007
11
Arbo/arbeidsomstandigheden
1,8%
4,1% (6)
10,4%
12
Gemeentelijke verplichtingen
1,3%
1,9% (10)
1,0%
13
Voedselveiligheid
1,1%
1,5% (12)
2,0%
14
Certificering
1,0%
-
-
15
Rijtijdenbesluit
0,9%
0,7% (15)
-
16
Financiële dossiervorming/WFT/WFD
0,7%
0,3% (21)
0,5%
17
(Brand)veiligheid
0,5%
1,1% (14)
-
18
Subsidie
0,5%
0,6% (17)
-
19
Sociale regels
0,3%
0,6% (16)
-
20
Bouwregelgeving
0,3%
0,3% (23)
1,3%
21
Douane verplichtingen
0,2%
0,4% (19)
0,3%
22
Europese/internationale regelgeving
0,2%
0,1% (30)
-
23
Wijzigende regelgeving
0,1%
0,4% (20)
-
24
Legionella
0,1%
0,2% (27)
-
25
Toeristenbelasting
0,1%
0,2% (28)
-
Weet niet/wil niet zeggen
7,3%
8,4%
9,2%
Overig
2,6%
3,5%
13,4%
Totaal
19,0%
24.7%
38,1%
23,3%
30,1%
Totaal oorspronkelijke overige ergernissen Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007-2010-2012.
16
2012
Verwachtingen
V e r wa c ht in ge n la st en red uc t ie ie ts m in d er n ega t i ef De MKB-ondernemers is, naast hun ervaringen met het gevoerde overheidsbeleid, gevraagd naar hun verwachting voor de komende jaren. Ook in de komende jaren zal aandacht besteed worden aan het verminderen van de regeldruk voor bedrijven. De stelling heeft specifiek betrekking op de verwachting van de ondernemers voor de ontwikkeling van de administratieve lasten. Uit Figuur 9 blijkt dat ruim 21% van de MKB-ondernemers verwacht dat de administratieve lasten in de komende jaren door het gevoerde beleid zullen dalen. In 2012 is nog steeds bijna de helft van de ondernemers (47%) het (volledig) oneens met de stelling. Hiermee is de verwachting iets minder negatief geworden dan in 2010 en 2007. Destijds was ruim de helft (52%) het oneens. Middelgrote bedrijven reageren in 2012 iets vaker positief en tegelijkertijd vaker negatief op deze stelling dan de kleine bedrijven. Figuur 9
De komende jaren wil de overheid de administratieve lasten van bedrijven verminderen. Stelling 6: 'Ik verwacht dat hierdoor mijn administratieve
middenbedrijf
kleinbedrijf
lasten de komende jaren zullen dalen'
totaal
8
2007
52% 51%
2010
2010
21%
57%
20%
53%
2012
52%
2007
52%
2010
52%
2012
21%
46%
2012 2007
24%
19% 22% 24% 21% 47%
21% (volledig) mee oneens
(volledig) mee eens
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007 - 2010 - 2012.
MKB-ondernemers in de sectoren bouw (27% eens met de stelling), logies en maaltijden (25%) en Handel en reparatie (24%) hebben de meest positieve verwachtingen. Tegelijkertijd behoort de sector logies en maaltijden, met 56% van de MKB-ondernemers die het oneens zijn met de stelling, tot de sectoren waarin meer dan de helft van de ondernemers verwacht dat de administratieve lasten niet zullen dalen. Alleen de sectoren financiële dienstverlening (68% oneens) en vervoer, opslag en communicatie (64%) kennen een hoger percentage MKB-ondernemers met negatieve verwachtingen.
17
BIJLAGE
De tabellen 7, 8 en 9 geven een overzicht van de percentages MKBondernemers die het (volledig) eens zijn met de in de paragrafen genoemde stellingen. In Tabel 7 staan de uitkomsten van 2012, in Tabel 8 de uitkomsten van 2010 en Tabel 9 de uitkomsten van de meting in 2007. Tabel 7
Overzicht (volledig) eens met de stelling naar sectoren in 2012
Sector
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
1
2
3
4
5
6
Industrie
11%
15%
13%
8%
18%
21%
Bouwnijverheid
19%
14%
15%
13%
20%
27%
Handel en reparatie consumen-
15%
18%
16%
8%
17%
24%
7%
15%
11%
12%
17%
25%
Vervoer, opslag en communicatie
21%
9%
13%
13%
25%
17%
Financiële instellingen
10%
8%
8%
4%
12%
18%
8%
13%
10%
9%
13%
18%
14%
12%
14%
15%
15%
20%
13%
14%
13%
10%
16%
21%
tenartikelen Logies en maaltijden
Verhuur en zakelijke dienstverlening Overige dienstverlening Totaal
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
Tabel 8
Overzicht (volledig) eens met de stelling naar sectoren in 2010
Sector
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
1
2
3
4
5
6
8%
14%
10%
7%
15%
19%
Bouwnijverheid
15%
18%
10%
9%
13%
27%
Handel en reparatie consumen-
12%
16%
8%
5%
12%
18%
Logies en maaltijden
9%
7%
12%
10%
16%
28%
Vervoer, opslag en communicatie
7%
17%
6%
8%
13%
21%
Financiële instellingen
8%
4%
6%
2%
6%
11%
12%
24%
9%
8%
8%
19%
15%
18%
15%
9%
11%
23%
12%
18%
9%
7%
11%
21%
Industrie
tenartikelen
Verhuur en zakelijke dienstverlening Overige dienstverlening Totaal
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2010.
18
Tabel 9
Overzicht (volledig) eens met de stelling naar sectoren in 2007
Sector
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
1
2
3
4
5
6
Industrie
9%
5%
5%
4%
9%
25%
Bouwnijverheid
7%
10%
7%
5%
14%
26%
Handel en reparatie consumen-
6%
8%
6%
4%
11%
25%
Logies en maaltijden
6%
8%
6%
4%
12%
25%
Vervoer, opslag en communicatie
5%
11%
10%
7%
12%
18%
Financiële instellingen
2%
2%
2%
2%
2%
13%
Verhuur en zakelijke dienstverle-
6%
10%
5%
3%
6%
25%
Overige dienstverlening
7%
8%
6%
5%
7%
29%
Totaal
6%
9%
6%
4%
10%
25%
tenartikelen
ning
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2007.
Stellingen: 1
'Het aantal overheidsregels en -verplichtingen dat mijn bedrijf moet na-
2
'De overheidsregels en -verplichtingen die mijn bedrijf moet naleven,
leven, is in de afgelopen jaren merkbaar gedaald' zijn in de afgelopen jaren merkbaar eenvoudiger geworden' 3
'De tijd die mijn bedrijf besteedt om te voldoen aan de overheidsregels en -verplichtingen is in de afgelopen jaren merkbaar verminderd'
4
'De overheid heeft de afgelopen jaren zwaar ingezet op het verminderen van de administratieve lasten. Binnen mijn bedrijf zijn de effecten van dit beleid nu duidelijk merkbaar'
5
'De overheid heeft de afgelopen jaren geprobeerd om de last die bedrijven hebben van overheidstoezicht en inspecties te verminderen. Binnen mijn bedrijf zijn de effecten van dit beleid nu duidelijk merkbaar'
6
'De komende jaren wil de overheid de administratieve lasten van bedrijven verminderen. Ik verwacht dat hierdoor mijn administratieve lasten de komende jaren zullen dalen'
19