FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS JAARGANG 6
>
THEMANUMMER 1
>
FEBRUARI 2007
reflexief De canon van Nederland THEMA: KENNISSAMENLEVING
PAGINA 4
Vanwaar de behoefte aan canoniseren? PAGINA 8
De stamboom van Nederland in kaart PAGINA 11
Leren voor het leven PAGINA 16
Cesuur tussen beeld en werkelijkheid PAGINA 18
De canon: van kennisinstrument naar pedagogie? PAGINA 21
Oooh, is het een verhaal!
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
TEN GELEIDE
De canon van Nederland Vorig jaar oktober presenteerde de commissie Van Oostrom de langverwachte historische canon van Nederland. Daarvoor was iedere Nederlander een jaar lang in de gelegenheid geweest om via www.entoen.nu opmerkingen en suggesties te geven. Ook de NKSR deed dat in een brief in maart 2006. Daarin pleitte hij voor ruimte voor de religieuze tradities in de culturele canon. Na het verschijnen van de canon leek een soort sneeuwbaleffect op te treden. Verschillende gemeenten en provincies werken aan een eigen canon. Naast de cultuursector bezinnen ook bèta-wetenschappers en economen zich op de ontwikkeling van een canon voor hun vakgebied. De NKSR onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van een canon van het christendom voor katholieke scholen.
Volgens Wilbert van Walstijn is deze belangstelling voor de canon geen trend of hype, maar past hij in een lange onderwijsontwikkeling. Kerkhistoricus Peter Nissen schrijft de behoefte aan canons bij een deel van de samenleving toe aan een herontdekking van het belang van geschiedenis om de eigen tijd beter te kunnen verstaan. Door de ‘vreemdheid’ van het verleden tot je te laten doordringen kun je meer inzicht krijgen in de hedendaagse cultuur. Thom Geurts vraagt aandacht voor de verbinding van het denken over een canon met de pedagogische beroepskern van leraren. Zij zijn een onvervangbaar station in de persoonswording van leerlingen. “Levensverhalen en de traditionele kettingen daarvan kunnen de leergierigheid en kennishonger van leerlingen prikkelen. De verhalen wachten op hun vertellers”, stelt hij. Karin Melis meent dat de canon zijn belangrijkste doelgroep heeft gemist: overvoerde directeuren van basisscholen. De commissie constateert de hiaten, maar heeft geen onderzoek gedaan naar de werkelijkheid die daar achter schuilgaat. Daarnaast nog de meningen van mensen uit de praktijk opgetekend door Frank Seller: Jessie Mulder, leerkracht van een groep 3/4 van basisschool ’t Schrijverke in Den Bosch, Rob van Woerkom en Pieter Smeets.
REDACTIE
Reflexief
FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS
Reflexief = ‘door reflectie kennend’, synoniem van bespiegelend. Dat laatste is afgeleid van het substantief ‘reflex’ wat ondermeer weerschijn, weerspiegeling, spiegelbeeld betekent. Reflexief is op zoek naar de achtergronden bij actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving, signaleert trends en tendensen en probeert deze te duiden vanuit een kritische èn katholieke invalshoek. PAGINA 2
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
INHOUD
PA G I N A 4
Wilbert van Walstijn Vanwaar de behoefte aan canoniseren? Is het een nieuwe mode of een trend? Is het typisch een Nederlands fenomeen? Essay
PA G I N A 8
Wilbert van Walstijn De canon brengt de stamboom van Nederland in kaart. Interview met Peter Nissen, hoogleraar kerkhistorie verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
PA G I N A 11
Frank Seller Leren voor het leven, daar gaat het om. In gesprek met Rob van Woerkom, biologiedocent en docent ANW aan Notre Dame des Anges in Ubbergen en Pieter Smeets, natuurkundedocent en toetsdeskundige bij Cito.
PA G I N A 1 6
Column Karin Melis Culturele canon en het basisonderwijs: cesuur tussen beeld en werkelijkheid. Heeft de canon zijn belangrijkste doelgroep gemist?
PA G I N A 1 8
Thom Geurts De canon in het onderwijs: van kennisinstrument naar pedagogie? Leraren zijn een onvervangbaar station in de persoonswording van leerlingen. De verhalen wachten op hun vertellers.
PA G I N A 2 1
Frank Seller Oooh, is het een verhaal! Een interview met Jessie Mulder, leerkracht van groep 3/4 van basisschool ’t Schrijverke in Den Bosch.
PA G I N A 2 4
Open brief aan de Canoncommissie
PA G I N A 2 6
Boekbespreking Geloven in het publieke domein Verkenningen van een dubbele transformatie. W.B.H.J. van de Donk, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum (red.)
PA G I N A 2 7
Colofon PAGINA 3
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
Vanwaar de behoefte aan canoniseren? Na de verschijning van de historische canon van de commissie Van Oostrom op 16 oktober 2006 lijkt er een sneeuwbaleffect op te treden. Verschillende gemeenten en provincies werken aan een eigen canon. De cultuursector vraagt zich af of er niet een aparte culturele canon moet komen; bèta-wetenschappers, economen bezinnen zich ook op de ontwikkeling van een canon voor hun vakgebied. Het Letterkundig Museum komt volgend jaar met een literaire canon (en tentoonstelling) over de 100 belangrijkste Nederlandstalige schrijvers. De NKSR onderzoekt de mogelijkheid van een canon van het christendom voor katholieke scholen.
WILBERT VAN WALSTIJN
Waar komt de behoefte tot canoniseren plots vandaan? Is
en geschriften besliste Athanasius, aartsbisschop van
het een nieuwe mode of een trend? Is het typisch een
Alexandrië, in 367 na Christus welke ‘geïnspireerde
Nederlands fenomeen of sluit Nederland aan bij een
geschriften’ tot de Bijbel behoorden. Een discussie die
internationaal voorkomend fenomeen? In dit artikel wil ik
maar liefst zo’n 200 jaar had geduurd; tijdens de
duidelijk maken dat de canon die de commissie Van
Reformatie is het debat hernomen en werd opnieuw
Oostrom naar eigen zeggen ‘als een cadeau aan het
actueel met de vondst van de Nag Hammadigeschriften in
onderwijs’ heeft gepresenteerd, een gebeurtenis is die
1946 met ondermeer het Thomasevangelie en het
niet zomaar uit de lucht is komen vallen. De verschijning
Judasevangelie. Alleen deze geschiedenis laat al zien dat
van de ‘canon van Nederland’ is verbonden met een
een canon niet statisch en gelijk de geschiedenis zelf
bredere onderstroom van bijsturen in de onderwijsver-
nooit af is.
nieuwing. Canoniseren is niet ouderwets maar modern.
In de voorchristelijke tijd kenden ook de Grieken een
Je zou ook kunnen zeggen dat het een correctie is op een
canon, maar in een andere betekenis. Het was in die tijd
doorgeschoten ontwikkeling. In de ontgrenzende en
een ‘rietstok’, in gebruik bij bouw- en timmerlieden als
geïndividualiseerde samenleving gaan mensen weer op
hulpmiddel of richtlat om te voorkomen dat scheve
zoek naar houvast en het gemeenschappelijke. Het lijkt
constructies konden ontstaan. Hier heeft de canon de
me een goede zaak, vooral de weg er naar toe!
betekenis van meetlat of richtlijn. De Grieken en later tijdens de renaissance maakten
PAGINA 4
Oorsprong
kunstenaars veel studie van het menselijk lichaam. Zij
De canon is in de christelijke traditie rechtstreeks
waren op zoek naar de canon van dat lichaam, dat wil
verbonden met ‘de strijd’ over de vraag welke boeken en
zeggen zij zochten naar de relatieve proporties ervan. Zij
geschriften tot de Bijbel behoren. Canon heeft hier de
ontdekten dat allerlei vaste verhoudingen het menselijk
betekenis van erkenning. Uit een veelheid van evangeliën
lichaam beheersten, zij het dat het met de groei aan
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
verandering onderhevig was. Zo werd vastgesteld dat het
dat er iets mis is met de kennis omtrent Nederlandse
hoofd van een kind een kwart van het hele lichaam
geschiedenis en cultuur bij de hedendaagse jeugd’ (deel
uitmaakt, maar bij een volwassene is dat nog maar een
A, pag 15/16). In de paragraaf ‘Leraren en hun bagage’
achtste deel. Canon heeft hier de betekenis van regel, in
(deel A, pag 60) blijkt dat de commissie de toerusting van
de betekenis van ‘in de regel is dat zo’.
leraren op het gebied van kennis en culturele bagage ‘een
Ten slotte: wie kent niet de canon in de muziek. Het gaat
punt van zorg’ vindt. Zij legt ook de vinger op enkele
dan om een voorgezongen melodie die enige maten later
ontwikkelingen die in het onderwijs een rol hebben
wordt nagezongen door een andere stem. Onmiskenbaar
gespeeld (deel A, pag. 17):
heeft de canon hier de betekenis van voorbeeld.
•
Minder gereserveerde tijd voor historisch-cultureel
Het is niet moeilijk al deze betekenissen van de canon
onderwijs leidde ook tot minder bagage bij docenten
van een gemeenschappelijke noemer te voorzien: steeds
en leerlingen.
gaat het om het bieden van houvast of zekerheid. In alle
•
kunt gaan.
Kennisoverdracht werd afgewaardeerd ten gunste van vaardigheidstraining.
toepassingen wordt er steeds iets geboden waarvan je uit •
Ontwikkeling binnen vakken, zoals verschuiving van chronologie naar thema’s, verschuiving van algemene
Canoniseren als reactie De commissie Van Oostrom schrijft in haar voortreffelijke
kennis naar selectieve verdieping. Ontwikkelingen die mogelijk wat zijn doorgeschoten en
verantwoording dat zij ‘graag zou komen tot een minder defensieve en meer positieve beleving van de canon’(deel A, pag. 24). Terecht benadrukt de commissie bij monde van haar voorzitter de canon niet als een probleem, maar als een kans te zien. Het gaat vooral om de waarde van de canon in zichzelf. Die intrinsieke waarde van de canon spreekt ook uit de werkdefinitie die de commissie Van Oostrom hanteert: “Die waardevolle onderdelen van onze
Canoniseren is niet ouderwets maar modern.
cultuur en geschiedenis die we via het onderwijs aan nieuwe generaties willen meegeven.” (deel A, pag. 4) Het gaat daarbij niet om het aandragen van ‘een heldengalerij’ noch van ‘een dodenakker’, maar om ‘een collectief geheugen’ dat als een gemeenschappelijk referentiekader
waarop de canon als een corrigerende reactie is te zien.
kan dienen. De commissie zoekt de werkelijk intrinsieke
Het verlangen naar canonvorming kan echter in een
betekenis van de canon door deze te verbinden met het
breder maatschappelijk verband van ontwikkelingen
heden. Dat gebeurt uitdrukkelijk in de titel die zij de
worden geplaatst. Allereerst moet dan de internationali-
canon van Nederland heeft meegegeven: entoen.nu! En
sering worden genoemd met alle nevenverschijnselen
het gebeurt door de samenhang door de tijd heen erin te
van dien zoals de immigratie, inburgering en de defini-
betrekken. Het is geen opsomming van 50 losstaande
ering van Nederland als een land met een eigen taal,
feitjes, maar via vertakking en verdieping geeft een
cultuurgeschiedenis en identiteit. Ook de individualisering
venster uitzicht op samenhangende ontwikkelingen of te
als brede maatschappelijke trend mag niet onvermeld
wel op 14 hoofdlijnen in het verhaal van Nederland.
blijven. De nieuwe behoefte tot canoniseren heeft mijns inziens ook te maken met de ontwikkeling van een onder-
Toch ziet ook de commissie dat aan de wieg van het
wijsmodel waarbij het onderwijs als een zoekmachine
verlangen naar de canon ‘de pertinente overtuiging stond
fungeert voor individuele voorkeuren. PAGINA 5
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
Globalisering en lokalisering
In tal van landen is er een reactie op het cultuurrelati-
Het is al vaak gezegd: globalisering roept van de weerom-
visme gekomen. De commissie Van Oostrom wijst in dit
stuit lokalisering op. In de grote wereld zoeken mensen
verband naar de ‘Kulturcanon’ en de ‘Historiecanon’ in
hun eigen grond en culturele wortels op. Het ‘erfgoed-
Denemarken. Veel eerder, in 1987, publiceerde de
denken’ staat volop in de belangstelling. De
Amerikaanse hoogleraar E.D. Hirsch jr. zijn befaamde
Onderwijsraad wees er al op dat veel landen meedoen
boek Cultural Literacy. What every American needs to
aan canonvorming doordat zij de Werelderfgoedconventie
know. Mede door dit voorbeeld geïnspireerd bracht in
van de Unesco uit 1972 hebben geratificeerd. Nederland
ons land in 1992 de hoogleraar psychologie Kohnstamm
heeft dat in 1992 gedaan. Oorspronkelijk richtte dit
Het Cultureel Woordenboek op de markt. Inmiddels
verdrag zich alleen op het behoud van cultureel en
wegens succes uitgebreid tot een Nieuw Cultureel
natuurlijk erfgoed, sinds 2003 is er een belangrijke
Woordenboek. Een poging in 1991 van de hoogleraar
uitbreiding van de conventie om ook immaterieel erfgoed
Nederlandse letterkunde Anbeek om in Nederland weer een verplichte literatuurlijst ingevoerd te krijgen met 12 boektitels strandde nog. Meer succes had de commissie
Door de individualisering is de didactiek
De Rooy die in 2001 pleitte voor een chronologische indeling van de geschiedenis in tien perioden. Ook in Duitsland verscheen in 1999 van de hand van professor D.
in menig geval de boventoon gaan voeren en de leerinhoud gaan dicteren.
Schwanitz een soortgelijk boek als in Amerika onder de titel: Bildung: alles was man wissen muss. In Engeland kwam het niet tot een canon, maar er kwam wel een meer verplichtend ‘national curriculum’.
Individualisering De voorzitter van de onderwijsraad, prof. dr. Van
PAGINA 6
te beschermen (bijvoorbeeld rituelen en feesten). Landen
Wieringen, heeft onlangs in een inleiding over
worden als het ware uitgedaagd aan te geven wat uit hun
‘Voorbeeldig onderwijs’ vier criteria genoemd die tot voor
erfgoed een unieke waarde vertegenwoordigd. Het
kort bepalend zijn geweest voor wat er in leerplannen
‘erfgoeddenken’ krijgt hiermee een brede stimulans.
terecht komt. Het zijn individualisering, kennis, nationale
Van de andere kant ontstaat er als gevolg van internatio-
identiteit en neutraliteit. Hij ziet bij alle genoemde criteria
nalisering en globalisering ook cultuurrelativisme. Deels
een kentering, in die zin dat er behoefte is aan enige
door de toestroom aan etnische immigranten die ‘onze’
correctie of tegenwicht. Onderwijs bestaat uit leerinhoud
culturele en historische verworvenheden niet kunnen
en didactiek. Door de individualisering is de didactiek in
delen. Maar ook doordat na het openen van grenzen
menig geval de boventoon gaan voeren en de leerinhoud
Nederlanders ervaren dat wat uniek of typisch voor hun
gaan dicteren. Didactische individualisering gaat uit van
eigen land werd gehouden toch minder uniek of typisch
uniciteit van de leerling; het collectieve geheugen
is. Ik denk dat de commissie Van Oostrom dan ook terecht
verschraalt, de betekenis van gedeelde herinnering neemt
afstand neemt van opvattingen volgens welke de canon
af en die van de persoonlijke ervaring neemt toe. Een
moet dienen als ‘culturele dijkbewaking’ of de canon
canon biedt hier tegenwicht: er zijn ook los van de
wordt opgevoerd ‘als spiegel van de nationale identiteit’
leerling onderwerpen en zaken die waardevol zijn om te
(deel A, pag.19). De canoncommissie denkt wel dat de
weten; ondermeer omdat zij opvoeden tot de vaardigheid
canon mensen kan helpen bij hun inburgering, maar
van burgerschap of nodig zijn om ingevoerd te raken in
hoofddoel is het niet.
een vak of kennisgebied. Elk vak heeft basiskennis en
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
onderlinge verbanden die gekend of beheerst moeten worden om er echt profijt van te kunnen trekken. Hierin, zo lees ik in de fraai uitgegeven canon, ligt de ‘kracht van de canon’ (deel A, pag. 23) en dan volstaat het niet erop te wijzen dat deze kennis allemaal op internet te vinden is. Optellen en aftrekken laat de school toch ook niet schieten, omdat er rekenmachines zijn? De canon moet gezien worden als een geheel bestaande uit ten minste vier nauw verbonden onderdelen: 1
Een geheel van samenhangende inhouden.
2
Een argumentatie bij deze inhouden.
3
Een didactische vormgeving van de inhouden.
4
Een methode voor periodieke bijstelling.
De nu gepresenteerde canon van Nederland voorziet in elk geval in deze onderdelen. Dat wil niet zeggen dat er
‘niet de geringste functie
geen kritiek of wensen meer te bedenken zouden zijn. Ook deze canon zal onder kritiek worden gesteld en
van de canon
elders in deze aflevering van Reflexief gebeurt dat ook, maar het is waar: ‘niet de geringste functie van de canon is het debat erover’(deel A, pag. 75). Het onderwijsdebat
is het debat erover’
kantelt daarmee naar de inhoud van het onderwijs en dat zie ik als pure winst! Laten er dus meer canons komen. Het is modern en sluit aan bij de basale behoefte om in het enorme aanbod aan informatie ordening en onderscheiding aan te brengen in hoofd- en bijzaken. Canonvorming mag ook gezien worden als een remedie tegen een verstikkende overladenheid, want er moeten scherpe keuzes worden gemaakt. Als het debat goed wordt gevoerd, verdiept de zoektocht zich vanzelf en stijgt de canonvorming ver uit boven het simplisme van het samenstellen van Toptien- Topveertig- of Tophonderdlijsten, dat dezer dagen alom zo gewaardeerd wordt. In wezen is het debat over de canons niets anders dan het zoeken naar gemeenschappelijke referentiekaders in een sterk geïndividualiseerde leefwereld. Alleen daarom al is het goed om ook buiten de cultuurhistorische canon van Nederland, het cadeau aan het onderwijs, na te denken over canonvorming.
PAGINA 7
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
PETER NISSEN:
De canon brengt de stamboom van Nederland in kaart Hoog boven de stad verheven ontmoet ik Peter Nissen voor dit gesprek over de canon van Nederland van de commissie Van Oostrom. Zijn kamer biedt een wijds uitzicht over Neerlands oudste stad en bevindt zich op de 15de verdieping van de Nijmeegse Radboud Universiteit. Nissen is hoogleraar kerkgeschiedenis. Het gebouw draagt de naam van Erasmus, de priester-humanist die ook ‘een venster’ in de canon heeft gekregen. En welk een toeval! Zijn kamernummer vormt samen met het nummer van de verdieping het getal 1536: het sterfjaar van Erasmus!
WILBERT VAN WALSTIJN
Nissen heeft een mooi boek geschreven over Geloven in
verleden. In dit verband is ook de grote belangstelling
de Lage Landen; scharniermomenten in de geschiedenis
voor genealogie veelzeggend: waar kom ik vandaan? Hoe
van het Christendom. Benieuwd hoe hij tegen de canon
is de geschiedenis van mijn familie? Nissen: “Eigenlijk
aankijkt. Hij prijst de aanpak en uitwerking, maar heeft
doet de canon hetzelfde: ze brengt de stamboom van
ook kritiek: de canon lijdt aan ‘hollandocentrisme’ en doet
onze samenleving in kaart”.
het christendom te kort.
Als historicus onderkent Nissen ook het gevaar van verstarring door canonvorming. Toch denkt hij dat dit is te
Contrasten kunnen helpen
ondervangen door een dynamiek in de canon te brengen.
De hernieuwde belangstelling voor canonvorming noemt
De commissie Van Oostrom heeft daar volgens hem ook
Nissen ‘een interessant cultureel fenomeen’. Het zegt
in voorzien, onder meer door de originele opzet met
volgens hem iets over een behoefte die bij een deel van
venstertjes die doorkijkjes naar het verleden bieden en
de samenleving leeft. Dat zal niet bij iedereen even sterk
ruimte bieden voor accenten en uitbreiding via vertak-
zijn, maar ‘je merkt dat die behoefte groeit’. Nissen zelf
kingen. “Bovendien is de dynamiek gewaarborgd doordat
verstaat de roep om de canon als “een herontdekking van
voorzien is in een periodieke herziening.”
het belang van geschiedenis om je eigen tijd beter te
PAGINA 8
kunnen verstaan. Het gaat daarbij om de contraster-
Twee bezwaren
varing. Je hebt soms een contrast nodig om het heden
Vreest Nissen niet dat de canon als een soort zeef gaat
beter te kunnen begrijpen. Door de ‘vreemdheid’ van het
werken zodat wat in de canon staat belangrijk is en alles
verleden tot je te laten doordringen kun je meer inzicht
wat niet door de ‘canonzeef’ is gekomen dus onbelangrijk
krijgen in de hedendaagse cultuur. Je ervaart de
is? “Zo is de canon niet bedoeld!”, antwoordt hij resoluut
‘andersheid’ van de geschiedenis”.
op de vraag. De commissie Van Oostrom is daar volgens
Er is in het algemeen meer belangstelling voor het
hem ook niet op uit, maar het verdient wel aandacht dat
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
het zo niet gaat uitpakken. Een canon biedt basiskennis
de commissie is ingeslopen betreft de ondergeschikte rol
en moet dus veel wat ook van waarde is buiten
van religie en dan in het bijzonder die van het chris-
beschouwing laten. “Van belang daarbij is dat de vooron-
tendom in de vaderlandse geschiedenis. Eigenlijk zijn er
derstellingen die tot de keuzen voor opneming in de
maar twee, drie vensters die direct aan deze rol
canon hebben geleid goed expliciet zijn gemaakt.” En wat
gekoppeld zijn. Dat zijn Willibrord en de Statenbijbel en
dat betreft vindt Peter Nissen dat er twee vooronderstel-
met een beetje goede wil kun je ook daarbij de beelden-
lingen in het werk van de canoncommissie zijn geslopen
storm noemen. “Maar dat was toch ook een politieke
die hem als historicus en als katholiek storen: “Ondanks
gebeurtenis; wel samenhangend met de godsdienst-
alle kritiek die in de afgelopen tijd door historici daarop is
twisten, was de beeldenstorm een uiting van verzet tegen
geleverd, wordt er in deze canon toch nog een ‘hollando-
de Spaanse overheersing. Bij Erasmus en Spinoza is het
centrisch beeld’ van de Nederlandse geschiedenis
christendom een nevenaspect. De invalshoeken zijn daar
gegeven. Met name het zuiden van Nederland, Limburg
toch op de eerste plaats het humanisme en de tolerantie.
en Brabant heeft weinig venstertjes waarin het zich kan
Maar net als de verlichting waren dat fenomenen die niet
herkennen. Waarom niet de St. Servaas en de St. Jan erin
in brede lagen van de bevolking leefden, maar een kleine
als wel de grachtengordel en de buitenhuizen eigen
culturele elite betroffen.” Ook Nissen ziet wel dat uit
vensters krijgen? Dat is tamelijk randstedelijk gedacht.
enkele andere vensters verbindingen zijn te maken met
Wel de gasbel van Groningen, maar niet de steenkolen-
aspecten van religie, maar (breed gesticulerend nu).“Dat
mijnen van Limburg? Toch hebben de mijnen sociaal,
neemt niet weg dat vanuit een geseculariseerde vooron-
cultureel en economisch een enorme invloed gehad op de
derstelling over de rol van religie in de huidige samen-
Limburgse samenleving.”
leving, de commissie tekort doet aan die rol en aan
De tweede onbewuste vooronderstelling die naar de
precies de ‘vreemdheid’ en de ‘andersheid’ van het chris-
mening van de Nijmeegse kerkhistoricus in het werk van
tendom in onze geschiedenis. Hier heeft de commissie PAGINA 9
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
het contrast tussen de huidige samenleving met die van
of er niet ook aandacht nodig is voor de kruistochten in
bijvoorbeeld de middeleeuwen, maar ook nog met die
de canon; dit ondanks het feit dat er van een Nederlandse
van de negentiende eeuw gemist. Op allerlei gebieden
kruistocht geen sprake is geweest. Waarschijnlijk zal er
van de samenleving heeft het christendom tot in detail
vanuit de Nederlanden wel sprake geweest zijn van
het leven-van-alle-dag, de cultuur en levensstijl van grote
individuele deelname aan de kruistochten, maar veel
groepen van de bevolking mede bepaald. Tot in de
betekenis heeft het niet gehad. Nu in onze tijd de relatie
twintigste eeuw is deze invloed aanwezig in de
tussen de islam en het christendom, de relatie oost–west,
verzuiling.” Op grond daarvan vindt Nissen dat er ten
zo’n prominent vraagstuk is geworden, leg ik Nissen de
minste twee vensters bij of ter vervanging van andere
vraag voor of een venster ‘kruistochten’ ook hier niet tot
vensters opgenomen zouden moeten worden in de
beter begrip van deze problematiek in deze tijd kan
canon: de rol van de kloosters in de middeleeuwen en de
leiden.
verzuiling in de negentiende en twintigste eeuw.
“Het begrip kruistocht is inderdaad in het collectieve
Nissen licht toe: “De kloosters hebben op de terreinen
geheugen van moslims een zwaar beladen begrip. Het
van onderwijs, ziekenzorg, landbouw, maar ook in onze
was ook een grote vergissing van Bush om de strijd
literatuur en beeldende kunst een belangrijke rol
tegen het terrorisme een ‘crusade’ te noemen.” Toch is de
gespeeld. En dat niet voor de ‘happy few’, maar voor alle
kerkhistoricus geen voorstander van een venster over de
lagen van de bevolking. Deze ‘ontginning’ van Nederland
kruistochten in deze canon. De oplossing hiervoor ligt
spreekt te weinig uit de keuze van de huidige vensters.
volgens hem bij het opstellen van ‘minstens’ een drietal historische canons voor het onderwijs: “Nu ligt er een historische canon van Nederland, zonder venster over de
Het christendom heeft tot in detail het
kruistochten. Die hoort wel in een andere canon thuis over de wereldgeschiedenis, evenals daar bijvoorbeeld een venster over het kolonialisme in zou passen. Met
leven-van-alle-dag van grote groepen van de bevolking mede bepaald.
dergelijke onderwerpen is ook de verwevenheid van levensbeschouwing met politiek en macht duidelijk te maken. De derde canon die te maken zou zijn en waar ook de NKSR werk van wil maken is een canon van het christendom waarin vensters voorkomen over de ontwikkeling van de christelijke traditie, over de bronnen van het geloof en waarin aandacht is voor feesten en voor
Met een venster over de St. Jan in Den Bosch haal je al
kernen uit de geloofsleer en ethiek, noem het basisregels
veel van die ontwikkeling binnen.” Dat, afgezien van de
voor geloof en leven.”
Bijbel, het meest gelezen boek uit de christelijke literatuur aan een Nederlander wordt toegeschreven namelijk de
Bij dit alles staat Nissen vooral een narratieve aanpak
Navolging van Christus van Thomas à Kempis, heeft
voor. Zeker in de canon over het christendom vindt hij de
volgens Nissen een betekenis die niet onder doet voor
verhalen en de verhaalmotieven van groot belang. Wat
die van Rembrandt.In wezen dezelfde redenering kan
dat betreft vindt hij de aanpak via vensters met vertak-
Nissen toepassen als het gaat over de verzuiling. “Hoe
kingen ‘bijzonder origineel en geschikt’. Enthousiast
kunnen jongeren in deze tijd onze bestuurlijke organisatie
vervolgt hij: “Kijk, geschiedenis moet wetenschappelijk,
en cultuur verstaan met de opdeling in bijvoorbeeld
maar zeker ook literair verantwoord zijn. Daar voldoet de
huidige politieke partijen, levensbeschouwelijke
canon van Frits van Oostrom ook aan. De voorzitter van
omroepen en scholen? Hier zie je een goed voorbeeld van
de canoncommissie staat hier in een goede traditie van
kennis van een tak van de stamboom die kan bijdragen
Nederlandse geschiedbeoefening waartoe onder meer
tot een beter begrip van je eigen tijd.”
Huizinga, maar ook Van Deursen behoort. Onder historici neemt de belangstelling voor verhalen weer toe. Dat sluit
PAGINA 10
Drie canons nodig
ook aan bij een toenemende belangstelling voor de
Na een korte onderbreking om de fotograaf uitgeleide te
sociale, de culturele, maar ook de religieuze ontwikke-
doen, staan we even stil bij de kruistochten. De vraag is
lingen van onze geschiedenis.”
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
Leren voor het leven, daar gaat het om FRANK SELLER
Rob van Woerkom vertelt gedreven wat hij als biologiedocent en docent ANW aan Notre Dame des Anges (Ubbergen) aan zijn leerlingen kan laten zien als ze samen naar de wereld kijken. Bomen aan de brede lanen in Nijmegen, die bijna vergroeid in een straatlantaarn staan, verliezen aan de kant van de lantaarn pas veel later hun bladeren. Wanneer zie je dat nou? Wanneer zie je zo duidelijk het effect van licht op groei en leven? Pieter Smeets, natuurkundedocent en toetsdeskundige bij Cito, valt hem bij. Leerlingen kunnen uitstekend omgaan met onze technologische attributen, maar voor beheersing ervan is meer nodig. Waarnemen, goed waarnemen eigenlijk en de waarneming verbinden met kennis. Met een aantal andere docenten uit Nijmegen en omgeving werken ze aan een ontwerp voor een natuurwetenschappelijke canon. Maar dan wel een canon voor alle leerlingen, één die laat zien wat in de technologische en natuurwetenschappelijke bagage aan kennis voorhanden moet zijn. En met ‘alle’ worden ook ingesloten de 14-jarigen die naar de bovenbouw van het vmbo gaan ongeacht schooltype en ongeacht sector. Een canon die (ook) het gesprek onder leraren weer op gang kan brengen, het gesprek over wat relevant is om te leren voor leerlingen en wat goed is om te onderwijzen.
PAGINA 11
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
Toekomstgericht
allerlei contexten kunnen herkennen wat er aan kennis
“Je kunt zo zien dat we in de 21e eeuw een aantal grote
achter zit”, zegt Pieter Smeets. “Sommigen noemen dat
problemen zullen tegenkomen en zullen moeten
scientific literacy en daar heeft het ook wel mee te
oplossen,” zegt Pieter Smeets. “Het oplossen ervan zullen
maken, maar op dit moment zie je daarbij, neem bijvoor-
niet alle leerlingen zelf moeten gaan doen, maar ze
beeld het PISA-onderzoek, een erg grote aandacht voor
moeten wel allemaal die problemen kunnen snappen en
vaardigheden. En voor ons gaat het ook om kennis.”
kunnen duiden. Iets verder gaat dan al weer dat ze
Rob van Woerkom vult hem aan: “In onze matrix staat
kunnen zien wat er nodig is om zulke complexe
doelgerichtheid voorop. Leerlingen moeten er wat aan
problemen op te lossen.”
hebben. Het gaat minder om de schoonheid van het
Volgens Pieter en Rob wordt het ons als Nederlandse
systeem en ook niet om de compleetheid ervan; niet alle
burgers niet gemakkelijk gemaakt het gesprek over zulke
aspecten van de natuurwetenschappen en technologie
problemen te volgen als de opwarming van de aarde, de
zijn vanuit de leerling of de maatschappij bekeken even
In onze matrix staat doelgerichtheid voorop. Leerlingen moeten er wat aan hebben.
overschakeling naar een waterstofeconomie en/of de
belangrijk.” Achter de contexten, situaties en apparaten
(her)invoering van kernenergie, de kwaliteit van het
zijn onze vakbegrippen en onze vakconcepten verborgen
menselijk leven met daarbinnen weer thema’s als
geraakt. Dat komt natuurlijk ook, vinden beiden, omdat
genetische manipulatie en dna-onderzoek. Opvattingen
we in lessen zo graag willen aansluiten bij de leefwereld
van deskundigen en meningen worden gemakkelijk naar
en de belevingswereld van leerlingen. Maar als daardoor
buiten gebracht in het publieke domein en die publiciteit
kennisaspecten onderbelicht raken, zijn we op het
en die media-aandacht moeten het vaak doen zonder
verkeerde pad.
enige basiskennis over het onderwerp. Dat maakt het
PAGINA 12
volgen van een algemene discussie bijzonder moeilijk,
Technologie en de magie van techniek en wetenschap
laat staan er een oordeel over vormen. Dat laatste,
Er is natuurlijk een heleboel te zeggen over de apparaten
oordeelsvorming, had voor vwo- en havo-leerlingen in
waarmee wij ons vandaag de dag omringen.
het vak algemene natuurwetenschappen (anw) in veel
“Neem nu de mobieltjes ”, zegt Rob en hij wijst tegelijk en
scholen zo prachtig vorm gekregen en nu wordt dat vak
enigszins besmuikt naar de twee gsm-apparaatjes die op
vanaf 2007 wel heel gemakkelijk en bureaucratisch om
tafel liggen. “Tegen mijn leerlingen zeg ik wel dat ZIJ niet
zeep geholpen, vindt Rob van Woerkom.
meer zonder kunnen, het is hun sociale navelstreng.”
Het gaat erom, vinden beiden, dat leerlingen een kennis-
Maar, als je dan verder doordenkt en erover doorpraat,
van-zaken ontwikkelen, waarmee ze praktisch verder
zie je belangrijke aspecten en wezenlijke effecten van
kunnen. “Dat betekent dat ze in het dagelijks leven in
nieuwe technologie:
THEMANUMMER 1
GEBIEDEN
>
2007 KENNISGEVING
LEEFOMGEVING
SEKSUALITEIT
COMMUNICATIE
GEZONDHEID
ONTSPANNING
TECHNIEK
TRANSPORT
NATUUR
Huis, stad,
- Geaardheid
- Media, Internet
- Voeding
- Sport
- Chemie
- Mensen
- Natuur-
land aarde,
- Relaties
- Menselijke
- Ziekte
- Kunst
- Apparaten
- Goederen
communicatie
- Gezond-
- Medische
- Elektriciteit
- Biodiversiteit
Voedselkringloop
Evolutie
VAN DE MENS Voorbeelden
heelal
verschijnselen
techniek
heidszorg CONCEPTEN ECOSYSTEEM
Bodem, lucht,
Epidemie
Toerisme
water
Natuurbeheer Overbevissing
Houtkap Natuurlijk evenwicht
GEDRAG
REGELSYSTEEM
ORGANISME
Verschil
Puberteit
Mode en reclame
Overgewicht
Pikorde
Hetero / homo
Autisme
Verslaving, ADHD
Samenleven
Transseksueel
Groepsgedrag
Angst / stress
Broeikaseffect
Menstruatie-
Ozonlaag
cyclus
Het milieu
Kinderen krijgen
Spelen
Internet
Territorium
Diabetes
Oog-hand-
Thermostaat
Populaties
Kanker
coördinatie
Geleide wapens
Evenwicht
Robot
Leren
Leven/dood
Waarnemen
Drugs
Slaap
Bewustzijn
CEL EN GENEN
KRACHT
ENERGIE
Operaties
Fotosynthese
Bacterie
Transplantaties
Bloedsomloop
Virus
Hartlong-machine Ademhaling
Aanleg, omgeving Vruchtbaarheid
Hormonen
Infecties
IVF Gentechnologie
(nature-nurture)
Zenuwen
Kanker
Klonen
DNA
Erfelijke ziekten
Stamceltherapie
Gereedschap
Krachttraining
Erfelijkheid
Verwarming
Geluidsoverlast
Fietsen
Fitness
Machines
Echoscopie
Koelkast
Verkeers-
Wind, Eb en vloed
veiligheid
Aardbevingen
Brandstof-
Fossiele energie
verbruik
Duurzame energiebronnen
ELEKTRICITEIT EN
Elektrische
Telefoon Radio /
MRI
MAGNETISME
apparaten
TV Internet
EEG, ECG
LICHT
Verlichting
Zien
Röntgenfoto
Digitale foto
Beeldscherm
UV-straling
Film
STOFFEN
ATOMEN EN MOLECULEN
De bouw
Parfums
Cosmetica
Schoonmaak-
Chemotherapie
middelen
Medicijnen
Radiotherapie
Geluidsinstallatie
Elektriciteits-
Trein
Onweer
Glasvezel
Biologische klok
centrale
Laser
Dag en nacht
Kunststoffen
Uitlaatgassen
Drinkwater
Kerncentrale
Radioactief afval
Kernwapens
Bestraling en besmetting
PAGINA 13
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
•
•
•
Ons leven en ons eigen gedrag veranderen door
mingen. Dan hebben we het over mensen als Galileo en
technologie en technische apparaten.
Darwin; beiden trokken een conclusie uit waarnemingen
Onze verhouding met het leven van anderen en onze
die in strijd was met het heersende wereldbeeld.” Pieter
invloed erop verandert door de techniek.
Smeets merkt daarbij op dat de natuurwetenschappelijke
Door de techniek worden we andere mensen.
methode past bij de bovenbouw van vwo en havo en van
En wat het effect van de canon daarop kan zijn, vraag ik
ondergeschikt belang is voor onderbouwleerlingen.
beiden. “Het is niet het doel van onze canon - en ook niet
Het gesprek gaat vervolgens over de beelden die
van ons – de technologische ontwikkeling te beschrijven
leerlingen en jonge leerlingen in het bijzonder hebben
en al helemaal niet de effecten daarvan op mensen. Daar
over wat ze weten en denken te kennen. Als op school in
gaat het niet om. Het gaat ons er wel om te ontmytholo-
de brugklas leerlingen in hun biologieles oefenen met
giseren, te laten zien hoe eenvoudig de kern van iets kan
een model van het menselijk lichaam en de diverse
zijn. Je hoeft immers niet van alle zaken alles te weten
organen uit het model nemen en weer terugplaatsen
om te zien waar het in de kern om draait. Je hebt wel een
vinden die leerlingen dat het allemaal zo mooi past en
basis aan kennis-van-zaken nodig om dat te doen. En die
dat alle organen zo goed herkenbaar zijn. Herkenbaar
basiskennis proberen we te beschrijven in onze
volgens het schematische plaatje uit het boek. En als ze
bètacanon.”
zeggen dat ze nu weten hoe het er van binnen uit ziet, is dat natuurlijk ook zo. “Maar”, zegt Rob van Woerkom, “ik
Verschil in benadering van de canon
leg dan graag uit aan mijn havo-leerlingen dat dat voor Vesalius en Harvey helemaal niet het geval was. Die
• Onze bèta-canon beschrijft welke kennis en inzichten
moesten nog ontdekken waar wat in een lichaam zit,
voor iedere Nederlander van belang zijn en die
sneden voor het eerst een mens open, ontdekten wat de
daarom in school aan de orde moeten komen.
functie van het hart en van de bloedsomloop is. Die
• De bèta-canon in de Volkskrant wil laten zien waar en
hadden geen kennis van voorgangers en geen
wanneer bij belangrijke momenten van wetenschap,
documenten waarop ze konden terugvallen, alleen
ontdekkingen en geleerden in en voor Nederland een
natuurfilosofische interpretaties.”
rol speelden. • De canon van de commissie Van Oostrom wil het
Docenten maken keuzes
geheel van personen, teksten, kunstwerken,
Veel leerboeken uit de onderbouw, vinden beide ervaren
voorwerpen, verschijnselen en personen laten zien
docenten, zijn wel erg simpel geworden. Nieuwe
waarmee Nederland zich heeft ontwikkeld tot het
begrippen worden benoemd, prachtige foto’s erbij en dan
land waarin we nu leven.
een aantal vragen waarvan de antwoorden zo uit de tekst kunnen worden gehaald. Voor leerlingen die daarin enige handigheid hebben ontwikkeld en die redelijk taalvaardig
PAGINA 14
Rob van Woerkom vervolgt: “Die basiskennis helpt om
zijn, is het een koud kunstje een goed cijfer te halen.
vertrouwen te hebben in de kennis van natuurweten-
Maar of ze daarmee een echte kennisbasis verwerven is
schappen. In heel veel gevallen zie je dingen pas als je
de vraag. En het zal zeker nog niet zo zijn dat ze daarmee
het weet. Denk maar aan de bomen die hun bladeren
als burger een politieke keuze kunnen maken bij
dichtbij de straatlantaarn langer vasthouden. Dat is voor
maatschappelijke kwesties of als gebruiker en consument
het dagelijks leven uitstekend. Voor wetenschap en
weloverwogen keuzes in het dagelijks leven.
wetenschapsontwikkeling kan dat anders liggen. Soms
“Wie bepaalt eigenlijk de inhouden van het onderwijs?”,
maakt de wetenschap juist een sprong naar voren als
vraagt Pieter. “En hoe verwerven leerlingen hun kennis?”
iemand een anti-intuïtief concept kan afleiden uit waarne-
“Docenten moeten keuzes maken die bij leerlingen voor
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
samenhang van het leerproces en van kennis zorgen: samenhang van begrippen en samenhang in feitenkennis”, antwoordt Rob. Daarvoor, denken ze, zal de bèta-canon een hulpmiddel zijn. In scholen zullen docenten met elkaar in gesprek raken over welke kennis echt bruikbaar is voor de onderwerpen, thema’s, contexten waarmee leerlingen aan het werk gaan. En als een school een deel van het onderwijs in bèta & techniek in projecten vormgeeft, is dat overleg een absolute must. Leerlingen willen graag van alles weten, maar de docent moet ervoor zorgen dat leerlingen zich er ook iets bij kunnen voorstellen dat hout snijdt. “Als leerlingen vragen stellen over de oorsprong van het
"Als leerlingen vragen stellen over de oorsprong van het heelal en over wat zwarte gaten zijn en hoe lang de zon al licht geeft en hoe lang die dat nog zal blijven doen, zijn dat belangrijke vragen." heelal en over wat zwarte gaten zijn en hoe lang de zon al licht geeft en hoe lang die dat nog zal blijven doen, zijn dat belangrijke vragen. Maar welke kant moet het antwoord op? Eerst moet de leerling weet hebben van wat het heelal is, wat zon planeten, sterren zijn. Daarna ontstaat er ruimte voor vervolgvragen als: hoe was bij de big bang alle materie samengebald, wat moet ik me voorstellen bij een uitdijend heelal. Dan kan een leerling zich daar misschien iets bij voorstellen. Zoals dat in een zwart gat materie in een punt is samengebald, zo dat de leerling in een vingerhoed past, sterker nog dat de hele klas in de vingerhoed kan, nog sterker dat de hele aarde in die vingerhoed kan en dat er dan nog ruimte over is.” De bèta-canon gaat dus niet over geschiedenis van de natuurwetenschappen, wetenschappers of wetenschappelijke ontdekkingen, maar over kennis en wat een leerling zich daarbij moet kunnen voorstellen. En, zeggen beiden, over de manier waarop leraren met elkaar onderwijs vorm geven. PAGINA 15
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
C U LT U R E L E C A N O N E N H E T B A S I S O N D E R W I J S :
Cesuur tussen beeld en werkelijkheid KARIN MELIS
De canon die de commissie voorstelt, heeft (...) de canon in het basisonderwijs als logische
identiteitsbegeleider,
basis. Het is een tableau van streng geselecteerde, ‘goudgerande’- maar daarmee niet per se
filosoof en sinds kort
zonovergoten – onderwerpen uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis, gekozen uit – naar onze
redactielid van Reflexief
taxatie, uiteraard – het belangrijkste, beste en voor de basisschool meest sprekende dat deze te bieden heeft. (...) al helemaal waar jonge kinderen de doelgroep zijn...(Deel A p.33)
PAGINA 16
Een canon van de Nederlandse cultuurgeschiedenis voor
narratieve didactiek voor en had visioenen hoe
de Nederlandse schoolgaande kinderen van het basison-
leerkrachten al verhalen vertellend het ene canonvenster
derwijs. Dat was het uitgangspunt van de vervaardiging
na het andere zouden openen. Hoe scholen zelf vensters
van deze canon. In opdracht van het ministerie voor
van de buurt en omstreken zouden samenstellen. Hoe
Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. De opiniepagina’s
kinderen ademloos notie zouden nemen van hun culturele
hebben er bol van gestaan. En: er zijn twee mooie en
geschiedenis van verre en van dichtbij. Maar vooralsnog
goed geschreven boekjes over gemaakt door de aange-
heerst er wat dat betreft stilte in onze basisscholen. Men
stelde commissie onder de bezielende leiding van Frits
is druk doende met het implementeren van de vereisten
van Oostrom. Deze begeleidende boekwerken van de
van de Wet BIO (Wet beroepen in het onderwijs) en de
canon zijn gelardeerd met citaten van geleerde schrijvers
daarmee samenhangende competentieprofielen en
als Salman Rushdie en Edward Said. En bij het Woord
gespreksronden. Ook moeten de nieuwe, wettelijk
Vooraf wordt er niets minder dan het Bijbelse Spreuken
bepaalde kerndoelen op orde zijn. Methoden moeten
aangehaald: Waar het visioen ontbreekt, verwildert het
worden gecontroleerd of ze wel voldoen aan die nieuwe
volk (Spreuken 29:18). Deze boekjes nu zijn ongelezen op
doelen. En, als er na zo’n acht jaar een nieuwe methode
de stapel van overvoerde directeuren van basisscholen
voor welk vak dan ook moet worden aangeschaft, welnu,
beland. Kort door de bocht geformuleerd: de canon heeft
tegen die tijd zal de canon ook wel een zachte en stille
zijn belangrijkste doelgroep gemist. Terwijl het allemaal zo
dood zijn gestorven. Net zoals de nieuwe kerndoelen
mooi had kunnen zijn. De commissie stelde zich een
overigens.
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Hoe kan het dat het
leegloop van zin. Maar wat al helemaal merkwaardig is
ministerie zich zo inspant voor het historisch besef van
dat de vraag helemaal niet gesteld wordt wat er nu
onze kinderen en deze elkaar niettemin als passerende
precies bedoeld wordt met betekenis en zin. Waar vinden
schepen in de nacht missen? Aan publieke aandacht heeft
we die? Hoe vinden we ze?
het niet gelegen en er staat bovendien tal van culturele
Is met het voortijdige stranden van de canon wat betreft
activiteiten op stapel die de canon gaan promoten. Zelfs
zijn eigen doelgroep, het bewijs geleverd dat er een kloof
Klokhuis wijdt er vijftig uitzendingen aan. Vraag natuurlijk
gaapt tussen het basisonderwijs en onze culturele erfgoed
is of leerkrachten van de basisscholen naar Klokhuis
dan wel onze cultuur? Nee, zo eenvoudig ligt dat niet. Dat
kijken met het oogmerk zich verder te professionaliseren.
ons historisch besef over het algemeen niet zo groot is
De presentatie van de canon beoogde zo te bezien noch
waardoor we gebeurtenissen en ontwikkelingen onvol-
een kinderprogramma noch de leerkracht. De laatste is
doende kunnen duiden, wordt, denk ik, vooral veroorzaakt
nota bene de uitvoerende en de belangrijkste schakel
doordat ons tijdsbesef in zeer korte tijd ingrijpend
tussen de canon en de doelgroep. Maar doe eens navraag
veranderd is. Dat tijdsbesef laat zich eerder kenmerken
onder leerkrachten aangaande de canon en je ontvangt
door breuken en vluchtigheid dan door continuïteit. Dáár
glazige blikken. Canon? Daarmee is de hierboven aange-
zou onderzoek naar gedaan moeten worden. En ook een
haalde logische basis van de canon onderuit gehaald. Er
begrip als cultuur is diffuus geworden. Want wat is
zijn dan ook geen werkelijke tekenen dat de canon zich
cultuur nog eigenlijk heden ten dage? Is dat de cultuur die
verbindt met leerkrachten voor de groep en kinderen aan
ons technologisch wordt overgeleverd of ligt die cultuur
hun tafels. Zij voelen zich niet in het minst aangesproken.
opgeslagen in het Rijksmuseum en aanverwante insti-
Hen is trouwens ook niets gevraagd, zo lijkt het wel. Er is
tuten?
iets in Den Haag bedacht, uitgevoerd en vervolgens gepresenteerd. Maar er is geen gedegen onderzoek
Wat we wél weten is dat we in een beleveniseconomie
gedaan naar het wel en wee dan wel hiaten binnen de
leven. Maar als je met die beleving samenvalt dan wordt
onderwijspraktijk zelf. Uiteraard: er is gekeken naar resul-
er niet geleerd. Dan infantiliseer je alleen maar. Als je
taten. Naar rapportcijfers, zeg maar. Maar er is niet
echter helemaal geen notie van die beleving hebt, zoals
gekeken naar de werkelijkheid die daar achter schuilgaat.
wat er bijvoorbeeld precies gebeurt in een klaslokaal, dan
Er wordt veel, en waarschijnlijk ook volkomen terecht,
schiet je ook je doel voorbij. In zekere zin is het basison-
gemopperd over een chronisch gebrek aan historisch
derwijs verregaand geïnfecteerd door die beleveniseco-
besef onder de Nederlanders. En dan moet je natuurlijk
nomie. Je merkt dat aan de gesloten houding van de
aan de basis beginnen en de logische basis is de basis-
leerkrachten. Die wordt veroorzaakt doordat de eigen
school. Evenwel, de canon is verworden tot een intellec-
beleving het primaat heeft en daardoor geen tegenspraak
tuele bezigheid die dienovereenkomstig dezelfde aandacht
kan dulden. Die verabsolutering van de eigen beleving
vanachter het bureau heeft getrokken. Het was en is, met
zorgt er ook voor dat de leerkracht zichzelf niet op de
andere woorden, een elitaire onderneming en is ook als
korrel kan nemen. Er is een chronisch gebrek aan kritische
zodanig ontvangen. Dit wordt nog eens onderstreept door
zelfreflectie. Alles wat nieuw en anders is, wordt dan al
de canon-rage die ontketend is: er komt een bèta-canon,
snel ervaren als een bedreiging, want kan het eigen
er komt een christendom-canon en ga zo maar door. Als
onvermogen wel eens blootleggen. Het onvermogen om
een ontwikkeling hype-achtige vormen gaat aannemen
bijvoorbeeld verhalen te vertellen, om de werkelijkheid
dan wordt het al snel niet serieus genomen. Want het
bloot te leggen aan de hand van de beelden die worden
waait wel weer over. Het is eigenlijk te vergelijken met het
aangereikt. Dat is uiteraard de opzet van de canon die met
recente onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor
het eigentijdse gebruik van internet op onze heersende
Regeringsbeleid waaruit ondermeer bleek dat de kerken
beeldcultuur inspeelt. Het vervelende met die beeld-
weliswaar leeglopen, maar dat mensen niettemin
cultuur alleen is dat het beeld het zicht op de werke-
behoefte blijven hebben aan betekenis (vergelijk ook de
lijkheid heeft onttrokken. Onbedoeld heeft de canon dat
onderzoeksresultaten van Inspirerende Praktijken). Het is
pregnant aan het licht gebracht: historische prenten
een wat eigenaardige constatering, alsof mensen an sich
hebben niets uit te staan met de werkelijkheid zoals die in
geen behoefte aan een zinvol bestaan zouden hebben, ja,
de onderwijspraktijk beleefd wordt. Sterker nog: het beeld
alsof de leegloop van de kerken gelijkstaat aan de
verdoezelt het zicht op het schoolbord. PAGINA 17
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
DE CANON IN HET ONDER WIJS:
van kennisinstrument THOM GEURTS
1
DE CONTEXT: BETER ONDERWIJS IN NEDERLAND Je kunt er niet omheen: nadenken over de canon in het
van de pedagogische beroepskern zorgt voor een deel
Nederlandse onderwijs vindt plaats midden in een heftig
van de motivatieproblemen in het onderwijs.
onderwijsdebat en wordt erdoor bepaald. Dat debat is
Motivatieproblemen van leraren welteverstaan!
allang geen academisch debat meer. Het is een debat waarin leraren de toon zetten met hun beroepserva-
In de tweede discussie gaat het om onvrede met de
ringen.
inhoudelijke effecten van de onderwijsvernieuwing. Is het leren niet uitgehold door eenzijdige aandacht voor
Nu lopen in dat debat verschillende discussies door
competenties? Wat weten leerlingen eigenlijk als ze van
elkaar. In het pleidooi voor beter onderwijs in Nederland
school komen? Leraren die plezier hebben in het
treffen we merkwaardige pacten en horen we tegenge-
overdragen van vakkennis ervaren dat ze dat plezier
stelde stemmen in één koor zingen. Ik haal twee
steeds moeilijker kunnen schakelen met het nieuwe leren.
discussies uit elkaar. In beide gevallen zijn het discussies
Dit is de vakinhoudelijke lijn in de discussie over het
die de beroepsrol van leraren betreffen.
onderwijs in Nederland.
In de eerste discussie stellen leraren de uitholling van
Soms lopen deze lijnen door elkaar. Wat te denken als het
hun beroep aan de kaak die is ontstaan met de schaalver-
formele management besluit tot onderwijsvernieuwingen
groting van het onderwijs en de managementcultuur die
waarin de vakinhoud onder druk komt te staan? Leraren
daarmee samenhangt. De school is een formele organi-
die pleiten voor een (re)pedagogisering van het onderwijs
satie geworden met vooral zakelijke en ambtelijke
en leraren die pleiten voor herstel van vakinhoud vinden
verhoudingen tussen collega’s en een afrekencultuur naar
elkaar als bondgenoten in een gezamenlijk verzet tegen
het management. In deze ontwikkeling raakt de pedago-
onderwijsmanagers.
gische kant van het lerarenberoep gemakkelijk tussen de
PAGINA 18
wielen. Voor veel leraren ligt de kern van hun werk in de
Het is echter vooral de onvrede met de inhoudelijke
pedagogische, vormende relatie met de zich ontwikke-
effecten van het nieuwe leren die argumenten oplevert
lende leerlingen. Deze beroepskern ligt vaak ten
voor het invoeren van een canon in het onderwijs. De
grondslag aan de keuze voor het leraarschap en aan
canon is een factor geworden in de restauratie van
tevredenheid met het werk. Als leerlingen als persoon om
kennis. Nadenken over het belang van een canon vanuit
aandacht vragen, dan zetten leraren daar graag hun
pedagogisch opzicht vindt nauwelijks plaats. Deze blinde
programma voor opzij, ook al levert dat problemen op
vlek speelt de inburgering van de canon in school parten.
met het tijdpad. Verzakelijking, anonimiteit en formali-
Ik vraag in dit artikel daarom vooral aandacht voor de
sering zijn niet de gemakkelijkste contexten om duizend
verbinding van het denken over een canon met de
pedagogische bloemen te laten bloeien. De aantasting
pedagogische beroepskern van leraren.
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
naar pedagogie? 2
PEDAGOGIE OF INHOUD: DE VAL VAN EEN VALSE TEGENSTELLING Pedagogie richt zich op de systematische aandacht voor
gerichtheid op kennis gaat in de menselijke persoon een
de persoon van de leerling en diens ontwikkeling. Maar
meer fundamentele en daardoor belangrijkere laag schuil.
die ontwikkeling is zonder gerichte aandacht voor kennis
Het is de laag die met zin en waarden te maken heeft.
niet mogelijk. Leerlingen hebben kennis nodig om zich te
Allereerst is de menselijke persoon een waarderende en
verhouden tot wat anderen van hen vragen en verlangen.
zinzoekende persoon. Of we het nu willen of niet: levens-
De ontwikkeling van je persoon in de rollen die je krijgt
vragen en morele vragen sturen onze persoonlijkheid.
toebedeeld in de samenleving en in beroepen staat of
Iedereen heeft by nature een set van ervaringen
valt met het groeien van kennis. Kennis is een compe-
opgedaan en bewaard waarin de uiteindelijke betekenis
tentie! En aan de andere kant is kennis in dit verband pas
van het leven zich meldt. Van tijd tot tijd halen we zulke
van betekenis als je hebt geleerd hoe die kennis aansluit
ervaringen in onze herinnering terug om er onze koers
bij de vragen die je in je leefwereld voorgeschoteld krijgt.
mee te bepalen en te ijken. Zulke persoonlijke ervaringen
Hier speelt ons parten dat in de uitvoering van het
en de manier waarop we er gebruik van maken vormen
nieuwe leren de pedagogische aandacht is verdrongen
samen het levensverhaal. Iedereen heeft zo’n levens-
door technische aandacht voor leren en kennisontwik-
verhaal en leeft ervan. Het is een persoonlijke canon. Op
keling. Eigenlijk kun je vaststellen dat het nieuwe leren in
basis van dat fundament ontwikkelt zich interesse voor
veel situaties van zijn oorspronkelijke bedoeling is
kennis. Daarmee is kennis niet onbelangrijk of secundair!
vervreemd doordat het in het bezit gekomen is van
Maar ontwikkeling van kennis is hierdoor ook afhankelijk
onderwijstechnologie.
van de ontwikkeling van de persoon als een waarderende persoon met een levensverhaal. Deze pedagogische notie
3
Het is voor een plaatsbepaling van het canondenken goed
zijn we vergeten toen het nieuwe leren aan onderwijs-
om de pedagogische betekenis van het nieuwe leren nog
technologie werd gekoppeld. De verbinding van kennis-
eens voor de geest te halen. Het gaat er in het nieuwe
ontwikkeling met de waarderende persoon is bij uitstek
leren helemaal niet om om kennis af te zweren en aan de
een aandachtsveld dat vraagt om een persoonlijke relatie
kant te zetten. Het gaat erom dat de leergierigheid naar
van de lerende met de leraar. Hier ligt de kracht en de
kennis, hoe onvervangbaar en belangrijk ook, niet alleen
onvervangbaarheid van de leraar. Laten we het denken
beslissend is voor het slagen van onderwijs. Onder de
over de canon verbinden aan deze pedagogische lijn.
VENSTERS OF LENZEN? De vraag is nu of onderwijs dat zich durft te richten op de
verhaal. De leerlingen zijn toch niet alleen maar
verbinding tussen het levensverhaal en gerichtheid op
individuen, maar groeien, ook als ze dat niet weten, op in
kennis, zich beperken moet tot het persoonlijk levens-
een samenleving en een cultuur waarin een collectief PAGINA 19
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
geheugen fungeert. Herinnering is niet alleen persoonlijk,
luisteraar maakt zo’n verhaal mee, in de dubbele betekenis
maar ook gemeenschappelijk. We delen niet alleen het
van meemaken. Al luisterend mobiliseert hij zijn persoon-
zoeken naar uiteindelijke zin en houvast in ons bestaan
lijke associaties, emoties en herinneringen. Die helpen
met elkaar. We delen ook manieren waarop we in dit
hem het gehoorde verhaal te verbeelden. Het resultaat is
zoeken op een humane manier vooruit kunnen. We delen
een verbeelding die persoonlijke trekken heeft van de
ervaringen die we voor elkaar niet verloren willen laten
luisteraar. En die tegelijkertijd weerklank is van de ervaring
gaan. Ervaringen van menselijkheid die persoonlijk zoeken
van de verteller. Zo werken verhalen: ze krijgen steeds
kunnen steunen en richten. Pedagogie richt zich op de
opnieuw context, als de verteller maar een luisteraar heeft.
ontwikkeling van de persoon, maar zonder de betekenis-
Verhalen zijn de voertuigen bij uitstek waarin we
volle relatie met gemeenschappen en tradities te verwaar-
ervaringen van uiteindelijke zin communiceren. En ze
lozen. Het delen van gemeenschappelijke en door de trial
fungeren als de lenzen die ons leren kijken naar de actua-
and error van tradities gepolijste richtinggevende
liteit waarin we staan.
ervaringen vindt in onderwijs altijd plaats. De vraag is niet of we daaraan aandacht besteden. Dat doen we immers
Dan het wat. Welke ketting van verhalen hebben we
altijd, minstens zonder het te weten. De vraag is hoe we
beschikbaar? In welke verhaaltraditie staan we zelf? Welke
die aandacht besteden en verantwoorden. En daarbij
gemeenschappelijke kernervaringen willen we aan
hoort: welke herinneringen zijn het waard om daarbij
leerlingen overdragen om hen te helpen een eigen levens-
aandacht te krijgen. Deze vragen richten een pedagogische
verhaal te schrijven, om hen lenzen te geven waarmee ze
uit de canon van
bezinning op de betekenis van een canon in het onderwijs.
hun belevingen kunnen waarderen? Dit is de nieuwe
onze persoonlijke
Allereerst het hoe. Frits van Oostrom ziet de canon van
onderwijs de vraag naar de identiteit van de school
Nederland die hij voorstelt als een serie vensters. Vanuit
opnieuw kunnen stellen. En het is de vraag naar de
die vensters kijkt het onderwijs Nederland in. De vijftig
identiteit van het leraarberoep. Het gaat om het humaan
vensters die zijn commissie selecteerde en uitwerkte
leven met open vragen die niet met berekenend denken
geven een perspectief op Nederland. Om de pedagogische
van economie en techniek zijn op te lossen. De vragen
lijn die ik net schetste vast te kunnen houden spreek ik
naar uiteindelijke zin zijn sterker dan deze berekenende
liever over lenzen dan over vensters. Lenzen grijpen in op
antwoorden. Het gaat om verhalen van mensen die op zo’n
waarneming en vooral waardering. Een lens doet iets met
humane en wijze manier heil, hoop, geloof en liefde
je blik. Een lens is niet neutraal, maar vertekent op een
konden volhouden in contexten die daarmee in flagrante
berekende manier. Lenzen geven een focus en leggen een
tegenspraak waren. Tegendraadse lens-verhalen van
perspectief op gebeurtenissen die we eerst niet of anders
Franciscus, pater Damiaan of Peerke Donders, abbé Pierre
zagen.
of Etty Hillesum. Stuk voor stuk verhalen waarin kernerva-
Herinneringen
manier waarop we vanuit het denken over een canon voor
levensgeschiedenis werken als lenzen.
ringen het vlees en bloed van concreet verder leven Herinneringen uit de canon van onze persoonlijke levens-
hebben gekregen en van waaruit we ons eigen levens-
geschiedenis werken als lenzen van waaruit we het heden
verhaal kritisch op de korrel kunnen nemen. Zonder geloof
van ons leven waarnemen en in verband met ons verleden
in God is het omgaan met de fundamentele hachelijkheid
plaatsen. Via de waardevolle en krachtige herinnering aan
van menselijk leven voor christenen niet op een humane
een ervaring van uiteindelijke zin tijdens een onvergete-
manier te verwerkelijken. En, zoals bekend, ook aan dat
lijke bergtocht tijdens een vakantie, kijk ik naar vakantie-
geloof ligt het verhaal van een leven ten grondslag.
aanbiedingen in folders of lees ik wandelkaarten in de
PAGINA 20
Alpen. Zulke persoonlijke ervaringen hebben we in ons
Leraren zijn een onvervangbaar station in de persoons-
geheugen opgeslagen als verhalen. Zo vertellen we ze ook
wording van leerlingen. Levensverhalen en traditionele
aan anderen. We vertellen het verhaal van de gebeurtenis
kettingen daarvan kunnen de leergierigheid en kennis-
die waardevol voor ons was. In het vertellen van dat
honger van leerlingen prikkelen. De verhalen wachten op
verhaal nodigen we de luisteraar uit er in mee te gaan. De
hun vertellers.
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
Heeft een canon ook een persoonlijke kant? Kijk je als leerkracht wel eens terug naar je eigen schooltijd om na te denken over ‘vensters’ die toen een grote indruk op je maakten? En ben je wel eens bezorgd geweest of geworden omdat bepaalde tijdperken witte vlekken bleken, bepaalde thema’s absoluut niet aan de orde zijn gekomen? Kijk je wel eens naar de schoolloopbaan van je eigen zoon of dochter met de hoop dat ze tenminste die en die ‘vensters’ breeduit open gooien? Dat zijn de vragen die ik voorleg aan Jessie Mulder, leerkracht van een groep 3/4 van basisschool ’t Schrijverke in Den Bosch (Maaspoort) en begeleider van beginnende leerkrachten. ’t Schrijverke is een grote school in een nieuwbouwwijk met rond de 40 leerkrachten en 6 onderwijsondersteunende medewerkers. Het onderwijs op school is te typeren als op ontwikkeling gericht met brede thema’s en lange leerstoflijnen.
Oooh, is het een verhaal FRANK SELLER
“Je kunt zeggen dat een bepaald venster voor jonge
portret van hem of liever nog met een beschrijving en
kinderen een goede opening is op de wereld van toen, als
een tekening op het bord. En misschien ook een foto van
een kind er tenminste ook beelden bij heeft of ideeën bij
het planetarium zelf om er wat bij te kunnen vertellen.
kan ontwikkelen. En dat kun je als leerkracht oproepen
Het gaat dan om de tijd van vroeger, niet precies om 1781
door naast het verhaal ook beeldmateriaal te gebruiken.”
natuurlijk, en dat iets al zolang werkt. “Voor jonge
In mijn eigen groep 3/4, vertelt Jessie Mulder, hebben we
kinderen moet het verhaal mooi en pakkend zijn.” Jessie
het op dit moment over het heelal en dus eigenlijk vooral
kijkt even omhoog en zegt dat ze er dan bij kan vertellen
over ons zonnestelsel en de planeten. Daar wordt ook aan
hoe belangrijk mensen altijd al deze vragen over het
geknutseld en gebouwd. En wat ligt er dan meer voor de
heelal vinden; het zijn immers vragen die raken aan de
hand de figuur van Eise Eisinga op te roepen met een
oorsprong van het leven. “Zulke vragen komen veel voor. PAGINA 21
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
Ik zeg dat nu omdat ik daarbij moet denken aan een
geven bij het vertellen. En om de aandacht, zeker bij
jongetje dat me laatst kwam vragen over een vader en
jonge kinderen in de onderbouw, te richten moet je een
een zoon die vleugels hadden bedacht om mee te vliegen
aantal voorwerpen zoeken en neerleggen en daar bij het
en die ook gemaakt hadden, ‘met was en met veren of
vertellen naar wijzen. Zo kun je ook sommige aspecten
zoiets’ en dat ze toen naar de zon waren gevlogen en
van het verhaal versterken.”
toen neergestort. “Is dat echt gebeurd?” was wat het
De schatkist die de canoncommissie noemt, is een goed
jongetje weten wilde. Toen ik vertelde over de mythe van
idee; het geeft leraren een idee juiste voorwerpen bijeen
Icarus en dat het een verhaal is, zei hij “Oooh, is het een
en in beeld te brengen, voor zover ze niet in die schatkist
verhaal.” En dat was belangrijk, hij had een kader er voor,
zitten. Wat daarnaast, zeker jonge kinderen helpt beelden
hij kende nu het juiste verhaal en kon het compleet
te vormen bij een bepaald venster, is de beschikbaarheid
vertellen met de aanvullingen van de juf erbij.
van eenvoudige zakelijke kinderboeken, eenvoudig van tekst en vooral doeltreffend en helder geïllustreerd. “Maar kinderen verschillen natuurlijk ook sterk in hun reacties op vertelde verhalen. Als ik kijk naar mijn eigen
"In onze thema’s verkennen we met de
kinderen is dat heel duidelijk”, zegt Jessie. “Mees is net van de Vrije School naar de brugklas gegaan en hij gaat nog steeds twee keer per week naar de Schola Cantorum
jaargroepen onze omgeving en we verbinden dat met de leerstof."
voor koorles. Ik heb hem deze week gevraagd wat hij nou weet van alle componisten waar van hij werken zingt en of dat nu uitmaakt voor waardering of herkenbaarheid of wat dan ook. Nou, nee, zei hij, hij wist niks te melden over de persoon van de componist of diens leven of eventuele eigenaardigheden. Pas toen ik doorvroeg kwamen aarzelend de eerste voorbeelden, ja natuurlijk
Verhalen vertellen
over Clemens non Papa die ook Clemens heette en die
Voor verhalen vertellen en voorlezen zijn de meeste
GEEN paus was, dat had de meester wel verteld en ze
vensters goed gekozen, dat vindt Jessie Mulder zeker het
hadden er ook even om moeten lachen. En daarna pas
geval. Dat geldt niet alleen in een narratieve traditie, ook
kwam er een serietje verhaaltjes los. “Blijkbaar staan
bij thematisch onderwijs zijn het prima ingangen. Voor de
verhalen als systeem bij Mees niet op de voorgrond: hij
bovenbouw worden mooie leesboeken genoemd van
merkt niet dat hij feiten en kennis verzamelt. Bij onze
auteurs die bij onze kinderen goed in de markt liggen,
dochter Annerein is het helemaal anders, bij haar blijven
zoals Henk van Kerkwijk, Simone van der Vlugt, Bies van
verhalen hangen om direct te worden naverteld en soms
Ede en Arend van Dam. Maar voor korte verhalen over
ook nagespeeld en uitgewerkt in andere eigen verhalen.
historische figuren, voorleesverhalen dus, is er niet zo
Ze stelt vragen naar aanleiding van verhalen, wil
veel keus en sommige verhalenbundels zijn wel aan
zichtbaar haar kennis uitbreiden.”
modernisering toe. Zeker omdat voorlezen niet zo gemak-
PAGINA 22
kelijk is, want de concentratie van kinderen in een groep,
Thematisch werken
en zeker jonge kinderen, neemt daarbij snel af. Vertellen
“Ik denk dat voor onze school de verbinding met de plaat-
boeit kinderen gemakkelijker en langer, maar is veel
selijke canon en het cultureel erfgoed erg belangrijk is. In
tijdrovender. “Als je een verhaal wilt gaan navertellen,
onze thema’s verkennen we met de jaargroepen onze
moet je het toch echt wel eerst een aantal keren lezen,
omgeving en we verbinden dat met de leerstof. Met onze
lezen tot je er beelden bij hebt gemaakt die je houvast
onderbouwgroepen gaan we bijvoorbeeld naar de biblio-
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
theek in de wijk en naar de Maas. De rivier speelt vanzelf-
en aspecten die buiten je gevoelshorizon blijven.” Jessie
sprekend een belangrijke rol in ons schoolplan.
vertelt dat ze zich wel iets herinnert van een bezoek aan
Met de groepen 5/6 verkennen we de stad Den Bosch,
de piramide van Austerlitz, maar dat daarvan absoluut
inclusief een Diezetocht. Daarmee kunnen heel wat
niets anders is blijven hangen dan wie het eerste boven
vensters worden geopend of gereactiveerd. Dat levert
is en de sfeer van de omgeving. Geen verbinding met
eerder teveel aanknopingspunten op dan te weinig. Voor
Napoleon, niet met een tijd van grote veldslagen en van
wat betreft het industrieel en cultureel erfgoed, we
vestingwerken, niets van dat al. Misschien dat dit na de
bezoeken wanneer dat in een thema past historische
renovatie van de piramide anders zou uitvallen, maar dat
plaatsen, zoals een werkende molen. “Zo’n excursie kan
is voor haar een vraag. “Anderzijds, misschien heb ik van
een mooi aanknopingspunt zijn om dieper op één van de
die periode alleen beelden onthouden die met wereldge-
vensters in te gaan. Hoe diep dat in een bovenbouwgroep
schiedenis te maken hebben. Over Napoleon weet ik nog
precies kan, durf ik niet te zeggen.”
wel wat, ook in termen van verhalen, zoals de veldtocht
De basis van zo redeneren met en over vensters is voor haar, zegt Jessie, een eye opener. Het maakt dat ze actiever kijkt naar zijsporen en vertakkingen. Zoiets past ook bij de onderwijsvisie van de school, die kinderen wil
"Er zijn er waar je gewoon weinig mee hebt.
aanleren ook na te denken hoe zo iets leren en waarom. “Als ik in de bovenbouw zou werken, dan zou het mij in mijn lesvoorbereidingen ondersteunen bij het aanbrengen van samenhang.” Maar, vervolgt ze meteen, dat geldt nooit voor alle vensters. Er zijn er waar je
En er zijn ook vensters waarbij je merkt dat je eigen voorkennis erg onvolledig is."
gewoon weinig mee hebt. En er zijn ook vensters waarbij je merkt dat je eigen voorkennis erg onvolledig is. “Het is wel zo dat ik bij mijn Pabo-opleiding soms dacht en soms ook hardop zei: ‘Ik houd van geschiedenis.’ Mijn
naar Rusland, de verbanning naar Elba en de ontsnapping
medestudenten keken me dan soms heel raar aan. Die
die daarop volgde. Van de patriotten en van Lodewijk en
voorliefde heeft niets te maken met mijn vwo-voorop-
het koninkrijk Holland kan ik me absoluut niets herin-
leiding of met geschiedenisdocenten die ik zelf heb
neren. Dat kan toch ook wel te maken hebben met keuzes
gehad, integendeel zelfs. Ik denk dat het meer interesse is
of het weglaten van thema’s uit de vaderlandse geschie-
of de invloed van mijn ouders. Ik kom uit een onderwij-
denis door mijn leraren.”
zersgezin en dat merk je toch wel. Er zit aan algemene
Maar, vervolgt ze, die aspecten van staatsinrichting
gesprekken toch vaak een onderwijsrandje.” Als ze nu
werden misschien in mijn hele eigen schoolperiode door
Pabo-studenten begeleidt vraagt ze hen naar hun
leraren niet zo belangrijk gevonden voor het programma.
interesses en hobby’s om ze er van bewust te maken dat
Het ging meer over de geschiedenis van na 1945. “En ik
ze bijvoorbeeld geschiedenis leuk kunnen vinden.
was er waarschijnlijk ook niet zo gevoelig voor en kon me er niet zoveel bij voorstellen. Ik zou nu niet direct een
Witte vlekken
aantal voorwerpen kunnen noemen die in een schatkist
“Als ik zelf geen idee heb bij een aantal van de vensters
voor staatsinrichting zouden kunnen zitten. Hmmm, iets
of een bepaalde periode kan ik dat natuurlijk wel
om over na te denken.”
toeschrijven aan mijn leraren en de lessen die ik wel en die ik niet heb gehad, maar dat is het niet alleen. Ik denk dat je ook dingen hebt waarmee je je als leerling verbindt PAGINA 23
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
Open brief aan de Canoncommissie Op 27 maart 2006 heeft de NKSR zich uit zorg tot uw Commissie gewend over de canon van Nederland. De Raad uitte deze zorg ondermeer in de volgende bewoordingen: ‘De Raad is van mening dat een canon ook in deze tijd een gemeenschappelijk referentie- en interpretatiekader moet bieden. In het debat tot nu toe mist de Raad de bijdrage die religies daaraan hebben en nog steeds geven. Dat lijkt op een blinde vlek uit te lopen’. Daarom vroeg de NKSR aan de canoncommissie om ‘ruimte voor de religieuze tradities in de culturele canon’.
In een begeleidende notitie werd ter toelichting
niet voor het vak godsdienst/levensbeschouwing. De
opgemerkt dat het de NKSR was opgevallen dat onder de
afbakening is dus wel te begrijpen, te meer daar de
vakken of leergebieden waarvan een bijdrage verwacht
commissie wel aandacht besteedt aan kerndoel 38 basis-
werd aan de culturele canon consequent het vakgebied
onderwijs die gaat over ‘hoofdzaken over geestelijke
godsdienst/levensbeschouwing ontbrak. Als ‘leveranciers’
stromingen die in de Nederlandse multiculturele samen-
voor de te ontwerpen canon werden in debatten wel
leving een belangriike rol spelen’. De commissie schrijft
steeds de vakken literatuurgeschiedenis, kunstzinnige
dan het volgende (deel A, pag. 49):
vorming, geschiedenis en aardrijkskunde genoemd.
“Religie en logischer wijze in het bijzonder de christelijke religie, vormt een belangrijke thematische lijn in het
Nu de canon onder de benaming entoen.nu is
verhaal van Nederland. En dus ook in de Nederlandse
verschenen, spreekt het vanzelf dat de Raad vanuit zijn
canon. Aan de hand van de vensters Willibrord,
eerdere zorg opnieuw naar de canon heeft gekeken. Onze
Beeldenstorm, Statenbijbel en Veelkleurig Nederland kan
zorg was al enigszins weggenomen, omdat in antwoord
de invloed van geloof op de cultuur in de brede zin van
op onze schriftelijke bijdrage de secretaris van de canon-
het woord, en in de ontwikkelende traditie van
commissie, de heer Slings, ons antwoordde: “De
godsdienstvrijheid aan de orde gesteld worden. Via
commissie deelt uw standpunt op hoofdlijnen. We nemen
andere vensters, zoals Erasmus en Spinoza, kan deze
uw adviezen dus graag mee in onze overwegingen en
thematische lijn worden geaccentueerd.”
zullen er bij het voorbereiden van haar eindrapportage dankbaar gebruik van maken.” (11 april 2006).
Elders presenteert de commissie ‘de hoofdlijnen van de canon’ en daarin is de derde hoofdlijn ‘een gekerstend
Toch noemt de canoncommissie in haar verantwoording
land’, waarvan de bewoners circa 600-700 tot het chris-
(deel A) nergens het vak godsdienst/levensbeschouwing
tendom worden bekeerd, kloosters centra van cultuur
en beperkt u zich tot de vakken geschiedenis, aardrijks-
worden en het christendom ‘tot op de dag van vandaag
kunde, Nederlands, kunstvakken en voor het voortgezet
een belangrijk kenmerk van de Nederlandse cultuur’
onderwijs het vak maatschappijleer. Voorafgaand aan de
uitmaakt (deel B, pag. 111).
bespreking van de bijdrage vanuit deze vakken aan de
PAGINA 24
canon rechtvaardigt de commissie deze afbakening door
De Raad citeert dit alles met instemming. In het algemeen
te wijzen op de ministeriële opdracht waarin ‘expliciet is
gesproken wil de NKSR u oprecht complimenteren met
gevraagd rekening te houden met de herziene
verantwoording en uitwerking van de canon van
kerndoelen’ (deel A, pag. 45). Dergelijke van
Nederland. De NKSR hoopt dat uw werk zijn weg zal
overheidswege vastgestelde kerndoelen zijn er inderdaad
vinden naar het onderwijs en scholen ermee aan de slag
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
gaan. Hierbij zal helpen dat u de canon zo concreet en
Dordrecht, Zaltbommel en Culemborg. Rond 1400 was het
origineel hebt uitgewerkt. Toch is de Raad van mening dat
Jan Cele die op de Latijnse school te Zwolle een belang-
uit de keuze van de 50 vensters niet blijkt dat het chris-
rijke onderwijshervorming heeft doorgevoerd.
tendom ‘tot op de dag van vandaag een belangrijk kenmerk van de Nederlandse cultuur’ uitmaakt of ‘een
Verwonderlijk is het ontbreken van de opkomst en grond-
belangrijke thematische lijn in het verhaal van Nederland’
slagen van de verzuiling in de canon als een apart venster
vertegenwoordigt. Vanuit dat standpunt had uw
in de negentiende eeuw. Als er één ontwikkeling is
commissie andere, betere keuzen kunnen maken.
geweest die grote gevolgen heeft gehad voor het organi-
Kennelijk houdt u daar zelf al rekening mee, want in het
satorische, mentale en politiek-bestuurlijke verhaal van
rapport staat ook dat toekomstige generaties over de
Nederland dan is het toch wel de verzuiling en de
keuze van de vensters ‘anders zouden kunnen oordelen,
ontzuiling geweest. De gevolgen ervan zijn er nog steeds,
bijvoorbeeld door een venster uit de Gouden Eeuw te
bijvoorbeeld in het typisch Nederlandse vertrouwen in
offeren voor de Moderne Devotie’ (deel A, pag. 76).
‘het poldermodel’, in het voortbestaan van levensbe-
Inderdaad had bijvoorbeeld een venster over Thomas à
schouwelijke organisaties in ons land op het terrein van
Kempis nu al niet misstaan, wiens boek ‘De navolging
cultuur, onderwijs, media en politiek. De verzuiling komt
van Christus’ na de Bijbel het meest gedrukte en
slechts voor bij de vertakking bij het venster Veelkleurig
vertaalde christelijke boek schijnt te zijn. Meer nog zou
Nederland (vanaf 1945)! Hoewel de Raad zich eigenlijk wil
aandacht voor de Moderne Devotie in de canon te
onthouden van commentaar op de vensters die wel zijn
overwegen zijn, omdat hierin een voorloper is gezien van
gekozen, wil zij toch een uitzondering maken voor de
de Reformatie en ook Erasmus, wel in de canon
keuze van het venster Screbrenica. Gemeten naar de
opgenomen, de invloed ervan heeft ondergaan.
invloed op de Nederlandse samenleving is het
Ruimte voor de religieuze tradities in de culturele canon.
merkwaardig dat dit incident wel, maar de verzuiling De Raad betreurt het dat uw onderkenning dat de
geen aanleiding is geweest voor een eigen venster,
kloosters in de middeleeuwen ‘tot centra van cultuur’ zijn
bijvoorbeeld door opneming van één van de voormannen
geworden niet tot een apart venster heeft geleid. Volgens
hiervan: Kuyper, Schaepman of Troelstra.
uw eigen criterium van de mate van invloed op de Nederlandse samenleving, had de keuze voor dit venster
De NKSR verzoekt u de keuze van vensters in herover-
welzeker in de rede gelegen. Na het verval van het
weging te nemen. Vijftig is een mooi afgerond getal, maar
Romeinse Rijk in de vijfde eeuw was het slecht gesteld
de Raad meent op grond van de uitgangspunten die de
met onderwijs, ziekenzorg en landbouw. De Kerk en dan
commissie ook zelf belangrijk vindt dat ten minste enkele
meer in het bijzonder de kloosters hebben zich geleidelijk
vensters opgenomen moeten worden die recht doen aan
aan de ontwikkeling van deze terreinen aangetrokken. Wij
de betekenis van het christendom in de ontwikkeling naar
noemen in dit verband bijvoorbeeld het ontstaan van het
het land dat Nederland nu is: hiervoor komen in
schoolwezen in ons land. Eerst ontstond in de 6de eeuw
aanmerking: Thomas à Kempis of Moderne Devotie; de
op bescheiden schaal de Schola Cantorum, de
betekenis van de kloosters, waarvoor de St-Jan in Den
zangschool, waar naast het gregoriaans vooral het lezen
Bosch (Romaanse kerk 1220, kapittelkerk sinds 1366,
en het Latijn werd onderwezen. Ter zijde zij opgemerkt dat
zelfstandige parochie sinds 1413) een mooie tegenhanger
de muziek (hier het gregoriaans en later de polyfone
kan zijn tegen het licht ‘hollandocentrisch karakter’ van
muziek) spijtig genoeg toch al ontbreekt in de canon!
de canon.
Later ontstaan er in tal van steden ook andere scholen die vrijwel alle een kerkelijke oorsprong hebben en dat blijft
Ten slotte is de NKSR van mening dat het ontbreken van
zo tot in de zestiende eeuw. Alleen de ambachtsscholen
een venster dat uitzicht biedt op de belangrijke levensbe-
gingen uit van de gilden of stadsbesturen, maar verant-
schouwelijke en politiek-bestuurlijke ontwikkelingen van
woordelijk voor Franse, Dietse of Latijnse scholen was
Nederland in de negentiende en twintigste eeuw door
een ‘scholasticus’, een kanunnik die aan een kapittel van
middel van de verzuiling (en ontzuiling) ernstig te kort
een grote stadskerk was verbonden. Dergelijke ‘stads-
doet aan de belangrijkste functie van de canon: het moet
kerk-scholen’ waren er ondermeer in Utrecht, Groningen,
leiden tot beter begrip van hoe Nederland geworden is
Deventer, Nijmegen, Middelburg, Breda, Leiden,
wat het nu is. PAGINA 25
REFLEXIEF
>
FEBRUARI 2007
BOEKBESPREKING
Geloven in het publieke domein V E R K E N N I N G E N VA N E E N D U B B E L E T R A N S F O R M AT I E In de vuistdikke verkenning buigt de Wetenschappelijke
definitorische problemen rijzen. Wat is religie? Kun je
Raad voor het Regeringsbeleid zich over de vraag hoe de
religie ontdoen van haar rituele, dogmatische en instituti-
overheid met religie om zou kunnen gaan. De Raad maakt
onele aspecten? Wanneer is er nog sprake van religie die
‘verkenningen’ die als studie worden gepubliceerd en
op bescherming aanspraak kan maken? Waar begint en
stelt mede naar aanleiding van verrichte verkenningen
eindigt het publieke domein? Behoort internet tot het
adviezen op voor de regering die als rapporten met
publieke of tot het private domein? Ondanks de begrips-
aanbevelingen aan de regering verschijnen. Mogelijk dat
verkenning waar de studie mee opent, wordt er geen
in de toekomst de WRR over de relatie tussen religie en
klaarheid in deze zaak gebracht en de lezer moet erop
publiek domein de regering nog zal gaan adviseren. Te
bedacht zijn dat de verschillende auteurs bij gebruik van
verwachten is dat zulks mede zal afhangen van de reacties
dezelfde begrippen toch niet altijd dezelfde zaken op het
die op deze verkenning worden uitgebracht. Mijn
oog hebben. Waar alles stroomt, is er moeilijk grip op te
verwachting is dat er geen advies aan de regering zal
krijgen. Dat is een niet gering ongemak waar niet alleen
volgen, omdat het onderwerp dat in feite over de
de lezer mee te kampen heeft, ook de wetenschappelijke
W.B.H.J. VAN DE DONK,
scheiding tussen kerk en staat gaat, te gevoelig en te
theorievorming heeft het er moeilijk mee. Die gaat ook
A.P. JONKERS,
riskant is. Het zal moeilijk worden de Raad hierover een
alle kanten op; allicht omdat de begrippen bepalen hoe
G.J. KRONJEE EN
unaniem advies uit te laten brengen, wat voor de WRR
naar de werkelijkheid wordt gekeken. Zijn de begrippen of
R.J.J.M. PLUM (RED)
geen wenkend perspectief zal zijn. De afwijzende reacties
disciplinaire benaderingen onderling verschillend dan
op de nu verschenen verkenning zijn al voorbodes van de
neemt men ook verschillende zaken waar! Zo lezen we dat
Een publicatie van de
grote gevoeligheid van het onderwerp. De afwijzing
de secularisatie zowel ‘passé’ is, als dat er sprake is van
Wetenschappelijk Raad voor
betreft vooral de suggestie dat de overheid een taak heeft
‘voortgaande secularisatie’. Weer anderen nemen zelfs een
het Regeringsbeleid, Den Haag
op het terrein van zingeving. “Een overheid die zich op
‘desecularisatie’ waar! Ook zijn er auteurs die zich keren
2006
zingeving toelegt, komt in een wespennest terecht”, zo
tegen de veronderstelde ‘terugkeer’ van religie, omdat
Amsterdam Univerisity Press,
luidde het hoofdredactioneel commentaar van Trouw. De
door de wijze waarop zij naar religie kijken, deze nooit
Amsterdam 2006,
Amsterdamse burgemeester Job Cohen heeft echter geen
weg is geweest! Mij is deze gedachte wel sympathiek,
ISBN-13 978 90 535 69 368,
ongelijk toen hij opmerkte: “Wij doen dat al.” Dat dit zo is
omdat zij heel goed is te verbinden met mijn eigen
paperback, 512 pagina’s,
blijkt ondermeer uit bijdragen aan het derde luik van de
overtuiging dat de mens wezenlijk religieus van aard is.
Nederlands, € 67,50
bundel, waarin vanuit de topoi geschreven wordt, o.a.
Hieraan ligt uiteraard een ruime definitie van religie ten
Bestellen of downloaden:
over het onderwijs.
grondslag. Bijvoorbeeld die van S. Vestdijk in zijn onvol-
www.wrr.nl
PAGINA 26
prezen studie De toekomst der religie (1946): religie is het De studie van de WRR toont overtuigend aan dat er zowel
streven naar totaliteit en duurzaam geestelijk geluk. Een
in het domein van geloof en religie als in het publieke
nog altijd boeiende studie die gelet op de voorspelling
domein zich grote veranderingen voordoen. En niet alleen
die Vestdijk doet over de afname van de projecterende
qua empirie maar ook qua theorie. In feite wordt in de
metafysische religies (christendom) en de toename van de
bundel met afzonderlijke wetenschappelijke essays en
mystiek-introspectieve religies (boeddhisme) onver-
studies ‘een dubbele transformatie’ blootgelegd. Zowel
minderd actueel is. Met andere woorden: Vestdijk voorzag
religie als het publieke domein veranderen, zitten zo
in de oorlogsjaren een verlies aan transcendentie in de
gezegd in een periode van transitie, zo zeer zelfs dat er
betekenis dat het volmaakte, de heelheid, het totale alleen
THEMANUMMER 1
>
2007 KENNISGEVING
in God, dus buiten de mens zelf bestaat. Ook de brede definitie van de theoloog Tillich mag er zijn: religie is de zorg van mensen over de ultieme zaken in het leven; of die van Otto: omgang met het heilige.
COLOFON Hiermee kom ik bij een kritisch punt in de overigens zeer boeiende bundel met verkenningen. Religie wordt vooral
Reflexief is een uitgave van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, forum voor katholiek
vanuit een sociologische optiek bekeken en behandeld. Ik
onderwijs. Reflexief verschijnt driemaandelijks en wordt gratis toegezonden aan
mis de strikt theologische benadering. Dat gaat zelfs op
schoolbesturen en schoolmanagement, relaties in het onderwijs, de politiek, het
voor de bijdrage van de theoloog Erik Borgman. Daarmee
maatschappelijk leven en de media. U kunt zich ook abonneren op Reflexief.
is geen depreciatie over zijn bijdrage uitgesproken, want de rol van religie in het publieke debat en in het democratische proces is zondermeer boeiend. Zo ook zijn de andere sociologische bijdragen het lezen waard, met een actualisering van de ‘religieuze atlas van Nederland’. Zeer lezenswaard is de bijdrage van Joep de Hart en Paul Dekker die heel genuanceerd laten zien hoe religie en religieus geëngageerde burgers een sociaal kapitaal vertegenwoordigen. En zondermeer prikkelend is het
REDACTIE
Bartho Janssen (hoofredacteur) Gerrit-Jan Meulenbeld (eindredacteur) Irma Verbeek (redactieassistent) Thom Geurts Karin Melis Frank Seller Wilbert van Walstijn
essay van Wils over de discutabele rol van religie in het morele dispuut als gevolg van de afwezigheid van zelfkritiek. Mijn gevoel van gemis zit meer in het ontbreken van een theologische doordenking van de problematiek. Secularisatie is niet alleen bestuurlijk en
BEELDMATERIAAL
Bert Dekker (illustratie)
VORMGEVING
Ontwerpwerk, Den Haag
sociologisch, maar ook een theologisch vraagstuk. Het is te duiden als de menswording van God of het Goddelijke en mogelijk heeft het ook te maken met het omgekeerde
DRUK
Drukkerij Berne, Heeswijk
daarvan: de vergoddelijking van de mens. Volgens de filosoof Gauchet is het christendom een religie die de
REDACTIEADRES
religie opheft, is het christendom het begin van het einde
Stadhouderslaan 9
van de religie. In feite brengt het christendom zelf de
Postbus 82068
secularisatie voort doordat - theologisch gesproken- door
2508 EB Den Haag
de menswording het Onzichtbare zichtbaar wordt, waarna
T 070 356 86 18
God terugtreedt en ruimte voor de mens ontstaat. Verlies
F 070 361 60 52
aan transcendentie dus, verlies aan overgave aan wat
E
[email protected]
boven de mens en het menselijke uitstijgt. Nog een stap
www.nksr.nl
verder gaat de Italiaanse filosoof Vattimo als hij stelt dat secularisatie voor religie gelijk staat met ‘de dood van
ABONNEMENTENADMINISTRATIE
God’, gelijk staat met de verdwijning van ‘de Absolute’.
Reflexief kost € 12,50 per jaar, los nummer € 3,75.
Wat nihilisme is voor de filosofie, is secularisatie voor de
Voor informatie en losse nummers: Trudie Galama,
religie.
T 070 356 81 00 F 070 361 60 52
Zouden dergelijke meer theologisch-filosofische noties tot
E
[email protected]
andere gevolgtrekkingen kunnen leiden in een zonder twijfel nog steeds boeiende bundel met verkenningen
COPYRIGHT
over ‘geloven in het publieke domein’?
Overname van artikelen of gedeelten daarvan is toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en met bronvermelding.
WILBERT VAN WALSTIJN
ISSN 1570-2588 PAGINA 27
• Als verhaal van het land dat wij gezamenlijk bewonen • Nederland niet als horizon, maar als observatiepunt • Niet als vehikel voor nationale trots; wel een canon die betrokkenheid oproept • Geen praalgraf, maar levend erfgoed • Geen gesloten, maar een open canon • Geen lijstjes, maar vensters • Moderne technologie niet als bedreiging, maar als bondgenoot • De canon als cultureel kapitaal met een onschatbaar rendement • Durven investeren in algemene ontwikkeling en immateriële infrastructuur
DE CANON NIET ALS EEN PROBLEEM, MAAR ALS EEN KANS
bron: entoen.nu
E E N CA N O N VO O R A L L E N E D E R L A N D E R S