redactioneel
INHOUDSOPGAVE columns Redactioneel Voorwoord Labpraktijken Studiereiservaringen
3 5 23 29
visuals Van denken tot spreken Het evidente belang van schetsen Beeldend communiceren de essentie van een goed ontwerpproces
Zien en gezien worden Het betere paswerk Filmhuis Amsterdam
6 7 8 Beste lezers,
12 14 16
visueel spektakel aan het IJ
activiteiten & excursies Houtexcursie De slimste jongen van de klas Martens Bouwwedstrijd The value of design Rare jongens, die Batavieren! Witteveen+Bos
20 29 30 34 44 46
wat staat Amsterdam nog te wachten?
projecten Breaking up and building back Vacuumatics
24 32
heb je wel eens aan een gebouw geroken? Waarschijnlijk associeer je het niet met veel goeds: pis in de lift, verf in de keuken. Toch is bouwkunde echt iets van de zintuigen; vers gestort beton of gelast staal ruiken als een nieuw boek. Hout naar warmte, aluminium naar kou. Hoewel, aluminium smaakt meer, op school nooit op je pen gesabbeld? Glas ruikt niet en smaakt niet, maar klinkt des te meer, als het trilt in zijn sponningen of jankt om een kras. Zoals een dakgoot die fluit in de wind of de echo’s van een hooggehakte wandelaar. Is de vloer van steen dan zal ze zware stappen maken, van platen veert het mee. Maar nooit zoveel als de deur, die toch al zo zwaar is, met splinters, heb je je bezeerd? En als het om bouwkunde gaat, is het meest dominante van alle zintuigen het zicht. Elke mening wordt erop gebaseerd, elke herinnering is eraan verwant. Al was het alleen al omdat het je eerste indruk is, als je met de trein langs een stad rijdt of door een tijschrift bladert. Ik heb althans nog nooit een reukmonster in een vakblad aangetroffen. Nog voordat je het bouwwerk kent, hebben omwonenden het gebouwd zien worden. Daarvoor moet de aannemer weten wat er van hem wordt verwacht, volgend op de discussies van partijen in het bouwteam, waarin beslissingen worden genomen over de ontwikkeling van het plan. En aan de basis van dit alles staat de ontwerper, die zichzelf moet laten zien wat er aan ideeën in zijn hoofd spookt.
The design of a single large-span roof structure
48
Rotterdam Zoo ‘Diergaarde Blijdorp’
en verder Een avontuur naar een kampioenschap?!
36
deel 2
Hakron SCIA Tot slot
41 42 50
Het bouwproces als een ingewikkeld apparaat, in de handleiding staat dat je het regelmatig moet oliën. Welk middel dient dat doel beter dan fatsoenlijk beeldmateriaal? Daarom de special Visuals, waarin je kunt lezen over methodes om beelden te maken en de manier waarop je ze in kunt zetten. Ben je vies van smeer aan je handen? Gelukkig is de zomer weer begonnen; voor de romanticus zitten er bloemengeuren in de lucht, gekwetter van kuikentjes en geblaat van lammetjes, zacht gras onder de blote voeten en verse blaadjes aan de bomen. Leg je hoofd in je nek en geniet van de zon; we hebben een studiereis naar New York in het verschiet, dus kunnen we beter alvast gaan oefenen.
Carola Smulders, Hoofredacteur KOersief 2007/2008
3
DHV
DHV, Waldorpstraat 13 G, Postbus 19054, 2500 CB Den Haag, Telefoon: 070 - 3367400, e-mail
[email protected], website www.dhv.nl
Centrecourt Den Haag
constructief economisch puzzelen DHV's constructeurs (v/h D3BN) ontwerpen
zijn: goed nadenken, slim zijn en net even anders
alle betrokken adviseurs. Want architectuur,
draagconstructies in de utiliteitsbouw. Opdracht-
tegen een opgave aankijken om zo tot betere,
bouwfysica, installatietechniek en constructie
gevers en gebruikers weten dat hun belangen
goedkopere oplossingen te komen. En omdat de
zijn uiteindelijk stukjes van dezelfde puzzel: het
daarbij centraal staan; architecten weten dat
kosten van een gebouw voor een belangrijk deel
maken van een gebouw. Een gebouw waarvan
architectuur ons raakt. DHV zorgt ervoor dat wat
bepaald worden door de constructie, zijn het
de opdrachtgever, de architect én de
gevraagd wordt, tegen de laagste kosten
vaak deze oplossingen die een project haalbaar
gebruiker uiteindelijk zeggen: ‘het is mijn
gebouwd kan worden. Hoe? Door ingenieur te
maken. DHV werkt altijd intensief samen met
gebouw.’
Equinox Office Den Haag
voorwoord
Beste KOersleden, sponsoren en relaties, Het collegejaar loopt langzaam tot zijn eind en dat is ook meteen te merken aan het mooie weer. De zon schijnt volop en op straat loopt het vol. Met de vele vrije dagen voor de deur komt dit lekkere weer heel goed uit. Zo ook voor onze activiteiten. Het is iedere jaar weer het zelfde liedje, maar menige activiteit kan om organisatorische redenen pas aan het eind van het collegejaar worden ingepland. Nu we toch lekker aan het bellen en e-mailen zijn, willen we het aankomende bestuur graag een handje helpen door ook alvast enkele activiteiten voor het begin van het volgende collegejaar in te plannen. Naar eigen ervaring ben je als net gestationeerd bestuur voornamelijk bezig met acclimatiseren. Men denkt dat de activiteiten nog wel komen. En gelukkig, voor ons, komen die er ook. Vanaf half april staat de agenda weer vol met een activiteit hier en een excursie daar. Er is bijna iedere week wel wat te beleven. Niet te vergeten zijn de nodige borrels en feesten, die met dit weer natuurlijk niet mogen ontbreken. Kortom, het (studenten)leven is goed!
Interesse? Voor meer informatie kun je terecht bij het KOersbestuur. Loop eens langs de KOers-hoek of stuur een e-mail naar
Nu we het toch over e-mailen, bellen en het druk bezig zijn hebben, willen we jullie graag een blik achter de schermen gunnen. In het begin van het jaar hebben wij de keuze gemaakt om ‘bereikbaar’ te zijn voor onze leden. Om dit zo goed mogelijk te zijn, staan we tijdens al onze werktijden klaar voor alle (commissie)leden en docenten, met alle gevolgen van dien. Vooral in periodes waarin ALV’s moeten worden voorbereid of andere deadlines voorkomen, zijn wij erg populair. Een onvermijdelijk fenomeen dat je krijgt als KOersbestuurslid zijnde, je bent erg gewild, of je het nu wil of niet. Maar soms zou je willen dat er een knop bestond om dit even uit te zetten. Natuurlijk zijn wij degenen die de commissies achter de vodden aan zitten zodat zij hun bezigheden presenteren tijdens de ALV (we zadelen onszelf op met al dat werk). Natuurlijk willen we altijd klaar staan voor al jullie vragen en opmerkingen. Maar soms, soms ook even niet. Wij als bestuur kunnen er overigens zelf ook wat van, hoor. Onze penningmeester werpt me vaak een vermoeide blik toe als ik voor de zoveelste keer vraag of het financiële overzicht al op orde is. Is het niet voor de ALV, dan is het wel voor een excursie. Of de secretaris. Ik heb het vage vermoeden dat hij op drukke momenten de rest van het bestuur probeert te vermijden om niet steeds maar irritante vragen te krijgen. Ik denk dus dat het goed is, om jullie overspannen bestuursleden te sparen, dat wij op zulke momenten af en toe maar een hele middag lekker op het grasveld voor Vertigo moeten gaan zitten. Verstopt achter de KOE wel te verstaan. Met vriendelijke groet, namens het 36e bestuur KOers, Linh Sa Lê
[email protected] 5
visuals
Van denken tot spreken door: Carola Smulders en Manja van de Worp, MSc AA, MSc TU/e
In een vakgebied waarin zoveel in beeld uitgedrukt kan worden - van concrete vormen van architectuur tot abstractere verbeeldingen als krachtswerking - is het geen wonder dat visuals een belangrijke rol spelen. Anders dan de vrucht om een pit, staan ze je bij in het hele ontwerpproces; van het eerste gesprek met de opdrachtgever, langs brainstormsessies met adviseurs en technische tekeningen voor de aannemer tot de fancy foto’s in de tijdschriften. Onder Visuals wordt beeldvorming in elke denkbare vorm bedoeld: schetsen, technische tekeningen, de output van eindige elementen pakketten, maquettes, modellen et cetera. Het meest voor de hand liggende doel is om te communiceren. Met behulp van CADtekeningen en complexe 3D-modellen kun je iemand precies duidelijk maken hoe een plan in elkaar steekt. Een stuk geraffineerder is de schets - met de hand of bij voorbeeld in de vorm van een collage - waarin je een hoop informatie achterwege kunt laten, zodat de nadruk ligt op datgene dat jij wilt vertellen. Zeker zo belangrijk is het genereren en verifiëren van een idee. Een paar onbedoelde lijnen in de eerste schetsen brengen je misschien op nieuwe gedachten. Naarmate je meer Visuals maakt, krijg je een steeds beter gevoel voor de vorm die je plan aan kan nemen. Ook onderzoekend maar heel anders werkt Generative Design, waarin vorm niet noodzakelijk als input, maar eerder als output dient. Met een stelsel van randvoorwaarden zoekt het programma zelf naar mogelijke oplossingen, zie het als een geautomatiseerde evolutie. Interessant aan de nieuwe manier van inzetten van de evolutionaire processen is dat het generatieve niet ligt in de beschrijving van vooraf vastgelegde relaties waarbinnen een legio aan varianten ligt door de variabelen te veranderen, maar door een beschrijving waarbinnen de variabelen elkaar beïnvloeden. Ali Rahim beschreef dit als het fenomeen; Affect versus Effect. Waar Effect een enkele reactie geeft op een input, als een aan en uitknop, maar een Affect meerdere en verschillende reacties kan geven, afhangend van de input en hoe de relaties elkaar beïnvloeden. Een interessant mechanisme waarbij beeld wordt gebruikt als input voor het ‘generatieve’ ontwerp is binnen de techniek van genetic algorithms. Hierin worden de invloeden van de verschillende parameters op elkaar niet louter beschreven als een fixed principle, omdat in het systeem mutaties willekeurig weggelaten kunnen worden of de algoritmes hun eigenschappen aanpassen aan bepaalde verhoudingen. De mutaties en regels die beschrijven hoe de paring tot stand komt en wat de survival of the fittest is, resulteert in een species van vormen die een grondslag leggen aan bepaalde regels. In de volgende artikelen worden mutaties en paringen nog handmatig tot stand gebracht, maar de methode van Generative Design is een ontwikkeling om zeker in de gaten te houden.
6
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
visuals
Het evidente belang van schetsen door: Cliff Hasham
Schetsen is het visualiseren van je gedachten en het zoeken naar verschillende uitgangspunten. Door middel van schetsen kom je dikwijls tot verschillende oplossingen, maar je kunt het ook gebruiken om op een snelle manier je gedachten te verduidelijken. Een idee in je hoofd is nog vluchtig en constant aan verandering onderhevig; zodra je het opschrijft of schetst is het concreet. Het is dus belangrijk dat als je iets wil laten zien, je er een duidelijke schets van maakt. Een schets is ten slotte ook een manier om ontwerpinformatie weer te geven. Zoals je weet, zegt een goede schets meer dan vele woorden. Maar het hoeft geeft mooie tekening zijn: met een paar zoekende lijnen kan je al goed duidelijk maken wat je wilt vertellen.
tussen nonsense en sense ontstaan de mooiste ideeën
Als je begint aan een opgave, is het van belang dat je verschillende tekeningen maakt voordat je tot een definitief schetsontwerp komt. Het schetsen alleen al brengt je vaak op andere ideeën, dus ben je creatiever bezig met je probleem. De eerste schetsen zullen wellicht niet direct beantwoorden aan het beeld dat je in gedachten hebt, maar toch zijn ze essentieel. Je moet leren loslaten en ook zien los te komen van het vaste stramien. Je hoeft niet altijd alles in vakjes te proppen. Probeer in vrije vormen te denken. Onthoud dat je vanuit het niets tot iets moet komen. Meestal wordt er bij een nieuw ontwerp automatisch een beeld gevormd van wat je zou willen. Dat komt omdat de oplossingen bekend zijn, terwijl er zoveel andere vormen gerealiseerd kunnen worden door middel van vrij schetsen. In het beginstadium van een ontwerp is het van groot belang dat je onderzoekend bezig bent. Schetsen kun je niet leren uit een boek, het is een kwestie van veel doen, vergelijkbaar met schrijven, dat je ook leert door het vaker te doen. Je moet jezelf ontwikkelen op dit gebied. Ontleed schetsmatig een bestaand gebouw en analyseer hoe het tot stand is gekomen.
Bij het presenteren van een ontwerp is het ook belangrijk om de schetsen ter ondersteuning te laten zien. Op deze manier wordt een ontwerp duidelijk voor de beschouwer. Het denken in perspectief is daarbij niet van belang, dat komt later wel. De schets moet gewoon duidelijk leesbaar zijn voor een ander.
spelen met papier
Een goede manier om jezelf aan te leren vrije losse schetsen te maken is het schetsen op muziek, of aan de hand van een foto of een afbeelding. Beelden en geluiden roepen vaak emoties op. Probeer dit op papier te krijgen. Bijvoorbeeld door de maten, de ritmes, hard en zacht te visualiseren. Op deze manier kan je vrij schetsen en leer je ongedwongen met materiaal omgaan. Een andere manier van schetsen is het driedimensionaal schetsen. Dit gaat met behulp van het knippen en vouwen van papier. Hierbij moet je proberen met een paar insnijdingen in papier of dun karton te vouwen of te buigen, op die manier vorm je een modelletje. Deze manier van werken biedt je mogelijkheid om ruimtelijk te schetsen. Je zult zien wat voor een verrassend resultaat dit kan opleveren. Lichtval en schaduwwerking worden daarbij duidelijk zichtbaar. Mooie voorbeelden hiervan zijn te vinden in het boekje ‘Folding Architecture’ van Sophia Vyzoviti.
7
visuals
Beeldend communiceren door: Arjan Habraken
de essentie van een goed ontwerpproces
Als een boek verfilmd is, wil je het vaak lezen voordat je de film, of je wilt de film niet eens zien. De woorden in het boek voeden de fantasie van de lezer, welke niet wordt begrensd door gegeven beelden. In een brainstormsessie wil men de creativiteit van de deelnemers losweken. Ook hier moet daarom voorzichtig omgegaan worden met de informatie die vooraf verstrekt wordt, met name qua beeldmateriaal. Aan de andere kant van het ontwerptraject zal het ontwerp juist met het beeldmateriaal, in de vorm van werktekeningen, tot in detail vastgelegd en gecommuniceerd moeten worden. Hier is geen ruimte voor verbeelding en onduidelijkheden. Tussen deze twee uitersten, van de eerste lijn op papier tot de uitvoering, ligt een wereld van communiceren. Communiceren tussen de vele verschillende disciplines, in de verschillende fasen en op de verschillende manieren. Een goede communicatie bepaalt in grote mate het succes van het project. Enkel door afstemming – dus communicatie – tussen de verschillende disciplines kan een, zoals dat binnen Arup genoemd wordt, ‘Total Design’ verkregen worden. Een ontwerp dat in balans is en geoptimaliseerd in alle aspecten. Dit streven heeft geresulteerd in een open, creatieve en multidisciplinaire cultuur binnen Arup. De sterke mengeling van disciplines in de kantoorindeling versterkt de directe communicatie en daarmee het eindontwerp richting ‘Total Design’.
plichten en kansen
De gehele ontwerpfase is een vertaling van het tekstuele Programma van Eisen (PVE) naar een visueel ontwerp. Ik heb echter nog nooit meegemaakt dat een PVE onveranderd blijft gedurende het gehele proces. Het stapsgewijs in beeld brengen van het programma, zowel door de architect als door andere disciplines, belicht redenen voor de opdrachtgever of gebruiker om het aan te passen. De architect is leidend in dit proces en heeft
8
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
ook veelal de afstemmingsverplichting tussen de verschillende disciplines. Zij zullen betrokkenen de mogelijkheid moeten bieden om zich in te kunnen leven in het gemaakte ontwerp. Een goede visuele voorstelling van het ontwerp bij een ieder is essentieel. Enkel dan kan het resulteren in de juiste advisering en onderlinge aanvullingen tussen de adviserende partijen en de architect. De iteratieve integratie hiervan levert in elke fase van het proces een afgestemd visueel resultaat ter beoordeling en bijsturing van de opdrachtgever of gebruiker. Een foutieve beoordeling van het ontwerp van één van de betrokkenen, leidt tot een foutieve advisering en dus tot een inefficiënt of zelfs onmogelijk ontwerp. Hoe later in het proces de bijsturing noodzakelijk is, des te moeilijker kunnen de wijzigingen doorgevoerd worden en des te kostbaarder het is. Duidelijkheid van communiceren is dan ook van groot belang. In de ontwerpfase speelt beeldvorming de belangrijkste rol in de communicatie. Kleurrijke schetsen, computervisualisaties, tekeningen en maquettes zijn de sprekende middelen voor de architect en ook anderen om hun creativiteit te communiceren en hun vraagstellingen bij derden te verduidelijken. In figuur 3 is een studiemaquette te zien van de 610 meter hoge tv- en uitkijktoren in Guangzhou. De gemanipuleerde hyperbolische vorm van de maquette, verkregen door de verdraaiing van
<1A
1B
2A
2B
2C
2D
9
3
4
5
10
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
rechte verticalen, maakte het gewenste beeld van de architect duidelijk. De taak van een constructief ontwerper is dit beeld om te zetten tot een constructief principe. Als reactie op de maquette heeft Arup al direct in de beginfase een parametrisch model gemaakt. Door met de variabelen binnen dit model te spelen, konden we vele variërende vormen presenteren en constructief beoordelen. Hiermee werd een goede manier gevonden voor de afstemming tussen de visie van de architect en de optimalisatie van het constructieve gedrag. Het heeft geleid tot een winnend ontwerp waarbij de communicatie zich, met behulp van het parametrisch ontwerp heeft voortgezet tot en met de computergestuurde productie van de (knoop)componenten.
eenduidigheid en efficiëntie
In de getoonde figuren van het project Selfridges te Birmingham, is goed te zien wat de kracht is van een goede beeldvorming voor een juiste afstemming tussen de verschillende disciplines. Een kwalitatief goede beeldvorming levert oplossingen zonder verrassingen. De schetsen zijn dan ook één op één terug te vinden in het gebouwde ontwerp. Binnen Arup wordt de kracht van het maken van goede schetsen erkend. Er worden dan ook interne schetscursussen gegeven. In de afgelopen jaren worden de ontwerpen steeds complexer. De gewenste vrije vormen zijn moeilijker te communiceren. 3D-computermodellen maken het wel mogelijk om het ontwerp van alle richtingen, bewegend op het scherm te bestuderen. Maar de wens blijft om ‘vrije’ vormen op te bouwen uit beschrijfbare en vast te leggen vormen: er zal altijd gezocht worden naar een bepaalde structuur. Zonder structuur zullen de communicatie en integratie moeilijk, al dan niet onmogelijk te coördineren zijn. De zogenaamde ‘Twist’ in het Arnhem Station werd in de computer 3D vormgegeven. Ter beoordeling van de complexe vorm werd deze vertaald naar een 3D-print en -rekenmodel.
Mijn gedachten gaan uit naar een opzet met één moedermodel, welk centraal beschikbaar is met behulp van project-sharing. Binnen dit model worden verschillende modules gekoppeld die elk hun eigen discipline bevatten. De kunst is om overlappingen tussen de verschillende disciplines te traceren (clash detectie) en benodigde aanpassingen gecoördineerd door te voeren. Het vraagt een overeenstemming in aanpak van de betrokken partijen, zoals het ook 3D tekenen van de installaties. Echter, deze afgestemde aanpak binnen één moedermodel zal geen ruimte openlaten voor ongecoördineerde uitwerkingen. Ook de opdrachtgever heeft bij deze aanpak enorm veel baat. Hij kan het proces zowel in de ontwerpals in de bouwfase, met behulp van het model, op een zeer gestructureerde manier aansturen. Met het model zou je bij wijze van spreken het gebouw in zijn geheel eerst digitaal kunnen proef bouwen. Deze kennis uit de visualisatie van het bouwproces maakt een opdrachtgever sterk in de besprekingen met de aannemer. De beeldvorming geeft duidelijkheid naar alle partijen, iets wat ongekend belangrijk is voor een succesvol bouwproces. fig. 1: schetsen Selfridges; bouwmethodiek (A) en integratie constructie en installaties (B) fig. 2: Selfridges; model en uitvoering gevel (A), uitgevoerde integratie constructie en installaties (B), kleimodel (C) en resultaat (D) fig. 3: ‘Twist’ in het nieuwe ontwerp van het Arnhem Stadion fig. 4: Vormstudie van de toren in Guangzhou fig. 5: 3D-constructiemodel van de nieuwbouw Stedelijk Museum te Amsterdam fig. 6: studiemodel Belle van Zuylen
6
Een ander voorbeeld waarin 3D-modelleren noodzakelijk was voor een juiste beeldvorming, is de nieuwbouw van het Stedelijk Museum te Amsterdam. Bepaalde harde randvoorwaarden in het ontwerp maakten lokaal complexe constructieve oplossingen noodzakelijk. De beslissing om de constructie 3D uit te werken, heeft het mogelijk gemaakt alle betrokkenen een 3-dimendionaal eenduidig beeld te geven van de benodigde constructie. De architect kon digitaal op elk gewenste locatie de maatvoering controleren met het architectonische ontwerp. Voor andere disciplines, bijvoorbeeld installatie, konden we eenvoudig meerdere doorsneden maken op locaties die voor hen van belang waren. Maar ook de interne communicatie tussen constructeur en tekenaar verliep door de controlemogelijkheid in 3D veel sneller, zonder misverstanden en dus efficiënter.
moeders en modules
Als projectmanager sta ik zelf nu voor de uitdaging om het project Belle van Zuylen aan te sturen. Een 262 meter hoog gebouw in het gebied de Leidsche Rijn in Utrecht. Ik ben er me wel degelijk van bewust dat een goede communicatie, zowel tussen de verschillende disciplines binnen Arup als met externe partijen, van cruciaal belang is. 11
visuals
Zien en gezien worden door: Paulien Hanckmann
Het vak Big Images is toch anders dan ik mij had voorgesteld. Kijken met je brein. Niemand kijkt objectief naar een illustratie: door ervaring en herinnering zijn beelden niet precies wat je ziet. Ook blijkt dat als je gefocust naar een afbeelding kijkt, er andere dingen zichtbaar zijn dan daadwerkelijk afgebeeld, of dat delen van een beeld niet meer zichtbaar zijn. Als voorbeeld hiervan kan gedacht worden aan plaatjes waarbij door een bepaalde compositie rechte lijnen krom lijken. Het gegeven dat iedereen kijkt met zijn brein (hierbij denkende aan zijn opgeslagen beelden, herinneringen en dergelijke), verklaart dat niet iedereen een plaatje hetzelfde ziet. Er kan worden vergeleken in een beschrijving van woorden hoe de plaatjes van bij? iemand zijn weergegeven op het netvlies, maar het is niet zuiver na te gaan of de plaatjes daadwerkelijk gelijk aan elkaar zijn.
het fysieke en het betekenisvolle
Er wordt in de colleges uitgelegd dat door middel van een 8 lagen-model elke afbeelding kan worden ontrafeld. Het 8 lagen-model bevat de volgende lagen beginnende met de laagste laag: fysische laag retinalaag textuurlaag vormenlaag 3D-oppervlaktenlaag objectenlaag relatielaag betekenislaag Het is niet zuiver een oplopende volgorde van lagen waarin de plaatjes bekeken moeten worden. In een reeks opdrachten worden plaatjes door de studenten ontrafeld in het 8 lagen-model. Hieruit volgen verschillende interpretaties van de bedoeling van de maker, maar behalve de betekenis die achter het plaatje schuilt wordt ook de beeltenis zelf door verschillende studenten anders omschreven.
makers en lezers
In de bouwwereld wordt veel gecommuniceerd met tekeningen. Nu het blijkt dat iedereen subjectief kijkt is de vraag of de communicatie in de bouwwereld toereikend is. Wanneer een tekening al als hetzelfde wordt gezien is het de vraag of de interpretatie van deze tekening voor beide of meerdere partijen hetzelfde is. Doordat de maker
12
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
van een beeld of tekening in zijn belevenis er een betekenis aan geeft hoopt hij bij de lezer er iets duidelijk mee te maken. Dat dit nog heel moeilijk is blijkt uit de colleges. Omgekeerd kun je als lezer van een afbeelding eenvoudig gemanipuleerd worden als de maker verstand van zaken heeft. Genoeg redenen om je er bewust van de zijn hoe je afbeeldingen registreert. Dat (bouw)tekeningen alleen niet voldoende zijn is duidelijk. Er worden veelal fouten gemaakt doordat de communicatie van tekeningen langs elkaar heen loopt of de doelstelling van een tekening niet overkomt met de interpretatie. Het is naar mijn mening dan ook zeer belangrijk om de tekeningen, naast het bestek, in woorden toe te lichten. Niet alleen werktekeningen worden gebruikt, maar ook impressiefoto’s om de gebruiker uit te dagen zich in een gebouw te interesseren. Om toe te lichten hoe de maker van een afbeelding probeert de lezer te beïnvloeden – bewust of onbewust – wil ik een korte analyse van een zeer bekende afbeelding van het stadion in Beijing geven.
stralend en spannend
Door de kleuren en lichtstralen, die vanuit het gebouw naar buiten stralen, oogt het gebouw warm. Een behaaglijk gevoel. Het lijkt alsof er iets staat te gebeuren. Dit maakt nieuwsgierig. De achtergrond is erg donker en het gebouw is erg verlicht. Hierdoor treedt het gebouw meer op de voorgrond. Het licht dat uit het gebouw straalt, vertelt dat er in het stadion iets gebeurd. Dit roept de nieuwsgierigheid van de mens op. Dit alles wordt gecreëerd door een combinatie van meerdere facetten, die met het lagenmodel beschreven zou kunnen worden. Naarmate je meer illustraties op deze manier analyseert, blijkt er duidelijk meer informatie in te zitten dan je in eerste oogopslag ziet. Nu rest enkel deze kennis te leren gebruiken.
13
visuals
Het betere paswerk door: prof. ir. Jouke Post Was vroeger een gebouw nog een stenen huid met een kachel erin, sinds de belangrijke uitvindingen rond 1900 op het gebied van gebouwtechniek, gezondheid, comfort en hygiëne is een gebouw een complex geheel geworden. De eisen die deze eeuw aan gebouwen gesteld worden, met name met betrekking tot veiligheid en milieu, maken het geheel nog complexer. Als het je lukt om al die aspecten in een integraal ontwerp samen te brengen, dan kun je een zeer efficiënt bouwwerk maken. In Nederland zijn 9.588 architecten geregistreerd waarvan éénenvijftig procent een universitaire opleiding heeft. Tachtig procent van deze architecten heeft het diploma gehaald aan een Nederlandse onderwijsinstelling. In de praktijk betekent dit dat er veel Nederlandse architecten rond de vergadertafel zitten. Ik vind het belangrijk dat de architecten en bouwkundigen, opgeleid op onze universiteit, goed door hebben wat de rol, de taak en de positie van alle partijen in het bouwproces is. Daarom is mijn college “Integraal Ontwerpen” voor de studenten bouwtechnisch ontwerpen een verplicht college. Het doel van dit college is drieërlei. Enerzijds is het doel de studenten die gekozen hebben voor Bouwkunde de basisinformatie te leveren waarmee ze hun master kunnen beginnen, anderzijds de studenten begrip bij te brengen over het conceptueel denken en ontwerpen. Het derde doel is in te zien dat een gebouw niet alleen een gevel is, maar een samenstel van delen, waarbij al die delen met het concept te maken hebben. Dat alles probeer ik duidelijk te maken met het college integraal ontwerpen. Het is een driedimensionale activiteit, die het mogelijk maakt om meerdere disciplines tegelijk in te zetten voor een optimaal resultaat. Het achterliggende maatschappelijke doel is in de toekomst gebouwen uit steeds minder materialen samen te stellen met minder belasting voor het milieu.
Ontrafelen en bijeen knopen
Om deze problematiek snel te begrijpen heb ik voor dit college een methode van analyse en synthese ontwikkeld. Het komt erop neer dat door de studenten in een korte tijdspanne een bestaand gebouw geanalyseerd wordt of een nieuw ontwerp op basis van conceptuele delen gesynthetiseerd. In het eerste college wordt informatie verstrekt en worden er voorbeelden gegeven van het conceptueel ontwerpen en de resultaten geïllustreerd met vooruitstrevende gebouwen. De methode bestaat eruit dat men een gebouw gaat analyseren aan de hand van werktekeningen en foto’s. Al het beschikbare materiaal is na de colleges beschikbaar op Studyweb. De opgave vervolgens is om het gebouw te analyseren op zes A4’tjes. Elke blad heeft een eigen onderwerp: 1. Stedenbouw, 2. Gebouw, 3. Draagstructuur, 4. Gevel, 5. Installatie en 6. Afbouw. Het is de bedoeling schetsen te maken van deze zes onderwerpen, in principegeen foto’s of kopieën van tekeningen.
14
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
Bouwen: Samen met BubbleDeck
vorm is onze kracht! Het doel is erachter te komen wat het concept is achter het ontwerp van het gebouw. Wat heeft de architect beoogd? En vervolgens: zijn de andere disciplines meegegaan met dit concept of is er wellicht helemaal geen sprake van een concept? De student leert zo het gebouw te analyseren vanuit deze zes ingangen. Op het volgende college worden enkele studenten uitgenodigd hun zes blaadjes in een presentatie toe te lichten. De architect van het gebouw is dan aanwezig, hij geeft tussentijds commentaar en vervolgens een college over het concept zoals hij of zij dat had bedacht. Het grootste gebouw, dat op deze manier is geanalyseerd, is het Westraven gebouw in Utrecht. Dat heeft geleid tot een zeer interessant college van de ontwerpende architect en zijn adviseur. Afwisselend met de analyses moet men ontwerpen. Meestal zoek ik daar extreme locaties voor uit en begin dan met een kleinere opgave. Men wordt uitgedaagd om op de bekende zes A4’tjes schetsenderwijs de zes bouwelementen conceptueel te ontwerpen, maar zodanig dat het toch één geheel is. De kunst is het gebouw niet te ontwerpen of uit te tekenen, maar met principeschetsjes op zes blaadjes het zo duidelijk te maken dat bij wijze van spreken een tekenaar aan de gang kan gaan om het gebouw uit te werken. Het college allitereert zo tussen analyse-synthese en syntheseanalyse. Naast het inzicht in de samenstelling van de gebouwen raakt men door deze analyse methode eraan gewend in korte tijd naar het totale concept te kijken. De illustraties bij dit artikel geven een aantal door studenten gemaakte analyses en syntheses weer.
®
®
BubbleDeck Benelux BV, Postbus 150, 2300 AD Leiden, Tel 071 521 03 56 Fax 071 362 49 51,
[email protected], www.bubbledeck.nl
In de handen van de tekenaar
Men is nogal geneigd, zeker in het begin, om mooie plaatjes te maken met tekenprogramma’s. Dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling. Gevraagd zijn handschetsen, eventueel ondersteund met een fotootje of een tekeningetje. De nadruk dient men te leggen op het concept en vooral niet op de uitwerking. In het college wordt ingegaan op de stap van programma van eisen naar concept. Door de presentatie van de studenten is direct te zien dat er op basis van een gelijk programma van eisen verschillende concepten bedacht worden. Pas daarna komt het integrale ontwerpen aan de orde. Een belangrijk argument om het integrale ontwerpen te stimuleren is de grote mate van complexheid van de gebouwen. Het kan een middel zijn om uiteindelijk tot minder systemen in het gebouw te komen, omdat het gebouw niet een optelsom van systemen is, maar zelf deel van het systeem uitmaakt. Zo kan bijvoorbeeld een slimme huid het mogelijk maken een gedeelte van het verwarmings- of koelingssysteem te laten vervallen. Het college is zojuist afgerond en we hebben met de studenten de aanpak weer geëvalueerd zoals dit elk jaar gebeurt. Het blijkt dat de methode goed voldoet en tegelijkertijd leidt het tot de vraag naar nog meer kennis. Dat is ook de spagaat waar dit college in zit. Er wordt heel veel aangeboden dat tot meer verdieping leidt, maar het gaat niet om het aanbod, het gaat om de methode. De studenten weten nu waar ze verder moeten zoeken. Voor mij is het plezierig te constateren dat er elk jaar weer studenten meedoen die de punten niet nodig hebben maar vanuit persoonlijke interesse voor dit college intekenen. 15
visuals
Filmmuseum Amsterdam door: Simon Kiefte
visueel spektakel aan het IJ
ABT is een bouwtechnisch ontwerpbureau dat zich vanuit de adviesgroepen constructies, bouwkunde, bouwmanagement, civiele techniek en installaties voornamelijk richt op creatieve en grensverleggende ontwerpen. De complexiteit van dergelijke ontwerpen zit vaak niet alleen in de geometrie, maar ook in de functionele indelingen. Het behoeft geen verdere uitleg dat voor een goed ontwerp van dit soort gebouwen visuele hulpmiddelen in alle fases van ontwikkeling onontbeerlijk zijn. Maar hoe gaat dit nu in z’n werk? Welk hulpmiddel is in welke fase het meest geschikt? In dit artikel zal aan de hand van het project Filmmuseum Amsterdam, bij uitstek geschikt voor visuele beschouwing, een aantal fasen van het constructief ontwerp worden doorlopen, met het accent op het gebruik van visuele hulpmiddelen.
Inzicht
Het nieuw te bouwen filmmuseum wordt gekenmerkt door een sculptuurachtige vorm op basis van een groot aantal geknikte en hellende vlakken die zowel in het dak als in de gevel terugkomen (afb. 3D). Binnen deze vorm zijn functies als filmzalen, archiefruimte, expositieruimte en studieruimte over diverse niveaus ingepast. De ruimtes worden inwendig omsloten door constructieve wanden en verdieping overschrijdende vakwerken in de gevels. Naast de complexiteit van de vorm en de hoge eisen aan de functionaliteit drukken een tweetal grote uitkragingen aan weerszijde van het gebouw en een centrale open arena een grote stempel op de krachtswerking van de totale structuur (afb. 3B). In de beginfase van een project zijn er vaak alleen concept plattegronden en een beperkt aantal doorsneden beschikbaar. Op basis van deze eerste gegevens moet het totaalplaatje van een gebouw (ruimtebegrenzingen) voldoende duidelijk zijn om een eerste aanzet voor de constructie te geven. Deze eerste aanzet bestaat uit de belangrijkste dragende en stabiliserende elementen, materialisatie en constructieprincipes. Geen enkel CAD systeem werkt in deze fase, waarin overzicht en hoofdlijnen van belang zijn,
16
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
zo snel en verhelderend als handschetsen (afb. 1). In de vervolgstappen van het ontwerp, waarin de constructieve hoofdlijnen verder in het gebouw zijn ingevuld, is een 3D model met hoofdlijnen van grote waarde gebleken. In sommige gevallen was het zelfs noodzakelijk om te begrijpen hoe het gebouw in elkaar zit en of de benodigde afmetingen van constructieve elementen als wanden en liggers daadwerkelijk de afmetingen hadden waarop werd gerekend. Naast het verschaffen van inzicht kunnen dergelijke modellen eveneens een grote rol spelen in het bundelen van samenhangende (ontwerp)onderdelen. Ondanks de samenhang in het gebouw is vanaf het begin af aan een aanpak gehanteerd waarbij onderdelen van het gebouw in eerste instantie ‘geïsoleerd’ worden benaderd. Hierdoor is het mogelijk onderdelen los te ontwerpen en zodoende overzicht te creëren en activiteiten af te bakenen. Samenvattend kan gesteld worden dat bij een gebouw met dit functionele programma, deze vorm en deze krachtswerking van het allereerste begin inzicht en helderheid van groot belang zijn. Zowel schetsen als modellen vormen hierbij belangrijke en noodzakelijke hulpmiddelen.
3A
<1A
3B
1B
2A
3C
2B
3D
2C
17
4
5
18
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
Ontwerp en berekening
Om de hoofdlijnen van een constructie te kunnen begrijpen, ontwerpen en over te kunnen dragen biedt een model waarin alleen vlakken worden beschreven (afb. 3) voldoende mogelijkheden. In de ontwerpfase zijn met deze informatie met de betreffende architect visueel en digitaal bijvoorbeeld de gevelvlakken, vloervlakken en plafondvlakken afgestemd. Bij verdere uitwerking van het ontwerp krijgen elementen een dikte en worden details uitgewerkt. Het inzichtelijk maken van de gevolgen, zowel ruimtelijk als rekentechnisch, wordt in deze fase steeds belangrijker.
6
De eerder genoemde integrale benadering heeft praktisch tot gevolg dat er veel relaties zijn tussen ruimte-indeling en constructieve elementen onderling. Hierdoor hebben bijvoorbeeld ontwerpwijzigingen een directe invloed op de totale constructie. Aan de andere kant zal het gebouw uiteindelijk worden opgebouwd uit losse onderdelen ten bate van de uitvoering. Om de gevolgen van dit spanningsveld voor de berekening en detaillering inzichtelijk te krijgen is veel gebruik gemaakt van afbeeldingen uit diverse modellen. Een selectie hiervan is opgenomen in afbeelding 5. De belangrijkste berekeningen voor een gebouw zijn sterke-, stabiliteit- en detailberekeningen. Om gevoel te krijgen voor de vervormingen ten gevolge van de uitkragingen en de hoofdvorm van het gebouw is een visuele beoordeling de beste manier. Er ontstaat dan ook meteen een gevoel voor de krachtswerking. Het behoeft geen verdere toelichting dat dit gevoel een keer zal moeten worden uitgedrukt in harde cijfers van bijvoorbeeld staafkrachten en reactiekrachten.
fig. 1: schetsen overstek noordoost zijde (A) en bovenaanzicht met plattegrond en gevels (B) fig. 2: voorbeeldprojecten: Filmmuseum Amsterdam (A)VandenEnde Theater Amsterdam (B), Brewinc College (C) fig. 3: opbouw: constructieve wanden (A), overstekken en arena (B), gevelvakwerken (C) en vorm Filmmuseum fig. 4: perspectivische schets t.b.v. communicatie fig. 5: stappenplan opbouw constructie fig. 6: geschetste plattegrond t.b.v. communicatie fig. 7: Vervorming
In afbeelding 7 is dit geïllustreerd door een vervormingplaatje van het dak en de kern bij de noordoostelijke uitkraging. Van een aantal verschillende losse onderdelen van het gebouw zijn in verschillende fases dergelijke afbeeldingen gemaakt en beoordeeld. Zodoende ontstaat een goed beeld van de werking in verschillende (opbouw)fases en de werking in de eindsituatie.
7
Communicatie en afstemming
In het voorgaande is voornamelijk gesproken over inzicht krijgen en (interne) uitwerking. In dit traject worden schetsen en ideeën omgezet in concrete werktekeningen en details waar externe partijen (aannemers, architecten, kostendeskundigen) mee verder werken. Dit gaat in veel gevallen nog met tweedimensionale CAD tekeningen. Naast deze werktekeningen gaat er veel informatie t.b.v. afstemming heen en weer tussen de diverse betrokken partijen. Juist hier ondersteunen afbeeldingen een heldere vorm van communicatie en zijn ze van grote waarde. Afbeeldingen zijn bij uitstek geschikt om ideeën over te dragen, kritische punten inzichtelijk te maken voor andere ontwerpende partijen of begrip te krijgen voor een bepaalde (constructieve) oplossing. Daarbij speelt taal een minder belangrijke rol, hetgeen prettig is met een Oostenrijkse architect. Veel van de genoemde aspecten van het gebruik van visuele hulpmiddelen zijn in het algemeen van belang bij het ontwerpen van gebouwen. Voor dit gebouw kun je niet zonder. 19
activiteiten & excursies
Houtexcursie door: Harm Boel, Matéi Kevenaar, Esger Koopman en Carola Smulders
Op 11 maart 2008 is er in het kader van het vak Houtconstructies een excursie geweest. Dit jaar bracht het ons naar Doetinchem, waar we niet alleen een paar mooie dingen gezien, maar ook even flink aan het werk gezet werden in de werkplaats van de Nemaho. Aangekomen in Doetinchem, worden we ontvangen in een kamer, die uitkijkt op één van de hallen van Nemaho. Hier kunnen we alvast een beetje spieken wat er zoal gebeurt in het bedrijf, maar vooral, wat we moeten gaan doen die dag! Een aantal mannen van de Nemaho arriveren in dezelfde kamer en we worden allemaal (zo’n 40 man sterk!) persoonlijk begroet door de eigenaar van het bedrijf: dhr. L. Stronks. Het verdere verloop van de dag wordt uitgelegd, waarna we in vier groepen worden opgedeeld. Elke groep zal iets anders gaan doen in de werkplaats. Maar voordat we daaraan mogen beginnen, krijgen we een presentatie van prof. dr. ir. Jorissen over de geschiedenis van hout als constructiemateriaal. Vervolgens worden we op de hoogte gesteld van het doen en laten van het bedrijf. Hieruit blijkt al snel dat het bedrijf een uniek product maakt en dit al sinds 1921 doet. In die tijd werden de lamellen wel wat anders aan elkaar bevestigd dan tegenwoordig: mannen stonden in een rij grote stiften in het hout te slaan, om er zo één ligger van te maken. In de loop der jaren is het product verder ontwikkeld en gaat de productie allemaal wat sneller en met minder personeel. Nemaho produceert tegenwoordig zo’n 20.000 m³ per jaar aan gelamineerd hout voor projecten wereldwijd en is gespecialiseerd in het vervaardigen van gebogen gelamineerde liggers. Na dit informatieve verhaal, wordt de groep in 20
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
tweeën gesplitst en rondgeleid door de productiehallen. Hier komen we eerst langs de afdeling waar het hout wordt gekeurd en vervoerd en vingerlassen worden gemaakt. Het koppelen van twee lamellen door een vingerlas gaat blijkbaar nogal eens mis (of zullen de werknemers zenuwachtig zijn geworden door die grote groep studenten? ). Een stuk verderop komen we aan in de hal waar de aparte lamellen worden gelijmd en in hun gewenste vorm worden gedrukt. Hier moet het echt gaan gebeuren. De rondleiding is voorbij en de handjes moeten uit de mouw worden gestoken!
Groep 1: Houtsortering
Er wordt ons gevraagd een pallet houten planken te controleren, daarvan moeten wij er 10 selecteren die volgens ons afgekeurd zouden moeten worden. Hierbij dienen wij te letten op de grootte, locatie en hoeveelheid van kwasten, scheluwte, scheuren en andere beschadigingen. Vol goede moed gaan wij aan de slag en selecteren er na 32 planken er al 10. Terwijl we zelf ook al door hebben dat we misschien iets te kritisch zijn, worden onze planken door een medewerker gecontroleerd, waarna er nog maar drie overblijven. Vervolgens worden alle planken in het proces gestopt. Nadat ze geschaafd zijn, wordt handmatig met krijt aangegeven of de uiteinden al dan niet nog verwijderd moeten worden. Gelukkig voor de medewerker keurt hij de drie afgekeurde balken na een testje van ons weer af!
Groep 2 :Het maken van een mal
“Ik heb een sterke kerel nodig.” De ketting van L-vormige stalen elementen dient als mal waartegen de gelamineerde ligger in vorm gespannen wordt. Met geweldige pneumatische boutmachines worden de elementen los- en vastgekoppeld en met een paar rake tikken op hun plaats gebracht. Het proces klinkt grover dan het is; de eigenaar (dhr. Stronks) heeft een instrument ontwikkeld waarmee je snel en eenvoudig de juiste configuratie van de ketting bepaalt. Zo’n 40 paar glazige ogen beantwoorden zijn enthousiasme. Weten wij veel, blijkbaar was het eerder een hele opgave om een mal in vorm te krijgen. Je moet het hem nageven: we hebben de boel vlot in elkaar weten te rammelen.
Groep 3: Het maken van een tegenmal
Dicht bij de kantine staat een grote werktafel waarop de tegenmal gemaakt moet worden. Twee grote multiplex platen worden snel tevoorschijn gehaald. Met in de ene hand een eenvoudige tekening en in de andere hand een winkelhaak, liniaal, rolmaat en potlood gaat onze groep aan de slag. Sommigen hebben nog nooit een decoupeerzaag gezien, maar nadat de overeenkomst met een strijkbout gevonden is, gaat het zagen van het spreekwoordelijke leien dakje. Het resultaat mag er zijn, ondanks dat de plaat in eerste instantie aan de tafel vastgenageld is. Op het moment dat blijkt dat onze tegenmal naadloos op de echte mal aansluit, is het één groot feest.
Groep 4: Vervaardigen van een gecombineerd profiel
We krijgen handschoenen aangereikt. Dhr. Jorissen wordt gevraagd of hij ook handschoenen wil, maar hij zegt (nadat hij even geschrokken kijkt) “nee, ik laat de studenten het werk doen”. En daar gaan we. De lamellen (vol met lijm) komen er al aan. “Aanpakken en op de anderen leggen!”, roept de man in de lawaaierige hal. Daarna wordt het hele pakket vervoerd naar de mal. Hier persen we de lamellen op elkaar zodat de lijm uit kan harden. De typische bouwplaats/werkplaats grappen worden ons studenten niet bespaard: “Als hij halen zegt, draai jij de klem aan!” … “Brengen!” Klonk het …. “Stop, stop!!! Je luistert niet! Hij zei brengen, niet halen!” … Gelach klinkt van een aantal werklieden. Na het harde werken en een lunch, gaan we naar de historische houtkamphal. Deze hal wordt na 50 jaar gesloopt omdat hij economisch is versleten. De grond is zodanig in waarde gestegen dat woningen meer opleveren dan een oude evenementenhal. De houten i-vormige profielen zijn destijds door de Nemaho vervaardigd en geleverd. Dat de hal gesloopt wordt, is erg jammer. De spanten zijn technisch nog in perfecte staat. Maar dit is ook een aspect van de bouwwereld: het moet geld opleveren. Gekeken wordt nog of de spanten hergebruikt kunnen worden. Na een actieve dag met veel nieuwe informatie in ons hoofd en wat zweet onder de oksels, nemen we afscheid van de mannen van de Nemaho. Ik denk dat ik voor ons allen spreek, als ik zeg dat het materiaal hout wat meer bij ons is gaan leven.
21
ABT is een multidisciplinair adviesbureau voor bouwtechniek met vestigingen in Velp, Delft en Antwerpen. ABT heeft ruim tweehonderd medewerkers, verdeeld over de adviesgroepen Constructies, Bouwkunde, Bouwmanagement, Civiele techniek en Installaties. Afzonderlijk of gezamenlijk zorgen deze groepen voor integraal advies bij projecten van iedere denkbare schaal. www.abt.eu
grensverleggend
ABT is een onafhankelijk bureau met meer dan vijftig jaar ervaring. Bij ABT staat het belang van de opdracht voorop. Samen met de opdrachtgever wordt gezocht naar het optimaal haalbare. Dat zorgt regelmatig voor innovatieve en spraakmakende bouwoplossingen. Menselijk van schaal en ambitieus in doelstellingen is ABT altijd op zoek naar de meerwaarde van integraal advies. Voor onze medewerkers, voor onze opdrachtgevers.
gedegen creatief
doelmatig innovatief ABT zorgt ervoor.
!"# $%# "
column
Labpraktijken door: Hans Lamers
‘Visual dirt’
Als je Eindhoven binnenrijdt, zie je dat er op diverse plaatsen grote, fel verlichte TV-schermen geplaatst zijn met zeer belangrijke informatie over diezelfde mooie stad. Wat, nu ook al TV in de openbare ruimte! Het moet niet veel gekker worden. Om de 500 meter staan er al ‘JCDeceaux’ billboards die elke 30 seconden oprollen en weer afrollen; schaars geklede dames die elastische broekjes van ‘Sloggy’ tonen worden afgewisseld met de nieuwe praktische compacte ‘Citroën Nemo’ voor de verstandige ondernemer van morgen. Dat heet in chique bewoording: ‘showcasing the world’. Wel kopen, hoor! De wereld wordt als MTV: flitsender, geiler en oppervlakkiger. De reclamewereld kent de sleutel tot het prikkelen van menselijke instincten als geen ander. Flashing neon city! De mens is nou eenmaal visueel ingesteld en al gauw verveeld. De schokkende TV-beelden van honger in Darfur worden positieve oases van realiteit tussen de onzinnige ‘Groeten uit de rimboe’, ‘Wie is de mol’, ‘Dancing with the stars’ en ‘Lost’. Het wordt steeds moeilijker om een
boodschap bij de mensen te krijgen. Hoewel beelden in principe goed beklijven en onze grijze hersenmassa flink bezig houden, zet het weinig aan tot denken en creativiteit. Menigeen heeft een avondje ontspannen zitten zappen en weet de volgende ochtend niet te vertellen wat hij heeft gezien. Je reist via TV dagelijks van bermbommen in Afghanistan naar protesten in San Fransisco tegen schending van de mensenrechten in China, zodat de Olympische vlam moet vluchten, om weer terug naar Nederland te keren vanwege een pasgeboren babygirafje in Artis. Kortom, onze dagelijkse wereldreis. Elke avond; de reis om de wereld in 80 minuten. Een reis om de wereld maken was vroeger een ideaal. Nu bestaat de ideale vakantie uit rust en even een plek zonder alle dagelijkse wereldflitsen. Even geen ‘visual dirt’. Je kunt de TV toch ook gewoon uitzetten! Heerlijk. Tring, tring. Telefoon: een vriendelijke maar snelle opzegstem vraagt mij of de dekking van mijn overlijdensrisicoverzekering wel voldoende is. Shut up!!
Ben jij een KOers-alumnus? Dan zijn we op zoek naar jou! In december van 2008 bestaat de studievereniging KOers 30 jaar. In de komende maanden zul je hier zeker meer over horen, maar voor nu zijn we vooral op zoek naar oud-leden om de geschiedenis van KOers in kaart te brengen. Ben jij actief geweest binnen KOers? Dan horen wij dit graag! Je kunt op één van de volgende manieren je naam en emailadres aan ons laten weten: meld je aan op de website: www.lustrumkoers.nl stuur een mail naar
[email protected] stuur een brief t.a.v. Lustrum KOers, Vertigo Vloer 9, postbus 513, 5600 MB Eindhoven Door je aan te melden als KOers-alumnus verplicht je jezelf tot niets. Wanneer je interesse hebt, houden we je op de hoogte van de lustrum-activiteiten aan het eind van dit jaar. Alvast hartelijk dank voor je medewerking! Met vriendelijke groeten, De lustrum-commissie van KOers
LU
st r um
project
Breaking up and building back by: Carola Smulders
In 1950 the Government of the Deutsche Demokratische Republik ordered to demolish the Berliner Stadtschloss (City Palace) for its reference to Prussian militarism. It had already been damaged severely during the second world war and it took them no more than four months to get rid of the building completely, except for the portal from which Karl Liebknecht proclaimed the Socialistic Republic on the 9th of November 1918. In its place came a socialistic governmental building called the Palast der Republik. 60 years will have passed by the time the reconstruction of the old palace is to start in 2010. To do so removal of the Palast der Republik is required, a process that is currently taking the initiators far more than just a couple of months. The plans Walter Ulbricht, leader of the DDR’s Sozialistischen Einheitspartei Deutschland (SED), had for the site are well illustrated by his words: “The centre of our capital and the ruins of the palace must become a grand square for demonstrations upon which our people’s will for struggle and for progress can find expression.” This was just before the Stadtschloss was demolished, in 1976 the Palast der Republik had its festive opening.
plan and practice
Of course the Palast was built according to East German typology: it had a very modern look, smooth marble surfaces and a façade made of mirroring glass panes in copper red. Apparently the demolition of the Stadtschloss didn’t mean the communists were against Prussian architecture altogether. The renovation on the baroque Berliner Dom (cathedral) had only recently been completed and the new building should fit well in its context. So the Palast der Republik wasn’t quite as tall as many surrounding other structures that represented the state and the façade would reflect the Berliner Dom, thus relating to its neighbor directly. The palace had a grand entrance, a tribune from which speeches could be held, podia with seating that ran up high across multiple storeys and was decorated with numerous sculptures and images that celebrated socialism. The outside was rather sober, there were hardly any ideological symbols on the façade. With the Marx-Engels-Forum around the corner there was perhaps no need. Economical plans were changed so the entire country could contribute to the realization of the building.
Initially this palace was meant to be a political symbol, a building meant to impress, used for international events and housing the government. That is why it was called a palace of the Republic, and not of the People, as one might expect of a socialistic state. Reality turned out otherwise, rather than a place of power and awe, it became the place to be if you wanted to have a good time. There would always be interesting activities to take part in – festivals, theatre, dance – and, otherwise nowhere to be found in the DDR, gastronomic offers of a high standard. People’s memories of the Palast aren’t only restricted to these public festivities, there were personal occasions as well, such as wedding anniversaries. Therefore, 24
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
one could say it was a building that many people are very fond of. This cannot be said about the socialistic state as it took shape in the hands of Ulbricht and Honecker (though it should be noted that certain aspects of the culture are still very much appreciated and that not all felt the repression mainly practiced by the Stasi). On the 23rd of August 1990 the first and last freely-elected East German government met in an all-night session to vote itself out of existence. In stead of merging both German cultures together, it was decided to dissolve the DDR and join the Bundesrepublik Deutschland. Just prior to the German Reunification it was discovered that the building was packed with asbestos; during the construction there had already been warnings against the sprayed-on asbestos that was meant to protect the steel structure against heat. By decree of the government, the palace was therefore closed to the public in September 1990. In fact, DDR citizens lost their valued Palast along with many precious aspects of their culture after the Berlin Wall fell. The government waited eight years to take action and it took another five years to clear the building. Finally, in 2003, all asbestos had been removed, as well as all internal and external fittings. The Palast der Republik was ready for demolition.
wonder of Berlin
Tour guides will tell you that Berlin is a city that keeps reinventing itself. It was built up, broken down and rebuilt according to the taste of new kings and emperors, destroyed by wars, rebuilt again, split in half by the Berlin Wall and, most recently, was reunited. Miraculously the city was never swept off the map; it even recovered from all these events that had taken place within the time span of only 300 years. Most wonderful of all is, that it does not deal with remembrance in a melodramatic manner, but rather fits it into the functioning city. All the phases of its short life run through the centre like fine threads; you can read the signs if you keep your eyes open: squares scattered on stone walls give away the many bullet holes, the morphology can’t cover traces of the Berlin Wall, inconspicuous monuments commemorate the burning of books and disastrous demonstrations.
25
Around Unter den Linden – basically the main axis that is as old as Berlin itself – buildings can be found from each single era. The road commences with modern intervention at Potsdamer Platz and the new governmental district lie, the Prussian baroque palaces, even a Nazi building that stood through the war without a scratch, and all the way down the Palace of the Republic. Maybe it’s not the happy terminus of this mythical road that one would hope for, but what a conclusion it is.
disconcertment about the empty heart
So while the council works out the next stage of their actions, Berlin grabs the opportunity that is the stripped structure, now that it’s free of dangerous substances, and turn it into an accommodation for exhibitions and cultural activities. This is quite a common procedure in the city; the most interesting places can be found on abandoned industrial areas, along the S-Bahn tracks, up on the top floor of a business tower. Only this time it’s not at some hidden place, but right in the heart of the city. What happened is wonderfully documented in a little book called “Volkspalast”, after the name of the project. The concept that lay under all activities allowed 1000 days for each project. That is, if you used just a part of the area. The more you needed, the less time was available, down to 10 days if you wanted the entire building. Anything between sport competitions, dance parties and (interactive) exposition of objects, ideas and art took place. It was so successful, that there were even investors to be found, providing the necessary measurements for safety and usability, and sponsors, such as Coca Cola and Adidas. The subtitle of the book, “Zwischen Aktivismus und Kunst” (Between Activism and Art), gives away that there is a political undertone as well. How could it be any different? The exhibitions expose new ways of usage, they offer concrete material to participate in the discussion: does the Palast der Republik really need to be destroyed? Well known to anyone who was in the city in the first half of 2005 are the huge letters spelling ZWEIFEL (doubt) on top of the roof; Germany is unsure how it should deal with its past. The faculty of Architecture is filled with posters that encourage protest, artists and architects form bonds that will enforce a debate. Many criticize the politicians’ ignorance, considering its value for a significant number of people. Rem Koolhaas even went as far as suggesting, that the palace is being destroyed to revenge the destruction of the old palace. As a matter of fact the initiative does seem to be of a rather subjective nature, connected as it appears to be to the taste of its executors. Many note the fact that the Stadtschloss was not beyond repair when it was demolished and show a liking of Prussian architecture. It would be better for tourism. It is hard to say if it’s better for the economy: breaking down the Palast der Republik and reconstructing the old palace cost the state much more than any renovation would. Apart from that: the “Volkspalast” demonstrates, that there are many ways of exploiting the structure in a culturally refreshing and progressing way.
“Niemand hat die Absicht, das Palast nicht abzureißen. Schloss mit der Debatte!“ This was what Günther Nooke, CDU member of the parliament, replied when asked to comment on the subject by the author of the book. Translated to English it means: “No one has the intention, not to tear down the Palast. And that’s the end of the discussion!” In fact, they don’t want to hear it. Isn’t it annoying that the start of the deconstruction is delayed by the objections, that the tax payers’ money is wasted on discussions in the Bundestag? They will put an end to the nonsense.
construction reversed
The men in protective suits are like ghostly figures wandering through the Palast der Republik. Even though the men worked around the clock, it took five years to remove all asbestos. With the ruin as clean as you could wish any that had to be broken down, they decided not to blow the whole thing up, as they did to the Stadtschloss sixty years ago. In stead, they do what Germans call “zurückbauen”, building back. Like a giant show case, the entire city can witness for three years, how day by day every piece and element is removed from the carcass. And for once the structure of a building is laid bare for long enough to really have a look and see exactly how it works. An experience that is normally restricted to open buildings like stations and market halls. There is a solid tower in each corner that used to keep the palace stable on its feet. Over all giant trussed frames span from end to middle, where (in the latter) the construction became lighter and denser. There were smaller rooms here, so the forces could go straight down. On one side there used to be a theatre, on the other the plenary hall. Floors, seating and installations could be hung from the roof and horizontally stabilized onto the concrete cores. During the “Volkspalast” project the secondary structure was also visible. Most impressive were the floors, which consisted of giant nets made of IPE and HE-sections increasing in height from support to middle, every jump a moment resistant head to head welded connection. It seems silly to me that only constructions that have deliberately been kept in sight, are worth preserving. What was left after the stripping they considered the empty remains of an ugly building. But the city had a huge area contained in a rough skeleton, that looked a bit scary as well, thus ever so suitable for any kind of event, particularly in Berlin. Ironically enough, the politicians are simply doing exactly the same as they ever did: they tear down whatever disturbs them and build back something that satisfies their taste. Most of the information in this article is based on my experience as a tour guide in Berlin’s city centre and the book “Volkspalast, Zwischen Aktivismus und Kunst”. Additionally, certain details are extracted from wikipedia.com and the essay “Het Palast der Republik als Politiek Symbool” by Karin Zegwaard.
27
column
Studiereiservaringen door: Bobbejaan Scholten Spannend Mijn moeder maakt me regelmatig duidelijk dat ze trots op me is. Laatst reageerde ze ergens op met de opmerking dat ik het zo druk heb en veel aan mijn hoofd heb. Hierop zei ik dat ik gewoon een student ben met een bijbaan en die een beetje verenigingswerk doet. Zo zijn de feiten, maar in de praktijk is het natuurlijk af en toe best spannend. En toch went alles, gelukkig maar? Je eerste spreekbeurt wordt ingeruild voor je eerste echte toets, de Cito-toets. De daarop volgende eerste proefwerkweek maakt plaats voor je eindexamen. Je eerste project presentatie wordt opgevolgd door de presentatie van je afstudeerproject. En zo kom ik bij de studiereiscommissie, welke de afgelopen maanden bovenaan de lijst heeft gestaan. En toch is ook hier een eind aan gekomen, het heeft plaats gemaakt voor de bijbaan bij een constructiebureau.
Het mooie van dit proces is dat het ene, dat eerst zo spannend leek, opeens niet meer zo spannend lijkt door het andere, dat toch weer veel spannender is. Zou het constructiebureau binnenkort plaats moeten maken? Voor mijn eerste colloquium misschien? Even een update over de voortgang van de voorbereiding van de studiereis: Het binnenhalen van sponsoren is op zijn eind gekomen; we hebben bijna het zelfde bedrag bij elkaar kunnen brengen als vorig jaar. Hierop kunnen we zondermeer trots zijn. Het programma ter plaatse is op dit moment voor de helft gevuld. Met name het “binnen komen” bij de MIT (Boston) heeft veel tijd nodig en is wellicht niet haalbaar. Dit zou natuurlijk jammer zijn, het zijn nota bene vakcollega’s. Eén van de problemen daarin is dat in de States, ten tijde van ons bezoek, de studenten vakantie hebben. Hun jaarlijkse programma is namelijk behoorlijk anders dan bij ons. Het grote verschil is dat zij vanaf het begin van het college jaar tot en met het voorjaar een aaneengesloten programma hebben: geen college vrije weken, geen kleine tussendoor vakanties en niet tientallen tentamen weken. Kortom zij werken een paar maanden heel hard en hebben dan een hele lange vakantie, vier maanden lang! Misschien wat voor ons? Dan zijn in ieder geval de tentamens spannend, als je ze niet haalt ben je een jaar verder!
activiteiten & excursies
De slimste jongen van de klas door: Bas Wijnbeld Op 20 maart 2008 werd voor de vierde keer de Cement Lezing gehouden, een initiatief van de redactie van het vakblad Cement, dat ieder jaar afwisselend op de TU Delft en de TU Eindhoven georganiseerd wordt. Dit jaar was het de beurt aan de TU Delft om de organisatie op zich te nemen. Net als voorgaande jaren wordt de lezing gegeven door een ‘oud’-columnist van het vakblad Cement. Deze keer was dat de heer Ir. Remko Wiltjer, directeur van IMd Raadgevend Ingenieurs. De titel luidde: “Constructeur ‘nieuwe stijl’ moet einde maken aan bouwfouten”. Wat alle Cement Lezingen tot nu toe gemeen hebben is dat “het vak constructeur” een centraal thema is. Zo werd het vakgebied besproken op het gebied van populariteit, opleiding, kwaliteit en de rol die het vakgebied vervult of zou moeten vervullen tijdens het bouwproces.
Het is al een tijdje duidelijk dat constructeur
geen populaire opleiding of beroep is. Dit wordt de vakgroep steeds duidelijker door de kleine instroom van constructeurs op de arbeidsmarkt. Om het vak dan toch een beetje te promoten is voor het beroep constructeur een filmpje gemaakt, dat tijdens de lezing voor het eerst aan het publiek werd getoond. Het filmpje moet vooral duidelijk maken dat het vak niet enkel bestaat uit berekeningen maken en achter de computer zitten: veel overleg en bouwplaatsbezoek maken het een gevarieerd beroep. In het filmpje wordt alles wel wat aangedikt, zoals de afsluiting met een romantisch etentje aan de Maas bij Café Rotterdam met de Erasmusbrug op de achtergrond.
Na deze promotiefilm begint Remko Wiltjer
aan zijn lezing, waarin de constructeur wordt voorgesteld als de slimste jongen van de klas (lees: het bouwteam). Maar de kwaliteit van het werk dat de constructeurs in Nederland afleveren valt hem tegen. Er worden te veel fouten gemaakt, die vaak toe te wijzen zijn aan het doen of laten van de constructeur. De kwaliteit van de constructeurs moet daarom verbeterd worden en om dit te bereiken zal de scholing aangepakt moeten worden. Vooral het ontwerponderwijs, dat volgens de spreker geïntroduceerd is om de opleiding aantrekkelijker te maken, moet worden teruggebracht. Hiervoor in de plaats
moet de basiskennis van de vakken, mechanica en wiskunde, meer onderwezen worden. Pas na jaren ervaring als constructeur zal er een postdoctorale opleiding gevolgd kunnen worden die zich richt op ontwerpen van slimme oplossingen.
Remko vindt dat de constructeur met simpele
oplossingen moet komen voor problemen van de architect. Zo zou het gebruik van de computer voor een groot deel vermeden kunnen worden door de constructie simpel en logisch te ontwerpen. Als voorbeeld wordt de verdeling van ramen in een stabiliserende wand besproken. Een vorig ontwerpteam zou ingewikkelde computerberekeningen hebben uitgevoerd om de stabiliserende capaciteit van de wand te testen. De spreker geeft aan dat dit niet nodig was geweest als logisch over het constructieve ontwerp was nagedacht. Zo zou er op een eenvoudige manier, door kleine aanpassingen aan de plaatsing van de openingen, een druk diagonaal gevormd kunnen worden die ervoor zorgt dat de berekening eenvoudig met de hand uitgevoerd kan worden. Hoewel ikzelf niet de noodzaak zie om een ontwerp aan te passen totdat deze met de hand is te berekenen, zorgt het er wel voor dat de constructeur meer inzicht krijgt in waar hij mee bezig is en hoe de verschillende parameters de uitkomst beïnvloeden. En, misschien nog wel belangrijker dan al het andere, zal het de fouten die een constructeur maakt kunnen terugdringen.
Als laatste doet Remko een oproep om een gilde
op te richten voor constructeur, deze zou moeten toezien op de kwaliteit van de beroepsgroep. Ook het onderwijs zou door deze beroepsvereniging verzorgd moeten worden.
Na de lezing volgt nog een behoorlijke discussie
over de kwaliteit van de beroepsgroep en het onderwijs. In de zaal zijn verschillende signalen te horen, maar over het algemeen is iedereen het er over eens dat de kwaliteit van de beroepsvereniging en vooral het onderwijs beter moet. 29
studiereis interview
Hakron door: Bobbejaan Scholten en Bas de Leijer Hakron is al veertig jaar toeleverancier van producten voor betonconstructies, bekistingen en woningbouw. Het bedrijf bestaat uit veertig medewerkers en is hard aan het groeien. Dit jaar heeft Hakron een financiële bijdrage geleverd aan de studiereis van KOers naar New York en Boston. Om deze reden wordt sr. engineer Rob Cornelis van dit bedrijf in de spotlights gezet, waarbij hij het één en andere zal toelichten over Hakron. Naam: Rob Cornelis, getrouwd, 2 kinderen. Opleiding: TH (TU/e) opleiding: Technische bedrijfskunde Tijdens de studie Technische bedrijfskunde is bij Rob de interesse gegroeid in het bedrijfsleven. Dit is vooral ontstaan uit de vragen die hij aan zijn vader stelde voortkomend uit zijn studie. De vader van Rob was oprichter en directeur van Ingenieursbureau Cornelis te Arnhem. Hoe ziet de bedrijfsstructuur van HAKRON er uit? Hakron hield zich eerst voornamelijk bezig met de natte bouw. In de loop der jaren groeide ook de markt voor de prefab-betonindustrie voor Hakron. Dit laatste resulteerde in de oprichting van de aparte divisie Hakron-Terwa. In België is ook al jaren een zelfstandige vestiging, Hakron B.V.B.A. In Nederland heeft Hakron drie hoofdafdelingen: de binnendienst, de buitendienst en de afdeling techniek. De laatste wordt geleid door Rob. De buitendienst bestaat uit 6 personeelsleden en geeft adviezen over producten en toepassingen: op kantoor, maar ook op de bouwplaats. De afdeling techniek bestaat uit twee personeelsleden en wordt vanwege de groei binnenkort versterkt tot drie. Maar jullie zijn dus niet aan het bouwen op de bouwplaats? Voor bepaalde specifieke producten bieden wij de service aan om dit zelf op de bouwplaats te installeren en te passen. Dit zijn producten waarbij aan de toepassing hoge eisen worden gesteld en waar wij bepaalde garanties voor aanbieden. Voor de overige producten wordt dit door de afnemer zelf gedaan. Hiervoor leveren wij advies en begeleiding zowel voor op de bouwplaats als op kantoor door middel van bijvoorbeeld workshops en lezingen. Is de concurrentie groot? Dit hangt een beetje af van het product maar over het algemeen wel. Hakron biedt naast goede prijs kwaliteitsverhouding veel service aan. De mate van flexibiliteit, levertijd en deskundige ondersteuning zijn enkele voorbeelden. Je moet soms heel snel kunnen leveren en daarom ben je in het voordeel als je veel op voorraad hebt. Wat zijn uw dagelijkse bezigheden bij Hakron? Ik werk voornamelijk op projectmatige basis. Hierbij moet gedacht worden aan het ontwerpen en controleren van bijvoorbeeld gevelophangsystemen, hijsvoorzieningen en stekkenbakken. Daarnaast ben ik veel op pad in de buitendienst. Dit houdt bijvoorbeeld het bezoeken van bouwplaatsen in voor begeleiding bij het toepassen van producten waar bouwmedewerkers nog niet vertrouwd mee zijn. Verder neem ik deel aan bouwvergaderingen
30
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
en geef ik voorlichting en adviezen aan architecten en constructeurs. Kunt u een probleem noemen dat u recent bent tegengekomen en hoe bent u daar mee omgegaan? Voor een project was ons gevraagd om de verankering van sandwichpanelen te ontwerpen en te controleren. Een sandwichpaneel bestaat uit twee betonplaten met daartussen isolatie. Ze kwamen aan de vloerrand te hangenen waren tot en met de productietekeningen uitgewerkt, de ankers waren geleverd en de fabrikant stond op het punt de elementen te storten. Op het laatste moment echter werd bekend gemaakt dat de naam van de firma op de gevel moest komen te staan door middel van gaten in de panelen, met achterliggende verlichting, natuurlijk precies op de plek waar de verankeringen zaten. Het probleem is bijna altijd de haast die overal achter zit. Het moet bij wijze van spreken vandaag nog worden geleverd. Als er genoeg tijd zou zijn, waren er veel minder problemen. Hoe ziet u de toekomst van Hakron? De doelstelling is om te blijven groeien met behoud van de huidige kwaliteit. Deels door de uitbreiding van het programma en deels door aan het marktaanbod te blijven voldoen. Dit betekent echter niet dat we ten koste van alles elke opdracht aannemen. Wanneer we dit wel zouden doen, kunnen we dit mogelijk logistiek of technisch niet aan. Hebben jullie last van de conculega’s om up to date te blijven? De buitendienst houdt de ogen goed open. Door onder andere beurzen te bezoeken proberen we ons zoveel mogelijk op de hoogte te houden met wat er op de markt speelt. Daarnaast staan we zelf ook op beurzen om ons te profileren en ter plekke adviezen te geven. Daar komen we natuurlijk ook onze conculega’s tegen. Je leert van elkaar en je houdt elkaar scherp. Wat dat betreft is last een groot woord. Wat is uw visie op de betonindustrie? Vooral de prefab-industrie ontwikkelt zich steeds verder door de voordelen die het heeft ten opzichte van de natte bouw, zoals de hogere bouwsnelheid en de hogere productkwaliteit. De eisen liggen natuurlijk ook steeds hoger. Wat wilt u studenten meegeven als tip of advies voor de toekomst of voor de studie? Zet geen oogkleppen op. Als je specialist bent op een bepaald gebied, sluit elkaar dan niet uit maar versterk elkaar met kennis en ervaring. De bouwwereld heeft zo’n grote veelzijdigheid, dat dit elkaar alleen maar ten goede komt.
-EER DAN 3TAAL -ET IN EEN TOTALE JAAROMZET VAN MILJOEN EURO EN WERKNEMERS WORDEN STAAL GERELATEERDE PROJECTEN UITGEVOERD IN DE INDUSTRIE CHEMIE EN PETROCHEMIE ENERGIE EN VUILVERBRANDING OFFSHORE EN COMPLEXE UTILITEITSBOUW EN INFRASTRUCTUUR $EZE PROJECTEN WORDEN VAAK ALS HOOFDAANNEMER UITGEVOERD 2IJN$IJK %NGINEERING RICHT ZICH DAARBIJ OP HET ONTWERPEN BEREKENEN EN TEKENEN VAN DE STAALCONSTRUCTIES 2IJN$IJK 3TEEL #ONTRACTING RICHT ZICH OP HET 2IJN$IJK %NGINEERING
VERWERVEN EN REALISEREN VAN GROOTSCHALIGE OPDRACHTEN OP HET GEBIED VAN INDUSTRIÑLE CONSTRUCTIES
!ALSTERWEG B 2! %INDHOVEN 4EL WWWRIJNDIJKCOM
"INNEN DE 2IJN$IJK 'ROEP IS ALTIJD PLAATS VOOR JONGE ENTHOUSIASTE STAAL CONSTRUCTEURS TEKENAARS BOUWKUNDIG SPECIALISTEN PROJECTMANAGERS WERKVOORBEREIDERS EN CALCULATORS 6OOR MEER INFOMATIE JKERKHOF RIJNDIJK ENGINEERINGNL
studiereis interview
SCIA door: Bobbejaan Scholten en Bas de Leijer SCIA is een softwarebedrijf dat zich vooral toespitst op het constructieve gedeelte van de bouw en de civiele techniek. Het bedrijf heeft meerdere vestigingen verdeeld over Europa en telt 130 medewerkers. Dit jaar sponsort SCIA de KOers studiereis naar New York en Boston. ICT manager Paul van der Zwart wordt daarom aan de tand gevoeld over zijn bezigheden in zijn bedrijf SCIA. Naam: Paul van der Zwart Opleiding: HTS weg en waterbouwkunde en HTS informatica
Na zijn opleiding weg en waterbouwkunde is Paul gaan werken bij een bagger maatschappij. Daar is hij geïnteresseerd geraakt in computers. Zodoende volgde Paul nog de vervolgstudie HTS informatica in de avonduurtjes. Na de afronding van deze studie is hij gaan werken bij een ingenieursbureau waar hij vooral veel ervaring met computers heeft opgedaan. Hier kwam Paul ook voor het eerst in aanraking met de SCIA programmatuur. Twintig jaar geleden maakte hij de overstap naar SCIA. Daar begon hij als supportmedewerker. Dit betekende vooral dat hij de software installeerde bij de klanten. Al snel werd hij supportbedrijfsleider van Nederland. De functie van Paul veranderde toen SCIA 12 jaar geleden haar organisatiestructuur omgooide. Sindsdien is hij verantwoordelijk voor de gehele Europese interne automatisering van SCIA, de functie die hij tot op heden bekleedt. Wat doet SCIA? SCIA is een bedrijf dat software ontwikkelt voor het constructieve gedeelte van de bouw en civiele techniek. Dit houdt in dat betonen staalconstructies worden ontworpen, berekend en gecontroleerd door onze software. Daarnaast is er programmatuur van SCIA dat productieprocessen aanstuurt, zo is er een optimale koppeling tussen de machines en het ontwerp. Hierbij gaat het vooral om de zware industrie, zoals grote stalen platen en profielen. SCIA verzorgt dus eigenlijk het gehele proces van ontwerp tot realisatie en SCIA is zich nu meer aan het richten op het architectonisch ontwerpen. De programma’s ALLplan en ESA PT zijn hier een goed voorbeeld van, in deze programma’s vindt een wisselwerking plaats tussen het ontwerpen en berekenen. Hoe is SCIA ontstaan? SCIA ontstond in 1974 aan de Universiteit van Leuven. Daar waren een aantal studenten die zich bezig hielden met een programmeertaal (Basic 2), dit is één van de eerste talen waarmee je gemakkelijk met matrices kon rekenen. Samen richtten ze een bedrijf op dat zich toespitste op twee processen: het mengen van veevoeders en berekenen van beton- en staalconstructies. Beide processen hebben dezelfde manier van stelsels van vergelijkingen oplossen. De veevoedertak is vrij snel zelfstandig gemaakt en de andere tak groeide uit tot het huidige SCIA. 32
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
SCIA richtte zich in de beginfase vooral op België, al snel breide de markt zich uit naar Nederland, Duitsland en Frankrijk. Hierbij werd er vooral gefocust op de staalbouw. In 1992 is SCIA samengegaan met de softwaretak van Witteveen+Bos. Dit bedrijf heeft zich vooral gespecialiseerd in betonconstructies. Hier is ook de naam SCIA W+B software BV uit voortgevloeid. Ook werd er steeds meer samengewerkt met bedrijven uit Oostenrijk en Tjechïe. In 2006 heeft het Duitse softwarebedrijf Nemetschek SCIA overgenomen. Vandaag de dag heeft SCIA 130 medewerkers buiten Nemetschek. Daarvan werken er 15 medewerkers in Nederland, 50 in België, 40 in Tsjechië en de rest is verdeeld over Europa. Wat zijn uw dagelijkse bezigheden? Ik geef leiding aan de afdeling ICT, welke bestaat uit twee mensen en ik houd me vooral bezig met het beleid, dat hieraan ten grondslag ligt; het werk is erg gevarieerd. Tevens ben ik verantwoordelijk voor het bedrijfsinformatiesysteem en alle hardware en software binnen SCIA zelf. Er maar één bedrijfsinformatiesysteem dat alle medewerkers gebruiken, hierin wordt alle data opgeslagen, van offertes tot facturen. Erg overzichtelijk en een vrij uniek systeem in de wereld. Tevens kan er overal worden ingelogd op dit system; plaats- en tijdonafhankelijk werken staat dan ook erg hoog in het vaandel. SCIA is een erg dynamisch bedrijf. Er worden constant procedures veranderd, om het gehele proces gemakkelijker te maken. Het bedrijfsinformatiesysteem moet dit wel constant blijven ondersteunen. Dit is onder andere één van mijn taken. Het systeem is zodoende flexibel, dynamisch, transparant en bij de tijd als het gaat om organisatiestructuur. Wat is de uitdaging van uw functie? Het aanbrengen van structuur binnen SCIA, zo moeten er vaak aanpassingen worden gedaan aan het bedrijfsinformatiesysteem. Dit heeft tot gevolge dat de doorlooptijd van een standaard order minder dan een half uur is, vanaf het eerste contact met de klant tot de uitlevering van de software zelf. Hoe ziet het ontwikkelingsproces van een nieuw product eruit? Er zijn een aantal mensen binnen SCIA die zich ermee bezighouden: welke kant gaat SCIA op? Vervolgens wordt dit beleid getoetst bij een aantal klanten, om te kijken of de behoefte overeenkomt met onze visie. Vervolgens wordt de software ontwikkeld en uitvoerig getoetst door middel van automatische benchmark testen. Zodoende kunnen de resultaten vergeleken worden met resultaten van vorige versies van de programmatuur. De productmanager en diverse klanten testen tenslotte de functionaliteit. Zo komt er elk jaar minstens één release uit. Tevens zijn er diverse patches beschikbaar op het programma up-to-date te houden.
Hoe zorgen jullie ervoor dat de consument zijn interesse houdt in de snelle ontwikkeling van uw producten? Elk jaar worden er release dagen georganiseerd voor de gebruikers van de software. Tijdens deze dagen wordt de nieuwe features van de release uitgelegd. Ook verschjnen er SCIA nieuwsbrieven, waarin informatie staat over SCIA, de nieuwe producten en tips en tricks . Daarnaast geeft SCIA diverse workshops over haar programmatuur. De releases en patches zijn nodig om de verandering in de eisen op te nemen in de software. De keuze van het overstappen naar nieuwere software ligt toch bij de klant zelf, echter veel klanten hebben wel een onderhoudscontract, wat hun software up-to-date houdt. Hoe ziet de toekomst van SCIA eruit? SCIA is bezig met een betere koppeling tussen het ontwerpen en berekenen. Dit wordt ‘roundtrip engineering’ genoemd. Uiteindelijk moet er een programma komen waarin architecten en constructeurs allebei hun werk kunnen doen. Zo is er geen verlies van data en is er optimale koppeling. Er wordt dan gebruik gemaakt van de software van ontwerp tot realisatie. Ik denk dat dit de toekomst is van de automatisering van de bouw. SCIA loopt ook voor op de concurrenten als het om buitenlandse activiteiten gaat. Zo zijn er maar weinig bedrijven die in zo veel landen actief zijn. SCIA is constant bezig uit te breiden. Zo wordt
er gekeken om ook een speler op de Zuid-Amerikaanse markt te worden. Waarom is het interessant voor een aankomend Constructief Ontwerper om stage te lopen of te werken bij SCIA? Het bedrijf is erg dynamisch en internationaal gericht. Werknemers lopen op de rand van de kennis als het gaat over techniek. Hebt u nog een leuke slotanekdote? Toen ik twee jaar bij SCIA werkte, werd ik gebeld door een gebruiker van het programma ESA space, een 3D raamwerkprogramma. Deze hoofdconstructeur beweerde dat de programmatuur niet deugde bij de berekening van de kraanarm van een booreiland. Nadat ik de invoerfile en de handberekening had bekeken werd het me al snel duidelijk dat deze hoofdconstructeur de momentstelling verkeerd had toegepast. De resultaten van de ESA space klopten dus wel degelijk. Ik wil hier vooral mee aangeven, dat SCIA medewerkers niet alleen kennis moeten hebben over de programmatuur, maar ook over de berekeningswijzen van constructies.
activiteiten & excursies
The Value of Design by: Carola Smulders
The U-Profiel introduces “The Value of Design 2008” symposium quoting Rafael Viñoli, one of its speakers at the first edition: “Engineers are designers. If, as an architect, you refuse to design together with the engineers, you are in fact doing the same as the cardinals in Rome, who do not vote for a new pope, but sit together in a room and wait for the word of God to produce a solution.” The symposium might be considered an opportunity for students and professionals to discuss the shape collaboration can take: which is the leading party? – who tells who what to do? – what degree of freedom should one party give another? And most important: what fruits can it bear? Quite opposite to Viñoli’s point of view, first speaker Erick van Egeraat doesn’t seem to fancy the idea of engineers influencing the design process at all. He presents us his telephone and proclaims: “this product is beautiful and anyone can see that it was made by designers. Of course, the engineers would make it work; as a matter of fact, it works very well! But they were not the ones to decide what the thing would be like.” Referring to ancient buildings – such as the Acropolis temple and Delft’s Old Church serving as the symposium’s venue – he wonders if functionality has ever been a lead to lasting beauty. “But”, he continues, “a building has to work. If it isn’t engineered properly, I don’t want it.” Unfortunately Van Egeraat could not attend to the round table discussion, leaving early. It is interesting to have someone turn your pretty ideas of symbiosis between architect and engineer upside down, yet very pleasant to find that the next speaker, Reinhard Joecks of Foster+Partners, has a more optimistic view on cooperation. As a matter of fact: he isn’t even sure if there is such a clear distinction between architecture and engineering originated buildings. If you would take any two larger building projects – e.g. bridge, tower, stadium – and you had to choose one to fit each category, would it make any less sense if they were swapped? He presents projects that underline this point of view: clearly technology extends past functionality into the appearance of the buildings. Tim MacFarlane starts his tale by noting there is indeed a clear distinction between the architect, who can spend his nights thinking over beautiful solutions, and the engineer, who needs to find the right solution to a problem – if he doesn’t the thing will come down, it’s as simple as that. “I’m good at engineering and decided to put it into service for the thing I love: architecture.” One day an architect drops in, he wants to make a glass staircase. I’m sorry, sir, we don’t do glass. “But I need your help.” The sentence aroused the engineer’s sense of responsibility and though he thought it was a pretty bad idea, serving architecture he got into it. The first disappointment was the lack of books on the subject, the second came from the glass manufacturer; did he know the mechanical properties of his product? At the time, the answer was no and MacFarlane decided to take responsibility for finding a solution. Before he knew it, he found himself awake at night to solve this thrilling puzzle. In spite of all the research that has been done, do not forget that investigation is one of the most exciting aspects of an engineer’s work, such is also the message in the lecture by Louis Becker (Henning Larsen Architects). His story runs from the 34
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
Scandinavian roots the bureau holds as basis, to the large international projects that ask for freshness and open-mindedness to provide adequate solutions to specific problems. As the projects grow, the bureau seeks new partners: too many seems impossible according to their advisors. How glad they were to find engineers that did not only support their ideas, but took the plan and brought it to a level they hadn’t held possible themselves. “Exploring boundaries.” There, Jim Eyre gave it a name. It’s the title of a book he wants everyone to read, because: “that’s what we do as architects, we look up the boundaries and try to see how we can push them.” (Noting that this is quite different from crossing the boundaries and having to draw back until a plan becomes realistic.) A wonderful example is the Gateshead Millennium Bridge, used by the Value of Design initiators to illustrate the subject. Arc and deck lean onto each other, as a result no contra weight is required when turning upwards the structure for ships coming by. The architect emphasizes that he tries to see the world as an opportunity, in which not necessarily the fittest survive, but rather collaboration leads to success. An entirely new point of view comes from Manfred Grohmann, the final speaker – or does he present the other side of Van Egeraat’s story? He sees to it that architects’ wild ideas for shape and size become real, even though the absence of structure is often there where it is needed most. Grohmann too speaks of looking up boundaries: “much can be learned from the architect’s approach, enhancing it can lead you to structures you would never come up with through the field of engineering only.” One of the architects wanted a random support system, so the bureau developed a computer program to provide variants through an iterative process. Amazingly, they found an irregular structure that was more efficient than the methodical one they proposed at the start. As a grand finale the organization offers a selection of students to dine with any of the speakers. The questions you hesitated too much about to echo them into the church, can be discussed informally over fish and chips, red wine and an airy ice cream. Is it true that Arup… and do you know about this bridge…? To my surprise, there were very few students that signed up for the dinner. I suppose we might have been spoiled by the market; every student in Structural Design can collect a proper pile of eager employers’ business cards within a short time span. Still, if there had to be any clear message pointed out from the symposium, it would certainly be the value of curiosity for the extent of your achievements.
1
fig. 1 fig. 2 fig. 3 fig. 4 fig. 5 fig. 6
Gateshead Millennium Bridge by Wilkinson Eyre Architects Klein House by Dewherst Macfarlane and Partners Millau Bridge by Foster+Partners BMW Welt by Bollinger+Grohmann Ingenieure ING Head Office Budapest by Erick van Egeraat associated architects Uppsala Concert and Congress Hall by Henning Larsen Architects
2
4
3
5
6
35
activiteiten & excursies
Een avontuur naar door: Geert Brouwers een kampioenschap?!
deel 2
Tijdens KOersborrels worden opmerkelijke dingen gedaan en gezegd. Zo ook tijdens de wissel-ALV september jl. Voortbordurend op het verslag in de KOersief 74 volgt nu het tweede deel van het verhaal van het KOersteam op weg naar hun kampioenschap. De eerste helft van de competitie is met gemak gespeeld. De smaak is te pakken en de trend van het winnen is stug doorgezet door onze stoere heren.
KOers – ODT-Haasp 3 – 4
Een nieuw jaar op de kalender en alweer enkele weken geleden dat KOers een wedstrijd heeft gevoetbald. Dat blijkt dagen voor de wedstrijd al: Robbert is nog steeds geblesseerd, Nikolaus kijkt verbaasd als hij hoort dat er gevoetbald moet worden, Jeroen komt er op tijd achter dat de wedstrijd een uur eerder begint en Marcel blijkt het te druk te hebben met de studie. Dit alles tot gevolg dat KOers met net voldoende spelers in de zaal staat. Het plan is vanaf het begin duidelijk: snel scoren zodat de druk eraf is en er rustiger kan worden gevoetbald. Het overwicht is er, alleen het doelpunt niet. Erger nog, het doelpunt valt aan de andere kant. Binnen één minuut wordt de stand weer gelijk getrokken. Dit tafereel herhaalt zich nog twee keer. De frustraties van het niet lukken lopen daardoor ook op. Bij een actie van Jeroen in het eigen doelgebied druipt het er van alle kanten af. Hij beukt een paar minuten voor tijd zijn tegenstander tegen de vlakte met als gevolg twee minuten van het veld en een penalty tegen: 3-4. Na het laatste fluitsignaal blijft het lang stil, toch komt het team na een kwartier stilte tot de conclusie dat er helemaal niets aan de hand is en dat KOers gewoon kampioen gaat worden.
El Magico – KOers
0–2
Door het verlies in de vorige ronde moeten de laatste vier wedstrijden worden gewonnen. Elke wedstrijd wordt een finale op zich. De eerste finale is meteen de grootste. We spelen tegen El Magico, die bij winst al niet meer in te halen zijn en dus kampioen kunnen worden. El Magico heeft een KOersvriend in de gelederen: Roel Spoorenberg. Vriend of geen vriend, nu even niet! Alles voor de winst. Dat het een belangrijke wedstrijd is, is ook langs de zijlijn te zien. Maar liefst 11 KOersleden, inclusief het voltallige bestuur, zijn komen kijken. Wanneer de drie hooligans-inwording, die verderop in het gebouw hun tai-bo technieken aan het trainen zijn, worden meegeteld komt de totale supportersschare zelfs op 14 personen. Onder leiding van coach Robbert (die nog niet fit genoeg is om te spelen) begint KOers gecontroleerd. Men zakt ver terug bij balbezit van El Magico, waardoor de verdediging staat als een huis. KOers komt er regelmatig uit met gevaarlijke aanvallen, maar helaas blijft de stand 0-0. Na
36
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
een minuut of tien krijgt Geert een kans om op doel te schieten, meer dan een “onhoudbaar” rolletje wordt het niet: 0-1. El Magico komt één keer gevaarlijk voor de keeper. Met een schitterende snoekduik bokst Nikolaus de bal het doel uit. Na enkele pogingen krijgt Marcel het op zijn heupen, hij pikt de bal op eigen helft op en begint een lange slalom langs enkele tegenstanders om de bal daarna achter de keeper in het doel te knallen: 0-2. Hiermee is de wedstrijd beslist en kan de wedstrijd rustig worden uitgevoetbald. Finale één is gewonnen, nog drie te gaan.
VVDLH – KOers
1–6
Bavkes – KOers
1–3
De tweede finale staat vandaag op het spel. Tijdens het omkleden komt het team van El Magico vloekend en tierend de kleedkamer binnen. Ze hebben verloren van ODT-Haasp: een moeilijk team om van te winnen bleek enkele wedstrijden geleden. Dit betekent dat KOers bij winst de felbegeerde eerste plaats in bezit krijgt. Maar eerst moet er gevoetbald worden tegen VVDLH. Een team met enkele goede voetballers en structureel te weinig spelers. De voorhoede krijgt geen enkele meter ruimte en zo is het wachten op doelpunten. KOers loopt dankzij doelpunten van Marcel (2x), Wil (2x), Jeroen en Frederik uit naar een voorsprong van 6-0. Dit tot groot genoegen van de arbitrage die gniffelend de wedstrijd leidt, al zal dat waarschijnlijk komen door de ontelbare kansen die nodig zijn voor zes doelpunten. Tot frustratie van de tegenstander wordt de bal rustig rondgespeeld tot er een gaatje wordt gevonden voor weer een kans voor open doel. Doordat Marcel het niet meer bij kan benen komt VVDLH er in de laatste minuut nog een keer gevaarlijk uit. Na goed keeperswerk butst de bal erg raar terug van de grond. Nikolaus en Jeroen doen verwoede pogingen om de bal uit het doel te houden, wat tot grote opluchting van VVDLH niet lukt. De eer is voor hen gered en de eindstand staat op het bord. Zo wordt de tweede finale, die al geen finale meer was, gewonnen. Nog één keer winnen en KOers kan zich opmaken voor een schitterend kampioensfeest.
Een dag voor de wedstrijd dat KOers kampioen kan worden, ontvangt Wil een mail van de organisatie met de mededeling dat er een kans
$GYLHVHQ,QJHQLHXUVEXUHDX9DQGH/DDUEYLVHHQ RQDIKDQNHOLMN$GYLHVEXUHDXPHWHHQ EXUHDXEH]HWWLQJYDQWHNHQDDUVHQ FRQVWUXFWHXUV 'HDGYLHVZHUN]DDPKHGHQEHWUHIIHQ]RZHOXWLOLWHLWV HQZRQLQJERXZDOVUHQRYDWLHYHUQLHXZERXZ :LMODWHQRQVLQRQVZHUNLQVSLUHUHQGRRU YHHOVRRUWLJHRQWZHUSRSJDYHQYDULsUHQGYDQNOHLQWRW ]HHURPYDQJULMN=RZHOEHWRQVWDDODOV KRXWFRQVWUXFWLHVZRUGHQGRRURQVRQWZRUSHQ
9RHWJDQJHUVEUXJ$PHUVIRRUW 9DQ5RRVPDOHQ9DQ*HVVHO$UFKLWHFWHQ'HOIW
XLWJDDQGHYDQHHQDUFKLWHFWRQLVFKFRQFHSWELQQHQ HHQJHJHYHQEXGJHW :LMELHGHQ]RQRGLJDOWHUQDWLHYHQHQPRWLYHUHQ JHPDDNWHNHX]HVWHQHLQGHGHRSGUDFKWJHYHUHQ RQWZHUSHQERXZSDUWQHUVLQ]LFKWWHYHUVFKDIIHQLQ KHWFRQVWUXFWLHYHRQWZHUSHQGHVDPHQKDQJPHW DQGHUHGLVFLSOLQHV
%UXJSOHLQWH V+HUWRJHQERVFK 7DUUDDUFKLWHFWXXU VWHGHQERXZ V+HUWRJHQERVFK
$GYLHVHQ,QJHQLHXUVEXUHDX 9DQGH/DDUEY %UXFNQHUSOHLQ (5(LQGKRYHQ 7HOHIRRQ² )D[² ,QWHUQHWZZZYDQGHODDULQIR (PDLOLQIR#YDQGHODDULQIR
6FKROLQJVERXOHYDUG(QVFKHGH ,$$$UFKLWHFWHQ(QVFKHGH
3AMEN WERKEN AAN OPLOSSINGEN VOOR DE DAG VAN MORGEN
!LS OUDSTE INGENIEURSBUREAU VAN .EDERLAND CREpERT 2OYAL (ASKONING OPLOSSINGEN VOOR VRAAGSTUKKEN DIE DE DUURZAME INTERACTIE TUSSEN DE MENS EN ZIJN OMGEVING BETREFFEN 7E DOEN DAT MET RUIM MEDEWERKERS ACTIEF IN PROJECTEN OP HET GEBIED VAN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING INFRASTRUCTUUR TRANSPORT BOUWMANAGEMENT ADVIES ARCHITECTUUR BOUW GEBOUWINSTALLATIES INDUSTRIpLE INSTALLATIES MILIEU WATER KUST RIVIEREN EN MARITIEM 7IJ WERKEN VANUIT VESTIGINGEN IN .EDERLAND EN MEER DAN WERELDWIJD 2OYAL (ASKONING ZOEKT ONDERNEMENDE PROFESSIONALS DIE KLANTGERICHT WERKEN INITIATIEF DURVEN NEMEN NIEUWSGIERIG EN INTEGER ZIJN EN GOED KUNNEN SAMENWERKEN 7IJ BIEDEN JE EEN STIMULERENDE WERKOMGEVING MET UITDAGENDE PROJECTEN EN DE MOGELIJKHEID JE TALENTEN TE ONTWIKKELEN "EN JE GEtNTERESSEERD IN EEN CARRInRE BIJ 2OYAL (ASKONING "EZOEK DAN ONZE WEBSITE VOOR MEER INFORMATIE 7IE WEET ONTMOETEN WIJ ELKAAR BINNENKORT
WWWWERKENBIJROYALHASKONINGCOM
bestaat dat het team Bavkes niet voldoende man op de been kan krijgen. Hierdoor zou KOers kampioen worden zonder te spelen. Er zijn leukere manieren te bedenken om kampioen te worden. Met enkele spelers van buitenaf, een speler van Totelos en de keeper van N.S.Monnicks, hebben de Bavkes een team op de been weten te brengen. Ze hebben zelfs een wissel. Het is nog een verdomd sterk team ook en dat is te merken als KOers binnen een minuut met een achterstand kampt. De kampioensstemming moet in de ijskast gezet worden, het wordt tijd voor gecontroleerd voetbal. Het spel van de Bavkes blijkt toch te veel op één speler te rusten, die vanaf het moment dat hij scoorde geen meter ruimte meer krijgt. Het onder druk zetten werkt en de bal wordt regelmatig veroverd. Door steekpasses komt KOers regelmatig gevaarlijk voor het vijandelijke doel. Na 15 minuten wordt het dan ook 1-1 door een doelpunt van Marcel. De spelers van KOers blijken een betere conditie te hebben en dit weet men uit te buiten doordat Frederik, Jeroen en Geert, elkaar afwisselend, mee naar voren sprinten. Geert verschalkt in een actie de sterspeler van de Bavkes door de bal nonchalant door de benen te spelen, wat een vloek oplevert en een gniffelende scheidsrechter. De druk is groot, alleen de kans op de 1-2 wil nog niet komen. Na 20 minuten komt eindelijk de verlossing, Wil schiet de bal achter de keeper het doel in: 1-2. KOers kan weer aan het kampioenschap denken. Kort na de 1-2 weet Frederik de keeper op het verkeerde been te zetten: 1-3. Hiermee is KOers kampioen geworden. Na de wedstrijd is het
nog lang gezellig in de kantine van het sportcentrum en zijn de spelers erg benieuwd naar het kampioensfeest dat op 27 maart wordt gehouden. Weddenschappen zijn altijd leuk, althans als je ze wint.
Batistutas – KOers
1–5
Doordat KOers al kampioen is geworden, is de laatste wedstrijd een plichtmatige aangelegenheid. Wil is geblesseerd en Nikolaus wordt een doelpunt gegund, waardoor Wil op doel staat en Nikolaus wissel is, om later heel diep in de spits te spelen op jacht naar zijn doelpunt. De Batistutas hebben net genoeg man, waar dankbaar gebruik van wordt gemaakt door KOers. De bal wordt de eerste minuten lekker rond gespeeld. Als snel wordt het doel gevonden: 0-1 en 0-2 (door Marcel en Frederik). Ondertussen is ook Nikolaus het veld in gekomen. Naarmate de wedstrijd vordert gaat hij dieper en dieper spelen. Het wil alleen niet lukken vandaag, je staat dan ook niet wekelijks oog in oog met de keeper van je tegenstander als keeper zijnde. Ook bij Geert ontbreekt het vandaag aan de kunde van afronden van grote kansen. Toch loopt KOers makkelijk uit naar 0-4 (dankzij Jeroen en Frederik). Marcel laat nog even zien hoe je na een wisselbeurt bij je eerste balcontact scoort: 0-5. KOers gelooft het verder wel, waardoor de tegenstander nog wat kansen krijgt. Met een schot tussen twee spelers door wordt Wil getest als vervangende keeper, helaas hij moet nog wat groeien in zijn nieuwe taak: 1-5.
Hastelweg 260 B 5652 CN Eindhoven Tel. 040 266 14 00 Fax 040 266 14 01 www.drukkerijdewitte.nl E-mail:
[email protected]
Groei mee met Vebo! Prefab Beton Vebo B.V., gevestigd in Bunschoten, is een toonaangevende producent op de Nederlandse markt van geprefabriceerde betonproducten. Onze producten vinden hun weg naar voornamelijk de woning- en utiliteitsbouw. Vebo is een gezonde Nederlandse onderneming, waarbij kwaliteit hoog in het vaandel staat. Samen met onze onderneming Vebo Staal B.V. kunnen wij bouwend Nederland voorzien van een totaalpakket aan prefab betonproducten en ondersteunend gevel-staalwerk (stalen lateien, geveldragers etc.). De totale Vebo-organisatie telt ruim 300 medewerk(st)ers.
K w w wijk op: . b i j v w er k en eb o . nl
Constructeur U houdt zich bezig met o.a. constructief rekenwerk (waaronder statische berekeningen), ondersteuning en advisering aan in- en externe partijen, controle van berekeningen van collega’s en externe constructiebureaus, en ondersteuning en begeleiding van constructief tekenaars. Opleiding: minimaal hbo bouwkunde, bij voorkeur richting constructie.
Productontwikkelaar U realiseert nieuwe producten en ontwikkelt bestaande producten door. U bent de initiator binnen onze productontwikkelteams. Ook maakt u analyses van experimenten, o.a. naar aanleiding van door u geïnitieerde en begeleide experimentele onderzoeken. Daarbij bent u ook vraagbaak op het gebied van producttoepassing. Academisch werk- en denkniveau, met bouwkundige ervaring.
Stageplek/afstudeeropdracht Zoek je een lekker gevarieerde stageplek? Of een bedrijf dat jouw afstudeeropdracht écht serieus neemt? Bel dan ’s met Vebo Beton & Staal, dé specialist in totaaloplossingen voor gevelwerk. Waarom? Omdat we diverse mooie banen mét doorgroeimogelijkheden voor je hebben! Bel (033) 299 26 00. Prefabbeton, ondersteunend gevelstaalwerk en aluminiumproducten van Vebo Beton & Staal. We hebben het meest, we kunnen nog meer! De specialist in totaaloplossingen zoekt jóú! Waarom werken bij Vebo? Bij Vebo werken mensen met plezier. Het bewijs is een personeelsbestand met een bijzonder gering verloop. Vebo biedt een dynamische, stimulerende werkomgeving met plezierige sociale verhoudingen en veel individuele verantwoordelijkheid. Bij Vebo krijgen medewerkers alle kansen uit te blinken in hun vakgebied. En dat waarderen ze. En dan hebben we nog niet eens de prima
secundaire arbeidsvoorwaarden en de goede opleidings- en doorgroeimogelijkheden genoemd. Of het uitstekende salaris. Spreekt een van de vermelde functies u aan? Stuur dan een brief met c.v. naar Vebo, t.a.v. de heer J. Blom, Personeelszaken. Mailen mag natuurlijk ook:
[email protected]. Voor meer informatie bel (033) 299 26 54.
activiteiten & excursies
Rare jongens, die Batavieren! door: Ruben Smittenaar
De Batavierenrace is de grootste estafetteloop van Europa. De race tussen Nijmegen en Enschede over ongeveer 184 km wordt jaarlijks voor en door studenten georganiseerd. Er doen ruim 300 teams mee, elk team bestaat uit 17 mannen en 8 vrouwen. Dit gigantische, maar strak georganiseerde, evenement vond dit jaar plaats op 26 april.
een naam om waar te maken
KOers doet steevast mee en heeft daarbij twee doelen. Het belangrijkste is er een gezellig, spannend en sportief weekend van maken. Het tweede, eigenlijk onderdeel van de eerste, is onze twee directe concurrenten uit ‘Vertigo’, namelijk CHEOPS en SUPport, te verslaan. Het team van CHEOPS (studievereniging bouwkunde) is nooit een grote uitdaging, zij eindigen meestal in de middenmoot of daaronder. SUPport (studievereniging bouw- & uitvoeringstechniek) eindigt meestal in de buurt van KOers en is daarmee ‘de ploeg om te verslaan’. Deze onderlinge rivaliteit geeft een extra dimensie aan de race en is tot op heden bijna altijd in het voordeel van KOers uitgevallen. Elk jaar bepaalt een aantal, bijna professionele, atletiekverenigingen de bovenste regionen van het algemene klassement. De winnende ploeg loopt de ruim 184 km in ongeveer 11 uur. Naast dit algemene klassement, waar elke studentenvereniging aan mee kan doen, is er altijd een universiteitscompetitie. Hieraan doen 12 universiteiten mee, die hun fitste studenten selecteren. Studievereniging KOers heeft een paar uur langer nodig, maar doet het nog altijd erg goed in de klassering, zoals vorig jaar, toen KOers op de 62e plaats eindigde. Als er in het klassement een opsplitsing gemaakt werd tussen sport- en studieverenigingen zou KOers waarschijnlijk meedoen in de top van deze laatste categorie. De ruim 300 teams starten na elkaar in zes startgroepen om de drukte van lopers, maar nog meer van het verkeer te spreiden. Terwijl de lopers onderweg zijn van start naar finish van hun etappe, moeten alle teams ook weer op tijd bij het volgende wisselpunt zijn om hun loper op te vangen en de volgende op pad te sturen. Dit geeft een ongelooflijke drukte van vooral kleine personenbusjes op de weg en op de parkeerplaatsen rond de wisselpunten.
debutanten en troeven
In Dinxperloo werd de nachtploeg afgelost door de ochtendploeg, die na slechts een paar uur slapen in het net opgezette tentenkamp in Enschede alweer op pad moest. De ochtendploeg, bestaande uit acht lopers, was een stuk minder ervaren, met veel debutanten. Terwijl de nachtploeg de slaapzak opzocht, kwamen de uitslagen druppelsgewijs per SMS binnen. Opvallend waren vooral de vier vrouwenetappes, die elk bijna of zelfs ruim 11 km/u liepen. Ervaren KOersloper Geert Brouwers spande de kroon, door met 15,2 km/u over het 7,9 km lange parcours te vliegen en daarmee 24e op zijn etappe werd. Dankzij deze en andere goede uitslagen stond KOers na de ochtend op een ongeëvenaarde 31e plaats in de algemene ranglijst, met SUPport op 45 minuten achter zich. De vrij ervaren middagploeg met acht lopers nam het stokje (in dit geval in de vorm van een hes) in Barchem over. Ook deze groep wist onder zware omstandigheden en concurrentie goed stand te houden. Op een aantal etappes werd helaas wat tijd verloren ten opzichte van de concurrentie, maar dit werd op andere etappes weer (gedeeltelijk) rechtgezet. Vooral Martini en onze vaste troef André Jorissen zorgden met een respectievelijk 46e en 39e plaats voor een nieuw klasseringrecord voor KOers. Na ruim 14 uur kwam KOers op de 42e plaats binnen met ruim 40 minuten voorsprong op SUPport (69e) en een klein uur op CHEOPS (101e).
achter de eindstreep
Na deze geweldige uitslag werd wederom duidelijk waarom dit evenement ook wel bekend staat als de batabierenrace. Het werd niet bijgehouden, maar ook tijdens het feest deed KOers weer mee met de top. Nieuwe verwachtingen liggen klaar: volgend jaar wordt de uitdaging des te groter om deze uitslag te verbeteren. Hopelijk worden we ook dan weer gesteund door de betonvereniging, die ons traditioneel voorziet van shirts.
Om op tijd in Enschede aan te komen begint de eerste groep van negen lopers al rond middernacht in Nijmegen. KOers had in de nacht een aantal zeer ervaren lopers staan. Uitblinker was echter debutant Paul Beijens, vorig jaar nog geblesseerd geraakt bij de voorbereiding, maar na stug doortrainen liep hij dit jaar 10,2 km met 14,5 km/u gemiddeld en werd daarmee 50e op zijn etappe. Ook Twan Hendriks, ex-KOerslid en fervent hardloper, gaf KOers een boost in de ranglijst door met 15,1 km/u over de 7,4 km lange etappe te razen en daarmee de 17e plaats in te nemen. Met deze en andere goede uitslagen, ook te bekijken op de site www.batavierenrace.nl, kwam KOers op een 39e plaats uit de nacht met al 30 minuten voorsprong op SUPport. 41
activiteiten & excursies
Martens bouwwedstrijd door: Geert Brouwers KOers heeft in het weekend van 18 en 19 april meegedaan aan de Martens Bouwwedstrijd in Oosterhout. Met een team van tien mensen is op de vrijdag in een tijdsbestek van acht uur een PVC-brug gebouwd. Deze brug is op de zaterdag beproefd door medewerkers van Martens.
De bouwwedstrijd
In kader van het 125 jarig bestaan van Martens heeft het bedrijf een bouwwedstrijd uitgeschreven. De opdracht is simpel: bouw een brug van producten die Martens levert. Deze moet een overspanning van tien meter en een minimale vrije doorgang van één meter hebben. Het assortiment van Martens loopt ver uiteen: van PVC-buizen, wegenbouwdoek, spanbanden tot betonnen heipalen en keerwanden. Uit alle inzendingen worden zes teams gekozen die de brug daadwerkelijk mogen komen bouwen op het terrein van Martens in Oosterhout.
Het ontwerp
In de eerste fase van deze bouwwedstrijd is er door Stijn Venmans, Gertjan Coenen, Saskia Kieboom en Geert Brouwers een ontwerp gemaakt en ingediend. Het ontwerp van de brug voor de Martens Bouwwedstrijd heeft als inspiratie de ‘Mathematical
Bridge’ in Cambridge. De kracht van dit ontwerp ligt in het feit dat de staven van de brug slechts belast worden op zuivere drukkrachten. Hierbij is het mogelijk om het geheel te bouwen zonder verbindingen in de knooppunten. Dit constructieprincipe is als uitgangspunt voor het ontwerp genomen, waarbij de uitdaging ligt in de beperkingen van de beschikbare materialen. De brug is zo ontworpen dat met behulp van PVCbuizen (Ø125) en de standaard koppelstukken een vakwerkboog gemaakt kan worden. Vooral het gebruik van de standaard koppelstukken heeft een belangrijke invloed gehad op het ontwerp. Het belasten van de brug gebeurt op een plateau dat met spanbanden onder de brug wordt gehangen. Uit berekeningen is gebleken dat de bovenligger van de brug bij 4,2 ton zal bezwijken. Vervolgens heeft de brug een tweede draagweg en kan de belasting verhoogd worden tot 5,9 ton. Bij deze belasting zal de constructie totaal bezwijken op het uitknikken van de staven. Het ontwerp is uit 17 inzendingen uitgekozen om daadwerkelijk te worden gebouwd.
Jury beoordeling: Een volledig uitgewerkt plan waarin alle facetten (van ontwerp tot uitvoering) goed zijn belicht. Op het gebied van technisch inzicht scoort het team goed. Bij de gekozen constructie wordt een goede analyse gegeven. De constructie is origineel en vernieuwend te noemen. De uitvoerbaarheid lijkt geen probleem. Specifieke aandacht voor de veiligheid tijdens het bouwen, i.v.m. de hoogte, is noodzaak. Het bouwen en beproeven
Het ontwerpteam is uitgebreid met Paul Beijens, Maarten Braem, Rob Daniels, Menno van Dijk en Robbert Riep. Met zijn allen is het ontwerp verder uitgewerkt. In de voorbereidingen zijn mallen voor het zagen en boren van de PVC-buizen gemaakt. Tevens zijn tekeningen, tijdsplanningen en boor- en zaaglijsten geperfectioneerd. De bouwdag is 10 keer doorlopen zodat er niets mis kan gaan. Op de grote dag zelf heeft Jaap Vermeulen het team compleet gemaakt. De bouwdag begint ’s ochtends om acht uur met het wegen van het meegebrachte materiaal en materieel. Dit mag namelijk slechts 100 kg bedragen. Na een kopje koffie en thee en het voorstellen van de verschillende teams kan er om negen uur worden begonnen met de bouwwedstrijd. De helft van het team begint met het zagen en boren van de PVC-buizen. Na 15 minuten horen we de verslaggever ter plekke zeggen: “Iedereen is druk
42
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
en waar is KOers mee bezig? Met harken!”. Het is de gemakkelijkste manier om door de puinlaag heen te komen. Tijdens de pauze blijkt dat we precies op schema liggen. Alles loopt tot nu toe voorspoedig, er zijn geen problemen geweest. De problemen ontstaan pas twee uur voor het eindsignaal: het hijsen van de brug blijkt niet te lukken. Omdat belangrijke buizen tijdens het hijsen slechts met Duct-tape vast zitten, vallen ze eruit. Hier wordt het verschil tussen een staande brug en een nog liggende brug pijnlijk duidelijk. Het hijsen wordt een uur uitgesteld en alle leden van het bouwteam werken om de brug te verstevigen door middel van extra buizen, schroeven en spanbanden. Om vijf uur wordt de brug dan alsnog omhoog gehesen. In het laatste uurtje dat rest, wordt er afgebouwd. Aan het eind van de dag staat de brug er, al is het niet precies zoals op de ontwerptekeningen. Hij staat enigszins scheef, maar het team is blij dat ze de brug alsnog overeind heeft kunnen krijgen. Op de zaterdag worden de bruggen één voor één beproefd. Er zijn zes ontwerpen, die allemaal totaal anders zijn: twee ontwerpen met veel beton en vier ontwerpen waarin vooral PVC is toegepast. Bij de meeste bruggen is er een stabiliteitsprobleem waardoor de brug bezwijkt, bij anderen is het ontwerp van de brug het probleem. De brug van KOers heeft de organisatie flink bezig gehouden. Deze is namelijk de enige constructie waarop het gewicht niet met een hijskraan kan worden geplaatst. Uiteindelijk wordt besloten om het plateau iets op te tillen en dan vol te
plaatsen met stenen. Door het plateau langzaam te laten zakken neemt de brug de belasting over. Op deze manier wordt de brug met stappen van 100 kg belast. Of zoals de jury het zei: “de brug wordt belast met een wisselende belasting met een lage frequentie”. Uiteindelijk bleek de brug ongeveer 750 kg te kunnen dragen. Tegen het geweld van het beton kon KOers zich niet verweren.
Einduitslag
1e plaats: Het gras aan de overkant (TU-Delft): 16800 kg 2e plaats: La Broche Carrée (Ex-HTS Dordrecht: 12100 kg 3e plaats: Ar(chi)team (KU-Leuven): 2600 kg 4e plaats: KOers (TU Eindhoven): ± 750 kg 5e plaats: Jan-en-alle-buis (Ateliereen Architecten en Kiem): ± 225 kg 6e plaats: Ruben-Joni-Liesje (KU Leuven): ±1100 kg. (wel belast, maar uitgesloten) Het laatste team is op de vrijdag uitgesloten van verdere deelname doordat zij hun brug niet af kregen binnen het tijdsbestek van acht uur. De brug is wel afgebouwd en beproefd. Iedereen die bij de bouwwedstrijd betrokken is geweest heeft enorm genoten van de twee dagen en de voorbereidingen ervan. We willen Martens bedanken voor de leuke en leerzame dagen. We juichen het dan ook enorm toe als deze prijsvraag een jaarlijks vervolg krijgt.
project
Vacuumatics
Vacuumatically Pre-stressed Reconfigurable Architectural Structures
by: Frank Huijben
Our current society can be characterised as rapidly changing, merged with globalised technology and infected with individualism. Besides the latest architectural trends of customisation and the search for a degree of randomness in structures and buildings, it can not be ignored that free-form design and so-called blobs are very actual phenomena within present-day architectural practice. Furthermore, buzzwords like “adaptable”, “responsive”, “kinetic” and even “smart” and “intelligent” are more and more common in contemporary (building) design. A flexible and personalised living environment with changing identities will be inevitable. A rather “new” and relatively low-tech way to realize this dynamic environment may be found with the introduction of the so called vacuumatically pre-stressed structures, or “vacuumatics” in short. Vacuumatics can be regarded as a flexible system of enclosing foils with structural (filler) elements that utilises the atmospheric pressure as a rigidifying tool by extracting the air within these foils, quite similar to vacuum packed coffee. The created vacuum pressure (or negative pressure) causes the otherwise often incoherent filler elements to be tightly compressed and secured into their present configuration, hence acting as a sort of glue that bonds the individual elements rigidly together and (temporary) “freezing” the current geometry of the structure. The “final” self-supporting capacity of vacuumatics enables the production of complex organic shapes, capable of being adapted or optimised to specific conditions or required behaviours. For this reason, vacuumatics could be a “new” stimulant for contemporary designers and architects who wish for more than what current, often traditional, design and building methods can offer them. With this graduation project, a parameter study is carried out to determine on a qualitative manner the structural and geometrical behaviour of vacuumatic structures, by concentrating on the individual properties of the two main components: the (enclosing) skin and the filling. The structural as well as architectural qualities of vacuumatics are further explored by means of several small scale models and prototypes, as well as a material study of the filler elements. The aim is to gain fundamental understanding in and control over the underlying design principles so as to be able to optimise structural assemblies to specific conditions and required behaviours. The behaviour of vacuumatic structures depends on the exact nature of the materials used. Although almost any type of filler material may be applied with vacuumatics, their enhanced structural properties in vacuumatic state are essential, since this determines the final capacity of the structure with regard to strength, stiffness and stability (and therefore safety). The vacuum pressure acting on the covering foils causes this skin to be tightly wrapped around the surface of the filler elements, hence resulting in a pre-stress of the vacuumatic structure. The skin in particular seems to be of big importance to the structural potential of vacuumatics, since it not only ensures the structure’s integrity (as it provides the essential air-tightness), its deformation also largely determines the distribution of the pre-stress throughout the structure. The skin deformation is mainly determined by 44
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
the elasticity of the skin material, and to some extent by the compression (and thus shrinkage) of the filling. The pre-stress force acting on each (granular) filler element is found to be divided into a direct and an indirect component. The ability to adjust and control the reconfigurability of the filler elements (and thus the flexibility of the structure) by means of varying vacuum pressure results in the so called “reversibility” of the rigidifying process, enabling vacuumatic structures to be shaped over and over again. The original “flexible” behaviour of vacuumatics in un-deflated (or “re-flated”) state opens up many possibilities with respect to the relatively low-tech realisation of free-form designs. In order to literally mould vacuumatic structures into a certain desired shape, some sort of morphological tooling is required that forces the filler elements into their “final” configuration. This process might be somewhat similar to the formwork with the production of concrete structures, but especially the ability to locally adjust the geometry has great potential with respect to its effectiveness and implementation into the current building industry. The hazard of damaging the enclosing skin and subsequently jeopardising the structural integrity of vacuumatics remains probably the biggest obstruction of introducing these structures into the current building industry as independent, primary and “permanent” load-bearing structures. On the other hand, this temporality and the advantageous characteristics of vacuumatics (the ability to be “free-formed”, to be adapted, to create a degree of randomness and to be repeatedly stabilised) seem to provide the “ideal” boundary conditions for a truly flexible, reusable and most importantly reconfigurable moulding technique for the production of complex shapes and textures in concrete.
45
activiteiten & excursies
Witteveen + Bos door: Roman Gijzen
Wat staat Amsterdam nog te wachten?
Het is 1975 en Amsterdam staat op zijn kop. Voor de nieuw aan te leggen metrolijn moeten huizen gesloopt worden en dat geberut ook. Hele stukken van de Nieuwmarktbuurt worden met zwaar materieel tot puin gereduceerd. Maar vergeet even niet dat het hier om de roerige jaren ‘70 gaat, wanneer protesten tot de alledaagse bezigheden behoorden. De buurtbewoners gaven hun buurt dus niet zonder slag of stoot over; massale protesten, rellen en een verijdelde bomaanslag zijn het gevolg. Uiteindelijk wordt zelfs het woord ‘metro’ taboe en hernoemt men de lijn naar Amstelveen van metrolijn, tot ‘sneltramlijn’. De gemeente heeft hierop in 1978 het resolute maar verstandige besluit genomen, nóóit meer een metrolijn te bouwen. Vrijdag 18 april 2008, voorpagina Metro: Noord/Zuidlijn wéér miljoenen duurder. Met 86,5 miljoen om precies te zijn en resulteert in een bedrag van ruim twee miljard euro, waarvan 900 miljoen door de Amsterdammers is op te hoesten, 600 meer dan aangenomen. Een zware pil voor de Amsterdammers. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Nieuwe bouwmethoden zouden een miniaal effect op de binnenstad hebben, werd gezegd. Het tegendeel blijkt echter waar. In een referendum in 1997 vraagt men de bevolking om toestemming om met dit gewaagde project te starten en die toestemming wordt dertig jaar na het Oostlijndrama toch gegeven. Op de dag dat de zoveelste prijsverhoging publiek wordt gemaakt zijn wij te gast bij het mede verantwoordelijke ingenieursbureau Witteveen+Bos. Dit bureau werkt aan de bouw van de zinktunnels in het IJ en de boortunnels in stations Vijzelgracht, Rokin en Ceintuurbaan. Oudhoofdconstructeur Theo Salet heeft acht jaar aan dit project gewerkt, hij leidt ons rond. We komen aan op de Albert Cuypmarkt die in volle gang is. De drukte in de straten maakt de problematiek bij het bouwen van station Ceintuurbaan nog beter zichtbaar. Als men de bebouwing rondom het toekomstige station zou slopen, zou
46
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
het niet nodig zijn de spoorlijnen in dit station boven elkaar te situeren. Maar gezien ervaringen uit het verleden lijkt het beter die bebouwing onaangetast te laten. Dit heeft als gevolg dat de hele straat afgezet moet worden, alleen het fietspad en de stoep blijven nog over. Er moet maar liefst 45 meter de grond in worden gegraven en twee meter van de bebouwing af zonder dat die daaronder lijdt. Er zijn speciale sensoren aangebracht op de huizen, die een beeld van de zakkingen van het hele traject weergeven. Mocht in het centrale meldpunt een alarm afgaan, dan wordt er onmiddellijk onder 300 bar een cementmengsel onder dat gebouw gespoten om dat op haar oude plek te zetten. Dit heet ‘compensation grouting’. Al met al een kostbare methode om die gebouwen te besparen. Niet te vergeten dat er ook nog een schadevergoeding voor de bewoners is die sinds de laatste prognoses tot €105 verhoogd is. Naast een ondergronds gigaproject bouwt Witteveen+Bos ook aan een lichter en stadsvriendelijker project. Een gebouw dat haast onzichtbaar is, maar niet onder de grond zit, dat op een superprominente plek in de stad staat, maar waar geen mens last van heeft. Velen zullen er argeloos aan voorbij gelopen zijn, maar als ik
Staalplaat-betonvloeren
Winkelcentrum Piazza Eindhoven
Kantoor Unilever "De Brug" Rotterdam
Onderdeel van uitdagingen
Dutch Engineering r.i. B.V. Energieweg 48 - Zoeterwoude-Rijndijk Postbus 3 - 2380AA Zoeterwoude Tel/fax:
071-5418923 / 071-5419670
e-mail:
[email protected]
website:
www.dutchengineering.nl
zeg ‘IBIS-hotel’ gaat misschien een lichtje branden. Dichter bebouwd dan bij het centraal station in onze hoofdstad kun je het bijna niet hebben in ons land. Maar boven de spoorlijnen bevindt zich een zee aan ruimte die alleen de vogels gebruiken en normaliter slechts als nutteloos gezien wordt. Het bouwen van een gewelf van de ene civieltechnische constructie over een andere wordt
overkluizen genoemd, maar in het geval van een commerciële of residentiële constructie heet dit volgens Salet een ‘overhuizing’. Een nieuw concept dat veelbelovend zou kunnen zijn voor onze alsmaar dichter wordende stadcentra. Het klinkt als dé oplossing, maar hoe bouw je een zes verdiepingen tellend hotel boven een van de drukste treinverbindingen midden in de stad?! Gezien de al aanwezige verstoppingen die de rest van de stad al in haar greep houdt, is het ondenkbaar hier ook nog eens drie spoorlijnen stil te leggen. De trein moet blijven rijden en aangezien zij dat vandaag de dag op elektriciteit doen, zullen de bovenleidingen met rust gelaten moeten worden. Het probleem echter is dat als je wil gaan storten boven zo’n leiding, je ruimte nodig hebt voor je bekisting, materieel en personeel. De oplossing: ‘een hele tafelconstructie er een meter of twee boven bouwen, voorzichtig op zijn plek laten landen waar hij keurig vastgemaakt wordt.’ Men heeft hiervoor de bovenleiding er een weekendje af moeten halen, maar deze daarna keurig aan de buik van het hotel bevestigd. De tafel heeft staalbetonnen poten met een dikte aan het perron van slechts een halve bij een halve meter dat haast geen barrière vormt. Dit gebouw getuigt van de deskundigheid waarmee Witteveen+Bos te werk gaat. Deze technische expertise is ook te zien in de oplossingen voor de problemen bij de bouw van de Noord-Zuidlijn. De oorzaak van die problemen komt deels uit het Amsterdamse verleden en men moge hopen dat het niet meer zo uit de hand loopt als toen. Gelukkig staat de techniek deze keer aan onze zijde. 47
Projects
The design of a single large-span roof structure Rotterdam Zoo door: Saskia Kieboom ‘Diergaarde Blijdorp’
The Rotterdam Zoo (Diergaarde Blijdorp) in the Netherlands is currently modernising its park. Once this modernisation is completed, the animals’ accommodations will resemble their natural habitats as closely as possible. The park will be divided into different ‘continents’ and species native to a particular geographical location will be situated in the corresponding part of the park. Several aviaries will be constructed on the area where ‘Europe’ and ‘Africa’ meet and the boundary will be symbolised by an aviary which will house European birds that normally migrate to Africa before winter sets in.
The design assignment
For these aviaries and the accompanying buildings – such as a restaurant, and a giraffe and gazelle accommodation – I have created an alternative design in which all these different functions are realised underneath a single large-span roof structure. To resemble the natural habitat as closely as possible, as well as maintaining a large flexibility for the interior layout, column-free areas were an important prerequisite for the design. Another important requirement was that large parts of the roof could be opened. The building’s site borders on a curved railway, I wanted to have the building’s outline reflect this shape.
The design
Since the building is intended for a zoo, it has been designed to fit in with its natural surroundings, realised by using parallel arches for the roof structure. These arches consist of round steel tubular profiles that were bent by a rolling mill and differ in height and span; these features give the structure an organic shape, which will fit in very well with its surroundings. By using tubular profiles, it has been possible to create a strong design. The arches’ closed profiling gives the construction a distinct look, but without interfering with the desired image of the animal accommodation. This is mainly due to the fact that these arch-shaped tubes enable the use of very slim profiling in this structural design. The tubular profiles can be bent into the shape of an arch through the process of rolling, and together these arches create the flowing lines of the main structure. The arches’ large spans create a column-free space, which is beneficial to the building’s sense of openness. To maintain this openness, the parts of the structure that will be open to the public are only separated by netting or glass partitions. The building consists of two parts, with the European birds on the one side of the structure and
48
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
the African animals and birds on the other. However, since the lines in the roof and the façade of both parts of the building merge into each other, it still looks like a coherent whole. Each part of the building is 80 metres in length. The largest arches span 63 metres and are 15.5 metres high. The distance between the arches is eight metres.
Shape and configuration of the arches
The dimensions of the arches were first of all determined by the building’s functional requirements. Their heights and spans have been adapted to meet the requirements of the different functions to be carried out under the roof. Therefore, the aviaries and the giraffe accommodation are covered by higher arches. Also, the site’s curved boundary, which is caused by the railway running along the back of the site and the need to realise (optically) flowing lines in order to maintain the building’s organic shape have been influential. Perhaps the most important factor was the need for a retractable roof. Subsequently, as a result of a model study, two design models were applied to find systematic solutions for the construction of an organic design and the need to be able to open the roof. The two design models used were one based on concentric circles and one based on shifted circles. In the first model, each strip between two arches is part of the surface of a cone, with the cone’s axis as the centre of the arches. The strips between the arches can be filled in with plane quadrangular (trapezial) elements. Each particular strip can be filled in with the same elements and the arches of that strip can be tied by the same secondary girders. In the second model, each strip between two arches is part of the surface of an oblique cylinder in which both arches have the same radius. The strips between the arches can be filled in with plane quadrangular (parallel) elements. In this model, too, the same secondary girders can be used in a single strip. In the final design both models have been applied, as this combination enables the construction of non-geometric shapes. However, these models have not been applied to two transitional parts in order to meet the requirements mentioned above. The main decisive factor in this consideration was the aesthetic aspect of the structure’s flowing lines. The application of the model with concentric circles has made it possible to make part of the roofing covering the ‘Europe’ section retractable so that it
can be opened. This roof retracts under the arches and disappears over the fixed section of the roof.
The structural design
In short, the building’s structure consists of parallel interconnected arches that are made of round steel pipes. Hinges attach the ends of the arches to the structure’s foundation. The ends of each single arch are interconnected through tie bars to absorb tension and foundation blocks enable vertical load transfer. The arches are interconnected by secondary girders made of square steel tubular profiles. In-plane stability is realised by the arches themselves, and wind bracings realise out-of-plane stability. Two wind bracings have been applied to each of the two sections of the building. The façade’s horizontal load is successively transferred to the secondary girders, wind bracings and the foundation. These wind bracings, too, consist of steel tubular profiles.
concentric circles
Connecting the structure and the roofing
In order to give the building’s interior a smooth look, the roofing has been attached underneath the secondary girders. It consists mainly of sheets of glass, though part of the building has been closed with a wooden structure. In order to connect the arches, the secondary girders and the skin of the roof, square tubes have been welded perpendicular to the main arches. The secondary girders could then be attached to these tubes. By using square tubular profiles, this method of connection could be applied to the entire structure. Each girder along an arch has been rotated slightly to enable the use of a single connection method to attach the girders to the main arch. The only way this could be realised was by using these square tubular profiles, since their strength characteristics remain unaltered when they are attached at an angle. Moreover, tubular profiles are best suited to absorb eccentric loads.
shifted circles
The construction phase
For the construction of this design, the arches will be delivered in two pieces. They will first be transported over the water, after which they will be transported by road for the final part of their journey. Once on site, the two pieces will be unloaded at the intended location of the arch, after which they will be assembled and erected. A single tower crane will be sufficient to carry out this work. A smaller, mobile crane can be used to place the secondary construction and the wind bracings.
connection:
foundation, arch and roofing
arch, secondary girder, skin of the roof, retractable roof 49
tot slot Wist je dat...
CO-lofon
… … … … … … … … … … …
KOersief is een verenigingsblad dat drie keer per jaar wordt uitgegeven door KOers, sectievereniging Structural Design van de studievereniging CHEOPS en de unit Structural Design & Construction Technology van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven.
… …
… … … … …
Je je nooit door een ander moet laten scheren? TNO kroketten genoeg heeft? Maarten niet van heldere crêmesoep houdt? Geert tegenwoordig de moeilijkste rekenregels van hout zo op kan dreunen? Fabriekstekeningen niet altijd kloppen? Roel bang is voor represailles? De secretaris niets eet wat terugkijkt? Wil een stedenbouwkundig gevoel krijgt van Lex? Wil wel van een hele grove mesh houdt? Ctrl+F5 een harde refresh is? Ctrl+a, shift+delete, ctrl+s, alt+F4 in een zojuist afgerond afstudeerverslag niet valt onder de categorie leuke 1-aprilgrappen? Dat bruggetje van KOers wel erg mooi was, maar minder sterk dan gehoopt? Dhr. Hordijk verzocht een Hi-Speed camera te gebruiken bij het verticaal stellen van de PVC-brug vanwege mogelijk rondvliegende PVC-pijpen waarvan iedereen hoopte dat ze de omliggende bruggen zouden beschadigen? De tent van Dennis tijdens de Bata in het middelpunt stond? Marcel zijn tas na de Bata weer terug heeft? Ondanks dat enkele KOersleden met hen mee hebben gelopen (ontwikkelingshulp), SUPport toch weer ver onder ons geëindigd is? Linh Sa sneller was dan de loopster van het TU/e-team? De plaspauze van Wil maar 2 plaatsen in de ranglijst heeft gekost?
KOerswoordpuzzel
KOers TU/e De Wielen Vertigo 09 Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel. 040-2474647
[email protected] www.koerstue.nl Postbank 4920379
Bestuur KOers Linh Sa Lê Matéi Kevenaar Rianne Luimes
voorzitter secretaris penningmeester
Redactie Hoofdredacteur: Carola Smulders
[email protected] Rianne Luimes
[email protected] Linh Sa Lê
[email protected]
Beeld omslag Carola Smulders
Kopij
+RUL]RQWDDO 'LWYLHUW.2HUVGLWMDDU,-DDUDIVOXLWLQJYDQ.2HUV6WHQHQHQVSHFLH(HQJHERXZGLHQWKLHURSLQ EHLGHULFKWLQJHQWHZRUGHQJHFRQWUROHHUG.XQVWPDWLJHVFKHXU'RHN%DNVWHHQIRUPDDW3HQQLQJPHHVWHU 1HGHUODQGV1RUPEODG.2HUV]DDOYRHWEDOWHDP$XWRYDQGKU.OHLQPDQ.2HUVEHKDDOGHKLHUPHHGHHSRVLWLH *URQGZDWHUVSLHJHO&RQVWUXFWLHI2QWZHUSHQ*URHQJHERXZ9RUPPHWGHPHHVWHWRUVLHZHHUVWDQG 6WDDONZDOLWHLW5HNVWLMIKHLG+RXWHQGDNFRQVWUXFWLH1HZ
De grijsgekleurde hokjes vormen samen een zin. Stuur deze zin in vóór september 2008 en maak kans op een weekendje wenen voor twee personen.
50
KOersief 75 | Mei 2008 | visuals
Bij voorkeur Word-bestand zonder opmaak via e-mail. Illustraties apart meezenden (minimaal 800x800 pixels). Kopij KOersief 76 inleveren vóór september 2008.
Studentlidmaatschap Gratis voor Bouwkundestudenten. Aanmelden via www.koerstue.nl
Oplage Circa 250 exemplaren, verspreid onder student- en fondsleden, sponsoren en relaties van KOers.
Drukker Drukkerij de Witte, Eindhoven
$IJHVWXGHHUGRIDIVWXGHUHQGHQDDQKHWZHUN ZLOOHQ Voor o.a. onze vestigingen Utrecht en Eindhoven zoeken wij: Enthousiaste Constructeurs en tekenaars (fulltime/parttime) Pieters Bouwtechniek Utrecht B.V. Kaap de Goede Hooplaan 7 3526 AR Utrecht Postbus 3283 3502 GG Utrecht Tel.: 030 – 2870531 Fax: 030 – 2870533 E-mail:
[email protected] Contactpersoon: Dhr. F. Schreuders
Pieters Bouwtechniek Eindhoven B.V. i.o. SWA Gebouw Strijp S complex Glaslaan 2 5616 LW Eindhoven Tel.: 040 – 2661020 Fax: 040 – 2520560 E-mail :
[email protected] Contactpersoon: Dhr. B. Hinnen
Pieters Bouwtechniek is ook gevestigd in: Haarlem, Delft, Amsterdam, Almere en Zwolle
ontwerp & detailengineering
prefabricage & innovatie
Hurks delphi engineering bv is een ingenieursbedrijf dat zich concentreert op het gebied van prefabricage van draag- en gevelconstructies. Dit krijgt vorm door in de fasen van voorlopig en definitief ontwerp het constructief ontwerp van met name prefabbeton voor haar rekening te nemen en/of door de detaillering ten behoeve van realisatie te verzorgen. Hurks delphi is onderdeel van Hurks groep en werkt intensief samen met de zusterbedrijven en prefabrikanten Hurks beton, Hurks oosthoek kemper en Hurks geveltechniek. Deze samenwerking leidt ertoe dat delphi productkennis initieert en/of creatief toepast voor het constructief ontwerp van draag- en gevelconstructies. Hurks delphi is ervan overtuigd dat prefabricage meer en meer als bouwmethodiek zal worden toegepast. Wij willen op basis van onze deskundigheid en ambitie hieraan bijdragen. Dat kan het beste binnen samenwerkingsverbanden als een bouwteam of volgens design & construct modellen. Wij hebben echter ook kennis van en ervaring met andere bouwmethoden dan prefabricage. Dit stelt ons in staat om vanuit een breder perspectief te adviseren. Voor nadere informatie kunt u contact met ons opnemen.
Hoofdkantoor: Hurks delphi engineering bv postbus 221, 5500 AE Veldhoven, Locht 126 T (040) 230 95 95, e-mail:
[email protected] www.hurksdelphi-engineering.nl Vestiging Tilburg: T (013) 465 69 30