Inhoudsopgave Aanwinstenlijst: pag. 16
Redactioneel: pag. 3
Bartels, Thijs: Dansen op het homomonument, Schorer Boeken, Amsterdam, 2003 (pag. 5) Bissell, Sallie: Doolhof, Uitgeverij Lijtingh-Sijthoff, Amsterdam, 2002 (pag. 12) Bommel, Abdulwahid van: Islam, liefde en seksualiteit, Bulaaq, Amsterdam, 2003 (pag. 10) Désirée: Moeder!, Gopher Publishers / Vrouwenweekblad Mijn Geheim, Groningen, 2003 (pag. 5) Elton, Ben: Hartstikke beroemd, Bzztôh, Amsterdam, 2003 (pag. 6) Helgason, Hallgrimur: 101 Reykjavik, Meulenhoff, Amsterdam, 2002 (pag. 6) Hermsen, Joke J.: Heimwee naar de mens. Essays over kunst, literatuur en filosofie, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2003 (pag. 8) Jong, Brit de: Samenspel/Consonance, Greber Uitgever & Distributeur, Amsterdam, 2002 (pag. 13)
Recensies: pag. 5 - 15
McDermid, Val: De verre echo, Uitgeverij LuitinghSijthoff, Amsterdam, 2003 (pag. 7) Nahas, Omar: Islam en homoseksualiteit, Bulaaq, Amsterdam, 2001 (pag. 11) Oever, Annie van den:
en het groteske, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2003 (pag. 14) Schuyf, Judith: Levenslang. Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier, Schorer Boeken, Amsterdam, 2003 (pag. 10) Slaughter, Karin: Zoenoffer, Cargo, Amsterdam 2003 (pag. 9) Slaughter, Karin: Nachtschade, Cargo, Amsterdam, 2002 (pag. 15) Tuinman, Vrouwkje en Ingmar Heytze (ed.): Seks, de daad in 69 gedichten, Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003 (pag. 9) Vincent: Leven in de Marge, Uitgeverij Koopman & Kraaijenbrink Publishing, Delft, 2003 (pag. 12)
Redactioneel < . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . >
4
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
Dansen op het homomonument Thijs Bartels In Dansen op het homomonument brengt Thijs Bartels het homomonument in beeld. In drie hoofdstukken schrijft hij over het ontstaan, het heden en de mogelijke toekomst van dit monument. In het eerste hoofdstuk staat hij stil bij de geschiedenis. Uitgangspunt daarbij vormt de gedachte dat het homomonument werd opgericht om homoseksuele oorlogsslachtoffers te herdenken. Hij blikt terug op de Tweede Wereldoorlog. Op het maatschappelijke leven toen en op de invloed van de nazi-ideologie met onderdrukking en vervolging als gevolg. Er is aandacht voor de ideeën die zijn ontstaan over de homovervolging tijdens de tweede wereldoorlog. En Thijs Bartels staat stil bij de feiten die bekend zijn over de homovervolging. Het tweede hoofdstuk staat in het teken van de waarde die het homomonument heeft. De vraag hoe zichtbaar het monument is - in zowel letterlijke als in figuurlijke zin - staat daarbij centraal. En tot slot beschrijft Bartels in het laatste hoofdstuk de doelen die bereikt zijn op het gebied van de emancipatie van homoseksuelen. En hij vraagt zich af wat emancipatie van homoseksuelen betekent in een sterk veranderende en interculturele samenleving. Ook internationale
Moeder! Désirée
ontwikkelingen en de rol die de Nederlandse homoseksuele beweging daarbij speelt en gespeeld heeft komen in dit hoofdstuk aan bod. Dansen op het homomonument is gewoon een leuk boekje. Bartels belicht in een razend tempo de ontwikkelingen die ertoe hebben geleid dat het homomonument er is gekomen en hij werpt een licht op de plaats die het monument heeft in ons land. Enige kanttekening is dat er wel heel veel informatie wordt gegeven in dit dunne boekje en dat je daar als lezer nogal door overdonderd kunt raken. Maar Bartels schrijft helder waardoor het toch overzichtelijk blijft. Bovendien wisselt hij de tekst steeds af met foto’s. Dansen op het homomonument is een boekje over de emancipatie van homoseksualiteit in onze samenleving. Want duidelijk wordt dat het homomonument meer is dan een gedenkteken en dat het meer is dan een symbool voor trots en voor waakzaamheid. Het monument is een afspiegeling van de plek die homoseksualiteit inneemt in onze maatschappij. Linda Bouten
Schorer Boeken Amsterdam, 2003 isbn 90 7334 117 5
Gopher Publishers / Vrouwenweekblad Mijn Geheim Groningen, 2003 isbn 90 5179 088 0 Te bestellen via www.gopher.nl; niet in de reguliere boekhandel, want het is een ‘printing on demand’-uitgave.
Het lesbische gehalte van deze gebundelde autobiografische columns is niet erg hoog. Aan het eind van het boek vindt de schrijfster het geluk in de armen van een vrouw, maar ze is daardoor niet persoonlijk overtuigd geraakt van de vrouwenliefde: ‘...want ik wil mezelf niet in een hokje plaatsen [...] Ik wil mezelf niet labelen als ‘lesbisch’’ (p. 216). Jammer voor Désirée, is mijn eerste reactie, maar meid, denk ik vervolgens, dat komt nog wel! Zeven jaar uit het leven van een ziekenverzorgster die wegens haar onvruchtbaarheid columns gaat schrijven voor het blad Mijn Geheim. Dat is een soort bekentenissenblad, waarin vrouwen over allerlei persoonlijke ellende en verdriet kunnen schrijven en daarin ook weer kunnen reageren op elkaar. Het begint met Désirée’s IVF-dagboekje. Ze wordt zwanger en na de geboorte van haar zoon nog eens, spontaan en onbedoeld, maar wel gewenst. De tweede zoon heeft een open ruggetje (spina bifida), maar niet in heel ernstige mate. Wel zodanig dat hij moeilijk loopt en incontinent is en eigenlijk altijd in meer of mindere mate ziek is. Tot overmaat van ramp besluit ze na een paar jaar te gaan scheiden. Over het waarom daarvan laat ze zich niet uit, uit piëteit met haar exgenoot. Jammer! Is ze toch al die tijd latent lesbisch geweest? En dan ontmoet ze de liefde van haar leven: een vrouw die aan de andere kant van het land woont en twee dochters heeft. Happy end, klaar, boekje uit. Het relaas van de zorgen om en het gedoe met de gehandicapte zoon vind ik op de een of andere manier heel aandoenlijk. Ik ben eigenlijk heel benieuwd hoe het met het jochie verder gaat. Désirée, komt er een vervolg? Het is niet geschikt voor vrouwen die niks met kinderen hebben, natuurlijk. Lukke Boots Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
5
Hartstikke beroemd Ben Elton De Engelse kloon van onze Big Brother, Huisarrest, is aan zijn derde serie toe. Tien mensen worden volgens de gebruikelijke procedure opgesloten in een huis met camera’s en microfoons, totaal afgesloten van de buitenwereld. Aan producente Geraldine Hennessy de taak er een spannend en vooral hoge kijkcijfers trekkend programma van te maken (haar eigen geld heeft ze erin gestoken! Dit is namelijk erg van belang). Aanvankelijk lukt dat niet zo: de tien deelnemers worden niet boos op elkaar, ze hebben geen seks met of zonder elkaar en ze spetteren niet, ook al zijn het allemaal knappe, jonge, egocentrische en dus heel erg irritante mensen. Totdat er op dag 27 een moord wordt gepleegd. Aanvankelijk wordt de lezer ook nog in het ongewisse gelaten wie er vermoord is. Ondanks de camera’s is niet te zien wie de moordenaar is. Aan hoofdinspecteur Coleridge en zijn crew brigadier Hooper en rechercheur en crypto-lesbo Trisha de taak de moord op te lossen. Zij doen dit voornamelijk door oude videotapes te bekijken (een schier onmogelijke zaak, dunkt mij, want er draaien zo’n 40 camera’s 24 uur per dag). Tegelijk gaat het programma ‘gewoon’ door. Beter is: ‘juist’ door, want nu wordt het pas echt spannend. Geen seks, maar wel een real life murder. Als lezer krijg je te maken met twee verhaallijnen: die van de rechercheurs en uitdrukkelijk ook het verhaal vóór de moord. De tweede verhaallijn is die van de mensen ín het huis en de programmamakers van ná de moord. Dat maakt het hectische verhaal nog veel hectischer. De afloop is onverwacht en ook in letterlijke zin dramatisch. De schrijfstijl is direct en doorspekt met jongeren-, turbo- en tv-taal, maar ook cynisch. Het is de bedoeling van de schrijver het fenomeen reality tv behoorlijk door de gehaktmolen te draaien. Het lesbische gehalte is niet hoog. Een politie-agente en een huisbewoonster, de zwarte uitsmijter Sally, zijn lesbisch. Van Sally wordt al direct gezegd dat ze een excuuspot is. En dat is ze ook in het verhaal. Dat ze lesbisch is, maakt namelijk voor het geheel weinig uit. De politie-agente komt aan het eind van het boek uit de kast. In het begin raakt de lezer zijn orientatievermogen onmiddellijk kwijt door de duizelingwekkende tv-beelden. Ook heb je als lezer in het begin weinig het benul van wie nu wie is (voorin zit een who’s who-lijstje van de huisbewoners: vooral raadplegen!). Maar gaandeweg is het verhaal best spannend en wil je toch wel graag weten hoe de moord nu eigenlijk heeft kunnen plaatsvinden en wie het gedaan heeft. Schrijfster dezes is echter geen doorgewinterde detectivelezer (dat zeg ik iedere keer), dus voor hen die dat wel zijn, is dit boek misschien toch niet zo heel spannend. Je moet ook wel tegen de hectische en coole turbotaal kunnen. De schrijver van het boek, Ben Elton, is een Engelse veelschrijver en carbaretier. Hij schreef onder andere teksten voor de satirische tv-programmas Black Adder en The Young Ones. Toch niet de slechtste programma’s zou je denken. Daarom weet hij natuurlijk veel van wat zich achter de tv-schermen afspeelt. Ik denk dat je zijn teksten beter kunt horen en zien met de beelden erbij dan lezen. De Engelse titel Dead Famous is veel leuker, scherper en woordspeliger dan de Nederlandse: Hartstikke beroemd. Bzztôh Amsterdam, 2003 Lukke Boots isbn 90 453 0012 5 6
101 Reykjavik
Hallgrimur Helgason
De titel verwijst naar het postcodegebied van Reykjavik, waarbinnen het verhaal plaatsvindt. Hlyn leidt een werkloos bestaan met veel nadruk op seks en uitgaan. Zijn ouders zijn gescheiden; hij woont bij zijn moeder. Zijn vader is alcoholist; hij komt hem regelmatig tegen bij het uitgaan. Zijn moeder heeft een lesbische vriendin, Lolla en vertoont zelf ook beginnende lesbische trekjes. Hlyn is ook gecharmeerd van Lolla en vrijt met haar op oudejaarsavond als zijn moeder van huis is. Dit is in een notendop het verhaal van 101 Reykjavik. Wat leuk gevonden is, is dat de (mannelijke) hoofdpersoon in de eerste bladzijdes een vergelijking tussen kloktijden en jaartallen maakt. Zo is bijvoorbeeld 1900 (zeven uur) het moment waarop Edison het licht voor het eerst heeft aangedaan. Geweldig verzonnen vind ik dit. Ook zit er veel humor in het boek met name door te spelen met taal, bijvoorbeeld ‘de glimlach die mijn moeder meegezogen heeft, vele tanden geleden’. ‘Jij met je zinnen’, wordt over hem gezegd. Maar dit zijn wat mij betreft dan ook de enige twee leuke elementen aan dit boek. Het is vooral een mannenboek met veel mannenemoties.
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
Maya Althuizen Meulenhoff Amsterdam, 2002 isbn 90 290 6957 0
De verre echo Val McDermid
op zijn geweten heeft. Voor de rest blijft het spannend tot op de laatste pagina. Wie een echte lesbothriller wil lezen, kan zich de moeite besparen. Zoals in McDermids andere boeken is er wel een lesbisch lijntje, maar dat is heel dun en absoluut niet bepalend voor het verhaal. Patries Mertens
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff Amsterdam, 2003 isbn 90 245 4943
Advertentie
Voor al uw binnen- en buitenschilderwerk:
SCHILDERSBEDRIJF MARIA ENGELS Van Dulckenstraat 50 6521 DV Nijmegen tel: 024 360 85 86 e-mail : [email protected]
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
MARIA ENGELS
MARIA ENGELS
Val McDermid is er weer in geslaagd een nagelbijter te schrijven. In haar nieuwste boek gaat het verhaal over vier studenten, die na een drank-en drugsgelag een stervende vrouw vinden. Voor de politie en de samenleving zijn zij de daders, of een van hen, maar het komt niet tot een aanklacht. Hun hechte vriendschap loopt heel wat deuken op door dit trauma en de verdenkingen. Tot zover het eerste deel van het boek. Het tweede deel speelt zich af in 2003, 25 jaar na de moord op de jonge vrouw.
De vrienden zijn alle vier geslaagd in het leven, al heeft het gebeurde hen zeer getekend. Er is nu geld voor het oplossen van nooit opgehelderde misdaden en er worden bovendien spectaculaire nieuwe methodes gebruikt om misdaden op te sporen. Het nieuws dat ook deze moord opnieuw onderzocht gaat worden, veroorzaakt een stroom van ingrijpende gebeurtenissen voor alle betrokkenen. Dit tweede deel is veel spannender dan het eerste, omdat er meer verrassende elementen in voorkomen. Alleen diegenen die het verhaal heel oplettend lezen, kunnen er uit zichzelf achter komen wie deze misdaad
7
Heimwee naar de mens.
Essays over kunst, literatuur en filosofie
Joke J. Hermsen Heimwee naar de mens bevat een aantal essays van Joke Hermsen over ‘enkele momenten uit de geschiedenis van de westerse cultuur waarop iemand op exemplarische wijze heeft laten zien wat menszijn is, of kan zijn.’ (p. 9, Vrij vertaald: de heldinnen en helden van de ‘Westerse Cultuur’). Voor ons zijn van belang de essays over Betje Wolff, Virginia Woolf en Jeanette Winterson; voor mijzelf nog die over Hannah Arendt en Sarah Kofman. Ze zijn beslist de moeite van het lezen waard, deze essays van Hermsen, al is het niet altijd meteen duidelijk waar ze heen wil (maar dat is juist mooi!). Toch toont ze de weg erheen helder. Waarschuwing: de essays zijn niet bedoeld als verhaaltje voor het slapen gaan. ‘‘Ne keuvelez pas’. De epistolaire bravoure van Betje Wolff en Belle van Zuylen’ (pp. 61-71). Interessant is de vraag die Hermsen opwerpt bij Betje Wolff, die de Sappho van de Beemster genoemd werd. Was Betje Wolf ‘in der daad’ lesbisch? Of waren haar gedichten en vooral haar hartstochtelijke brieven aan vriendinnen een burgelijke variant van de platonische liefde? Burgerlijk heeft in de 18e en 19e betrekking op de emancipatie van de middenklasse, de burgerij; het heeft in die tijd nog niet de huidige betekenis van ‘suf’, weinig avontuurlijk’, ‘conformistisch’ (LB).Uit de rest van het essay maken we op dat die hartstochtelijke bekentenissen van Wolff meer fictie waren dan werkelijkheid. Jammer voor ons, maar prettig voor Aagje Deken, met wie zij in de 18e eeuw samenwoonde. Deze epistolaire bravoure (dat betekent zo ongeveer, dat je in brieven alles kon en mocht opschrijven) bezigde ook tijdgenote Belle van Zuylen, die daar gebruik van maakte in de communicatie naar haar huwelijkskandidaten. In een brief kan de schrijver (v/m) zich vrijelijk uiten: er zijn geen beperkende, sociaal-maatschappelijke omstandigheden (‘dat hoort niet’, ‘dat is onfatsoenlijk’); geen gespreksgenoot die zich direct met de uitingen kan bemoeien; alle tijd voor de adressant om te bedenken wat zij/hij wil zeggen. Kortom, juist voor de vrouwen uit de 18e eeuw, wier vrijheid aan alle kanten beknot was, betekende het schrijven van brieven een ‘fantastische’ (in meer dan één betekenis) mogelijkheid te ontsnappen aan de benauwende realiteit. De dames Wolff en Van Zuylen hebben nooit contact gehad met elkaar. Dat is heel jammer: dat zou mooie brieven opgeleverd hebben. Vermoedelijk was het niet zozeer het standsverschil (Wolff stamde uit de burgerlijke middenklasse, Van Zuylen was van adel) dat zij elkaar ontweken, maar mentaliteitsverschil. Van Zuylen genoot van de Franse esprit, de buitennissigheid, Wolff en 8
Deken propageerden juist de tegenovergestelde mentaliteit: de Nederlandse burgerlijkheid en huiselijkheid. ‘Twee keer Virginia Woolf. De onmogelijke biografie’ (pp. 165-180) Aan de hand van twee onlangs in Nederland opgevoerde toneelstukken over Virginia Woolf en een aantal boeken (waaronder dat van haarzelf: Tweeduister, 2001) belandt Hermsen natuurlijkerwijze op het terrein van de biografie en de biograaf. Direct daarna beschouwt Hermsen deze biografie over Woolf als exemplarisch voor het genre biografie. Woolf herbergde twee verschillende personen in zich. Haar Januskop bestaat uit een kritisch en polemisch gezicht, dat angsten in dagboeken en brieven op vrolijke en impulsieve wijze van zich af laat glijden; het is het terrein van gemeenschappelijkheid, van idealen en gedachtewisseling met anderen. Het andere gezicht is de schrijfster, de in zichzelf gekeerde, de droefgeestige, de schuchtere, die traag, behoedzaam en uiterst secuur haar zinnen aan het papier toevertrouwt en blijft corrigeren. Dit is het gebied van de innerlijkheid, waar humor en spitsvondigheid niet heersen, ‘...maar waar alles in één en dezelfde gloed met elkaar wordt samengebracht of in één en hetzelfde moment versmolten raakt om een bijzonder inzicht in het innerlijk van de mens prijs te geven dat anders verborgen zou blijven’ (p. 177). Virginia Woolf is met haar ‘dubbelheid’, haar Januskop, het sprekend voorbeeld van hoe een biograaf NIET te werk moet gaan. NIET moet zij/hij de feiten exact weergeven, niet de dorre gebeurtenissen verantwoorden. De biograaf moet zich als het ware inleven in zijn personage, die begrijpen; vervolgens van een innerlijk leven voorzien en bepaalde aspecten van het karakter of van de levensfeiten eruit lichten.Deze speciale levensfeiten moet hij opnieuw belichten of in een ander daglicht stellen. Deze opvatting neigt ertoe een geslaagde roman over iemand te prefereren boven een wetenschappelijk verantwoorde biografie met een omvangrijk notenapparaat. Als niet helemaal geslaagd voorbeeld van een ‘juiste’ biografie geldt Woolfs eigen Orlando: de pseudo-biografie van Vita Sackville West en haar adellijke familie. Ook goede voorbeelden zijn, M. Yourcenars Hadrianus’ Gedenkschriften en Marja Pruis’ biografie van Netty Nijhoff. Ook Hermsens eigen Tweelicht is een poging de twee totaal verschillende kanten van Woolf met elkaar te verbinden. Volgens Hermsen kon Woolf zelf op het einde van haar leven de twee gezichten van haar Januskop (masker wellicht? LB) niet meer op hun plaats houden. Ze trok hieruit haar conclusie. Opmerkelijk dat de namen van de twee hierboven behandelde dames zo veel op elkaar lijken: (Betje) Wolff en (Virginia) Woolf! De Arbeiderspers, Amsterdam, 2003 Lukke Boots isbn 90 295 1553 8
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
Seks, de daad in 69 gedichten
Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze (ed.)
Uitgeverij 521 Amsterdam, 2003 isbn 90 76927 05 7
Poëzie is het omsmeden van de werkelijkheid naar krachtige, of juist zachte natuurlijk, bondige bewoordingen. Vrijwel alle aspecten van het leven kunnen hierbij belicht en uitgeprobeerd worden en dat levert dan regelmatig meerwaarde op voor het betreffende onderwerp. Dit is echter niet bij alle onderwerpen het geval. Neem nou ‘de daad’. Dat is nou typisch een activiteit die zich moeizaam in woorden laat vangen en die helaas zelden een beter beeld ervan oplevert. In het bundeltje Seks, de daad in 69 gedichten is dit vrijwel zonder uitzondering het geval. De auteurs merken in hun voorwoord op dat er in de Nederlandstalige canon weinig over de daad wordt geschreven. De paar teksten die zij vonden, zijn hier bijeengevoegd. Daarbij valt op dat het in-uit-in-uit, bondig weergegeven door Jules Deelder, veruit de voornaamste factor is in het liefdesspel, waarbij de vrouw regelmatig slechts object is, bijvoorbeeld bijna als een flipperkast, schrijft Mickey Walvisch. Nee, echt uitnodigend tot de daad is deze erotische bundel niet en al zeker nauwelijks voor vrouwen onder elkaar. Toch is het aardig dat je hier een Komrij, Gilliams, Rawie, Dendermonde en Lanoye treft, die ook in deze hoek van de poëzie op geheel eigen wijze zich hebben uitgesproken. Carin Hereijgers
Zoenoffer Karin Slaughter Het omslag van deze uitgave belooft heel wat. Voorop een simpele, maar intrigerende foto van een meisje op blote voeten dat over een stenige ondergrond vastberaden op weg is naar iets wat voor de kijker verborgen blijft. Achterop loftuitingen van onder andere de Washington Post, die Slaughters plots ‘briljant’ noemt en de spanning beschrijft als ‘meedogenloos’. Meedogenloos - dat klopt wel. Al is dat op een andere manier dan vermoedelijk bedoeld. Slaughter schotelt haar lezers in fors tempo de ene na de andere verschrikking voor. Het verhaal begint met een wanhopig meisjes, dat alles in het werk stel om zich door een politie-agent te laten doodschieten. Met succes. Lijkschouwing brengt seksueel misbruik aan het licht én genitale verminking aan het licht. Genoeg werk aan de winkel dus voor vertrouwensarts Sara Linton en haar ex,
Cargo Amsterdam, 2003 isbn 90 234 1052 1 rechercheur Jeffrey Tolliver. Niet genoeg echter voor Slaughter, die daar vervolgens incest, een pornonetwerk, chantage en corruptie aan toevoegt en tussen de bedrijven door ons bekend maakt met het traumatische verleden van Jeffs collega-rechercheur Lena. Lena is kort tevoren ontvoerd, gedrogeerd en veelvuldig verkracht terwijl ze aan de vloer van haar gevangenis was vastgespijkerd. Gebeurtenissen die haar danig dwarszitten in haar contacten met collega’s en in haar werk. In haar pogingen zich staande te houden komen ook de herinneringen aan haar overleden lesbische zus terug. Dokter Sara heeft het ruim vierhonderd bladzijden extra moeilijk vanwege de opvlammende liefde voor haar ex en haar besluiteloosheid in deze hartsaangelegenheid. De ex zelf wil wel weer met haar in zee, maar heeft nauwelijks tijd om zich op de toekomst te bezinnen, zodat ruzies tussen de gelieven niet uitblijven. Dat en hoe deze zaken een
rol spelen in de ontrafeling van het netwerk en de jacht op de dader, wordt niet echt duidelijk. Dat maakt in mijn ogen de ‘briljante plots’ tot een stapel losse draden die min of meer tot een kluwen bij elkaar worden geveegd. Dat gebeurt bekwaam, maar weinig subtiel en in het proza waar je planken van kunt zagen. De karaktertekeningen zijn gebaseerd op psychologie van de koude grond, de spanning is die van het gruwelsprookje. Daarmee is Zoenoffer een typisch Amerikaanse detective, die inspeelt op de geheime angsten voor samenzweringen en de alomtegenwoordigheid van ‘het kwaad’ in de samenleving. Patricia Cornwell bijvoorbeeld is er wereldbekend mee geworden. In zijn soort behoort het ongetwijfeld tot de betere, maar in mijn Nederlandse ogen behoort het tot de boeken die je uitleest omdat je op dat moment niets beters voorhanden hebt. Maria Straathof
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
9
Islam, liefde en seksualiteit Abdulwahid van Bommel De passage uit dit boek die voor ons het meest belangwekkend is, gaat natuurlijk - over homoseksualiteit (pp. 122-133). Van Bommel zegt dat de term ‘homoseksualiteit’ niet voorkomt in de koran. Ook hij komt met het verhaal van de profeet Loet, de enige passage in de koran waarin homoseksuele handelingen naar voren komen. Daarin is sprake dat mannen andere mannen in wellust benaderen en hun vrouwen verlaten. Het volk van Loet begaat onkuisheid en ook nog andere misdaden, zoals struikroverij. In deze passage wijst de profeet al deze handelingen af, ook of wellicht met name de homoseksualiteit, met die kanttekening dat de profeet de mens van zijn handelwijze onderscheidt. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat de homo niet automatisch op grond van homoseksua-
Levenslang.
liteit wordt uitgesloten van zielenheil. In de koran worden alleen sancties in het hiernamaals genoemd. De strafmaat voor hoofdzonden als overspel, diefstal, in het openbaar drinken van alcohol, staat wel aangegeven in de koran. In de dagelijkse praktijk van moslims wordt nog steeds de term ‘homoseksualiteit’ zo veel mogelijk ontweken. Men maakt onderscheidt tussen het ‘mannetje’ en het ‘vrouwtje’. De actieve partij verliest niets van zijn mannelijkheid. In dit geval spreekt Van Bommel niet over de vrouwen. Hoe het ook zij, in vrijwel alle moslimlanden worden alle seksuele handelingen buiten het huwelijk als illegaal beschouwd en er staan meestal zware straffen op. Bij een beschuldiging zijn vier getuigen nodig. Meestal geldt in deze landen de praktijk: wat thuis onder de lakens en achter gesloten deuren gebeurt, moet ieder voor zichzelf
weten, als het maar niet openlijk gebeurt. Uit een onderzoek, gehouden in Utrecht (wanneer? Dat wordt niet duidelijk, vermoedelijk tamelijk kort geleden, LB) blijkt dat allochtone jongeren een overduidelijke homofobische houding hebben. De meeste moslims praten niet over seksualiteit. Voor moslims in een westerse samenleving is het allemaal nog veel moeilijker: men ontkent eenvoudig het bestaan van homo’s, van drugs, van criminaliteit. Vooral geldt nog steeds en overal: wat niet weet, wat niet deert. Ben je stiekem homo en niemand ziet het, dan is er niks aan de hand. Zo’n opvatting werkt natuurlijk niet mee aan de emancipatie van de islamitische homo’s en lesbo’s. Lukke Boots
Bulaaq Amsterdam, 2003 isbn 90 5460 031
Tieman Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier
Judith Schuyf Tiemon Hofman werd op 28 januari 1942 door een Nederlandse rechter veroordeeld op grond van verordening 81/40, die door de Duitse bezetters was geïntroduceerd. Deze verordening verbood alle homoseksuele contacten tussen mannen. Na de oorlog werd zijn veroordeling opgenomen in het Algemeen DocumentatieRegister. Dat betekende dat Hofman zijn hele leven te boek stond als homoseksueel. Dat had weer tot gevolg dat hij geen normale maatschappelijke carrière kon opbouwen. Judith Schuyf kende Hofman persoonlijk, zij kreeg van hem het manuscript van zijn levensbeschrijving met het verzoek dat te publiceren. Een van de problemen hierbij was dat het geschrevene intensief bewerkt moest worden voor het gepubliceerd kon worden. In ieder geval vond Schuyf wel dat Tiemon Hofman een eigen biografie verdiende, omdat hij de enige persoon is die erkend is door de Nederlandse staat als vervolgde in oorlogstijd op grond van homoseksualiteit. Zijn leven viel samen met een periode van ingrijpende veranderingen in de Nederlandse samenleving, ook die op het gebied van homoseksualiteit. Op deze wijze staat Hofman symbool voor de Nederlandse homoseksueel in en na de oorlog, hoewel hij de enige Nederlandse homo was die wegens zijn veroordeling voor homoseksualiteit een ‘oorlogsuitkering’ kreeg. Het bijzondere 10
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
van deze veroordeling was namelijk dat Hofman opgepakt was door de Nederlandse politie en veroordeeld werd door een Nederlandse rechtbank tot een gevangenisstraf in een Nederlandse inrichting op grond van een Duitse verordening. Hofman was de enige, die op grond hiervan een uitkering van de staat ontving. Hij werd dus als oorlogsslachtoffer erkend. Wat Hofman al op jonge leeftijd onderscheidt van andere homo’s uit zijn tijd, is dat hij in alle opzichten uitkwam voor zijn homoseksualiteit . Het grappige is wel dat Hofman, die ook pulpromannetjes voor homo’s schreef, ook een lesbisch pulpboekje op zijn naam heeft staan. Het draagt de titel Het onvermijdelijke en het werd in 1965 gepubliceerd. Ellen, een lesbo uit de betere kringen, krijgt een relatie met buffetjuffrouw Renate. Ze ontmoeten elkaar via een contactadvertentie, hebben vrijwel direct seks en gaan ook meteen samenwonen. Een klein probleempje is wel dat Ellen getrouwd is en dat haar man haar geaardheid aangrijpt om bij hun scheiding al haar bezit op te strijken. Maar gelukkig door toedoen van een goede vriend worden die plannen verijdeld. Maar, o heremetijd, het noodlot slaat weer toe: Renate krijgt maagkanker en sterft. Ellen vindt na een verdrietige tijd het geluk wederom bij een vrouw, een Egyptische schone. (Schuyf, 2003: 108-109) Vraagje: kent iemand van de lezeressen dit pulpromannetje? Het zou heel bijzonder zijn als het Lesbisch Archief Nijmegen daar de hand op zou kunnen leggen. Schuyf, voor wie het nog niet wist een lesbische dame, schrijft duidelijk en onderhoudend. Niet alleen is Hofman een soort ‘beroepshomo’, ook de maatschappelijke omstandigheden, waar de oorlogsjaren natuurlijk een aanzienlijk en indrukwekkend deel van uit maken, zijn lezenswaard. Schorer Boeken Amsterdam, 2003 Lukke Boots isbn 90 73 741 12 4
Islam en homoseksualiteit Omar Nahas Nog een een publicatie over de islam en homoseksualiteit. Dit boekje is bedoeld voor moslims: homo’s en hetero’s. Voor niet-islamieten, die iets meer willen begrijpen van de houding van islamieten ten opzichte van homoseksualiteit is het minder geschikt. Dan kun je beter het boek van Van Bommel lezen, dat hierboven is besproken. Doel van het boekje is een zekere emancipatie van homo’s binnen het islamitisch gedachtegoed. ‘Dit betekent op een islamitisch verdedigbare wijze moslims te bevrijden van vooroordelen […] die een rationele, begripvolle omgang met homoseksualiteit in de weg staan.’ (p. 21) Aanknopingspunten voor een groter tolerantie ten opzichte van homo’s probeert de auteur te vinden binnen de koran en islamitische exegetische geschriften. Juist deze redeneerwijze van Nahas is voor ‘lichtzinnige’ westerlingen niet makkelijk te volgen. Zo geldt binnen de Koran ‘het verhaal van het volk van Loet’ als afwijzing van homoseksualiteit. Dit
verhaal vertoont grote overeenkomsten met het bijbelse verhaal over de ondergang van Sodom en Gomorra (wellicht geldt voor dit bijbelverhaal eenzelfde uitleg als Nahas geeft m.b.t. het volk van Loet, LB). Nahas ontrafelt het verhaal opnieuw en concludeert dat hierin niet homoseksualiteit wordt afgewezen, maar machtsmisbruik en seksuele losbandigheid. Ook aan de hand van exegetische geschriften (dwz: niet de koran, maar uitleg over de koran) gaat Nahas in op opvattingen over homoseksualiteit en concludeert ook hier dat homoseksualiteit an sich niet verboden is. Terecht merkt de schrijver aan het eind van het boek op dat westerse hulpverlening niet is toegerust om islamitische homo’s en hun familieleden bij te staan. In dit geval probeert dit boekje toch een brug te slaan tussen steile imams en al te makkelijke en lichtzinnige westerlingen. Een aantal homoseksuele moslims breekt min of meer noodgedwongen met hun familie, zoals bleek uit het boek Mijn geloof en mijn geluk, dat geschreven werd door twee moslim
journalisten (gerecenseerd in Op de Boekenplank 13). Dit boek van Nahas wil eigenlijk zulke drama’s voorkomen, maar ik ben bang dat de schrijver daar niet in zal slagen. Lukke Boots Een andere visie op dit boek geeft Iman, een Iraanse, islamitische en homoseksuele asielzoeker: Ik vind dat het boek duidelijk geschreven is. Eigenlijk behandelt het boek de heilige koran en seksualiteit, maar het gaat niet over de relatie tussen homoseksualiteit en de strafbaarstelling daarvan. Wel is het zo dat de term ‘homoseksualiteit’ in de koran niet voor komt, maar het verhaal van het volk van Loet bewijst dat de koran wel degelijk homoseksualiteit afwijst. Ik ben zelf een gelovig moslim, ik vast tijdens de ramadan, maar ik vind dat het geloof een persoonlijke zaak is. Ik vind dat je mensen geen geloofsregels mag opleggen. uitgeverij Bulaaq / Yoesuf Amsterdam, 2001 isbn 90 5460 072
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
11
Leven in de marge Vincent Leven in de marge werd in eigen beheer uitgegeven. Het is een verhaal over Ayslay, een jonge Turkse vrouw, die ‘in de marge leeft’, in een wel heel kleine marge weliswaar. Zij groeit op binnen een redelijk modern Turks gezin en heeft daarom aardig wat vrijheden in vergelijking met strikt islamitisch gelovigen. Ayslay ontdekt haar lesbische identiteit en krijgt een relatie met een medestudente op de universiteit. Aangezien het echter onmogelijk is om binnen de Turkse gemeenschap openlijk voor hun relatie uit te komen, besluiten de dames naar Nederland te emigreren. Zij hopen in een vrij land hun relatie verder vorm te kunnen gaan geven. Ayslay reist naar Amsterdam en trekt in bij een oom en tante die al jaren in deze stad wonen. Haar vriendin zal later volgen. In Nederland wordt Ayslay echter geconfronteerd met een bittere realiteit, namelijk die van een leven in de illegaliteit. Nederland werd rooskleuriger afgeschilderd door haar familie dan het in werkelijkheid is. Bovendien deelt haar vriendin haar doodleuk mee dat ze een nieuwe liefde heeft gevonden in Turkije. Dan moet Ayslay ook deze teleurstelling verwerken en een plaats zien te geven in haar leven. Het verhaal toont de worsteling van Ayslay om in Nederland een plek te verwerven voor zichzelf. Een gevecht om te overleven binnen de illegaliteit. Het laat zien wat het betekent om in een rijk land te leven en geen gebruik te kunnen maken van de rechten die je er hebt als staatsburger, omdat je illegaal in dat land verblijft. En dus geeft het een beeld van de wanhoop van vluchtelingen, van de eenzame weg die illegalen gaan in ons land. Centraal staat daarbij in dit verhaal steeds dat Ayslay is gevlucht vanwege haar lesbische geaardheid.
Uitgeverij Koopman & Kraaijenbrink Publishing Delft, 2003 isbn 90 75675 17 8
De thema’s van dit boek – ‘leven in de illegaliteit’ en ‘homoseksualiteit binnen de islamitische cultuur’ – zijn boeiend. De geschiedenis van Ayslay is in en in triest en kent een dramatisch einde. Toch komt het verhaal niet echt bij de lezer binnen. Het leeft niet echt. Waarschijnlijk komt dit omdat de auteur er steeds naar neigt de lezer feiten mee te delen in plaats van deze feiten in een verhaal in te kleden. Zo benoemt de schrijver wel dat het leven als lesbische vrouw in een islamitisch land zeer moeizaam is. Hij laat de lezer echter niet beleven welke beperkingen Aylay nu precies in haar leven tegenkwam en hoe die ertoe leidden dat zij zich gedwongen voelde om naar Nederland te emigreren. Door deze schrijfstijl krijg je als lezer het gevoel dat je een afstandelijke toeschouwer blijft. Het verhaal raakt niet echt terwijl je tegelijkertijd beseft dat het leven van Ayslay gruwelijk moet zijn geweest. Een vreemde gewaarwording. Vincent, de schrijver van dit boek, geeft zelf al jarenlang Nederlandse les aan allochtonen in Nederland en voorheen ook aan illegalen. Zijn ervaringen met allochtonen en in het bijzonder met illegalen zullen het uitgangspunt hebben gevormd voor het schrijven van dit boek. De auteur heeft zijn eigen voornaam gebruikt als auteursnaam, maar hij heeft er – gezien zijn functie als docent – voor gekozen niet zijn achternaam bekend te maken. Het is wel een bijzonder boek, maar de schrijfstijl werkt niet helemaal mee. Dit is eigenlijk meer een boek dat je wilt lezen, omdat je een glimp wilt opvangen van een leven in de illegaliteit. Of omdat je iets meer wilt weten over hoe het kan zijn om als homoseksueel binnen een islamitische cultuur te leven. In die zin is het een uitermate pakkend boek. Linda Bouten
Doolhof Sallie Bissell
Uitgeverij Lijtingh-Sijthoff Amsterdam, 2002 isbn 90 245 3868 8
De hoofdpersoon uit Bissells vorige boek Woud van de dood, Mary Crow, gaat terug naar de wilde natuur van haar jeugd om haar oude vriendin, Irene Hannah, te redden. Maar dan wordt Mary plotseling geconfronteerd met haar eigen angsten en haar verleden. Er zijn plaatsen waar een mens nauwelijks durft te komen. De flapteksten suggereren een spannender en diepgaander verhaal dan Bissell heeft kunnen waarmaken. Lukke Boots 12
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
Advertentie
GOEDE VOORNEMENS !? VRIJWILLIGERSWERK BIJ VILLA LILA! We hebben vacatures voor: - Barmedewerkers en Beheermedewerkers (techniek, receptie, schoonmaak) - 4 medewerkers voor de werkgroep Programmering (feesten, lezingen etc.) - minstens 2 Algemeen Bestuursleden, onder andere een schrandere voorzitter. Voor deze functie is een profielschets op te vragen bij de huidige voorzitter Steef Mertens (024-3233732, [email protected]). Wij bieden: opleiding, onkostenvergoeding, verzekeringen, aangename werksfeer, werkervaring. Wij zoeken: prettige persoonlijkheid, tussen de 19 en 91 jaar oud. Vraag voor meer informatie de folder aan of bel met de bedrijfsleider: Helm de Laat, 024-3233732 (maan- t/m vrijdag tussen 13-16 uur). E-mail: [email protected]. Adres: In de Betouwstraat 9, 6511 GA Nijmegen.
Samenspel/Consonance Brit de Jong Een van de interessante dingen van Romaanse talen is dat de grammatica, de loop der woorden, er prettig anders is dan bij de Germaanse talen. Woorden krijgen een andere plaats in de zin en daarmee soms een ander gewicht. Met name bij poëzie is dat een prettige eigenschap. Waar je in onze taal toch vaak (en vooral bij Sinterklaasgedichten) aan het einde van de regel - waar het rijm of de betekenisgeving het sterkst is - zit opgescheept met een werkwoord en dan ook nog vervoegd, kun je in het Frans of in dit geval Italiaans veel vaker eindigen met een zelfstandig naamwoord. Een woord dat vanuit zijn aard
vaak meer betekenissen heeft, en waarbij het prettig is dat juist die specifieke betekenis naresoneert. ‘Zullen we samen een zonnehuis bouwen?’ wordt ‘Construiremo insieme una casa solare?’ Deze overwegingen kwamen in mij op bij het lezen van de bundel van Brit de Jong, waarin zij gedichten opvoert, links op de pagina in het Italiaans en rechts in het Nederlands. De Italiaanse gedichten nodigden minder uit om precies gelezen te worden. Maar ze zorgen wel voor een heel goede couleur locale. Sommige teksten spelen nadrukkelijk in het mediterrane land en het benoemen van de woorden die daar gebezigd worden, geven dan wel mooi sfeer aan de bundel. De bundel is opmerkzaam op de kleine dingen van het leven,
Greber Uitgever & Distributeur Amsterdam, 2002 isbn 90 5592 504 7
beschrijft die vaak in relatie met portretten van oudere vrouwen, raakt soms aan de vrouwenliefde en bevat zelfs een strijdlied voor de Wouw-Vrouwen, waar Brit lid van is. Het gedicht over het verdrag van Schengen en een boot verdronken Kosovaren grijpt aan, maar wijst ons weinig fijnzinnig op de waarheid van het Europa van nu. Maar daarnaast zien we hoe ze met een plezier dat levensvreugde genoemd kan worden of misschien zelfs levenswijsheid, een fruitmand schikt of een artisjokbloem ontleedt, terwijl de fluitketel zingt en een gele theeroos schitterend bloeit in de vensterbank van een appartement in Rome. Carin Hereijgers
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
13
en het groteske Annie van den Oever Dit boek is niet zomaar een boek, maar een kloek proefschrift: een academische proeve van wetenschappelijke bekwaamheid. Daaruit kun je direct opmaken dat dit boek vrijwel alleen geschikt is voor de ‘intellectuella’s’ onder onze lezeressen. En je moet belangstelling hebben voor literatuurwetenschap en theoretische literaire theorie. Het begrip ‘grotesk’ betekent zoiets als grillig, lachwekkend en zonderling, ook en vooral als tegengesteld aan de gevestigde literaire normen. Fritzi Harmsen van Beek was in de jaren zestig van de vorige eeuw een cultfiguur in de literatuurscene, mede door de vermeende beruchte, losbandige feesten in haar villa Jagtlust in Blaricum (dus het was niet waar?, LB). De roman Alle dagen feest uit 1955 van haar ex-echtgenoot Remco Campert droeg het nodige bij aan dat imago. De grote aandacht in die jaren voor het persoonlijke leven van ‘Fritzi’, had volgens Van den Oever ook te maken met de interpretatieproblemen die haar werk opriep. Ondanks de schijnbaar eenvoudige spreektaal waarvan Harmsen ten Beek zich bedient, onttrok het werk zich aan de gangbare interpretatiemethodes van de critici. Van den Oever: ‘Er was heel veel onduidelijkheid over haar werk.’ In het Lesbisch Archief Nijmegen heeft Van Harmsen van Beek maar beperkte bekendheid. Zij zou ooit de (of een) vriendin geweest zijn van Charlotte Mutsaerts. De dames zouden niet alleen het bed gedeeld hebben, maar ook dezelfde schrijfstijl en interesse in het kleine, zo je wilt ‘het groteske’. Oordeel zelf of bijvoorbeeld Paardenjam van Mutsaerts erg veel (of zo veel dat het
verdacht is) lijkt op Neerbraak (1968) of Wat knaagt? (1969) van Harmsen van Beek. Deze kwestie - plagiaat of niet - was eind jaren tachtig toch een behoorlijke rel in literair Nederland. Gedichten van Harmsen van Beek verschenen mondjesmaat, een paar titels: Geachte Muizenpoot en andere gedichten (1965); Kus of ik schrijf (1975); korte prozastukjes verschenen in de bundels: Wat knaagt? en Neerbraak. Van den Oever besluit haar zeer geleerde proefschrift met een gedichtje uit 1992: reiziger, indien u ooit een krekel hoort die help roept: dat ben ik F. Harmsen van Beek.
Lukke Boots
Met dank aan Saartje Schwachofer van de Bezige Bij, Harry Perton en Job van Schaik, van wier aantekeningen op internet ik ook gebruik gemaakt heb. Annie van den Oever debuteerde in 1983 met de verhalenbundel Dame in Broekpak, waarvoor zij de prijs Het Gouden Ezelsoor ontving. uitgeverij De Bezige Bij Amsterdam, 2003 isbn 90 234 1272 9
Het beste lesbische boek uit 2003? Wij zijn benieuwd welk boek jullie in 2003 het beste vonden!
Strikt van Minke Douwesz of Vingervlug van Sarah Waters of nog een ander?
Laat het ons weten per e-mail of per briefje. De uitslag komt op de website.
14
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
Gezamenlijke
Nieuwjaarsreceptie van
Villa Lila, COC en het Lesbisch Archief op zondag 11 januari 2004 vanaf 15 uur in Villa Lila
Vooraankondiging: Chawwa Wijnberg Chawwa Wijnberg komt naar Nijmegen! Op 17 of 24 maart 2004, dat is nog niet bekend. Deze Middelburgse stadsdichteres uit de school van Elly de Waard, eveneens lesbisch, en ook joods, heeft toegezegd Nijmegen aan te willen doen tijdens de multiculturele homo-lesbo weken in Villa Lila. Nadere berichtgeving volgt; houd de website in de gaten. Of bel tzt voor meer informatie.
Nachtschade Karin Slaughter Nachtschade maakt, zo schrijft de uitgever op de achterkant van het boek, deel uit van een trilogie. Het tweede deel is dit jaar uitgekomen onder de titel: Zoenoffer (zie voor de recensie hiervan op pagina 9) en deel 3 komt dit najaar in Amerika uit: A Faint Cold Fear (deel 1 en 2: Blindsighted, Kisscut). Hoofdpersoon is Sara Linton: kinderarts en gemeentelijke lijkschouwer in het dorpje Grant County in Georgia. Op een kwade dag wordt Sara in het plaatselijke eetcafé geconfronteerd met een gruwelijk toegetakelde vrouw, die ligt dood te bloeden op het toilet. Het is de blinde, lesbische lerares, Sibyl Adams. Sara verleent nog wel eerste hulp, maar kan niet haar niet redden. De dader moet een godsdienstwaanzinnige en ook anderszins gestoorde verkrachter zijn. Sara wordt bij voortduring geconfronteerd met haar ex-man en politiecommissaris, Jeffrey Tolliver, op wie zij nog steeds verliefd is. Maar gaandeweg het verhaal, dat
zich precies in een week afspeelt, wordt het duidelijk dat Sara een vreselijk trauma met zich meedraagt, dat ook verantwoordelijk is geweest voor de verwijdering tussen haar en Jeffrey. Nog een uitermate sterke en doortastende vrouw is politierechercheur Lena Adams, tweelingzus van de vermoorde blinde lesbo. Opmerkelijk in dit boek is de beschrijving van de gruweldaden, die uiterst precies is en geen enkel bloederig detail achterwege laat. Voor een vrouwelijke schrijver is dat, volgens mij, redelijk uniek. Aan de andere kant, in de 19e eeuw schreef Mary Shelley Frankenstein, zo’n beetje het eerste horrorboek (gothic novel). Qua psychologische spanning lijkt het boek wat op die van Nicci French (en zo wordt het ook aangeprezen). De vrouwenfiguren zijn vrijwel zonder uitzondering zo sterk, wijs en onafhankelijk dat je niet snapt waarom ze nog een man zoeken: ze zouden samen stukken beter af zijn. Zeker als je weet (en dat weet je vanaf het begin, dus hiermee ver-
klap ik niets van de spanning) dat de verkrachter een man is. De vrouwen - en eerlijk is eerlijk ook Jeffrey - zijn zo hyperactief bezig met hun werk en privé dat slapen en eten erbij inschieten. Joggen en drinken willen nog net lukken. De figuren bezitten bovenmenselijke eigenschappen, waar de gewone lezer alleen maar van kan dromen. Ik ben benieuwd naar de andere delen van Karin Slaughter, wier naam wel passend is voor de horrorachtige beschrijvingen van de misdaden (nomen est omen). Voor wie meer wil weten: www.karinslaughter.com . Een redelijk spannend boek voor wie niet al te zwakke zenuwen heeft. De eerlijkheid gebiedt me echter te zeggen dat ik minstens één thrillerspecialiste ken die het boek niet om door te komen vond, en nog eens eerlijk gezegd: ik ben geen spannend-boekdeskundige; dit is de laatste keer dat ik dat zeg. Lukke Boots
Cargo Amsterdam, 2002 isbn 90 234 1153 6
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen
15
Aanwinstenlijst Romans: Sallie Bissell, Doolhof, Uitgeverij Lijtingh-Sijthoff, Amsterdam, 2002, isbn 90 245 3868 8 Ben Elton, Hartstikke beroemd, Bzztôh, Amsterdam, 2003, isbn 90 453 0012 5 Hallgrimur Helgason, 101 Reykjavik, Meulenhoff, Amsterdam, 2002, isbn 90 290 6957 0 Val McDermid, De verre echo, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2003, isbn 90 245 4943 4 Karin Slaughter, Zoenoffer, Cargo, Amsterdam 2003, isbn 90 234 1052 1 Karin Slaughter, Nachtschade, Cargo, Amsterdam, 2002, isbn 90 234 1153 6 Theorie: Adviescommissie homo-/lesbisch beleid Nijmegen, Jaarverslag 2002, Werkplan 2003, Nijmegen, 2003 Thijs Bartels, Dansen op het homomonument, Schorer Boeken, Amsterdam 2003, isbn 90 733 4117 5 Connie, Berkeljon, Implementatieplan. Voortgezet Onderwijs en homoseksualiteit, GGD Regio Nijmegen, Nijmegen, 2003 Abdulwahid van Bommel, Islam, liefde en seksualiteit, Bulaaq, Amsterdam, 2003, isbn 90 546 0031 4 Hanneke de Graaf et al., Beter voor de klas beter voor de school. Werkbeleving en gezondheid van homo- en biseksuele mannen en vrouwen in het onderwijs, RutgersNissoGroep, Dordrecht [2003] Joke J. Hermsen, Heimwee naar de mens. Essays over kunst, literatuur en filosofie, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2003, isbn 90 295 1553 8 Jan Janssens et al, ‘Het gaat om de sport’ Een onderzoek naar de sportdeelname van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, W.J.H. Mulier Instituut, Den Bosch, 2003, isbn 90 77072 41 1 Annie van den Oever - en het groteske’, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2003, isbn 90 234 1272 9 Omar Nahas, Islam en homoseksualiteit, Bulaaq, Amsterdam, 2001, isbn 90 546 007 2 (Auto)biografieën: Désirée, Moeder!, Gopher Publishers / Vrouwenweekblad Mijn Geheim, Groningen, 2003, isbn 90 5179 088 0 Judith Schuyf, Levenslang. Tiemon Hofman, vervolgd homoseksueel en avonturier, Schorer Boeken, Amsterdam, 2003, isbn 90 737 4112 4 Vincent, Leven in de Marge, Uitgeverij Koopman & Kraaijenbrink Publishing, Delft, 2003, isbn 90 75675 17 8 Poëzie: Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze (ed.), Seks, de daad in 69 gedichten, Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003, isbn 90 76927 05 7 Brit de Jong , Samenspel/Consonance, Greber Uitgever & Distributeur, Amsterdam,[2002], isbn 90 559 2504 7 Films: (worden uitgeleend!) If These Walls Could Talk 2, 2000, met o.a. Venessa Redgrave, Sharon Stone en Ellen DeGeneres (VHS) If These Walls Could Talk 2, 2000, met o.a. Venessa Redgrave, Sharon Stone en Ellen DeGeneres (DVD) The Girl, Sande Zeig, verhaal en scenario van Monique Wittig, 2000, met Claire Keim en Agathe de la Boulaye (VHS) 8 Femmes, François Ozon, 2002, met o.a. Catherine Deneuve en Isabelle Huppert (VHS) Mulholland Drive, David Lynch, 2002, met Naomi Watts en Laura Harring (VHS) Lost and Delirious, Léa Pool, 2001, met Piper Perabo, Jessica Paré (VHS) Silkwood, Mike Nichols, 1983, met Meryl Streep en Cher (VHS) Sister, My Sister, Nancy Meckler, 1994, met Julie Walters en Joely Richardson (VHS) Claire Of The Moon, Nicole Conn, 1992, met Trisha Todd en Karen Trumbo (VHS) When Night Is Falling, Patricia Rozema, 1995, met Pascale Bussières en Rachael Crawford (VHS) Desert Hearts, Donna Deitch, 1985, met Helen Shaver en Patricia Charbonneau (DVD) Things You Can Tell Just By Looking At Her, Rodrigo Garcia, 1999, met Glenn Close, Cameron Diaz, Holly Hunter (VHS
16
Op de Boekenplank - nummer 15 - december 2003 - Lesbisch Archief Nijmegen