NIEUWSBRIEF van het
OYUGIS INTEGRATED PROJECT van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, Tilburg, (Brothers of Our Lady, Mother of Mercy, CMM) ISSN 1567-7656 Redactie: Wilhelminakade 10, 5688 EK Oirschot, Nederland, tel.: 0499-571174 E-mail:
[email protected] nr. 186
juli 2012 Van de redactie Frater Leo van de Weijer, coördinator van het Oyugis Integrated Project, is momenteel in Nederland. Hij gebruikt zijn vakantieperiode om ook wat medische handelingen te ondergaan. In de volgende nieuwsbrief wellicht meer daarover. Zijn werk in het OIP wordt tijdens zijn verlof overgenomen door fr. Vincent Odhiambo. In deze nieuwsbrief kunnen we u weer een diversiteit aan informatie aanbieden. We hopen dat het een goed beeld geeft van het werk dat in Kenia gebeurt.
Inzet loont Esther Adhiambo is nu 33 jaar oud en seropositief. Ze was al jong getrouwd met een man die al een eerste vrouw had. Haar man en de andere vrouw overleden aan aids-gerelateerde ziektes in de tweede helft van de jaren ’90 en lieten haar achter met de last van het aids-stigma en de zorg voor vier kinderen. Esther had nooit behoorlijk onderwijs gevolgd: na een paar jaar lagere school was haar schoolloopbaan gestopt omdat er thuis geen geld was. Een basis voor verdere studie of opleiding ontbrak daardoor. Ondanks de dood van haar man en van de andere vrouw had ze er nooit bij stil gestaan dat ze misschien besmet zou zijn met hiv, tot de jonge Esther in 1999, amper 20 jaar oud, ziek werd. Haar gezondheid ging hard achteruit en met een grote diversiteit van medicijnen en pijnstillers werd getracht haar op de been te houden. Omdat Esther erg zwak en fragiel was en niet in staat was arbeid te verrichten, sloegen de leden van de Kodera clustergroep de handen in elkaar en toonden hun ware karakter: Esther stond er niet alleen voor, zij en haar kinderen kregen de zorg die ze nodig hadden. In 2001 kreeg ze van het OIP, in samenwerking met Heifer Project International, een paar ossen en een ploeg. Daardoor kon haar land en dat van de buurtgenoten beter bewerkt worden. Bovendien beschikte ze nu over gratis mest. De opbrengst van haar stukje land verbeterde zienderogen. Ze oogstte meteen al vijf zakken maïs. Esther steeg in aanzien en de contacten met haar buurtgenoten verliepen soepeler. Men had respect voor haar.
Esther wist goed met haar winsten om te gaan. Ze investeerde meer tijd en energie in haar stukje grond, waardoor de oogst nog groter werd. Bovendien verdiende ze geld door haar span ossen en de ploeg te verhuren aan mensen in de buurt. Toen ze Ksh 30.000 bij elkaar gespaard had, liet ze een huisje bouwen met een aparte kamer voor haar kinderen. Een droom was werkelijkheid geworden. Een volgende stap was de aanschaf van een melkkoe die haar twee kalveren zou geven. Dank zij haar inzicht en inzet werd zij in staat gesteld workshops en cursussen te volgen en is ze tenslotte opgeleid om zelf de mensen in haar omgeving te instrueren op het gebied van landbouw en veeteelt. Zij doet dit met passie. Door haar inzet en haar kennis en vaardigheden op het gebied van landbouw en veeteelt is de levensstandaard van haar én haar omgeving flink verbeterd. Boaz Lok, Landbouw afdeling OIP.
O.I.P.-Nieuwsbrief
nr. 186 / juli 2012
2
Leiderschap FRATER LEO VAN DE W EIJER, DE COÖRDINATOR VAN HET OIP, IS MOMENTEEL IN NEDERLAND VOOR EEN MEDISCHE CHECK-UP EN VAKANTIE. ZIJN TAAK BINNEN HET OIP WORDT WAARGENOMEN DOOR FR. VINCENT ODHIAMBO, PENNINGMEESTER EN JEUGDWERKER VAN HET PROJECT. HIJ WORDT DAARBIJ BIJGESTAAN DOOR FR. JOHN KARUNGAI. ALS HOOFD VAN DE FACILITAIRE DIENST EN ‘TWEEDE MAN’ VAN HET OIP KRIJGT FR. VINCENT OOK REGELMATIG ONDERRICHT OM EEN LEIDENDE TAAK TE VERVULLEN. HIJ DOET VERSLAG VAN EEN MANAGEMENTTRAINING DIE HIJ VOLGDE IN NAIROBI:
De voortgezette (niveau 2) leiderschapstraining van ‘Accomplishment of Great Vision’ werd gehouden in het Portioncula Franciscan Family Centre in Nairobi. We waren met veertien deelnemers: vijf priesters van het Diocees Muranga, vier zusters, een frater en vier leken. Tijdens deze workshop van vier dagen lag de nadruk op strategisch plannen, controleren/evalueren en netwerktechnieken: het aangaan, onderhouden en gebruik maken van relaties om doelen te bereiken.
We werden onderricht door docenten van de Catholic University of East Africa, van het Tangaza College en enkele docenten van de organiserende instantie. We leerden een strategisch plan op te zetten voor een organisatie of een project. Vooral het uitwisselen van ervaringen in groepjes was intensief. We moesten daar onze eigen strategische plannen en evaluatierapporten naar voren brengen en laten becommentariëren. In deze vier dagen tijd heb ik veel geleerd over het leiden van een project en hoe je processen in de gaten houdt en evaluaties van een project kunt opzetten. Het was een workshop van niveau, waar we veel geleerd hebben over het management van een project. fr. Vincent Odhiambo, Facilitaire Dienst OIP.
Triple-O ‘TRIPLE-O’ (3XO) IS EEN AFKORTING VOOR ‘ORGANIZATION FOR ORPHANS IN OYUGIS’. ‘TRIPLE-O’ BESTAAT UIT VIER NEDERLANDSE ECHTPAREN DIE REGELMATIG NAAR KENIA GAAN OM HET WERK AAN TE STUREN EN TE CONTROLEREN. RODAH AKINYI, DE MAATSCHAPPELIJK WERKSTER DIE DE STICHTING IN DIENST HEEFT DOET HET EIGENLIJKE WERK. ZE HOUDT KANTOOR OP DE COMPOUND VAN HET OIP, WAARMEE EEN GOEDE SAMENWERKING BESTAAT. RODAH KIJKT WAAR DE NODEN ZIJN, NEEMT BESLISSINGEN EN ZORGT VOOR DE NAZORG BIJ DE GEZINNEN DIE GESTEUND WORDEN. IN ‘OIP NEWSLETTER NR. 256’ DOET ZE VERSLAG:
Twee kinderen zitten op een speciale school, vier kinderen rondden vorig schooljaar de middelbare school af, vier kinderen volgen praktijkonderwijs, negentien zitten op de middelbare school en 76 kinderen volgen het primair onderwijs.
Het is bijna vier jaar geleden dat ‘Triple-O’ begon met het steunen van weeskinderen in Oyugis en omgeving. Op dit moment steunt Triple-O 106 kinderen van 25 verschillende gezinnen. Van de 25 gezinnen zijn er 15 waar de grootouders de plaats van de overleden ouders hebben ingenomen, 5 gezinnen zijn geadopteerd door mensen in hun omgeving en in 5 gezinnen voeren de kinderen zelf de huishouding. Van de 106 kinderen hebben we 1 gehandicapt kind, dat is opgenomen in een gezin in de buurt.
Triple-O heeft al veel voor deze kinderen kunnen doen. We noemen hier het bouwen van latrines en badcellen (zie foto), het plaatsen van watertanks om regenwater op te vangen, verlichting op zonne-energie zodat er ’s avonds gestudeerd kan worden, en waterfilters om over zuiver drinkwater te kunnen beschikken. Wanneer huisjes in slechte staat verkeren worden ze gerenoveerd en als er geen huisvesting is, worden de kinderen geholpen om een nieuw huisje te bouwen. Voor de grootouders en de andere adoptieouders wordt er twee keer per jaar een workshop georganiseerd. Op het kantoor zijn ontwormingsmedicijnen te verkrijgen en voor de meisjes maandverband. Triple-O levert een substantiële verbetering van het leven van veel weeskinderen die hun toekomst somber inzagen. Nu weten deze
O.I.P.-Nieuwsbrief
nr. 186 / juli 2012
3
kinderen weer wat geluk is en ze zijn degenen die dit mogelijk maken erg dankbaar. In februari is een Nederlandse cameraman op bezoek geweest om een getrouw beeld te geven van de activiteiten van Triple-O en de
omstandigheden waarin deze kinderen verkeren. Het televisieprogramma EO Metterdaad zal aandacht schenken aan het project.(*) Rodah Akinyi, maatschappelijk werkster Triple-O. (info Triple-O: www.4triple-o.nl) (*) Wanneer de uitzenddatum bekend is, zullen we dit melden op onze website www.oipnederland.nl
Samenwerken Mijn werk als stagiaire in het OIP is me goed bevallen. De stafleden zijn vriendelijk en staan open voor nieuwelingen. Bovendien komt de hele omgeving uitnodigend over. Ik houd van dit project dat zich sterk maakt voor de armen en de minder gefortuneerden in de samenleving en hen helpt om de eindjes aan elkaar te knopen. Het is goed om de armen te bemoedigen en hen te leren om onafhankelijk van anderen te kunnen functioneren. In de tijd dat ik in het OIP werkzaam was heb ik het project van binnen en van buiten leren kennen
dank zij mijn begeleider Boniface, een van de maatschappelijk werkers. Op zijn eigen toegewijde manier nam hij de tijd om me te helpen de praktijk te koppelen aan mijn theoretische kennis. Hij introduceerde me bij diverse groepen in de samenleving, waar ik veel leerde over hun gebruiken. Ik ben heel blij met de informatie die ik kreeg van de cliënten die door de afdeling Maatschappelijk Werk geholpen worden. Zij waren over het algemeen heel open in hun gevoelens. Het OIP voelt voor hen vaak als een vader en moeder tegelijk. Zij zouden het allemaal heel triest vinden als het project ooit zou ophouden te bestaan. Het is mooi om te zien hoe de stafleden zich op een betrokken manier inzetten voor hun cliënten en hoe de projectcoördinator omgaat met zijn stafleden. Tijdens de pauze is er altijd tijd voor een grapje. Ik vond het moeilijk om te gaan met de belabberde situaties van de meest arme cliënten, die niet in een groep zijn opgenomen en er alleen voorstaan. Ook zij hebben hulp nodig, maar het project kan hier maar mondjesmaat aan voldoen, omdat het zich richt op het ondersteunen van groepen mensen die elkaar helpen. In je eentje bereik je niets; door samenwerken met elkaar kun je de armoede bestrijden. Dat is wat het OIP stimuleert. Toch zou het goed zijn als er een structurele manier gevonden werd om weeskinderen te helpen die aankloppen voor medische hulp. Kinderen die smachten naar hulp kun je immers niet wegsturen. Pauline Akinyi, stagiaire Maatschappelijk Werk OIP
O.I.P.-Nieuwsbrief
nr. 186 / juli 2012
4
Indrukwekkend Ik wil graag beginnen om mijn dank uit te spreken aan de OIP-coördinator en het managementteam voor de kans die ik gekregen heb om als stagiaire in het project praktijkervaring op te doen. Ik wil graag een paar ervaringen met u delen.
Werken met grootouders Door mijn begeleider Jaskine Ouma Obiero, maatschappelijk werker, werd ik geïntroduceerd bij de zgn. clustergroepen: grootouders die samenwerken om op die manier de armoede te lijf te gaan en om als pleegouders de opvoeding van hun kleinkinderen ter hand te nemen. Ik vond het enerverend dat ik de kans kreeg deze groepen te bezoeken. Ik luisterde naar de manier waarop deze mensen zich weten staande te houden, naar de problemen waar zij tegenaan lopen, en naar de toekomstplannen voor henzelf en hun kleinkinderen. Ik haalde al mijn kennis uit de kast om deze mensen te bemoedigen en te stimuleren om door te gaan om zich gezamenlijk in te zetten voor een betere, onafhankelijke toekomst. Tijdens mijn stageperiode had ik als taak om te helpen bij vijf situaties waarin de huisvesting van de grootouders erg slecht was. Ik ben blij dat ik me heb kunnen inzetten om de renovatie verwezenlijkt te krijgen. Het meest indrukwekkende dat ik tijdens mijn stage heb meegemaakt was het bezoek, samen met Jaskine, aan Nicholas Okinda, een van zijn cliënten. De oude man woont in Godkwach. We troffen hem alleen thuis aan, slapend. Toen ik probeerde hem wakker te maken, was hij niet in
staat zijn ogen te open, er kwam geen geluid uit zijn mond. Ik dacht dat hij overleden was. Ik was geschrokken en stond als aan de grond genageld. Ik riep Jaskine, die nog buiten de hut was gebleven, om te helpen in deze beklemmende situatie. Gelukkig werd de man toen toch wakker en hadden we de gelegenheid met hem te praten. Zijn kinderen hadden de zieke man alleen in zijn hut achtergelaten en waren in geen velden of wegen te bekennen. Misschien waren ze water halen, op zoek naar voedsel…
Tupendane Tupendane is een overkoepeling van clustergroepen van samenwerkende aidspatiënten. Ze worden begeleid door Boniface Mambo, de andere maatschappelijk werker van het OIP. Ik ben in de gelegenheid geweest om alle zes de groepen te bezoeken: Opondo, Live in Hope, Yaw-Pachi, Yadhwelo, Law-Ngimani en Mongro. Al deze clustergroepen hebben gelijksoortige activiteiten zoals het bewerken van het land, het houden van vee, een spaarsysteem binnen de groep en het doen van diverse klusjes om in hun onderhoud te voorzien. Een van hun problemen is het gebruik dat een weduwe ‘eigendom’ wordt van een van de zwagers. Het blijft een strijd en het kost moed en doorzettingsvermogen om als vrouw aan dit gebruik te ontkomen. Het werken met de clustergroepen heeft me heel goed gedaan. Ik heb er veel geleerd. Het versterken en zelfstandig maken van deze groepen moet nog voortdurend ondersteund worden. Er is nog een lange weg te gaan, maar regelmatig zijn er resultaten zichtbaar. Hartelijk dank aan alle stafleden van het OIP voor de liefde die ik ervaren heb tijdens mijn stage in dit project. Addah Achieng, stagiaire Maatschappelijk Werk OIP
Personen Ladislaus Ombija, de oude mzee die sinds 2003 in het naaiatelier heeft gewerkt, is gestopt met werken. Hij kan nu genieten van een welverdiende rust. Hij is opgevolgd door zuster Edel Mary Quinn. Maslianus Owino, die jarenlang werkzaam was bij de Landbouwafdeling, is overleden. Hij kon geen controle krijgen over zijn drankprobleem,
waardoor ook de situatie voor zijn vrouw en kinderen onhoudbaar werd. Hij had het OIP al verlaten en was teruggekeerd naar zijn geboortegrond, waar hij is overleden. Frater Joseph Oremo, maatschappelijk werker, is door zijn overheid overgeplaatst. Hij is vervangen door Elias Osiemo.
O.I.P.-Nieuwsbrief
nr. 186 / juli 2012
5
Ingezonden ONDERSTAANDE BIJDRAGE IS VAN EEN BETROKKEN LEZER DIE DIT ARTIKEL SCHREEF VOOR HET CONTACTORGAAN VAN DE KBOAFDELING (KATHOLIEKE BOND VAN OUDEREN) WAARVAN HIJ BESTUURSLID IS. HIJ PLEIT VOOR EEN EFFICIËNTERE BESTEDING VAN ONTWIKKELINGSGELDEN EN HET BELANG VAN HET STEUNEN VAN LOKALE PROJECTEN. OOK OP DEZE MANIER – AANDACHT SCHENKEN VOOR HET OIP IN JE EIGEN OMGEVING – KAN HET PROJECT GESTEUND WORDEN. DE PUBLICATIE HEEFT AL POSITIEVE REACTIES OPGELEVERD.
Ontwikkelingshulp dient verstrekt te worden
efficiënter
Dit blad is geenszins een podium om politieke standpunten te verkondigen. Het volgende verhaal is dan ook niet politiek gekleurd. Het probeert alleen te vertellen hoe we zelf onze (kleine) bijdrage kunnen leveren aan het lenigen van noden elders. Hoe de overheidsgelden op dit terrein toegekend worden, laten we aan de politiek over, die via de gekozen volksvertegenwoordiging bepaalt welke eisen er aan de ontvangers van deze gelden gesteld worden. De broer van mijn zwager was frater in een van de armste delen van Kenia. Eén van de dingen waar hij steeds op hamerde was dat het ontwikkelingsgeld dat veel westerse landen gul aan ontwikkelingslanden schenken, niet efficiënt terecht komt. Veel van die gelden belanden op de rekeningen van een paar machthebbers bij Zwitserse banken. Corruptie en het bevorderen van niet-effectieve projecten, waaraan niet de gewone man, maar de welgestelden profiteren en misschien wel het ergste, de steeds grotere afhankelijkheid van overheden, die ontwikkelingshulp gaan beschouwen als een vanzelfsprekendheid. In plaats van te gaan bouwen aan hun eigen economie en opleiding van de bevolking, gaan de overheden in de ontwikkelingslanden deze hulp steeds meer zien als een plicht van de westerse wereld, waarmee het koloniaal verleden goed gemaakt moet worden. Op zich is dat standpunt begrijpelijk, maar deze afhankelijkheid resulteert in steeds lagere productiviteit en ook armoede. Enkele tijd geleden publiceerde een jonge Afrikaanse uit Zambia, Dambisa Moya, een boek, waarin zij het falen van de ontwikkelingshulp aan de kaak stelt. Deze vrouw heeft een aantal jaren in de Verenigde Staten en Europa gestudeerd en gewerkt en wijdt zich nu geheel aan hulpprogramma’s, die veel effectiever zijn en de lokale bevolking aanzetten om zelf de handen uit de mouwen te steken. Ik haal hierbij één paragraaf uit het boek aan: “De opvatting, dat ontwikkelingshulp een bijdrage levert om
systematische armoede te bestrijden is een mythe. Miljoenen Afrikanen zijn vandaag veel armer en miserabeler dan toen ontwikkelingshulp begon. Ontwikkelingshulp is en blijkt steeds vaker een groot politiek, economisch en menselijk drama te zijn voor een groot deel van de wereld, die deze hulp ontvangt”. Er zijn in Europa ook politici, die ervan overtuigd zijn, dat die miljarden euro’s niet het gewenste resultaat opleveren. Het bijzondere van dit boek is, dat het geschreven is door een Afrikaanse, die voor haar eigen mensen een veel effectievere aanpak voor staat, waarbij zij zelf op haar manier het voortouw neemt. Zij stelt, dat steun van overheden aan regeringen van ontwikkelingslanden, veelal weggegooid geld is. Als men wil helpen, moet dat in de vorm van kleinschalige giften of leningen aan liefst particuliere personen en instellingen. Een uitzondering maakt zij voor steun na eenmalige natuurrampen, zoals tsunami’s en aardbevingen. Ook stelt zij, dat ontwikkelingslanden veel meer gebaat zijn met onze kennis dan met ons geld. Ook hier speelde de verwante frater in Kenia een voortrekkersrol. Hij en nog een paar medebroeders uit Nederland en België leiden lokale mensen op om zelf werkzaamheden te verrichten, zoals lesgeven, AIDS-patiënten verzorgen en in poliklinieken veel voorkomende kwalen behandelen. Eén van de projecten waaraan ikzelf maandelijks een klein bedrag overmaak, is zijn schoolfonds, waardoor veel AIDS-wezen in die omgeving dagelijks les kunnen krijgen, schoolmateriaal, zoals pennen, papier en dat soort eenvoudige zaken ter beschikking krijgen en bovendien dagelijks een maaltijd op school kunnen nuttigen. En dat alles voor € 5 per maand per leerling. De bestedingen van dat fonds worden door mensen hier in Nederland nauwlettend in de gaten gehouden. Door hieraan bij te dragen heb ik werkelijk het gevoel iets aan ontwikkelingshulp te doen. U kunt meer over het project van mijn familielid lezen op www.oip-nederland.nl Jan ter Ellen, bestuurslid KBO afdeling Haarlem
O.I.P.-Nieuwsbrief
6
nr. 186 / juli 2012
FINANCIËLE STEUN Mogelijkheden tot financiële ondersteuning leest u onder aan deze bladzijde in het colofon. Behalve de maandelijkse Schoolfondsincasso kwamen de afgelopen periode de volgende bijdragen binnen: Kringloopwinkel te H. € 2500; M. te A. € 5; basisschool te O. € 655,57; dK. te O. € 40; Caritas te T. € 311,57; J. te O. € 25; M. te A. € 5; vd. te U. € 25; dW. te U. € 20; dG. te D. € 60; M. te B. € 12,50; N.N. € 20; vW. te O. € 5; R. te U. € 60; dB. te E. € 50; W. te U. € 10; N.N. € 10; B. te T. € 10; vG. te O. € 25; Het aantal incassomachtigingen voor het schoolfonds bedraagt: 167. Wanneer begunstigers liever niet met name genoemd willen worden, moeten zij dit even laten weten. Wij vermelden de bijdrage dan onder N.N. (Nomen nescio = ik weet de naam niet).
Omdat u betrokken bent
Redactie en verzending: Christianne & Henk van de Wal Wilhelminakade 10 NL - 5688 EK OIRSCHOT
Nieuwsbrief nr. 186, juli 2012
Hoe verschillend we ook zijn, we wonen samen COLOFON De O.I.P.-Nieuwsbrief (oplage 670 + 200 digitaal) verschijnt maandelijks. Overname van artikelen is toegestaan in overleg met de redactie. De O.I.P.-Nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Oyugis Integrated Project Nederland, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Eindhoven onder nr. 17124227. De Stichting is door de Belastingdienst aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De Stichting is bereikbaar via Henk van de Wal (secretaris): Wilhelminakade 10, 5688 EK OIRSCHOT, tel.: 0499-571174, E-mail:
[email protected] Website: www.oip-nederland.nl Financiële ondersteuning van het Oyugis Integrated Project in Kenya is welkom bij de penningmeester Marleen Koning – ter Ellen op gironummer 8701393 of bankrekening 571677290 t.n.v. Stg. Oyugis Integrated Project te Uden. Giften voor het Schoolfonds zijn welkom op giro 9317124 t.n.v. Stg. Oyugis Integrated Project te Oirschot. e Kopij voor de O.I.P.-Nieuwsbrief zien wij graag voor de 20 van de maand.