Reclame en oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten à Structuur van de regeling -‐ -‐ -‐
-‐
-‐
-‐
Artikel 2 WMPC: Opsomming definities. Artikel 19 WMPC: Regelen inzake vergelijkende reclame. Artikel 83 ev WMPC: -‐ Specifiek betrekking op oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten. -‐ Verschillende categorieën bepalingen o.a. zwarte lijsten, open normen,.. Artikel 41 WMPC: Privaatrechtelijke sanctie bij miskenning regelen oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten. -‐> Vreemd dat de sanctie wordt opgenomen voor de artikelen 83 e.v. De sanctie voor een inbreuk op art 83 ev volgende staat dus meer dan 40 artikelen vroeger vermeld. (= EX!!!). Artikel 95 ev WMPC: Oneerlijke marktpraktijken jegens andere personen ( = niet-‐ consumenten). à Praktijk: De overgrote meerderheid van procedures zijn procedures tussen een onderneming en een andere onderneming. Bijv: Onderneming X ontwikkelt een reclamecampagne die misleidend is. Vaak zal hier tegen opgetreden worden door een andere onderneming die een concurrent is van onderneming X omdat die reclame hem klanten kan afnemen. -‐> Moet je hierbij de regelen van art. 95 e.v. toepassen of art. 83 e.v.? Je moet kijken tot wie de betrokken reclame zich richt. NIET kijken naar wie de partijen in het geding zijn. -‐> Gericht tot consument: Art. 83 e.v. -‐> Gericht tot consument en professioneel: Beide categoriëen regelen maar art. 83 e.v. biedt meer bescherming dus je moet die regelen toepassen. -‐> Gericht tot professioneel: Art. 95 e.v. Artikel 100 WMPC: Ongewenste communicaties: -‐> Deze regeling moet wijken voor de regeling i.v.m. elektronische post. Dus ze geldt niet voor reclame via e-‐mail. De regeling hiervoor staat in de wet elektronische handel en het KB daarbij. (een v/d grote vb van de gap tussen wat er in de wet staat en wat er in de werkelijkheid gebeurd. Deze reclame via e-‐mail komt vooral van uit Bahamas, Kaaimaneilanden,... Komt dus niet uit Europa = kunnen weinig ondernemen)
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
88
à DEFINITIE RECLAME = Artikel 2, 19° WMPC = Waarneembare mededeling van een onderneming met een verkoopbevordering karakter * Elementen definitie: -‐
-‐
-‐
Mededeling = Waarneembaar -‐> Bijv: een “METATAG” woord dat gebruikt wordt als men het intikt in de zoekmachine waardoor een reclame van zijn eigen bedrijf wordt gemaakt in de kantlijn. Bv: Telenet gebruikt een metatag ‘Belgacom’. Als men nu Belgacom intikt in google, dan zal er in de kantlijn reclame komen van Telenet! Van een onderneming: = dus als ik bijv mijn wagen te koop zet op tweedehands.be val ik niet onder deze regeling! Verkoopsbevorderend karakter: = De mededeling moet rechtstreeks of onrechtstreeks gericht zijn op het bevorderen van de verkoop. Wanneer een boodschap in eerste instantie niet gericht is op het bevorderen van die verkoop, maar het heeft er onrechtstreeks wél een effect op! HVC zegt zat dit zo is vanaf dat een mededeling een “imagobervorderend” effect heeft. ( als het imago van de onderneming versterkt wordt) -‐> Bijv: naamplaatje op een ondergrondse mazouttank = reclame Bijv: Imago van de onderneming versterken van de onderneming via vragenlijsten.
-‐ -‐
-‐
Producten Ongeacht aangewende communicatietechnieken Toepassingen: 1/ Website -‐> Reclame? = Ja, want het heeft minstens een onrechtstreeks verkoopsbevorderend karakter. 2/ Webadres -‐> Reclame? = Hangt ervan af: Is het www.cardoen.be dan wel want het versterkt het imago van de onderneming door zijn eigen naam te gebruiken. Is het www.dhdyehdy.be dan niet want je weet niet wat men juist bedoeld met het adres.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
89
3/ Krantenartikel -‐> Reclame? Ja, als de onderneming bij het artikel betrokken was. bv: Persconferentie door de onderneming georganiseerd en het artikel legt uit waarover de conferentie ging. bv: Interview met de onderneming. Als het krantenartikel gaat over dit interview is het reclame. bv: Onderneming brengt een nieuw product op de markt en de journalist schrijft uit eigen beweging een artikel dan is er geen sprake van reclame. 4/ Metatag = Een woord die door zoekmachines wordt gebruikt om een bepaalde website in een zoekmachine op te nemen. bv: Belgacom gebruikt als metatag Mobistar. Dus iedere keer als je Mobistar in google tikt kom je ook op Belgacom uit. -‐> Reclame? Hof van beroep Antwerpen: “Neen, want het is niet waarneembaar voor de gemiddelde bestemmeling.” 5/ Gesponsorde koppeling -‐> Reclame? Ja, want het is een mededeling met een verkoopsbevorderend karakter. 6/ Aanbestedingsprocedure = De onderneming biedt hierbij een offerte aan de aanbestedende overheid. -‐> Reclame? In de rechtspraak: Ja, het is reclame. ° Kritiek auteurs: Het is geen reclame door gebrek publiek karakter. -‐> MAAR die kritiek is niet meer relevant door cassatierechtspraak: Moest oordelen of naamplaatje op ondergrondse mazouttank reclame is -‐> “Ja, want het is een mededeling die strekt tot de bevordering van de verkoop.”
à DEFINITIE HANDELSPRAKTIJKEN ( Ruimer dan reclame ) = Artikel 2, 29° WMPC. * Elementen definitie: -‐
Verklaring, gedraging, omissie, voorstelling van zake, commerciële communicatie met inbegrip van reclame. -‐> Dus het moet niet noodzakelijk gaan om een mededeling maar het kan ook een nalaten zijn. -‐> Daarnaast is het ook niet vereist dat betrekking heeft op de totstandkoming van de overeenkomst maar het mag ook tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst. Ennio Di Rosa 2012-‐2013
90
-‐ -‐
Bijv: Beding uit zwarte lijst -‐> Een verzekeringsonderneming die niet-‐relevante documenten opvraagt bij de consument of systematisch niet antwoord op berichten van de consument na het schadegeval met als doel de consument te doen afzien van zijn verhaal op de verzekeraar is verboden. Dit heeft niks meer te maken met de totstandkoming van de overeenkomst. Van een onderneming Verkoopsbevordering, verkoop of levering van een product
Overnemen van iemand: Vb: 1. Gezamenlijk aanbod Vb/ 2. WAMO: prijsaankondiging = handelsprakt
à Vergelijkende reclame Definitie Zie artikel 2.20° WMPC. *Elementen definitie: -‐ -‐
Reclame Een concurrent of zijn goederen of diensten: = Art. 19 kan enkel toepassing vinden als genoemde ondernemingen concurrent is of genoemde goederen en diensten concurrerende goederen en diensten zijn. ° Hoe beoordelen? -‐ Criterium van de substitueerbaarheid toepassen -‐> Nagaan of voor de bestemmeling van de reclame het gaat over substitueerbare goederen of diensten. -‐ Ruime invulling: bv: Bier en wijn zijn substitueerbaar. bv: Trein en boot om naar Engeland te gaan zijn substitueerbaar. Bv: “Mazout ontploft niet”= vergl reclame omdat men insinueert dat GAS wel zou ontploffen. ° Kan een beoefenaar van een vrij beroep een concurrent van een onderneming zijn? = JA! bv: Een incassobureau ( = een onderneming ) maakt reclame en zet daarin “wij zijn goedkoper dan een gerechtsdeurwaarder”. ° Is het noodzakelijk dat men een bepaalde concurrent gaat noemen of voldoende dat men verwijst naar een groep concurrenten? Verwijzing naar groep is voldoende. = Arrest CASS: Boekhandel ‘De Sleghte’ -‐> Boeken zijn geprijsd met “van prijs” nr “nu prijs”. -‐ Van prijs = Door uitgever gesuggereerde verkoopprijs (nt hun vorige prijs) -‐ Nu prijs = De prijs dat door ‘De Sleghte’ gevraagd wordt. àCASS zegt dat dit een vorm is van vergelijkende reclame. De reden is omdat het niet nodig is dat de consument zonder verder onderzoek de concurrent kan identificeren. Ennio Di Rosa 2012-‐2013
91
-‐
Wordt genoemd (uitdrukkelijk of impliciet): Het is niet noodzakelijk dat de reclame daadwerkelijk een vergelijking bevat -‐> Louter refererende reclame = Het volstaat dat men de concurrent kan identificeren!! Bv: Telenet reclame -‐> “ Heeft u u ook blauw betaald aan uw telefoonverbinding?” Blauw wijst op Belgacom dus het is vergelijkende reclame. Bv: Zaak HvJ -‐> Katoen-‐Toshiba: Katoen maakt kopieerapparaten. De onderdelen ervan kunnen ook gebruikt worden in de kopieerapparaten van Toshiba. Katoen ging in de catalogus zowel artikelnummers van Katoen opnemen als van Toshiba. à Hof: Dit is refererende reclame want de reclame laat minstens impliciet toe toshiba te identificeren.
à Twee artikelen inzake vergelijkende reclame -‐ -‐
Artikel 96, 3° WMPC : Als je refereert naar niet concurrenten moet je naar dit artikel kijken. Artikel 19 WMPC : Vergelijkende reclame is toegelaten ( tot ’99 was het verboden!! ). -‐> MAAR er zijn wel cumulatieve voorwaarden -‐> Dit wil zeggen dat zodra aan 1 voorwaarde niet voldaan is de reclame verboden is. à Regel HvJ: Interpretatie van de voorwaarden moet gebeuren op de voor de reclame meest gunstige wijze! à Vergelijkende reclame is principieel NIET VERBODEN! = Er zijn 2 positieve voorwaarden en 6 negatieve: 1) In dezelfde behoeften voorzien ( 2° ): -‐ Bv 1: “Viacrème”, viagraeffect voor vrouwen, voorziet dus NIET in dezelfde behoeften, dus NIET toelaatbare vergelijkende reclame -‐ Bv 2: Vergelijking van productassortiment -‐> Colruyt doet dit veel. Hof van Justitie: Zaak Colruyt tegen Lidl: Colruyt had een aantal producten in een winkelkar gelegd en de prijs vastgelegd. Colruyt gaat dan naar de Lidl en vult kar met dezelfde producten. Colruyt is goedkoper en zet dat in haar reclame. -‐ Hof: Zegt dat dit vergelijkende reclame is. Daarnaast zegt het hof dat je de prijs van een huismerk van de Colruyt niet mag vergelijken met een merk. Je moet dat vergelijken met een huismerk van de Lidl en het formaat moet hetzelfde zijn. Ook paar per paar van de goederen van het assortiment moeten substantieel zijn.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
92
2) Men moet op objectieve wijze wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken vergelijken ( 3° ): -‐ Hof van Justitie: Zaak Colruyt tegen Lidl -‐ Hof: Op objectieve wijze wil zeggen dat je geen subjectief oordeel mag vellen. -‐> Wil dat dan zeggen dat je subjectieve elementen zoals smaak dan niet met elkaar mag vergelijken? -‐ Belgische rechtspraak: Zaak Minute Maid en Appelsientje Appelsientje vergelijkt smaak met Minute Maid. Appelsientje was zo slim geweest onafhankelijke tests af te nemen. Daaruit bleek effectief dat Appelsientje het populairst was. Dit is voldoende voor een objectieve vergelijking. = Wezenlijk? De vergelijking moet betrekking hebben op kenmerken die beslissend zijn bij de aankoop van een goed voor de consument. Kan je je beperken tot 1 kenmerk zoals de prijs? Ja, zolang dit niet misleidend kan worden. Bv: Mobistar voert een reclamecampagne waarbij Mobistar zijn dekkingsgraad vergelijkt met Base. Hieruit werd afgeleid dat je met Mobistar overal kan bellen en met Base niet want ze waren net gestart. Is bereikbaarheid een wezenlijk kenmerk? Ja, voor de consument is dat zeer belangrijk. = Controleerbaar? Hof van Justitie: Bestemmeling van de reclame moet zelf kunnen overgaan tot verrichten van een controle. Bv: Zaak Colruyt tegen Lidl Je kon o.b.v. het kasticket gebruikt in de reclame niet zien welke producten in het assortiment zaten. De consument kon dit dus niet controleren. = Is een vergelijking noodzakelijk voor vergelijkende reclame? -‐> Neen, het is voldoende dat men de concurrenten vernoemd. Maar toch spreekt men van vergelijking… -‐ Hof van Justitie: Zaak Toshiba M.b.t. de opname van de artikelnummers in de catalogus. 1 van de argumenten was dat er geen vergelijking was en dat er dus sprake was van verboden vergelijkende reclame. -‐ Hof: Neen, de opname van die artikelnummers houdt impliciet een vergelijking in omdat Katoen gelijkwaardigheid impliceert.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
93
3) Niet misleidend zijn ( 1° ): -‐ Beoordelingscriteria: (= Hierbij rekening houden met misleidende handelspraktijken! ) -‐> Reclame onder verkopers -‐> Reclame gericht aan consumenten -‐ Superlatieve vergelijkende reclame -‐ Toepassing generische geneesmiddelen 4) Niet afbrekend ( 5° ): Reclame mag de goede naam van de concurrent niet schaden. Je mag niet te streng zijn. Het loutere feit dat de concurrent als verliezer uit de reclame komt volstaat niet. Beoordeling vanuit standpunt van de bestemmeling van de reclame. -‐> Is de consument de bestemmeling: Dan moet je de vraag stellen of de gemiddelde consument de reclame ziet als afbrekend. -‐> Blijft een feitenkwestie: Ene rechter zal het zien als afbrekend de andere niet. Mag je als onderneming een rechterlijke beslissing meedelen waarin hij in het gelijk is getseld tegenover een andere onderneming? Ja, als je neutraal blijft. Maar als je dus bv: een advertentie laat maken in krant met als titel “PAS OP VEROORDEELD” in rode letters, dan is dit afbrekend. 5) Geen oneerlijk voordeel halen uit andermans naam / merk ( 7° ): Dit wil zeggen dat een onderneming gebruik gaat maken van een merk van de concurrent en daar zijn naam gaat aan verbinden. bv: Generische geneesmiddelen -‐> Als je hierbij naam van oorspronkelijke merk gaat vernoemen dan haal je oneerlijk voordeel uit andermans merk. Ook hier gaat het weer over een feitenkwestie. 6) Oorsprongsbenaming ( 6° ): bv: Malheur maakt bruisend bier. Malheur gaat bij de promotie benadrukken dat men gebruik gemaakt heeft van de champagneprocedure en dat het dus champagnebier is. Champagne is een oorsprongsnaam ( streek in Frankrijk ).
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
94
Champagne is kwaad. Hof van Justitie: Arrest Emanule de Landsheer Er is geen schending van de voorwaarde want het gaat over bier dus er is geen verwarring mogelijk.
Toepassing: Prijsvergelijking -‐
-‐
-‐
-‐
-‐
Vergelijking beperken tot de prijs? Dit is toegelaten maar de reclame mag hierdoor niet misleidend worden. -‐> Als het gaat om identieke goederen mag het altijd. bv: Een blikje cola -‐> Bij diensten moet je hiermee opletten. Vaak een verschil in kwaliteit die ook vermeld moet worden. Quid bij aanpassing prijs door concurrent? Moet men dan ook stoppen met de vergelijkende reclame? Niet noodzakelijk, men moet wel duidelijk vermelden dat men een vergelijking maakt met de prijs op datum X -‐> als men op de hoogte was van de prijsaanpassing, mag men niet meer STARTEN met de vergelijkende reclame. Quid proefaankoop? = Goederen of diensten aankopen bij de concurrent om de prijs te vergelijken. Gaat over de hypothese waarin de adverteerder op zich de prijs niet kan achterhalen die op concurrenten wordt toegepast. Dan gaat de onderneming undercover producten kopen. Dit is toegelaten. Hoe vaak mag men vergelijken? = Zo vaak als men wil -‐> Bijv Elke week Gemiddeld prijsverschil of grootste prijsverschil? Bv: Goedkoopste producten vergelijken met duurste producten van concurrent -‐> Zo groot mogelijk prijsverschil. Mag dit? à Hof van Justitie: ZEER Soepele interpretatie. Er is dus geen probleem MAAR mag niet voorgesteld worden als een ALGEMEEN prijsverschil terwijl het beperkt is tot een aantal producten (want dan wel misleidende reclame).
-‐
Quid vergelijking prijsniveau? Dit is misleidend.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
95
Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten à Structuur regelen in artikelen 83 e.v. WMPC -‐ -‐ -‐
Zwarte lijsten van verboden misleidende en agressieve handelspraktijken Open normen die misleidende en agressieve handelspraktijken verbieden Overkoepelende norm die andere oneerlijke handelspraktijken verbiedt
Artikel 84: Meest algemene norm Artikel 85: 2 bijzondere categorieën handelspraktijken Misleidende: Start met open norm en dan zwarte lijst. Agressieve: Start met open norm en dan zwarte lijst. !! Pas op: Best in omgekeerde wijze te werk gaan. Eerst zwarte lijst bekijken: Valt het hieronder is het sowieso verboden. Valt het er niet onder moet je toetsen of het onder de meer algemene normen van misleidende of agressieve handelspraktijken valt. -‐> Hier is de bewijslast groter en beschikt de rechter over grotere beoordelingsvrijheid. Valt het ook hier niet onder dan toetsen aan de overkoepelende norm. -‐> Belang hiervan is wel beperkt want het kan enkel worden gebruikt voor oneerlijke handelspraktijken die NIET agressief of misleidend zijn.
à De zwarte lijst van misleidende handelspraktijken Deze zijn per se verboden! Het enige bewijs dat moet geleverd worden is dat de handelspraktijk beantwoordt aan een praktijk in de zwarte lijst. -‐> Geen bewijs noodzakelijk van beïnvloeding van de aankoopbeslissing van de consument!!!! ( i.t.t. bewijs bij open norm!!! ) Soms spreekt men van beweren dat… en bedrieglijk beweren dat… Bedrog bewijzen? Neen, je moet aantonen dat de bewering in strijd is met de werkelijkheid.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
96
à Concrete verboden ( art.91 ): -‐
-‐
-‐
Gedragscodes ( 1° ): bv: Als producenten van elektriciteit beweren dat ze zijn toegetreden tot een akkoord. De consument denkt dan dat de producent een bepaalde waarborg heeft. Gebruik label zonder toestemming ( 2° ): bv: Reclame van Lidl waarbij ze Flandria label heeft gebruikt zonder dat Flandria hiervoor toestemming had gegeven. Lokvogelreclame ( 5° ): Gaat over lokvogelpraktijken = niet voldoende voorraad! Een onderneming voert op grote schaal reclame voor goedkope producten maar de voorraad is dan in de praktijk zeer beperkt. Doel van de onderneming is dat de klant dan toch in de winkel is en zo nog inkopen gaat doen.
+ 2 opmerkingen: 1e Art. 91, 5° moet cumulatief worden toegepast met art. 37. Art. 37 legt de verplichting op om in bepaalde gevallen een bon af te geven als er niet voldoende voorraad is. Op die manier kan de consument op een later ogenblik tegen dezelfde voorwaarden het product kopen. Als de onderneming dit naleeft is er dan steeds sprake van eerlijke handelspraktijken? Neen, want er is nog steeds de lokvogelpraktijk.
-‐
-‐
2e Art. 91, 5° is ondernemingsvriendelijk geformuleerd. In de praktijk: In de reclame gaat de onderneming dit artikel aan de kant schuiven door te vermelden hoe veel stuks er beschikbaar zijn. Dit moet wel per verkoopsvestiging gebeuren bv: 100 stuks in Colruyt Brugge, 150 stuks in Colruyt Gent,… Ratio -‐> Als de consument de beschikbaarheid vermeld weet de consument dat de kans bestaat dat ze er naast kan pakken. Kan je ook aan de toepassing van het artikel ontsnappen met de zin “zolang de voorraad strekt”? Prof zegt neen want dit zegt niks, het is volledig inhoudloos. Bait and switch praktijken ( 6° ): Promotie maken voor een bepaald artikel en eens in de winkel zal men proberen je een duurder artikel aan te smeren. Beschikbaarheid ( 7° ): Stel: Ik ga op zondagmiddag naar een meubelzaak om 16u32. De winkel sluit om 17u. De verkoper spreekt je aan en zegt het is nu 16u32 en de winkel sluit om 17u maar vandaag heb je nog een korting van 30% = In strijd met art. 91, 7°?
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
97
-‐
-‐
-‐
= Neen, als korting effectief afloopt op zondag. = Ja, als de korting nog doorloopt tot maandag. Wettelijke rechten voorstellen als onderscheiden kenmerken (10° ): Dit wordt in de praktijk het meest geschonden. bv: Groep van apothekers promoten zichzelf als adviesapothekers omtrent het gebruik van geneesmiddelen. Is misleidende reclame want elke apotheker is verplicht bij wet advies over geneesmiddelen te geven. bv: Slogan “Geen enkel krediet weegt te zwaar, voor de sluiting van de overeenkomst bekijken we de terugbetalingmogelijkheden”. De kredietgever is steeds verplicht bij wet om de kredietwaardigheid te onderzoeken. Een wettelijk recht van de consument wordt hier voorgesteld als een onderscheidend kenmerk. Redactionele reclame ( 11° ): = Reclame die wordt voorgesteld als objectief iets, bijv een “onderzoek” en waarbij men niet uitdrukkelijk vermeld dat reclame is. Bv: Vermageringsartikel in Flair lijkt niet op reclame maar na lezen merk je dat het toch reclame is. …
à De zwarte lijst van agressieve handelspraktijken Bewijslast: Geen bewijs noodzakelijk van beïnvloeding van de aankoopbeslissing van de consument!!! Bewijs dat de praktijk zich heeft voorgedaan is niet altijd evident. Concrete verboden ( art. 94 ): -‐ -‐
Verlaten van het pand ( 1° ) Consument thuis bezoeken ( 2° ): “behalve” verwijst naar de minnelijke invordering van de schulden van de consument. bv: Via een vriend werd aan de Prof gevraagd om mee te werken aan een enquête over servies. De prof gaat hier op in en iemand komt naar zijn en na het afnemen van de enquête vraagt die persoon of hij een servies wil kopen. Die persoon wil niet vertrekken tot de verkoop gesloten is. De prof heeft dit niet gedaan maar er zijn veel mensen die dit wel zouden doen. Hier is het enorm moeilijk om het bewijs te leveren.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
98
-‐
-‐
-‐
-‐
-‐
Hardnekkig aandringen via telefoon, fax,… ( 3° ): “onverminderd art. 100 en 14 wet informatiemaatschappij” kan meebrengen dat de praktijk sowieso verboden is. Dan moet je niet het bewijs leveren van het hardnekkig aandringen maar van de inbreuk op deze artikelen. Reclame gericht aan kinderen ( 5° ): Deze regel wil zeggen dat niet elke reclame gericht aan kinderen verboden is. Bestaansmiddelen van de handelaar ( 7° ): Deze praktijk wordt vooral gericht tegen bejaarden. bv: “Als ik nu geen contract sluit zal ik ontslagen worden!” Ook hier is het bewijs leveren zeer moeilijk. Het bewijs kan wel onrechtstreeks geleverd worden door klachten over de onderneming bij de Fod economie. Winnen van een prijs ( 8° ): Beweren dat de consument een prijs heeft gewonnen terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Ondernemingen zijn hier zeer voorzichtig mee in de praktijk. Reden: Rechtspraak Een vrouw krijgt een brief van een onderneming waarin staat dat als je nr. zoveel hebt je een prijs wint van 1.000.000. Belgische frank. De vrouw stuurt een brief naar de onderneming om te vragen hoe ze haar prijs in ontvangst kan nemen. De onderneming stuurt een brief terug waarin ze zegt dat de vrouw de prijs niet gewonnen heeft maar ervoor in aanmerking komt. De vrouw geeft niet op want de vrouw heeft dat nummer en stapt naar de rechtbank. De vrouw krijgt gelijk. Ongevraagd toezenden (6° ): Als dit zou gebeuren mag de consument het goed houden zonder ervoor te moeten betalen.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
99
à Open norm misleidende handelspraktijken Hierbij zijn er 2 soorten: 1) Positieve misleiding = Misleiding die het gevolg is van een bepaalde gedraging of verklaring of verstrekken van bepaalde informatie. -‐
-‐ -‐ -‐
-‐
Juiste of onjuiste informatie: In de praktijk gaat het meestal om onjuiste informatie. Soms juiste informatie -‐> Toepassing rechtspraak: Nectardrank maakt reclame en zegt daarin dat ze geen koolzuur bevat ( zit wel in coal en zorgt voor spuit ). Maar het is bewezen dat koolzuur geen impact heeft op de gezondheid. De rechter zegt dat door dit te vermelden je bij de consumenten de indruk wekt dat koolzuur slecht is voor de gezondheid. Die de consument bedriegt of kan bedriegen = Misleiden. Criterium van de gemiddelde consument Betreffende de door de wet bepaalde elementen: Is de opsomming in de wet limitatief of exemplatief? Dit is niet van belang want de lijst is zo uitgebreid dat in feite alles eronder valt. Besluit tot een transactie dat hij anders niet had genomen = Vereisten van beïnvloeding aankoopgedrag van de consument. -‐> De misleiding moet invloed kunnen hebben op de aankoopbeslissing van de consument.
2) Misleiding door omissie = Misleiding die het gevolg is van informatie die niet wordt verstrekt. -‐
-‐
Weglaten van essentiële informatie die een consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen: Je gaat de consument misleiden door informatie weg te laten die impact kan hebben op de aankoopbeslissing van de consument. Essentiële informatie / uitnodiging tot aankoop: à Wat is essentiële informatie? Ennio Di Rosa 2012-‐2013
100
Er moet een onderscheid gemaakt worden naargelang de reclameboodschap kan worden gezien als een uitnodiging tot aankoop of niet. -‐> Zo ja: Dan bepaald de wet wat essentiële informatie is ( art. 90, §4 ). -‐> Zo neen: Dan bepaald de rechter wat essentiële informatie is. De rechtspraak heeft geoordeeld dat de rechter zich kan laten leiden door de lijst van art. 90, §4.
-‐ -‐
Bv: ING verkoopt verzekeringen als tussenpersoon voor ING Nederland. Dit staat niet vermeld in hun reclame. De slogan van de reclame “ING autoverzekering” is geen uitnodiging tot aankoop dus de rechter zal bepalen of de vermelding of de ING tussenpersoon is essentieel is. Toch gaat de rechter kijken naar de lijst. Daar staat in dat je moet aangeven of je tussenpersoon bent of niet ( = de hoedanigheid ) in de reclame. MAAR misleidend vereist ook dat de reclame van die aard moet zijn dat ze de aankoopbeslissing van de consument beïnvloeden. Dit is volgens de rechter niet het geval dus er is geen sprake van schending. Creatie informatieplichten Geen bedoeling te misleiden vereist
* Verschillende distributiekanalen Bv: Een onderneming voert reclame op de radio, op zijn website en in de krant. Met de reclame op de website is er geen probleem en met die in de krant ook niet maar met die op de radio wel want ze bevat onjuiste informatie. Kan de onderneming dan zeggen dat het niet erg is want de consument kan ook kijken naar de reclame op de website en in de krant? Neen, want dit is een ongeldig argument. Stel nu dat er een probleem is met de reclame op de radio omdat ze niet alle essentiële informatie verstrekt. De wet zegt dat wanneer het medium beperkt is in tijd of ruimte het weglaten van essentiële informatie toegelaten is MAAR dat men in dat geval moet kijken naar de inspanningen van de onderneming om die essentiële informatie via een andere weg kenbaar te maken! -‐> Deze laatste regel is in de Belgische rechtspraak besproken geweest: De rechtspraak zegt dat de regel pas toepassing zal vinden als het onmogelijk was die essentiële informatie op te nemen.
Sanctionering Opmerking: De afdwinging van de regelen worden ten dele gerealiseerd door de vordering tot staking ingesteld door concurrenten. -‐
Vrijstelling van betalingsverplichting -‐> Civielrechtelijke sanctie in de verhouding consument-‐ onderneming. Ennio Di Rosa 2012-‐2013
101
= Art. 41 WMPC: Wanneer de overeenkomst door de consument wordt gesloten ingevolge een oneerlijke handelspraktijk kan / moet de rechter de consument vrijstellen van de betalingsverplichting terwijl de consument het goed mag houden => afgedwongen verkoop. -‐> Moet: In geval van schending 3 bepalingen uit de zwarte lijst van de agressieve handelspraktijken en 3 bepalingen uit de zwarte lijst van de misleidende handelspraktijken. -‐> Kan: In geval van schending open norm of van andere bepalingen uit de zwarte lijsten. -‐> De rechter mag ook slechts een deel van de betalingsverplichting kwijtschelden. -‐> De rechter heeft een volledige discretionaire bevoegdheid. De rechter zal in de praktijk wel strenger zijn bij schending van bepalingen uit de zwarte lijst dan bij schending open norm. => In beide hypothesen (kan / moet ) is er een gemeenschappelijke voorwaarde: De overeenkomst werd gesloten ingevolge een oneerlijke handelspraktijk. = Wil zeggen dat er een causaal verband moet zijn tussen het sluiten van de overeenkomst en de oneerlijke handelspraktijk. Wil dus zeggen dat de consument bij sluiten overeenkomst heeft gedwaald, bedrog of geweld gepleegd heeft = wilsgebrek!! -‐> MAAR: = Discussie: Hoe sterk moet het causaal verband zijn. -‐> Sommige auteurs: Er moet sprake zijn van dwaling (betrekking op zelfstandigheid van de zaak) of bedrog. -‐> Andere auteurs: Het volstaat dat de beslissing van de consument werd beïnvloed. Bijv: Aan slechtere voorwaarden contracteren. = Discussie: Op wie rust de bewijslast voor bestaan causaal verband. -‐> Sommige auteurs: De consument want hij roept de toepassing van de sanctie in. -‐> Andere auteurs: De onderneming moet bewijzen dat er causaal verband is. De consument moet enkel bewijzen dat er een overeenkomst is en dat er een oneerlijke handelspraktijk is geweest. Dan gaat men ervan uit dat er een causaal verband was. -‐ In de Belgische rechtspraak zijn er geen toepassing van deze sanctie te vinden. Reden: De onzekerheid m.b.t. de toepassingsvoorwaarden van deze sanctie. Daarnaast heeft de sanctie ook verregaande gevolgen. Bv: Je gaat naar een garage van BMW om rond te kijken. De garagist is enorm agressief en je krijgt de indruk dat je de garage niet mag
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
102
-‐
-‐
verlaten zonder het ondertekenen van een overeenkomst. Indien je deze handelspraktijk kan aantonen mag je de BMW houden zonder te betalen. Strafsancties voor het overtreden van de regelen m.b.t. oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten. Pas op: Er zijn ook strafsancties bij schending van de open norm!!!! In de praktijk hebben deze strafsancties weinig belang. -‐> Reden: Overbelasting van de hoven en rechtbanken Ongevraagd toezenden
+ NOTA’S VAN HANNAH! = Onderscheid tss artikel 41 en Nietigheid!
Bewijslast en interpretatie -‐
-‐ -‐
Bewijslast: -‐> Juistheid -‐> Bepaalde gegevens -‐> Adverteerder Interpretatie Ongevraagde commerciële communicatie = Gaat over de manier waarop men reclame mag maken. Men mag bijvoorbeeld reclame sturen naar
[email protected] maar niet naar
[email protected] * Art. 100 WMPC: Bepaalde commerciële middelen gaat men verbieden t.a.v. natuurlijke personen. = Namelijk geen reclame via fax of via geautomatiseerd oproepsysteem zonder menselijke tussenkomst. -‐> Dit is enkel toegelaten na toestemming van de consument. à Wat is nu een Geautomatiseerd oproepsysteem: Je zit thuis en je neemt de telefoon op. De stem aan de telefoon is een robot. Indien de stem van een fysiek persoon is mag het wel. Bij gebruik van (alle) andere technieken, tenzij email à bv: via de post, mag de consument steeds aangeven dat hij via deze weg geen reclame wil ontvangen bv: via een sticker op je brievenbus. à Reclame via elektronische post -‐> spam. -‐ Regel: Verbod om via e-‐mail reclame te versturen. -‐ Uitzondering: Als je je uitdrukkelijke toestemming hebt gegeven om reclame te ontvangen.
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
103
-‐> Deze regel is niet van toepassing t.a.v. rechtspersonen MAAR men moet wel gebruik maken van een onpersoonlijk e-‐mailadres van de rechtspersoon.
à Vordering tot staken Bij wie moet men die vordering instellen? Cascaderegeling: -‐
-‐ -‐ -‐
Adverteerder van de reclame Wie is dat ( staat niet in de wet )? Rechtspraak: De persoon die voordeel haalt uit de reclame EN die minstens betrokken is geweest bij de reclame. Bijv: Toyota ontwikkelde een reclame campagne maar die is misleidend. Toyota kan je dan beschouwen als de adverteerder. Maar stel dat in de reclame melding werd gemaakt van de garage-‐consessiehouders waarde actie zal gelden. Kunnen deze dan als adverteerders worden gezien? Eerst kijken of ze voordeel halen uit de campagne? Ja. Maar zijn ze ook bij de campagne betrokken geweest? = Enkel wanneer ze betrokken waren! -‐> Indien Toyota aan hen toestemming heeft gevraagd voor de reclame dan wel. -‐> Indien Toyota geen toestemming heeft gevraagd voor de reclame dan niet. Uitgever / producent Drukker / maker Verdeler
Ennio Di Rosa 2012-‐2013
104