1
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM
Realisatie van een job-lodge (huisvestingsvorm voor arbeidsmigranten ) Parallelweg 54 te Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing behorende bij procedure artikel 2.12, lid 1, onder a en sub 3 Wabo
WO/2012/585
Aannemersbedrijf B. de Nijs - Soffers
Gemeente Bergen op Zoom Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ordening en Vergunningen
2
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van de procedure 1.2 Situering projectlocatie 1.3 Geldend bestemmingsplan 1.4 Opzet ruimtelijke onderbouwing Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving 2.1 Bestaande situatie 2.2 Beoogde situatie Hoofdstuk 3 Beleidsaspecten 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 3.2.2 Verordening Ruimte Noord-Brabant 3.3 Gemeentelijke beleid 3.3.1 Structuurvisie Bergen op Zoom 2030 3.3.2 Beleidsrichtlijn huisvesting buitenlandse arbeidsmigranten 3.3.3 Verkeersstructuurplan 3.3.4 Groenstructuurplan 3.3.5 Waterplan 2001 Hoofdstuk 4 Onderbouwing op onderdelen 4.1 Cultuurhistorie en Archeologie 4.1.1 Cultuurhistorie 4.1.2 Archeologie 4.2 Verkeer 4.3 Flora en Fauna 4.4 Water Hoofdstuk 5 Milieuplanologische aspecten 5.1 Bedrijven en milieuzonering 5.2 Luchtkwaliteit 5.3 Externe veiligheid 5.4 Geluid 5.5 Bodem Hoofdstuk 6 Financiële aspecten en procedure 6.1 Financiële overwegingen & dekking 6.2 Procedurele aspecten 6.2.1 Bevoegdheid 6.2.2 Vooroverleg 6.2.3 Zienswijzenprocedure Hoofdstuk 7 Projectbeoordeling Bijlagen Bijlage 1: Akoestisch rekenmodel Bijlage 2: Resultaten RBMII Bijlage 3: Vooroverlegreacties
3
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van de procedure Er is een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen die ziet op de realisatie van een logiesgebouw , bestemd voor de huisvesting van arbeidsmigranten, op het perceel Parallelweg 54 te Bergen op Zoom. Dit plan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Medewerking is mogelijk middels een procedure ex artikel 2.12, lid 1, onder a en sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ten behoeve hiervan is deze ruimtelijke onderbouwing opgesteld. 1.2 Situering projectlocatie Het onderhavige project is voorzien op het perceel Parallelweg 54 in Bergen op Zoom, kadastraal bekend: Bergen op Zoom, sectie D, nummer 1651 en sectie D nummer 2091 gedeeltelijk. Het perceel is gelegen aan de rand van de wijk Gageldonk-West. Deze wijk ligt ten oosten van stadscentrum van Bergen op Zoom.
Afbeelding 1: Situering projectgebied
1.3 Geldend bestemmingsplan De locatie is gelegen in het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Verspreide bedrijven en detailhandel”. Dit plan is op 22 september 2011 door de raad vastgesteld. Het perceel heeft hierin de bestemming “Bedrijf”. Deze gronden zijn bestemd voor bedrijven tot en met categorie 2 zoals opgenomen in de bij het bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Het aangegeven bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd, waarbij de maximale bouwhoogte 8 meter mag bedragen. Het realiseren van de voorgestelde huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten is niet in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan.
4
Afbeelding 2: uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan
1.4 Opzet Deze onderbouwing is als volgt opgebouwd: Projectbeschrijving (hoofdstuk 2) In hoofdstuk 2 wordt de bestaande en beoogde situatie van het projectgebied beschreven. Beleidsaspecten (hoofdstuk 3) In dit hoofdstuk zijn de beleidsuitgangspunten in beeld gebracht. Er wordt aandacht besteed aan het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. Onderbouwing op onderdelen (hoofdstuk 4) In hoofdstuk 4 wordt de in hoofdstuk 2 beoogde situatie op onderdelen nader onderbouwd. Deze nadere analyse beschrijft per onderdeel de consequenties van het voorgestelde project. Milieuaspecten (hoofdstuk 5) In hoofdstuk 5 vindt toetsing aan de verschillende milieuaspecten plaats. Financiële aspecten en procedure (hoofdstuk 6) In hoofdstuk 6 wordt aandacht besteed aan de financiële en procedurele aspecten. Ingegaan wordt de economische uitvoerbaarheid en de wijze waarop instanties en belanghebbenden bij de totstandkoming van het besluit zijn betrokken. De resultaten van het vooroverleg en de zienswijzenprocedure zijn in dit hoofdstuk vermeld. Projectbeoordeling (hoofdstuk 7) Hoofdstuk 7 bevat een eindconclusie over de haalbaarheid van het initiatief.
5
Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving 2.1 Bestaande situatie Het perceel is gelegen aan de Parallelweg ter hoogte van het NS-station. De Parallelweg is een straat, die wordt gekenmerkt door een mix aan functies. Naast de woonfunctie komen verspreid detailhandels- en bedrijfsfuncties voor. Het betreffende perceel wordt aan de zuidzijde begrensd door een vrijstaande woning. Aan de noordkant grenst het perceel aan de voorzijde aan rijwoningen. Verder naar achteren zijn garageboxen gelegen. Aan de oostzijde grenst de locatie aan de achtertuinen van woningen gelegen aan de Lijsterbesstraat. De westzijde is de straatzijde. Op de onderhavige locatie was voorheen een autobedrijf gevestigd. Het perceel is voor een groot gedeelte bebouwd met bedrijfsloodsen. Aan de zuidzijde van het perceel bevindt zich een open ruimte. Hier is ook de in- en uitrit van het perceel gelegen. Het bebouwd oppervlak bedraagt in de huidige situatie ca. 1600m2.
Afbeelding 3: weergave projectgebied
2.2 Beoogde situatie Het plan omvat de sloop van de bestaande bedrijfsloodsen en nieuwbouw van een huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten, een zogenaamde job-lodge. In het nieuw te bouwen pand zullen 26 kamers worden gerealiseerd. Deze bevinden zich aan de voorzijde van het pand. De nieuwbouw heeft hier een hoogte van 9 meter. De grootte van de kamers bedraagt ca. 20m2. De kamers beschikken elk over een eigen badkamer met toilet. In het achterste gedeelte van het pand is een gemeenschappelijke eetruimte en berging geprojecteerd. In dit gedeelte bevindt zich eveneens een facilitaire ruimte. Het achterste van het gebouw heeft een hoogte van 3,25 meter. Tussen de woonruimtes en de gemeenschappelijke voorzieningen is een binnentuin voorzien. Het bebouwd oppervlak bedraagt ca. 452 m2. De bestaande ontsluiting blijft intact. Op het achterste gedeelte van het perceel zijn 26 parkeerplaatsen voorzien. Een en ander wordt weegegeven op de onderstaande ontwerptekeningen.
6
Afbeelding 4: situatietekening nieuwe situatie
Afbeelding 5: doorsnede nieuwbouw
7
Afbeelding 6: gevelaanzichten nieuwbouw
8
Hoofdstuk 3 Beleidsaspecten 3.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking getreden. Deze visie vervangt verschillende bestaande nota’s op het gebied van ruimtelijke ordening, waaronder de Nota Ruimte. Het Rijk stelt in de SVIR heldere ambities voor Nederland in 2040, die inspelen op de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven bepalen richting 2040. Het Rijk zit het ruimtelijke- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Voor een aanpak die Nederland concurrerend, leefbaar en veilig maakt is een gewijzigde aanpak noodzakelijk. Het Rijk wil de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene brengen die het aangaat (burgers en bedrijven) en laat meer over aan gemeentes en provincies (‘decentraal, tenzijprincipe’). Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Deze ambities zet het Rijk neer voor 2040. Het is niet enkel aan het Rijk om deze ambities waar te maken, dit vraagt samenwerking met decentrale overheden, marktpartijen en kennisinstellingen. Op basis van de ambities komt het Rijk tot drie rijksdoelen: 1) Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijke-economische structuur van Nederland; 2) Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; 3) Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Voor de hierboven genoemde rijksdoelen 13 nationale belangen geformuleerd. . Hiermee geeft het Rijk aan waarvoor het verantwoordelijk is. Het gaat hier om het volgende: - Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren - Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie - Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen - Efficiënt gebruik van de ondergrond - Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen - Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem - Het in stand houden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen - Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s - Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling - Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten - Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten - Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten - Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten Conclusie De huisvesting van arbeidsmigranten wordt niet gezien als een rijkstaak en is in die zin niet als rijksdoel in de SVIR genoemd. Het rijk hecht echter wel waarde aan een goede huisvesting voor buitenlandse arbeidsmigranten. Gemeentes zijn opgeroepen om actief op zoek te gaan naar mogelijkheden om deze doelgroep op een kwalitatief goede manier te huisvesten. Het onderhavige plan geeft gehoor aan deze oproep.
9
3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening is op 1 oktober 2010 vastgesteld en is op 1 januari 2011 in werking getreden. De provincie geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025. Met de structuurvisie vindt de provincie de balans tussen toelatingsplanologie en ontwikkelingsplanologie. Het stellen van heldere kaders biedt daarbij duidelijkheid voor nieuwe ontwikkelingen of voor een efficiënte uitvoering. De Structuurvisie beschrijft een aantal trends en ontwikkelingen die ruimtelijke keuzes op provinciaal niveau vergen. Daarnaast beschrijft de Structuurvisie de onderscheidende kwaliteiten van Noord-Brabant. Op basis van de beschreven trends en kernkwaliteiten geeft de Structuurvisie ruimtelijke keuzes voor de toekomstige ontwikkeling van Noord-Brabant. De provincie kiest voor een ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie afkomen. Daardoor dragen ontwikkelingen bij aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant. De ruimtelijke keuzes geven invulling aan het streven naar ruimtelijke kwaliteit en zijn van provinciaal belang. Op basis van de Structuurvisie is de projectlocatie gelegen in het stedelijk concentratie gebied. In het stedelijk concentratiegebied, inclusief de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking, wordt de bovenlokale verstedelijkingsbehoefte opgevangen. Met de provincie maken gemeenten in regionaal verband afspraken over de verdeling van het verstedelijkingsprogramma. De provincie vindt het daarnaast belangrijk dat gemeenten bij ruimtelijke afwegingen, het principe van zorgvuldig ruimtegebruik toepassen. Dat betekent dat eerst gekeken wordt naar mogelijkheden voor intensivering of hergebruik op of binnen bestaand bebouwd gebied. De provincie wil nieuw ruimtebeslag zoveel mogelijk voorkomen. 3.2.2 Verordening Ruimte Noord Brabant 2011 De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de Structuurvisie Ruimte en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. De Verordening Ruimte is op 17 december 2010 vastgesteld door Provinciale Staten en is op 1 maart 2011 in werking getreden.
Afbeelding 7: uitsnede kaart stedelijk concentratiegebied Verordening Ruimte
10
Het projectgebied is gelegen in het stedelijk concentratiegebied Bergen op Zoom. Het provinciale beleid is gericht op het bundelen van verstedelijking. Het uitgangspunt van deze bundelingsgedachte is dat het overgrote deel van de woningbouw, bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in stedelijke concentratiegebieden. Stedelijke concentratiegebieden ontwikkelen zich tot complete stedelijke gebieden. Dit betekent dat ze een aantrekkelijk, in verschillende dichtheden vormgegeven woon-, werk- en leefmilieu bieden. Er liggen tal van mogelijkheden het bestaand stedelijk gebied beter te benutten door inbreiden en herstructureren en intensief en meervoudig ruimtegebruik. Binnen het als zodanig aangewezen stedelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. De Verordening vereist dat in de gemeentelijke planvorming wordt verantwoord dat de ruimtelijke mogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied zo goed mogelijk worden benut. Deze verantwoording dient gebaseerd te zijn op concreet beleid vastgelegd in een gemeentelijke structuurvisie. Het accent ligt op inbreiden en herstructureren. Daarnaast moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die compacte bouwwijzen bieden om het ruimtegebruik te intensiveren. Ook moet bestaande, nieuwe of te herontwikkelen ruimte intensiever worden benut. Door verschillende functies op een locatie te combineren kan extra ruimtebeslag worden voorkomen of beperkt. In stedelijke gebieden is dit mogelijk door het combineren van functies als wonen, werk en zorg. Bij de nieuwbouw van woningen is regionale afstemming vereist. Het wonen wordt namelijk steeds meer gezien als een regionale opgave en de noodzaak om met betrekking tot woningbouw tot regionale afstemming te komen wordt alleen maar groter. Conclusie Het onderhavige plan voorziet in een functiewijziging binnen bestaand stedelijk gebied. Een voormalige bedrijfslocatie krijgt een nieuwe invulling. Er vindt geen extra ruimtebeslag plaats. De voorgestelde ontwikkeling is dan ook niet strijdig met het provinciale beleid. 3.3 Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid is neergelegd in een veelheid aan (structuur)plannen, stedenbouwkundige plannen, beleidsnotities en andere beleidsstukken. In de onderstaande tekst wordt ingegaan op de voor het plangebied meest relevante beleidsdocumenten. 3.3.1 Structuurvisie Bergen op Zoom 2030 De op 22 september 2011 door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie voor het grondgebied van de gemeente levert een integrale samenhangende ruimtelijke visie voor de stad Bergen op Zoom en de kernen Halsteren, Lepelstraat, Heimolen, Klutsdorp en Kladde. De planhorizon van de structuurvisie reikt tot 2030. Binnen die termijn moet rekening worden gehouden met een lichte bevolkingskrimp als geheel, maar vooral ook met een daling van de beroepsbevolking door een toenemende vergrijzing. In het document wordt ondermeer ingegaan op hoe verder te gaan met de reeds in gang gezette woonprojecten, de toekomst van de bedrijventerreinen, de fysieke infrastructuur, de recreatieve potenties, het water en het groen in en rondom de stad.
Afbeelding 8: uitsnede plankaart behorende bij Structuurvisie Bergen op Zoom 2030
11
In de Structuurvisie wordt het plangebied aangemerkt als ‘Woonwijk Herstructurering’. Voor deze typering geldt dat er gestreefd wordt naar kwaliteitsverbetering door sloop van verouderde bebouwing en het realiseren van nieuwbouw aansluitend op de eisen van deze tijd. Bij herstructurering moet voorkomen worden dat het woningaantal toeneemt. Er mag maximaal 1 op 1 teruggebouwd worden en dit mag niet ten koste gaan van openbare ruimte. Dit betekent dat ruimte gezocht moet worden in herstructureringslocaties (bijvoorbeeld vrijkomende bedrijfslocaties) om het gewenste bouwvolume te kunnen bereiken. Het onderhavige plan geeft een nieuwe invulling aan een voormalig bedrijfsperceel. Hiermee wordt langdurige leegstand met verpaupering tot gevolg tegengegaan. Het plan is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in de structuurvisie. 3.3.2 Beleidsrichtlijn huisvesting van buitenlandse arbeidsmigranten Op 2 oktober 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom een beleidsrichtlijn vastgesteld voor de huisvesting van buitenlandse werknemers. Hierin is aangegeven dat er voorzien moet worden in een structurele oplossing voor de huisvestingsproblematiek van deze doelgroep. Dit kan ondermeer door de transformatie van bestaande complexen, zoals leegstaande kantoorgebouwen. Voorwaarden hierbij zijn wel dat het woonmilieu ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast en overconcentratie wordt voorkomen. Verder komen alleen uitzendondernemingen , die zich conformeren aan het met de koepelorganisaties in de uitzendbranche (ABU, NBBU en VIA) gesloten convenant in aanmerking om een dergelijke voorziening in gebruik te nemen. Als vervolg op deze beleidsrichtlijn heeft het college in maart 2012 verder richting gegeven aan het beleid inzake huisvesting van buitenlandse arbeidsmigranten. Uitgangspunt dient te zijn dat deze groep een volwaardige plaats in de samenleving krijgt. Naast het bieden van fatsoenlijke huisvesting beoogt het college hiermee overlast in woonwijken en op recreatieterreinen terug te dringen. Het college wenst hierbij onderscheid te maken tussen vestigers en tijdelijke verblijvers. De vestigers dienen zoveel mogelijk huisvesting te vinden binnen de reguliere woningmarkt. De huisvesting van de tijdelijk verblijvende groepen arbeidsmigranten dient zoveel mogelijk te worden gerealiseerd d.m.v. job-lodges. Dit ten behoeve van een adequate huisvesting alsmede om deze groepen arbeidsmigranten een betere aansluiting met de samenleving te geven. De job-lodges worden bij voorkeur gesitueerd in de bebouwde kom, in straten met gemengde bestemmingen en sluiten aan op de behoefte van de doelgroep. Het college kiest hierbij niet voor grootschalige oplossingen, met name in het belang van participatie en integratie van de arbeidsmigranten. Ze wenst een actief beleid te voeren, richting ontwikkelende partijen, mede vanuit economisch belang van gemeente en regio. Zij wil als centrumgemeente binnen de regio structurele oplossingen bieden voor het vraagstuk arbeidsmigranten en de inmiddels verworven voortrekkersrol verder uitbouwen. Een job-lodge is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Er is sprake van een kleinschalige huisvestingsvorm. Indicatief gaat het om ca. 20-30 kamers; 2. Er is een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte voor dagverblijf en ontspanning aanwezig; 3. Er wordt zorg gedragen voor voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of op loopafstand van de locatie; 4. Huisvesting vindt plaats conform de Uniforme Huisvestingsnorm, waarin ondermeer geregeld is dat de gebruiksvloeropppervlakte per persoon minimaal 12m2 dient te bedragen; 5. Er is sprake van een goed beheer en toezicht zoal dit is aangegeven in het Convenant Huisvesting uitzendmigranten West-Brabant. Het onderhavige plan voldoet aan de geformuleerde uitgangspunten inzake de huisvesting van arbeidsmigranten. 3.3.3 Verkeersstructuurplan Het verkeersstructuurplan (vastgesteld 26 mei 2005) geeft de kaders aan voor het verkeers- en mobiliteitsbeleid voor de periode 2005 - 2015. In deze periode staat Bergen op Zoom voor een grote ruimtelijke opgave: de verlenging van de A4-Zuid (omleiding Halsteren), de bouw van Augustapolder en Bergse Haven, de afbouw van de Schans, de ontwikkeling van een grootschalige recreatievoorziening aan de westkant van het centrum (Zeelandcomplex), de opwaardering en uitbreiding van het centrum en het Havenkwartier en de ontwikkeling van het stationsgebied. Deze ontwikkelingen en de autonome ontwikkelingen genereren samen veel verkeer. De verkeersdruk neemt hierdoor toe. Dit kan leiden tot problemen als opstoppingen, stankoverlast, geluidhinder, slechte oversteekbaarheid en onveiligheid.
12
Het verkeersstructuurplan hanteert drie strategieën om de mobiliteit te beheersen en de huidige en toekomstige knelpunten te ondervangen: 1. Het aanwijzen en inrichten van een comfortabel, veilig en direct fietsnetwerk. 2. Het indelen van het wegennetwerk in twee duidelijke categorieën: verkeersaders en verblijfsgebieden. 3. Aanpak en oplossing op maat van problemen voor vrachtverkeer en openbaar vervoer. Een actieplan en maatregelenpakket dienen ervoor te zorgen dat het centrum van Bergen op Zoom goed bereikbaar is en blijft. De visie achter het verkeersstructuurplan is dat de hoofdinfrastructuur moet zorgen voor een bereikbare stad en dat de leefbaarheid van verkeersveiligheid zoveel mogelijk moet verbeteren. Enkele doelstellingen die het verkeersstructuurplan hanteert zijn de volgende: 1. Het bieden van een alternatief voor autobereikbaarheid in de vorm van een veilig, direct en comfortabel fietsnetwerk. 2. Het concentreren van (de overlast van) het autoverkeer op een hoofdroutenetwerk, waar betrouwbaarheid in doorstroming wordt geboden. 3. In de schil rond het centrum kiezen voor bereikbaarheid van het centrum voor langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer. Kiezen voor ruimtelijke kwaliteit van de omgeving, in plaats van het faciliteren (ruimte maken) van het doorgaand verkeer. 4. Het inrichten van de woongebieden als verblijfsgebied om daarmee leefbaarheid en verkeersveiligheid te verbeteren. Hiertoe is in het verkeersstructuurplan een categorisering van het wegennetwerk opgesteld. Basis is de scheiding tussen verkeersaders en verblijfsgebieden (gebaseerd op het principe Duurzaam Veilig). Deze scheiding is verder uitgewerkt in een categorisering van wegen. Er worden twee beheersgebieden onderscheiden: buiten de bebouwde kom en binnen de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom zijn gebiedsontsluitingswegen (stadsontsluitingswegen en wijkontsluitingswegen) en erftoegangswegen onderscheiden. De Parallelweg is gedeeltelijk aangeduid als een buurtontsluitingsweg. Deze wegen verzorgen de ontsluiting van buurten en vormen de verbinding met de gebiedsontsluitingswegen. De indicatieve intensiteit bedraagt 2000 – 5000 mtv/etmaal. Ter hoogte van de projectlocatie is de Parallelweg aangeduid als een woonstraat. Op deze wegen overheerst de verblijfsfunctie. Deze straten worden niet of nauwelijks gebruikt door ander gemotoriseerd verkeer dan verkeer uit de directe omgeving. De Parallelweg beschikt over een vrijliggend fietspad.
Afbeelding 9: categorisering wegennet Verkeersstructuurplan
13
3.3.4 Groenstructuurplan Het Groenstructuurplan Bergen op Zoom 2007-2017 is een kadernota die gebruikt dient te worden bij de ontwikkeling van plannen en projecten in de ruimtelijke ordening van de gemeente Bergen op Zoom. Het doel van deze nota is het ontwikkelen van een duurzame groenstructuur voor de kernen van de gemeente voor de komende tien jaar. De opgave is de structuren te verbinden en te (her)structureren zodanig dat zij samen de robuuste groene structuur gaan vormen. Het Groenstructuurplan beschrijft sfeerbeelden voor het groen in wijken en buurten, waarop het beheer afgestemd wordt. Het groenstructuurplan kan als een bouwsteen dienen voor ruimtelijke plannen/projecten. Er ligt vanuit het Groenstructuurplan geen concrete opgave voor het projectgebied. 3.3.5 Waterplan 2001 Voor de gemeente Bergen op Zoom is in 2001 een waterplan opgesteld waarin alle verschijningsvormen van water in samenhang zijn bekeken. De opstelling van het plan is gebeurd in samenwerking met alle betrokken waterpartners en in februari 2002 vastgesteld. Op basis van de uitgangspunten van het waterplan is het vigerende Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) van kracht geworden in 2003. Het waterplan besteed integraal aandacht aan de ontwikkelingen en problemen op het gebied van watersystemen en waterketen. Het watersysteem bestaat uit hemelwater, grond- en oppervlaktewater. De waterketen omvat alle drink- en afvalwater, kortom alle water in de buis. Met het waterplan willen de waterpartners het beleid meer op elkaar afstemmen. Bovendien willen ze gezamenlijk werken aan het herstel van veilige, gezonde, duurzame en veerkrachtige watersystemen en een duurzame, samenhangende waterketen. Daarbij staat centraal de verbetering van het leefmilieu van mens, dier en plant alsmede het evenwicht in economische en ecologische ontwikkelingen. Vanuit de gezamenlijke beleidsplannen is een visie voor de gewenste situatie in 2050 (streefbeeld) ontwikkeld voor het waterplan. Vervolgens zijn aan de hand van het streefbeeld de ambities voor de lange, korte en middellange termijn vastgelegd. Kernelementen van het streefbeeld c.q. de lange termijn ambitie zijn: • Schoon oppervlaktewater en waterbodem • Schoon grondwater • Evenwichtige flora en fauna • Water vasthouden en bergen • Voorkomen wateroverlast • Alleen afvalwater zuiveren (geen regenwater via de riolering transporteren/lozen) • Duurzame watervoorziening (beperkt drinkwatergebruik en water op maat). Op het aspect water wordt nader ingegaan in de waterparagraaf (zie hoofdstuk 4).
14
Hoofdstuk 4 Onderbouwing op onderdelen 4.1 Cultuurhistorie en Archeologie 4.1.1 Cultuurhistorie De aanwezige bedrijfsloodsen zijn niet aangeduid als gemeentelijk en/of rijksmonument. Op het achterste gedeelte van het terrein is een bedrijfsloods uit 1916 aanwezig. Dit gebouw maakte onderdeel uit van het terrein van ijzergieterij “De Parel”. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is het van belang dat de situatie voordat de sloopwerkzaamheden worden gestart in kaart wordt gebracht. Hiervoor is de SIEB (Stichting Industrieel Erfgoed Bergen op Stoom) benaderd. 4.1.2 Archeologie Archeologische waarden dienen bij de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen expliciet meegewogen te worden en waar mogelijk te worden ontzien. Archeologisch erfgoed moet bij uitgangspunt worden beschermd op de plaats waar het wordt aangetroffen. Ligging Het perceel ligt binnen een gebied dat op de gemeentelijke archeologische waardenkaart een middelhoge trefkans heeft. Deze trefkans betreft sporen uit alle cultuurperioden, met name de Nieuwe Tijd (na 1550). Dit is gebaseerd op het voorkomen van dekzand op de overgang naar veen (ten noorden van de Oude Wouwsebaan), het gebruik als akkerland in de Nieuwe Tijd, en de ligging van het stedelijke gasthuis (16de eeuw) in de nabijheid (nu NS station). Historie In de late middeleeuwen maakte het terrein deel uit van akkergronden buiten de Wouwsepoort. Kort na 1500 werd in de buurt een gasthuis gebouwd, dat uitgebreide landerijen en een kerkhof bezat. Van 1700 tot 1868 lag het terrein onder het glacis van de vesting (schootsvelden) en was niet in gebruik. Na de aanleg van de spoorlijn werd een parallelweg aangelegd, waaraan in de loop van de 20ste eeuw bebouwing kwam. Dit waren zowel woonhuizen als bedrijven. In 1916 werd op het achterste deel van het terrein de ijzergieterij “De Parel” opgericht, waarvan het bedrijfsgebouw nog bewaard is gebleven. Tussen dit gebouw en de Parallelweg was een onbebouwd erfje. In 1918 ging het gebouw korte tijd over naar de NV Conservenfabriek De Schelde, maar in 1943/1944 volgde de verkoop van de gebouwen aan distilleerderij Becht & zn, die er voornamelijk de populaire mousserende wijn, genaamd “Knal”, produceerden. Dit duurde geruime tijd, tot aan de verplaatsing van de productie naar de Buitenvest. Volgens de plattegrond van1968 was het hele terrein in dat jaar bebouwd en deed het dienst als bedrijfsruimte Het huidige pand zal uit de jaren ’80 of ’90 dateren en staat tegen de oude fabriekshal van 1916. Archeologische verwachting Tot 1960 of kort daarna was het voorste deel van het terrein onbebouwd. Daarna werd het echter bebouwd en deze bebouwing is later nog eens vernieuwd. De kans dat er bij deze bouwwerkzaamheden archeologische resten verstoord zijn geraakt, is erg groot. De archeologische verwachting van dit specifieke terrein moet daarom naar beneden worden bijgesteld. Conclusie Gelet op de historie van het gebied en de specifieke relatie met de vroege industrie in Bergen op Zoom, verdient de huidige loods uit 1916 de nodige aandacht. Onder deze loods kunnen zich sporen bevinden van de ijzergieterij (putten, ovenrestanten), die een zeker industrieel-archeologische waarde bezitten. Onder het voorterrein (tussen genoemde loods en de Parallelweg) zal een groot deel van de ondergrond door de verschillende bouwactiviteiten geroerd zijn. Op het terrein is derhalve geen archeologisch onderzoek vóór de nieuwbouw noodzakelijk. In dit geval kan volstaan met een archeologische begeleiding, welke plaats moet vinden tijdens de sloop van het huidige gebouwencomplex. Dit houdt in dat tijdens de sloop van de vloeren en funderingen een archeoloog ter plaatse is om eventuele sporen te documenteren. 4.2 Verkeer Op basis van de Nota parkeernormering is uitgegaan van een parkeernorm van 1 parkeerplaats per kamer, waarbij de maximale bezettingsgraad per kamer gesteld is op twee personen. Het plan gaat uit van 26 kamers, waardoor er dus 26 parkeerplaatsen beschikbaar dienen te zijn. Het plan voorziet in de realisatie hiervan op eigen terrein. De bestaande
15
ontsluiting van het perceel aan de zijde van de Parallelweg blijft intact. De parkeerplaatsen, die op het achterste gedeelte van het perceel zijn gelegen zijn via deze ontsluiting bereikbaar. 4.3 Flora en Fauna Op basis van de op 1 april 2002 in werking getreden Flora- en faunawet is het een vereiste om inzicht te bieden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijke beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zullen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of zijn leefgebied, zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Zijn de effecten niet weg te nemen, bijvoorbeeld door een andere locatie te kiezen, of op een andere manier naar een oplossing te zoeken, terwijl de uitvoering van het plan noodzakelijk wordt geacht (dwingende redenen van groot openbaar belang) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden aangevraagd en zal moeten worden voorzien in compensatie. Daar waar ontwikkelingen plaatsvinden, geldt in dit kader een onderzoeksplicht. De betreffende locatie is gelegen in binnenstedelijk gebied en is in zijn geheel verhard. De aanwezige bedrijfsbebouwing staat sinds kort leeg. Er zijn geen (bijzondere soorten) flora en of fauna te verwachten. Op grond hiervan wordt het niet nodig geacht een nader onderzoek te doen als hierboven bedoeld. Aangezien er geen aantasting van de aanwezige flora en fauna wordt verwacht is ook geen ontheffing noodzakelijk als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet. 4.4 Water Algemeen Voor alle (nieuwe) ruimtelijke plannen, waaronder procedures als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, is de zogenoemde “watertoets” van toepassing. Doel van de watertoets is om vanaf de start zowel de consequenties van het ruimtelijke plan of ontwikkeling voor de waterhuishouding in beeld te brengen, alsmede voldoende rekening te houden met het belang van het water bij de ruimtelijke ontwikkeling. Vigerend beleid en algemene uitgangspunten Op regionaal niveau is de provincie verantwoordelijk voor het beleidsveld water. Het beleid is verwoord in het Provinciale Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 dat met name voortborduurt op gemaakte beleidsafspraken passend binnen de randvoorwaarden van het Europese en nationale waterbeleid. Als belangrijkste uitgangspunten zijn met name te noemen de scheiding van relatief schone en vuile waterstromen en het benutten van mogelijkheden voor infiltratie en/of conservering van hemelwater. Voor het beheer van het oppervlaktewater is waterschap Brabantse Delta verantwoordelijk. Het vigerende beleid van deze waterbeheerder is afkomstig uit het in 2009 vastgestelde Waterbeheerplan 2010-2015. Met het waterbeheerplan is op consistente wijze het beleid voortgezet voor duurzaam stedelijk waterbeheer als uitgangspunt voor de inrichting en het beheer van stedelijk water zoals afkomstig uit het NBW en WB21 en de Beleidsnota stedelijk water – van last naar lust. Daarnaast is aanvullende regelgeving van het waterschap opgenomen in de Keur waarmee, zeker bij aanpassingen aan water(stromen), altijd rekening gehouden dient te worden. Samen met de gemeente zal nader invulling worden gegeven aan de stedelijke wateropgave, met de bedoeling wateroverlast te (blijven) voorkomen. Eveneens geldt deze gezamenlijke samenwerking voor de Europese Kaderrichtlijn Water, die vooral gericht is op verbetering van de waterkwaliteit. Voor de gemeente Bergen op Zoom is in 2001 een waterplan opgesteld waarin alle verschijningsvormen van water in samenhang zijn bekeken. Dit plan is opgesteld in samenwerking met alle betrokken waterpartners en door de gemeenteraad en het waterschap in 2002 vastgesteld. De uitgangspunten van het waterplan zijn nog steeds van kracht en bovendien nader uitgewerkt in het geactualiseerde Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP 2008-2012) dat aan het eind 2007 door de gemeenteraad is vastgesteld. Inmiddels heeft de gemeente sinds de inwerkingtreding van de wet gemeentelijke watertaken (2008) verschillende zorgplichten ten aanzien zien van water in het stedelijk gebied. Het gaat om de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Voor het stedelijk afvalwater is deze zorgplicht uitgewerkt in het vigerende GRP. De zorgplichten voor hemel- en grondwater komen voor de gemeente pas om de hoek kijken als huiseigenaren zelf niet
16
voor een adequate verwerking van het water kunnen zorgen. In deze gevallen dient de gemeente voor voorzieningen te zorgen waarop particulieren kunnen aansluiten. Belangrijke voorwaarde is wel dat de maatregelen doelmatig zijn. Welke maatregelen worden getroffen, is zeer sterk locatie-afhankelijk. Zo zijn andere maatregelen nodig als de grondwaterstand laag is en er sprake is van een zandige bodem dan wanneer de bodem uit klei bestaat en het grondwater in een groot deel van het jaar reikt tot aan het maaiveld. Gezamenlijk met het waterschap dient hieromtrent een juiste (lees passende) keuze te worden gemaakt. Tenslotte zorgt de gemeente voor de ruimtelijke inpassing van de diverse voorzieningen voor het waterbeheer. In dat opzicht wordt bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening gehouden met zowel het integraal waterbeleid als het rioleringsplan. Gevolgen van beoogde ontwikkeling op het watersysteem Aangezien het beoogde plan niet gepaard gaat met een toename van het bebouwd oppervlak en er geen wijzigingen plaatsvinden die van invloed zijn op de waterhuishouding is er welbeschouwd sprake van een neutrale situatie. Alle afvalwater dient aangesloten te blijven op de aanwezige vuilwaterriolering. Het (overtollig schone) regenwater afkomstig van de bebouwing, zal net als nu op de aanwezige hemelwaterafvoer van de riolering aangesloten (moeten) worden. Om verontreiniging van hemelwater te voorkomen, is voor nieuwbouw en of renovatie de (uitwendige) toepassing van uitlogende materialen niet gewenst. Door gerichte communicatie, waar mogelijk met de ontwikkelaar/eigenaar zelf, zal informatieverstrekking over de mogelijkheden van duurzaam bouwen en het toepassen van duurzame bouwmaterialen plaats hebben. Waterschap Brabantse Delta is om advies gevraagd. Bij brief van 27 februari 2013 heeft het waterschap een positief wateradvies gegeven.
17
Hoofdstuk 5 Milieuplanologische aspecten 5.1 Bedrijven en milieuzonering Toetsingskader Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de kwaliteit van de leefomgeving. Milieuzonering beperkt zich in het algemeen tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geur, stof, geluid en gevaar. Voor een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, heeft de VNG van de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ in 2009 een geheel herziene uitgave opgesteld. Richtafstanden In de VNG-publicatie is een richtafstandenlijst opgenomen in relatie tot het omgevingstype rustige woonwijk. In deze lijst zijn bedrijven op grond van hun potentiële milieubelasting ingedeeld in zes categorieën. In tabel 1 zijn de milieucategorieën en richtafstanden uit de VNG-publicatie overgenomen. Tabel 1 Milieucategorieën en richtafstanden Milieucategorie Richtafstanden tot omgevingstype ‘rustige woonwijk’* in meters 1 10 2 30 3.1 50 3.2 100 4.1 200 4.2 300 5.1 500 5.2 700 5.3 1000 6 1500 * indien de omgeving is te typeren als ‘gemengd gebied’, gelden kleinere richtafstanden, namelijk één afstandstap kleiner (Zie de VNG-publicatie, paragraaf 2.3.). De VNG-publicatie onderscheidt twee omgevingstypen: * Het omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Een vergelijkbaar omgevingstype qua aanvaardbare milieubelasting is een rustig buitengebied, (eventueel inclusief verblijfsrecreatie), een stiltegebied of een natuurgebied. * Het omgevingstype gemengd gebied Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Omgevingstype De projectlocatie en directe omgeving liggen in het invloedsgebied van het spoor en naast woningen. Er komen van oudsher andere functies voor zoals kleine bedrijven. Om die reden is de projectlocatie en directe omgeving aangemerkt als omgevingstype gemengd gebied.
18
Ontwikkeling Het initiatief betreft het realiseren van een job-lodge, bestaande uit 26 wooneenheden en bijbehorende voorzieningen zoals een gezamenlijke eetruimte. De parkeervoorzieningen voor de bewoners worden achter het gebouw gerealiseerd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de geluiduitstraling van het parkeren op het achterterrein op de omliggende woningen onderzocht. De resultaten hiervan zijn opgenomen bij het milieuaspect geluid. De berekende geluidbelastingen worden toelaatbaar geacht, hetgeen de ontwikkeling inpasbaar maakt en er dus sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Bedrijven in de directe omgeving Voor het initiatief zijn de bedrijven in de directe omgeving van het projectgebied geïnventariseerd. De geïnventariseerde bedrijven met bijbehorende richtafstanden zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Wouts & Co Parallelweg 41 Detailhandel 47A 0 0 Tuin & Serrevoor zover n.e.g. meubelen Stichting Parallelweg Samen 68d Werken / Sociale 32991 0 30 Opstap werkvoorziening Diensten Centrum 1P potentieel geringe verkeersaantrekkende werking voor personenvervoer
Verkeer
Milieucategorie
Grootste afstand
Gevaar (m)
Geluid (m)
Omschrijving
Stof (m)
Adres
Geur (m)
Bedrijf
SBI-code 2008
Richtafstanden t.o.v. een ‘rustige woonwijk’
10
0
10
1
1P
30
0
30
2
1P
In een gemengd gebied mag de richtafstand van de milieuaspecten met één afstandsstap worden verlaagd. Uitzondering hierop is het milieuaspect gevaar. Voor voorliggende situatie betekent dit een grootste richtafstand van 10 meter vanwege Stichting Samen Werken / Opstap Diensten Centrum. De richtafstanden behorende bij de omliggende bedrijvigheid reiken niet over het projectgebied. De omliggende bedrijvigheid is geen belemmering voor het initiatief. Conclusie Vanuit bedrijven en milieuzonering zijn er geen belemmeringen voor het initiatief. 5.2 Luchtkwaliteit Toetsingskader Het wettelijke kader voor de luchtkwaliteit is gegeven in de volgende documenten: - de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen de Wm; - het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen het Besluit nibm; - de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen de Regeling nibm; - de ‘Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007’; - de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’; - het ‘Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)’. Voor de kwaliteit van de buitenlucht gelden de in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen. Een besluit om een ruimtelijke ontwikkeling toe te staan betreft de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in artikel 5.16, tweede lid, van de Wm die gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit. De grenswaarden van de genoemde stoffen zijn reeds ingegaan, met een uitzondering: voor stikstofdioxide (NO2) gaat de grenswaarde in op 1 januari 2015. Voor de kleinere
19
fractie van de zwevende deeltjes, die met PM2,5 wordt aangeduid, zal de grenswaarde (een jaargemiddelde concentratie van 25 µg/m3) op 1 januari 2015 ingaan. Tot 1 januari 2015 blijft het toetsen aan die grenswaarde buiten beschouwing bij de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift (zie Wm artikel 5.16, lid 2 een opsomming van deze bevoegdheden en wettelijke voorschriften). Dit is ongeacht of een besluit van vóór 1 januari 2015 ook na de genoemde datum gevolgen voor de luchtkwaliteit heeft of kan hebben (zie Wm bijlage 2 voorschrift 4.4, lid 2). In artikel 5.16 Wm is bepaald dat in bepaalde categorieën van gevallen, die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, geen directe toetsing aan de grenswaarden hoeft plaats te vinden. In het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ zijn deze categorieën van gevallen aangewezen. Zo kan een woningbouwlocatie onder de in deze regelgeving aangewezen categorieën vallen, namelijk indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 woningen omvat. Daarbij is door het ministerie van VROM, zo blijkt uit het rapport ‘Bepaling van IBM planomvang op basis van herziene uitgangspunten’ van december 2006, uitgegaan van gemiddeld 2,6 voertuigbewegingen per woning per weekdag. Een toename van de verkeersintensiteit met maximaal 3.900 voertuigbewegingen per weekdag (1.500 woningen * 2,6 voertuigbewegingen per woning per weekdag) draagt dus niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de beoogde ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In een dergelijk geval is een nader onderzoek naar de concentratie en toetsing aan de luchtkwaliteitgrenswaarden niet aan de orde. 5.3 Externe Veiligheid Inleiding Het aspect externe veiligheid kan relevant zijn vanwege bedrijven (inrichtingen) die met gevaarlijke stoffen werken en vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen. Op basis van de opgestelde “Gevoeligheidsanalyse groepsrisico Bevi-inrichtingen” (d.d. 6 januari 2012) zijn de externe veiligheidsaspecten kwalitatief beschreven. Tevens is een kwantitatieve risicoanalyse (RBM II) uitgevoerd met betrekking tot het aspect vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Inleiding Het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) verplicht het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro) afstanden aan te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. Het Bevi heeft onder meer tot doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. Het Bevi is van toepassing op vergunningsplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle bedrijven. Voor de toepassing van het Bevi, wordt een nieuw ruimtelijk besluit gezien als een nieuwe situatie. Om te bepalen of er in de directe omgeving bedrijven zijn gelegen waarop het Bevi van toepassing is, is het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS)1 als ook de professionele risicokaart2 geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied in het invloedsgebied3 ligt van de Bevi-bedrijven: Sabic Innovative Plastics B.V. en Mepavex Logistics B.V. Sabic innovative plastics B.V. Met betrekking tot deze inrichting is de provincie Noord-Brabant het bevoegd gezag. Op basis van de professionele risicokaart is bepaald dat het plangebied op een afstand van ca. 2400 meter van de inrichtingsgrens van Sabic innovative plastics BV ligt. Het invloedsgebied van Sabic bedraagt 8705 meter en ligt hierdoor volledig over het plangebied. Uit de QRA, behorende bij de Wm-aanvraag, blijkt dat het plaatsgebonden risico (PR) van 10-6 per jaar niet buiten de inrichtingsgrens ligt. Het maximaal berekende groepsrisico (GR) bedraagt 0.002 van de oriënterende waarde. 1 Het RRGS is en centraal landelijk register met gegevens over risicosituaties die in Nederland bestaan rond het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. 2 De professionele risicokaart laat zien waar onder andere risicobronnen liggen. 3 Invloedsgebied: Dit is het gebied waarin personen nog worden meegeteld voor de berekening van het groeprisico. Dit gebied wordt bepaald door de berekening van het grootst mogelijke ongeval waar nog 1% van de blootgestelde personen dodelijk letsel optreedt.
20
Uit de “Gevoeligheidsanalyse groepsrisico Bevi-inrichtingen”, die in het kader van het uitvoeringsprogramma externe veiligheid in 2011 is uitgevoerd (rapportage 6 januari 2012) blijkt dat het groepsrisico van bovengenoemde Beviinrichting in alle gevallen ruim onder de oriënterende waarde voor het groepsrisico ligt. Uit deze gevoeligheidsanalyse blijkt tevens dat grote ruimtelijke ontwikkelingen niet of nauwelijks invloed hebben op het groepsrisico van betreffende inrichtingen. In de gevoeligheidsanalyse zijn alle grootschalige ontwikkelingen, zoals die van De Zeeland en de realisatie van een Leisurecomplex meegenomen. Uit de berekening blijkt dat dergelijke ontwikkelingen geen invloed hebben op de hoogte van het groepsrisico van de genoemde inrichtingen. Op basis van bovengenoemde gevoeligheidsanalyse kan worden geconcludeerd dat het groepsrisico niet toeneemt als gevolg van de ontwikkeling aan de Parallelweg 54. Mepavex Logistics B.V. Met betrekking tot deze inrichting is de gemeente Bergen op Zoom het bevoegd gezag. Op basis van de professionele risicokaart is bepaald dat het plangebied op een afstand van ca. 2200 meter van de inrichtingsgrens van Mepavex ligt. Het invloedsgebied van Mepavex bedraagt 3260 meter en ligt hierdoor volledig over het plangebied. Uit de QRA, behorende bij de Wm-aanvraag, blijkt dat het plaatsgebonden risico (PR) van 10-6 per jaar net (10 m) buiten de inrichtingsgrens, maar niet over het plangebied ligt. Het maximaal berekende groepsrisico (GR) bedraagt 0.15 van de oriënterende waarde. Uit de “Gevoeligheidsanalyse groepsrisico Bevi-inrichtingen”, die in het kader van het uitvoeringsprogramma externe veiligheid in 2011 is uitgevoerd (rapportage 6 januari 2012) blijkt dat het groepsrisico van bovengenoemde Beviinrichting in alle gevallen ruim onder de oriënterende waarde voor het groepsrisico ligt. Uit deze gevoeligheidsanalyse blijkt tevens dat grote ruimtelijke ontwikkelingen niet of nauwelijks invloed hebben op het groepsrisico van betreffende inrichtingen. In de gevoeligheidsanalyse zijn alle grootschalige ontwikkelingen, zoals die van De Zeeland en de realisatie van een Leisurecomplex meegenomen. Uit de berekening blijkt dat dergelijke ontwikkelingen geen invloed hebben op de hoogte van het groepsrisico van de genoemde inrichtingen. Op basis van bovengenoemde gevoeligheidsanalyse kan worden geconcludeerd dat het groepsrisico niet toeneemt als gevolg van de ontwikkeling aan de Parallelweg 54. Conclusie De realisatie van een joblodge leidt niet tot een toename van het groepsrisico. Omdat het projectgebied binnen het invloedsgebied van meerdere Bevi-inrichtingen is gelegen dient op grond van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een verantwoording van het groepsrisico te worden opgenomen. Hiertoe dient (op grond van artikel 13, lid 3 van het Bevi) advies te worden gevraagd aan de Veiligheidsregio inzake de hoogte van het groepsrisico en de aspecten met betrekking tot de rampenbestrijding, zelfredzaamheid en hulpverlening. Transport en externe veiligheid Inleiding Beoordeling van de risico’s veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, water en weg dient plaats te vinden aan de hand van de circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, 31 juli 2012”, waarin grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico zijn opgenomen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs transportassen die deel uitmaken van het Basisnet Weg, Water en / of Spoor kan de berekening van het plaatsgebonden risico achterwege blijven. Hiervoor gelden namelijk de afstanden die in bijlage 2, 3 en 4 van de circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, 13 juli 2012” (circulaire Rnvgs) zijn opgenomen. Op deze afstanden mag het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen niet meer bedragen dan 10-6 per jaar. Voor Basisnet Weg geldt bijvoorbeeld dat daar waar in bijlage 2 van de circulaire de afstand ‘0’ is vermeld het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer op het midden van de weg niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Op het moment dat het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in werking treedt (naar verwachting medio 2013) moet voor sommige transportassen rekening worden gehouden met het Plasbrandaandachtsgebied (PAG). Het PAG is het gebied tot 30 meter van de transportas waarin, bij de realisering van kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand. Voor bijvoorbeeld de Rijksweg wordt de 30 meter voor het PAG
21
gemeten vanaf de rechterrand van de rechterrijstrook. In het toekomstige Btev (Besluit transportroutes externe veiligheid) is beschreven aan welke voorwaarden het bouwen in een PAG moet voldoen. Indien binnen het invloedsgebied van een transportas nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien en er een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico of een significante stijging van het groepsrisico optreedt, dient bij de vaststelling van het ruimtelijke besluit, het groepsrisico te worden verantwoord. Volgens de circulaire gelden geen beperkingen voor het ruimtegebruik voor het gebied dat verder ligt dan 200 m van de transportas. Ten aanzien van de verantwoording dient niet alleen het invloedsgebied van de maatgevende vervoersklasse (GF3: brandbaar gas) voor het groepsrisico te worden beschouwd, maar ook de effectafstand die wordt gegenereerd door overige stoffen die over het wegvak worden vervoerd. Zodoende kan het invloedsgebied verder reiken dan 200 meter. Indien dat het geval is en het invloedsgebied reikt tot over het plangebied, moeten wel maatregelen worden overwogen bijvoorbeeld in het kader van zelfredzaamheid. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder meer de externe veiligheidsaspecten van buisleidingen. Het externe veiligheidsbeleid voor buisleidingen is daarmee in lijn gebracht met het beleid voor inrichtingen en voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. Rijks- en vaarwegen Op basis van de professionele risicokaart is vastgesteld dat het plangebied op meer dan 200 meter van een rijks- en vaarweg ligt waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (zoals opgenomen in bijlage 2 en 3 van de circulaire RNVGS). Gelet hierop zijn risicoberekeningen (zowel plaatsgebonden als groepsrisico) niet noodzakelijk en hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het plangebied. Spoorwegen De ontwikkeling ligt op minder dan 200 meter van het spoortraject Sloehaven – Roosendaal West, een transportas bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Gelet hierop zijn de risico’s beschouwd en berekend (zowel plaatsgebonden als groepsrisico). Voor het traject Sloehaven – Roosendaal West geldt, op grond van bijlage 4 van de circulaire Rnvgs (d.d. 31-07-2012), dat er ter hoogte van de ontwikkeling geen sprake is van een maximaal plaatsgebonden risico. Omdat de ontwikkeling ongeveer op 55 meter van het spoor ligt (en dus buiten de veiligheidszone en PAG-zone), hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het projectgebied. Op basis van de vervoersaantallen uit bijlage 4 van de circulaire is de hoogte van het groepsrisico berekend met het rekenprogramma RBM-II (V2.2). Uitgangspunt voor de berekening is dat voor de huidige situatie is uitgegaan van de populatiedata uit het nationale populatiebestand. Voor de populatiedata voor de joblodge aan de Parallelweg 54 is uitgegaan van 26 wooneenheden. Per wooneenheid kunnen maximaal twee personen verblijven. Uit de berekeningen blijkt dat het maximale GR ter hoogte van de Parallelweg 0.6 x de oriënterende waarde (OW) bedraagt (zie bijlage 2). Uit een aanvullende GR-berekening, waarin de ontwikkeling aan de Parallelweg 54 is meegenomen, blijkt dat het maximaal berekende GR niet wijzigt als gevolg van deze ontwikkeling (bijlage 2). Buisleidingen Om te bepalen of er in het projectgebied of in de directe omgeving buisleidingen zijn gelegen is de professionele risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied buiten het invloedsgebied ligt van een hogedruk aardgasleiding. Gelet hierop zijn risicoberekeningen (zowel plaatsgebonden als groepsrisico) niet noodzakelijk en hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het projectgebied. Opgemerkt wordt dat naar de toekomst toe een nieuwe Gasunie hogedrukaardgasleiding wordt aangelegd parallel aan de Parallelweg. Conform artikel 6 van het Bevb is de exploitant bij de aanleg van een nieuwe buisleiding verantwoordelijk voor het uitvoeren van een risicoanalyse, waarbij het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar niet groter mag zijn dan 5 meter, gemeten vanaf het hart van de leiding. Daarnaast mag het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar niet liggen over een (geprojecteerd) kwetsbaar object. De leidingexploitant dient te voldoen aan de grens- en richtwaarde van het plaatsgebonden risico. Op basis van bovengenoemde kan worden gesteld dat de aanleg van een nieuwe hogedrukaardgasleiding niet leidt tot beperkingen ten aanzien van het ruimtegebruik van het projectgebied.
22
Conclusie Bevi-inrichtingen Met betrekking tot de Bevi-inrichtingen Sabic Innovative Plastics B.V. en Mepavex Logistics B.V. blijkt uit de QRA berekeningen dat het plaatsgebonden risico van 10-6/jaar niet binnen het projectgebied ligt. Er wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Het voor de inrichtingen berekend groepsrisico wordt niet beïnvloed door de planontwikkeling aan de Parallelweg 54. Op basis van het advies van de Veiligheidsregio is een invulling gegeven aan de verantwoordingsplicht met betrekking tot het groepsrisico. Spoorweg De projectlocatie ligt op meer dan 200 meter van een risicorelevante vaarweg en rijksweg. Risicoberekeningen zijn om deze reden niet noodzakelijk. Uit de RBM II-berekeningen, met betrekking tot het spoortraject Frans monument – Roosendaal, volgt dat het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar ter hoogte van de planontwikkeling 0 meter bedraagt. Het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor levert geen beperking op ten aanzien van de planontwikkelingen. Er wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden voor het PR. Op basis van de uitgevoerde GR-berekeningen (in het kader van planontwikkeling Parallelweg 54) wordt geconcludeerd dat het groepsrisico niet zal wijzigen als gevolg van de ontwikkeling van de job-lodge. Omdat het groepsrisico onder de oriënterende waarde ligt en er geen sprake is van een toename, is een volledige verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk. Wel is rekening gehouden met de effecten van een ongeval op het spoor en over de planning en invulling van eventueel te nemen veiligheidsverhogende maatregelen. Op basis van het advies van de Veiligheidsregio is een verdere invulling gegeven aan de verantwoordingsplicht met betrekking tot het groepsrisico. Buisleidingen Het plangebied ligt buiten het invloedsgebied van een hoge druk aardgasleiding. De aanleg van de nieuwe Gasunie hogedrukaardgasleiding, die wordt aangelegd parallel aan de Parallelweg, leidt niet tot beperkingen ten aanzien van het ruimtegebruik van het plangebied. Verantwoording groepsrisico Voor het groepsrisico moet worden beschouwd welke populatie wordt getroffen door een ongeval met gevaarlijke stoffen. In de onderhavige situatie richt de verantwoording van het groepsrisico zich op een toxische wolk bij de Beviinrichtingen Sabic en Mepavex en een toxisch scenario op het spoor. Bevi-inrichtingen Een toxisch scenario kan zich bij beide bedrijven voordoen. Het betreft het ontstaan van een wolk met toxische verbrandingsproducten als gevolg van een brand in de opslagvoorziening met gevaarlijke stoffen. Deze toxische wolk zal zich in de omgeving verspreiden. Aanwezige personen kunnen als gevolg van de blootstelling aan deze wolk komen te overlijden. Daarnaast kunnen aanwezigen last krijgen van de luchtwegen en van brandende ogen. Het onderhavige plangebied zal in meer of mindere mate de gevolgen van dit scenario ondervinden. Spoor Bij een toxisch scenario op het spoor is er sprake van een lek in de tankwand van een spoorketelwagon, waardoor een vloeistofplas met toxische vloeistof ontstaat. In het ‘worst case’ scenario faalt de tank catastrofaal. De gevolgen van het onderhavige project voor het groepsrisico zijn bekend en vormen samen met de aanwezige mogelijkheden tot voorbereiding van bestijding en beperking van de omvang van een calamiteit en de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van in de nabijheid aanwezige personen de basis voor de verantwoording groepsrisico. Bij de verantwoording van het groepsrisico is het advies van de Veiligheidsregio d.d. 20 februari 2013 gebruikt. Dit advies is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Maatregelen Mogelijkheden om het groepsrisico als gevolg van de bedrijven Sabic en Mepavex middels het treffen van bronmaatregelen te treffen te verminderen zijn niet realistisch. Het stellen van nadere voorschriften ter beperking van het groepsrisico is niet noodzakelijk. In de bestaande vergunningen zijn al grenzen gesteld aan de risico’s waardoor het groepsrisico als direct gevolg van de activiteiten binnen de inrichting niet zal stijgen.
23
De Veiligheidsregio adviseert bij de nieuwbouw van de job-lodge afsluitbare mechanische ventilatie toe te passen en extra aandacht te besteden aan de detaillering van gevels, ramen en kozijnen zodat deze luchtdicht zijn uitgevoerd. Dit wordt gecommuniceerd met de aanvrager. Mogelijkheden voor rampenbestrijding Om effectief en efficiënt hulp te kunnen bieden ten tijde van en ongeval zijn de opkomsttijd, de bereikbaarheid en de bluswatervoorzieningen van belang. De hulpverleningsdiensten moeten voldoende capaciteit hebben om alle effecten binnen een kort tijdsbestek te kunnen bestrijden. De brandweer geeft in haar advies aan dat de er voldaan wordt aan de norm voor de opkomsttijd zoals gesteld in het Dekkings- en spreidingsplan 2011-2014. De projectlocatie ligt binnen het dekkingsgebied van een waarschuwings- en alarmeringsinstallatie. Daarnaast is het mogelijk om de bevolking middels NL alert te alarmeren. Zodra de gelegenheid zich voordoet zullen de standaardvoorschriften ten aanzien van bereikbaarheid uit de Handreiking bereikbaarheid en Bluswatervoorziening (NVBR) in acht worden genomen. Zelfredzaamheid De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate aanwezigen in staat zijn om zich op eigen kracht in veiligheid te brengen. Gesteld wordt dat de gebruikers van de job-lodge in hoge mate zelfredzaam zijn. De mogelijkheden om gevaar in te schatten bij een toxische wolk zijn voor de meeste aanwezigen goed. Dit kan nog worden verbeterd door mensen te informeren over de gevaren en risico’s en de te nemen maatregelen. Een belangrijk aspect bij zelfredzaamheid is dat er aandacht wordt besteed aan goede ontruimingsplannen bij inrichtingen, hoorbaarheid van sirenes en nooduitgangen. Er zal actief worden gecommuniceerd over de risico’s en de te nemen maatregelen. De bewoners zijn daarmee op de hoogte van wat men moet doen in het geval van een ongeval. 5.4 Geluid Inleiding Een joblodge wordt gezien als een logiesgebouw en is hierdoor geen geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeerswegen, spoorwegen en industrieterreinen. Omdat geen geluidgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd is onderzoek naar de geluidbelasting van gezoneerde bronnen niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de geluidbelasting op de omliggende woningen ten gevolge van het parkeren op het achterterrein onderzocht. Tevens wordt het rijden op het parkeerterrein en de verkeersaantrekkende werking beschouwd. Uit de situatieschets blijkt dat ten aanzien van het parkeren op het achterterrein wordt uitgegaan van een parkeervoorziening met circa zesentwintig plaatsen. Toetsingskader In die gevallen dat een ontwikkeling niet is gelegen op een geluidgezoneerd industrieterrein, maar de activiteiten die binnen het plan mogelijk worden gemaakt die een bepaalde invloed kunnen hebben op geluidgevoelige bestemmingen in de directe omgeving van het plan, wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening normaliter aangesloten bij de VNG-publicatie ‘Bedrijven en Milieuzonering’. Gezien de directe omgeving van het parkeerterrein wordt uitgegaan van het gebiedstype ‘gemengd gebied’, zoals gedefinieerd in voornoemde publicatie. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype ‘gemengd gebied’. De locatie Parallelweg 54 en de directe omgeving kan worden bestempeld als een gemengd gebied. Het gebied ligt in de directe omgeving van hoofdinfrastructuur (spoorlijn en station Bergen op Zoom) en nabij andere functies zoals bedrijven. Als gevolg hiervan dienen ingevolge de VNG-publicatie voor de te realiseren activiteiten de volgende grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en maximale geluidniveau ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen in acht te worden genomen:
24
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT): • 50 dB(A) in de dagperiode (tussen 07.00 en 19.00 uur); • 45 dB(A) in de avondperiode (tussen 19.00 en 23.00 uur); • 40 dB(A) in de nachtperiode (tussen 23.00 en 07.00 uur). Maximale geluidniveau (LAmax): • 70 dB(A) in de dagperiode; • 65 dB(A) in de avondperiode; • 60 dB(A) in de nachtperiode. Verkeersaantrekkende werking (LAeq): • 50 dB(A) in de dagperiode; • 45 dB(A) in de avondperiode; • 40 dB(A) in de nachtperiode. Uitgangspunten berekeningen geluidbelastingen Voor de berekeningen van de geluidbelastingen ten gevolge van het parkeren op het achterterrein zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het parkeerterrein bestaat uit zesentwintig parkeerplaatsen. Er worden in totaal zesentwintig kamers gerealiseerd. Er wordt ingeschat dat per kamer circa zes voertuigbewegingen per etmaal zullen optreden (arriveren en vertrekken zijn twee voertuigbewegingen). In overeenstemming met CROW-publicatie 256 ‘Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden’ wordt voor een centrumstedelijke omgeving voor de voertuigbewegingen een verdeling aangehouden van circa 70% in de dagperiode, circa 25% in de avondperiode en circa 5% in de nachtperiode. De relevante geluidbronnen met betrekking tot het parkeerterrein betreffen personenauto’s. Voor de bepaling van de geluidemissie vanwege het parkeren op het parkeerterrein is een akoestisch rekenmodel opgesteld met Geomilieu versie 2.13. In het rekenmodel is tevens het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege de personenautobewegingen op de openbare weg bepaald. Daarnaast zijn de maatgevende maximale geluidniveaus vanwege het sluiten van de aanschroefdelen van de personenauto’s (portieren) bepaald. Deze geluidniveaus treden op ter plaatse van de parkeerplaatsen. Tevens is het rijden van de personenauto’s op het terrein beschouwd. Ten behoeve van de erfafscheiding is een schutting met een hoogte van 2 meter geprojecteerd. De bronvermogenniveaus, die gehanteerd zijn ten behoeve van de bepaling van de geluidbelasting vanwege de inrichting, zijn bepaald op basis van ervaringscijfers en literatuur. Voor het (normaal) sluiten van een autoportier is een bronvermogen van 100 dB(A) aangehouden. Hierbij wordt het volgende opgemerkt. Het sluiten van een autoportier wordt gemodelleerd als een puntbron met een alzijdige uitstraling. Dit is niet conform de werkelijkheid, omdat bij het sluiten van een autoportier het geluid door het voertuig zelf gedeeltelijk wordt afgeschermd. Het akoestisch rekenmodel geeft dus een overschatting van de geluiduitstraling naar de omgeving. Voor het rijden van personenauto’s wordt uitgegaan van een bronvermogen van 90 dB(A), zowel op het parkeerterrein als op de openbare weg. Op de openbare weg is een rijsnelheid van 30 km/uur aangehouden vanwege de aanwezige 30 km-zone. Op het achterterrein is een rijsnelheid van 10 km/uur aangehouden. Er is uitgegaan van een situatie waarbij per kamer zes voertuigbewegingen per etmaal optreden. Dit resulteert in 26*6 = 156 personenautobewegingen per etmaal. Uitgaande van CROW-publicatie 256 zullen hiervan afgerond 110 bewegingen in de dagperiode, 40 bewegingen in de avond en 8 bewegingen in de nachtperiode plaatsvinden. Aangenomen is dat de voertuigen die het parkeerterrein bezoeken via de Parallelweg arriveren en vertrekken, waarbij evenveel voertuigen linksaf als rechtsaf afslaan.
25
Rekenresultaten In de onderstaande tabel zijn de rekenresultaten van de berekeningen samengevat weergegeven. De gepresenteerde waarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus zijn etmaalwaarden. In bijlagen bij deze onderbouwing zijn de bijbehorende rekenresultaten vanuit het gehanteerde rekenmodel gepresenteerd. Weergave rekenresultaten
Immissiepositie
01_B 02_A 02_B 03_A 03_B 04_A 04_B 05_A 05_B 06_B 07_B 08_A 08_B 09_A 09_B 10_A 10_B 11_A 11_B 12_A 12_B 13_A 13_B 14_A 14_B 15_A 15_B 15_C 16_A 16_B 17_A 17_B 18_A 18_B
Omschrijving
Parallelweg 55 Iepstraat 4 Iepstraat 4 Iepstraat 6 Iepstraat 6 Iepstraat 8 Iepstraat 8 Iepstraat 10 Iepstraat 10 Iepstraat 12 Iepstraat 14 Iepstraat 16 Iepstraat 16 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 4 Lijsterbesstraat 4 Lijsterbesstraat 6 Lijsterbesstraat 6 Lijsterbesstraat 8 Lijsterbesstraat 8 Lijsterbesstraat 10 Lijsterbesstraat 10 Lijsterbesstraat 12 Lijsterbesstraat 12 Parallelweg 49 Parallelweg 49 Parallelweg 49 Parallelweg 48 Parallelweg 48 Parallelweg 49 Parallelweg 49 Parallelweg 57 Parallelweg 57
h.
[m] 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 5,0 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 1,5 5,0 1,5 5,0
Geluidbelasting rijden over parkeerterrein etmaalwaarde
Maximale geluidniveaus dag-, avond- en nachtperiode
[dB(A)]
[dB(A)]
52 36 44 36 44 36 44 33 43 43 42 31 42 34 43 36 43 35 43 34 42 32 40 28 38 31 38 40 27 35 22 23 30 31
62 56 64 56 65 57 65 54 62 62 61 51 62 59 65 57 64 55 63 53 62 52 61 49 60 56 61 62 46 58 39 42 35 37
Geluidbelasting verkeersaantrekkende werking parkeerterrein etmaalwaarde [dB(A)] 34 12 19 12 20 13 19 6 18 19 18 8 19 12 18 16 19 15 19 14 18 9 16 14 18 21 20 20 22 22 44 43 44 43
Uit de rekenresultaten blijkt dat: er niet voldaan kan worden aan de grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus; er voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde voor de verkeersaantrekkende werking;
26
-
er niet voldaan kan worden aan de grenswaarde van 60 dB(A) voor de maximale geluidniveaus in de nachtperiode.
Het optredende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau ten gevolge van voertuigbewegingen van en naar en over het parkeerterrein bedraagt maximaal 52 dB(A) etmaalwaarde (≈Lden=50 dB) ter plaatse van de zijgevel van de woning Parallelweg 55. De grenswaarde voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau wordt, alleen bij deze woning, met maximaal 2 dB overschreden. Aangezien de reeds aanwezige geluidbelasting ten gevolge van railverkeer (traject 661 Bergen op Zoom - Goes) ter plaatse van deze woning circa Lden = 62 dB4 bedraagt zal de geluidbelasting die optreedt ten gevolge van de personenautobewegingen ten behoeve van de planontwikkeling niet leiden tot een verslechtering van het geluidklimaat bij de woning Parallelweg 55. Om deze reden worden de optredende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in de onderhavige situatie toelaatbaar geacht. Het optredende maximale geluidniveau bedraagt maximaal 65 dB(A) ter plaatse van de woningen Iepstraat 6, 8 en Lijsterbesstraat 2. De grenswaarde voor het maximale geluidniveau wordt met maximaal 5 dB overschreden. De woningen waar de overschrijding van het maximale geluidniveau optreedt zijn alle redelijk tot goed onderhouden woningen. Uitgaande van het Bouwbesluit dient een woning een geluidwering van minimaal 20 dB te bezitten. Gezien de bouwkundige staat van de woningen mag er vanuit worden gegaan dat een dergelijke geluidwering aanwezig is. Aangezien de optredende maximale geluidniveaus niet meer dan 65 dB(A) bedragen, zullen in de woningen niveaus hoger dan 45 dB(A) ten gevolge van de optredende maximale geluidniveaus niet optreden. Uit de Nota n.a.v. het Eindverslag 2e kamer Wijziging Wet geluidhinder (1990/1991) mag er vanuit worden gegaan dat bij binnenniveaus ten gevolge van het maximale geluidniveau tot LAmax = 45 dB(A) er geen slaapverstoring zal optreden. Om deze reden worden de optredende maximale geluidniveaus in de onderhavige situatie toelaatbaar geacht. Conclusies Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de voorgenomen planontwikkeling met betrekking tot het aspect geluid inpasbaar is in de omgeving en er dus sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De grenswaarden die behoren tot het gebiedstype ‘gemengd gebied’ uit de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ worden bij een aantal woningen overschreden ten gevolge van de optredende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus. De optredende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus worden toelaatbaar geacht vanwege de reeds aanwezige geluidbelasting ten gevolge van railverkeer die meer dan 10 dB boven de geluidbelasting ten gevolge van de planontwikkeling ligt. Hierdoor zal het geluidklimaat ter plaatse van de betreffende woning ten gevolge van de planontwikkeling niet verslechteren. Vastgesteld is dat de geluidbelasting ten gevolge van de maximale geluidniveaus op de aanwezige woningen zodanig is dat er geen slaapverstoring optreedt ten gevolge van de optredende geluidniveaus in de woningen. De berekende geluidbelastingen worden derhalve toelaatbaar geacht, hetgeen de ontwikkeling inpasbaar maakt en er dus sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 5.5 Bodem Voor het aspect bodem is allereerst in de informatiesystemen van de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant (OMWB) nagegaan wat bekend is van de percelen binnen het plangebied. Voor delen van het plangebied zijn de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd: - Verkennend onderzoek Lijsterbesstraat 12a (Ascor analyse, 14 oktober 1997) - Historisch onderzoek Parallelweg 54 Bergen op Zoom (RMD, 5 maart 2010) Van de resultaten worde onderstaand kort en bondig verslag gedaan. Verkennend onderzoek Lijsterbesstraat 12a In onderstaande figuur is weergegeven waar het verkennend onderzoek is uitgevoerd. Er is met name een verhoging van PAK’s in de grond aangetroffen bij boring 6. Destijds was er geen sprake van een ernstige verontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming. Derhalve gold er geen saneringverplichting.
4
De geluidbelasting ten gevolg van railverkeer is bepaald met behulp van het geluidregister (zie www.geluidspoor.nl) voor railverkeer in Geomilieu versie 2.13.
27
Historisch onderzoek Parallelweg 54 In het historisch onderzoek is aan de hand van de vastgestelde (bedrijfs)activiteiten op de locatie de verontreinigingsstatus bepaald. Op basis van de vastgestelde (bedrijfs)activiteiten zijn geen potentieel spoedeisende (bedrijfs)activiteiten, maar wel potentieel ernstige bedrijfsactiviteiten naar voren gekomen. De locatie is geen potentiële spoedlocatie. Van de percelen die worden herontwikkeld is slechts beperkt bodeminformatie beschikbaar. Bij herinrichting en grondverzet binnen het gebied moet bodemonderzoek worden uitgevoerd (in het kader van de Wabo en het Besluit bodemkwaliteit) om na te gaan of de bodemkwaliteit geschikt is voor de bouwplannen, of dat bodemsanerende maatregelen nodig zijn. Uitgevoerd bodemonderzoek op locatie In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning is in mei/juni 2013 door Wematech Bodem Adviseurs B.V. een verkennend bodemonderzoek (projectnummer VBB-50130249) uitgevoerd op de locatie Parallelweg 54 Bergen op Zoom . Doel van het onderzoek is het vaststellen van de huidige milieuhygiënische bodemkwaliteit van zowel grond als grondwater in verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het aspect bouwen. Uit de boorstaten blijkt dat de grond zintuiglijk is verontreinigd met sporen baksteen, puin, kolengruis. Daarnaast zijn een aantal boringen gestaakt wegens een verharding. Uit de analyseresultaten blijkt dat in de bovengrond een licht verhoogd gehalte aan barium, cadmium, kobalt, lood en PAK (>achtergrondwaarden), een matig verhoogd gehalte aan zink (>tussenwaarden) en een sterk verhoogd gehalte aan koper (>interventiewaarden) wordt aangetroffen. In de ondergrond wordt een licht verhoogd gehalte aan barium, kobalt, koper, lood, PAK en minerale olie (>achtergrondwaarden). In het grondwater worden geen van de onderzochte parameters verhoogd aangetroffen. Conclusie Gezien de verkregen resultaten van het onderzoek blijft de gestelde hypothese "verdachte locatie" gehandhaafd. Op basis van het historisch onderzoek, de zintuiglijke beoordeling van de grond- en grondwatermonsters en de resultaten van het chemisch-analytisch onderzoek kan gesteld worden dat niet gegraven mag worden in de sterk verontreinigde grond zonder toestemming van het bevoegd gezag. Voor het overige zijn binnen de huidige functieklasse geen gebruiksbeperkingen aan de onderzoekslocatie. Aangezien de grondverontreiniging in de bovengrond onder een betonverharding is gesitueerd zijn geen humane of ecologische risico’s aanwezig.
28
Op basis van de resultaten van onderhavig bodemonderzoek wordt verwacht dat de sterke koperverontreiniging op het oostelijk deel van het perceel over een oppervlakte van maximaal 1000 m2 in een laag van circa 50 cm sterk verontreinigd is met koper. Naar verwachting is sprake van een ‘geval van ernstige bodemverontreiniging’ dat is ontstaan voor 1987. De sterke grondverontreiniging met koper kan mogelijk gesaneerd worden door deze te isoleren middels bebouwing en verharding. De sanering zou mogelijk middels een BUS melding, categorie immobiel, gemeld kunnen worden bij provincie Noord-Brabant. De omgevingsvergunning voor het aspect bouwen treedt op grond van artikel 2.4.2 bouwverordening en artikel 6.2c lid 1 Wabo pas in werking zodra een saneringsplan is ingediend en akkoord bevonden door het bevoegd gezag (provincie Noord-Brabant).
29
Hoofdstuk 6 Financiële aspecten en procedure 6.1 Financiële overwegingen en dekking Het betreft een initiatief van een marktpartij. Het kostenverhaal, voor zover aan de orde, is geregeld middels een anterieure overeenkomst. Uit de uitgevoerde planschaderisicoanalyse is gebleken dat er geen planschade te verwachten is als gevolg van de onderhavige planologische wijziging. Er is een verhaalsovereenkomst planschade gesloten met de initiatiefnemer. 6.2 Procedurele aspecten 6.2.1 Bevoegdheid Conform artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht dient de gemeenteraad te verklaren dat zij geen bedenkingen heeft tegen het feit dat wordt afgeweken van het bestemmingsplan Op grond van lid 3 van dit artikel kan de gemeenteraad categorieën van gevallen aanwijzen waarin een verklaring van de gemeenteraad niet vereist is. De gemeenteraad heeft op 31 maart 2011 deze categorieën van gevallen aangewezen. Onderliggend bouwplan past binnen deze categorieën. Het college van burgemeester en wethouders is aldus rechtstreeks bevoegd om te beslissen op de aanvraag omgevingsvergunning waarmee wordt afgeweken van het bestemmingsplan. 6.2.2 Vooroverleg Conform art. 5.20 BOR jo. 3.1.1. Bro is het plan in vooroverleg besproken met provincie, waterschap en de brandweer Midden- en West-Brabant. Het waterschap heeft op 27 februari 2013 een positief advies afgegeven (zie bijlage). De provincie Noord-Brabant heeft bij brief van 7 februari 2013 gereageerd. Hierin geven zij aan dat er geen aanleiding bestaat tot het maken van opmerkingen. Het advies van de brandweer is betrokken bij de verantwoording van het groepsrisico. De vooroverlegreacties zijn als bijlage bij deze onderbouwing gevoegd. 6.2.3 Zienswijzenprocedure Het ontwerpbesluit heeft vanaf 10 juni gedurende zes weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn vier zienswijzen ontvangen. In de bij de omgevingsvergunning behorende Nota van Commentaar is de beoordeling van de zienswijzen weergegeven. Geconcludeerd is dat de zienswijzen geen aanleiding vormen om planologische medewerking te weigeren dan wel tot een aanpassing van het plan over te gaan.
Hoofdstuk 7 Projectbeoordeling Het onderhavige plan speelt in op de groeiende vraag naar kwalitatief goede huisvesting voor arbeidsmigranten. Het gekozen ontwerp past, gelet op de kleinschaligheid, in het beleid van de gemeente en voldoet aan de criteria van een zogenaamde job-lodge. Uitgangspunt is dat deze huisvestingsvorm wordt gevestigd in straten met een gemengde uitstraling. Dit wil zeggen dat er naast woningen ook andere functies in de straat aanwezig zijn, zoals bedrijvigheid, detailhandel, dienstverlening. De Parallelweg is als zodanig te typeren. Het ontwerp houdt rekening met de stedenbouwkundige structuur van het gebied en past in het straatbeeld. Het bebouwd oppervlak van het perceel neemt aanzienlijk af ten opzichte van de bestaande situatie. De bouwhoogte wordt, gelet op de aangrenzende percelen als aanvaardbaar beschouwd. Op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte. Het openbaar gebied wordt hiermee niet extra belast. De gemeente Bergen op Zoom ziet, gezien hetgeen in deze ruimtelijke onderbouwing is neergelegd, geen belemmeringen om ten behoeve van het onderhavige plan af te wijken van het bestemmingsplan. Daarnaast wordt het plan, vanuit gemeentelijk perspectief, als financieel-economisch haalbaar geacht.
30
Bijlage I
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 1
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr.
Bf 0,00 0,00
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. 49 48 54 54 55
Hoogte 9,00 6,00 7,00 3,00 7,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
06 07 08 09 10
56 47 garageboxen Iepstraat 4-18 schuur
7,00 7,00 3,00 8,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
11 12 13 14 15
schuur schuur schuur schuur Lijsterbesstraat 2-12
3,00 3,00 3,00 3,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
16 17 18
schuur schuur schuur berging berging
3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
57
7,00 5,00 3,00
0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief
0 dB 0 dB 0 dB
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
1
schuur
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Hulpvlakken, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. Parallelweg 54
Geomilieu V2.13
Hoogte 0,00
Maaiveld 0,00
Hdef. Relatief
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 02
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. gemiddelde rijroute personenauto's personenauto's openbare weg
Geomilieu V2.13
ISO H 0,75 0,75
ISO M 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief
Aantal(D) 55 55
Aantal(A) 20 20
Aantal(N) 4 4
Cb(D) 26,44 31,23
Cb(A) 26,06 30,85
Cb(N) 36,06 40,85
Gem.snelheid 10 30
Max.afst. 5,00 5,00
Lw 31 52,20 52,20
Lw 63 66,50 66,50
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 02
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 125 70,40 70,40
Lw 250 74,40 74,40
Geomilieu V2.13
Lw 500 81,50 81,50
Lw 1k 85,80 85,80
Lw 2k 83,70 83,70
Lw 4k 80,70 80,70
Lw 8k 73,90 73,90
Red 31 0,00 0,00
Red 63 0,00 0,00
Red 125 0,00 0,00
Red 250 0,00 0,00
Red 500 0,00 0,00
Red 1k 0,00 0,00
Red 2k 0,00 0,00
Red 4k 0,00 0,00
Red 8k 0,00 0,00
Lwr Totaal 89,74 89,74
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan
portieren portieren portieren portieren portieren
Hoogte 1,50 1,50 0,75 0,75 0,75
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Cb(D) 99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
Cb(A) 99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
Cb(N) 99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
Lw 31 52,20 52,20 52,20 52,20 52,20
Lw 63 66,50 66,50 66,50 66,50 66,50
06 07 08 09 10
dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan
portieren portieren portieren portieren portieren
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
52,20 52,20 52,20 52,20 52,20
66,50 66,50 66,50 66,50 66,50
11 12 13 14 14
dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan
portieren portieren portieren portieren portieren
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
52,20 52,20 52,20 52,20 52,20
66,50 66,50 66,50 66,50 66,50
15 16 17 18 19
dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan
portieren portieren portieren portieren portieren
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
52,20 52,20 52,20 52,20 52,20
66,50 66,50 66,50 66,50 66,50
20 21 22 23
dichtslaan dichtslaan dichtslaan dichtslaan
portieren portieren portieren portieren
0,75 0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00
99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00
Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee
52,20 52,20 52,20 52,20
66,50 66,50 66,50 66,50
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 02 03 04 05
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 125 70,40 70,40 70,40 70,40 70,40
Lw 250 74,40 74,40 74,40 74,40 74,40
Lw 500 81,50 81,50 81,50 81,50 81,50
Lw 1k 85,80 85,80 85,80 85,80 85,80
Lw 2k 83,70 83,70 83,70 83,70 83,70
Lw 4k 80,70 80,70 80,70 80,70 80,70
Lw 8k 73,90 73,90 73,90 73,90 73,90
Red 31 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 63 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 125 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 250 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 500 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 1k -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 2k -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 4k -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Red 8k -10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
Lwr Totaal 99,74 99,74 99,74 99,74 99,74
06 07 08 09 10
70,40 70,40 70,40 70,40 70,40
74,40 74,40 74,40 74,40 74,40
81,50 81,50 81,50 81,50 81,50
85,80 85,80 85,80 85,80 85,80
83,70 83,70 83,70 83,70 83,70
80,70 80,70 80,70 80,70 80,70
73,90 73,90 73,90 73,90 73,90
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
99,74 99,74 99,74 99,74 99,74
11 12 13 14 14
70,40 70,40 70,40 70,40 70,40
74,40 74,40 74,40 74,40 74,40
81,50 81,50 81,50 81,50 81,50
85,80 85,80 85,80 85,80 85,80
83,70 83,70 83,70 83,70 83,70
80,70 80,70 80,70 80,70 80,70
73,90 73,90 73,90 73,90 73,90
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
99,74 99,74 99,74 99,74 99,74
15 16 17 18 19
70,40 70,40 70,40 70,40 70,40
74,40 74,40 74,40 74,40 74,40
81,50 81,50 81,50 81,50 81,50
85,80 85,80 85,80 85,80 85,80
83,70 83,70 83,70 83,70 83,70
80,70 80,70 80,70 80,70 80,70
73,90 73,90 73,90 73,90 73,90
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00 -10,00
99,74 99,74 99,74 99,74 99,74
20 21 22 23
70,40 70,40 70,40 70,40
74,40 74,40 74,40 74,40
81,50 81,50 81,50 81,50
85,80 85,80 85,80 85,80
83,70 83,70 83,70 83,70
80,70 80,70 80,70 80,70
73,90 73,90 73,90 73,90
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
-10,00 -10,00 -10,00 -10,00
99,74 99,74 99,74 99,74
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 01 01
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. erfafscheiding erfafscheiding erfafscheiding
Geomilieu V2.13
ISO H 2,00 2,00 2,00
ISO M 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief
Cp 0 dB 0 dB 0 dB
Refl.L 31 0,80 0,80 0,80
Refl.L 63 0,80 0,80 0,80
Refl.L 125 0,80 0,80 0,80
Refl.L 250 0,80 0,80 0,80
Refl.L 500 0,80 0,80 0,80
Refl.L 1k 0,80 0,80 0,80
Refl.L 2k 0,80 0,80 0,80
Refl.L 4k 0,80 0,80 0,80
Refl.L 8k 0,80 0,80 0,80
Refl.R 31 0,80 0,80 0,80
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Naam 01 01 01
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Refl.R 63 0,80 0,80 0,80
Refl.R 125 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V2.13
Refl.R 250 0,80 0,80 0,80
Refl.R 500 0,80 0,80 0,80
Refl.R 1k 0,80 0,80 0,80
Refl.R 2k 0,80 0,80 0,80
Refl.R 4k 0,80 0,80 0,80
Refl.R 8k 0,80 0,80 0,80
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Model: Groep:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
parkeren Parallelweg 54 - Bergen op Zoom (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 01 02 03 04 05
X 79288,96 79327,30 79333,20 79339,01 79345,85
Y 390007,57 390046,42 390045,71 390045,00 390044,17
Omschr. Parallelweg 55 Iepstraat 4 Iepstraat 6 Iepstraat 8 Iepstraat 10
06 07 08 09 10
79350,31 79354,68 79360,65 79359,78 79358,66
390043,63 390043,10 390042,38 390019,80 390013,42
11 12 13 14 15
79357,69 79356,66 79355,70 79354,66 79289,04
16 17 18
79287,34 79278,01 79270,46
Geomilieu V2.13
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A -1,50 1,50 1,50 1,50
Hoogte B 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Hoogte C ------
Hoogte D ------
Hoogte E ------
Hoogte F ------
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
Iepstraat 12 Iepstraat 14 Iepstraat 16 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 4
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
--1,50 1,50 1,50
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
------
------
------
------
Ja Ja Ja Ja Ja
390007,90 390002,06 389996,64 389990,69 390036,66
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Parallelweg 49
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
----7,50
------
------
------
Ja Ja Ja Ja Ja
390041,30 390037,95 389985,80
Parallelweg 48 Parallelweg 49 Paralleweg 57
0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50
5,00 5,00 5,00
----
----
----
----
Ja Ja Ja
6 8 10 12
23-1-2013 16:14:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel Rapport: Model:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Lijst van model eigenschappen parkeren
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Aangemaakt door
parkeren omwwlo01 IL omwwlo01 op 18-1-2013
Laatst ingezien door Model aangemaakt met Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren
omwwlo01 op 23-1-2013 Geomilieu V2.11 0 4
Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids Meteorologische correctie Standaard bodemfactor Absorptiestandaarden
Bronresultaten Groepsresultaten Toepassen standaard, 5,0 0,2 HMRI-II.8
Clusteren gebouwen Verwijderen binnenwanden Luchtdemping [dB/km] Aandachtsgebied Dynamische foutmarge
Ja Ja 0,02 0,07 0,25 0,76 1,63 2,86 6,23 19,00 67,40 ---
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:15:09
Bijlage I Akoestisch rekenmodel
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Commentaar
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:15:09
Bijlage II
Bijlage II Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Rekenresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel parkeren LAeq totaalresultaten voor toetspunten LAr,LT Nee
Naam Toetspunt 01_B 02_A 02_B 03_A 03_B
Omschrijving Parallelweg 55 Iepstraat 4 Iepstraat 4 Iepstraat 6 Iepstraat 6
04_A 04_B 05_A 05_B 06_B
Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat
07_B 08_A 08_B 09_A 09_B
Hoogte 5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
Dag 46,9 30,1 38,7 30,7 38,6
Avond 47,3 30,5 39,1 31,1 39,0
Nacht 37,3 20,5 29,1 21,1 29,0
Etmaal 52,3 35,5 44,1 36,1 44,0
1,50 5,00 1,50 5,00 5,00
30,5 38,4 27,1 37,8 37,4
30,9 38,8 27,5 38,2 37,8
20,9 28,8 17,5 28,2 27,8
35,9 43,8 32,5 43,2 42,8
Iepstraat 14 Iepstraat 16 Iepstraat 16 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 2
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
36,6 25,2 36,9 28,5 37,2
37,0 25,6 37,2 28,9 37,6
27,0 15,6 27,2 18,9 27,6
42,0 30,6 42,2 33,9 42,6
10_A 10_B 11_A 11_B 12_A
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
4 4 6 6 8
1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
30,9 37,1 29,7 37,4 28,3
31,3 37,5 30,1 37,8 28,6
21,3 27,5 20,1 27,8 18,6
36,3 42,5 35,1 42,8 33,6
12_B 13_A 13_B 14_A 14_B
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
8 10 10 12 12
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
36,7 26,7 34,2 22,1 32,6
37,1 27,1 34,6 22,5 33,0
27,1 17,1 24,6 12,5 23,0
42,1 32,1 39,6 27,5 38,0
15_A 15_B 15_C 16_A 16_B
Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg
49 49 49 48 48
1,50 5,00 7,50 1,50 5,00
25,4 32,6 34,8 21,3 30,1
25,8 32,9 35,2 21,7 30,4
15,8 22,9 25,2 11,7 20,4
30,8 37,9 40,2 26,7 35,4
17_A 17_B 18_A 18_B
Parallelweg 49 Parallelweg 49 Paralleweg 57 Paralleweg 57
1,50 5,00 1,50 5,00
16,9 17,7 24,3 25,3
17,3 18,1 24,7 25,7
7,3 8,1 14,7 15,7
22,3 23,1 29,7 30,7
8 8 10 10 12
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:16:12
Bijlage III
Bijlage III Rekenresultaten maximale geluidniveaus Rapport: Model:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Groep:
Resultatentabel parkeren LAmax totaalresultaten voor toetspunten LAmax
Naam Toetspunt 01_B 02_A 02_B 03_A 03_B
Omschrijving Parallelweg 55 Iepstraat 4 Iepstraat 4 Iepstraat 6 Iepstraat 6
04_A 04_B 05_A 05_B 06_B
Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat
07_B 08_A 08_B 09_A 09_B
Hoogte 5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
Dag 61,5 56,1 63,8 56,4 65,2
Avond 61,5 56,1 63,8 56,4 65,2
Nacht 61,5 56,1 63,8 56,4 65,2
1,50 5,00 1,50 5,00 5,00
57,1 64,7 54,4 62,3 61,8
57,1 64,7 54,4 62,3 61,8
57,1 64,7 54,4 62,3 61,8
Iepstraat 14 Iepstraat 16 Iepstraat 16 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 2
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
61,1 51,2 61,9 59,3 64,5
61,1 51,2 61,9 59,3 64,5
61,1 51,2 61,9 59,3 64,5
10_A 10_B 11_A 11_B 12_A
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
4 4 6 6 8
1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
56,9 63,5 54,9 62,8 52,8
56,9 63,5 54,9 62,8 52,8
56,9 63,5 54,9 62,8 52,8
12_B 13_A 13_B 14_A 14_B
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
8 10 10 12 12
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
62,4 52,1 60,9 49,0 59,7
62,4 52,1 60,9 49,0 59,7
62,4 52,1 60,9 49,0 59,7
15_A 15_B 15_C 16_A 16_B
Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg
49 49 49 48 48
1,50 5,00 7,50 1,50 5,00
56,3 61,4 61,6 46,0 58,3
56,3 61,4 61,6 46,0 58,3
56,3 61,4 61,6 46,0 58,3
17_A 17_B 18_A 18_B
Parallelweg 49 Parallelweg 49 Paralleweg 57 Paralleweg 57
1,50 5,00 1,50 5,00
38,9 41,8 34,9 37,4
38,9 41,8 34,9 37,4
38,9 41,8 34,9 37,4
8 8 10 10 12
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:17:24
Bijlage IV
Bijlage IV Rekenresultaten verkeersaantrekkende werking Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Resultatentabel parkeren LAeq totaalresultaten voor toetspunten verkeersaantrekkend Nee
Naam Toetspunt 01_B 02_A 02_B 03_A 03_B
Omschrijving Parallelweg 55 Iepstraat 4 Iepstraat 4 Iepstraat 6 Iepstraat 6
04_A 04_B 05_A 05_B 06_B
Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat Iepstraat
07_B 08_A 08_B 09_A 09_B
Hoogte 5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
Dag 28,9 6,5 13,8 6,1 14,1
Avond 29,3 6,8 14,2 6,5 14,5
Nacht 19,3 -3,2 4,2 -3,5 4,5
Etmaal 34,3 11,8 19,2 11,5 19,5
1,50 5,00 1,50 5,00 5,00
7,2 13,6 0,5 12,7 13,4
7,6 14,0 0,9 13,1 13,7
-2,4 4,0 -9,1 3,1 3,7
12,6 19,0 5,9 18,1 18,7
Iepstraat 14 Iepstraat 16 Iepstraat 16 Lijsterbesstraat 2 Lijsterbesstraat 2
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
13,0 3,1 13,6 6,5 13,0
13,4 3,4 14,0 6,9 13,3
3,4 -6,6 4,0 -3,1 3,3
18,4 8,4 19,0 11,9 18,3
10_A 10_B 11_A 11_B 12_A
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
4 4 6 6 8
1,50 5,00 1,50 5,00 1,50
11,0 13,2 9,5 13,2 8,6
11,4 13,6 9,9 13,6 9,0
1,4 3,6 -0,1 3,6 -1,0
16,4 18,6 14,9 18,6 14,0
12_B 13_A 13_B 14_A 14_B
Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat Lijsterbesstraat
8 10 10 12 12
5,00 1,50 5,00 1,50 5,00
12,9 3,3 10,6 8,2 12,4
13,3 3,6 11,0 8,5 12,8
3,3 -6,4 1,0 -1,5 2,8
18,3 8,6 16,0 13,5 17,8
15_A 15_B 15_C 16_A 16_B
Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg Parallelweg
49 49 49 48 48
1,50 5,00 7,50 1,50 5,00
15,3 14,6 14,9 16,9 16,6
15,7 15,0 15,3 17,3 17,0
5,7 5,0 5,3 7,3 7,0
20,7 20,0 20,3 22,3 22,0
17_A 17_B 18_A 18_B
Parallelweg 49 Parallelweg 49 Paralleweg 57 Paralleweg 57
1,50 5,00 1,50 5,00
38,4 37,6 38,4 37,7
38,8 38,0 38,8 38,0
28,8 28,0 28,8 28,0
43,8 43,0 43,8 43,0
8 8 10 10 12
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.13
23-1-2013 16:18:49
Rapportage Bergen op Zoom huidige RO situatie
Versie: 2.2.0 Build: 503 Releasedatum: 24-8-2012 Datum: 14-1-2013, tijd: 15:07:06
Project: Bergen op Zoom huidige RO situatie
2
1 Projectgegevens
1.1 Samenvatting Eigenschap
Waarde
Projectnaam Omschrijving Modaliteit Weerfile Totale lengte van de route Berekend Gemiddelde afstand tot de contouren
Bergen op Zoom huidige RO situatie Bergen op Zoom huidige RO situatie Spoor Woensdrecht 2931 Plaatsgebonden- en groepsrisico's
Contour
Afstand
1/j
m
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8 Oppervlak onder de contouren
Niet aanwezig 122 314
Contour
Oppervlak
1/j
m²
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8
Niet aanwezig 762769 2153582
Eenheid
m
1.2 Versies Onderdeel
Versie
Datum
RBM_II.exe Parameters Weer Scenariobestand Stoffenbestand Helpbestand Systeemdatum
2.2.0 Build: 503 1.2.3 1.0 nvt Niet ingevuld 2.2 -
24/08/2012 24/08/2012 14-1-2013 24-8-2012 24-8-2012 24-8-2012 14-1-2013
Punt
X-waarde
Y-Waarde
Linksonder
77300
386700
1.3 Werkgebied
Project: Bergen op Zoom huidige RO situatie
Rechtsboven
3
82300
391700
1.4 Algemene gegegevens Eigenschap
Waarde
Projectnaam Omschrijving Extra informatie Projectcode Datum afronding Uitgevoerd door
Bergen op Zoom huidige RO situatie Joblodges (Parallelweg) Geen informatie 13010180 Niet ingevuld
Analist
C. van Gils
Telefoon E-mail Bedrijf Postadres Postcode Plaats In opdracht van Naam
Niet ingevuld
[email protected] OMWB postbus 75 5000AB Tilburg
Telefoon E-mail Organisatie contactpersoon Postadres Postcode Plaats
Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld
Niet ingevuld
1.4.1 Weer: Woensdrecht Eigenschap
Waarde
Weerstation Specificaties Aantal windrichtingen Aantal weersklassen Begin van de dag (hh:mm) Begin van de nacht (hh:mm) Meteo gegevens Meteo gegevens
Woensdrecht CPR 18E pag. 4.39 12 6 08:00 18:30
Weerstabili
Eenheid
B
D
D
D
E
F
Windsnelh
m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
1,400 2,100 3,300 3,300 1,000 1,000 1,500 2,200 1,800 2,400 2,200 1,200
1,000 1,100 1,200 1,300 0,900 1,400 2,100 2,700 2,000 1,600 1,500 1,100
1,900 2,600 2,400 1,800 0,800 1,100 3,200 7,100 5,400 3,600 3,100 2,100
0,800 1,300 1,900 1,000 0,200 0,200 1,200 4,100 5,600 4,700 1,900 1,100
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Project: Bergen op Zoom huidige RO situatie
4
Meteo gegevens Weerstabili
B
D
D
D
E
F
Windsnelh
m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
1,200 1,500 1,700 1,800 1,700 1,900 3,000 3,600 2,400 1,200 1,100 1,200
0,700 1,500 2,400 1,200 0,600 0,800 3,000 5,800 4,500 1,500 1,200 0,800
0,100 0,600 1,400 0,500 0,100 0,100 1,200 3,200 3,200 1,700 0,700 0,300
0,300 1,100 1,900 0,900 0,200 0,200 0,800 1,800 1,100 0,400 0,400 0,200
2,000 2,900 4,100 4,000 2,300 2,400 3,300 4,000 2,400 1,200 1,400 1,400
2 Situatie plot + PR-contouren
Figuur 1
3 Groepsrisico's
3.1 Groepsrisicocurve
Project: Bergen op Zoom huidige RO situatie
5
3.1.1 Kenmerken van het berekende groepsrisico
Eigenschap
Waarde
Naam GR-curve Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F) Naam GR-curve
Groepsrisico van de totale route. 0,00954 (116 : 7,1E-007) 624 (624 : 4,3E-009) 3,2E-006 (11 : 3,2E-006) Hoogste groepsrisico per km. Deelroute 1, 697-1692 0,00601 (116 : 4,5E-007) 624 (624 : 2,4E-009) 1,4E-006 (11 : 1,4E-006)
Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F)
4 Route en transportgegevens
4.1 Spoorroute: Spoor Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving
28 Frans monument - Bergen op Zoom
Type spoorwegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten Transport van voorgaand traject
Hoge snelheid 9 6,072E-008 Niet waar
m
Niet waar
Transport Stof
Aantal transp. 1/jaar
A (brandbare gassen) B2 (giftige gassen) C3 (zeer brandbare
10300 600 2700
Transp. middel
Transp. overdag Transp. werkweek o/o
SKW druk 33 (bonte trein) SKW druk (bont 33 trein) SKW vloeistof 33
Aantal C3 wagons
o/o 71,4
0,03
71,4
1,8
71,4
NVT
Project: Bergen op Zoom huidige RO situatie
vloeistoffen) D3 (giftige vloeistoffen) D4 (zeer giftige vloeistoffen)
600 300
6
SKW zeer giftige vloeistof SKW zeer giftige vloeistof
33
71,4
NVT
33
71,4
NVT
Wissels
Ja
Lengte
1916
m
Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving
29 Frans Monument - Roosendaal
Type spoorwegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten Transport van voorgaand traject
Hoge snelheid 9 6,072E-008 Niet waar
4.2 Spoorroute: Spoor<1>
Transport Stof
Aantal transp.
Waar
Transp. middel
1/jaar A (brandbare gassen) B2 (giftige gassen) C3 (zeer brandbare vloeistoffen) D3 (giftige vloeistoffen) D4 (zeer giftige vloeistoffen) Wissels Lengte
10300 600 2700
600 300
m
Transp. overdag Transp. werkweek o/o
Aantal C3 wagons
o/o
SKW druk 33 (bonte trein) SKW druk (bont 33 trein) SKW vloeistof 33
71,4
0,03
71,4
1,8
71,4
NVT
SKW zeer giftige vloeistof SKW zeer giftige vloeistof Ja
33
71,4
NVT
33
71,4
NVT
1015
m
Rapportage Bergen op Zoom incl RO ontw
Versie: 2.2.0 Build: 503 Releasedatum: 24-8-2012 Datum: 14-1-2013, tijd: 15:42:15
Project: Bergen op Zoom incl RO ontw
2
1 Projectgegevens
1.1 Samenvatting Eigenschap
Waarde
Projectnaam Omschrijving Modaliteit Weerfile Totale lengte van de route Berekend Gemiddelde afstand tot de contouren
Bergen op Zoom incl RO ontw Bergen op Zoom incl RO ontw Spoor Woensdrecht 2931 Plaatsgebonden- en groepsrisico's
Contour
Afstand
1/j
m
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8 Oppervlak onder de contouren
Niet aanwezig 122 314
Contour
Oppervlak
1/j
m²
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8
Niet aanwezig 762769 2153582
Eenheid
m
1.2 Versies Onderdeel
Versie
Datum
RBM_II.exe Parameters Weer Scenariobestand Stoffenbestand Helpbestand Systeemdatum
2.2.0 Build: 503 1.2.3 1.0 nvt Niet ingevuld 2.2 -
24/08/2012 24/08/2012 14-1-2013 24-8-2012 24-8-2012 24-8-2012 14-1-2013
Punt
X-waarde
Y-Waarde
Linksonder
77300
386700
1.3 Werkgebied
Project: Bergen op Zoom incl RO ontw
3
Rechtsboven
82300
391700
1.4 Algemene gegegevens Eigenschap
Waarde
Projectnaam Omschrijving Extra informatie Projectcode Datum afronding Uitgevoerd door
Bergen op Zoom incl RO ontw Joblodges (Parallelweg) Geen informatie 13010180 Niet ingevuld
Analist
C. van Gils
Telefoon E-mail Bedrijf Postadres Postcode Plaats In opdracht van Naam
Niet ingevuld
[email protected] OMWB postbus 75 5000AB Tilburg
Telefoon E-mail Organisatie contactpersoon Postadres Postcode Plaats
Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld
Gemeente Bergen op Zoom
1.4.1 Weer: Woensdrecht Eigenschap
Waarde
Weerstation Specificaties Aantal windrichtingen Aantal weersklassen Begin van de dag (hh:mm) Begin van de nacht (hh:mm) Meteo gegevens Meteo gegevens
Woensdrecht CPR 18E pag. 4.39 12 6 08:00 18:30
Weerstabili
Eenheid
B
D
D
D
E
F
Windsnelh
m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
1,400 2,100 3,300 3,300 1,000 1,000 1,500 2,200 1,800 2,400 2,200 1,200
1,000 1,100 1,200 1,300 0,900 1,400 2,100 2,700 2,000 1,600 1,500 1,100
1,900 2,600 2,400 1,800 0,800 1,100 3,200 7,100 5,400 3,600 3,100 2,100
0,800 1,300 1,900 1,000 0,200 0,200 1,200 4,100 5,600 4,700 1,900 1,100
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Project: Bergen op Zoom incl RO ontw
4
Meteo gegevens Weerstabili
B
D
D
D
E
F
Windsnelh
m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
1,200 1,500 1,700 1,800 1,700 1,900 3,000 3,600 2,400 1,200 1,100 1,200
0,700 1,500 2,400 1,200 0,600 0,800 3,000 5,800 4,500 1,500 1,200 0,800
0,100 0,600 1,400 0,500 0,100 0,100 1,200 3,200 3,200 1,700 0,700 0,300
0,300 1,100 1,900 0,900 0,200 0,200 0,800 1,800 1,100 0,400 0,400 0,200
2,000 2,900 4,100 4,000 2,300 2,400 3,300 4,000 2,400 1,200 1,400 1,400
2 Situatie plot + PR-contouren
Figuur 1
3 Groepsrisico's
3.1 Groepsrisicocurve
Project: Bergen op Zoom incl RO ontw
5
3.1.1 Kenmerken van het berekende groepsrisico
Eigenschap
Waarde
Naam GR-curve Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F) Naam GR-curve
Groepsrisico van de totale route. 0,00991 (109 : 8,3E-007) 659 (659 : 1,3E-009) 3,2E-006 (11 : 3,2E-006) Hoogste groepsrisico per km. Deelroute 1, 697-1692 0,00601 (116 : 4,5E-007) 624 (624 : 2,4E-009) 1,4E-006 (11 : 1,4E-006)
Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F)
4 Route en transportgegevens
4.1 Spoorroute: Spoor Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving
28 Frans monument - Bergen op Zoom
Type spoorwegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten Transport van voorgaand traject
Hoge snelheid 9 6,072E-008 Niet waar
m
Niet waar
Transport Stof
Aantal transp. 1/jaar
A (brandbare gassen) B2 (giftige gassen) C3 (zeer brandbare
10300 600 2700
Transp. middel
Transp. overdag Transp. werkweek o/o
SKW druk 33 (bonte trein) SKW druk (bont 33 trein) SKW vloeistof 33
Aantal C3 wagons
o/o 71,4
0,03
71,4
1,8
71,4
NVT
Project: Bergen op Zoom incl RO ontw
vloeistoffen) D3 (giftige vloeistoffen) D4 (zeer giftige vloeistoffen)
600 300
6
SKW zeer giftige vloeistof SKW zeer giftige vloeistof
33
71,4
NVT
33
71,4
NVT
Wissels
Ja
Lengte
1916
m
Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving
29 Frans Monument - Roosendaal
Type spoorwegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten Transport van voorgaand traject
Hoge snelheid 9 6,072E-008 Niet waar
4.2 Spoorroute: Spoor<1>
Transport Stof
Aantal transp.
Waar
Transp. middel
1/jaar A (brandbare gassen) B2 (giftige gassen) C3 (zeer brandbare vloeistoffen) D3 (giftige vloeistoffen) D4 (zeer giftige vloeistoffen) Wissels Lengte
10300 600 2700
600 300
m
Transp. overdag Transp. werkweek o/o
Aantal C3 wagons
o/o
SKW druk 33 (bonte trein) SKW druk (bont 33 trein) SKW vloeistof 33
71,4
0,03
71,4
1,8
71,4
NVT
SKW zeer giftige vloeistof SKW zeer giftige vloeistof Ja
33
71,4
NVT
33
71,4
NVT
1015
m