projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Rapportage Visie en programma van eisen sport Nieuwe sportpark Van den Wildenberg Goirle projectnr. 196099 revisie:3 22 oktober 2009
Auteur(s) drs. L.H.M. Voll drs. P. Zuurbier
Opdrachtgever Gemeente Goirle Postbus 17 5050 AA GOIRLE
datum vrijgave 22 oktober 2009
blad 1 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
beschrijving revisie Rapportage. Opmerkingen stuurgroep d.d. 12-10-2009 verwerkt
goedkeuring drs. L.H.M. Voll
vrijgave drs. P. Zuurbier
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Inhoud
Blz.
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Aanleiding Vraagstelling Leeswijzer
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.6
Toekomstig gebruik Inleiding Trends Algemene maatschappelijke ontwikkelingen Landelijke beleidsontwikkelingen Trends aan de vraagkant Trends aan de aanbodkant Huidige situatie Aanbod van sporten Goirle Vraag naar sport Goirle Beheer van de sportaccommodaties Ontwikkelingen in Goirle en omgeving Ontwikkelingen Startnotitie sportbeleid Wensen verenigingen Omgeving Conclusies toekomstige gebruik
8 8 9 9 10 11 12 13 13 14 16 17 17 18 19 20 21
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Beheer en exploitatievormen Beheer- en exploitatievormen Beheer door gemeente Beheer door de verenigingen afzonderlijk Beheer door de verenigingen gezamenlijk Beheer door de commerciële exploitatieonderneming Beheer door bouwer/ontwikkelaar
23 23 23 24 25 27 28
blad 2 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
4 4 5 7
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
3.7 3.8
Fiscale mogelijkheden Conclusies
30 32
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
Visie en Programma van Eisen Visie op het sportpark Programma van Eisen sportpark Algemene ruimtelijke eisen voor het totale sportpark Bereikbaarheid Groen en landschappelijke inpassing Duurzaamheid Samenvatting ruimtegebruik
33 33 38 38 40 42 43 44
5 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6
Ruimtelijke eisen per sport Handboogsport - St. Sebastiaan Hockey - Mixed Hockey Club Goirle Tennis - Lawn Tennis Club Goirle Voetbal G.S.B.W .en V.O.A.B. Loopgroep Goirle Samenvattend overzicht
46 46 47 48 49 52 53
Bijlage1
Samenvatting gesprekken met verenigingen
blad 3 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeenteraad van Goirle heeft begin 2008 de "Toekomstvisie Goirle, groen en sociaal" vastgesteld. In deze visie is besloten dat een belangrijk deel van de huidige gebruikers van het sportcomplex Van den Wildenberg, gelegen in het zuidwestelijk deel van de kern Goirle, verplaatst wordt naar een nieuwe locatie. Dit gebied, bekend als het Riels Kwadrant, is gelegen tussen de kernen Riel en Goirle. De vrijkomende ruimte wordt benut voor de realisatie van circa 400 woningen. In december 2008 is de Startnotitie Sportbeleid vastgesteld. Met deze Startnotitie is de basis gelegd voor de Kadernota Sport, die op dit moment wordt opgesteld en naar verwachting begin 2010 zal zijn afgerond. In deze Kadernota zal het sportbeleid van de gemeente Goirle verder worden uitgewerkt met als primair doel de stimulering van (breedte)sport en bewegen. In de Startnotitie Sportbeleid worden vijf pijlers onderscheiden: 'sporten is meedoen', 'sport en gezondheid', 'sporten zonder belemmeringen', 'sportieve (brede) scholen' en 'sterke sportverenigingen'. Per pijler is in de Startnotitie het gewenste ambitieniveau en de richting weergegeven. Door realisatie van een nieuw sportpark in het Riels Kwadrant kan met name een bijdrage geleverd worden aan de pijlers sporten is meedoen en sterke sportverenigingen. In het kader van sporten is meedoen is immers gesteld dat het belangrijk is zorg te dragen voor voldoende, kwalitatief goede en bereikbare sportaccommodaties. Bij sterke sportverenigingen is aangegeven dat multifunctionele sportaccommodaties een belangrijke randvoorwaarde zijn voor sportverenigingen om als plaats voor sport en beweging, maar ook als ontmoetingsplaats in de sportsetting en binnen het onderwijs en de buitenschoolse opvang, te kunnen fungeren.
blad 4 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Nieuwe locatie sportpark
Huidige locatie sportpark
Figuur 1.1 Locatie huidige sportpark en nieuwe sportpark
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
1.2
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Vraagstelling Om de ontwikkeling van het nieuwe sportpark vorm te geven, dient allereerst een visie opgesteld te worden voor dit nieuwe sportpark. Deze visie dient te resulteren in een haalbaar programma van eisen voor het nieuwe sportpark. De vraag valt daarmee in twee delen uiteen: 1. Opstellen van de visie waarbij "communicatie vanuit de inhoud" centraal staat en duidelijkheid ontstaat over trends en ontwikkelingen en (on-)mogelijkheden in de samenwerkingsvormen en exploitatie- en beheervormen. 2. Aan de hand van de uitkomsten uit het eerste onderdeel een herijking van het programma van eisen, inclusief de consequenties voor de onderliggende investeringsraming.
Visie en programma van eisen sport
Visie beheer
Kadernota sport
Programma van eisen inrichting nieuwe sportpark
In de vraagstelling was meegenomen dat op het nieuwe sportpark ook ruimte gereserveerd moest worden voor de tennis- en de voetbalvereniging uit Riel. In het raadsvoorstel staat het als volgt geformuleerd: "Alle in variant 6a genoemde Goirlese sportverenigingen worden verplaatst naar het Riels Kwadrant. Dit betekent een identieke invulling van het Riels Kwadrant als in variant 6a, met dien verstande dat op termijn de mogelijkheid bestaat dat zowel TV Riel als VV Riel kunnen worden toegevoegd, indien de I-DOP en het woningbouwprogramma voor de gemeente Goirle daar aanleiding toe geven".
Landschapsplan
Figuur 1.2: Samenhang plannen Samenhang plannen Deze rapportage "Visie en programma van eisen sport" maakt deel uit van een aantal documenten die tezamen de wensen en eisen voor de inrichting van het nieuwe sportpark beschrijven (zie ook figuur 1.2). Het betreft hier de volgende plannen: • De visie en programma van eisen sport; • Het landschapsplan; • De duurzaamheidsvisie en energievisie.
blad 5 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Duurzaamheidsvisie en energievisie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Daarnaast worden nog twee plannen opgesteld die invloed kunnen hebben op de toekomstige inrichting van het nieuwe sportpark. Het gaat hierbij om: • de visie op het beheer van het nieuwe sportpark (op te stellen najaar 2009); • De Kadernota Sport die een belangrijke rol zal hebben in de sportstimulering in Goirle (naar verwachting afgerond begin 2010). De integratieslag tussen de hiervoor genoemde rapporten zal plaatsvinden in de volgende fase van het planvormingsproces, de fase waarin het ontwerp voor het Nieuwe Sportpark Van den Wildenberg zal worden uitgewerkt. Verantwoording Oranjewoud heeft het onderzoek als volgt uitgevoerd: • Het onderzoek is begeleid door een gemeentelijke projectgroep en een gemeentelijke stuurgroep. • De analyse is gemaakt op basis van gegevens en informatie met betrekking tot aanbod, gebruik en exploitatie afkomstig van de gemeente aangevuld met kengetallen en ervaringsgegevens afkomstig uit landelijk onderzoek en van Oranjewoud. Om meer inzicht in de kenmerken van de sportparken en de wensen van de verenigingen te krijgen zijn gesprekken met de afzonderlijke verenigingen gevoerd. • De uitkomsten van de interviews met de verenigingen zijn voorgelegd, besproken en aangevuld op twee werkbijeenkomsten. Op de eerste bijeenkomst op 20 april is samen met de verenigingen verder nagedacht en gediscussieerd over het gewenste programma. In de tweede bijeenkomst op 26 mei 2009 is aan de hand van een drietal scenario's verder gebrainstormd over de mogelijke invulling van het sportpark.
blad 6 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
•
1.3
Aansluitend is op 18 juni 2009 een workshop gehouden met ambtenaren van de verschillende afdelingen binnen de gemeente waarin eveneens aan de hand van de drie modellen is gesproken over de mogelijke inrichting. Deze sessie is op 23 juli herhaald met de stuurgroep.
Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de factoren die het toekomstige gebruik beïnvloeden uiteengezet. Hoofdstuk 3 behandelt de verschillende beheer en exploitatievormen die mogelijk en aan te raden zijn voor het nieuwe sportpark. Op basis van de voorgaande hoofdstukken volgt in hoofdstuk 4 de Visie op het sportpark en het Programma van Eisen.
blad 7 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2 2.1
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Toekomstig gebruik Inleiding Aan de hand van het schema hiernaast is in deze werkstap de informatie verzameld en gerubriceerd. Trends. Op basis van literatuur zijn de landelijke ontwikkelingen beschreven die van invloed kunnen zijn op de vraag naar sportvoorzieningen in de komende jaren.
Trends
Huidige situatie. Het gebruik van de buitensportvoorzieningen in de gemeente Goirle is in beeld gebracht. Dit is gebeurd aan de hand van gebruiksroosters en de informatie afkomstig uit de gesprekken met de gebruikers en gemeentelijk beheerder. Daarnaast is gebruik gemaakt van de belangrijkste resultaten van de nulmeting sportdeelname, die in 2009 als basis voor de Kadernota Sport door de gemeente is uitgevoerd. Ontwikkelingen. De ontwikkelingen in Goirle, zoals de demografische ontwikkelingen, de ontwikkelingen in de sport en het onderwijs zijn voorzover relevant voor het nieuwe sportpark beeld gebracht. Omgeving. Voorzieningen in omliggende gemeenten kunnen van invloed zijn op het gebruik nu en in de toekomst van Goirle. Toekomstig gebruik. Op basis van de vier hierboven beschreven analyses wordt vervolgens de toekomstige behoefte aan buitensportvoorzieningen in Goirle bepaald en vertaald in de behoefte aan voorzieningen.
blad 8 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Huidige situatie
Toekomstig gebruik
Omgeving
Ontwikkelingen
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.2 2.2.1
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Trends Algemene maatschappelijke ontwikkelingen Voor het toekomstige gebruik van sportaccommodaties is een aantal maatschappelijke trends te onderscheiden. • De bevolkingsgroei vlakt af. Verwacht wordt dat rond 2035 de bevolking van Nederland met circa 17 miljoen inwoners zijn maximum zal bereiken. • Vergrijzing. De bevolking wordt gemiddeld ouder. Het aandeel inwoners ouder dan 65 jaar groeit van 15% in 2008 naar 25% in 2035. Het aantal jongeren beneden de 21 jaar daalt in bescheiden mate van 24% naar 21% (fig. 2.1). • Andere bevolkingssamenstelling. Het percentage niet-westerse minderheden groeit (nu ca. 10% van de bevolking, neemt toe naar 14% in 2030). De bevolkingsgroei van Nederland is vooral een gevolg van de groei van deze groep. • Huishoudensverdunning. De gemiddelde huishoudengrootte neemt af. Dit hangt samen met een meer individualistische levensstijl (zie fig. 2.2). • Gezondheid. Er is een grotere aandacht voor gezondheid en gezondheidsproblemen (46% van de mensen van 15 jaar en ouder heeft overgewicht), 73% van de bevolking vindt dat voor een gezonde levensstijl actieve sportbeoefening nodig is. Betrokkenheid bij sport is hoog (nationale trots). • Welvaartsafhankelijkheid. Kinderen van gezinnen met een laag inkomen nemen minder vaak deel aan verenigings- en sportactiviteiten. • ICT-gebruik/informatisering. Het gebruik van ICT is sterk toegenomen verwacht wordt dat deze ontwikkeling zich voortzet. Internetgebruik kenmerkt zich door een sterk toenemende dynamiek en interactiviteit (Web 2.0). ICT-gebruik zal in toenemende mate invloed hebben op de wijze waarop sociale netwerken worden gevormd en zal leiden tot nieuwe vormen van dienstverlening.
100% 90% 80% 70%
65 jaar en ouder
60%
45 tot 65 jaar
50%
20 tot 45 jaar
40%
10 tot 20 jaar
30%
Jonger dan 10 jaar
20% 10% 0% 1995
2000
2005
2009
Figuur 2.1: Ontwikkeling aandeel leeftijdsgroepen Nederland 2,8 2,7 2,6 2,5 Go irle
2,4
Nederland
2,3 2,2 2,1 2 1995
1999
2003
2008
Figuur 2.2: Gemiddelde huishoudensgrootte voor Nederland en Goirle blad 9 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
•
2.2.2
Duurzaamheid. De aandacht voor duurzaamheid is de laatste jaren sterk toegenomen. Meer en meer verschuift binnen het overheidsbeleid de aandacht van stimuleren naar reguleren van duurzaam ondernemen en consumeren. Bij nieuwbouw wordt duurzaam bouwen en ontwikkelen noodzaak. Sporters en recreanten zullen in hun gedrag meer en meer rekening moeten houden met de ecologische en milieueffecten van hun gedrag.
Landelijke beleidsontwikkelingen •
•
•
•
•
Aan sport worden in het landelijke beleid (Nota Tijd voor Sport) meer en meer positieve kenmerken toegekend. Zo is in het landelijke sportbeleid geformuleerd dat sport een positieve bijdrage levert aan: bewegen en gezondheid, meedoen aan maatschappelijke activiteiten, sportief gedrag en respecteren (spel)regels. Het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) heeft tot doel meer mensen aan het bewegen te krijgen en het aandeel inactieven te verminderen. Zo moet in 2010 65% van de volwassen Nederlanders aan de combinorm1 voldoen. Topsport. De landelijke overheid zet in op topsport. Topsport geldt als symbool van ambitie, bron van ontspanning, nationaal imago. Er wordt op landelijk niveau meer in topsport geïnvesteerd. Het Olympisch Plan 2028 is hiervan een belangrijk voorbeeld. Combinatiefuncties. Er is veel aandacht voor het versterken van de samenhang van school en sport (Alliantie School en Sport; samen sterker), onder andere door het combineren van de functies sport en onderwijs op één locatie. WMO. In het kader van de WMO worden relaties gelegd tussen sport, gezondheid, welzijn en onderwijs.
1
De combinorm houdt in: 5-7 dagen per week 30 minuten matig intensief bewegen en/of minstens 3 keer per week 20 minuten intensief bewegen. blad 10 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.2.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Trends aan de vraagkant 80%
•
•
•
•
•
• • •
•
Sportdeelname. De sportdeelname (aandeel van de bevolking tussen 6 en 79 jaar dat minimaal 12x per jaar sport beoefend) is gestegen tot 69% van de bevolking van 6-79 jaar. De groei komt vooral voor rekening van (nieuwe) individuele sporten (zie ook fig. 2.3). In tabel 2.1 staat de ontwikkeling in Nederland van de voor het sportpark relevante sporten. Aangeven is het aandeel van de Nederlandse bevolking dat een sport in verenigingsverband beoefend. Hockey en atletiek maken een sterke groei door. Voetbal groeit, handboogschieten blijft gelijk en het deelnamecijfer van tennis daalt. Lidmaatschap. Het aandeel van de bevolking dat lid is van een sportvereniging is de afgelopen jaren ongeveer stabiel gebleven, 34% van de bevolking. Vrijetijdsdruk. Het aantal uren vrijtijd van de Nederlander neemt langzaam af (in 1975 nog gemiddeld 47,9 uur per persoon, in 2005 44,7 uur per week). Het aanbod van te bezoeken vrijetijdsvoorzieningen en activiteiten is in deze periode enorm uitgedijd waardoor de keuzemogelijkheden zijn toegenomen. Evenementen. De deelname en het bezoek aan sportevenementen past binnen de huidige beleveniscultuur. Er is een toenemende belangstelling voor het bijwonen van sportevenementen en wedstrijden. Mobiliteit. De mobiliteit van de bevolking is enorm toegenomen. De gemiddelde afstand die voor sportbeoefening wordt afgelegd is 7,7 km. Van de bezoekers van sportactiviteiten komt 45% met de auto. Aandacht voor gezondheid en uiterlijk. Sport en sportbeoefening zijn belangrijk voor een moderne actieve leefstijl. Mannen en vrouwen. Het aandeel sporters onder vrouwen ligt lager dan van mannen. Mannen overheersen in de competitie. Sportdeelname. De sportdeelname van mensen ouder dan 50 jaar is de afgelopen decennia indrukwekkend gestegen. Mensen die eenmaal sporten blijven dit langer doen. Tijdstip. Sport blijft een activiteit voor de avonduren en weekenden.
blad 11 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
70% 60% 50%
sportdeelname solosporten
40%
duosporten 30%
teamsporten
20% 10% 0% 1979
1991
1999
2003
2007
Figuur 2.3: Ontwikkeling sportdeelname in Nederland in procenten van de bevolking
2000 2005 2008 Atletiek 0,56% 0,67% 0,77% Handboog 0,05% 0,05% 0,06% Hockey 0,86% 1,14% 1,20% Tennis 4,48% 4,35% 4,21% Voetbal 6,46% 6,61% 6,89% Tabel 2.1: Ontwikkeling landelijk participatiecijfer geselecteerde sporten als aandeel van de bevolking
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.2.4
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Trends aan de aanbodkant •
•
•
•
•
•
•
•
Schaalvergroting bij sportverenigingen. Het aantal sportverenigingen in Nederland daalt terwijl het gemiddelde aantal leden per vereniging stijgt (2001 = 164 leden, 2007 = 194 leden). Totaal aantal sportaccommodaties. Het totale aantal sportaccommodaties groeit niet mee met de sportdeelname. Het aantal tennishallen neemt bijvoorbeeld af, terwijl het aantal accommodaties voor informele sportbeoefening, zoals Cruyff Courts, Krajicek playgrounds en commerciële accommodaties toeneemt. Commerciële sportaanbieders. Commerciële sportaanbieders zijn populair door het type aanbod (flexibel, informeel, individueel) en de geboden kwaliteit (begeleiding, accommodaties, apparatuur). Het aantal commerciële sportaanbieders groeit sterk (fig. 2.4). Diversiteit. De diversiteit in de commerciële sportmarkt is groot, Er worden veel soorten sport (fitness, vechtsporten, biljard/pool/ snooker, dans, paardensport, squash) en veel soorten accommodaties/activiteiten aangeboden. Hogere kwaliteit. Er is een ontwikkeling naar een steeds hogere kwaliteit van accommodaties, zowel sporttechnisch (bijvoorbeeld kunstgras) als in de kwaliteit van de randvoorzieningen (bijvoorbeeld kwaliteit kleedaccommodaties en sanitair). Vrijwilligers. Sport mag zich verheugen in een fijnmazig netwerk van actieve vrijwilligers. Circa 10% van de bevolking is actief als vrijwilliger in de sport. Dit aandeel is relatief constant. Wel verschuift de inzet van vrijwilligers en staat het aantal uren vrijwilligerswerk onder druk. 67% van de verenigingen maakt zich dan ook zorgen om het vrijwilligerskader. Schaalvergroting en clustering. Meer en meer worden bij accommodaties combinaties gemaakt van sport-, welzijns-, cultuur- en gezondheidsvoorzieningen, eventueel aangevuld met commerciële voorzieningen. Enerzijds is dit bedoeld om de attractiviteit te vergroten, anderzijds om te komen tot een betere exploitatie. Integraal management, beheer en exploitatie. Steeds meer sportvoorzieningen worden integraal beheerd. De rol van de overheid in
blad 12 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
•
de daadwerkelijke uitvoering van exploitatie en beheer wordt beperkter. Professionalisering. Sportverenigingen professionaliseren, onder andere door het aanstellen van een verenigingsmanager.
Figuur 2.4: Ontwikkeling aantal buitensportaccommodaties in Nederland 90 80 70 60 50 % gemeente
40 30
% particulier
20 10 0 1988
naar type exploitant
1994
2000
2006
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Huidige situatie
10 9
2.3.1
Aanbod van sporten Goirle De gemeente Goirle telt een groot aantal sportverenigingen. De meest vertegenwoordigde sporten zijn voetbal, tennis en hockey. Daarnaast zijn in de gemeente handbal-, handboog-, volleybal en gymnastiekverenigingen, een manege, skeelerclub, wielersport en een Loopgroep actief. Vergeleken met het gemiddelde van Nederland, kent de gemeente Goirle een ruim aanbod van sportvoorzieningen. Wanneer het gemiddelde aantal velden/banen per 10.000 inwoners van de drie meest vertegenwoordigde sporten naast elkaar wordt gezet, is dit duidelijk zichtbaar. Vooral de rol van tennis in de gemeente Goirle is zeer groot (fig. 2.5). Een groot deel van de buitensportvoorzieningen is aanwezig op het huidige sportpark "Van den Wildenberg", in het zuidwesten van de kern Goirle. Op deze locatie zijn voetbal, handbal, tennis (binnen- en buitenbanen), hockey en de handboogvereniging aanwezig (fig. 2.6). In Riel liggen de voetbalvelden op het sportpark De Krim aan de zuidzijde van de kern en de tennisbanen aan de noordzijde. De aanwezige sportvoorzieningen op het sportpark Van den Wildenberg en in Riel zijn verouderd. De meeste voorzieningen zijn aangelegd in 1979 en sinds die tijd onderhouden maar niet opgewaardeerd. Voor de voetbal, hockey- en tennisverenigingen zijn voor de komende 10 tot 15 jaar investeringen nodig om aan de wensen van de gebruikers en de sportbonden te kunnen blijven voldoen. In tabel 2.2 staat per vereniging aangegeven over hoeveel velden/banen zij beschikken.
8 7 6 Goirle
5
Nederland
4 3 2 1 0 voetbalvelden
tennisbanen
hockeyvelden
Figuur 2.5: Aantal velden per 10.000 inwoners, gemeente Goirle en Nederland
V.O.A.B G.S.B.W. M.H.C. St. Sebastiaan G.H.V. L.T.C.
Figuur 2.6: Huidige ligging sportverenigingen Sportpark Van den Wildenberg blad 13 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.3.2
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Vraag naar sport Goirle Voor het onderzoek naar het gebruik van de huidige sportvoorzieningen in Goirle, zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van de sportverenigingen en zijn gebruikersroosters geraadpleegd. Hieruit bleek dat de bezetting van de huidige sportvoorzieningen goed is. Bij Voetbalvereniging Riel (V.V. Riel) en Tennisvereniging Riel (T.V. Riel) is sprake van een beperkte overcapaciteit. In tabel 2.3 staat het aantal actieve leden en teams per vereniging weergegeven. Bij de meeste verenigingen is veruit het merendeel van de leden afkomstig vanuit de gemeente Goirle. De Loopgroep kent het minste aantal leden van buiten de gemeente, slechts 4%. Bij de voetbalen hockeyverenigingen is ca. 15% van de leden afkomstig van buiten de gemeente, bij de tennisverenigingen ligt dit aandeel op 23%. Uitschieter vormt handboogvereniging St. Sebastiaan, ca. 60% van de leden van deze vereniging is afkomstig van buiten de gemeente Goirle. De ontwikkeling van het ledenaantal is per vereniging nogal verschillend. Mixed Hockey Club Goirle (M.H.C.) is een sterke groeier. De afgelopen 5 jaar is het ledenaantal van deze vereniging met 56% toegenomen. Dit is een ontwikkeling die overeenkomt met het landelijke beeld. M.H.C. is dan ook de enige vereniging waar sprake is van een wachtlijst. De voetbalverenigingen kennen een behoorlijke ledengroei. Het ledenaantal van V.V. Riel nam de afgelopen 5 jaar met ca. 40% toe. Bij de beide Goirlese voetbalverenigingen kenden een ledengroei van ca. 15%, waarbij sprake is van een golfbeweging in de aanwas tussen de Goirlese Sportvereniging Blauw-Wit (G.S.B.W.) en Van Onderaf Aan Begonnen (V.O.A.B.). Handboogvereniging St. Sebastiaan kende de afgelopen 5 jaar een constant ledenaantal, bij de Loopgroep was sprake van een lichte daling. Bij beide tennisverenigingen, T.V. Riel en Lawn tennis Club Goirle (L.T.C.), was de afgelopen 5 jaar sprake van een constante daling van het ledenaantal met ca. 20%. Ook deze ontwikkeling komt overeen met het landelijke beeld.
blad 14 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Vereniging G.S.B.W. V.O.A.B. St. Sebastiaan M.H.C. Loopgroep L.T.C. Polytennis V.V. Riel T.V. Riel
Aanwezige capaciteit 5 grasvelden 6,5 grasveld ca. 1 ha 3 velden Geen 10 banen 3 overdekte banen 3,5 grasvelden 5 banen
Tabel 2.2: Aanwezige capaciteit huidige Sportpark Van den Wildenberg en sportparken Riel Vereniging G.S.B.W. V.O.A.B. St. Sebastiaan M.H.C. Loopgroep L.T.C. V.V. Riel T.V. Riel
Actieve leden
Teams 498 731 69 728 90 1.045 262 326
Tabel 2.3: Leden en teams per vereniging
35 53 12 52 7 47 16 22
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Uit de nulmeting sportdeelname, die in 2009 door de gemeente is uitgevoerd, blijkt dat met name de leeftijdsgroepen 30-45 jaar en 65+ achterblijven in hun sportdeelname: respectievelijk 67% en 48% kan aangemerkt worden als sporter. Voor de gehele gemeente Goirle ligt dit percentage op 71%, wat juist iets hoger is dan de landelijke trends. Van de sporters sport in Goirle 59% in verenigingsverband, 23% in commercieel verband, 30% in ongebonden verband en 13% in anders georganiseerd verband (bijv. bedrijfssport, sociaal-cultureel werk). De groepen 3045 jaar en 65+ sporten relatief veel in ongebonden verband. Voor de beoefening van sport maakt 63% van de inwoners van de gemeente Goirle gebruik van voorzieningen in de eigen gemeente.
blad 15 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.3.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Beheer van de sportaccommodaties In de tabellen 2.4 en 2.5 staat per vereniging respectievelijk de huidige eigendomssituatie en de huidige beheersituatie (op hoofdlijnen) aangegeven. De grond van alle accommodaties is in eigendom van de gemeente. Uit de tabellen blijkt verder dat in de eigendoms- en beheersituatie verschillen tussen de verenigingen voorkomen. • De beide tennisverenigingen zijn volledig geprivatiseerd. Zij zijn dan ook verantwoordelijk voor het volledige beheer en onderhoud van de accommodatie (uitzondering afspraken over watervoorziening bij L.T.C.). • Bij de voetbalverenigingen is de clubaccommodatie van V.O.A.B. en V.V. Riel in eigendom van de vereniging en zijn deze verenigingen ook verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud hiervan. De clubaccommodatie van G.S.B.W. is echter in eigendom van de gemeente, die hiermee verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud. Wel voeren G.S.B.W en V.O.A.B. klein/verzorgende onderhoud aan de opstallen. De voetbalvelden en de entourage (sportmeubilair, tribune, verlichting, groen etc.) zijn in eigendom en beheer bij de gemeente, met uitzondering van de verlichting op de wedstrijdvelden. • De accommodatie van M.H.C. is in eigendom en beheer en onderhoud bij de gemeente. De tweede parkeerplaats die door M.H.C. is aangelegd, maar wordt beheerd door de gemeente. Bij de aanleg van de velden betaalt de vereniging 25% van de aanlegkosten, de overige 75% zijn voor rekening van de gemeente. • De accommodatie van St. Sebastiaan is volledig in eigendom van de gemeente. De vereniging voert echter het volledige beheer en onderhoud uit. • De Loopgroep tenslotte beschikt niet over een eigen accommodatie maar maakt gebruik van de accommodaties van V.O.A.B. • De accommodatie van Polytennis is volledig geprivatiseerd.
blad 16 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Vereniging G.S.B.W.
Velden/banen gemeente
Kleedaccom. gemeente
Clubaccom. gemeente
V.O.A.B.
gemeente
gemeente
vereniging
St. Sebastiaan M.H.C.
gemeente
gemeente
gemeente
gemeente
gemeente
gemeente
Loopgroep L.T.C. V.V. Riel T.V. Riel
Entourage gemeente, ver. (verlichting ged.) gemeente, ver. (verlichting veld 1) gemeente
gemeente, vereniging (trainingsverl.) maakt gebruik van de accommodatie van V.O.A.B. vereniging vereniging vereniging vereniging gemeente gemeente vereniging gemeente vereniging vereniging vereniging vereniging
Tabel 2.4 Eigendomssituatie Vereniging G.S.B.W.
Velden/banen gemeente
Kleedaccom. gemeente ver. (klein onderhoud) gemeente ver. (klein onderhoud vereniging
Clubaccom. gemeente ver. (klein onderhoud) vereniging
Entourage gemeente
vereniging
vereniging
gemeente
gemeente,
V.O.A.B.
gemeente
St. Sebastiaan M.H.C.
vereniging
Loopgroep L.T.C. V.V. Riel T.V. Riel
maakt gebruik van de accommodatie van V.O.A.B. vereniging vereniging vereniging vereniging gemeente gemeente vereniging gemeente vereniging vereniging vereniging vereniging
gemeente
Tabel 2.5: Beheersituatie
gemeente
gemeente
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.4
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Ontwikkelingen in Goirle en omgeving Voor het toekomstige gebruik zijn de ontwikkelingen in de vraag- en aanbodsituatie van sportvoorzieningen in Goirle van groot belang. Onder deze ontwikkelingen vallen: • veranderende bevolkingssamenstelling; • bevolkingsontwikkeling. Verder wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de Startnotitie Sportbeleid en de wensen van de verenigingen.
2.4.1
Ontwikkelingen Veranderende bevolkingssamenstelling Voor de vraag naar sportvoorzieningen is vooral de veranderende leeftijdssamenstelling van belang. In Goirle daalt niet alleen het aandeel van de groep 20 tot 45 jarigen (figuur 2.7), maar ook dat van de groep jongeren tussen 10 en 20 jaar. Dit is van groot belang voor de nieuwe aanwas van leden voor sportverenigingen. Nog meer dan voor totaal Nederland groeit in Goirle het aandeel van de groep 45 tot 65 jarigen. Deze groep is steeds vaker actief, maar stelt andere eisen aan sportvoorzieningen dan de jongere leeftijdsgroepen. Zo wordt meer recreatief deelgenomen aan de sportbeoefening, is sprake van een grotere vrijblijvendheid waardoor met name de trainingsinspanning afneemt en de deelname aan competities terugloopt. Dit wordt ook geconstateerd in de nulmeting sportdeelname 2009. Bevolkingsontwikkeling Voor de toekomstige vraag, dient gekeken te worden naar de verwachte bevolkingsgroei. Hierbij is uitgegaan van de bevolkings- en woningbehoefteprognose van de provincie Noord-Brabant (november 2008). In de komende jaren (tot 2020) worden in de gemeente Goirle ruim 1.110 woningen bijgebouwd. Door de zich voortzettende huishoudensverdunning wordt echter slechts een groei van 790 inwoners verwacht.
blad 17 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
100% 90% 80% 70%
65 jaar en ouder
60%
45 tot 65 jaar
50%
20 tot 45 jaar
40%
10 tot 20 jaar
30%
Jonger dan 10 jaar
20% 10% 0% 1995
2000
2005
2009
Figuur 2.7: Ontwikkeling aandeel leeftijdsgroepen Goirle
Gemeente
Woningen
2008 22.320 9.125 2015 22.790 9.515 2020 23.110 10.235 Tabel 2.6: Bevolkingsprognose Goirle
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Op basis van deze bevolkingsgroei is in de toekomst geen afname, maar ook geen grote extra druk op de verenigingen te verwachten.
2.4.2
Startnotitie sportbeleid
In de Startnotitie Sportbeleid worden vijf pijlers voor het nieuwe sportbeleid neergelegd in de Kadernota Sport onderscheiden: • Sporten is meedoen; • Sport en gezondheid; • Sporten zonder belemmeringen; • Sportieve (brede) scholen; • Sterke sportverenigingen. De uitwerking van deze uitgangspunten in de Kadernota Sport zal invloed hebben op de toekomstige vraag naar sport, door o.a. de versteviging van de relatie tussen onderwijs en sportverenigingen, de versterking en verbreding van de sportvereniging, et cetera. Vanuit de nulmeting sportdeelname blijkt zoals hiervoor is aangegeven, dat de leeftijdsgroepen 30-45 jaar en 65+ achterblijven in hun sportparticipatie;
blad 18 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.4.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Wensen verenigingen Met de verenigingen zijn aparte interviews gehouden, om de interne ontwikkelingen in kaart te brengen en een beeld te krijgen van de toekomstvisie en wensen van de verenigingen. Alle verenigingen hebben in de interviews en de werksessies aangegeven de volgende punten van groot belang te vinden voor het toekomstige sportpark: • Goede bereikbaarheid; • Veiligheid / goede verlichting; • Goede routing.
St. Sebastiaan V.O.A.B.
• • • • • • • • •
G.S.B.W.
• • •
Voor de eigen accommodaties zijn de volgende punten door alle verenigingen genoemd: • Eigen kantine / bar (de Loopgroep maakt gebruik van de voorzieningen van V.O.A.B.); • Overzichtelijk / sociaal veilig; • Identiteit; • Vergader-/kantoorruimte(s); • Opslagruimte; • Fietsenstalling. Door de meeste verenigingen werden ook de volgende punten genoemd: • Invalidentoiletten; • EHBO-ruimte; • Afsluitbaarheid. In tabel 2.7 staat een aantal aanvullende specifieke wensen per vereniging aangegeven, wanneer besloten wordt de verenigingen te verplaatsen naar het Nieuwe Sportpark. In bijlage 1 staan de uitkomsten van de gesprekken met de verenigingen weergegeven.
• • • • •
M.H.C.
• • •
Loopgroep
• •
L.T.C.
• • • •
V.V. Riel
• • •
T.V. Riel
• •
Een veld dat voldoet aan de norm om regionale wedstrijden te kunnen houden Kunstgras Nieuwe voorzieningen Tribune, achterzijde op het westen 4 Verlichte velden Onderzoek naar privatisering en bredere functie Zichtlocatie Natte ruimte met krachtstroom Geen water nabij de velden 16 Kleedkamers Aparte toiletgroepen Apart ketelhuis Natte ruimte Wedstrijdverlichting op alle velden Tribune langs het hoofdveld Afzonderlijke rookruimte Winkelruimte Een waterveld Onderzoek naar privatisering Centrale ruimte onderhoud Parcours van tenminste 1 km Zuidelijke ontsluiting Groen rondom banen Terreinverlichting en verlichting banen Oefenkooi Grondwatervoorziening Handhaven eigen identiteit Afzonderlijke, eigen plek op het sportpark, goed bereikbaar uit Riel (ingang gesitueerd richting Riel) Samenwerking met T.V. Riel bespreekbaar Dezelfde voorzieningen als nu, 5 banen, eigen paviljoen, parkeergelegenheid en minibaantje Afzonderlijke, eigen plek op het sportpark, goed bereikbaar uit Riel (ingang gesitueerd richting Riel)
Tabel 2.7 Specifieke wensen per vereniging (Het betreft de wensen van de verenigingen wanneer besloten wordt de verenigingen te verplaatsen naar het Nieuwe Sportpark)
blad 19 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.5
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Omgeving Verandering aanbod in de omgeving De belangrijkste wijzigingen in het sportaanbod in de omgeving betreft hockey. Er zijn plannen voor een fusie tussen TMHC Tilburg en TMHC Forward. De laatstgenoemde club speelt in het zuiden van Tilburg, sportpark Stappegoor. De fusie is nog niet rond en de locatie voor de nieuwe fusievereniging nog niet gekozen. Wanneer de fusie vereniging naar de locatie van TMHC Tilburg in noordwest Tilburg zal verhuizen, kan M.H.C. Goirle voor vroegere (potentiële) leden van TMHC Forward een goed alternatief vormen. Op termijn kan dan rekening worden gehouden met een mogelijke extra groei van het aantal leden van de M.H.C. Goirle. Wanneer de Op dit moment is echter nog geen zekerheid over de mogelijke verhuizing van Forward. Wanneer de nieuwe fusie vereniging echter op een nieuwe locatie aan de zuidzijde van Tilburg wordt gevestigd krijgt M.H.C. Goirle er een krachtige concurrent bij, waardoor druk op het ledenaantal kan ontstaan.
blad 20 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
2.6
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Conclusies toekomstige gebruik De capaciteit van de buitensportvoorzieningen op het sportpark Van den Wildenberg sluit grotendeels aan op de huidige vraag. Op de beide sportaccommodaties van Riel is sprake van een beperkte overcapaciteit. De kwaliteit van de voorzieningen laat te wensen over. De bevolkingsontwikkeling in de gemeente Goirle zal niet leiden tot een sterke groei in de vraag naar sportvoorzieningen. Door de veranderende bevolkingssamenstelling en de trends op het gebied van sportbeoefening zal de vraag in de komende jaren wel kunnen veranderen. Zo mag op basis van landelijke ontwikkelingen worden verwacht dat hockey blijft groeien. Ook voetbal zal, onder andere door de opkomst van het meisjesen vrouwenvoetbal een groei blijven doormaken. De beoefening van handboogschieten en hardlopen zal in Goirle niet wezenlijk veranderen. Van tennis, mag op basis van de landelijke en locale ontwikkelingen, een verdere daling worden verwacht. Voor de hockeyclub is de toekomstige groei bovendien sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in Tilburg. Wanneer de hockeyclub 'Forward' verhuist, zal dit op de lange termijn tot extra vraag in Goirle kunnen leiden, wanneer de nieuwe fusievereniging op sportpark Stappegoor wordt gevestigd ontstaat een sterke concurrent. Het effect op het leden aantal zal niet direct plaatsvinden, omdat bestaande leden veelal sterk aan hun eigen vereniging gebonden zijn. Door de ontgroening en vergrijzing van de bevolking van Goirle zal de sporter een hogere gemiddelde leeftijd krijgen. De intensiteit van de sportbeoefening door de oudere sporters is meestal beperkter, minder trainen, geen of beperkte mate competitie spelen. Hierdoor hoeft ondanks een toenemend ledenaantal de intensiteit van het gebruik van de accommodaties niet toe te nemen. Belangrijk is ook dat de sportverenigingen inspelen op de individualisering in de sport, bijv. door het aanbieden van sportarrangementen en flexibiliteit in de tijdstippen van sportbeoefening.
blad 21 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Er worden kwalitatief hoogwaardige accommodaties gevraagd met daarbij de nabijheid van diverse aanvullende voorzieningen. Zo kennen vrijwel alle sporten een ontwikkeling in de sportondergrond. Binnen voetbal groeit de vraag naar kunstgrasvelden. Bij hockey, dat reeds over kunstgras beschikt, is de volgende stap kwalitatief hoogwaardige (semi) watervelden. Bij tennis is de ontwikkeling in de richting van allweatherbanen. De handboogvereniging zou graag een veld hebben dat voldoet aan de norm om regionale wedstrijden op te kunnen houden. Ook bij de club- en kleedaccommodaties is de ontwikkeling van kwaliteitsverhoging zichtbaar, zowel qua aard en uitvoering alsook bij het voorzieningenniveau dat wordt geboden. In tabel 2.8 staat het benodigde aantal velden/banen per sportvereniging aangegeven op basis van de verwachte ledenontwikkeling. Voor de toekomstige behoefte zijn kengetallen gebruikt; een combinatie van de aanwezige expertise bij Oranjewoud en de landelijke richtlijnen van NOC*NSF. Er is hierbij voor de voetbal uitgegaan van grasvelden. Door het aanleggen van kunstgrasvelden is door dubbelgebruik van wedstrijd- en trainingvelden en de hogere bespelingsgraad van kunstgras een reductie van het aantal velden mogelijk.
blad 22 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Vereniging G.S.B.W.
Aanwezige capaciteit 5 grasvelden
V.O.A.B.
6,5 grasveld
St. Sebastiaan
ca. 1 ha
M.H.C. Loopgroep L.T.C. V.V. Riel
3 kunstgrasvelden Geen 10 banen 3,5 grasvelden
T.V. Riel
5 banen
Benodigde capaciteit 4 gras wedstrijdveld 2,4 gras trainingsveld 4 gras wedstrijdveld 3,7 gras trainingsveld Ruimte voor 12 banen (7200 m2) en 500 m2 binnen 3 kunstgrasvelden loopparcours 12 banen 1,2 gras wedstrijdveld 1,2 gras trainingsveld 4 banen
Tabel 2.8: Benodigde toekomstige capaciteit van de accommodaties van de sportverenigingen van Sportpark Van den Wildenberg
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
3 3.1
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Beheer en exploitatievormen Beheer- en exploitatievormen Exploitatie en beheer van het nieuwe sportpark kan op verschillende manieren worden vormgegeven. In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste mogelijkheden worden beschreven en de voor- en nadelen worden aangegeven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: • Beheer door de gemeente; • Beheer door de verenigingen afzonderlijk; • Beheer door verenigingen gezamenlijk; • Beheer door commerciële exploitatieonderneming; • Beheer door bouwer/ontwikkelaar.
3.2
Beheer door gemeente Verantwoordelijkheden en organisatie In dit model verandert er ten opzichte van de huidige situatie van beheer en exploitatie van de buitensportvoorzieningen in principe niets. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer, het administratieve beheer, het onderhoud, de bedrijfsvoering en management en het beleid. De clubaccommodaties worden door de verenigingen beheerd en geëxploiteerd. Hiermee vindt een uniformering van de huidige situatie plaats. Personeel verantwoordelijk voor de buitensportaccommodaties blijft in dienst van de gemeente. Binnen deze beheerconstructie kan op onderdelen eigendom, beheer en exploitatie van accommodaties worden overgedragen aan verenigingen, zoals nu het geval is met de tennisaccommodaties. Evenals in de huidige situatie zal de gemeente het daadwerkelijk uitvoeren van onderhoud uitbesteden naar marktpartijen. Door de
blad 23 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
uitvraag naar de markt een langere looptijd te geven en resultaatsgericht te specificeren kunnen gunstige aanbiedingen worden verkregen. Eigendom De grond en de accommodaties (m.u.v. de clubaccommodaties) blijven in eigendom van de gemeente. Op onderdelen kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Professionaliteit De wijze waarop de accommodaties worden beheerd en geëxploiteerd zal niet veranderen. Binnen de gemeente is professionele invulling van het opdrachtgeverschap goed mogelijk. De daadwerkelijke uitvoering vindt door gespecialiseerde marktpartijen plaats. Gevolgen voor verenigingen Voor de verenigingen verandert er ten opzichte van de huidige situatie vrijwel niets. Financiën De geldstromen blijven op dezelfde manier lopen als nu het geval is. De gemeente blijft volledig verantwoordelijk voor de exploitatierisico's. Gemeentelijke zeggenschap De gemeente blijft volledig verantwoordelijk voor het functioneren. Er is een optimale combinatie van beleid en beheer en uitvoering mogelijk. Ook kan synergie met overige gemeentelijke beleidsvelden worden gerealiseerd.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Implementatie Er zijn geen implementatie-effecten. Beheer door gemeente Voordelen • Geen implementatie consequenties; • Optimale zeggenschap gemeente; • Optimale afstemming van beleid en uitvoering. Nadelen • Slagvaardigheid beperkt door bestuurlijke besluitvorming. • Beperkte stimulans tot efficiëntie en optimalisatie van de dienstverlening. • Geringe zeggenschap en betrokkenheid van de verenigingen bij beheer en onderhoud
3.3
Beheer door de verenigingen afzonderlijk Verantwoordelijkheden en organisatie In dit model gaat elke vereniging zijn eigen accommodatie beheren en exploiteren, zowel sportvelden/banen, de clubaccommodatie, de kleedaccommodatie als de bijbehorende entourage. Het kan zijn dat verenigingen beheer en exploitatie onderbrengen bij een eigen beheerstichting. Op die manier blijft de sportvereniging gevrijwaard van de risico's van beheer en exploitatie van de accommodaties. Onderhoud van de openbare infrastructuur op het sportpark zal een verantwoordelijkheid van de gemeente blijven. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor het beleid. De taken van het personeel dat binnen de gemeente verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties vervallen. De afspraken over beheer en exploitatie tussen de gemeente en de verenigingen worden meestal voor een periode van 5 tot 10 jaar gemaakt.
blad 24 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
De verenigingen zullen elk voor zich een keuze maken welke werkzaamheden zij zelf kunnen uitvoeren en welke zij zullen uitbesteden naar gespecialiseerde bedrijven. Over het algemeen zullen de eenvoudige verzorgende werkzaamheden door vrijwilligers worden uitgevoerd en de werkzaamheden waarvoor kennis en/of gespecialiseerd materieel noodzakelijk is, worden uitbesteed. Eigendom De grond en de accommodaties (m.u.v. de clubaccommodaties) blijven in eigendom van de gemeente. Op onderdelen kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Professionaliteit Beheer en exploitatie van de accommodaties worden neergelegd bij vrijwilligersorganisaties. Kennis en competenties zijn hierbij sterk afhankelijk van de toevallige personele invulling. Doordat elke vereniging afzonderlijk verantwoordelijk wordt, vindt er een versnippering van beheer en exploitatie plaats. Gevolgen voor verenigingen Voor de verenigingen betekent dit model een aanzienlijke taakbelasting. Niet alleen moeten zij vrijwilligers organiseren voor het uitvoeren van werkzaamheden. Ook moeten zijn gaan optreden als opdrachtgever voor professionele organisaties. Door samenwerking bij de opdrachtverlening kunnen deze inspanningen gereduceerd worden. Voordeel voor de verenigingen is dat zij beheer en exploitatie maximaal op de eigen wensen kunnen afstemmen. Verder vloeien eventuele besparingen door zelfwerkzaamheid direct in de clubkas. Financiën De geldstromen veranderen aanzienlijk. In plaats van huur te betalen krijgen de verenigingen ieder voor zich een vergoeding voor het uitvoeren van beheer en exploitatie van de gemeente. Het risico van beheer en exploitatie ligt bij de verenigingen, alhoewel in de praktijk blijkt dat bij grote tegenvallers teruggevallen wordt op de gemeente.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Gemeentelijke zeggenschap De gemeente heeft geen directe zeggenschap meer over beheer en exploitatie van de buitensportaccommodaties. Het is voor het succes van dit model van doorslaggevend belang dat de afspraken tussen gemeente en verenigingen met betrekking tot de afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder en eenduidig zijn. Bovendien moet de gemeente actief monitoren op de kwaliteit van de accommodaties. Dit om te voorkomen dat aan het eind van de contractperiode de accommodaties met achterstallig onderhoud aan de gemeente terugvallen. Implementatie Invoering vergt aanzienlijke voorbereiding. Met elke verenigingen moeten vooraf aparte afspraken worden gemaakt. Beheer door de verenigingen afzonderlijk Voordelen • Grote zeggenschap en betrokkenheid van de sportverenigingen; • Stimulans tot efficiëntie en optimalisatie van de dienstverlening. Nadelen • Gemeentelijke invloed beperkt; • Gemeentelijke inzet voor toezicht en monitoring noodzakelijk; • Versnippering beheer en exploitatie; • Geringe professionaliteit; • Financieel risico, met name ten aanzien van groot onderhoud; • Aanzienlijke consequenties bij de implementatie.
3.4
Beheer door de verenigingen gezamenlijk Verantwoordelijkheden en organisatie In dit model gaan de verenigingen gezamenlijk het sportpark onderhouden. Meestal wordt in een dergelijk geval een beheerstichting opgericht waarin de verenigingen participeren. De gezamenlijke beheerorganisatie is verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer, het administratieve
blad 25 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
beheer, het onderhoud, de bedrijfsvoering en management. Specifieke afspraken moeten worden gemaakt over beheer en exploitatie van de clubaccommodaties en van de openbare infrastructuur op het sportpark. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het algemene sportbeleid. Het accommodatiebeleid met betrekking tot het nieuwe sportpark is een verantwoordelijkheid van de beheerorganisatie. De taken van het personeel dat binnen de gemeente verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties vervallen. De afspraken over beheer en exploitatie tussen de gemeente en de beheerorganisatie worden meestal voor een periode van 5 tot 10 jaar gemaakt. Binnen de beheerorganisatie kunnen de verenigingen meestal een keuze maken welke werkzaamheden zij zelf met vrijwilligers kunnen uitvoeren. De overige werkzaamheden worden door de beheerorganisatie uitbesteed naar gespecialiseerde bedrijven. Eigendom De grond en de accommodaties (m.u.v. de clubaccommodaties) blijven veelal in eigendom van de gemeente. Professionaliteit Beheer en exploitatie van de accommodaties worden neergelegd bij vrijwillige beheersorganisaties. Kennis en competenties zijn hierbij sterk afhankelijk van de toevallige personele invulling. Binnen de beheerorganisatie is een (gedeeltelijke) professionele invulling van de beheertaak mogelijk. De beheerorganisatie zorgt voor eenduidige vormgeving van beheer en exploitatie. Gevolgen voor verenigingen Voor de verenigingen betekent dit model een taakbelasting. Via de beheerorganisatie zijn zij mede verantwoordelijk voor beheer en exploitatie van het sportpark. Voordeel voor de verenigingen is dat zij beheer en exploitatie op de eigen wensen kunnen afstemmen. Verder vloeien eventuele besparingen door zelfwerkzaamheid direct in de clubkas.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Financiën De geldstromen veranderen aanzienlijk. De beheerorganisatie van de gemeente een vergoeding voor het uitvoeren van het beheer en exploitatie. Het risico van beheer en exploitatie ligt bij de verenigingen, alhoewel in de praktijk blijkt dat bij grote tegenvallers teruggevallen wordt op de gemeente. Gemeentelijke zeggenschap De gemeente heeft geen directe zeggenschap meer over beheer en exploitatie van de buitensportaccommodaties. Er wordt een extra laag gecreëerd die verantwoordelijk wordt voor het nieuwe sportpark. Ook in dit model is het voor het succes van doorslaggevend belang dat de afspraken tussen gemeente en verenigingen met betrekking tot de afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder en eenduidig zijn. Bovendien moet de gemeente actief monitoren op de kwaliteit van de accommodaties. Dit om te voorkomen dat aan het eind van de contractperiode de accommodaties met achterstallig onderhoud aan de gemeente terugvallen. Implementatie Invoering vergt aanzienlijke voorbereiding. Er moet een nieuwe beheerorganisatie worden opgericht. Tussen gemeente, beheerorganisatie en verenigingen moeten vooraf aparte afspraken worden gemaakt. Het verdient aanbeveling om dit zo snel mogelijk te doen zodat de beheerorganisatie kan meedenken over de inrichting van het sportpark en de gevolgen daarvan op beheer en exploitatie.
blad 26 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Beheer door de verenigingen gezamenlijk Voordelen • Betrokkenheid sportverenigingen; • Stimulans tot efficiëntie en optimalisatie van de dienstverlening. Nadelen • Gemeentelijk invloed beperkt; • Gemeentelijke inzet voor toezicht en monitoring noodzakelijk; • Geringe professionaliteit; • Financieel risico, met name ten aanzien van groot onderhoud; • Aanzienlijke consequenties bij de implementatie.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
3.5
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Beheer door de commerciële exploitatieonderneming Verantwoordelijkheden en organisatie In dit model wordt beheer en exploitatie van het sportpark overgedragen aan een commerciële exploitatieonderneming. De gemeente maakt met deze exploitatieonderneming afspraken over beheer en exploitatie van de accommodaties. De verenigingen huren de accommodatie bij de marktpartij. De exploitatieonderneming is verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer, het administratieve beheer, het onderhoud, de bedrijfsvoering en management. Een gedeelte van deze werkzaamheden zal de onderneming zelf uitvoeren, een ander gedeelte zal zij uitbesteden naar gespecialiseerde firma's. Specifieke afspraken moeten worden gemaakt over beheer en exploitatie van de clubaccommodaties. Immers horecavoorzieningen vormen voor de exploitatieonderneming de mogelijkheid om opbrengsten te genereren. Zonder deze mogelijkheid zijn exploitatiekansen van een buitensportaccommodatie zeer beperkt. De openbare infrastructuur op het sportpark blijft veelal een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het algemene sportbeleid. Het accommodatiebeleid met betrekking tot het nieuwe sportpark is een verantwoordelijkheid van de exploitatieonderneming. De taken van het personeel dat binnen de gemeente verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties vervallen. Veelal wordt hierbij het principe mens volgt werk gehanteerd, waardoor de betreffende personeelsleden in dienst komen van de exploitatieonderneming. De afspraken over beheer en exploitatie tussen de gemeente en de exploitatieonderneming worden meestal voor een periode van 5 tot 10 jaar gemaakt.
blad 27 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Eigendom De grond en de accommodaties (m.u.v. de clubaccommodaties) blijven veelal in eigendom van de gemeente. Professionaliteit Beheer en exploitatie van de accommodaties worden neergelegd bij een professionele onderneming. Beheren en exploiteren van de accommodaties behoort tot haar kerncompetenties. Hierdoor mag een sterke prikkel op efficiëntie en op dienstverlening worden verwacht. Gevolgen voor verenigingen De verenigingen worden huurder bij een commerciële onderneming. Dit leidt veelal tot een verzakelijking van de afspraken en hierdoor worden veelal de mogelijkheden eigen door de verenigingen verdiensten beperkt. Verenigingen zien beheer door een commerciële onderneming vaak als een bedreiging. Financiën De geldstromen veranderen aanzienlijk. De verenigingen gaan huur betalen aan de exploitatieonderneming. Wanneer deze huur kostendekkende tarieven betreft, krijgen zij meestal een huursubsidie van de gemeente. Wanneer de huren niet kostendekkend zij krijgt de exploitatieonderneming een exploitatiebijdrage van de gemeente. Het risico van beheer en exploitatie ligt bij de exploitatieonderneming. Gemeentelijke zeggenschap De gemeente heeft geen directe zeggenschap meer over beheer en exploitatie van de buitensportaccommodaties. Er wordt een extra laag gecreëerd die verantwoordelijk wordt voor het nieuwe sportpark. Ook in dit model is het voor het succes van doorslaggevend belang dat de afspraken tussen gemeente en verenigingen met betrekking tot de afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder en eenduidig zijn. Bovendien moet de gemeente actief monitoren op de kwaliteit van de accommodaties. Dit om te voorkomen dat aan het eind van de contractperiode de accommodaties met achterstallig onderhoud aan de gemeente terugvallen.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Implementatie Invoering vergt aanzienlijke voorbereiding. Via een aanbestedingprocedure moet een exploitatiepartij worden geselecteerd. Tussen de gemeente, exploitatieonderneming en de verenigingen moeten vooraf aparte afspraken worden gemaakt. Beheer door de commerciële exploitatieonderneming Voordelen • Professionaliteit van beheer en exploitatie; • Minder taken bij de gemeente; • Stimulans tot efficiëntie en optimalisatie van de dienstverlening. Nadelen • Gemeentelijk invloed beperkt; • Gemeentelijke inzet voor toezicht en monitoring noodzakelijk; • Verzakelijking relaties wordt door sportverenigingen vaak negatief beoordeeld; • Beperkte verdienmogelijkheden bij buitensportaccommodaties beperken de mogelijkheden van een aantrekkelijke exploitatie, daardoor vaak druk op de kwaliteit; • Aanzienlijke consequenties bij de implementatie.
3.6
Beheer door bouwer/ontwikkelaar Verantwoordelijkheden en organisatie In dit model wordt beheer en exploitatie van het sportpark overgedragen aan de onderneming die het sportpark heeft ontworpen en gerealiseerd. (DBMO-contract, Design, Build, Maintain en Operate). De gemeente stelt in een programma van eisen de minimale specificaties waaraan de sportaccommodatie moet voldoen. Na selectie van een marktpartij is deze verder verantwoordelijk voor het gehele vervolgtraject. Een dergelijk contract heeft een lange looptijd, veelal minimaal 20 jaar. De verenigingen huren de accommodatie bij de marktpartij.
blad 28 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Specifieke afspraken moeten worden gemaakt over beheer en exploitatie van de clubaccommodaties. Immers horecavoorzieningen vormen voor de onderneming de mogelijkheid om opbrengsten te genereren. De openbare infrastructuur op het sportpark blijft veelal een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het algemene sportbeleid. Het accommodatiebeleid met betrekking tot het nieuwe sportpark is een verantwoordelijkheid van de beheerorganisatie. De taken van het personeel dat binnen de gemeente verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties vervallen. Eigendom De grond en de accommodaties (m.u.v. de clubaccommodaties) blijven veelal in eigendom van de gemeente. Professionaliteit Beheer en exploitatie van de accommodaties worden neergelegd bij een professionele onderneming. Beheren en exploiteren van de accommodaties behoort tot haar kerncompetenties. Hierdoor mag een sterke prikkel op efficiëntie en op dienstverlening worden verwacht. Gevolgen voor verenigingen De verenigingen worden huurder bij een commerciële onderneming. Dit leidt veelal tot een verzakelijking van de afspraken en hierdoor worden veelal de mogelijkheden eigen verdiensten door de verenigingen beperkt. Verenigingen zien beheer door een commerciële onderneming vaak als een bedreiging. Financiën De geldstromen veranderen aanzienlijk. De verenigingen gaan huur betalen aan de ontwikkelaar. Wanneer deze huur kostendekkende tarieven betreft, krijgen zij meestal een huursubsidie van de gemeente. Wanneer de huren niet kostendekkend zij krijgt de exploitatieonderne-
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
ming een exploitatiebijdrage van de gemeente. Het risico van beheer en exploitatie ligt bij de exploitatieonderneming. Gemeentelijke zeggenschap De gemeente heeft geen zeggenschap meer over ontwerp, realisatie, beheer en exploitatie van het sportpark. Er wordt een extra organisatie gecreëerd die verantwoordelijk wordt voor het nieuwe sportpark. Ook in dit model is het voor het succes van doorslaggevend belang dat de afspraken tussen gemeente, ontwikkelaar en verenigingen met betrekking tot de afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden helder en eenduidig zijn. Bovendien moet de gemeente actief monitoren op de kwaliteit van de accommodaties. Dit om te voorkomen dat aan het eind van de contractperiode de accommodaties met achterstallig onderhoud aan de gemeente terugvallen. Implementatie Invoering vergt korte maar intensieve voorbereiding. Via een aanbestedingprocedure moet bouwer/ontwikkelaar worden geselecteerd. Daarna is de gemeentelijke inbreng zeer beperkt. Beheer door bouw er/ontwikkelaar Voordelen • Professionaliteit bij ontwerp, aanleg, beheer en exploitatie; • Minder taken bij de gemeente; • Stimulans tot efficiëntie en optimalisatie van de dienstverlening. Nadelen • Gemeentelijk invloed zeer beperkt; • Gemeentelijke inzet voor toezicht en monitoring noodzakelijk • Verzakelijking relaties wordt door sportverenigingen vaak negatief beoordeeld; • Financieel risico, met name ten aanzien van groot onderhoud; • Grote implementatieconsequenties.
blad 29 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
3.7
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Fiscale mogelijkheden Sportbesluit Als sportaccommodaties door de gemeente worden verhuurd aan sportverenigingen dan is de verhuur in principe vrijgesteld van BTW. De BTW op de investeringen in de sportaccommodatie is dan niet aftrekbaar. Door het sportbesluit (15 februari 2005) zijn er echter fiscale voordelen te behalen bij de realisatie en exploitatie van sportaccommodaties. Voorwaarde hierbij is het gelegenheid geven tot sportbeoefening in plaats van een huur - verhuur relatie. Uitgangspunten bij het "gelegenheid geven tot sportbeoefening "zijn: • Een sportaccommodatie is een onroerende zaak die specifiek en permanent is ingericht voor actieve sportbeoefening. • Over de vergoeding voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening wordt 6% BTW geheven. • De BTW over investeringen en exploitatielasten (19%) is aftrekbaar. Het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie bestaat uit meer dan alleen het gebruiksrecht (anders is er sprake van verhuur). Deze aanvullende dienstverlening kan bestaan uit: • het ter beschikking stellen van voorzieningen die het sporten mogelijk maken (kleed- en doucheruimten, sanitaire voorzieningen etc.); • het ter beschikking stellen van sportattributen die noodzakelijk zijn voor de sportbeoefening (doelen, hoekvlaggen, dugouts, netten etc.); • het verzorgen of laten verzorgen van onderhoud, schoonmaak en beveiliging van de sportaccommodatie. Daarnaast moet sprake zijn van beperkingen ten aanzien van doel en duur van het gebruik, er mag dus geen sprake zijn van een exclusief en onbeperkt gebruiksrecht voor één gebruiker. Deze bepaling stimuleert het multifunctionele gebruik van de accommodaties. In samenspraak met de sportverenigingen moet hierbij tot een optimale samenwerkingsvorm gekomen worden.
blad 30 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Mogelijkheden van het sportbesluit Bij de ontwikkeling van het nieuwe sportpark gaat het om een aanzienlijke investering. Terugvordering van BTW over deze investering kan dus interessant zijn. Om de BTW over de investeringen terug te kunnen vorderen moet de relatie tussen exploitant en gebruiker zo worden ingericht dat sprake kan zijn van het "gelegenheid geven tot sportbeoefening. De mogelijkheden hiertoe zijn als volgt: Gemeente - Sportvereniging In principe kan het geven van gelegenheid tot sportbeoefening rechtstreeks tussen de gemeente en de betreffende sportverenigingen plaatsvinden. De gemeente stelt de velden en de kleedaccommodaties ter beschikking en dient dan ook de aanvullende diensten (zoals omschreven in het besluit van de staatssecretaris) te verlenen. De sportverenigingen zijn slechts gebruiker van het sportpark en betalen daarvoor een vergoeding (geen symbolisch bedrag) aan de gemeente. Dit bedrag wordt belast met 6% BTW en de gemeente kan alle BTW over de investeringen en de exploitatielasten terugvorderen. Gemeente - Sportbedrijf - Sportvereniging Uitgangspunt is dat de gemeente investeert in de sportaccommodaties en ook de eigenaar zal zijn. Ook de renovaties worden door de gemeente uitgevoerd. Het is echter niet noodzakelijk dat de gemeente vervolgens alle uitvoerende taken met betrekking tot het gelegenheid geven tot sportbeoefening zelf uitvoert. Hiervoor kan een sportbedrijf worden ingeschakeld. Daarbij maakt het niet uit of sprake zal zijn van het oprichten van een gemeentelijk sportbedrijf of het uitbesteden aan een externe commerciële exploitant. Gemeente - beheersstichting Sportpark - Sportvereniging Als alternatief voor één kan voor het nieuwe sportpark een beheerstichting worden opgericht. In het bestuur van deze stichting kunnen dan de verenigingen die gebruik maken van het betreffende sportpark vertegenwoordigd zijn. Ook in deze situatie is het de gemeente die investeert en
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
die eigenaar is. De beheerstichting is verantwoordelijk voor alle uitvoerende taken met betrekking tot het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Voor daadwerkelijke terugvordering van de BTW over de investeringen, moeten de volgende stappen worden gezet wanneer gekozen wordt voor het oprichten van een sportbedrijf of het privatiseren van de sport: • Overleg met de inspectie van de belastingdienst (belastingdienst moet beoordelen of constructie voldoet aan de criteria van de staatssecretaris). • Overleg met de betrokken sportverenigingen (over de algemene aspecten van het gelegenheid geven tot sportbeoefening en over eigendom, beheer en onderhoud van de kleedaccommodaties). • Het sportbedrijf of de beheerstichting moet worden opgericht of er moet een externe exploitant worden geselecteerd die deze rol gaat vervullen. • De gemeente moet opteren voor belaste verhuur van de sportaccommodaties aan een sportbedrijf (expliciet opnemen in het huurcontract tussen gemeente en sportbedrijf en de belastingdienst hier schriftelijk over informeren). • Het sportbedrijf/beheerstichting dient zich aan te melden als ondernemer bij de belastingdienst. • Het huurcontract tussen gemeente en sportbedrijf/beheerstichting en de gebruiksovereenkomsten tussen sportbedrijf/beheerstichting en sportverenigingen moeten worden afgesloten. Alle bovenstaande punten moeten zijn gerealiseerd voordat de nieuwe accommodaties in gebruik worden genomen.
blad 31 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
3.8
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Conclusies In hoofdstuk 2 is ingegaan op de invulling van beheer en onderhoud in de huidige situatie. Er bleken daarbij grote verschillen tussen de verenigingen te bestaan. De aanleg van het nieuwe sportpark biedt de kans om de afspraken te uniformeren en tot een nieuwe keuze met betrekking tot de vormgeving van beheer en exploitatie te komen. De verschillende in dit hoofdstuk beschreven beheer- en exploitatievormen hebben elk hun eigen voor- en nadelen. Om de vormen te kunnen beoordelen en tot een keuze van de een voorkeursmodel komen, is toetsing aan de gemeentelijke uitgangspunten, doelstellingen en randvoorwaarden nodig. Ook moet het draagvlak bij de gebruikers worden getoetst. Op voorhand kunnen echter wel een aantal beheer- en exploitatievormen als meer of minder kansrijk worden benoemd. • Beheer door de gemeente. Kansrijk, dit is een voortzetting van de huidige situatie; • Beheer door de verenigingen afzonderlijk. Minder kansrijk, vergt een grote inzet van verenigingen, leidt tot versnippering van het beheer; • Beheer door verenigingen gezamenlijk. Kansrijk, vergt evenwel intensieve samenwerking van de verenigingen; • Beheer door commerciële exploitatieonderneming, Minder kanrijk, de verdienmogelijkheden zijn beperkt; • Beheer door bouw en ontwikkelaar. Kansrijk, zeggenschap van de gemeente en verenigingen is evenwel beperkt. In alle gevallen is het echter aan te bevelen om een constructie waarin fiscale voordelen kunnen worden gehaald verder te onderzoeken.
blad 32 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
4 4.1
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Visie en Programma van Eisen Visie op het sportpark De visie op de functies, voorzieningen en de inrichting op het nieuwe sportpark is neergelegd in een drietal documenten, die tezamen de wensen en eisen beschrijven. Het betreft de volgende plannen: • de visie en programma van eisen sport; • het landschapsplan; • de duurzaamheidsvisie en energievisie. Daarnaast zijn de Kadernota Sport en de visie op het beheer van het nieuwe sportpark die beiden nog in voorbereiding zijn relevant. De ruimtelijke integratie van deze plannen zal plaatsvinden in de volgende fase van het planvormingsproces, de ontwerpfase. Uitgangspunt gemeente De gemeente wil een nieuw modern sportpark realiseren. Dat wil zeggen een sportpark dat een kwalitatief hoogwaardig multifunctioneel karakter heeft, dat duurzaam is ingericht en dat voor vele groepen sporters ruime mogelijkheden biedt. De inrichting van het sportpark dient over voldoende flexibiliteit te beschikken om de toekomstige vraag naar buitensportvoorzieningen in de gemeente Goirle op te kunnen vangen. Bij de inrichting van het sportpark moet er bovendien rekening mee worden gehouden dat te zijner tijd T.V. Riel en V.V. Riel ook een plaats op het sportpark kunnen krijgen (strategische reservering). Naast de huidige verenigingen kunnen ook nog andere functies worden toegevoegd, wanneer deze een toegevoegde waarde hebben voor het sportpark. Het sportpark moet in een groene, parkachtige setting worden gerealiseerd en op een goede manier in het landschap worden ingepast. Belangrijk is verder een goede en (sociaal) veilige ontsluiting van het sportpark. Tenslotte is belangrijk dat het sportpark ook op langere termijn zijn moderne uitstraling kan handhaven, zodat het nieuwe sportpark Van de
blad 33 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Wildenberg door de gebruikers als een kwalitatief hoogwaardige en duurzame sportvoorziening wordt ervaren. Consultatie Zoals ook in de inleiding is aangegeven zijn verenigingen actief betrokken bij het tot stand komen van de visie en het programma van eisen. Naast wensen met betrekking tot de aard en omvang van de toekomstige voorzieningen, waarop in paragraaf 4.4 verder wordt ingegaan, is uitgebreid ingegaan op de wensen ten aanzien van het toekomstige sportpark als geheel. Belangrijke conclusies uit de consultatie waren: • De verenigingen uit Riel, V.V. Riel en T.V. Riel, willen niet naar het nieuwe sportpark verplaatst worden. Zij verwachten geen of nauwelijks meerwaarde van een nieuw gecombineerd buitensportaanbod. In samenwerking met Goirlese sportverenigingen die dezelfde sport beoefenen ziet men geen voordelen. Als men toch naar het nieuwe sportparkmoet verhuizen, wil men een eigen herkenbare plek met een zo optimaal mogelijke verbinding met Riel. Men vreest desondanks echter dat de relatief kleine Rielse verenigingen zullen ondersneeuwen op het grote sportpark. Ook uit het overleg dat in het kader van het I-DOP in Riel is gevoerd, komt deze visie naar voren. • In het kader van de Toekomstvisie heeft de gemeenteraad bepaald dat: "Alle genoemde Goirlese sportverenigingen worden verplaatst naar het Riels Kwadrant, met dien verstande dat op termijn de mogelijkheid bestaat dat zowel T.V. Riel als V.V. Riel kunnen worden toegevoegd, indien het I-DOP en het woningbouwprogramma voor de gemeente Goirle daar aanleiding toe geven." Uit het overleg dat in het kader van het I-DOP in Riel is gevoerd, komt ook naar voren dat de verenigingen uit Riel niet naar het nieuwe sportpark willen worden verplaatst. Er is een inbreidingsnotitie door de raad vastgesteld waarin wordt aangegeven welke locaties in Riel in aanmerking komen voor herontwikkeling als woningbouwlocatie. Het maakt voor de ontwikkeling van deze locaties niet uit waar de sportaccommodaties in Riel liggen. Als besloten wordt tot verplaatsing van (een van) de sportvereniging(en) dan ontstaat er een nieuwe locatie die mogelijk als extra woningbouwlocatie bestemd kan worden. Vanuit de woningbouwbehoefte lijkt hier echter geen reden toe In het programma van eisen
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
•
•
•
•
voor het nieuwe sportpark is dan ook geen ruimtereservering meer voor de Rielse verenigingen opgenomen. De Goirlese sportverenigingen hechten aan hun eigen herkenbare accommodatie. Verregaande combinatie van accommodaties en functies wordt niet positief gewaardeerd. Dit geldt niet alleen voor de specifieke sportaccommodaties maar ook voor de voorzieningen daaromheen als club- en kleedaccommodaties, speelplekken en parkeervoorzieningen. Daarom is er in de uitwerking van het programma van eisen voor gekozen om elk van de verenigingen een eigen herkenbare plek op het sportpark aan te bieden. Wel zijn, met het oog op flexibiliteit in het gebruik, de voetbalvelden bij elkaar gelegd en is er uitgegaan van één gebouw waarin de beide voetbalverenigingen elk hun eigen gebouwdeel hebben. Ook de extra (overloop) parkeervoorzieningen worden centraal op het sportpark gesitueerd om voor alle sportverenigingen te gebruiken te zijn. De verenigingen zien weinig mogelijkheden voor extra/aanvullende voorzieningen. Koppeling van de accommodaties met buitenschoolse opvang (BSO) acht men wel kansrijk. Ook een gemeenschappelijke EHBO-ruimte is een goede mogelijkheid. Verder ziet men mogelijkheden om samen te werken bij de inkoop van energie en water. Belangrijk voor het goed functioneren van het nieuwe sportpark wordt een goede ontsluiting voor auto en langzaam verkeer gevonden. Ook moet op het park voldoende parkeergelegenheid aanwezig zijn. Bij het huidige sportpark vormt de parkeercapaciteit een knelpunt. De tennishal van Polytennis (blaashal) functioneert op het huidige sportpark als een zelfstandige voorziening. De relatie met de tennisvereniging is zeer beperkt. Voor de andere sportverenigingen heeft de hal geen toegevoegde waarde. Ook verwachten de verenigingen niet dat zij in de toekomst behoefte hebben aan een overdekte (tennis)accommodatie bij de nieuwe buitensportvoorzieningen. Om die reden is in het programma van eisen geen ruimte gereserveerd voor een tennishal.
Functies De sportvoorzieningen in het gebied zullen modern zijn en aansluiten bij de huidige en toekomstige vraag. De voorzieningen van het sportpark blad 34 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
zullen daarom van hoge kwaliteit moeten zijn. Om de diversiteit van het aanbod te vergroten wordt samenwerking tussen de (sport) verenigingen gestimuleerd. Concreet worden voor de volgende verenigingen voorzieningen op het nieuwe sportpark gerealiseerd: • voetbal vereniging G.S.B.W.; • voetbalvereniging V.O.A.B.; • handboogvereniging St. Sebastiaan; • hockeyvereniging M.H.C.; • de Loopgroep; • tennisvereniging L.T.C. Naast de specifieke voorzieningen voor de buitensportverenigingen is er op het sportpark ruimte aanwezig om eventuele nieuwe voorzieningen, bijv. Voortkomende uit de Kadernota Sport, een plek te geven. Het kan hierbij zowel gaan om gebouwde als om niet gebouwde voorzieningen. Een gedeelte van deze ruimte wordt in dit programma van eisen ingevuld met voorzieningen voor de informele sportbeoefening. Deze bestaan uit: • een trapveldje; • een speelvoorziening (sportgerelateerd); • een skatevoorziening. Bij de inrichting van de speelvoorziening kan worden gedacht aan kleinere voetbalvelden met boarding voor beginners en ouderen, een panna-veldje (ronde 'arena's van 6 meter) voor jongeren, een beachvolleybalveld etc. Het terrein kan worden gebruikt voor training door verenigingen, maar ook voor naschoolse sportactiviteiten door het jongerenwerk, sport van de buitenschoolse opvang, sportdagen van bedrijven en scholen etc. Het terrein is vrij toegankelijk. Dit betekent dat ook sporters in ongebonden verband er terecht kunnen en uitgedaagd worden te sporten en bewegen. Voor de snelst groeiende sport op dit moment, hardlopen, is aansluiting op het achtergelegen gebied van groot belang.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Gekoppeld aan de club/kleedgebouwen voor de voetbal- of hockeyverenigingen is het mogelijk om in de toekomst voorzieningen voor de BSO in combinatie met sport te realiseren. Op het sportpark is verder een bescheiden voorziening aanwezig voor het uitvoeren van beheer en onderhoud. Tenslotte is er binnen het plangebied ook ruimte gereserveerd voor het realiseren van een brandweerkazerne. Voorzieningenniveau Door de gemeente wordt een basisaanbod van voorzieningen voor de sportbeoefening gerealiseerd. Uitgangspunt hierbij wordt gevormd door het aanbod op het huidige sportpark. Eventuele extra wensen moeten door de gebruikers zelf gerealiseerd worden. Algemene eisen aan de inrichting Het park dient logisch en overzichtelijk te zijn ingericht. De infrastructuur op het sportpark is openbaar toegankelijk en maakt deel uit van de recreatieve structuur van Goirle. De inrichting is daarom aantrekkelijk. Het park krijgt bovendien een aantal algemene voorzieningen die openbaar toegankelijk zullen zijn, zoals het trapveldje, de speelvoorziening, de skatevoorziening, en het loopparcours. Deze algemene voorzieningen dienen een logische plaats te krijgen op het park. De inrichting van het park dient flexibel te zijn naar de toekomst; algemene ruimtes moeten kunnen worden ingericht als sportveld bij extra vraag en bij een verminderde vraag kunnen sportvelden worden omgezet naar algemene ruimtes, ruimtes voor nieuwe functies of sporten of naar extra groene ruimte. Het park wordt zodanig ingericht dat de verschillende specifieke voorzieningen voor de sportbeoefening afsluitbaar zijn, dit met het oog op de beheersbaarheid, veiligheid en toezicht. Deze afsluitingen moeten worden bereikt in zonder een overheersend beeld van hekwerken en/of hagen. Hiervoor zal creatief gebruik gemaakt worden van natuurlijke barrières.
blad 35 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Figuur 4.1: Luchtfoto locatie sportpark met het plangebied (bron: Google Earth)
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Ontsluiting Voor de verschillende functies van het gebied moet er een goede ontsluiting zijn voor zowel autoverkeer, langzaam verkeer als openbaar vervoer naar de kernen Goirle en Riel. De verkeersdoorstroming en de bereikbaarheid voor hulpdiensten is van groot belang voor het goed kunnen functioneren van het park. Op het sportpark dient een logische infrastructuur te komen met gescheiden functies ten behoeve van de veiligheid. Groot belang wordt gehecht aan een directe en veilige ontsluiting voor het langzaam verkeer en het parkeren. In verband met het openbare karakter dienen de wegen, fietspaden en parkeerplaatsen te worden voorzien van verlichting. Op het sportpark dient voldoende parkeerruimte te worden gerealiseerd op basis van de normering en het parkeergedrag bij het huidige sportpark. Landschappelijke inpassing Het Nieuwe Sportpark Van den Wildenberg wordt een sportpark in de groene ruimte. Voorwaarde hierbij is niet alleen dat het sportpark goed binnen het bestaande landschap wordt ingepast, maar dat het sportpark een uitstraling krijgt van sporten in een park. Om hier richting aan te geven, is door de gemeente een Landschapsplan opgesteld. Volgens dit landschapsplan wordt het landschap in het Riels Kwadrant gekarakteriseerd als een overgangszone van het beekdal naar de hogere dekzandrug. Een dergelijke overgangszone of coulisselandschap wordt gekenmerkt door een mozaïek van open ruimten met gesloten gedeelten. Historisch gezien lopen de perceelgrenzen binnen dit mozaïek voornamelijk van zuidoost naar noordwest. Door bij de inrichting van het nieuwe sportpark gebruik te maken van deze richting en door het gebruik elementen, die behoren bij dit landschapstype, kan het nieuwe sportpark als landschapspark goed worden ingepast in de structuur van het omliggende landschap en kan de beoogde parkachtige ambiance worden vormgegeven. Zichtlijn Binnen het bestaande mozaïek van open en gesloten gedeelten vormen de bestaande structuren een duidelijke open zichtlijn in het landschap. Deze open zichtlijn van de Turnhoutsebaan naar het zuidwesten wordt blad 36 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
aan de noord- en zuidkant geflankeerd door kleine bosschages met aan de horizon een transparante eikensingel. De eikensingels geeft een gefilterd beeld naar het achterliggende open agrarisch landschap. Deze zichtlijn is voor het landschap beeldbepalend en bij de toekomstige inrichting van het sportpark dient met deze open zichtlijn dan ook nadrukkelijk rekening te worden gehouden. Waterlopen Binnen het plangebied is een waterloop gelegen, die behouden dient te blijven en binnen de inrichting van het nieuwe sportpark te worden geïntegreerd. Door het aanleggen van sportvelden zal binnen het plangebied extra waterberging noodzakelijk zijn. Een robuuste vormgeving van de bestaande en eventueel noodzakelijke nieuwe waterlopen dient uitgangspunt te zijn, om aansluiting te kunnen vinden bij de kenmerken van een coulisselandschap. De oevers dienen daarbij wel natuurvriendelijk te worden ingericht, zodat ook de ecologie ervan kan meeprofiteren. Bosschages, houtwallen, singels en/of lanen Binnen het coulisselandschap vormen bosschages, houtwallen, singels en/of lanen de gesloten gedeelten binnen het mozaïek. De nog aanwezige groenstructuren en bosschages dienen behouden te blijven en binnen het ontwerp van het nieuwe sportpark te worden geïntegreerd. Door bij de inrichting van het nieuwe sportpark gebruik te blijven maken van deze gesloten landschapselementen als contrast ten opzichte van de open sportvelden, kan het mozaïek opnieuw vormgegeven worden. Voor een meer uitgebreide beschrijving van het Landschapsplan wordt naar de afzonderlijke rapportage van de gemeente verwezen. Duurzaamheid Om uitvoering te geven aan de ambitie een duurzaam nieuw sportpark te kunnen realiseren, zijn door G3 Advies een duurzaamheidsvisie en een energievisie opgesteld. In de duurzaamheidsvisie is aangegeven dat de themas energie, water, mobiliteit, ecologie/groen, veiligheid, sociale samenhang en bodem kansen zouden kunnen bieden om het aspect duurzaamheid op het nieuwe sportpark vorm te kunnen geven. In het onderzoek is vastgesteld
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
dat binnen de gemeente Goirle al veel themas onderdeel uitmaken van de aanpak voor locatieontwikkeling. Voor het Nieuwe Sportpark van den Wildenberg worden nog de volgende aanbevelingen gedaan om het aspect duurzaamheid nog nadrukkelijker vorm te geven: • maken van een energievisie; • extra aandacht voor veiligheid, door een (veilige) open opzet met weinig bebossing; • inrichting van het sportpark binnen de kaders van het Politiekeurmerk Veilig Wonen; • een veilige scheiding van verkeersdeelnemers door realisatie van een turborotonde op de hoek Rillaersebaan Turnhoutsebaan; • extra aandacht voor wateropslag; • vergroting sociale samenhang door het sportpark voor een breder publiek dan alleen de verenigingen open te stellen; • extra aandacht aan duurzaam materiaalgebruik op gebouwniveau, rekeninghoudend met de DuBo-lijst; • extra aandacht voor doorvertaling van beleid duurzaamheid naar uiteindelijke uitvoering. In de energievisie zijn kansrijke energieconcepten onderzocht en daarbij is gebleken dat op het nieuwe sportpark een aantal stappen gezet kan worden voor energiebesparing. Omdat de verlichting van de velden, de verwarming en het warm tapwater van de gebouwen de meeste energie gebruiken, is bezien of, en op welke manier, binnen deze terreinen energie bespaard kan worden. Het volgende is geconcludeerd: • voor verlichting zijn weinig mogelijkheden voor energiebesparing, omdat voldaan dient te worden aan een NEN-norm en er voor de energiezuinigheid van lampen zelf geen grote ontwikkelingen hebben plaatsgevonden; • voor verwarming zijn mogelijkheden voor verduurzaming door toepassing van isolatie, en energiezuinige ventilatie en door verduurzaming van de energieopwekking door toepassing van warmtepompen en/of een kleinschalig biomassaconcept; • het energiegebruik voor warm tapwater zou kunnen worden gereduceerd en verduurzaamd door het toepassen van zonnecollectoren en de toevoeging van warmteterugwinning uit het douchewater. blad 37 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Voor een meer uitgebreide beschrijving van de duurzaamheidsvisie en een energievisie wordt naar de afzonderlijke rapportages Duurzaamheid bij het nieuwe sportpark en de nieuwe woonwijk en Energievisie voor het nieuwe sportpark en de nieuwe woonwijk verwezen.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
4.2
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Programma van Eisen sportpark •
4.2.1
Algemene ruimtelijke eisen voor het totale sportpark Sportaccommodaties • Uit de werksessies met de verenigingen kwam naar voren dat de verenigingen sterk hechten aan de eigen identiteit. Op het sportpark krijgen de verenigingen daarom elk hun eigen accommodatie. De aanwezigheid van de twee voetbalverenigingen biedt mogelijkheden tot combinaties. De velden van de voetbalverenigingen liggen bij elkaar. Hierdoor ontstaat flexibiliteit om in te spelen op vraagontwikkelingen. Ook kan men bij grote evenementen gemakkelijk van elkaars velden gebruik maken. • De clubaccommodatie is voor de eigen identiteit van de verenigingen belangrijk. Om die reden en om reden van de functionele en visuele relaties tussen club- en kleedaccommodatie en velden is er voor gekozen om per vereniging een club- kleedaccommodatie te realiseren. Met het oog op de toekomstige flexibiliteit wordt de club/kleedaccommodatie van de beide voetbalverenigingen ondergebracht in één gebouw waarin elke vereniging zijn eigen gebouwdeel heeft. • De locaties van de club/kleedgebouwen wordt beïnvloed door drie aspecten, in volgorde van belangrijkheid: 1. Aan- en afvoer en bereikbaarheid voor veiligheidsdiensten. 2. Een directe relatie van het clubgebouw met het hoofdveld, met direct zicht op het hoofdveld. 3. Een centrale ligging ten opzichte van alle velden. Bij voorkeur is de looptijd naar alle velden zo kort mogelijk. • Bij de clubaccommodaties is ruimte voor het realiseren van een terras en kleinschalige speelvoorzieningen. • Naast het zicht vanuit de accommodatie, kan ook een tribune (V.O.A.B.) geplaatst worden aan het hoofdveld. De tribune en de accommodatie kunnen gecombineerd worden, zolang de tribune het zicht op het hoofdveld vanuit de accommodatie niet belemmerd.
blad 38 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
•
•
•
De vrije inwendige hoogte van de kleedruimten bedraagt 2,6 meter. Het is niet wenselijk beneden een hoogte van 2,0 meter ramen aan te brengen. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met beschadiging door ballen. In die gevallen moet veiligheidsglas worden toegepast. De ligging van de accommodaties van de verschillende sportverenigingen zal zodanig zijn dat gezamenlijk gebruik gemaakt kan worden van de extra parkeercapaciteit (overloopparkeerplaatsen). Bij het ontwerp van de clubgebouwen dient aandacht besteed te worden aan de mogelijkheid van het toepassen van diverse technische vernieuwingen zoals warmteterugwinning en groene daken om duurzame gebouwen te ontwikkelen. Bij de locatie van de gebouwde accommodaties moet rekening gehouden worden met het vrijhouden van de zichtlijnen en met mogelijke ecologische routes over het sportpark.
Overige voorzieningen • In het park zal ruimte beschikbaar zijn voor extra functies, bijv voortkomende uit de Kadernota Sport. In dit programma van eisen is rekening gehouden met een trapveldje, een speelvoorziening en een skatevoorziening (totaal 5.000 m2). Om deze voorzieningen goed bereikbaar en openbaar toegankelijk te houden, zijn deze voorzieningen gesitueerd bij een entree van het sportpark. Bovendien kunnen toekomstige sportgerelateerde ruimtevragende functies, die mogelijk op deze locaties kunnen worden ingepast, een goede zichtlocatie krijgen. • Op het sportpark wordt één centrale EHBO-ruimte met gerealiseerd. deze EHBO-ruimte wordt gekoppeld aan een club/ kleedaccommodatie. • In het sportpark moet 400 m2 worden gereserveerd voor beheer en onderhoud. Deze ruimte wordt gebruikt voor een verblijfsruimte/kantoor, opslag van machines en materialen als zand. De beheerruimte ligt bij een entree van het sportpark en is goed bereikbaar voor zwaar transport,
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
•
•
•
•
•
Voorzieningen voor buitenschoolse opvang worden bij voorkeur gekoppeld aan club- en kleedaccommodatie van de verenigingen. Hierbij een (gedeeltelijk) medegebruik van de voorzieningen mogelijk. Het meest kansrijk is een koppeling aan de hockey- of voetbalaccommodatie. Hierin zal in een later stadium een keuze moeten worden gemaakt. In het programma van eisen is hiervoor een reservering opgenomen maar is nog geen rekening gehouden met de specifiek benodigde voorzieningen en hoeveelheid vierkante meters ten behoeve van de BSO. Naast de Mixed Hockey Club zal een vrije ruimte worden gehouden die is ingericht als groene ruimte. Deze vrije ruimte zal groot genoeg zijn om, mocht de toekomstige vraag daartoe leiden, een vierde hockeyveld aan te kunnen leggen. Er zal een hardloopparcours van minimaal 1 km over het park worden aangelegd. Dit loopparcours beschikt over een egale ondergrond (asfalt) en is voorzien van verlichting. Het parcours geeft aansluiting op de routes over de Regte Heide. De Loopgroep is de primaire gebruiker deze route. Secundaire gebruikers zijn de overige sportverenigingen die het loopparcours voor trainingen kunnen gebruiken. Het loopparcours is ook te gebruiken als skeeleraccommodatie. Waar mogelijk kan de looproute uitgebreid worden met oefenmateriaal zoals rekstokken, hordes, evenwichtsbalken, etc. zodat een trimbaan ontstaat. Zo mogelijk blijft het loopparcours openbaar toegankelijk, ook wanneer de velden en accommodaties van de omringende sportvelden afgesloten worden. Wanneer het niet lukt de gehele rondgang van het parcours openbaar toegankelijk te houden bij afsluiting van de sportverenigingen, dient tenminste de verbinding tussen Goirle en de Regte Heide toegankelijk te blijven over een deel van het parcours. Voor de brandweerkazerne is een apart programma van eisen opgesteld. Er zijn drie mogelijke locaties in de noordoostpunt van het sportpark aangegeven. De definitieve keuze zal worden bepaald door de kruisingssituatie Rillaersebaan-Turnhoutsebaan en de aansluiting van de brandweerkazerne op het wegennet.
blad 39 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
4.2.2
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Bereikbaarheid Infrastructuur • De ontsluiting voor autoverkeer en openbaar vervoer zal plaatsvinden op de Rillaerse Baan. Voor de auto-ontsluiting zijn twee aansluitingen op de Rillaerse Baan gepland. Bij het bepalen van de exacte locatie(s) van de aansluitingen op de Rillaerse Baan moet rekening gehouden worden met de onderlinge afstand en met voldoende opstelmogelijkheid voor het kruispunt met de Turnhoutsebaan. Door de voorgenomen reconstructie van dit kruispunt zal de situatie aanzienlijk veranderen. • Voor fietsverkeer richting Riel volstaan de ontsluiting via de Rielse dijk voor het centrum en het zuiden van Riel en de parallelweg van de Rillaerse Baan en de Tilburgse weg aan de noordkant. • Voor fietsverkeer richting Goirle zijn drie verbindingen gepland: o Aan de noordkant via de Rillaerse Baan. Deze ontsluiting wordt verbeterd met de aanleg van een turborotonde op de plaats van de kruising met de Rillaerse baan Turnhoutsebaan, waarbij een onderdoorgang voor langzaam verkeer gepland is. o Aan de zuidkant via het Eusselpad-De Schietberg met de onderdoorgang onder Turnhoutsebaan. o Voor een optimale ontsluiting van het sportpark wordt een nieuwe verbinding over de Turnhoutsebaan gerealiseerd. Deze verbinding zal ongeveer halverwege de twee huidige verbindingen aangelegd worden (ter hoogte van de Zoom - Den Brem) en zal goed aansluiten op het achterliggende wegennet. Zij maakt op het sportpark deel uit van een doorgaande openbare fietsroute. • De huidige route over de Oude Spoorbaan is onderdeel van een groter, provinciaal fietsroutenetwerk. • Dimensionering van het wegenstelsel op het sportpark dient afgestemd te zijn op bereikbaarheid door touringcars. Dit geldt alleen voor de wegen die de Rillaerse Baan aansluiten op het centrale parkeerterrein. • In verband met de ontsluiting door het openbaar vervoer moet op de Rillaerse Baan een bushalte (beide richtingen) worden gerealiseerd.
blad 40 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Bestaande fietsstructuren in / naar het gebied Optimalisatie fietsstructuren Goirle
Figuur 4.2: Bestaande fietsstructuren naar het gebied en mogelijkheid tot optimalisatie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
• •
•
•
•
•
Voor een bushalte aan de noordzijde van de Rillaerse Baan zal ook een veilige oversteekplaats moeten worden gerealiseerd. Het sportpark dient altijd goed bereikbaar te zijn voor hulpdiensten. Dat betekent dat er voor de hulpdiensten altijd een tweede ontsluiting beschikbaar moet zijn. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van de fietspaden door te werken met verwijderbare palen. De logistieke ontsluiting moet zodanig zijn dat leveringen en onderhoudsverkeer naar de accommodaties goed mogelijk zijn, zonder daarbij hoofdlooproutes binnen een vereniging te kruisen. Parkeren vindt zoveel mogelijk plaats nabij de accommodaties van verenigingen. Centraal op het sportpark wordt extra parkeercapaciteit gerealiseerd (overloop parkeren). Op basis van een zeer ruime norm worden in het gehele park tenminste 460 parkeerplaatsen aangelegd. Hierbij is uitgegaan van de normering zoals deze in tabel 4.1 staat weergegeven. Een telling van het daadwerkelijke gebruik op de huidige locatie kan tot bijstelling van de norm aanleiding geven. Bij de vormgeving van het centrale parkeerterrein dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van de komst van een touringcar. Voor een touringcar is tenminste 25 bij 5 meter benodigd. Bij veel sportparken is het op zaterdagochtend een komen en gaan van ouders die hun kinderen komen brengen en halen. Voor dit 'laden en lossen' wordt veelal geen parkeerplaats gezocht. Door hiervoor een aparte voorziening aan te brengen wordt een chaotische en onveilige situatie voorkomen.
Infrastructuur rondom accommodaties • Fietsen, bromfietsen en scooters dienen in de directe omgeving van de accommodatie geparkeerd te worden, zodat visueel en sociaal toezicht mogelijk is. Er dienen voldoende klemmen, rekken of beugels te worden aangebracht opdat fietsen geordend kunnen worden gestald en afgesloten (tabel 4.2). Voor bromfietsen en scooters is een aparte verharde ruimte nodig. • Per sportvereniging dienen voldoende, met een minimum van twee stuks, speciaal aangegeven parkeerplaatsen voor minder validen te worden gesitueerd. Deze parkeerplaatsen dienen te liggen in de directe nabijheid van de hoofdingang. blad 41 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Vereniging St. Sebastiaan M.H.C. L.T.C. V.O.A.B. G.S.B.W. Overloop Totaal
Norm 6 pl. per 100 m2 25 pl. per veld 3 pl. per baan 25 pl. per veld 25 pl. per veld
Eenheid 500m2
Parkeerplaatsen 30 pl.
3 velden 10 banen 5 velden 4 velden
75 pl. 30 pl. 125 pl. 100 pl. 100 pl. 460 pl.
Tabel 4.1 Parkeernorm (bron CROW) Vereniging St. Sebastiaan M.H.C.
L.T.C. V.O.A.B. G.S.B.W.
Norm 20-30 pl. per wedstrijdveld 20-30 pl. per wedstrijdveld 25 pl. per veld 2-3 pl. per wedstrijdveld 20-30 pl. per wedstrijdveld 20-30 pl. per wedstrijdveld
Eenheid 1
Fietsparkeerplaatsen 30 pl.
3 velden
90 pl.
10 banen
30 pl.
5 velden
150 pl.
4 velden
120 pl.
Totaal Tabel 4.2 Parkeernorm fietsparkeren (bron (CROW)
420 pl.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
4.2.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Groen en landschappelijke inpassing Door middel van de toepassing van groen en water wordt het landschappelijke karakter benadrukt en wordt het sportpark landschappelijk ingepast. Om het nieuwe sportpark landschappelijk te kunnen inpassen en als landschapspark te kunnen vormgeven, wordt in het Landschapsplan van de gemeente concreet aanbevolen om bij het ontwerp en de inrichting van het nieuwe sportpark de volgende uitgangspunten te hanteren: • In het ontwerp van het nieuwe sportpark voortborduren op de kenmerken van het huidige coulisselandschap, een mozaïek van open en gesloten gedeelten. • Behoud en completering van bestaande historische lijnen en het bijbehorend karakter, zoals de Oude Spoorbaan, het groenelement De Katsbogte en het Keuterstraatje. • Behoud en integratie van bestaande groenelementen en bosschages binnen het ontwerp van het nieuwe sportpark, zoals de bosschages aan de noord- en zuidzijde en de bomenlanen langs de Rillaersebaan en Turnhoutsebaan. • Behoud en inpassing van de zichtlijn met een open karakter. • Behoud en inpassing van de bestaande waterloop. Eventueel noodzakelijke extra waterberging dient ook als waterloop te worden vormgegeven. • Aansluitend bij het landschappelijk karakter van de bestaande wegen en paden in en rond het Riels Kwadrant, ook de nieuwe infrastructuur accentueren met robuuste singels en lanen. • Gebruik van bestaande en het toevoegen van nieuwe gesloten landschapselementen, zoals bosschages, houtwallen, singels, lanen, hagen e.d. om hiermee zowel de beoogde parkachtige ambiance als een optimale inpassing binnen het bestaande coulissenlandschap te kunnen waarborgen. Naast de uitgangspunten uit het Landschapsplan zijn ook de volgende aanvullende eisen met betrekking tot groen en water van toepassing.
blad 42 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Groen • In het gebied worden zoveel mogelijk aaneensluitende groene zones ingericht. De herkenbare groene structuren in het gebied moeten blijven behouden. • Bebouwing wordt zoveel mogelijk landschappelijk ingepast. • Bij het inpassen van het groen dien rekening te worden gehouden met verkeers- en sociale veiligheid. • Het aan te leggen groen dient onderhoudsextensief te zijn. Alle groenvoorzieningen dienen in verband met onderhoud bereikbaar te zijn voor machines. • Er wordt terughoudend omgegaan met functioneel groen als hagen en heestervlakken, dit in verband met de beheerkosten. Hagen zijn niet hoger dan 1,50 m. Het groen dat beschreven is in de landschappelijke inpassing vormt de hoofdstructuur, overige beplanting is alleen wenselijk bij technische noodzaak op het gebied van functionaliteit sport, landschap, beheer en/of veiligheid. • Bij de soortenkeuze van de beplanting dient enerzijds rekening te worden gehouden met de landschappelijke kenmerken en anderzijds met de overlast door blad of vruchten. • Vooral het tennispark dient om sporttechnische reden groen ingepast te worden, dit is - gezien de huidige groenstructuren - het best te realiseren aan de noordoostrand of zuidpunt van het gebied. Water • Het water zal vooral rondom het sportpark worden aangelegd, langs het fietspad door het park en een doorlopende watergang langs de spoorbaan. Het water moet zodanig gesitueerd worden dat het aan de eisen voor waterretentie kan voldoen. Hierbij zal de nadruk liggen in het noordelijke laaggelegen deel van het sportpark. • De waterverbinding tussen van De Hellen dient gehandhaafd te blijven. Hierbij wordt ernaar gestreefd het huidige verloop zoveel mogelijk te handhaven. • Langs watergangen zijn flauwe / natuurlijke oevers gesitueerd ten behoeve van de ecologische en de waterbergingsfunctie. • Voor het onderhoud van de watergangen worden schouwpaden opgenomen.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Kunstgrasvelden worden bij voorkeur op de laagliggende gedeelten van het sportpark gelegd, grassportvelden op de hogere del
4.2.4
Duurzaamheid Op basis van de gemaakte duurzaamheidsvisie en energievisie en rekeninghoudend met reeds bestaande beleidskaders op het gebied van klimaat en duurzaamheid, zijn de volgende maatregelen bij het nieuwe sportpark concreet als programma van eisen van toepassing .Deze maatregelen dienen in het ontwerp nader uitgewerkt te worden. Energie: • toepassing van een warmtepompensysteem, hetzij door aan te sluiten op het in de nieuwe woonwijk aan te sluiten systeem, hetzij door toepassing van een eigen systeem; • toepassing van zonnecollectoren op de daken van de (sport)gebouwen; • toepassing van openbare verlichting met LED-verlichting; • toepassing van warmteterugwinning en waterbesparende douchekoppen e.d. in de (sport)gebouwen. Water: • aanleg van een gescheiden riolering; • berging van regenwater vanaf de niet met gras begroeide oppervlaktes (kunstgrasbanen, tennisbanen, wegen, parkeerplaatsen e.d.) binnen het gebied zelf; • toepassing van groene daken op de (sport)gebouwen. Mobiliteit: • aansluiting sportpark op OV-net; • gescheiden verkeersstromen auto en fiets; • korte fietsroutes vanuit Goirle en Riel naar het nieuwe sportpark; • autoluwe inrichting sportpark door concentratie van parkeervoorzieningen; • parkeervoorzieningen fiets zo dicht mogelijk bij sportaccommodaties.
blad 43 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Ecologie/groen: • aanleg van natuurvriendelijke oevers; • waterberging inrichten als amfibieënpoel; • in openbaar groen ecologieversterkende maatregelen; • toepassen van plantmateriaal, streekeigen en biologisch geteeld. Veiligheid: • Politiekeurmerk Veilig Wonen toepassen op gebouwniveau; • Certificaat Veilige Omgeving toepassen in openbare ruimte; • aanleg van minimaal 2 uitvalswegen ten behoeve van bereikbaarheid hulpdiensten e.d. Sociale samenhang: • binnen (sport)gebouwen mogelijkheden creëren voor onderling contact tussen verenigingen; • binnen het nieuwe sportpark ook voor niet clubgebonden activiteiten voorzieningen aanleggen, zoals trapveldje, loopparcours e.d. Bodem: • streven naar een gesloten grondbalans. Materiaalgebruik: • convenant Duurzaam Bouwen is van toepassing; • bij de hantering van de GPR wordt t.a.v. materiaalkeuze gestreefd naar een minimale score van 7, waarbij in ieder geval de kostenneutrale maatregelen uitgevoerd worden.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
4.2.5
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Samenvatting ruimtegebruik Het plangebied voor het nieuwe sportpark Van den Wildenberg is ruim 220.000 m2 groot. De verschillende genoemde functies zullen ongeveer het volgende aandeel in het ruimtebeslag innemen: • 55 % sportvelden (inclusief voorzieningen als tribunes, ballenvangers, uitloopruimtes en paden); • 5 % accommodaties (inclusief de brandweerkazerne, ruimte voor beheer en ruimte voor fietsparkeren en eventueel terras); • 12 % infrastructuur en parkeren; • 28 % water en groen (inclusief ruimte voor overige voorzieningen en ruimte voor beheer).
28%
Sportvelden Accommodaties
55%
Infrastructuur / parkeren Water en groen
12%
Op de volgende pagina staat een vlekkenplan waarin de structuur op hoofdlijnen van het nieuwe sportpark Van den Wildenberg is weergegeven.
5%
Figuur 4.4: Inrichting van het sportpark naar functies
blad 44 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Groen singels en lanen
Figuur 4.5: Vlekkenplan inrichting van het sportpark naar functies blad 45 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
5
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Ruimtelijke eisen per sport In deze paragraaf zullen de diverse ruimtelijke eisen per sport uiteengezet worden. Voor de sportvoorzieningen en accommodaties worden de richtlijnen van het NOC*NSF gevolgd. In de tabellen zijn de eisen voor het aantal banen en aantal vierkante meter accommodatie per sport(vereniging) uiteengezet. Hieronder wordt een weergave gegeven van de overige ruimtelijke eisen die invloed hebben op de inrichting en uitstraling van het sportpark2.
5.1.1
Handboogsport - St. Sebastiaan Ruimtelijke eisen voor de accommodatie • Minimum binnenhoogte van de baan is 2,80 meter; • Direct zicht vanuit de bar/ontmoetingsruimte op zowel de binnen- als de buitenbaan. Ruimtelijke eisen voor de inrichting van de buitenbaan • De baan is geschikt voor schieten over afstanden tot en met 90 meter. Er kunnen 12 buitenbanen worden uitgezet. • De ondergrond van de baan komt overeen met die van een grasvoetbalveld. • Op de baan worden lijnen getrokken om een aantal banen te vormen. • Op de banen dient bij wedstrijden gebruik gemaakt te worden van schietlichten. • Het centrum van het blazoen, de roos, ligt 1,30 meter boven het maaiveld. • Het directe schootsveld - tussen de standplaats van de sporter en de doelenlijn - dient zoveel mogelijk te zijn geëffend en vrij te zijn van harde voorwerpen en zware begroeiing. • Direct achter de schietdoelen dient een pijlenvanger geplaatst te worden. Deze pijlenvanger is aan beide kanten 1 meter breder dan de 2
blad 46 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Bron: Handboek NOC*NSF
•
•
buitenste baanassen en is 4 meter hoog. De pijlenvanger overkapt de doelen tot minimaal 0,8 meter voor de blazoenen. Een doelmatige pijlenvanger kan bestaan uit een grondlichaam, een houten schutting, een versperring van enig ander daartoe geschikt materiaal of een combinatie van materialen. Bij een grondlichaam wordt het talud bij voorkeur gevormd door een laag zand of gemengde grond en heeft het talud geen flauwere helling dan 1:2. Door middel van het laten begroeien van de taluds met laagblijvende en diepwortelende struiken kan afkalving van het talud worden tegengegaan. De baan moet zodanig worden afgeschermd dat een direct schot met een elevatie van 20 graden in de hoogste schiethouding - waarbij in het nulpunt 2,00 meter boven de baanzool moet worden aangehouden - de inrichting niet kan verlaten. Ten behoeve van de veiligheid worden op de baan drie schermen / pijlenvangers geplaatst. De pijlenvangers dienen ieder 4 meter hoog te zijn. De onderdoorgangen van de bovenschermen moeten respectievelijk 2,3, 3,0 en 3,2 meter zijn en komen op 5,5, 12,5 en 18,5 meter uit het nulpunt.
Vereniging Aantal banen/velden
St. Sebastiaan Ruimte voor 12 buitenbanen (7.200 m2) en 500 m2 binnenbanen
Kleedruimtes*1
ca. 50 m2
2
ca. 15 m2
Extra ruimtes* Clubgebouw
Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
ca. 200 m2 ca. 765 m2 30 plaatsen 30 plaatsen
*1 Inclusief wasruimtes en scheidsrechtersruimtes *2 EHBO/massage, technische ruimte en werkkasten, transportruimte Tabel 4.1: Overzicht benodigde ruimte St. Sebastiaan
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
5.1.2
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Hockey - Mixed Hockey Club Goirle Ruimtelijke eisen aan de accommodatie • Per wedstrijdveld worden twee kleedkamers en één scheidsrechtersruimte gerealiseerd. • De club/kleedaccommodatie kan mogelijk gekoppeld worden met een voorziening voor de BSO. • Voor de specifieke wensen van de vereniging zie bijlage. Ruimtelijke eisen voor inrichting van de velden • Een hockeyveld meet 91,40 bij 55,00 meter. • Rondom de velden dient een uitloopruimte aanwezig te zijn. Achter de achterlijn minimaal 4 meter en naast de zijlijn 2 meter breed. De uitloopruimte dient obstakelvrij te zijn en er mag zich geen enkel uitsteeksel binnen de uitloopruimte bevinden. De uitloopstroken dienen uit hetzelfde materiaal te bestaan als het speelveld zelf. • In verband met de zonnestand dienen de velden met de lengteas NNW-ZZO aangelegd te worden. • Het speeloppervlak van het veld is van kunstgras of zandkunststof. In het midden van elke achterlijn staat een doel van 3,66 bij 2,14 meter, de palen zijn wit van kleur. • De velden dienen te zijn voorzien van een afzetting die de toeschouwers tenminste 4 meter buiten de achterlijn en 2 meter buiten de zijlijn houdt. De veldafzetting dient zodanig geconstrueerd te zijn dat blessurerisico's voorwedstrijddeelnemers en het publiek zoveel mogelijk worden vermeden. De veldafzetting is 1,10 meter hoog. • Binnen de afzetting, maar buiten de uitloopruimte mogen 2 banken worden geplaatst voor maximaal 9 personen per team. Deze banken dienen tenminste 2 meter buiten de zijlijn te worden geplaatst en op ten hoogste 10 meter ter weerszijde van de middellijn. • Achter de doelen wordt een ballenvanger geplaatst; 4 meter uit de achterlijn en tenminste 4 meter hoog en 20 meter breed. • Wanneer reclameborden worden geplaatst kan voor het ophangen van reclameborden de speelveldafzetting worden gebruikt. • De eisen die gesteld worden aan de verlichtingskwaliteit zijn verschillend per veld. Het hoofdveld, grenzend aan de accommodatie
blad 47 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
•
en de tribune heeft een hoger lichtniveau nodig dan de overige velden. De tribunes dienen verlicht te worden met een verlichtingssterkte van tenminste 10 lux.
Vereniging Aantal banen/velden Kleedruimtes* Clubgebouw
Mixed Hockey Club 3 kunstgrasvelden2
1
6 kleedruimtes ca. 180 m2 ca. 570 m2
Totale accommodatie
ca. 750 m2 75 plaatsen 90 plaatsen
Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
*1 Inclusief wasruimtes en scheidsrechtersruimtes *2 Met voldoende flexibele ruimte nabij om een 4 veld te kunnen toevoegen e
Tabel 4.2: Overzicht benodigde ruimte Mixed Hockey Club
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
5.1.3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Tennis - Lawn Tennis Club Goirle Ruimtelijke eisen aan de accommodatie • Een kantine met terras evenwijdig gelegen aan het centre court en ongeveer 0,80 meter boven het peil van de baan. • Nabij de accommodatie dient een oefenmuur aangelegd te worden. De benodigde terreinoppervlakte hiervan is 60 - 150 m2, de oefenmuur dient te voldoen aan de door NOC*NSF gestelde eisen. • Afhankelijk van de gekozen ondergrond, dient dichtbij de toegangsweg een ventilerende overdekte opslag gemaakt te worden voor de opslag van onderhoudsmaterialen, zoals gemalen rode steen. Ruimtelijke eisen voor inrichting van de banen Het speelveld en de uitloopruimte • Het speelveld is 36,57 bij 10,97 meter, het net is 12,80 meter lang. • De speelondergrond bestaat bij 6 banen uit gravel en bij 4 banen uit kunstgras. • Om het speelveld ligt een uitloopgebied. Achter het speelveld 6,40 meter en naast de zijlijn 3,66 meter. Tussen twee banen is een uitloop benodigd van 5,00 meter. • De tennisbanen dienen in blokken van twee direct naast elkaar met de lengteas in de richting NNW-ZZO te liggen. • Ieder baanblok dient direct toegankelijk te zijn via verharde paden. • Bij de aanleg van de banen dient er rekening mee gehouden te worden dat er naar alle baanblokken een hoofdtoegangsweg loopt voor zwaar transport. Na de aanleg kan deze weg gebruikt worden voor aan- en afvoer van onderhoudsmaterialen en de bevoorrading van de kantine. Hekwerk en reclame • Rondom de tennisbanen (per blok van 2 banen) dient een hekwerk te worden aangebracht. Dit hekwerk is tenminste 3 meter hoog waarbij de lengtezijde ledikantvormig kan verlopen naar 1 meter hoogte. Wanneer de tennisbanen grenzen aan sloten of de openbare weg is het hekwerk tenminste 4 meter hoog. Het hekwerk is opgebouwd uit staanders van verzinkt staal of aluminium en betonpoeren. De onder-
blad 48 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
• • • •
linge afstand bedraagt ongeveer meter. Het gaas bestaat meestal uit groen of zwart geplastificeerd harmonicagaas met een maaswijdte van 40 mm en een draaddiameter van 3mm. Indien gewenst kunnen wind- of zichtafschermingsmatten worden aangebracht tegen het hekwerk (uitvoering in groen). Ten behoeve van de toeschouwers kunnen zitbanken buiten de baanhekken geplaatst worden. Het is niet toegestaan om tussen de banen zogenaamde 'ballenvangers' te plaatsen. Sporttechnisch is het gebruik van reclameborden toegestaan wanneer de borden dusdanig zijn geplaatst dat wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de uitlopen. Daarnaast mogen de borden niet zijn uitgevoerd in voor de spelers hinderlijke kleuren als wit, geel of fluorescerende kleuren.
Verlichting en beplanting • Voor de baanverlichting worden lichtmasten geplaatst van 15 meter hoogte. Er zijn vier masten nodig om 2 naast elkaar gelegen banen te verlichten. De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte is tenminste 300 lux. • Rondom de banen dient waar het tennistechnisch noodzakelijk is beplanting te worden aangebracht. De beplanting heeft een vormgevende en een tennistechnische functie. Naast een fraai gezicht biedt beplanting bescherming tegen visueel hinderlijke invloeden en kan het beschutting geven tegen de wind. • Het is af te raden veel soorten beplanting te gebruiken rondom de tennisbanen. Aan de kopeinden van de baan dient bij voorkeur een haag of een aantal egale donkergroene groenblijvende soorten te worden aangelegd. Een gesloten beplanting of soorten met een groot worteloppervlak of gedoornde of stekelachtige soorten zijn niet aan te bevelen. • Een beplantingsvrije strook van 1,00 tot 1,50 meter langs het hekwerk is gewenst. Voor hagen geldt een beplantingsvrije loopstrook van minimaal 50 cm. • Een hoog opgaande, schaduwgevende beplanting is alleen aan de noord- en oostzijde van de banen toelaatbaar.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
• Vereniging Aantal banen
Lawn Tennis Club Goirle 6 gravel, 4 all -weather 1
ca. 80 m
2
ca. 70 m2
Kleedruimtes* Extra ruimtes* Clubgebouw
2
ca. 200 m2
Totale accommodatie
ca. 350 m2 30 plaatsen 30 plaatsen
Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
*1 Inclusief wasruimtes en scheidsrechtersruimtes *2 Met voldoende flexibele ruimte nabij om een 4 veld te kunnen toevoegen e
Tabel 4.3: Overzicht benodigde ruimte Lawn Tennis Club
5.1.4
Voetbal G.S.B.W .en V.O.A.B. Ruimtelijke eisen aan de accommodatie • Een hoofdtribune wordt bij voorkeur aan de westzuidwestzijde van het veld geplaatst. • De club/kleedaccommodatie ligt bij voorkeur op een maximale loopafstand van 150 meter tot alle velden. • De club/kleedaccommodatie kan mogelijk gekoppeld worden met een voorziening voor de BSO. • De afstand van de voorzijde van de tribune van V.O.A.B. tot het speelveld is minimaal 4 meter en staat achter de speelveldafzetting. Het publiek mag vanaf de tribune niet rechtstreeks het speelveld of de uitloopruimte kunnen betreden. • Wanneer toeschouwers voor de tribune langs moeten kunnen lopen dient een pad van minimaal 3 meter breed tussen de speelveldafzetting en de tribune te worden aangehouden. • De maximale helling van de tribune van V.O.A.B. mag niet meer zijn dan 40 graden. Binnen 7 meter van elke zitplaats moet een ontruimingsroute zijn. De minimale vrije doorgangsbreedte is 1,10 meter. • Bij het plaatsen van een tribune moet rekening gehouden worden met verlichting.
blad 49 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
•
De sportvoorzieningen van V.O.A.B. liggen zoveel mogelijk langs de Turnhoutsebaan. Per wedstrijdveld worden twee kleedkamers en één scheidsrechtersruimte gerealiseerd. Per drie wedstrijdvelden worden 2 extra kleedruimtes gerealiseerd.
Ruimtelijke eisen voor inrichting van de velden Het speelveld en de uitloopruimte • Het speelveld is 105 bij 69 meter (trainings- en bijvelden kunnen iets kleiner zijn, tot minimaal 100 bij 64 meter). • De velden hebben bij voorkeur een lengteas te hebben die globaal 15 graden ten westen van de noordzuidlijn ligt. Het hoofdveld moet op deze manier gericht zijn. • Buiten het speelveld dient een uitloopruimte te bestaan van 4 meter aan alle zijden. De uitloopruimte dient van hetzelfde materiaal te zijn als het speelveld. • Bij grasvelden is het toegestaan een deel van het uitlopen te voorzien van kunstgras. Het kunstgras mag worden aangebracht vanaf 1 meter uit de grenslijnen. • Bij twee naast elkaar gelegen velden is de onderlinge afstand tenminste 8 meter. Bij twee velden die in elkaars verlengde liggen of haaks op elkaar liggen is de minimale tussenruimte 8 meter en moeten achter de doelen extra brede ballenvangers worden aangebracht. • Boven het speelveld mogen zich geen hinderlijke of gevaarlijke obstakels bevinden. Speelveldafzetting • Tenminste één speelveld moet over speelveldafzetting beschikken. De speelveldafzetting wordt op minimaal 4 meter uit de grenslijnen geplaatst en dient rondom gesloten te zijn. De afzetting is tussen 0,90 en 1,20 meter boven maaiveld. Het aanbrengen van zitbanken voor het (oudere) publiek is niet toegestaan. • Bij kunstgrasvelden wordt bij voorkeur altijd een speelveldafzetting aangebracht. Door deze van een staalmat te voorzien kan de afzetting bovendien dienst doen als lage ballenvanger.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
•
• •
•
Geadviseerd wordt de speelveldafzetting en de ballenvangers in een verharding te stellen, deze mag maximaal 0,5 meter binnen de uitloopstrook komen. Het aantal openingen in de speelveldafzetting moet worden beperkt. Wanneer reclameborden worden geplaats kunnen deze aan de speelveldafzetting worden aangebracht, deze moet daarom voldoende stevig zijn. De leunbuis kan ter plaatse van de ballenvangers doorlopen zodat ook achter de doelen reclameborden kunnen worden aangebracht. De doelen en doelnetten dienen te voldoen aan de norm NEN-EN 748 d.d. september 2004. Witte nylon doelnetten hebben de voorkeur.
Instructiezone en dug-outs • Bij tenminste het hoofdveld dient een instructiezone aangelegd te worden. Alle tot het speelveld toegelaten personen moeten binnen de instructiezone plaatsnemen. De breedte van de instructiezone wordt bepaald door de ruimte die nodig is voor het aantal toegelaten zitplaatsen plus aan beide zijden 1 meter. Aan de voorzijde wordt de instructiezone begrensd door een lijd die op 1 meter van de zijlijn wordt aangebracht. • Bij een reglementair speelveld dienen twee gescheiden dug-outs aanwezig te zijn. De dug-outs dienen op minimaal 3 meter uit de zijlijn aan dezelfde lange zijde van het veld binnen de instructiezone te worden geplaatst. De kap van de dug-out mag maximaal 0,50 meter uitsteken. De binnenwerkse hoogte bedraagt tenminste 1,75 meter, de diepte is maximaal 1 meter. De onderlinge afstand tussen de dug-outs is minimaal 10 en maximaal 40 meter. Het aantal zitplaatsen is gebonden aan de betreffende competitieregels. • Niet alle zitplaatsen hoeven in een dug-out te zijn ondergebracht. Buiten de dug-outs mogen aan één zijde ook zitplaatsen aanwezig zijn, zolang het totaal aantal zitplaatsen het maximum uit de competitieregels niet overschrijdt. • Aan de veldzijde van een dug-out mag een verharding aangebracht worden tot maximaal 0,50 meter (inclusief opsluitband). De aansluiting van de verharding naar het speelveld dient drempelloos te verlopen. blad 50 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
•
•
Dug-outs worden op het maaiveld of verdiept (maximaal 0,50 meter) aangebracht. Bij een verdiepte dug-out dient voorkomen te worden dat water vanaf het veld in de dug-out kan lopen. De dug-outs worden bij voorkeur aan de westzijde of zuidwestzijde geplaatst.
Spelerspad en ballenvangers • Tussen de ingang van het hoofdveld en de uitgang van de kleedkamers dient een voldoende breed pad aanwezig te zijn dat afgezet is of kan worden. Het spelerspad is de kortst mogelijke afstand tussen het speelveld en de kleedgelegenheid. Het spelerspad is tenminste 2 meter breed. • Indien een tribune aanwezig is, wordt aanbevolen de kleedkamers onder of achter de tribune te situeren en de toegang tot het hoofdveld via een doorgang in/onder de tribune te maken. • Ballenvangers dienen op tenminste 4 meter uit de grenslijnen van het speelveld te worden geplaatst. • Achter alle doelen dienen ballenvangers geplaatst te worden. Achter doelen die grenzen aan andere speelvelden dienen de ballenvangers even breed te zijn als het veld. In de overige situaties is de breedte minimaal 25 meter. De ballenvangers zijn minimaal 5 meter hoog. • Het is aan te bevelen om ook op enkele lange zijden langs het veld extra ballenvangers aan te brengen. Vooral bij de trainingsvelden, waar vaak in de breedte wordt getraind. Reclame en verlichting • Wanneer reclameborden worden geplaatst dienen deze op tenminste 4 meter uit de grenslijnen te worden geplaatst, bij voorkeur aan de speelveldafzetting. Bij de velden is één rij gelijkvormige reclameborden rond het speelveld toegestaan. De borden zijn maximaal 1 meter hoog. • De strook grond onder de reclameborden wordt verhard door een rij tegels aan de binnen- en buitenkant. • Voor wedstrijdvelden is een verlichtingsniveau van 150 lux noodzakelijk. Gezien de slijtage wordt geadviseerd in nieuwe toestand uit te gaan van een ca. 25 % hoger niveau. Voor wedstrijdvelden wordt daarom een nieuwwaarde van 200 lux geadviseerd.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
• •
Voor trainingsvelden wordt een nieuwe waarde van 100 lux geadviseerd, 75 lux is noodzakelijk. Per veldzijde worden minimaal 3 en bij voorkeur 4 lichtmasten geplaatst. Ter voorkoming van lichthinder wordt geadviseerd schijnwerpers toe te passen waarbij de instellingshoek ten opzichte van de mast is aangepast.
Vereniging Natuurgrasvelden Kunstgrasvelden Kleedruimtes*1 Extra ruimtes*2 Clubgebouw Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
G.S.B.W.
V.O.A.B
2 2 10 kleedruimtes, ca. 300 m2
3 2 12 kleedruimtes, ca. 360 m2
ca. 65 m2
ca. 65 m2
ca. 485 m2
ca. 525 m2
2
ca. 950 m2 125 plaatsen 150 plaatsen
ca. 850 m 100 plaatsen 120 plaatsen
*1 Inclusief wasruimtes en scheidsrechtersruimtes *2 Met voldoende flexibele ruimte nabij om een 4 veld te kunnen toevoegen e
Tabel 4.4: Overzicht benodigde ruimte voetbalverenigingen G.S.B.W. en V.O.A.B.
blad 51 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
5.1.5
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Loopgroep Goirle Ruimtelijke eisen aan de accommodatie • Voor de accommodaties maakt de loopgroep medegebruik van de accommodatie van V.O.A.B. Ruimtelijke eisen voor inrichting loopparcours • Het loopparcours is veilig en kruist geen doorgaande wegen voor snelverkeer en wordt niet onderbroken door hekken. • Vanaf het loopparcours bestaat een verbinding met het bosgebied De Regte Heide. • Het loopparcours is geschikt voor medegebruik door skeelers. • Het loopparcours is tenminste 1.000 meterlang en 3 meter breed en om de 25 meter voorzien van verlichting.
blad 52 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
5.1.6
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Samenvattend overzicht
Vereniging Aantal banen/velden
St. Sebastiaan In programma Ruimte voor 12 buiten banen (7.200 m2) en 500 m2 binnenbanen
Wens vereniging Ruimte voor 18-20 buiten banen 500 m2 binnenbanen
Kleedruimtes
ca. 50 m2
-
Extra ruimtes
2
ca. 15 m
2
Clubgebouw
ca. 200 m2
Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
Vereniging Aantal banen/velden Kleedruimtes*1 Clubgebouw Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
blad 53 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
ca. 765 m2 30 plaatsen 30 plaatsen
Mixed Hockey Club In programma 3 kunstgrasveld ruimte reservering voor 4e veld 6 kleedruimtes totaal ca. 180 m2
opslag 250 m Kantine/bar voldoende
Wens vereniging 4 kunstgrasvelden waarvan 1 waterveld 6 kleedruimtes
ca. 570 m2
ca. 520 m2
ca. 750 m2 75 plaatsen 90 plaatsen
706 m2 nu 91 plaatsen 10 x 20 m.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Vereniging Aantal banen Kleedruimtes*1 Extra ruimtes*2 Clubgebouw Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
Vereniging Natuurgrasvelden Kunstgrasvelden Kleedruimtes Extra ruimtes Clubgebouw
Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
blad 54 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Lawn Tennis Club Goirle In programma Wens vereniging 10 banen met verlichting, 2 aan 2 10 banen met verlichting, 2 aan 2 waarvan 4 all-weather en 6 gravel ca. 80 m2 ca. 70 m2
50 m2 opslag
ca. 200 m2
-
2
2
ca. 350 m 30 plaatsen 30 plaatsen
283 m
voldoende -
G.S.B.W. In programma Wens vereniging 2 4 wedstrijdvelden en 2 trainingvelden bij voorkeur kunstgras 2 verlicht keepershoek 2 16 kleedruimtes 10 kleedruimtes, ca. 300 m ca. 65 m2
opslag, ruimte klussenclub
2
kantine 200 m2 bestuurskamer, secretariaat + archief, vergaderruimte, inpandige rookruimte, winkel -
ca. 485 m
ca. 850 m2 100 plaatsen 120 plaatsen
-
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Vereniging Natuurgrasvelden Kunstgrasvelden Kleedruimtes Extra ruimtes Clubgebouw Totale accommodatie Aantal parkeerplaatsen Aantal fietsparkeerplaatsen
Vereniging Sportaccommodatie
Kleedruimtes*1
V.O.A.B. In programma 3 2 verlicht 12 kleedruimtes, ca. 360 m2 tribune ca. 65 m2 ca. 525 m2 ca. 950 m2 125 plaatsen 150 plaatsen
Tribune EHBO, materiaalruimte, technische dienst vergaderruimte, archief, krachthonk, bestuurskamer goede, grotere voorzieningen voldoende
Loopgroep Goirle In programma verlicht loopparcours 1 km ontsluiting bossen/Regte Heide
Medegebruik V.O.A.B. accommodatie V.O.A.B.
Extra ruimtes*2
accommodatie V.O.A.B. accommodatie V.O.A.B.
Clubgebouw Aantal fietsparkeerplaatsen
accommodatie V.O.A.B. accommodatie V.O.A.B.
blad 55 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Wens vereniging 4, wv. 2 verlicht 2 verlicht -
Wens vereniging verlicht loopparcours 1 km ontsluiting bossen/Regte Heide dubbelgebruik skate/skeelerbaan mogelijk Trainingsveld met verlichting 3 kleed-/doucheruimtes, totaal 66 m2 accommodatie V.O.A.B. Opslagruimte 24m2 Voorzieningen voor stratenloop Goirle (kantine, kleedaccommodatie, ontvangstruimte, secretariaat) accommodatie V.O.A.B. accommodatie V.O.A.B. accommodatie V.O.A.B.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Bijlage 1 Samenvatting gesprekken met verenigingen Sporthal De Wissel Huidige situatie • Huurders van deze accommodatie zijn: Goirlese Handbalvereniging, Volleybalvereniging en Zaalvoetbalvereniging; • De Wissel kent ook een kantinevoorziening. Deze functie is belangrijk voor de financiering van De Wissel (uit de opbrengsten). De kantine wordt geëxploiteerd door een professionele beheerder; • De Wissel is 1200 uur p.j. volgeboekt: met name iedere avond en weekend. In de winterperiode maken vooral G.S.B.W. en V.O.A.B. (voetbal) gebruik van de hal; • De Wissel is niet ingericht voor schoolgebruik. Wensen ten aanzien van Het Nieuwe Sportpark • Voor De Wissel niet van toepassing, omdat ze niet verplaatst worden. Bij de huidige ontwikkeling zal de hal centraal in het nieuwe woongebied komen te liggen. Voor De Wissel een uitdaging een bredere functie te kunnen gaan vervullen (sportaccommodatie voor scholen). Ook omdat er sprake is van verplaatsing/uitbreiding van een nabij gelegen school, én omdat de nieuwe woonwijk in potentie veel nieuwe gebruikers oplevert; • Discussiepunt is en blijft de parkeervoorziening. De huidige parkeerplaatsen worden ook gebruikt door de voetbalverenigingen. Bovendien zit naast de sporthal de toegang voor de hulpdiensten, en die plek staat vaak vol met autos; • Als verplaatsen, dan altijd in combinatie met G.H.V. (de hal én de velden); • Wensen en eisen in situatie van verplaatsing: toegankelijkheid, eigen kantine, parkeerterrein, klein veldje.
blad 56 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Tot slot De Wissel wil schriftelijk op de hoogte worden gehouden van alle plannen. Zij verwachten geen heel actieve participatie, maar blijven graag op de hoogte.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
St. Sebastiaan (handboogvereniging) Huidige situatie • De huidige voorzieningen (kantine en veld) is zodanig dat er altijd gebruik van gemaakt kan worden. Een groot aantal leden heeft ook de sleutel van de accommodatie; • Groeiend aantal leden, met name op de vrijdagavond en lessen; • De huidige accommodatie is oud en 9 jaar geleden voorzien van extra damwanden om vocht buiten te houden. St. Sebastiaan huurt deze accommodatie van de gemeente Goirle en verzorgt het onderhoud zelf; • Het onderhoud aan de velden is weinig intensief. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark Binnen: • Kantine en banen: in elk geval handhaven van afmetingen ca. 50x10 meter (nu 477m2). Breder is wenselijk, om aantal banen te kunnen vermeerderen en mee te kunnen doen aan inschrijvingen voor wedstrijden (zie voorschriften NHB); • Lengte van 25 meter is minimale lengteafstand voor schieten; • Wens voor vergaderruimte, opslag (10x2,5m); • Eigen kantine en bar: voor verenigingen een grote bron van inkomsten; • Eigen (aangepaste) toiletten. Veel minder valide sportbeoefenaars; • Berging 241 m2. Buiten: • Mogelijkheid 18 tot 20 banen uit te zetten; • Veiligheid van medegebruikers én daarbuiten is van belang. Denk aan afscherming en extra veiligheidsmaatregelen als stoplichten. • De buitenruimte dient goed afgesloten te zijn. Combinatie met andere verenigingen • Lastig te realiseren i.v.m. veiligheideisen van de sport en specifieke afmetingen van de banen; • Wel realiseerbaar om samen sportclinics te verzorgen; • Wellicht gezamenlijke exploitatie van voorzieningen.
blad 57 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Wensen ten aanzien van Het Nieuwe Sportpark • Bereikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid; • Opvang van kinderen (speeltuin); • Goede inpassing; • Sociaal veilig/verlichting; • Goede bewegwijzering.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
G.S.B.W. Huidige situatie • 5 velden, eigendom van de gemeente Goirle; • 2 accommodaties (allebei voorzien van kleedkamers, oud en nieuw > eigendom van de gemeente); • Met 750 leden maximale bezetting in het weekend. Vraagt veel van de kwaliteit van de velden. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark Gebouw: • 4 wedstrijdvelden en 2 trainingsvelden (voorkeur voor kunstgrasvelden); • 16 kleedlokalen, bij voorkeur in één gebouw; • Aparte toiletten; • Kantoor materiaalbeheerder; • Opslag van materiaal; • Aparte technische ruimte; • Natte ruimte (wasgelegenheid); • EHBO-verzorging; • 8 scheidsrechterskleedkamers en douche; • Opslag/ruimte voor klussenclub; • Bestuurskamer plus apart keukentje en toilet; • Secretariaat en archief; • Vergaderruimte; • Kantine: 200 m2; • Ruimte keuken; • Inpandige rookruimte; • Winkel voor clubartikelen; • Toiletten, ook invaliden; • Kantoor voor kantinebeheerder, en opslag (goed bereikbaar voor leveranciers). Velden: • Tribune langs het hoofdveld; • Kantine langs het hoofdveld; • Keepersveldje/hoekje (elke dag veelvuldig gebruikt dus combi met V.O.A.B. niet zinvol). blad 58 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Combinatie met andere verenigingen • Samenwerking met V.O.A.B. is goed. Beide besturen staan open voor samenwerking. • Gezamenlijk inkoop van energie en materialen. Tot slot Opgemerkt wordt dat de gemeente Goirle het de verenigingen mogelijk moet maken mee te werken. Dat betekent dat verplaatsing geen invloed mag hebben op financiële situatie van de club, inleveren op voorzieningen en accommodaties/minder capaciteit. Verder moet de accommodatie op Het Nieuwe Sportpark voldoen aan de eisen van de moderne tijd, zoals internetaansluiting.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Goirlese Handbal Vereniging (G.H.V.) Huidige situatie • G.H.V. maakt gebruik van De Wissel en omliggende velden; • Huidige parkeervoorziening voldoet; • Buitenvelden als sociale functie; • Stabiele ledenontwikkeling. Huidige accommodatie/De Wissel is toereikend voor ambitie; • Opdoeken van De Wissel zou capaciteitsvernietiging zijn. Bovendien heeft G.H.V. de bar ingebracht en ontvangt zij ieder jaar een x bedrag voor exploitatie. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark Niet van toepassing. Verplaatsing van de andere verenigingen houdt in dat De Wissel dan als afzonderlijk object op zichzelf staat. Met name in die situatie is de sociale veiligheid van groot belang. Het heeft de voorkeur dat het terrein van De Wissel dan afsluitbaar is, terwijl de velden wel goed bereikbaar moeten zijn. Dan wel extra toezicht en verlichting wenselijk.
blad 59 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Voetbalvereniging Riel Huidige situatie • De club hecht erg aan het behoud van de eigen identiteit, eigenheid van de vereniging; • Volledige teamopbouw en stabiel ledenaantal, met name uit Riel (x=350); • 3,5 veld (0,5 is oefenveld); • Één veld met verlichting; • Half veld met eenzijdige verlichting; • Kwaliteit van de accommodaties is matig; kleedkamers zijn uit 1974. De staat van de velden is redelijk; • Kantine is eigendom van de vereniging: grond erfpacht van de gemeente; • Zes kleedkamers; • EHBO ruimte; • 2 bergingen; • 2 scheidsrechterskamers; • Ballenhok; • Slecht onderhouden parkeerplaats. Wensen ten aanzien van de eigen positie op Het Nieuwe Sportpark - Ruime parkeerplaats; • Kantine; • Kleedkamers; • Eigen opgang, dichtbij Riel; • Bereikbaarheid (goed verlicht en veilig, ook voor gehandicapten); • Huurkosten moeten gelijk blijven. Combinatie met andere verenigingen Niet realiseerbaar met Goirlese verenigingen. Samenwerking met T.V. Riel is bespreekbaar.
blad 60 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Polytennis v.o.f Huidige situatie • Pachtovereenkomst/contract met gemeente tot 2015; • Verplaatsing naar een andere locatie dan Het Nieuwe Sportpark niet acceptabel, tenzij koppeling met tennisverenigingen; • Geen relatie met andere verenigingen. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark • Koppeling met tennisverenigingen is interessant voor de blaashal oftewel daar vestigen waar tennisverenigingen zich vestigen; • Als nieuwe locatie dan: vaste bouw, ruimte voor vier banen, kantine, kleedkamers, parkeergelegenheid; • Locatie naast L.T.C.. Tot slot Polytennis vof blijft graag betrokken bij plansessies over ontwikkeling van Het Nieuwe Sportpark.
blad 61 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
V.O.A.B. Opmerking vooraf: Gemeente Goirle moet het mogelijk maken voor ons om over te gaan (lees: geen hogere contributie of huur, hetzelfde/meer/betere capaciteit en accommodaties). Huidige situatie • Huidige accommodatie is matig/slecht, met name de velden en de kleedkamers; • Kleedlokalen bij veld 3 en 4 regelmatig gesloten i.v.m. legionella. Eigendom=gemeente; Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark • Behoud van eigen identiteit, met name te realiseren in een eigen gebouw en geen combi met andere verenigingen. Sociale functie en eigen clubhuis moeten intact blijven; • Zichtlocatie; • Kunstgras; • Goed afsluitbaar; • Eén centraal gebouw (nu 3); • Nieuwe voorzieningen; • Tribune met achterzijde op het westen; • 6 velden waarvan 2 met kunstgras: vier daarvan verlicht; • Geen extra kosten; • Goede/grotere parkeervoorzieningen; • Wens voor onderzoek naar: 1. privatisering, ook in combinatie met delen van voorzieningen (als energie), 2. Bredere functie dus ook vestiging van crèche o.i.d. ; • Geen vermindering van capaciteit; • Extra ruimten: EHBO, vergaderruimte, archief, materiaalruimte, technische dienst, krachthonk, bestuurskamer; • Goed bereikbaar met auto, per fiets en voor leveranciers; • Zichtlocatie: voorkeur voor vestiging aan Turnhoutsebaan; • Rekening houden met huidige hoogte van reclameborden voor nieuwe afrastering; • Meer reclameborden de hoogte in > kuipgevoel, is intiemer • Natte ruimte met krachtstroom; blad 62 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
Wensen ten aanzien van Het Nieuwe Sportpark • Geen waterpartijen op het sportpark i.v.m. verdrinkingsgevaar; • Goede verlichting op de voetpaden van Het Nieuwe Sportpark; • Oversteek Turnhoutsebaan goed verlicht; • Voorstel voor fietspad dwars over Het Nieuwe Sportpark, ook interessant als loopparcours. Combinatie met andere verenigingen op Het Nieuwe Sportpark • Staan open voor samenwerking met andere gebruikers op Het Nieuwe Sportpark (bijv. Loopgroep Goirle maakt nu ook gebruik van voorzieningen van V.O.A.B.). • Geen fusie wenselijk met G.S.B.W.: 1. lastig te besturen, 2. Goirle moet kunnen kiezen uit twee verenigingen.
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Sportvereniging: Loopgroep Goirle Huidige situatie • De Loopgroep maakt gebruik van de accommodaties van V.O.A.B. Afspraken zijn goed. • Starten training op de velden van V.O.A.B., daarna de bossen in of een parcours op het industrieterrein. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark • Stel meeverhuizen naar Het Nieuwe Sportpark, dan wens voor veilig, verlicht loopparcours van minstens 1 kilometer; • Trainingsveld met verlichting; • 3 kleedruimtes en douches totaal 66 m2; • Eigen opslag 24 m2; • Voorzieningen voor stratenloop Goirle, bijv. kantine, kleedruimtes, ontvangstruimte secretariaat; • Zuidelijke ontsluiting is wenselijk i.v.m. nabijheid van geschikt loopterrein aan de zuidkant van Het Nieuwe Sportpark; • Goede parkeermogelijkheden voor fietsen en auto's. Combinatie met andere verenigingen op Het Nieuwe Sportpark • Continueren van relatie met V.O.A.B. ligt voor de hand. • Dubbel functiegebruik met bijvoorbeeld een skatebaan (inline, skeeleren) is denkbaar.
blad 63 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
M.H.C. Goirle Huidige situatie • Drie hockeyvelden; • 91 parkeerplaatsen; • Verwachting dat club groter wordt door 1. populariteit van hockey, 2. aantrekkende werking als gevolg van fusie van twee hockeyclubs in Tilburg. Op dit moment ledenstop voor de allerkleinsten (E en F). • Accommodatie/paviljoen is redelijk goed. Wensen ten aanzien van eigen positie van Het Nieuwe Sportpark • Extra veld, dus vier velden waarvan één waterveld; • Extra parkeerplaatsen, met name op zaterdagochtend grote drukte; • Eventuele privatisering is nog in onderzoek; • Fietsenstalling (niet genoemd in lijstje van Oranjewoud, wel van belang): 10x20m. Combinatie met andere verenigingen op Het Nieuwe Sportpark • Elke club kan en moet zn eigen identiteit handhaven en waarborgen. Geen combinatie van clubhuizen denkbaar, dat levert hoogstwaarschijnlijk geen verrijking van identiteit op; • Samenwerking nu nauwelijks, in de toekomst wel denkbaar. Denk aan gemeenschappelijke EHBO-post, energie inkopen, onderhoud van velden, naschoolse opvang (brede sociaal-maatschappelijke functie), huiswerkbegeleiding voor jonge trainers; • Parkeerplaats; • Onderhoud: centrale ruimte.
blad 64 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
PvE MHC
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
blad 65 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Lawn Tennisclub (L.T.C.) Huidige situatie • 10 banen met verlichting; • Ledenaantal 660 seniorleden; • 23% buiten Goirle, vooral Tilburg; • Groot aantal competitieteams, daarom veel druk op de velden (vooral op zaterdag en zondag); • L.T.C . is geprivatiseerd sinds 1989. Tot 2089 pacht L.T.C. de gronden van de gemeente; • Beheer en onderhoud in eigen beheer; • Vanuit Jeugdbeleidsplan wordt ingezet op aantrekken van jeugdspelers. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark • Behoud van goede locatie/paviljoen. Combinatie met andere verenigingen op Het Nieuwe Sportpark • Samenwerking met T.V. Riel is denkbaar, maar waarschijnlijk op termijn onhaalbaar voor één van beide verenigingen. Initiatief ligt bij hun. L.T.C. ervaart geen concurrentie maar acht vestiging direct naast elkaar nadelig, en op termijn schadelijk voor één van beide verenigingen; • Samenwerking met blaashal alleen maar van belang bij regen. Van echte structurele afspraken is nu geen sprake; • Eventueel gebruik kunnen maken van hal voor binnentennis, als aanwezig. Tot slot Discussiepunt is de vestiging van de brandweerkazerne. Een ruimtevreter op toch al een kleine locatie.
blad 66 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
PvE L.T.C. Goirle
blad 67 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie
projectnr. 196099 22 oktober 2009, revisie 3
Rapportage Visie sportpark Goirle en Riel
Tennisvereniging Riel (T.V. Riel) Huidige situatie • T.V. Riel is een seizoensgebonden vereniging. Open van eind maart tot oktober/november (afhankelijk van weer); • Accommodatie is eigendom, gronden zijn van gemeente Goirle (erfpacht tot 2036); • De gravel banen zijn matig tot slecht onderhouden. Wensen ten aanzien van eigen positie op Het Nieuwe Sportpark • Verplaatsing naar Het Nieuwe Sportpark is alleen zinvol als T.V. Riel hetzelfde terug krijgt. Dat is: 5 banen, een eigen paviljoen, parkeergelegenheid, minibaantje; • Belangrijker is dat de identiteit en karakter van de club behouden moet blijven. T.V. Riel blijft zelfstandig om positie in Rielse gemeenschap te waarborgen. Geen angst om opgeslokt te worden; • Ingang op Het Nieuwe Sportpark gesitueerd richting Riel. Wensen ten aanzien van Het Nieuwe Sportpark • Goede infrastructuur; • Veilig en goed ontsloten; • Goede voorzieningen ten aanzien van besproeiing. Combinatie met andere verenigingen op Het Nieuwe Sportpark • Samenwerking met L.T.C. en de Voetbalverenging Riel is denkbaar, maar eigen identiteit blijft van belang; • Beheer en onderhoud, faciliteiten combineren. De gemeente zou daar een rol in kunnen spelen. Tot slot T.V. Riel heeft de indruk zaken te moeten doen met verschillende partners en ervaart dat als onaangenaam. Zij moeten zelf de afweging maken tussen verplaatsen of blijven zitten, tussen investeren in huidig of meewerken aan nieuw. T.V. Riel vindt het speelveld waarop zij die afwegingen moet maken onduidelijk en vraagt om een helder kader.
blad 68 van 69 Ruimtelijke Ontwikkeling & Economie