Rapportage duurzaamheid West-Friese Hockeyclub Locatie Opdrachtgever Projectnummer Editie Status
: West-Friese HockeyClub : gemeente Hoorn : 269044.1 : 11 januari 2010 : Definitief
Onderzoeksgegevens Soort onderzoek Doelstelling Projectlocatie Projectnummer
Verkennend onderzoek Ambitiebepaling en verkenning maatregelen Hoorn, WFHC 269044.1
Opdrachtgever Opdrachtgever Contactpersoon Postadres Bezoekadres Telefoonnummers
Gemeente Hoorn dhr. ing. G. A. Laeven Postbus 603, 1620 AR Hoorn Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn 0229 – 252984
Opdrachtnemer Opdrachtnemer Contactpersoon Bezoekadres Postcode en plaats Telefoonnummer Faxnummer Website E-mail
Search Ingenieursbureau B.V. dhr. ir. J. Hoffman Meerstraat 2 5473 ZH Heeswijk 0413-241666 0413-241667 www.searchbv.nl
[email protected]
Colofon notitie Opgesteld door
Datum
dhr. ir. J. Hoffman dhr. F.W.D. van Lierop BBA dhr. ir. H. Spoorenberg 11 januari 2010
1.
SAMENVATTING
De nieuwbouw van de West-Friese Hockeyclub in Hoorn geeft invulling aan de stadsvisie 2005-2025 van de gemeente Hoorn. De nieuwbouw van de hockeyclub draagt bij om te komen tot het doel om de gemeente klimaatneutraal (CO2 neutraal) te maken: de biodiversiteit zal niet verder worden aangetast en natuurlijke hulpbronnen worden niet verder uitgeput, zoals dat ook in de klimaatvisie is vastgelegd. Daarnaast betekent klimaatneutraal aandacht voor het verminderen van de uitstoot van CO2 in de gebouwde omgeving. Daarom zijn in deze samenvatting drie tabellen opgenomen die op drie niveaus cumulatief de maatregelen weergeven waarop de gemeente Hoorn een keuze moet maken op basis van CO2-reductie, de terugverdientijd en/of meerkosten. Om tot deze maatregelen te komen is er besproken welke ambities voor de West-Friese Hockeyclub zouden kunnen gelden. De volledige bespreking van de kansen en bedreigingen met betrekking tot de ambitie wordt in dit rapport nader toegelicht. Hier volgen nu de hoofdpunten uit deze besprekingen: x De focus voor de nieuwbouw ligt op een zeer goede buitenschil, met een hogere isolatiewaarde (Rc-waarde) dan dat het Bouwbesluit voorschrijft. x De bouwstijl is in harmonie met de lokale omgeving. x Er is aandacht voor energiebesparing in de gehele ontwikkeling. x Er is aandacht voor energiezuinige sportverlichting. x Bij de aanleg van groenvoorzieningen is aandacht voor het versterken van de biodiversiteit. x Hemelwater wordt eventueel opgevangen van het dak ten behoeve van het bevloeien van het hockeywaterveld en om de toiletten mee te spoelen. x De BREEAM-methodiek zal als richtlijn gebruikt worden. Dit instrument geeft de mate van duurzaamheid aan van een gebouw. Hierbij is aandacht voor negen thema’s, waaronder energie, materialen, afval, water, vervuiling, gezondheid etc. x Financieel gezien kunnen zonder meerinvesteringen een duurzame verwarming en koeling worden aangebracht door middel van het gebruik van een warmtepomp met een grondgebonden bron of de buitenlucht als bron. Ook het gebruik van duurzame isolatiematerialen kan zonder grote meerkosten toegepast worden. x CO2 is een groot aandachtspunt in deze ontwikkeling. De totale uitstoot van het gebouw inclusief velden is berekend op 107,9 ton CO2 per jaar. Toelichting bij de besprekingen over de duurzaamheidsambitie: Het is geen prioriteit om de ontwikkeling tijdens de hele bouwfase volledig energieneutraal te maken. Duurzame energieopwekking vormt zeker een uitgangspunt maar zonder de doelstelling om meer energie op te wekken dan de hoeveelheid benodigde energie.
1
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
De volgende tabellen geven in drie niveaus de pakketten van maatregelen weer, waarbij de CO2 reductie wordt gemeten op basis van een standaard gasgestookt gebouw. Op basis van CO2 reductie en terugverdientijd zijn sportmedailles gekoppeld aan de diverse ambitieniveaus, namelijk brons, zilver en goud. De maatregelen zijn cumulatief, tenzij anders vermeld.
Advies Search: Wij adviseren de gemeente Hoorn te kiezen voor niveau Zilver. Dit komt in hoofdlijnen op het volgende neer: - De verwarming geschiedt door middel van een warmtepomp die zijn warmte en koude afgeeft door middel van een lage temperatuur verwarmingssysteem (LTV). Een energiedak, een soort warmte/koude collector, fungeert hierbij als bron. - De voorziening van warm tapwater wordt geregeld door zowel de warmtepomp als zonneboilers. - De warmte van het douchewater dat af wordt gevoerd, wordt teruggewonnen door middel van een douche-wtw. - In het ventilatiesysteem wordt ook gebruik gemaakt van warmteterugwinning. - Voornamelijk om energie te besparen wordt gebruik gemaakt van zeer goede isolatie in het gebouw en tevens door een groenvoorziening aan te brengen op het dak. - Om te zorgen dat het hockeywaterveld geen afval wordt in de toekomst, wordt gekozen voor materialen die 100% recyclebaar zijn. Een dergelijk product is Cradle to Cradle gecertificeerd. - Energiebesparing in het ontwerp, in de installaties en verlichting wordt zo veel mogelijk benut.
- Ten slotte adviseren wij Groenfinanciering aan te vragen. Samengevat gelden hiervoor de volgende eisen (zie bijlage II voor een specificatie): -
De energieprestatie coëfficiënt (EPC) dient maximaal 1,26 te zijn. Het ontwerp moet flexibel zijn (bouwkundig en installatietechnisch). Er moet sprake zijn van een gesloten grondbalans. Er wordt uitsluitend duurzaam hout gebruikt. Er zijn waterbesparende maatregelen opgenomen. De hemelwaterafvoer is afgekoppeld van het rioleringsstelsel en er waar mogelijk is gebruik gemaakt van halfverharding. Het ontwerp moet maatschappelijk verantwoord zijn.
2
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
CO2 reductie met groene stroom is 100 % t.o.v. grijze stroom
CO2 reductie Æ 2,5 ton CO2 per jaar
Brons
De minimale meerinvestering voor niveau Brons is circa Æ 2.000
eu-
ro CO2 reductie
kosten
terugverdientijd
Groot dakoverstek (beperkt koelvraag in zomer)
afhankelijk van de omvang en materiaal
idem
< 1 jaar
Dakconstructie geschikt voor zonnepanelen
slechts potentiële reductie
kosten voor benodigde extra belasting dak zijn zeer klein
< 1 jaar
Groene stroom
100% CO2 reductie bij gebruik warmtepomp
1% – 10% meerkosten (44 kWh/m2/jr. x 1500m2 x € 0,11 = € 726)
< 1 jaar
Aanwezigheidsdetectie
1500 m2 x 1.65 CO2 besparing [kg/m2/jaar], maakt 2,5 ton CO2 reductie
0,60 [€ / m2 bvo] (1500 m2 x € 0,60 = € 900)
< 1 jaar
toelichting
blz. 14
Toelichting bij Brons: Naast deze maatregelen is optimale benutting van passieve zonne-energie belangrijk: de noord-zuid ligging ten opzichte van de zon, de oriëntatie ten opzichte van de wind voor natuurlijke ventilatie en een goede ligging naar de velden. Daarnaast dient er ook aandacht te zijn voor een duurzaam gebruik van het gebouw. Zie voor verdere basismaatregelen de diverse aandachtspunten in de rapportage. Met deze maatregelen wordt nog niet voldaan aan de eisen voor Groenfinanciering.
3
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
CO2 reductie: 2,5 ton (Brons) + 54 ton (Zilver) Æ56,5 ton CO2 (per jaar, zonder gebruik buitenverlichting en de hockeyvelden)
Zilver (incl. Brons)
Minimale meerinvestering voor niveau Zilver boven een traditioneel gebouw, zonder buitenverlichting en zonder de kosten van de hockeyvelden is circa 2.000 euro (Brons) + 103.000 euro (extra Zilver)
Æ 105.000 euro
CO2 reductie
kosten
terugverdientijd
toelichting
Zonneboilers voor warm tapwater
afhankelijk van gebruik een reductie van ca.50%
€ 7500
< 15 jaar
blz.17
Energiedak voor ruimteverwarming (zonder energiepalen)
270 maal 32,1 kg/m2/jaar = 8,7 ton/jaar
€ 150/m2 (totaal benodigd is 270 m2, maakt € 40.500)
ca. 8 jaar
blz.15
Warmtepomp
ca. 35 ton/jaar
ca. € 7000
< 10 jaar
blz.15
Isolatiewaarde gevel Rc 4.0 t.o.v. Rc 2,5 met 0,6 kg bedekt men 1m2)
0,5 kg/m2/jaar
€ 15/m2 bvo meerkosten t.o.v. Bouwbesluit (totaal € 22.500)
19 jaar
Eén hotfillaansluiting
besparing 237 kg/jaar/aansluiting
€ 300 per aansluiting (€ 60 per jaar besparing)
6
blz. 17
Warmteterugwinunit bij luchtventilatie
8 ton/jaar
€ 1300
< 4 jaar
blz.16
Warmteterugwinning uit douchewater
12 maal 124 kg/jaar = 1,5 ton/jaar
€ 700 p.st. (€ 700 x 12 = € 8400)
< 4 jr.
blz. 17
Groendak
3,3 kg/m2/jaar (1 m grasdak verwijdert per jaar tevens 0,2 kg vervuilde stoffen uit de lucht)
35-50 [€/m2 bvo] (420 m2 x € 40 maakt € 16.800)
n.v.t.
blz.15
Fijn olivijn-grond voor looppaden
1,25 kg per m2 per jaar
Afhankelijk van afname
n.v.t.
blz. 19
2
Toelichting bij Zilver: - Omdat er nog geen ontwerp ligt is er uitgegaan van 12 douches en 420 m2 dichte gevel. - Met deze maatregelen alleen is nog niet voldaan aan alle eisen voor Groenfinanciering; of er bijvoorbeeld een (EPC) van 1,26 wordt gehaald hangt af van het definitieve ontwerp van het gebouw (oriëntatie, grootte glasoppervlakten, etc.). Door de gemaakte keuzes voor de installaties en de schilkwaliteit echter is die kans zeer groot.
4
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
Goud (incl. Brons en Zilver)
CO2 reductie: 56,5 ton (Zilver) + 15 ton CO2 (Goud) Æ71,5 ton CO2 (per jaar) Minimale meerinvestering voor niveau Goud is circa 105.000 euro (Zilver) + circa 180.000 extra (Goud) Æ
CO2 reductie 2
300 m zonnepanelen
49,5 kg/m
2
285.000 euro
kosten
terugverdientijd
toelichting
€ 550 per m2 (totaal 300 m2 x € 550 maakt € 165.000)
20 – 40 jaar
blz. 14
50 jaar
n.v.t.
Isolatiewaarde Gevel Rc 4,5 t.o.v. Rc 2,5
0,6 kg/m /jaar
€ 14/m2 meerkosten t.o.v. Zilver (420 m2 x € 14 maakt € 5880)
Grijswatercircuit gebouw, incl. 8m3 tank
n.v.t.
Ca. € 9.500
2
blz.17
Toelichting bij Goud: Zoals bij de tabel Zilver is vermeld, worden de effecten weergegeven van de duurzaamheidsmaatregelen, zonder de kosten van buitenverlichting en zonder de kosten van de hockeyvelden. Deze worden wel vermeld in de rapportage. Schematisch zien de effecten van de drie niveaus er als volgt uit. De lijn geeft de investeringen weer en de staven de totale CO2 reductie: 80
300000
70
250000
60 200000
50 40
150000
30
CO2 reductie Meerinvestering
100000
20 50000
10
0
0 Brons
Zilver
Goud
5
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
INHOUD 1.
Samenvatting ................................................................................................................ 1
2.
Inleiding ......................................................................................................................... 7
3.
Kansen & bedreigingen ten aanzien van de ambitie ................................................. 8 3.1. Inleiding ......................................................................................................................8 3.2. Management .............................................................................................................. 8 3.3. Energie ....................................................................................................................... 9 3.4. Transport .................................................................................................................. 10 3.5. Water........................................................................................................................ 10 3.6. Materialen................................................................................................................. 11 3.7. Afval ......................................................................................................................... 11 3.8. Landgebruik en Ecologie.......................................................................................... 12 3.9. Gezondheid .............................................................................................................. 12
4.
Maatregelen ................................................................................................................. 13 4.1. Inleiding .................................................................................................................... 13 4.2. Management ............................................................................................................ 13 4.3. Energie ..................................................................................................................... 14 4.4. Water........................................................................................................................ 16 4.5. Materialen................................................................................................................. 18 4.6. Afval ......................................................................................................................... 20 4.7. Landgebruik en ecologie .......................................................................................... 20 4.8. Overige maatregelen................................................................................................ 20
5.
Financiële mogelijkheden .......................................................................................... 21 5.1. UKP NESK- regeling ................................................................................................ 21 5.2. Groenfinanciering ..................................................................................................... 21
6.
CO2 neutraliteit ............................................................................................................ 22
7.
Conclusie en aanbevevelingen.................................................................................. 23
Bijlagen:
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI
- Visie Gemeente Hoorn - Groenfinanciering als maatlat - Groenfinanciering - Standaard hockeyveld lichtinstallatie - Schijnwerper Egalux - Dubo eisen Sportverenigingsgebouw
6
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
2.
INLEIDING
De gemeente Hoorn is voornemens om een nieuwe sportaccommodatie voor de West-Friese hockeyclub te ontwikkelen. Hiernaast zullen nieuwe hockeyvelden ontwikkeld worden, namelijk twee semi-watervelden, één zand ingestrooid veld en één waterveld. Alle velden worden voorzien van verlichting. In het najaar van 2011 dient het nieuwe gebouw met omliggende velden bedrijfsklaar te zijn. De doelstelling vanuit de gemeente is om de hele ontwikkeling zo veel mogelijk CO2 neutraal te maken. Het moet een traditioneel gebouw zijn, dat past in zijn omgeving. Het blijkt dat door de gestelde ambitie de nadruk vooral op het duurzaamheidsthema energie en CO2 reductie komt te liggen en deze thema’s leidend zijn in dit project. Als er van de leidende ambitie wordt afweken dient dat goed te zijn onderbouwd, bijvoorbeeld dat een bepaalde maatregel anders niet ten goede komt aan het comfort of de gezondheid van de gebruiker. Een hoge duurzaamheidsambitie stellen voor een ontwikkeling is een mooie missie, maar het doel van de ontwikkeling is en blijft het creëren van een prettig en gezond clubgebouw!
7
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
3.
KANSEN & BEDREIGINGEN TEN AANZIEN VAN DE AMBITIE
3.1. Inleiding Gedurende vier besprekingen zijn aan de hand van de BREEAM1 systematiek kaders gesteld om te komen tot een ambitie op het gebied van duurzaamheid voor de nieuwbouw van de West-Friese Hockeyclub in Hoorn. De ambities zijn opgesteld vanuit de thema’s: x x x x x x x x x
management energie transport water materialen afval landgebruik ecologie vervuiling en gezondheid
Uiteraard gelden de minimum eisen van het Bouwbesluit. Onder elk thema worden eerst de ambities per thema opgesomd, gevolgd door een of enkele aandachtspunten. 3.2. Management x Kritisch zijn op het verloop van het gehele proces. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden met de aannemer over de hoeveelheid transportbewegingen en denk aan een duidelijke fasering van het bouwproces. x Herbezinning van het gehele bouwproces volgens de methodiek Slim Bouwen2, ontwikkeld op de TU Eindhoven. Door het proces integraal te zien en een duidelijke fasering te hanteren worden faalkosten gereduceerd. Bij grotere gebouwen ligt de winst ook op materiaalgebruik en de installaties. Deze methodiek zal meegenomen worden in het verdere verloop. x Afval op de bouwplaats zal tot een minimum beperkt worden. x Duurzaam bouwmanagement bekijkt kritisch het gebruik van energie tijdens de bouw. x Het doel van de ontwikkeling is een goed en dus gezond gebouw voor de gebruikers maar ook voor de omgeving. x Tijdens het gebruik zal het de gebruiker duidelijk moeten zijn hoe het gebouw functioneert, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van handleidingen over de systemen. Daarnaast zullen duidelijke instructies gegeven moeten worden. x Het gebouw en zijn omgeving zal tevens dienen als educatiemiddel. x Onderhoud tijdens het gebruik dient tot een minimum te kunnen worden beperkt.
1
BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is een meetinstrument voor de beoordeling van de duurzaamheid van gebouwen. Wij hanteren op dit moment de Beta versie d.d. 18 febr.2009. Zie ook http://www.breeam.org/ 2 SLIM BOUWEN is een methodiek ontworpen door prof. dr. ir. J. Lichtenberg van de TU Eindhoven 8
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
Aandachtspunten: o Het streven naar duurzaamheidseisen op de bouwplaats dient te worden gecontroleerd. o Domotica-systemen3 worden ingezet indien mogelijk. 3.3. Energie x Belangrijk bij het thema energie is om allereerst de focus te leggen op energiebesparende maatregelen. Door slim te ontwerpen qua oriëntatie, door passieve maatregelen optimaal te benutten en door gebruik te maken van besparende technieken kan veel worden bereikt om de energievraag terug te dringen. Het principe van de Trias Energetica4 geldt hier als hoofdregel: eerst besparen en daarna duurzaam opwekken. x Passieve maatregelen zijn maatregelen om bijvoorbeeld gebruik te maken van ventilatie door middel van over- en onderdruk ten gevolge van de wind. Een andere passieve maatregel is door het ontwerp aan te passen verwarming en verlichting door zonlicht optimaal te gebruiken. x Het duurzaam opwekken zal in de toekomst meer en meer decentraal gebeuren, bijvoorbeeld door middel van zonnecollectoren, zonnepanelen en kleine windturbines. Zo kan elk gebouw zijn eigen hoeveelheid energie gaan opwekken, zodat het eventuele overschot aan energie teruggeleverd kan worden aan het net en fossiele brandstoffen minder nodig zijn. Het ligt echter nu niet in de ambitie om de locatie energieopwekkend te maken. De daken worden wel toegankelijk gemaakt voor het gebruik van PV-panelen en zonneboilers, inclusief de benodigde infrastructuur. Naar verwachting zullen namelijk de prijzen voor zonnepanelen in de toekomst dalen. x CO2, koolstofdioxide, wordt gezien als een van de belangrijkste broeikasgassen en er is dus aandacht om CO2 dat wordt geproduceerd bij de opwekking van fossiele brandstoffen te vermijden. Dat betekent energiegebruik vermijden door goed te isoleren en adequaat om te gaan met energiezuinige apparaten. Door later energie op te wekken bereik je opnieuw een reductie van de uitstoot van dit gas. CO2 – neutraal in zowel de bouwfase als de gebruikfase wordt zoveel mogelijk nagestreefd. Aandachtspunten: o Energiezuinige binnen- en buitenverlichting toepassen. o Energiezuinige installaties met een lage CO2 uitstoot worden toegepast. o Energieconcepten toepassen met elektrische systemen, zoals: warmtepompen lage temperatuurverwarming en units voor warmteterugwinning uit lucht en water. o Echter wordt er bij het ontginnen van de grondstoffen van de bouwmaterialen al CO2 geproduceerd, vervolgens bij de bouw door bijvoorbeeld het benodigde transport en tenslotte tijdens de gebruikfase voor het opwekken van de benodigde elektriciteit. Het is daarom zeer complex tijdens het gehele proces CO2 neutraliteit te meten. o De Groenfinanciering stelt aanvullende eisen als het gaat om energie. Als doel wordt gesteld om de ontwikkeling te laten voldoen om gebruik te kunnen maken van de groenfinanciering. Een toelichting op de Groenfinanciering is opgenomen in bijlage II 3 4
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Domotica
De drie stappen van de Trias Energetica zijn: 1. Terugdringen van onnodig energieverbruik, bijvoorbeeld energiebesparing in de vorm van goede warmte isolatie; 2. Voor de resterende behoefte zoveel mogelijk duurzame energie toepassen; 3. Zuinig en efficiënt gebruik maken van fossiele bronnen, als duurzame energie niet volstaat. 9
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
en bijlage III. Een van de eisen voor het verkrijgen van de Groenfinanciering is het behouden van een gesloten grondbalans op de bouwlocatie. 3.4. Transport x Mobiliteit door gebruikers en bezoekers heeft indirect een grote impact op de duurzaamheid van een ontwikkeling. Als een gebouw alleen bereikbaar is per personenauto, dan creëert het veel motorverkeer en daarmee ook veel broeikasgassen waaronder CO2. Een duurzaam gebouw en dito locatie is goed bereikbaar. Er is aandacht voor het maken van optimale logistieke verbindingen door goede aansluiting op het openbaar vervoer ten behoeve van het toenemende verkeer. In de nabije omgeving zal een bushalte aanwezig zijn. x Er moeten ruime fietsfaciliteiten aanwezig zijn. Aandachtspunten: o Bij bouwlocaties is het belangrijk dat vrachtwagens eenvoudig kunnen toeleveren en voldoende ruimte hebben om te manoeuvreren zonder de omgeving tot last te zijn. o In plaats van een eventueel overschot aan duurzaam opgewekte energie terug te leveren aan het net, kunnen daarmee elektrische auto’s en scooters worden opgeladen. Men dient rekening te houden met toekomstige oplaadpunten voor elektrisch vervoer. 3.5. Water x Water wordt meer en meer een schaars goed, waarmee zuinig omgegaan dient te worden. Het zuiveren van afvalwater tot schoon water (dat weer in openbare wateren kan worden geloosd) kost tevens veel energie en leidt ook tot afval. Drinkwater moet daarom zoveel mogelijk worden gebruikt voor consumptie. Voor alle andere toepassingen zoals het spoelen van de toiletten en spoelkraan buiten is het goed om een andere waterbron te gebruiken zoals opgevangen regenwater of gezuiverd grijswater. x Beperk drinkwatergebruik door gebruik te maken van waterbesparende voorzieningen. x Het regenwater dat vanaf de daken en de omgeving komt zoveel mogelijk opvangen en hergebruiken. x Ontwerp een watermanagementsysteem en neem groene daken hierin mee. Aandachtspunten: o Een grijswatersysteem kan worden aangebracht. o Bij een grijswatercircuit voor het gebouw zijn er enkele aandachtspunten: Zowel de dakbedekking als de goten dienen namelijk loodvrij te zijn. Dit moet in verband met de vereiste waterkwaliteit. Een gecombineerd systeem zal tevens uitgevoerd moeten worden met filters. o Alert zijn op de (hoge) waterkwaliteit die benodigd is voor een hockeywaterveld. Wanneer er water uit een grondwaterbron wordt gepompt zal dit dikwijls te veel ijzer (FEW) bevatten. Een gespecialiseerde installateur dient hier rekening mee te houden.
10
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
3.6. Materialen x Materiaalgebruik wordt vaak onderschat in het duurzaam ontwikkelen van gebouwen. Bouwmaterialen hebben in de totale berekening van CO2-uitstoot en de milieubelasting van een ontwikkeling een groot aandeel. Het transport van de materialen, het ontginnen, produceren en verwerken kost enorm veel energie, wat zeker dient te worden meegenomen in het totaalbeeld van een bouwproject. x Ook de levensduur van een gebouw, de kosten voor renovatie en uiteindelijke sloop en puinafvoer zijn relevant. x Bij het maken van een ontwerp moet al worden nagedacht over hoe de materialen na gebruik hoogwaardig her te gebruiken zijn zonder direct te hoeven dienen als tweederangs materialen zoals opvulling voor de aanleg van wegen. x Bij de ontwikkeling materialen toepassen met de milieuklasse 1 tot en met 3 van de NIBE5 classificering, waarbij eventuele afwijkingen dienen te worden gemotiveerd. Men gebruikt de lijst van NIBE voor het casco. (Tot en met klasse 3 is namelijk nog redelijk duurzaam te noemen. Hogere klassen zijn steeds sterker af te raden.) x De bouwsystematiek SLIM BOUWEN van Jos Lichtenberg (TU Eindhoven) zou nader bekeken kunnen worden om het bouwproces te verkorten, faalkosten te reduceren en materiaal te besparen. Aandachtspunten: o De hoeveelheid CO2 uitstoot is beïnvloedbaar door de materiaalkeuze. o Aangezien van de 87 Cradle to Cradle (C2C) producten6 er 30 uit de EU komen, is het geen reële optie om een C2C-gebouw als ambitie te stellen. De meeste actuele ontwikkelingen wijzen uit dat nu ook bepaalde betonsoorten, staal en glas C2C gecertificeerd zijn. o Om het concept SLIM BOUWEN te implementeren in het bouwproces kan via de Universiteit Eindhoven begeleiding worden afgenomen. Echter ligt de grootste winst van dit concept bij gebouwen met grote omvang. 3.7. Afval x Communiceer duidelijk naar gebruikers over de plaats, de wijze en het doel van het scheiden van afval en het ophalen en verwerken ervan. Maak voorzieningen voor opslag van recyclebaar afval tijdens exploitatie/gebruik van de gebouwen, zodat op efficiënte wijze scheiden van recyclebaar afval wordt gestimuleerd. Aandachtspunten: o Bouw- en sloopafval vormen 25% van het wegtransport en 35% van de nationale afvalberg. Door afvalmanagement op de bouwplaats kan een gedeelte van het afval dat tijdens de bouw van de ontwikkeling vrijkomt weer worden hergebruikt als grondstof voor nieuwe materialen. o Met het toepassen van prefab elementen wordt een deel van het bouwafval al in de fabriek beperkt en kan het in de fabriek weer worden gebruikt.
5
NIBE is het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, een advies- en onderzoeksbureau op het gebied van duurzaam en gezond bouwen te Bussum. 6 C2C staat voor Cradle to Cradle. Deze filosofie zegt dat afval voedsel zou moeten zijn. Materialen bewegen zich in een (biologische of technische) kringloop. 11
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
o Daarnaast kan worden gekeken naar hoogwaardig hergebruik van grondstoffen die uit gesloopte gebouwen worden gehaald, zeker wanneer er voor de ontwikkeling bestaande bouw wordt gesloopt. Zo is 100% gerecycled beton mogelijk en 100% gerecycled aluminium. Ook dient een duurzame ontwikkeling de faciliteiten aan te bieden voor het efficiënt inzamelen van huishoudelijk afval door de gebruikers, zodat recycling mogelijk wordt gemaakt. 3.8. Landgebruik en Ecologie x Aandacht besteden aan landgebruik en ecologie, waarbij uitgangspunt is dat de ecologie van het gebied wordt versterkt en biodiversiteit wordt gestimuleerd. x Creëren van microklimaten op daken. Aandachtspunt: o Een duurzame ontwikkeling moet de ecologie van de omgeving versterken door de biodiversiteit te stimuleren en geen schadelijke stoffen te emitteren. Het gebied kan sterk worden verbeterd door naast de ontwikkeling van gebouwen ook kansen te creeren voor de ontwikkeling van nieuwe leefgebieden voor flora en fauna. Het stimuleren en actief plannen van de natuurlijke omgeving kan tot een biodiverse omgeving leiden, wat als zeer prettig wordt ervaren door gebruikers en daarmee tevens een duurzame omgeving waarborgt. 3.9. Gezondheid x Daglicht en uitzicht: Stimuleren van vrij uitzicht vanuit het gebouw, met name op de velden. x Luchtkwaliteit: Het bevorderen van een gezonde en goede kwaliteit van de binnenlucht doordat de gebruikte bouw- en afwerkingsmaterialen een lage emissie van schadelijke stoffen veroorzaken. Aandachtspunten: o Zorg dat er niet onnodig buitenlicht geweerd moet worden. o Zo veel mogelijk natuurlijk ventileren, met name in de zomer. o Ambitie voor een vraaggestuurd hybride ventilatiesysteem. Voor de natuurlijke toevoer van ventilatielucht zijn geavanceerde ventilatievoorzieningen ontwikkeld, die, afhankelijk van de omstandigheden, de capaciteit kunnen controleren. Deze systemen maken gebruik van natuurlijke toevoer en mechanische afzuiging, waarbij een regelunit zorgt voor een energiezuinige afstemming. De regelunit wordt ingesteld op basis van luchtkwaliteit door inregeling van het gebruikerspatroon of door CO2-sensoren die de luchtkwaliteit meten. o Gezondheid is voor een gebouw waar mensen dagelijks in leven en verblijven een belangrijk thema. Het toepassen van gebruikersonvriendelijke duurzaamheidsmaatregelen kan de duurzaamheid van een gebouw schaden en de gezondheid van de gebruiker. Alert zijn dat energiebesparing en binnenklimaat niet conflicteren. o Het kiezen van bepaalde duurzaamheidsmaatregelen moet het comfort en de kwaliteit van een gebouw bevorderen en niet verslechteren. De kwaliteit van het binnenklimaat is van grote invloed op de tevredenheid van de gebruiker. Een ontwikkeling is dan ook pas werkelijk geslaagd als de eindgebruiker van het gebouw ook tevreden is. 12
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
4.
MAATREGELEN
4.1. Inleiding Uit de gestelde ambities komen al diverse maatregelen naar voren. In dit hoofdstuk worden alleen de maatregelen genoemd die essentieel zijn voor het behalen van de doelstelling van een CO2 neutraal gebouw. Dezelfde volgorde van de behandelde thema’s met betrekking tot de ambitie wordt hierin aangehouden. In het volgende hoofdstuk Financiële Mogelijkheden zal een inschatting gemaakt worden van de financiële consequenties en (indien relevant) een inschatting van de CO2 reductie. Ten slotte zal in hoofdstuk 6 (CO2 neutraliteit) aangetoond worden met welke mogelijkheden het gebouw in de gebruikfase CO2 neutraal gerealiseerd kan worden. 4.2. Management Het traditionele bouwproces verloopt helaas bijzonder inefficiënt en daarom moet een slimme herbezinning van het bouwproces het proces versnellen, bouwafval voorkomen, energie besparen en daarmee onnodige kosten voorkomen. 4.2.1. Bouwsystematiek Met Slimbouwen kunnen de leidingen gescheiden blijven van de bouwkundige delen, in plaats van dat ze volledig vast gestort worden in het beton. Een vloersysteem dat binnen het Slimbouwen principe past is de Infra+vloer. De leidingen blijven toegankelijk en het verhoogt de flexibiliteit van een gebouw, doordat aanpassingen eenvoudiger uit te voren zijn en minder hoge kosten met zich meebrengen. Daarnaast is de pakkethoogte van de vloer kleiner ten opzichte van een traditioneel betonnen vloersysteem, zodat in het materiaalgebruik ook gewicht wordt bespaard. Tevens brengt Slimbouwen een verandering in het logistieke proces teweeg, doordat het om prefab producten gaat. Dit vermindert de faalkosten tijdens de bouw en verhoogt de efficiency van het bouwen. Onderzocht moet worden of de voordelen van Slimbouwen in dit project ook kostentechnisch tot uitdrukking kunnen komen. Feit is dat je door een slimme heroverweging van het bouwproces besparingen realiseert in de bouwtijd en je faalkosten kan terugdringen. Eén van de grootste voordelen wordt gecreëerd doordat Slimbouwen een droge, prefab bouwsystematiek is. Prefab bouwen kan uiteraard ook met andere materialen dan de traditionele betonsystemen. Zo zijn er veel goede ervaringen opgedaan met de toepassing van houtbouw (al dan niet zichtbaar). Wij adviseren, zeker ook in het kader van de isolatiewaarde en kosten, de mogelijkheid tot het toepassen van houtconstructies te onderzoeken. In combinatie met bijvoorbeeld een isolatievorm Pavatherm is bij gelijkblijvende gevelprofielen een tweemaal zo hoge RC waarde gemakkelijk mogelijk. Drie pijlers voor het duurzaam toepassen van materialen zijn allereerst het optimaliseren van het logistieke proces zodat net als in de auto-industrie een lopendebandmechanisme ontstaat waarbij bouwkosten voorkomen kunnen worden. Ten tweede kan men door lichter te bouwen ongeveer 60% van de bouwkosten voorkomen, bijvoorbeeld door de beproefde methode van luchtbellen in de vloeren toe te passen. Ten derde moet het implementeren van flexibiliteit optimaal toegepast worden.
13
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
4.3. Energie De architect moet in zijn ontwerp rekening houden met een juiste positionering van het gebouw ten aanzien van zon en wind. In alle maatregelen geldt het uitgangspunt van de Trias Energetica, zoals onder paragraaf 3.3 staat beschreven. 4.3.1. Elektriciteit opwekking Zonnepanelen, ook wel PV panelen genoemd, dienen voor de opwekking van elektriciteit. Zonder subsidies liggen de kosten momenteel rond de 550 euro per m2. De opbrengst is ongeveer 90 kWh/m2/jaar. Omdat het elektriciteitstarief dat niet-particulieren betalen over het algemeen vrij laag ligt, is toepassing niet zo lucratief als voor de woningbouw. De terugverdientijd ligt tussen de 20 en 40 jaar. Het reduceert circa 50 kg CO2 per m2 per jaar. PVpanelen behoeven nauwelijks onderhoud en zijn onbeperkt toepasbaar. Denk bij de dakbelasting ten gevolge van PV-panelen inclusief bevestigingsmaterialen aan ten minste 15 kg/m2. Onze inschatting van de elektriciteitsvraag is 60.000 kWh/jaar (40 kWh/m2 bvo). De opbrengst van een PV-paneel is ca. 90 kWh/m²/jaar. Indien 50% van het dakoppervlak7 geschikt gemaakt wordt voor het aanbrengen van PV-panelen, dan levert een oppervlakte van 670 m2 een opbrengst van bijna 60.000 kWh/jaar. Dit zou de complete elektrische energievraag van het gebouw dekken. Hierbij is dus niet het energieverbruik van de waterpompen en sportveldenverlichting meegenomen. Deze zijn uiteraard afhankelijk van de toe te passen soort velden en het type verlichting. Maatregelen die zonder meerinvestering onmiddellijk besparing realiseren zijn het toepassen van een groot dakoverstek op het zuiden en het dak geschikt maken voor toekomstige installatie van zonnepanelen. 4.3.2. Binnenverlichting LED-verlichting biedt nog niet genoeg comfort voor algemeen gebruik in het clubhuis. Dit is uiteraard subjectief. Op plaatsen waar de kwaliteit minder mag zijn, bijvoorbeeld in een berging of toilet is het zeker een overweging waard. De LED-lamp verbruikt namelijk ca. 90% minder energie dan een gewone gloeilamp en ongeveer de helft minder dan een spaarlamp. De LED-lamp geeft geen enkele UV straling, geen IR straling, geen warmteontwikkeling, en heeft een veel langere levensduur. Echter gaat onze voorkeur uit in de grote gebruikersruimten naar een energiezuinige TL-verlichting, wegens de hogere lichtopbrengst, de betere lichtkwaliteit en de lagere benodigde investering. Een goede keuze zou zijn TL5 HO. Daarnaast kan energie bespaard worden door overal gebruik te maken van aanwezigheidsdetectie. Zie voor de kosten ook de tabel bij ‘financiële maatregelen’. Reeds met 4 W/m2 is een verlichtingsniveau van 400 lux te behalen. Bij een clubgebouw van 1500 m2 kan dat met 171 lampen van 35 W elk, wat neerkomt op ruim 600 euro in totaal. In elk geval adviseren wij te kiezen voor sensoren met aanwezigheiddetectie. De kosten zijn zeer gering en verdienen zich binnen een jaar terug. 4.3.3. Buitenverlichting Ook het energieverbruik van de wedstrijd sportveldverlichting (klasse II) zal moeten worden meegenomen. Op dit moment zijn er technisch nog geen goede mogelijkheden om LED verlichting op een groot sportveld toe te passen. Dit blijkt uit navraag bij diverse adviesbureaus op het gebied van sportveldverlichting. De standaardlamp voor sportveldverlichting is de hogedruk gasontladingslamp met metaal-halogenide (ook genaamd metaal halogeendamp 7
Op basis van een totale oppervlakte van 1500 m2, overgenomen uit het rapport van Aveco de Bondt. 14
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
lamp, niet te verwarren met de halogeengloeilamp) met name de 2000 W versie. Het rendement van deze lampen is 110 lumen per watt en ze kosten circa 38.000 euro per stuk. Graag verwijs ik hierbij naar bijlage IV en bijlage V. De kosten voor trainingsveldverlichting (klasse II) komen iets lager uit en zijn circa 30.000 euro per stuk. Voor een klasse II veld zijn 12 armaturen nodig en voor een klasse III veld 16 armaturen. Dat levert een terugverdientijd op van circa 15 jaar. Voor beide typen geldt dat zij ten opzichte van conventionele verlichting circa 10% CO2 reduceren, wat neerkomt op circa 2 ton per jaar. Daarnaast valt te denken aan energiezuinige lantaarnpalen met eventueel verlichting in een kleur die hinder voor nachtdieren vermindert. Er bestaan tevens lantaarnpalen voorzien van een klein zonnepaneel, een kleine windturbine en/of aanwezigheidsdetectie. De terugverdientijd ten opzichte van moderne fluorescente verlichting ligt tussen de 15 en 20 jaar en de lamp zal tussen de 5 en 25% elektriciteit besparen. 4.3.4. Warmte Een goede inschatting van de totale warmtevraag (ruimteverwarming en douches) voor het 1500 m2 clubgebouw is 475.000 MJ per jaar. Een warmtepomp is de meest efficiënte manier om te verwarmen en daarbij zullen de energielasten het minst hard stijgen. Een grondgebonden warmtepomp kost circa 5500 euro, reduceert circa 28 ton CO2 per jaar en heeft een terugverdientijd die minder is dan 15 jaar. Als bron zou gekozen kunnen worden voor een verticale bodemwarmtewisselaar (of energiepalen) in combinatie met een energiedak, zodat steeds van de meest gunstige bron gebruik gemaakt kan worden. Een energiedak maakt het mogelijk om duurzame energie te winnen via het dakoppervlak. Deze energiewinning komt opnieuw tot stand door warmtewisselaars (hoogwaardige kunststof lamellen) te integreren in het dak. Er komen geen extra installaties op het dakoppervlak aan te pas. In het dakvlak worden de lamellen onder de dakbedekking en in de isolatielaag aangebracht. Via een aanvoer- en retourleiding wordt het systeem onderdaks aangesloten op een warmtewisselaar. Hierdoor ontstaat een gesloten systeem. Bovendien kun je met een energiedak oververhitting in de onderliggende ruimte voorkomen. Een energiedak kosten circa 150 euro per m2 bvo, bespaart 32,1 kg CO2 per jaar per m2 en verdient zich terug in 8 jaar. Een groendak is eveneens een mogelijkheid om oververhitting te voorkomen. Een extensief groendak kost tussen de 35 en 50 euro per m2 bvo en bespaart 3,3 kg CO2 per jaar per m2. Met betrekking tot de keuze voor een warmtebron heeft een horizontale warmtewisselaar een lagere COP8 dan een systeem met verticale boringen. Maar deze behoeft geen bodemonderzoek van minimaal 15.000 euro. Wel hebben de horizontale sondes veel oppervlak nodig, ongeveer vier maal de footprint van het gebouw. Bij een verticale bodemwarmtewisselaar kan energie aan het grondwater onttrokken worden. Van de warmtewisselaar gaat een aanvoer- en afvoerleiding naar de binneninstallatie (warmte afgiftesysteem, warmtewisselaar of warmtepomp). Voor de hockeyclub gaat onze voorkeur uit voor een combinatie van een energiedak en een luchtwarmtepomp, omdat deze financieel gezien het meest gunstig is. De luchtwarmtepomp kent een lagere initiële investering dan een grondgebonden warmtepomp, en is daardoor, ondanks het wat lagere rendement, sneller terugverdiend, namelijk binnen 10 jaar.
8
Coëfficiënt of performance. Factor die de energieprestatie van warmtepompen aangeeft door de warmte-output te delen door de aandrijfenergie 15
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
4.3.5. Warmte/Koude-opslag Bij warmte/koude-opslag (WKO) wordt in de zomer gebruik gemaakt van grondwater uit de bodem of koude opgeslagen in heipalen om het gebouw direct te koelen. Het rondgepompte water neemt de warmte op en wordt opgeslagen in andere heipalen of een tweede watervoerende zandlaag in het geval er voor een open grondgebonden systeem wordt gekozen. Dit relatief warme water wordt in de winter op een hogere temperatuur gebracht door een warmtepomp die door middel van een compressor warmte via een warmtewisselaar van de bron naar het gebouw pompt. Een grondgebonden WKO systeem lijkt niet voor de hand te liggen: de koelvraag is bij goed ontwerp niet groot en daarom wegen de investeringen niet op tegen de baten. Een goed ontwerp betekent in onze visie een lichte constructie met goede externe zonwering (overstek) en een zeer goede buitenschil gecombineerd met warmtewinning uit bijvoorbeeld energiepalen/energiedak. In ieder geval dienen de gebouwen te worden uitgerust met lage temperatuur verwarmingssystemen. Dit betekent dat er via grotere oppervlaktes door middel van lage temperaturen warmte wordt afgegeven, zoals bij vloer- of wandverwarming. Bij laagtemperatuurverwarming wordt tevens gebruik gemaakt van de gebouwmassa. 4.3.6. Ventilatie De ambitie is uitgesproken voor een hybride ventilatiesysteem. Hybride ventilatiesystemen kunnen worden beschreven als ventilatiesystemen die een prestatie ten aanzien van binnenluchtkwaliteit en comfort realiseren door gebruik te maken van zowel natuurlijke als mechanische ventilatie. De aansturing van het systeem gebeurt met behulp van een geavanceerd controlemechanisme. Doel van het systeem is het noodzakelijke ventilatiedebiet en ventilatiepatroon te verzorgen, bij het laagst mogelijke energieverbruik. Zodoende zal bij een dergelijke balansventilatie uit de lucht die naar buiten wordt gezogen de warmte onttrokken door middel van een warmte terugwinning (wtw) systeem. Een dergelijk systeem kost circa 1300 euro, bespaart 8 ton CO2 per jaar en is binnen 4 jaar terugverdiend. In theorie heeft een lucht-wtw een rendement van 90%. Ze zullen uiteraard volgens de richtlijnen onderhouden moeten worden. Dit is echt een aandachtspunt. 4.3.7. Overige maatregelen ten aanzien van energie Indien er energie wordt ingekocht zal hiervoor gekozen moeten worden voor duurzaam opgewekte energie, zoals groene stroom. 4.4. Water Uitgangspunt met betrekking tot water is de Trias Ecologica: Voorkom onnodig gebruik van drinkwater, gebruik regenwater en oppervlaktewater en ten derde het hergebruik van water. 4.4.1. Grijswatercircuit gebouw Het grijze water afkomstig van douche of wasmachine wordt naar een tank gevoerd. Vanuit deze voorbezinktank wordt het water naar een biorotor gepompt. De continu draaiende biorotoren voorzien in een permanente toevoer van zuurstof en een optimale biologische reiniging van het water. Dit water stroomt vervolgens in een nabezinktank waaruit het via een UV-desinfectielamp naar de buffertank gevoerd wordt. Dit gedesinfecteerde water kan gebruikt worden voor een wasmachine, groenbevloeiing en toiletspoeling. Optioneel is dit systeem aan te sluiten op een regenwatersysteem. Bij gebrek aan grijs water en/of droogte schakelt het systeem automatisch over op drinkwater. 16
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
Voordelen grijs water o Gratis water voor toiletspoeling, vaatwasser en groenbevloeiing o Hoge gegarandeenre waterkwaliteit dankzij membraamfiltratie o Bedrijfszeker dankzij continue controle van de waterkwaliteit o Compacte werkwijze Productvoordelen o Hoogst haalbare waterbesparing o Gewaarborgde hoge waterkwaliteit De kosten van een aan te leggen grijswatercircuit liggen tussen de 2500 en 5000 euro voor het clubgebouw. De kosten zijn met name afhankelijk van de benodigde opslagcapaciteit. De kosten van een 8 m3 tank zijn ca. 4500 euro. Er bestaan hockeyvelden waarbij het water onder de velden wordt opgevangen en opgeslagen in tanks van 15 m3. Wanneer deze gekoppeld worden met een gebouwgebonden grijswatercircuit dan zijn er enkele aandachtspunten: zowel de dakbedekking als de goten dienen namelijk loodvrij te zijn. Dit moet in verband met de waterkwaliteit, waaraan het sproeiwater moet voldoen. Een gecombineerd systeem zal tevens uitgevoerd moeten worden met extra filters. 4.4.2. Wateropvang hockeyvelden Er zijn ontwikkelingen dat de eisen met betrekking tot het bevloeien van hockeyvelden verscherpt zullen worden. Dat kan betekenen dat er een verbod komt op het gebruik van leidingwater voor het bevloeien van de hockeyvelden. Een goede mogelijkheid om het water op te vangen is het zogeheten WABER-systeem. Het systeem biedt mogelijkheden om hemelwater her te gebruiken voor de beregening van velden. Een WABER-onderbouw met 1300 m2 waterbergend vermogen kost ongeveer 62.500 euro. Daarbij moet men rekening houden met een beregeningsinstallatie van ongeveer 22.000 euro. Ten aanzien van de beregeningsinstallatie adviseren wij een combinatie van waterstofperoxide met mechanisch onderhoud te gebruiken. Door deze preventieve maatregelen te combineren kan het verbruik van waterstofperoxide worden beperkt waardoor de milieubelasting tot het minimum beperkt wordt. De kosten voor de aanleg van een waterstofperoxidepomp ramen wij op circa 2500 euro per veld. Echter schatten wij in dat een enkel systeem voldoende capaciteit heeft voor het beregenen van één waterveld en twee semi-watervelden. 4.4.3. Hotfill-aansluiting Een hotfill-aansluiting geeft een toevoer van warm water naar bijvoorbeeld een wasmachine of vaatwasser. De investering voor een hotfill-aansluiting is 300 euro, het genereert een besparing per jaar van 60 euro en zal binnen 6 jaar terugverdiend zijn. Het werkt zeer goed in combinatie met een zonneboilersysteem of zonnecollectoren in de vorm van een energiedak. 4.4.4. Overige maatregelen ten aanzien van water Een zonneboiler voor warm tapwater zou standaard bij nieuwbouw moeten worden aangebracht wegens de geringe kosten van investering, namelijk circa 2300 euro, de relatief snelle terugverdientijd korter dan 15 jaar en de aanzienlijke besparing op gasverbruik. Daarnaast adviseren wij ook warmte terug te winnen uit het douchewater, door middel van een zogeheten douche-wtw. Deze kosten tussen de 500 en 700 euro, besparen 70m3 CO2 per jaar en zijn binnen 4 jaar terugverdiend. Tenslotte moeten waterbesparende toepassingen zeker worden opgenomen in het bestek, voorbeelden hiervan zijn het toepassen van waterbesparende kranen en wc’s met een 17
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
spoelstop. Een waterbesparende kraan kost tegenwoordig slechts 26 euro en is binnen een jaar al terugverdiend. 4.5. Materialen Ook ten aanzien van materialen geldt het uitgangspunt te besparen in het gebruik van materialen, ten tweede ecologische materialen te gebruiken en ten derde materialen zo veel mogelijk her te gebruiken. 4.5.1. Hockeyvelden In de hockeywereld wordt volkunststof gezien als het topproduct, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen Nylon en Polypropyleen/Polyethyleen. Nylon wordt beschouwd als product waarop het snelst gespeeld kan worden, maar het heeft als nadeel dat het erg snel en onregelmatig uitdroogt. PP/PE droogt langzamer en minder onregelmatig uit, nadeel is dat het wat langzamer is dat Nylon. Onze voorkeur gaat uit naar een product dat de beste eigenschappen van beiden combineert en op dit moment de procedure doorloopt voor een Cradle to Cradle certificatie. Deze wordt onder de naam Dynamix verkocht. Het heeft de snelheid van Nylon en het watergedrag van PP/PE en zou bij einde levensduur, die geschat wordt op ca. 10 jaar, teruggenomen kunnen worden door de fabrikant om 100% gerecycled te worden. De waterconsumptie op jaarbasis van zowel een Dynamix veld als een PP/PE hockeyveld bedraagt ca. 4.000 m3 en dat van Nylon ca. 8.000 m3 water. De kosten bedragen exclusief installatie ca. € 35 / m2. Daarnaast zijn er velden die geen Cradle to Cradle-certificatie hebben, maar wel voor 100% recyclebaar zijn. Sommige fabrikanten noemen deze velden ecovelden. Hierbij geldt voor de toplaag ongeveer eenzelfde prijs als bij het Dynamix veld. Naar schatting kost een toplaag voor een compleet waterveld circa 220.000 euro en voor een semi-waterveld 150.000 euro. De overige kosten bestaan uit een opsluitband en een halve meter verharding binnen het hekwerk en dat kost circa 7000 euro. De verharding buiten het hekwerk kan begroot worden op 10.000 euro, de kosten voor het veldmeubilair op 7000 euro, dat is inclusief twee doelen, cornervlaggen en twee dug-outs. Ten slotte resteren de kosten voor het hekwerk met gaas, twee ballenvangers, slagplanken en twee poorten. Deze kosten schatten wij op 16.000 euro op basis van diverse offerteaanvragen van leveranciers. 4.5.2. Gevels Een dragende gevel is alleen zinvol als niet via een andere manier de stabiliteit van het gebouw kan worden gewaarborgd. Wanneer de gevels dragend moeten zijn, dan kan worden gekozen voor prefab betonnen gevelvullende elementen. Een groot voordeel hiervan is dat de buitenafwerking er al meteen in opgenomen is, dit scheelt extra handelingen ten opzichte van een traditionele spouwgevel. Het grootste nadeel is dat de elementen beperkend werken met betrekking tot de architectonische, esthetische waarde. Verder is beton minder milieuvriendelijk dan hout, omdat hout wel een hernieuwbaar materiaal is. De grondstoffen die voor beton gebruikt worden zijn enorm milieubelastend en dat geldt ook voor de productie en het transport. Er is vastgesteld dat een ton geproduceerd beton gelijkstaat aan een ton uitstoot van CO2. Als de stabiliteit niet door de gevel hoeft te worden gecreëerd, dan is het mogelijk om het binnenspouwblad van hout te maken. Een milieuvriendelijke optie als isolatiemateriaal is Pavatherm: isolatieplaten met een hoge isolatiewaarde en gemaakt van een heel hecht verlijmd mengsel van houtsnippers en natuurlijke hars. Een leemafwerking kan zowel gekozen wor18
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
den voor binnen als buiten. Op een dergelijke manier kan je ook de hoogste RC-waarde bereiken bij een beperkte geveldikte. De materialen moeten bestand zijn tegen ruwe omgang door de toekomstige gebruikers en daarnaast prettig in het gebruik zijn. Het type bouwsysteem beïnvloedt in grote mate de keuze voor het type gevel. Tunnelbouw is een nat systeem waarbij een traditionele stenen gevel goed toepasbaar is. Het toepassen van een traditionele stenen gevel vanwege het uiterlijk zou het voordeel in de bouwsnelheid helemaal teniet doen. Een droog stenen stapelsysteem dat kan worden toegepast als buitenspouwblad is de Clickbrick. Hierbij wordt geen mortel of lijm gebruikt, de stenen kunnen hergebruikt worden en zijn dus duurzamer dan natte stapelsystemen zoals kalkzandsteen en traditionele bakstenen. De onderlinge verbinding tussen de bakstenen is mogelijk door clips die zich in groeven van de bakstenen bevinden. De Clickbrick heeft ten opzichte van prefab gevelelementen ook een hogere esthetische waarde. De kosten per m2 inclusief clips, ankers en installatie zijn circa 140 – 150 euro. De voorkeur is uitgesproken om grote oppervlakte beglazing te gebruiken zodat er een goed uitzicht mogelijk is naar de velden. Een duurzame verhouding open – gesloten geveldelen zou 40 om 60 kunnen zijn. Aan de noordzijde van gebouwen kan minder glas worden gerealiseerd in verband met de warmtewinst. Om daglichtverblinding tegen te gaan en voor gebruikerscomfort kunnen de ramen worden voorzien van screens, eventueel met geïntegreerde PV-systemen. Deze zijn door de individuele gebruiker regelbaar, het vermindert de koelvraag en bevordert het binnenklimaat. Buitenzonwering is ook in bouwkundige vormen mogelijk. 4.5.3. Olivijn Een extra maatregel die genomen kan worden is het grootschalig toepassen van het gesteente Olivijn. Dit natuurlijk gesteente dat wereldwijd zeer ruim voorradig is, heeft namelijk de unieke eigenschap dat het CO2 absorbeert. De toepassingen zijn legio. Het kan in verschillende grofheden toegepast worden voor wandelpaden en geluidswallen. Hoewel de prachtige eigenschappen van dit product wetenschappelijk aangetoond zijn, wordt deze stof nog niet op grote schaal gebruikt. Op internet is het product Olivijn bij diverse partijen te koop. Met het product bedek je met 0,6 kg ongeveer 1 m2. In kleine korrels reduceert 1 kg Olivijnzand ongeveer 1,25 kg CO2 per jaar. In grove vorm is dit minder en zal het proces langzamer verlopen, maar er is minder energie nodig om het te vermalen. 4.5.4. Overige maatregelen ten aanzien van materialen De diverse mogelijkheden met verschillende isolatiewaarden zijn in de volgende tabel inzichtelijk gemaakt:
Maatregel
Gevelisolatie verbeteren [m2K/W] Vloerisolatie verbeteren
RC – waarde
CO2 besparing [kg/m2/jaar]
4,0 4,5 5,0 4,0
0,50 0,60 0,67 0,32 19
Meerkosten t.o.v. het Bouwbesluit [€/m2] 15 29 58 9
TerugVerdientijd (jr) 19 51 128 19
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
Maatregel [m2K/W] Dakisolatie verbeteren [m2K/W] U waarde glas [W/m2K]
Steenwol Isovlas Pavatherm ClickBrick
RC – waarde
CO2 besparing [kg/m2/jaar]
4,5 5,0 4,0 4,5 5,0 0.77 0.9
0,38 0,43 0,32 0,38 0,43 0,76 1,52
RC – waarde 2,6 2,6 2,6 afhankelijk
Meerkosten t.o.v. het Bouwbesluit [€/m2] 18 37 9 18 37 26 52
TerugVerdientijd (jr) 51 128 19 51 128 85 85
Investering
NIBE-klasse
€ 6 / m2 € 11,71 / m2 € 5,60 / m2 € 140 – € 150 / m2
2b 1c 1c onbekend
Het ClickBrick systeem is geschikt voor de buitengevel. Voor de binnen- en buitengevel zou gekozen kunnen worden voor diverse gecertificeerde houtsoorten, zoals vuren (fijnspar), grenen (pijnboom), lariks etc. Pavatherm als isolatiemateriaal heeft geen spouw nodig, in tegenstelling tot een gevel met vlasisolatie, dat moet kunnen ventileren. 4.6. Afval Over de afvalproductie en -scheiding op de bouwplaats zullen bepalingen worden opgenomen in het bestek. Betreffende het huishoudelijk afval kunnen extra voorzieningen worden getroffen, door ondergrondse verzamelunits van de gemeente te plaatsen en afvalscheiding na verzameling goed te regelen. Dit thema heeft met name veel toegevoegde waarde in de exploitatiefase, waarin het gebouw (technische) ontwikkelingen moeten kunnen doorstaan. 4.7. Landgebruik en ecologie Indien men groenvoorzieningen toepast, is het raadzaam dit te doen met inheemse flora. Deze dragen veel meer bij aan de biodiversiteit dan uitheemse soorten. Dat bekent dat de hoeveelheid inheemse fauna, zoals vlinders in dit gebied zullen toenemen. Groenvoorzieningen geven sowieso een scala aan voordelen, zoals geluidsreductie en voorkomen van brandstofverlies op parkeerplaatsen. Er kan zelfs gedacht worden aan een complete ecologische zone langs de snelweg A7. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld nestgelegenheden gecreeerd worden voor bijvoorbeeld gierzwaluwen of vleermuizen. Andere voorbeelden zijn: een ooievaarsnest, spreeuwenkasten, torenvalkenkast en vlinderkasten. Voor een nadere blik op de flora en fauna die onderzocht kunnen worden, verwijs ik u graag naar het uitgevoerde onderzoek op dit gebied, in opdracht van de gemeente Hoorn. 4.8. Overige maatregelen Overige eisen met betrekking tot duurzaam bouwen die gesteld worden vanuit de overheid gesteld worden voor sportfaciliteiten staan omschreven in bijlage VI. 20
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
5.
FINANCIËLE MOGELIJKHEDEN
5.1. UKP NESK- regeling Op dit moment zijn er geen subsidies binnen de gemeente Hoorn die aangereikt kunnen worden voor de diverse toepassingen. Voor zowel het binnenklimaat als de verbetering van de energetische prestatie is een landelijke subsidie beschikbaar, de zogeheten UKP NESKregeling (Unieke Kansen Programma Naar Energieneutrale Scholen en Kantoren). Dit programma ondersteunt haalbaarheidsstudies en praktijkprojecten. Daarvoor is respectievelijk 450.000 en 5 miljoen euro beschikbaar. De indieningtermijn liep tot 3 december 2009. Of deze regeling ook in 2010 zal gelden, is nog onbekend. 5.2. Groenfinanciering Bij Groenfinanciering maakt men gebruik van de Regeling Groenprojecten 2005 van het ministerie van VROM. Het project dient te voldoen aan diverse maatregelen. Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar bijlage II en III. U zult deze aanvraag moeten doen via een bank die hiervoor gemachtigd is. Het voordeel kan uitlopen op een rentevoordeel van ruim 1%.
21
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
6.
CO2 NEUTRALITEIT
Na berekening is een redelijke indicatie te maken van de totale CO2 uitstoot voor het clubhuis, (inclusief de benodigde installaties, zoals verwarming, koeling, warmteterugwinning, ventilatie, verlichting, etc.), sportveldverlichting en het pompvermogen voor de watervelden. Dit komt neer op 71,1 ton CO2 per jaar. Onderaan de tabel vindt u diverse maatregelen om het project CO2 neutraal te maken. Indien alle energie duurzaam wordt ingekocht, is het project per definitie CO2 neutraal. In tweede instantie is dit doel het best via enkele middelgrote windturbines te realiseren. Uiteraard kan dit ook buiten de bouwlocatie geschieden. Het project wordt hiermee energieopwekkend oftewel CO2 reducerend in de exploitatiefase. Gebouwoppervlakte Elektravraag Warmtevraag
1500 m2 40 kW/m2/jaar 317 MJ/m2/jaar CO2
Elektriciteitsvraag gebouw (conservatieve inschatting): Verwarmingsvraag Dat is Warmtepomp COP Elektriciteitsinput Sportveldverlichting: (semi-water) 12 lampen x 2 (waterveld) 16 lampen x 1 Aantal uren per jaar aan Pompen Aantal uren aan per jaar
60.000 kWh/jaar 475.000 MJ/jaar 131.950 kWh/jaar 4,5 29.320 kWh/jaar 25 kW 33,3 kW 1188 h 98.960 kWh/jaar 15 kW 155 2325 kWh/jaar
Totaal
34,0 ton
31 %
16,6 ton
15 %
56,0 ton 52 % 1,3 ton 1% 100%
107,9 ton
Eenheden benodigd voor CO2 neutraliteit
Diverse maatregelen tot CO2 neutraliteit PV-panelen (per m2) Kleine windturbine, type Quiet Revolution Kleine conventionele windturbine (Ashoogte 18m., rotordiameter 7m.)
56 kg/jaar 5,0 ton/jaar 19,5 ton/jaar
22
1.266 m2 14 stuks 4 stuks ( € 45.000 p. stuk)
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
7.
CONCLUSIE EN AANBEVEVELINGEN
Het hanteren van BREEAM als richtlijn zal bij het toepassen van de maatregelen zoals die in de samenvatting gebundeld zijn onder het niveau Zilver resulteren in een eindscore ‘very good’. Bij de hockeyclub ligt de grootste winst om duurzaamheid onderdeel te laten zijn van de nieuwbouw door de te boeken winst op het gebied van energie. Dat betekent een zeer goede buitenschil, geen gasaansluiting en gebruik maken van een warmtepomp. Warmte koude opslag is in dit project niet interessant, daarom hebben wij gekozen voor een systeem waarbij een energiedak als bron dient voor de warmtepomp om het gebouw optimaal te koelen en te verwarmen. Om het project geheel CO2 neutraal te maken zal men duurzame energie moeten opwekken en de meest realistische methode is een combinatie van zonnepanelen en enkele middelgrote windturbines. Omdat voor een waterveld veel water benodigd is, zal tevens veel duurzame winst te boeken zijn door gebruik te maken van wateropvang. Hiervoor zal aanvullend onderzoek gedaan moeten worden. Voor het borgen van de financiële mogelijkheden adviseren wij tevens om aanvullend advies te verkrijgen, zodat deze mogelijkheden optimaal benut zullen worden. De praktijk leert dat als er geen duurzame bouwmanager wordt ingeschakeld, de eerder gestelde ambities niet worden uitgevoerd. Schakel dus een bouwmanager in die op de hoogte is van de gekozen maatregelen, methodes en technieken. Ten slotte adviseren wij de locale media te informeren over dit bijzonder duurzame project!
23
Rapportage Duurzaamheid WFHC Projectnummer: 269044.1 Opdrachtgever: Gemeente Hoorn
Bijlage I - Visie Gemeente Hoorn Stadsvisie 2005-2025 In de Stadsvisie Hoorn 2005-20251 “Hoorn - Leefbaar en Vitaal” is een paragraaf opgenomen over duurzaamheid en milieu van de fysieke pijler/ruimtelijke ontwikkeling. De gemeente Hoorn vindt dat het onderwerp leefbaarheid bij duurzaamheid van belang is en moet terugkomen als: “een prettige, schone, aantrekkelijke en herkenbare omgeving, zodat mensen trots zijn op hun stad en er graag wonen, werken en verblijven”. Daarnaast vindt de gemeente dat “de milieuregelgeving en het milieubeleid (met inbegrip van de Europese richtlijnen) [moeten] bijdragen aan een gezond en veilig leefklimaat in een aantrekkelijke woonomgeving”. Het behouden en verder ontwikkelen van de leefomgeving in Hoorn mag daarbij de biodiversiteit niet aantasten en geen natuurlijke hulpbronnen uitputten. Op deze wijze wil Hoorn spelen op “een goede en duurzame manier in op de toekomst”. Dat geldt voor alle sectoren en betreft “een integraal proces: van buurtniveau tot regionale ontwikkeling en van woningbouw tot bedrijventerreinen en infrastructuur”. Waarbij de gemeente zelf actief het initiatief inneemt of voorwaardenscheppend is. In dit proces is de gemeente Hoorn ervan bewust dat er tegen dilemma’s kan worden aangelopen die voortkomen uit het milieubeleid en het streven naar duurzaamheid. De dilemma’s die Hoorn onder andere schetst zijn: groei, geluid, schone bodem, schone lucht, gevaarlijke locaties en levendigheid en overlast. Wat betreft het project Westfriese hockeyvclub kunnen deze dilemma’s als volgt vorm aannemen en effect hebben op de rest van de gemeente Hoorn: Groei: in de Stadsvisie wordt uitgegaan van een beperkte of autonome groei van Hoorn, waarbij verdichten mag maar met behoud van kwaliteit. De woningen en supermarkt komen op bedrijfslocatie Groot. De bestaande bedrijfsbebouwing dat nu als anti-kraak wordt gebruikt zal worden gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouwplannen. Voor het project Westfriese Hockeyclub wordt dus geen uitleglocatie gebruikt maar betreft ook geen verdichting waar groen in de stad mee ten koste moet gaan. Met het project wordt nieuw leven in het gebied geblazen die de beperkte groei van Hoorn kan ondersteunen. Geluid: de locatie is gelegen langs de drukke ringweg. De aaneengesloten wand van de nieuwe bebouwing zal de geluidshinder verminderen voor het achtergelegen gebied en daarmee een positief effect creëren. Schone lucht: van de locatie en de situatie na de herontwikkeling is berekend wat de luchtkwaliteit is. Hieruit volgde dat zowel in de huidige als toekomstige situatie geen grenswaarden van fijnstof, stikstofdioxide of overige stoffen worden overschreden. De luchtkwaliteit zal met de herontwikkeling dus niet zodanig beïnvloeden dat het de gezondheid van de bewoners / gebruikers zal schaden. Klimaatvisie Op het internet zijn diverse berichten2 te vinden over een klimaatvisie van de gemeente Hoorn. In deze berichten wordt gesproken over de ambitie klimaatneutraal / CO2-neutraal, dat de visie voor de periode tot 2028 geformuleerd is en “Hoorn, duurzaam en vitaal, op weg naar klimaatneutraal” luidt. Alleen is de visie niet op de website van de gemeente Hoorn niet vindbaar. Het is dus onduidelijk of de visie al vastgesteld is en al van kracht is voor alle nieuwbouwontwikkelingen. Uit ervaring kan Search vermelden dat CO2-neutraal en al helemaal het begrip klimaatneutraal onduidelijk begrippen zijn voor een duurzaamheidsambitie, doordat gemeentes en organisaties steeds een andere uitleg geven aan het begrip. Indien Gemeente 1
Vastgesteld door de gemeenteraad van Hoorn op 17 mei 2005.
Hoorn echt de ambitie klimaatneutraal heeft dan dient het voor een eenduidige toetsing van alle bouwontwikkelingen in Hoorn een duidelijke definitie van klimaatneutraal te worden vastgesteld. Hierbij moeten bepaald: Om welke energie het gaat, alleen gebouwgebonden of ook gebruikersgebonden energieverbruik; Om welke emissies aan CO2 het gaat, alleen door de energiehuishouding van het gebouw of ook door het materiaalgebruik, de vervoersbewegingen door gebruikers, et cetera; Waarmee de CO2-emissies gecompenseerd mag worden; En binnen welke grenzen er gecompenseerd mag worden.
Bijlage II - Groenfinanciering Maatlat duurzame utiliteitsbouw maatregel/toetsingscriterium 1 De energieprestatie van het ontwerp dient minimaal 30% beter te zijn dan de minimale eis in het Bouwbesluit1) 2 het ontwerp moet aandacht hebben voor vervuilende bronnen
hoe te toetsen
NPU
controleer of Qpres. < 0.7
Nvt
controleer of aparte ruimten voor rokers, printers en kopieermachines zijn gemaakt met een eigen effectieve afzuiging
U678 én U677
Uitleg SenterNovem
- Als er geen specifieke rookruimte wordt gemaakt kan bij dit punt NVT worden vermeld. Uiteraard heb je dan ook geen aparte ruimte en afzuiging. Aparte ruimten voor printers en kopieermachines met eigen effectieve afzuiging (U677). Plaats midden-volume printers en kopieerapparaten zoveel mogelijk in een aparte ruimte. Aan de maatregel wordt voldaan wanneer er voor de grotere (middenvolume) kopieerapparaten, (netwerk-)printers en aanverwante apparatuur aparte, goed geventileerde, onbemande ruimten zijn gecreëerd. Deze moeten zijn aangegeven in het ontwerp!! Het belangrijkste volgens SenterNovem is dat er een dusdanige (eigen) effectieve afzuiging wordt gerealiseerd die ervoor zorgt dat de werknemers niet blootgesteld worden aan verontreinigde luchtstromen. De verontreinigde lucht mag dus niet terugvloeien in de kantoren, gangen, trappenstelsel etc. Mogelijk dat de centrale ruimtes (onbemand) met afzuiging reeds voldoen aan de eis, maar een nis/afgeschermde hoek met een eigen effectieve afzuiging voor de opgestelde printers zou dan voldoende zijn. Uiteraard mag deze lucht niet terugvloeien naar bemande/openbare ruimtes.
3 het ontwerp moet flexibel zijn * bouwkundig * installatietechnisch
4 van onderstaande 8 items moeten in het ontwerp zitten: a. installaties uitgelegd op maximaal 1.8 m i.p.v. 3.6 m b. installaties opgedeeld in bouwdelen c. meer kleine ketels in plaats van één grote d. demontabele binnenwanden e. plafondstructuur die veranderd kan worden f. bemetering per bouwdeel in plaats voor het hele gebouw
nvt U618 U615 U146 U637 U024 én U378 U419 U057
g. bereid gebouw voor op functionele aanpassingen h. demontabele draagconstructies
4 in het ontwerp moet sprake zijn van een gesloten grondbalans
vraag de aanvrager om een onderbouwing middels een berekening van de grondstromen (wat wordt afgegraven/aangevuld; wat gebeurt er met een tekort/overschot van de grond)
-nvt
- U618 deel het ventilatiesysteem, de verlichting en de verwarming op in bouwdelen => zorg ervoor dat gebouwdelen die duidelijk een ander gebruik of andere externe condities hebben apart van ventilatie, verlichting en verwarming worden voorzien. - U615 Aan de maatregel wordt voldaan, indien bij 60 KW vermogen minimaal twee HR-ketels of een HR en een VR-ketel worden toegepast die elk een deel van de capaciteit verzorgen. - U146 Stem de uitvoering van niet-dragende wanden af op eisen ten aanzien van veranderbaarheid en toekomstig hergebruik. Massieve (stenen, blokken, elementen) en samengestelde wanden (plaatmateriaal geschroefd op profielen) komen in anamerking als verplaatsing tijdens de levensduur niet aannemelijk. Systeemwanden (plaatmateriaal geklemd in profielen) komen in aanmerking als verplaatsing in de toekomst gewenst of waarschijnlijk is. - U637 Realiseer scheiding van drager en inbouw. Aan de maatregel wordt voldaan indien de inbouw (het flexibele deel, zoals systeemwanden, -vloeren en plafonds) gescheiden van de drager (het vaste deel, zoals de hoofdconstructie, gevels en leidingen naar buiten het gebouw) wordt gebouwd - U024 Pas individuele registratie van het energiegebruik toe. Aan de maatregel wordt voldaan een afzonderlijke energiegebruiksmeting voor verwarming, verlichting, warmtapwater en koeling plaatsvindt - U378 Breng individuele watermeters aan bij meerdere gebruikers - U419 Bereid het ontwerp voor op toekomstige functionele aanpassingen (uitbreidingsmogelijkheden voor telefoon, data en elektra, bereikbaarheid van leidingen gewenst, een flexibel vloersysteem, integrale toegankelijkheid) -U057 Maak draagconstructies demontabel; Aan deze maatregel wordt voldaan indien demontabele vloeren, skelet en dragende wanden worden toegepast
De grond, met uitzondering van verontreinigde grond, moet op hetzelfde terrein/kavel blijven. Met de afgegraven grond kunnen bepaalde delen van het terrein worden opgehoogd, wallen worden aangebracht etc.
Ja/ Nee / Nvt
5 in het ontwerp wordt uitsluitend duurzaam geproduceerd hout toegepast
6 in het ontwerp zijn waterbesparende maatregelen opgenomen
7 in het ontwerp is de hemelwaterafvoer afgekoppeld van het rioleringsstelsel en gebruik waar mogelijk halfverharding
controleer of in PvE/ bestek is opgenomen dat voor alle houttoepassingen hout met certificering van FSC, PEFC (Duitsland), of FFCS (PEFC Finland) is opgenomen (constructie, gevels, binnentimmerwerk etc. controleer of minimaal zijn opgenomen: toiletten met 4 literreservoir en waterbesparende kranen/douches
U063 én U064
- U063 Aan de maatregel wordt voldaan indien alle hout en de houtproducten worden toegepast afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Hout en houtproducenten moeten voldoen aan de minimumeisen die gesteld worden door de Nederlandse regering. Hout met FSC, PEFC (Duitsland), of FFCS (PEFC Finland) Keurmerk of met keurhout voldoet aan deze eisen. Hierbij wordt gesteld dat de hele keten (bijvoorbeeld ook een Timmerfabriek ) gecertificeerd moet zijn.
U383 én U385
controleer of hemelwaterafvoer is losgekoppeld van het rioleringsstelsel controleer of halfverharding is toegepast
U734
U385 Gebruik een closet met een watergebruik van maximaal 4 liter per spoeling (Toiletten met 4 literreservoir) U383 Pas waterbesparende maatregelen toe. In ieder geval moeten waterbesparende kranen (elektronisch bediende, kranen of volumestroombegrenzers, volumestroomklasse Z voor kranen en douche) - U734 Is het hemelwater losgekoppeld van het rioleringstelsel. SenterNovem gaf aan dat het hierbij van belang is de bouwvergunning te controleren. Wat verlangt de gemeente. Als de gemeente verlangt/eist dat het hemelwater via het gescheiden rioolsysteem wordt afgevoerd, hoeft het hemelwater niet afgekoppeld te worden van het rioleringsstelsel (gemeentelijke bepaling). Wordt hier niets over gezegd, dan moet het hemelwater via een wadi of infiltratievoorziening worden afgekoppeld.
U098
- U098 Pas waar mogelijk halfverharding toe: Aan deze maatregel wordt voldaan indien tenminste 50% van het oppervlak voor parkeren, zij- en achterpaden (dus exclusief trottoir en wegen ) in de vorm van halfverharding (zand, houtsnippers, schelpen, grastegels, halfopen verband) is uitgevoerd. Ook hier is het van belang te kijken welke gemeentelijke bepalingen/beperkingen er zijn opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld vereist zijn dat de parkeervoorzieningen volgens een bepaald principe worden uitgevoerd. Dan moet men hier uiteraard aan vasthouden, maar daar waar niets staat voorgeschreven moet (50%) halfverharding worden toegepast. Bij zwaardere belastingen (parkeervoorzieningen) kan dan gekozen worden voor grastegels of klinkerbestrating in halfopen verband.
8 het ontwerp moet maatschappelijk verantwoord zijn
Laat de aanvrager aangeven wat er duurzaam is aan het ontwerp en vraag de aanvrager om concreet aan te tonen dat duurzaam bouwen wordt uitgedragen, bijvoorbeeld door ruchtbaarheid aan het project te geven middels brochures, lezingen, rondleidingen, kennisoverdracht, etc.
-nvt
Bijlage III - Groenfinanciering nverklaring is een verklaring die is afgegeven op rond van de “Regeling Groenprojecten” van het Ministerie van VROM dat een concreet project een “Groenproject” is. Groenverklaringen worden afgegeven wanneer het gaat om milieuvriendelijke projecten, waaronder: duurzame energie, duurzame woningbouw en renovatie, fietspadinfrastructuur, bodemsanering, biologische landbouw, Groen abel kassen en natuur. De groenverklaring blijft voor de meeste projecten 10 aar geldig; voor natuurprojecten maximaal 30 jaar. De Regeling groenprojecten is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. De overheid stimuleert deze projecten onder meer door de financiering van 'groenprojecten' aantrekkelijk te maken. Doordat de overheid een belastingvoordeel geeft aan 'groene' spaarders en beleggers kan de bank een lening met een lager rentetarief verstrekken voor een duurzaam gebouwde woning, een windturbinepark of een biologisch landbouwbedrijf. Het ministerie van VROM coördineert de uitvoering van de Regeling groenprojecten. SenterNovem en de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV toetsen namens de minister de projecten. Na beoordeling geeft de Dienst Regelingen of SenterNovem namens deze de Groenverklaring af. De procedure duurt gemiddeld vijf weken. Groen Financieren U kunt voor groene financiering in aanmerking komen als u aan twee voorwaarden voldoet: 1. 2.
uw project past binnen één van de projectcategorieën uw project beschikt over een groenverklaring van het ministerie van VROM
Groene financiering betekent vaak een lagere rente.
Project Hoe kom ik aan een groenverklaring? Voor het verkrijgen van groene financiering hebt u een groenverklaring nodig. Het ministerie van VROM verklaart daarmee dat het project voldoet aan de voorwaarden voor groene financiering. Welke stappen moet u zetten om een groenverklaring te krijgen? 1. 2. 3. 4.
Als initiatiefnemer of projectbeheerder die een groene financiering wil aanvragen, dient u daarvoor bij een bank met een groenfonds een projectplan met een investeringsplan in. Het groenfonds van de bank vraagt voor u de groenverklaring aan bij de Dienst Regelingen of SenterNovem. De Dienst Regelingen of SenterNovem beoordeelt het project namens de minister van VROM. Dit duurt gemiddeld vijf weken. De beoordelende instantie geeft de groenverklaring af aan de bank met een afschrift aan de projectbeheerder
Wat u ook nog moet weten:
x x x x
De groenverklaring is tien jaar geldig, voor sommige natuurprojecten is dit maximaal dertig jaar. Projecten worden steeksproefsgewijs gecontroleerd. Bij verandering van de uitvoering van een project moet u dit melden aan het groenfonds In de Handleiding projectplan vindt u de benodigde informatie voor het verkrijgen van een groenverklaring voor elke categorie. Deze kunt u downloaden onderaan de beschrijving van de desbetreffende categorie.
Criteria voor het afgeven van een groenverklaring
x
x x x x
Het gaat om een nog te realiseren project in Nederland. U kunt een aanvraag indienen tot 6 maanden na de start van de werkzaamheden. Dit criterium is niet van toepassing op biologische landbouw. Voor woningbouwprojecten, utiliteitsbouwprojecten en woningverbetering door eigenaar bewoner gelden andere eisen. Het projectvermogen bedraagt tenminste EUR 22.689. De minister kan het project maximeren op EUR 34 miljoen. Het is aannemelijk dat het project enig eigen rendement oplevert. Met het oog op risico, milieubelang en economisch rendement zou het project zonder deze regeling niet tot stand komen. Een bank of instelling met een groenfonds vraagt de groenverklaring aan.
De onderstaande banken en instellingen zijn door de overheid erkend als groene instelling, in de regeling omschreven als (een bank met) een groenfonds. ABN AMRO Groen Fonds Postbus 283 1000 EA Amsterdam Telefoon (020) 628 66 07
[email protected] www.abnamro.nl ABN AMRO Groenbank Th. J. Riper Postbus 2355 3000 CJ Rotterdam Telefoon (010) 282 03 37
[email protected] www.abnamro.nl ASN Groenprojectenfonds W.J.L. Bakker Postbus 30502 2500 GM Den Haag Telefoon (070) 356 93 37
[email protected] www.asnbank.nl Fortis Groenbank BV R. Kooloos Postbus 749 R01.15.02 3000 AS Rotterdam Telefoon (010) 401 60 70 fortisbank@nl fortis.com www.fortis.nl/duurzaamheid/groenbank.asp ING / Postbank Groen NV A. S. de Boer Groenfinancieringen HA 02.01 Postbus 1800 1000 BV Amsterdam Telefoon (020) 652 38 93
[email protected] www.ingbank.nl Rabo Groen Bank BV H.M.J Keulen Postbus 17100| 3500 HG Utrecht Telefoon (030) 216 68 79
[email protected] www.rabobankgroep.nl/duurzaamheid Nationaal Groen Beleggingsfonds H.R. Balk Postbus 15 3870 DA Hoevelaken Telefoon (033) 253 92 55
[email protected] www.groenfonds.nl Triodos Groenfonds NV H. Verheijen Postbus 55 3700 AB Zeist Telefoon (030) 694 27 02
[email protected] www.triodos.nl
Wie beoordeelt de projecten? De bank doet de aanvraag Het Groenfonds van de bank vraagt - voor de initiatiefnemer of projectbeheerder - de Groenverklaring aan bij de uitvoeringsinstanties SenterNovem of Dienst Regelingen (voorheen LASER). Bij de aanvraag voegt de projectbeheerder een projectplan met een beschrijving van het project, de verwachte milieuverdienste, de benodigde financiering, het verwachte rendement en de risico's. Een projectbeheerder kan in geval van twijfel vooraf met Dienst Regelingen of SenterNovem contact opnemen voor overleg of om te informeren of het project kans maakt op de Groenverklaring. De Dienst Regelingen en SenterNovem toetsen de projecten Na beoordeling geeft de Dienst Regelingen of SenterNovem namens het ministerie van VROM de Groenverklaring af. De procedure duurt gemiddeld vijf weken. De Groenverklaring blijft voor de meeste projecten maximaal tien jaar geldig, voor natuurprojecten maximaal dertig jaar. De Dienst Regelingen beoordeelt de projecten in de categorieën:
x x x x x
Natuur, bos en landschap Biologische landbouw Groen Label Kassen Gesloten kassystemen Agrificatie
SenterNovem beoordeelt de projecten op het gebied van:
x x x x x x
Duurzame energie Duurzame woningbouw en renovatie Duurzame utiliteitsbouw Fietspadinfrastructuur Vrijwillige bodemsanering Andere projecten
Belastingvoordelen Spaarders en beleggers betalen normaal 1,2% vermogensrendementsheffing over het gespaarde of belegde bedrag (30% over het forfaitaire rendement van 4% geeft 1,2%). Deelnemers in groenfondsen zijn hiervan vrijgesteld tot een maximaal vermogen van EUR 53.421 per persoon (2007). Dit plafond wordt jaarlijks geïndexeerd. Daarnaast krijgen zij – tot hetzelfde maximum – een extra belastingkorting van 1,3% van de waarde van het groen belegde bedrag. Ten opzichte van gewoon sparen of beleggen een voordeel dus van 2,5%. Dit is een compensatie van het lagere rendement van een groenfonds. Groenfondsen (banken) kunnen hierdoor leningen aanbieden tegen een lagere rente dan de marktrente. Investeerders in groene projecten profiteren daarvan. De meeste Nederlandse banken beschikken over een groenfonds. Tenminste 70% van het vermogen van een groenfonds dient aan zogenaamde 'groene projecten' besteed te worden. Dit zijn projecten met een groenverklaring van het ministerie van VROM. Hoe groot is het financiële voordeel van een groene financiering? De ervaring heeft geleerd dat voor de financiering van projecten met een groenverklaring de groenfondsen een rentetarief hanteren dat circa 1 % lager ligt dan anders het geval zou zijn. Deelnemen aan de Regeling groenprojecten kan door sparen én beleggen Een spaarder kan geld inleggen bij een groenbank door een waardepapier te kopen dat door de banken bijvoorbeeld groenobligatie, groencertificaat of groenbankbrief wordt genoemd. Het waardepapier heeft een vaste waarde (bijvoorbeeld EUR 1000 of EUR 5000), een vaste looptijd (vaak 3, 5 of 10 jaar) en een vaste rente. Na afloop van de looptijd wordt de volledige inleg terugbetaald. Een belegger kan aandelen kopen in een groenbeleggingsfonds. Dat kan via de effectenbeurs, maar ook rechtsreeks bij het fonds. De fondsen keren dividend uit afhankelijk van het resultaat dat ze behalen met
het verstrekken van leningen aan projecten met een groenverklaring. De belegger kan zijn aandelen weer verkopen en de verkoopprijs wordt bepaald door vraag en aanbod. Dit kan betekenen dat er meer of minder wordt ontvangen dan er bij aankoop is betaald.
Projectcategorieën Hier kunt u kijken welke soorten projecten in aanmerking komen, onder welke categorie uw project valt en welke instantie het project beoordeelt. Per categorie treft u ook de bijbehorende handleidingen aan voor het opstellen van een projectplan. De Dienst Regelingen van het ministerie van LNV beoordeelt de projecten in de categorieën:
x x x x
Natuur, bos en landschap Biologische landbouw Groen Label Kassen Agrificatie
SenterNovem beoordeelt de projecten in de categorieën:
x x x x x x x x x
Duurzame energie [categorie g1-g9] Duurzame woningbouw [categorie h1-h3] Duurzame utiliteitsbouw [categorie h4] Woningverbetering door eigenaar bewoner (categorie h5) Fietspadinfrastructuur [categorie i] Bodemsanering [categorie j] Andere projecten [categorie k] Nederlandse Antillen en Aruba Buitenland
Alleen nieuwe projecten U kunt een aanvraag indienen binnen zes maanden na de start van de werkzaamheden van uw project. Dit geldt niet voor biologische landbouw waar ook bestaande projecten in aanmerking komen. Voor woningbouwprojecten, utiliteitsbouwprojecten en woningverbetering door eigenaar bewoner gelden andere eisen. De projecten die in aanmerking komen voor een groenverklaring en groene financiering, zijn verdeeld in 14 categorieën. Enkele van deze categorieën zijn onderverdeeld in deelcategorieën. Nederlandse Antillen en Aruba Naast de regeling voor projecten in Nederland bestaat er een soortgelijke Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba. Buitenland In 1998 is het initiatief genomen de toepassing van Groen Beleggen te verbreden naar projecten in ontwikkelingslanden - gebieden die gekenmerkt worden door een beperkte economische draagkracht en naar bepaalde projecten in Centraal en Oost Europa.
Zeer duurzame utiliteitsbouw [categorie h4]
U kunt een groenverklaring aanvragen voor projecten gericht op de realisatie van zeer duurzame utiliteitsbouw. Bij zeer duurzame utiliteitsbouw is slechts een zeer beperkte keuzemogelijkheid voor maatregelen. Dit in tegenstelling tot de systematiek die bij duurzaam bouwen en renoveren van woningen en de Groen Label Kassen is gekozen. Er is daarentegen een pakket van 8 maatregelen geformuleerd waar een project aan moet voldoen. Dit pakket is zeer ambitieus in verhouding tot het bouwbesluit en wat er in de praktijk wordt gerealiseerd. Het pakket is echter technisch gezien zeker te realiseren door de projectbeheerder die een aanzienlijke inspanning voor duurzaamheid pleegt. De eisen zijn te vinden in onderstaande documenten. De groenverklaring bedraagt maximaal EUR 400,- per vierkante meter bruto vloeroppervlak. Voor een project komt maximaal 5.000 vierkante meter voor een groenverklaring in aanmerking. Per jaar komt maximaal 50.000 vierkante meter voor een groenverklaring in aanmerking. Omdat de energieprestatie-eis uitsluitend met het gebouw als voor de duurzame energie een groenverklaring kunnen worden aangevraagd. Om dit te voorkomen kan op hetzelfde project slechts één groenverklaring van toepassing zijn.
Gebouwen of gebouwdelen met een industriefunctie of overige gebruiksfunctie, bijvoorbeeld bedrijfshallen, komen niet in aanmerking voor de regeling, omdat het bouwbesluit geen energieprestatieeisen stelt aan deze gebouwen of gebouwdelen. Downloads Maatlat zeer duurzame utiliteitsbouw 2006 [doc, 59,00 Kb] Toelichting maatlat zeer duurzame utiliteitsbouw 2006 [doc, 126,50 Kb] Handleiding projectplan zeer duurzame utiliteitsbouw (H4) [doc, 125,50 Kb]
STANDAARD HOCKEYVELD LICHTINSTALLATIES WEDSTRIJD Soort sport: hockey competitie Norm: klasse II (competitie) EN 12193 Schijnwerper: Egalux 2000 Mast: 16 of 18 meter Verlichtingssterkte: Eh, gem = 200 lux Gelijkmatigheid: Eh, min : Eh, gem = 0,6 Vermogen: 27,6 kVA
Soort sport: hockey competitie Norm: klasse II (competitie) EN 12193 Schijnwerper: Egalux 2000 Mast: 16 of 18 meter Verlichtingssterkte: Eh, gem = 300 lux Gelijkmatigheid: Eh, min : Eh, gem = 0,7 Vermogen: 36,8 kVA
Soort sport: hockey nationale competitie Norm: klasse I (nat. competitie) EN 12193 Schijnwerper: Egalux 2000 Mast: 18 meter Verlichtingssterkte: Eh, gem = 500 lux Gelijkmatigheid: Eh, min : Eh, gem = 0,7 Vermogen: 64,4 kVA
Aerolux Nederland BV P Postbus 413, 7570 AK Oldenzaal T 0541 585050 F 0541 585058 E
[email protected] I www.aerolux.nl
AEROLUX voor beter licht
6&+,-1:(53(5$(52/8;7<3((*$/8;
R
R
R
R
R
R R
FGNOP
R
R
R
R
R
R
R
R
7HFKQLVFKH JHJHYHQV
7RHSDVVLQJHQ
6SHFLILFDWLHV
/DPSW\SHQ
8LWYRHULQJHQ
R
R &&
R
R
R &&
*HZLFKWNJ :LQGYDQJHQGRSSHUYODNP&: %HVFKHUPLQJVNODVVH,%HVFKHUPLQJVJUDDG,3 *HNHXUGYROJHQVQRUP(1 7HQQLVEDQHQ 6SRUWYHOGHQ ,QGXVWULHWHUUHLQHQ 2SVODJSODDWVHQ +DYHQV 8OWUDKRRJUHQGHPHQWYDQKHWJHHQKRJHULVGDQ EHVWDDQGHDV\PPHWULVFKHVFKLMQZHUSHUV *HwQWHJUHHUGHHOHNWURQLVFKHRQWVWHNHU =HHUYODNDV\PPHWULVFKHRSWLHN,PD[ DEVROXXWPLQLPDOH RPJHYLQJVKLQGHU *HKHHOFRUURVLHEHVWHQGLJ +RRJZDDUGLJHJHwQWHJUHHUGHDOXPLQLXPUHIOHFWRU *HDQRGLVHHUGHDOXPLQLXPEHKXL]LQJ +DUGJOD]HQUXLWLQDOXPLQLXPUDDPPHWUXEEHUDIGLFKWLQJ 7KHUPLVFKYHU]LQNWHEHYHVWLJLQJVEHXJHO 596ERXWHQVFKDUQLHUHQHQVOXLWLQJHQ 9RRUVFKDNHODSSDUDDWXQLWVDSDUWWHEHVWHOOHQ +,76:'/GDJOLFKW.5D +,76:1/QHXWUDDOZLW.5D /9QDUURZEHDP /9ZLGHEHDP
niveau
vast/ variabel
onderwerp
milieuthema
maatregel
uitvoering
kosten
Brons
variabel
energie
Realiseer een energieprestatie die beter is dan de eis in het bouwbesluit
I/O/U
=
Brons
variabel
binnenmilieu, energie
Realiseer een extra gunstige energieprestatie
I/O/U
=
Brons Brons
variabel variabel
algemene maatregel algemene maatregel detaillering ontwerp
energie binnenmilieu, energie
Hef koudebruggen op Neem een tochtportaal op
R O/U
= +
Brons Brons Brons Brons Brons Brons
vast vast vast vast vast variabel
detaillering detaillering detaillering detaillering detaillering detaillering
binnenmilieu, energie energie energie energie binnenmilieu, energie binnenmilieu, energie
++ ++ ++ ++ ++ ++
Brons
vast
detaillering
binnenmilieu, energie
Brons
vast
detaillering
binnenmilieu, energie
Maak de warmteweerstand van de beganegrondvloer Rc=3m2.K/W O Maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc>=3m2.K/W O Maak warmteweerstand hellend dak Rc>=3m2.K/W O Maak warmteweerstand plat dak Rc>=3m2.K/W O Gebruik HR+ -glas met U<= 1,6W/m2.K in alle verwarmde ruimten I/O Isoleer scheidingsconstructies tussen verwarmd gebied en een onverwarmd T gebied op een niveau Rc>=2 Voer vloersparingen en -aansluitingen in constructies, die een scheiding I/O/U vormen tussen een verwarmd gebied en een aan de ondergrond grenzende ruimte, luchtdicht uit Isoleer kruipluiken en zorg voor een goede afdichting O
Zilver Zilver
variabel variabel
binnenmilieu, energie energie
Pas verbeterde naad- en kierdichting toe Pas individuele registratie van het energiegebruik toe
++ ++
Brons
variabel
detaillering algemene maatregel ontwerp
Brons Zilver Zilver Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons
vast variabel variabel vast vast vast vast/ variabel vast vast vast vast
ontwerp installatie installatie installatie installatie installatie installatie installatie installatie installatie installatie
Brons
variabel
Brons
vast
Brons Brons Brons Brons Brons
vast variabel variabel variabel variabel
Brons
vast
materiaal gebruik materiaal gebruik onderhoud detaillering detaillering ontwerp materiaal gebruik materiaal gebruik
Brons
vast
Brons
vast
Brons
vast
Brons
vast
Goud
variabel
Brons
vast
Brons
vast
Brons
vast
Brons
vast
Brons
variabel
Brons
variabel
Brons
variabel
Brons
variabel
Brons Brons Brons
variabel vast variabel
Brons
variabel
Brons
vast
materiaal gebruik materiaal gebruik onderhoud materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik detaillering
I/O/U I/O/U
binnenmilieu, energie
++
++
Optimaliseer het gebouwontwerp op daglichttoetreding en visueel comfort I/O binnen/buiten energie, materialen Maak het ontwerp geschikt voor het gebruik van actieve zonne-energie I/O energie Plaats een zonneboiler installatie I/O binnenmilieu, energie Pas midden- of lage-temperatuurverwarmingsystemen toe I/O energie Isoleer de leidingen voor warmtapwater volledig U energie Gebruik een cv/warmwatertoestel met lage NOx-emissie O energie Gebruik een cv-toestel met een zeer hoog rendement I/O energie Zorg voor aansluiting op een warmtedistributienet I/O/U energie Isoleer cv- en distributieleidingen O/U energie Beperk het vermogen van pompen en ventilatoren O/U energie Gebruik energie-efficiënte verlichting O energie, materialen, Optimaliseer het ontwerp op leidinglengtes I/O water materialen Pas geprefabriceerde producten toe O
= + = ++ = ++ ++ + + + ++
materialen
O
+
I/O I/O O I/O O
++ + _ + -
Voer ramen uit in hardglas
binnenmilieu, materialen Beperk de hoeveelheid en onderhoudsfrequentie van het schilderwerk materialen Maak verbindingen bereikbaar en demontabel materialen Maak draagconstructies demontabel binnenmilieu, materialen Bescherm opgaand werk door gevelontwerp materialen Indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe materialen
materialen
Stem de duurzaamheidsklasse van hout en de eventuele O oppervlaktebehandeling en/of verduurzaming per geval af op de beoogde toepassing Gebruik geen producten die (H)CFK's bevatten O
binnenmilieu, materialen Gebruik voor gipstoepassingen binnen: rogips, natuurgips of O rekristallisatiegips materialen Verduurzaam stalen bouwproducten uitsluitend wanneer dit aantoonbaar O/U noodzakelijk is materialen Indien PVC gebruikt wordt:gebruik PVC waarvan de kringloop gesloten wordt I/O indien voor de toepassing verkrijgbaar gerecycled PVC materialen Hergebruik bouwcomponenten I/O
=
++
+
= = = = =
materialen
Gebruik voor beton waar dit technisch mogelijk is, klinkerarme cementsoorten O
=
materialen
Indien gebruik wordt gemaakt van beton, gebruik dab een grindvervanger
=
materialen
Gebruik ontkistingsmiddelen op plantaardige basis of biologisch afbreekbare O/U middelen op minerale basis: gebruik deze producten zuinig Gebruik bij totale houtverduurzaming producten die verduurzaamd zijn met O de vacuumdrukmethode Pas, indien bereikbaarheid van leidingen gewest is, een flexibel vloersysteem I/O toe Stem de materiaalkeuze van de buitengevel af op de verwachte I/O milieubelasting en beoogde levensduur Stem de uitvoering van niet-dragende wanden af op eisen ten aanzien van I/O veranderbaarheid en toekomstig hergebruik Indien prefab dooselementen worden toegepast: gebruik vernieuwbare I/O grondstof of reststof als isolatiemateriaal Pas in buitengevels montagekozijnen toe O Pas kozijnreparatie toe bij beperkt aangetaste houten kozijnen B Gebruik raamdorpels bestaande uit keramische elementen, staalplaat, O/U natuursteen, gegoten composietsteen of prefab beton (conform 074) Gebruik als binnendeur hardboard met honingraatvulling van karton, massief O spaanplaat (conform 414), multiplex of hout (conform 063/064) Indien stalen trappen en balustrades worden voorzien van een gekleurde O afwerklaag: gebruik een poedercoating
materialen materialen
materiaal gebruik detaillering
materialen
materiaal gebruik detaillering onderhoud materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik
materialen
materialen
materialen materialen materialen materialen materialen
O
= = = = = + = = =
Brons
vast
Brons
vast
Brons
vast
Brons
variabel
Brons
variabel
materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik onderhoud materiaal gebruik materiaal gebruik detaillering materiaal gebruik detaillering
Brons
variabel
Brons Brons
variabel vast
Brons
variabel
Brons Brons
vast variabel
Brons
variabel
Brons Brons
vast vast
Brons
vast
Brons Brons
vast variabel
Brons
variabel
Brons
variabel
Brons Brons Brons
variabel vast vast
Brons Brons Brons Brons
variabel variabel vast variabel
Brons
variabel
ontwerp installatie materiaal gebruik installatie ontwerp ontwerp algemene maatregel detaillering
Brons
variabel
ontwerp
Brons Brons
vast variabel
installatie detaillering
Brons
variabel
ontwerp
Brons
variabel
detaillering
Brons Brons
vast vast
Brons
variabel
n.v.t.
vast
Brons
variabel
onderhoud materiaal gebruik materiaal gebruik materiaal gebruik detaillering
Brons
variabel
detaillering
Brons
variabel
Brons Brons
variabel variabel
materiaal gebruik installatie detaillering
Brons Brons Brons Brons Brons
variabel variabel variabel vast/ variabel vast
Brons Brons Brons Brons Brons Brons
variabel variabel variabel vast variabel variabel
Brons
variabel
detaillering algemene maatregel materiaal gebruik installatie ontwerp
algemene maatregel ontwerp
installatie installatie installatie installatie materiaal gebruik detaillering detaillering detaillering installatie detaillering materiaal gebruik installatie
materialen
"Gebruik als naaddichting:PE-rolband of EPDM-rubber; gebruik achter O/U aftimmerlatten:PE-band" materialen "Gebruik als elastische kit:siliconenkit of polysulfidekit; gebruik als elastisch- O plastische kit: watergedragen acrylaatkit" binnenmilieu, materialen Gebruik voor pleisterwerk binnen gips (conform 066), kalk of leem O/U
+
materialen
Gebruik voor vloertegelbevestiging: mortel of poederlijm op cementbasis
O
=
materialen
Gebruik voor wandtegelbevestiging: poederlijm op cementbasis of mortel
O
=
= =
materialen Indien een dekvloer toegepast wordt, vervaardig deze dan van gips O (anhydrietvloer) materialen Gebruik voor schilderwerk hout binnen: oplosmiddelarm verfsysteem O/U binnenmilieu, materialen Gebruik voor voorbehandeling op steenachtige ondergrond: watergedragen I voorstrijk- of impregneermiddel binnenmilieu, materialen Indien muurverf buiten noodzakelijk is, gebruik minerale verf of O/U watergedragen acrylaatdispersieverf materialen Stem maatvoering af op handelsmaten I/O materialen Beperk het gebruik van eenmalig verpakkingsmateriaal O/U
=
+ =
materialen
=
= = =
materialen materialen
Kies bij platte daken voor een bevestigingsmethode die leidt tot een gunstiger O milieuprofiel van het dakbedekkingsysteem streef naar 'schuim en kitarme' detailering O Scheid bouwplaatsafval in zoveel mogelijk relevante fracties O/U
= +
energie, water
Tref waterbesparende voorzieningen
-
O
water Gebruik een toilet met een water gebruik van maximaal 4 liter per spoeling O energie, materialen, Baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans I/O omgevingsmilieu omgevingsHandhaaf en benut natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische I/O/U milieu elementen en structuren materialen, omgevings- Pas natuurvriendelijke oevers toe I/O milieu, water binnenmilieu Zorg voor verbeterde geluidsisolatie tussen verblijfsruimte I/O binnenmilieu Beperk het geluidniveau ten gevolge van installaties I/O binnenmilieu Gebruik uitsluitend spaanplaat met beperkte formaldehyde-emissie I
=
binnenmilieu, energie Pas geintergreerde buitenzonwering toe O materialen Zorg voor een integrale toegankelijkheid I/O materialen Zorg voor sociale veiligheid I/O binnenmilieu, energie, lever een duidelijke gebruikershandleiding mee I materialen, water materialen Gebruik als bedekking voor platte daken dakbedekkingconstructies met een I/O langere levensduur binnenmilieu, diversen, Maak een overdekte fietsenberging I/O energie binnenmilieu, water Vervang loden leidingen R binnenmilieu, materialen Houd bij detaillering kozijnen rekening met de mogelijkheid van O (terug)plaatsen van zonwering binnenmilieu, energie Beperk transmissieverlies / oververhitting veroorzaakt door onevenredig groot R glasoppervlak in de gevel binnenmilieu, energie, Behandel bouwdelen die optrekkend vocht vertonen B materialen materialen Maak de gevel schoon met water of gritstralen bij lage druk B materialen Repareer beton met een mineraal middel B
= ++
materialen
=
Kies als harde vloerbedekking voor linoleum, tegels, natuursteen, bamboe of O hout (conform 063/064/072) Herstel bestaande dakbedekking B
materialen binnenmilieu, materialen binnenmilieu, materialen materialen
= = =
+ = + = = =
+
energie, Verbeter vochtwering vanuit de kruipruimte
R
-
energie, Verbeter de vochtwering van massieve steenachtige gevels
R
-
I/O
=
binnenmilieu, energie Pas zelfregelende ventilatieroosters toe I/O materialen, omgevings- Indien een vegetatiedak wordt toegepast: kies voor een onderhoudsarm I/0 milieu, water lichtgewicht vegetaiedak water Installeer een systeem voor het gebruik van hemelwater I/O energie Plaats een zonnecelinstallatie met extra vermogen I/O energie Pas een warmtepomp toe I energie Installeer, indien een lift wordt toegepast, een energiezuinige lift O materialen Gebruik indien gietbouw wordt toegepast, bouwstaalnetten op maat O
+ +
binnenmilieu, energie energie energie binnenmilieu, energie energie binnenmilieu, energie
Maak de warmteweerstand van de beganegrondvloer Rc=3,5m2.K/W Maak de warmteweerstand van gesloten geveldelen Rc=3,5m2.K/W Maak de warmteweerstand hellend dak Rc=3,5m2.K/W Zorg voor een goede inregeling van de verwarmingsinstallatie Maak de warmteweerstand plat dak Rc=4 m2.K/W Gebruik HR++ -glas met U<= 1,2W/m2.K in alle verwarmde ruimten
O O O O I/O I/O
++ ++ ++ ++ ++ ++
energie
Beperk permanente warmteverliezen van warm tapwater
O
++
Gebruik indien mogelijk vernieuwbare grondstoffen
--+ =
Brons Brons
variabel vast
ontwerp installatie
binnenmilieu, energie energie
Brons Brons Brons
variabel variabel vast
installatie ontwerp installatie
energie energie energie
Brons Brons Brons Brons
vast vast variabel vast
installatie installatie installatie installatie
energie, materialen energie energie, materialen binnenmilieu, energie
Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons
variabel vast variabel variabel variabel variabel variabel vast vast variabel
installatie installatie installatie ontwerp installatie installatie installatie installatie ontwerp ontwerp
Brons
variabel
ontwerp
energie, materialen energie energie materialen water binnenmilieu, energie energie materialen binnenmilieu omgevingmilieu, water materialen
Brons
variabel
Brons Zilver Brons Brons
vast variabel variabel variabel
algemene maatregel installatie installatie ontwerp installatie
Brons Brons
vast variabel
Brons Brons Brons Brons Brons Brons
vast variabel variabel variabel vast variabel
Brons
variabel
Brons Brons Brons
variabel variabel variabel
Brons Brons Brons Brons
Pas een niet-varwarmde glasoverkapte ruimte toe I/O Maak gebruik van optimaliseringsregeling voor verlichting, verwarming en I/O ventilatie Pas warmteterugwinning toe bij mechanische ventilatie O Kies een uitnodigende plaats voor de trap I/O Maak voor ventilatoren en pompen gebruik van een elektronisch O toerenregeling Optimaliseer het gebruiksrendement van koel- en verwarmingstoestellen O Pas meerdere kleine ketels toe in plaats van een grote O Maak gebruik van alternatieve koelsystemen I/O Deel het ventilatiesysteem, de verlichting en de verwarming op in O gebouwdelen Pas een gebouw beheersysteem toe (GBS) I/O Maak gebruik van een weersafhankelijke regeling I/O Maak gebruik van energieopslag in de bodem I/O Realiseer scheiding van de drager en inbouw I/O Installeer een systeem voor het gebruik van grijswater O Pas stralingsverwarming toe O/U Pas stralingskoeling toe I/O Pas onderhoudsvriendelijke installaties toe I/O Stem de nagalmtijd af op het gebruik van de ruimte I/O Pas een wadi en/of buffervijver toe I/O
+ + = ++ + + + + ++ + -= = + --
installatie algemene maatregel installatie installatie ontwerp installatie installatie detaillering
binnenmilieu, energie binnenmilieu
energie binnenmilieu, energie energie energie
Pas ruimtezonering en ruimtetemperatuurzonering toe Plaats warmteschilden achter radiatoren Maak gebruik van een deurdranger
I/O/U U U
++
variabel variabel
materiaal gebruik ontwerp installatie materiaal gebruik ontwerp ontwerp
Houd in het ontwerp rekening met uitbreidingsmogelijkheden en het I/O opsplitsen in kleinere eenheden Stem de locatiekeuze af op de bereikbaarheid door het openbaar vervoer I/O en/of langzaam verkeer Pas gedurende gebruikstijd geen recirculatie toe in verblijfsruimten O Zorg voor afzuiging van warmte afkomstig van verlichting O Creëer aparte rookruimte O Indien luchtbevochtiging toegepast wordt: kies voor ultrasone of infrasone I/O luchtbevochtiging Stem de ventilatiehoeveelheid af op het gebruik O Voorkom het ontstaan van schadelijke en hinderlijke verontreinigingen in het O gebouw Pas buitenluchtfilters met een filterkwaliteit van minimaal F7 (EU7) toe I/O Pas warmtekrachtkoppeling (WKK) toe I/O/U Bouw compact I/O/U Stem ruimtetemperatuur af op de aanwezigheid van personen I/O Voorkom gelijktijdig koelen en verwarmen I/O Isoleer de scheidingsconstructie tussen vertrekken met een groot O/U temperatuurverschil Pas transulcente isolatiematerialen toe O/U
Vergroot het visueel comfort binnen Beperk windhinder en windgevaar
O I/O
= =
variabel variabel
installatie installatie
binnenmilieu omgevingmilieu energie water
Pas terreinverlichting op zonne-energie toe Koppel de hemelwaterafvoer af van het rioleringsysteem
O/U I
-
uitvoering
kosten
I/O/U
=
O/U I/O/U O/U
pm -
I/O U I/O/U
++ ++ ++
U U O/U O/U I/O I/O B
++ ++ -=/+ pm _ ++
I/O I/O I/O/U I/O/U O/U O/U
+ pm = + + _
energie binnenmilieu binnenmilieu, energie binnenmilieu binnenmilieu, energie
binnenmilieu energie energie energie energie binnenmilieu, energie
Nieuwe maatregelen code vast/ variabel
onderwerp
milieuthema
Brons
variabel
ontwerp
Brons Brons Brons
variabel variabel variabel
Brons Brons Brons
vast vast vast
ontwerp ontwerp materiaal gebruik installatie installatie installatie
energie, materialen, Maak gebruik van de aanwezige infrastructuur omgeving omgeving Zorg dat paden, parkeerplaatsen en fietsenstallingen goed verlicht zijn omgeving Houd bij het ontwerp rekening met groenvoorzieningen materialen, omgeving Beperk terreinverharding tot een minimum
Brons Brons Brons Brons Brons Brons Brons
vast variabel variabel variabel vast vast variabel
installatie installatie installatie installatie ontwerp ontwerp beheer
Brons Brons Brons Brons Brons Brons
variabel variabel vast vast vast vast
ontwerp ontwerp ontwerp detailering detailering detailering
maatregel
energie, omgeving Pas mechanische ventilatie toe energie, water Installeer waterbesparende douchekoppen en zelfsluitende kranen energie, water, Pas intelligente installatietechniek toe binnenmilieu energie Isoleer warmwater voorzieningen water Pas toiletten met een spoelonderbreker toe binnenmilieu Plaats urinoirs in een afgeloten ruimte water Pas urinoirs met een elektronische besturing toe binnenmilieu Reserveer ruimte voor groen in de entreehal, de perrons en of atria binnenmilieu Maak water elementen zichtbaar energie, materialen, Voer reparaties onder water uit water energie, materialen Maak gebruik van bestaande gebouwen energie, materialen Renoveer bestaande gebouwen energie, materialen Bouw flexibel energie, materialen Construeer slank energie, materialen Gebruik materialen die repareerbaar en vervangbaar zijn energie, materialen Gebruik natuurlijke materialen
= = ++ + ++ = =/+ ++ ++ ++ ++
Brons Brons Brons
vast variabel variabel
detailering installatie installatie
energie, materialen energie, binnenmilieu ewnergie, binnenmilieu
Brons
vast
water, binnenmilieu
Brons
vast
Brons Brons Brons
variabel vast variabel
Brons
vast
algemene maatregel algemene maatregel ontwerp installatie algemene maatregel instalatie
Gebruik materialen met gerecyclede grondstoffen O/U Beperk luchtsnelheden in verblijfsgebieden O/U Dimensioneer de capaciteit van de luchtbehandelingsinstallatie zodanig O/U dat altijd de juiste verhouding tussen luchttemperatuur en relatieve vochtigheid mogelijk is Gebruik droge methodes om te reinigen B
_ ++ ++
pm
materialen, binnenmilieu energie, materialen energie energie, materialen
Hanteer een meerjaren onderhoudsplanning
B
++
Maak het gebouw geschikt voor evenementen Gebruik de benodigde verlichtingssterkte Zorg er voor de het gebouw meerdere functies heeft of kan huisvesten
I/O O/B I/O
pm ++ pm
energie
Pas verlichting met aanwezigheidsdetectie toe
I/O
=