Rapportage Bijeenkomsten Ontwikkeling Pedagogische Visie ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’
Bijdrage aan de ontwikkeling van het Borgdocument Boxtels Model
Auteurs M.m.v.
Josette Hoex en Su’en Verweij Kwok / Nederlands Jeugdinstituut Eva Blaauw / Nederlands Jeugdinstituut
Opdrachtgever
Conny van Aarle / Gemeente Boxtel
Utrecht, 8 september 2011
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
1
Inhoud
1. 2. 3. 4. 5.
Opdrachtomschrijving en verantwoording Uitvoering van de opdracht ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’ Resultaat van de opdracht ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’ Conclusies en aanbevelingen voor het Borgdocument Boxtels model Tot slot
Bijlagen a. Opdracht van gemeente Boxtel aan Nederlands Jeugdinstituut b. Uitnodiging Taskforce Pedagogiek c. Plan van aanpak pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel d. Deelnemerslijst e. Programma van de vier bijeenkomsten f. Bronnen en literatuur
3 5 9 16 19
20
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
2
1
Opdrachtomschrijving en verantwoording
Waarom harmoniseren Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) in werking getreden. De wet geeft kaders voor samenwerking en onderlinge afstemming tussen de werkvelden peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Deze zogenaamde ‘harmonisatie’ van de voorziening peuterspeelzalen en de voorziening kinderdagverblijven streeft meerdere doelen na. Naast het tegengaan van segregatie tussen kansrijke en kansarme kinderen, wil de wet ook de weten regelgeving tussen de voorzieningen op één lijn brengen. Daarnaast is in de wet ook opgenomen dat gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid hebben om een voorschools aanbod te doen aan alle jonge kinderen met een vorm van (taal)achterstand. Op al deze zaken en taken wordt van de lokale overheid verwacht dat zij beleid ontwikkelt. Deze beleidsontwikkeling is ook door de gemeente Boxtel ter hand genomen. De gemeente Boxtel kiest hierbij voor een aanpak met een sterk ‘bottum up’ karakter. Alle lokale partijen die betrokken zijn bij de harmonisatie van voorzieningen met een aanbod op het gebied van voorschoolse opvang en educatie / VVE worden aangesproken op actief partnerschap. Het realiseren van een samenwerkingsverband dat extra educatieve kansen biedt aan kinderen, is een verantwoordelijkheid die enkel op een gezamenlijke en breed gedragen wijze tot een succes gemaakt kan worden. Dit doelgericht samenwerken op een systematische wijze moet uiteindelijk leiden tot de beschrijving en implementatie van de ‘Methodiek Boxtels Model’. (Gemeente Boxtel (2010). Notitie Harmonisatie voorschoolse opvang en educatie. Samen op weg via het Boxtels model) Gezien de leeftijdsgroep 0 – 6 jaar waar de gemeente Boxtel haar harmonisatie-doelen op richt, kiest zij ervoor om in eerste instantie met het basisonderwijs (groep 1 en 2), de kinderopvang en de peuterspeelzalen om de tafel te gaan. In een later stadium worden ook andere relevante partners die een rol spelen in de leefwereld van jonge kinderen betrokken. Pedagogische visie als fundament Om gezamenlijk te kunnen werken aan een aanbod dat de ontwikkeling van jonge kinderen steunt en stimuleert, is het voor de betrokken partijen noodzakelijk om elkaars pedagogische visie niet alleen te kennen maar ook te herkennen en zelfs –in hoge mate- te delen.
Pedagogisch beleid met basisschool en buurt In de buitenschoolse opvang staat het werken aan welbevinden van kinderen hoog in het vaandel. Ook krijgen kinderen steun bij het leggen van sociale contacten, kinderparticipatie en ontwikkeling van hun talenten. Dit gebeurt niet alleen op de buitenschoolse opvang. Ook op school en in de buurt vindt iedere opvoeder dit belangrijke opvoedingsdoelen. Daarom zijn ze goede vertrekpunten voor gesprekken tussen alle professionals die zich bezighouden met een kind. Vanuit een gedeelde visie is de kans groter dat de organisaties samen aan deze thema’s kunnen werken. Wat krijgen kinderen op school mee aan persoonlijke houding en sociale vaardigheden? Hoe wordt het welbevinden op school bevorderd? En hoe wordt er gewerkt aan democratisch burgerschap? Voor het afstemmen over een gezamenlijke pedagogische aanpak zijn dergelijke gesprekken en discussies nodig met school, buurtwerk en sportclub, om te horen welke antwoorden zij bij deze vragen hebben. Bron: Pedagogisch kader kindercentra 4 – 13 jaar (p. 242)
De gemeente Boxtel heeft de oriëntatie op een gezamenlijke pedagogische visie dan ook als vertrekpunt genomen voor de ontwikkeling van het Borgdocument Boxtels Model. In het 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
3
Borgdocument worden alle elementen verzameld en verbonden die toeleiden naar de Methodiek Boxtels Model. Voor methodisch werken is inzicht in en gezamenlijkheid op datgene wat als belangrijk wordt gezien voor kinderen (pedagogische visie) essentieel. Vanuit welke visie werken de diverse partners op dit moment? Op welke punten liggen er overeenkomsten en waar zitten de verschillen? En welke kansen zijn er om op elkaar af te stemmen, als voorwaarde voor samenwerken? Aan het Nederlands Jeugdinstituut is gevraagd om tijdens vier bijeenkomsten het gesprek hierover met elkaar, te stimuleren en te begeleiden. In de rapportage na afloop van de bijeenkomstenreeks moeten conclusies en aanbevelingen worden overgedragen. Deze input is van waarde voor het verder uitzetten en borgen van pedagogisch beleid binnen kinderopvang, speelzaalwerk en onderwijs conform de bedoeling van de Methodiek Boxtels Model (zie bijlage a). Vier visie-bijeenkomsten Op uitnodiging van de gemeente Boxtel, vertegenwoordigd door mw. Conny van Aarle, zijn vertegenwoordigers van de relevante partners uitgenodigd om zitting te nemen in een zogenaamde Taskforce Pedagogiek – Boxtels Model (zie bijlage b). Gedurende het voorjaar van 2011 komen deelnemers bij elkaar om kennis te nemen van elkaars pedagogische visie en dienstverlening. De visiediscussie die door deze Taskforce Pedagogiek gevoerd wordt, levert input voor de ontwikkeling van de Methodiek Boxtels Model. De elementen voor de methodiek staan uitgewerkt in het Borgdocument (najaar 2011) dat als bouwplan fungeert. Om de deelnemers inzicht te geven in de beweegredenen van de gemeente Boxtel en de gedachten van waaruit het Nederlands Jeugdinstituut de bijeenkomsten organiseert, is de notitie Pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel. Plan van aanpak voor de Taskforce Pedagogiek – Boxtels Model geschreven (zie bijlage c). Dat de behoefte en bereidheid tot samenwerken ten gunste van een positieve leefomgeving voor jonge kinderen in de gemeente Boxtel leeft, blijkt uit de deelname van alle gevraagde partijen (zie bijlage d). Tijdens alle bijeenkomsten zijn alle geledingen vertegenwoordigd; de meeste deelnemers zijn alle bijeenkomsten -of met vervanging- aanwezig. Dankzij deze betrokkenheid, die zich ook toont in de inbreng gedurende de discussie, zijn de bijeenkomsten om meerdere redenen belangrijk als vertrekpunt voor methodiekontwikkeling en daarmee relevante input voor het Borgdocument Boxtels Model: - Deelnemers hebben elkaar persoonlijk (beter) leren kennen en waarderen; - Deelnemers hebben elkaars werksituatie (beter) leren kennen; - Deelnemers hebben elkaar tijdens de discussie op veel pedagogische uitgangspunten kunnen vinden; - Deelnemers hebben gezamenlijk geanalyseerd wat kansen en belemmeringen in hun werksituatie zijn, los van sektarische belangen: - Deelnemers hebben gezamenlijk aangegeven welke voorwaarden of ondersteuning nog ontbreekt om het werk beter uit te kunnen voeren: - Deelnemers willen zich committeren aan een gezamenlijk vervolg. Met deze constatering beschouwt het Nederlands Jeugdinstituut haar opdracht als geslaagd en meent zij een constructieve bijdrage geleverd te hebben aan de verdere ontwikkeling van het Borgdocument, op weg naar realisatie van methodisch werken met het Boxtels Model. Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat beschreven hoe de uitvoering van de bijeenkomsten is verlopen; In hoofdstuk 3 worden de resultaten uit de bijeenkomsten benoemd en toegelicht; In hoofdstuk 4 doen de auteurs aanbevelingen voor vervolgactiviteiten.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
4
2
Uitvoering van de opdracht ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’
De opdracht ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’ is vormgegeven in vier visie-bijeenkomsten. Deze bijeenkomsten vormen gezamenlijk het opdrachtproces. In dit hoofdstuk staan de kenmerken van dit proces kort toegelicht: de deelnemers, de aanpak en een impressie van de bijeenkomsten. De deelnemerslijst en de programma’s van de vier afzonderlijke bijeenkomsten zijn opgenomen als bijlagen in dit rapport. Een analyse van de opbrengst van de bijeenkomsten staat in hoofdstuk 3. Wie doen er mee? Om een zogenaamde Taskforce Pedagogiek – Boxtels Model te organiseren, zijn de beleidsfunctionarissen en/of coördinatoren van alle (basis-) voorzieningen die werken met jonge kinderen (0-6 jaar) uitgenodigd om in een reeks van vier bijeenkomsten van en met elkaar te leren over pedagogisch beleid. Deze uitnodiging is gedaan door de gemeente Boxtel naar alle partijen die in een eerder stadium hebben deelgenomen aan de Werkgroep Pedagogiek, zomer 2010. Gezien het zwaarwegend doel van de visie-bijeenkomsten, - input leveren voor het Borgdocument Boxtels Model als dragend plan voor methodisch werken-, zijn vier voorwaarden gesteld aan deelname (zie bijlage c): - Vertegenwoordiger van een organisatie of samenwerkingsverband met een aanbod in de pedagogische infrastructuur in de gemeente Boxtel; - Kennis van pedagogisch beleid op papier (visie en uitgangspunten) en op de werkvloer (handelen); - Geschiktheid om ervaringen uit de eigen organisatie in te brengen en om over ervaringen uit partnerorganisaties mee te denken; - Bereidheid om alle bijeenkomsten aanwezig te zijn en om enige voorbereidende werkzaamheden per bijeenkomst te verrichten, zo’n 2 uur per keer. Op deze uitnodiging is zeer positief gereageerd: elke genodigde sector is vertegenwoordigd in de taskforce, te weten kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en kleuteronderwijs van de verschillende basisscholen in Boxtel. (zie bijlage d). Daarnaast zijn alle sectoren tijdens alle bijeenkomsten vertegenwoordigd, hetzij door de vaste deelnemer, hetzij door een vervanger. Deze optimale vertegenwoordiging en aanwezigheid vergroot de geloofwaardigheid en kwaliteit van de resultaten uit de bijeenkomsten in hoge mate. Ook aan de kwaliteit en competentie van de deelnemers zoals aangegeven in de deelnamevoorwaarden is, gezien het functieniveau van de taskforceleden, ruimschoots voldaan. De deelnemers kunnen putten uit kennis en ervaring als respectievelijk: interne begeleiders op basisscholen, interne begeleiders op peuterspeelzalen, leerkrachten groep 1 en 2, leidinggevenden van kinderdagverblijven, uitvoerend medewerkers op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, een brede school coördinator en een regiopedagoog van een grote kinderopvangorganisatie. Aan de vierde en laatste bijeenkomst neemt tevens een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) deel van de verbindende lijn tussen basisvoorzieningen en de jeugdgezondheidszorg. Tijdens alle bijeenkomsten is de gemeente Boxtel in de persoon van Mevr. Conny van Aarle vertegenwoordigd. De impact van gemeentevertegenwoordiging op de motivatie en inzet van deelnemers moet niet worden onderschat. Haar aanwezigheid onderstreept het belang dat de gemeente Boxtel aan dit proces hecht. Dit heeft waarde vanwege de concrete en actuele informatievoorziening tijdens de bijeenkomsten. Maar zeker zo belangrijk is het positieve signaal van een (ver)bindende lokale overheid die zich op actieve wijze sterk maakt voor dit Boxtels Model. De bijeenkomsten zijn voorbereid door een projectteam van het Nederlands Jeugdinstituut dat bestaat uit Eva Blaauw, Josette Hoex en Su’en Verweij Kwok. De voorbereiding gebeurt in
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
5
afstemming met Conny van Aarle. Tijdens alle bijeenkomsten zijn Eva Blaauw en Su’en Verweij Kwok aanwezig als begeleiding; op de vierde bijeenkomst is ook Josette Hoex aanwezig. De bijeenkomstbegeleiders geven toelichting op en informatie over het thema, instructie en ondersteuning bij de discussie, en sluiten de bijeenkomst af met analyse en conclusie. Door de aanwezigheid van een neutrale externe procesbegeleiding verlopen discussie en analyse voorspoedig; er is geen sprake van ‘ruis’ in de zin van sturing, belang of partijdigheid. Deelnemers spreken zich makkelijk uit en het draagvlak voor de conclusies is groter. Wat is de aanpak? De visie-bijeenkomsten zijn primair bedoeld als inventarisatie-bijeenkomsten. De gemeente Boxtel wil zicht krijgen op bestaande en gewenste pedagogische gedachten en praktijken in de diverse sectoren. Om vast te stellen wat de Boxtelse voorzieningen willen bereiken voor jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar, -en met name in situaties waarin extra zorg en inzet nodig is (VVE)-, is het noodzakelijk eerst te inventariseren aan welke doelen zij op dit moment werken en op welke manieren zij dit nu doen (bestaand beleid). Vervolgens kan gericht gekozen worden voor vormen van inzet die het bestaande aanbod aanvullen of verbeteren (gewenst beleid). De belangrijkste doelen van de bijeenkomsten zijn dan ook: - de overeenkomsten en verschillen in pedagogisch beleid inventariseren, waarbij iedere sector het eigen bestaand pedagogisch beleid inbrengt (kennis nemen & kennis delen); - aanvullen en aanscherpen van bestaand beleid als uitvalsbasis voor verbeteren van de pedagogische inzet binnen de eigen sector, in afstemming met de betreffende samenwerkingspartners op lokaal niveau (kennis verrijken & kennis verspreiden). De theoretische onderlegger voor de reeks bijeenkomsten zijn de vier pedagogische basisdoelen van professor M. Riksen- Walraven. Zij stelt dat in iedere opvoedingssituatie ingezet moet worden op: - het bieden van emotionele veiligheid aan een kind; - het versterken van persoonlijke competentie van een kind; - het versterken van sociale competentie van een kind; - het overdragen van normen en waarden aan een kind. Hoewel deze doelen zijn opgesteld als pedagogische basis voor de kinderopvang (Wet kinderopvang 2005) zijn ze ook toepasbaar in breder opvoedingsverband. Het zijn namelijk doelen die, indien ze bereikt worden in de vroegkinderlijke ontwikkeling, een positieve en ontwikkelingsbepalende invloed hebben op het verwerven van kennis en vaardigheden door een kind, ook op latere leeftijd. In de eerste, tweede en derde bijeenkomst stonden de basisdoelen centraal: - Bijeenkomst 1: bieden van emotionele veiligheid; - Bijeenkomst 2: versterken van persoonlijke en sociale competentie; - Bijeenkomst 3: overdragen van normen en waarden als vorm van maatschappelijke zorgzaamheid en socialisatie Met behulp van de matrix Pedagogische Kwaliteit op Orde (Hoex en Kwok 2009) is geïnventariseerd wat elke deelnemende sector in de rol van ‘lokale pedagogische partner’ doet op deze basisdoelen. In deze methodiek wordt deze inventarisatie gemaakt door middel van gerichte vragen die betrekking hebben op de vormen van pedagogische inzet. Het gericht en systematisch inventariseren van datgene wat organisaties doen om de vier pedagogische basisdoelen realiseren, geeft zicht op bestaand beleid en biedt handvatten voor de noodzakelijke c.q. gewenste inzet voor behouden en verbeteren van het pedagogisch handelen. De werkwijze: Stap 1 Kennis nemen & kennis delen Tijdens bijeenkomst 1, 2 en 3 hebben deelnemers in de subgroep voorschools en de subgroep vroegschools gediscussieerd. Het gesprek is gevoerd met behulp van thema-specifieke vragenlijsten in een aangepaste bewerking. (Hoex en Kwok 2009). Een vast onderdeel is de centrale terugkoppeling van de subgroepen over de ingezette middelen. Hierin worden de overeenkomsten en de verschillen tussen de voor- en de vroegschoolse
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
6
segmenten zichtbaar. De unanieme overeenkomsten vormen als het ware de fundamenten voor de pedagogische samenwerking. Stap 2 Kennis verrijken & kennis verspreiden De fundamenten, oftewel de gedeelde pedagogische visie en aanpak van de lokale partners, zijn gevisualiseerd als ‘pedagogische bouwstenen’. De gezamenlijke bouwstenen vormen een ‘pedagogisch muurtje’ met middelen die de voorzieningen gezamenlijk inzetten om één specifiek basisdoel te bereiken. Uitgaande van vier basisdoelen ontstaan uit de drie bijeenkomsten dus vier pedagogische muurtjes met informatie over gedeelde inzet op lokaal niveau (bestaand beleid). Als ultieme exercitie wordt aan de hand van ieder ‘muurtje’ één overkoepelend statement gedestilleerd. Dit statement verwoord kernachtig de ambitie die de aanwezige werkvelden zich stellen voor het betreffende pedagogische doel (gewenst beleid). De statements vormen voor de lokale pedagogische partners een gezamenlijk houvast: Wat willen wij in Boxtel betekenen voor onze kinderen? Want hoewel iedere voorziening op zijn eigen manier, met zijn eigen bouwstenen en in zijn eigen tempo aan zijn eigen muurtje bouwt, moeten al die muurtjes samen wèl gaan resulteren in een goed en sluitend lokaal aanbod. Door een gezamenlijke ambitie uit te spreken, verbinden de pedagogische partners zich aan de bouw van zo’n samenhangend en afgestemd aanbod. Het geeft richting bij het bijstellen en verbeteren van eigen beleid, waarbij de gezamenlijke ambitie een belangrijke maatstaf is. Hiermee is de aftrap gemaakt voor methodisch werken met het Boxtels Model. Het vormt een lokaal gedragen ‘pedagogische fundering’ waarop een stabiele aanpak kan worden gebouwd, voor ieder kind in de gemeente Boxtel. Tijdens de vierde bijeenkomst is gewerkt aan het toekomstperspectief. Om datgene te bestendigen wat goed gaat en datgene bij te stellen wat om verbetering vraagt. Hiervoor is gebruik gemaakt van de methodiek SWOT analyse: - S(trenghts) = wat zijn strategische sterktes die richtinggevend en onderscheidend zijn - W(eaknisses) = welke nadelen of interne zaken in de organisatie vormen de zwaktes - O(pportunities) = waar liggen kansen = externe ontwikkelingen die helpen om doelen te behalen - T(hreats) = waar liggen de bedreigingen = externe ontwikkelingen die de doelen in de weg staan Deze vier aspecten worden in een matrix met elkaar verbonden (bron: Google)
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
7
De SWOT-matrix wordt gebruikt om sterktes en zwaktes, zowel binnen de organisatie als in de omgeving, te analyseren. Op basis daarvan kan een strategie worden bepaald. Het doel van een strategie is niet alleen de analyse van de huidige situatie (hoe staan we er nu voor?), maar ook het uitzetten van mogelijkheden in de toekomst (waar willen we naartoe en hoe komen we daar?). Omdat de resultaten uit de SWOT-analyse zowel een weerslag zijn van het hele proces, als aangevers voor de verdere ontwikkeling, komt dit afzonderlijk aan de orde in hoofdstuk 3. Hoe verliepen de bijeenkomsten? Aanvankelijk is er sprake van enige weerstand en verwarring. Deelnemers hebben twijfels over het nut en doel van deze bijeenkomsten. Men geeft al op voorhand aan dat men waarschijnlijk niet aanwezig zal zijn bij alle bijeenkomsten. Het is tekenend voor het groeiende vertrouwen in de ‘goede zaak’ en de positieve ervaring tijdens de discussies dat bijna alle deelnemers uiteindelijk toch bij alle bijeenkomsten aanwezig zijn. Op de laatste bijeenkomst is voor iedereen de toegevoegde waarde voor ieders eigen praktijk duidelijk. De meerwaarde van een goede afstemming tussen voorzieningen die zich richten op dezelfde leeftijdsgroep jonge kinderen, wordt onderkend door deze Taskforce Pedagogiek – Boxtels Model. Deze opzet van de taskforce heeft tot zoveel enthousiasme geleid dat men dit graag wil voortzetten. Enerzijds omdat het leidt tot inhoudelijke uitwisseling en afstemming, en daarmee bijdraagt aan de realisatie van methodisch werken met het Boxtels Model als stevige pedagogische fundering. Anderzijds omdat de deelnemers de gemaakte afspraken willen borgen en de voortgang willen monitoren en evalueren. De sfeer tijdens de bijeenkomsten is als goed en ontspannen te beschrijven. Er is een open gespreksfeer, met alle ruimte en rust om elkaar te bevragen op werkwijze. Maar ook om het aanbod vervolgens kritisch te bekijken. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat de –meestegroepsleden niet totaal onbekend zijn voor elkaar; men kent elkaar minimaal van naam. Hierdoor is er al een bepaalde mate van emotionele veiligheid aanwezig. Een andere uitleg voor de actieve en betrokken houding is dat de deelnemers het doel willen behalen van deze taskforce. Zij zien het belang van deze gezamenlijke inzet in en men wil zich daar ook voor inspannen. Zo heeft bijna iedere deelnemende organisatie gehoor gegeven aan de oproep om hun pedagogisch beleidsplan aan te leveren bij het Nederlands Jeugdinstituut. Ook bleek hun betrokkenheid uit de gedegen voorbereiding van elke bijeenkomst. Als introductie op de thema’s kregen de deelnemers via de mail een aantal artikelen uit vakbladen toegestuurd door het Nederlands Jeugdinstituut. Deze mails met programma en artikelen ontving men slechts enkele dagen vóór de betreffende bijeenkomst. Desondanks had vrijwel iedereen de teksten met kennis van zake bestudeerd. Kortom: er is wil, interesse en enthousiasme voor samenwerking in deze groep. Alle deelnemers hebben passie voor hun vak en praten hier graag inhoudelijk over. Die gedeelde ‘drive’ is essentieel voor werkelijke inzet om het welzijn van kinderen te verbeteren. Voor velen was de her- en erkenning van de overeenkomsten in pedagogisch beleid niets nieuws; ze werken veelal met dezelfde pedagogische uitgangspunten. Aan de ene kant is dat fijn om te weten, aan de andere kant maakt dit duidelijk dat er nu nog te weinig wordt geprofiteerd van de samenwerking. Er is als het ware een gat tussen ‘het weten van ieders bestaan’ en ‘het effectief benutten van ieders krachten’. Gezien de positieve inzet en actieve bereidheid van deelnemers om samen te werken en zich aan elkaar te committeren, is het belangrijk om nu het goede te behouden (de bouwstenen), het mankerende te verbeteren en het ontbrekende aan te vullen. Tijdens de bijeenkomsten is hiervoor de start gemaakt. Het fundament voor methodisch werken met het Boxtels Model is gelegd!
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
8
3
Resultaat van de opdracht ‘Samen bouwen aan het Boxtels model’
De resultaten van de bijeenkomsten ‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’ zijn op twee niveaus weer te geven: - op collegiaal niveau; - op inhoudelijk niveau. Resultaten op collegiaal niveau Tijdens de eerste bijeenkomst is aan alle deelnemers gevraagd wat hun verwachtingen en wensen zijn. Naast inhoudelijke argumenten wordt opvallend vaak genoemd dat men hoopt op meer samenwerking. Er is een gevoel van ‘het geheel is méér dan de som der delen’. Men veronderstelt ervaring en deskundigheid bij elkaar, waar op dit moment (te) weinig gebruik van gemaakt wordt. “Er liggen bij de verschillende partners veel ervaringen met VVE. Het delen van deze ervaringen kan VVE in zijn geheel vooruit helpen”, aldus één van de taskforceleden. Opvallend is dat deelnemers het gevoel hebben in deze groep ”eindelijk met de juiste groep mensen aan tafel te zitten”. Blijkbaar hebben voorgaande of lopende overlegsituaties nog te weinig tot gewenst resultaat geleid, en wijt men dit (ook) aan de afwezigheid van de direct betrokken professional. In algemene bewoordingen zijn de collegiale resultaten als volgt te benoemen: - Deelnemers hebben elkaar persoonlijk (beter) leren kennen en waarderen; - Deelnemers hebben elkaars werksituatie (beter) leren kennen; - Deelnemers hebben elkaar tijdens de discussie op veel pedagogische uitgangspunten kunnen vinden; - Deelnemers hebben gezamenlijk geanalyseerd wat kansen en belemmeringen in hun werksituatie zijn, los van werkveld-gerelateerde belangen; - Deelnemers hebben gezamenlijk aangegeven welke voorwaarden of ondersteuning nog ontbreekt om het werk beter uit te kunnen voeren; - Deelnemers willen zich committeren aan een gezamenlijk vervolg. Hoewel de bijeenkomsten primair zijn georganiseerd met de bedoeling om het pedagogische beleid van de diverse lokale partners met betrekking tot VVE te inventariseren, dragen de bijeenkomsten dus zeker bij aan een belangrijke voorwaarde voor verdere ontwikkeling: de wens en bereidheid tot samenwerken. De resultaten op collegiaal niveau vormen dan ook een waardevol vertrekpunt voor het verdere inhoudelijke werktraject Boxtels Model. Resultaten op inhoudelijk niveau Tijdens de bijeenkomsten is naast kennisoverdracht en discussie, ook steeds het delen en verrijken van ieders kennis aan de orde. (zie beschrijving van de aanpak in hoofdstuk 2) Er is een inventarisatie gemaakt per subgroep, verdeeld in voorschoolse voorzieningen en vroegschoolse voorzieningen. Dit maakt overeenkomsten en verschillen tussen de voor- en de vroegschoolse segmenten zichtbaar. Vervolgens zijn de fundamenten voor samenwerking, te weten de gedeelde pedagogische visie en aanpak, gevisualiseerd als ‘pedagogische bouwstenen’. Die bouwstenen zijn de middelen die de voorzieningen gezamenlijk inzetten om één specifiek basisdoel te bereiken (bestaand beleid). Per basisdoel is uiteindelijk één statement geformuleerd als zijnde de ambitie die de aanwezige werkvelden zich stellen voor het betreffende pedagogische doel (gewenst beleid). De inventarisatie van: - bouwstenen voor samenwerking: pedagogische visie en aanpak en van - statement als gezamenlijke ambitie heeft voor de vier pedagogische basisdoelen de volgende resultaten opgeleverd. De genoemde bouwstenen worden gedragen door zowel de voorschoolse als de vroegschoolse subgroep. 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
9
Bijeenkomst 1 Gezamenlijke ambitie voor het werken aan emotionele veiligheid Een doorgaande leerlijn tussen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk enerzijds en basisonderwijs anderzijds, waarborgt de emotionele veiligheid voor kind en beroepskracht.
Bouwstenen voor het werken aan emotionele veiligheid 1. Overdracht van kind-gerelateerde informatie Hoewel er op dit moment al sprake is van informatieoverdracht van kinderdagverblijf en peuterspeelzaal naar groep 1 / 2 van het basisonderwijs, kan dat méér gestructureerd; het behoeft aandacht. Nu zijn er intakegesprekken, overdrachtsformulieren en in het geval van zorgpeuters een ‘warme’ overdracht. Daarnaast is er een digitaal leerlingendossier. Een goede warme overdracht is belangrijk omdat onderwijs alleen op die manier kan zorgen voor de aanwezigheid van optimale ontwikkelcondities voor kinderen. Het doel van de overdracht moet primair gericht zijn op hulp en steun voor het kind bij zijn ontwikkeling, en niet om op jonge leeftijd al etiketten met stoornissen te plakken. Ook zouden ouders betrokken moeten worden bij de overdracht. Wanneer er in de kinderopvang of op de peuterspeelzaal twijfels of zorgen zijn, moeten ouders dit al vanaf moment 1 weten en uitgenodigd worden voor uitwisseling en overleg. Zij moeten hiervan niet pas horen als het kind al op de basisschool zit. Niet alle lokale partners gebruiken dezelfde systematiek van informatieoverdracht. Niet alle lokale partners dragen informatie aan elkaar over. Niet alle lokale partners dragen dezelfde informatie aan elkaar over. 2. Bieden van structuur Vaste dagritmes zijn belangrijk zodat kinderen weten waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt. Het onderwijs doet dit o.a. door dagritmekaarten, activiteiten benoemen op een planbord. Daarnaast is voorspelbaarheid belangrijk voor kinderen. Dit gebeurt o.a. door naamkaartjes van kinderen te maken, maximaal 2 verschillende leerkrachten per klas (dit is het streven), ‘maatjes’ voor de jongsten, goede inrichting van de ruimte (aparte hoeken/kasten), duidelijke regels en afspraken en werken met thema’s. Ook in de kinderopvang en speelzaal is stabiliteit en voorspelbaarheid een belangrijk item. Dit wordt deels op dezelfde manier aangepakt als in het onderwijs, bijvoorbeeld door te werken met naamkaartjes, dagritmekaartjes, ‘maatjes’ en een overzichtelijke indeling van de ruimte. Daarnaast hecht men aan vaste rituelen rondom eten en drinken, slapen, feesten. Ook het benoemen van wat er gebeurt en waarom het zo gebeurt, wordt ingezet om kinderen inzicht en houvast te geven (Gordon-methode). - Groepsleiding Vanwege het verschil in organisatiewijze, is deze bouwsteen voor de kinderopvang moeilijker te realiseren dan voor het onderwijs en (VVE-) peuterspeelzalen. Daarbij is het gebruik van kinderopvang geen verplichting voor kinderen en ouders. Kinderen komen niet alle dagen naar het kinderdagverblijf (of buitenschoolse opvang) en zijn daardoor steeds in groepen met een wisselende samenstelling. Daarbij heeft een kinderdagverblijf dusdanige openingstijden dat een kind op één dag altijd met meerdere pedagogisch medewerkers te maken heeft, nog los van het parttime werken en het hoge personeelsverloop in de sector. Tijdens vakanties worden groepen vaak op tijdelijke basis samengesteld en krijgen kinderen te maken met andere leiding dan zij gewend zijn. Herkenbaarheid van de groepsleiding is erg belangrijk voor het gevoel van veiligheid, zowel voor de kinderen als voor de ouders. Meestal is het organisatorisch onmogelijk 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
10
om dezelfde vaste leiding bij dezelfde kinderen en ouders in te plannen. Een manier om hier toch te werken is door foto’s op te hangen van de dienstdoende medewerkers; zo weten ouders en kinderen bij binnenkomst wie zij kunnen verwachten. - Groepsruimte Het onderwijs werkt met themahoeken en –kasten, zodat kinderen letterlijk ‘de weg weten’ in hun eigen lokaal c.q. gebouw. Ook in de kinderopvang en het speelzaalwerk is het belangrijk dat kinderen weten waar ze kunnen spelen, waar welke spullen staan en wat het onderscheid is tussen ruimten. Vooral in de ‘gewone’ peuterspeelzaal duurt het vaak een tijd voordat kinderen de ruimte kennen en herkennen, omdat ze niet zo vaak aanwezig zijn. 3. Afstemmen op en ruimte geven aan eigenheid kind; respect voor autonomie Ieder kind moet in zijn eigenheid gerespecteerd worden en de ruimte krijgen. Het moet werkelijk gezien worden. Daarnaast verdient ieder kind persoonlijke aandacht. Zowel in het onderwijs als in kinderopvang en peuterspeelzaal vereist dit specifieke kwaliteiten van de leerkracht of pedagogisch medewerker. Zij moeten weten wat een kind nodig heeft en de aandacht kunnen verdelen tussen bijv. drukke en rustige kinderen. Zij moeten in staat zijn om ‘het beste’ uit een kind te halen. Manieren om een kind een gevoel van veiligheid te bieden zijn: een kind dat geen Nederlands spreekt in de eigen taal laten spreken met een klas-/ groepsgenoot of begeleider die dezelfde taal spreekt; een goed pedagogisch klimaat scheppen (positieve groep); kennis hebben over de thuissituatie van een kind; rekening houden met specifieke gewoonten of gedragingen van een kind. - Relatie kind- leerkracht/pedagogisch medewerker/leidster Een accepterende, vertrouwde en begripvolle relatie tussen de begeleider en het kind is essentieel voor het gevoel van veiligheid voor jonge kinderen. Het is belangrijk dat de begeleider het kind (en zijn opvoedingsomgeving) kent. Dit vraagt om kwaliteit van handelen in de vorm van: goed naar het kind kijken, aansluiten op zijn mogelijkheden, inspelen op zijn behoeften. Daarnaast is algemene kennis nodig over de individuele ontwikkeling die kinderen doormaken, over specifieke opvoedingsvraagstukken die zich kunnen voordoen en over werkwijzen die zo goed mogelijk aansluiten op zowel algemene als specifieke ontwikkelingsvragen. 4. Vertrouwen winnen c.q. verdienen van ouders Zowel onderwijs als kinderopvang en peuterspeelzaal delen het uitgangspunt dat het werken met jonge kinderen altijd begint met investeren in de relatie met ouders. Als ouders vertrouwen hebben in de begeleider en de opvang- c.q. onderwijsomgeving, hebben de kinderen dat ook. Hier wordt aan gewerkt door ouders op te vangen bij aankomst en ze gerust te stellen door de tijd voor ze te nemen en aandacht te besteden aan het kind. Vaste welkomstrituelen en afscheidsrituelen helpen bij het opbouwen van vertrouwen. Ook het afstemmen over en delen van (opvoedings)informatie geeft wederzijds vertrouwen. Actief inzetten op de relatie met ouders maakt dat je vertrouwen krijgt en verdient. Als dat goed zit, voelen de kinderen zich ook veel sneller prettig.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
11
Bijeenkomst 2 Gezamenlijke ambitie voor het werken aan talentontwikkeling Ieder kind is uniek; ieder kind mag er zijn! Opvang en school zijn ontmoetingsplaatsen waar kinderen spelend (op)groeien, en begeleiders accepterend omgaan met alle kinderen en hun ouders.
Bouwstenen voor het werken aan Talentontwikkeling / Persoonlijke en Sociale competentie van een kind 1. Inzet van de groepsleiding Een positieve houding en kind-stimulerende vaardigheden zijn noodzakelijk om een kind in zijn ontwikkeling te volgen. Voorbeeldgedrag laten zien, spiegelen van en reflecteren op gedrag, herhaling van activiteiten en instructies versterken de competentie van een kind. Door actief te zoeken naar ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ (Vygotski) help je een kind om een volgende ontwikkelingsstap te zetten. Humor is een belangrijk element in de omgang met kinderen. In de onderwijssituatie moet een leerkracht bij het aanbieden van activiteiten ook aansluiten op de wettelijke kerndoelen en tussendoelen. Observatie is een middel om zicht te krijgen op kansen en mogelijkheden voor kinderen. Omdat jonge kinderen spelenderwijs leren, is spelbegeleiding op een stimulerende en activerende manier, noodzakelijk. Het is een belangrijk kwaliteitskenmerk van goede groepsleiding als zij kan inschatten wanneer je kinderen zelf moet laten spelen, wanneer het spelverrijkend is als je meespeelt en hoe je kunt voorkomen dat je het spel van kinderen verstoort of overneemt. 2. Aanbod van activiteiten en spelmaterialen Een goede indeling en inrichting van de ruimte is een voorwaarde voor spelmomenten waarbij sprake is van betrokkenheid en ‘ontwikkelen/leren’. Door specifieke hoeken te maken, krijgen kinderen de kans om zich te concentreren en hun spel te verdiepen. Ook de buitenruimte is een belangrijke leeromgeving, met name voor sociaal spel en motorische vaardigheden. In het aanbod moet gericht aandacht zijn voor taal- en telactiviteiten (o.a. Wizzkids/Humanitas en VVE-programma Puk&Ko). Betekenisvolle activiteiten zijn belangrijk; thematisch aanbod waarbij spelvorm en –materiaal het thema ondersteunen. Zelfstandigheid van kinderen wordt gestimuleerd als zijzelf kunnen kiezen waar ze mee spelen en met wie ze samenspelen; spelmateriaal moet uitdagen tot ontdekken en aanzetten tot samenwerken en samenspel. 3. Positieve benadering Vanuit de veiligheid van een positieve groep kan een kind zichzelf ontwikkelen. Daarbij kunnen kinderen elkaar helpen (‘maatjes’). Begeleider zorgt voor duidelijke afspraken en zorgt dat iedereen zich eraan houdt (structuur en rust). Kinderen moeten ruimte krijgen om persoonlijke kwaliteiten te ontdekken en te oefenen (zelf conflicten laten oplossen; taakjes geven; jas aandoen). Werken in de ‘kleine kring’ zorgt voor grotere betrokkenheid van kinderen en geeft de begeleider meer kans om op persoonlijke interesse van kinderen aan te sluiten. 4. Uitwisselen met ouders Door op actieve wijze een kindvolgsysteem te gebruiken en de informatie op vaste momenten uit te wisselen met ouders, krijgen begeleiders en ouders beiden extra opvoedingsinformatie. Een kindvolgsysteem kan betrekking hebben op zowel welbevinden als op de sociaal-cognitieve ontwikkeling. Extra informatie over ontwikkelingsaspecten en opvoedingsvraagstukken kan worden aangeboden in ouderbijeenkomsten of –trainingen. Ouders en begeleiders leren elkaar ook kennen door gezamenlijk op te trekken tijdens activiteiten waarbij ouders hulp bieden. Hoe meer gedeelde kennis, hoe beter de opvoedingswerelden op elkaar aansluiten, wat herkenbaarheid geeft aan een kind. 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
12
Bijeenkomst 3 Gezamenlijke ambitie voor het werken aan talentontwikkeling We moeten oog hebben voor de ander, vanuit het positief zelfbeeld ‘Ik mag er zijn’! Daarbij zijn de Nederlandse waarden en normen leidend.
Bouwstenen voor het werken aan Socialisatie / maatschappelijke zorgzaamheid; overdracht van waarden en normen 1. Regels en afspraken maken In de onderlinge omgang (in de groep, in de wijk, in de samenleving) zijn ‘verkeersregels’ nodig om ervoor te zorgen dat iedereen zich gerespecteerd en gewaardeerd kan voelen. Naast het direct belang van een goed functionerende groep, wil je in het kindercentrum of in de klas ook aan kinderen meegeven dat ze deel zijn van hun leefomgeving en van de samenleving als totaal. Hier ligt een maatschappelijk belang, dat begint met afspraken maken en naleven in de groep. In de groep moeten alle betrokkenen (kinderen en groepsleiding) weten wat de regels en afspraken zijn. Deze moeten zichtbaar zijn voor iedereen en iedereen moet zich daaraan houden. Ook binnen de organisatie als geheel en binnen het team moeten bindende afspraken zijn. Als iemand zich niet aan de afspraak houdt is dat aanleiding om gedrag en/of regel te bespreken. Overtredingen worden binnen de groep opgelost; alleen in extreme gevallen worden de ouders betrokken. Het moet voor alle betrokkenen duidelijk zijn waarom een regel is overschreden of waarom bepaald gedrag niet acceptabel is. In specifieke situaties kunnen afspraken gemaakt worden voor/met één kind. Vanuit een empathische houding krijgt een kind de zekerheid dat het ‘er mag zijn’, ook al gelden er voor hem andere afspraken. In de omgang binnen de groep is de ‘Nulde regel’ maatgevend: “Wat u niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet”. Het blijft een discussiepunt in hoeverre de regels van de school per definitie ‘boven’ de regels van thuis staan; dit vraagt om afstemming met ouders en discussie in het team. 2. Gedrag van de begeleider De leerkracht of pedagogisch medewerker is degene die regels en afspraken maakt en bewaakt. Hierdoor krijgt de groep en het individu steun en richting over geaccepteerd en gewaardeerd gedrag. Als er sprake is van verschil in regels en gedrag in de thuissituatie en in de groep, moet dit worden besproken en uitgelegd. De organisatie bepaalt wat op de groep gangbaar is. Hierover moet een open communicatie zijn met de ouders. De begeleider fungeert zowel naar de kinderen als naar de ouders als rolmodel. Dit uit zich in voorbeeldgedrag, omgaan met afspraken, hanteren van emoties, respecteren van anderen in houding, taalgebruik en kleding. 3. Communicatie met ouders Juist over dit onderwerp moet goede afstemming zijn met ouders. Ieder gezin heeft eigen normen en waarden, eigen manieren van omgaan met of reageren op bepaald gedrag. Iedere cultuur heeft eigen opvoedingsopvattingen die niet zomaar weggezet kunnen worden als ‘verkeerd’. Ouders die gebruik maken van de diensten van opvang of school moeten daarom goed weten wat zij daar kunnen verwachten. Dit is belangrijk omdat het de opvoedingsomgeving van hun kind is; hun kind krijgt die waarden en normen aangeleerd en moet zich daaraan houden. Ouders worden daar op aangesproken en mee geconfronteerd. Het is voor begeleider en ouder belangrijk te weten waar de overeenkomsten en verschillen zitten, zodat de communicatie hierover op een positieve manier gevoerd kan worden. 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
13
Bijeenkomst 4 Gezamenlijke ambitie voor methodisch werken met het Boxtels Model Er is een gezamenlijke ambitie om een goede en gezonde leer- en leefomgeving voor jonge kinderen in Boxtel te organiseren; dit blijkt uit de reeks van kansen en bedreigingen. Alle zaken die zijn genoemd staan verwoord als gezamenlijke issues, en niet als individuele problemen. Dat is positief. Een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid is de basis om aan de slag te gaan.
SWOT-analyse als input voor het Boxtels Model In Bijeenkomst 1 t/m 3 zijn de sterktes en zwaktes benoemd waar de voor- en vroegschoolse voorzieningen in Boxtel mee te maken hebben. Als we kijken naar het einddoel (betere samenwerking en afstemming tussen de pedagogische partners), wat zijn dan de kansen en bedreigingen om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Wat is er al, en wat is er nog nodig om de Boxtelse ambities waar te maken? Om de uitkomsten te ordenen gebruiken we SWOT-matrix:
De volgende punten komen naar voren in de discussie1: Sterkte - Openheid en interesse in elkaars werk (de Taskforce is daar een bevestiging van).
1
De indeling van met name zwaktes en kansen is soms een zaak van verwoorden. In principe zijn zwaktes indirect ook kansen om aan te werken; ze zouden dus ook onder ‘kansen’ kunnen worden benoemd. Bepaalde kansen liggen er omdat het huidige situatie nu zwaktes vertoont; ze zouden dus ook onder ‘zwaktes’ kunnen worden benoemd.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
14
Zwaktes - Controle van reeds gemaakte afspraken ontbreekt; niemand is expliciet verantwoordelijk. - De verschillen tussen kinderopvang en peuterspeelzaal zijn groot. - Beeldvorming van ouders over leerkrachten is niet altijd positief; evenals andersom overigens. - Op dit moment schort het aan de vroegsignalering bij kinderen met een achterstand. Er wordt te laat contact opgenomen met scholen in het geval van problemen. Hiervoor zijn extra wijkverpleegkundigen of pedagogen nodig. - Basisopleiding SPW voldoet niet. Kansen - Bij elkaar op de werkvloer komen en goede praktijken uitwisselen. - Er bestaat draagvlak voor onderling overleg; dat moet nu doorgepakt worden. - Wens om vervolgoverleg met elkaar te hebben, mits dit gefaciliteerd wordt. - De sociale kaart is compleet; alle voorzieningen zijn aanwezig om een goed aanbod voor kinderen te bieden (bibliotheek; CJG; opvang; school; sport etc.); nu nog goede onderlinge verbindingen. - Op het gebied van ouderbetrokkenheid is nog veel terrein te winnen. - Extra tijd nemen voor intakegesprekken met ouders. - Collegiale consultatie of kwaliteitskringen (zoals deze Taskforce). - Bijscholen van begeleiders (leerkrachten, pedagogisch medewerkers, leidsters) op basiskennis ontwikkeling van jonge kinderen zodat zij beter kunnen inschatten wanneer er extra hulp ingeschakeld moet worden. - Kinderopvang kan ouders adviseren om met de school te gaan praten op het moment dat een kind daar komt. Dit bevordert een goede overdacht en start. - Pedagogisch medewerkers vrijmaken en inplannen voor het uitvoeren van VVE (nu moet het vaak tegelijk met een aantal andere taken uitgevoerd worden). - Pedagogisch medewerkers faciliteren om een goede overdracht naar de basisschool te kunnen doen. - Meer structuur in de overdracht. Dit geldt voor de formele overdracht in de zin van procedures en werkdocumenten. Maar ook voor de praktische uitvoering en omgang met afspraken. (Concrete verbetermogelijkheden: gezamenlijk opgestelde formulieren, een positieve benadering en vaste afgesproken momenten in de week voor overdracht; een half jaar van tevoren inplannen) Bedreigingen - Geen geld en middelen om plannen daadwerkelijk uit te voeren - Gebrek aan verbinding en afstemming tussen bepaalde voorzieningen, zoals bijv. bibliotheek en CJG - Niet voldoende tijd en middelen om VVE goed uit te voeren, bijv. oefeningen in de kleine kring
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
15
4
Conclusies en aanbevelingen voor het Borgdocument Boxtels Model
Uit de resultaten van de bijeenkomsten zijn een aantal actiepunten te destilleren die een bijdrage leveren aan het verder ontwikkelen van het Borgdocument en belangrijke voorwaarden zijn voor methodisch werken met het Boxtels Model. Soms betreft het een opdracht waaraan de organisaties zelf kunnen werken; andere aanbevelingen vragen om extra inzet of sturing door de gemeente Boxtel. De eerste aanbeveling is dan ook om onderstaande voorstellen voor concrete actiepunten tot gespreksonderwerp te maken op een vervolgoverleg tussen gemeente en Taskforce-leden. Wellicht dat (de conceptversie van) het Borgdocument hiervoor een goede aanleiding vormt. Welke actiepunten zijn benoemd in de bijeenkomsten? Actiepunten uit de bouwstenen en ambitie over Emotionele veiligheid: Goede informatieoverdracht Zoeken naar een, voor alle lokale partners herkenbare en acceptabele systematiek van informatieoverdracht van kinderopvang en peuterspeelzaal naar onderwijs. De informatie moet betrekking hebben op de brede ontwikkeling van een kind, dus zowel sociaal als emotioneel als cognitief. Actiepunten: • Een systematiek voor informatieoverdracht inclusief werkmaterialen ontwikkelen waarvoor breed draagvlak bestaat; • Systematiek en werkmaterialen in alle voor- en vroegschoolse organisaties implementeren (o.a. door trainen van de medewerkers) en verankeren; • Persoon/orgaan/verantwoordelijke aanstellen die organisatie en inhoud van de informatieoverdracht controleert en mag handhaven. Hier kunnen klachten en verbeterpunten worden geïnventariseerd zodat het systeem naar behoren en wens blijft functioneren. Relatie begeleider – kind Kennis hebben over en vaardigheden kunnen inzetten om kinderen in hun ontwikkeling te stimuleren en steunen. Naast respect tonen voor de autonomie van een kind moeten begeleiders de behoeften van een kind kunnen ‘lezen’ uit het gedrag. Actiepunten: • Overdracht van kennis over normale en specifieke ontwikkeling en gedragingen van jonge kinderen; • Trainen van observatievaardigheden en de vertaling van observatieresultaten naar concreet handelen; • Trainen van houdingsvaardigheden (gezamenlijke scholing) zodat kinderen op elke plek op dezelfde manier worden benaderd en ondersteund; • Interne infrastructuur per organisatie (of deels gezamenlijk) van bij-/scholing en intervisie om kwaliteit van handelen te evalueren en te verbeteren. Partnerschap met ouders Actief inzetten op vertrouwen winnen en verdienen van ouders. In de systematiek van informatieoverdracht moeten ouders ook een rol krijgen, zowel als informatie-gever en als informatie-ontvanger. Ouders moeten serieus worden genomen als ‘partner in de ontwikkeling van kinderen’. Actiepunten: • Beleid ontwikkelen per organisatie, maar wel in onderlinge samenhang en afstemming, over de manier waarop ouders betrokken en geïnformeerd worden; • In de systematiek voor informatieoverdracht ruimte maken voor momenten en manieren van overdracht aan c.q. door ouders. 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
16
Op al deze actiepunten kan de gemeente een belangrijke rol spelen als regievoerder omdat de ‘doorgaande leerlijn’ de pedagogische rode draad vormt voor het Boxtels Model. Het realiseren van een ‘doorgaande leerlijn’ wordt door alle organisaties in de Taskforce gedragen. Actiepunten uit de bouwstenen en ambitie over Talentontwikkeling / persoonlijke en sociale competentie Hoewel veel actiepunten die genoemd zijn onder ‘Emotionele veiligheid’ op eenzelfde wijze van belang zijn voor het werken aan het item ‘Talentontwikkeling’, zijn twee onderwerpen nog wat sterker aangezet. Inzet van de groepsleiding (leerkracht / pedagogisch medewerker / leidster) Heel specifiek is hier nogmaals benoemd dat observatie van het individuele kind, maar ook van de groep als sociale leeromgeving, een voorwaarde zijn voor goed pedagogisch handelen. Observatie is niet enkel bedoeld om te zien hoe het met een kind gaat (welbevinden), maar ook om te ontdekken waarmee je een kind kunt steunen en stimuleren in de ontwikkeling. Daarbij speelt ook de groep als (sociale) leeromgeving een rol. In de groep zijn individuen die voor een kind helpend, stimulerend of wellicht beangstigend zijn. En ook aspecten als sfeer, rust en voorspelbaarheid, zijn voorwaarde voor een veilige speel-leeromgeving. Actiepunten: • Trainen van observatievaardigheden die zicht geven op emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling van het individu; • Trainen van observatievaardigheden die zicht geven op de werking van de groep als speelleeromgeving; • Kennis van groepsprocessen en groepsdynamica en het hanteren van beïnvloedingstechnieken om een positieve groep te creëren c.q. te behouden; • Kennis van beleidsmatig en cyclisch werken = aanpak bedenken > aanpak kiezen > aanpak uitvoeren > aanpak evalueren > aanpak bijstellen/kiezen > etc. Uitwisselen met ouders Naast het uitwisselen van kind-gerelateerde opvoedingsinformatie, moeten begeleiders en ouders elkaar ook leren kennen en accepteren als mede-opvoeder en rolmodel. Het ‘gesprek’ als contactvorm kan daarvoor uitgebreid worden met samenwerkingsmomenten of afspraken in de leefomgeving van het kind. Voor het zelfbeeld en de zelfwaardering van een kind is het essentieel dat begeleider en ouder elkaar accepteren en respecteren. Actiepunten: • Beleid ontwikkelen op samenwerkings- en contactmomenten met –alle- ouders; • Actief betrekken of opzoeken van ouders die extra informatie kunnen geven of nodig hebben (bv. huisbezoek); • Benutten van haal- en brengmomenten voor versterken van persoonlijk contact met – bepaalde- ouders. Actiepunten uit de bouwstenen en ambitie over Socialisatie / overdracht waarden en normen Regels en afspraken maken In alle bouwstenen en de gezamenlijke ambitie spreekt de overtuiging dat de regels en afspraken die in de organisatie gevoerd worden, richtinggevend zijn voor de omgang met elkaar op de werkvloer. Hierover moet weliswaar worden gecommuniceerd vanuit een open en respectvolle houding, maar het beleid van de organisatie is de maat. Dat moet bekend zijn bij teamgenoten, de groep, de ouders en bij samenwerkingspartners.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
17
Actiepunten: • Beleid ontwikkelen waarin beschreven staat wat de geldende waarden en normen zijn (visie en uitgangspunten); • Beleid ontwikkelen over de concretisering in afspraken en regels (handelen); • Communicatie over afspraken en regels met teamgenoten, kinderen en ouders. Zichtbaar maken wat je doet; voorleven; afstemmen en uitwisselen. (informatie en uitleg) Actiepunten uit de SWOT-analyse In feite zijn alle zwaktes, kansen en bedreigingen verwoord zijn, actiepunten om mee aan de slag te gaan. In de reeks staan een aantal zaken die in dit hoofdstuk al als actiepunt zijn aangegeven. Toch zijn er nog een aantal zaken die geregeld moeten worden wil het Boxtels Model werkelijk kans van slagen hebben, volgens de Taskforce. Actiepunten: • Voortzetten van de Taskforce Pedagogiek in deze samenstelling (praktijkdeskundigen) met het doel om van en met elkaar te leren. Er is draagvlak voor intercollegiaal overleg; men kent elkaar nu en wil verder. Manieren om dit in te vullen zijn: intervisie voor collegiale toetsing, consultatie en uitwisseling; werkbezoeken om elkaars werksfeer te leren kennen; kwaliteitskringen voor het uitzetten van verbeteringen. Hiervoor is extra tijd (en dus geld) . • Regie op de reeds gemaakte en nog te maken afspraken over de aanpak van VVE-beleid en het voor- en vroegschools aanbod in het algemeen. Er moet iemand worden aangewezen die expliciet verantwoordelijk is voor het uitvoeren, handhaven en evalueren van de afspraken. • De vroegsignalering bij kinderen met een achterstand verbeteren. Er wordt nu te laat contact opgenomen met scholen in het geval van problemen. Hiervoor is extra aandacht of inzet nodig van wijkverpleegkundigen, pedagogen of huisarts. • Beleid ontwikkelen om de ouderbetrokkenheid te verbeteren; werken aan wederzijdse beeldvorming; extra tijd maken voor intakegesprekken. Hiervoor moet iedere organisatie haar eigen beleid bijwerken. (Wellicht een goed onderwerp om gezamenlijk in op te trekken met training of intervisie?) • Kinderopvang moet beleid maken op het aanbod van VVE. Het werken aan VVE vraagt om extra middelen ten behoeve van het vrijmaken en inplannen van pedagogisch medewerkers voor het uitvoeren van VVE-activiteiten. Extra actiepunten ter overweging Lokaal en landelijk uitdragen Kinderen zijn de toekomst van Boxtel. Dit moet niet enkel een zaak zijn van voorzieningen en lokale overheid, maar vraagt om draagkracht bij alle bewoners van de gemeente. De resultaten uit deze visiebijeenkomsten zouden gebruikt kunnen worden voor een lokale ‘publiekscampagne’ in de vorm van slogans op de website van alle betrokken organisaties, inclusief de gemeente. Ook in de publieke ruimte zouden basale opvoedingsprincipes uitgedragen kunnen worden, zoals op billboards of met een postercampagne. Niet alleen in Boxtel is men bezig om lokale voorzieningen te verbinden ten gunste van opvoedingssteun voor jonge kinderen. Het werktraject dat de gemeente Boxtel doorloopt wordt ook op landelijk niveau gevolgd. Een publicatie met een beschrijving van proces en resultaat van de route naar het Boxtels Model is ons inziens zeker het overwegen waard. Op deze manier wordt de opgedane kennis breed gedeeld en benut voor verdere ontwikkeling. Dat is geheel in lijn met de gedachte achter deze vier visie-bijeenkomsten: Voorwaarde voor samenwerken is elkaars pedagogische kennis kennen, herkennen en delen! Actiepunten: • Lokale publiekscampagne • Brochure met beschrijving van het ontwikkeltraject Methodisch werken met het Boxtels Model. 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
18
5
Tot slot
De vier bijeenkomsten hebben realistische en relevante actiepunten opgeleverd. Deze actiepunten worden gedeeld en gedragen door alle deelnemers aan de Taskforce Pedagogiek. Veel van de actiepunten kunnen binnen de eigen voor- of vroegschoolse voorziening worden aangepakt. Het werken aan de actiepunten kan echter in belangrijke mate worden gestimuleerd door: - Gezamenlijk optrekken met alle Taskforce-deelnemers. Naast regelmatige intercollegiale uitwisseling kan gezamenlijk budget worden ingezet voor kennis-vergroten in de vorm van materiaalontwikkeling, bijscholing en training. Voor een vorm van 3 - 4 jaarlijkse intervisie zouden alle Taskforce-leden door hun organisatie gefaciliteerd moeten worden. - Regie door de gemeente (of een vertegenwoordiger namens de gemeente). Er is behoefte aan een centrale aanjager die de diverse overlegorganen en besluitvormingstrajecten met elkaar verbindt, die afspraken bewaakt en de ‘rode pedagogische draad’ van het Boxtels Model zichtbaar blijft maken. Ook kan deze centrale regievoerder de belangen van alle participanten behartigen en zich sterk maken voor de noodzakelijke uitvoeringscondities op lokaal niveau. Met het uitvoeren van de vier visie-bijeenkomsten is een waardevolle stap voorwaarts gezet, op weg naar het Boxtels Model. Tijdens de bijeenkomsten is op een positieve en constructieve manier uitvoering gegeven aan de drie belangrijkste uitgangspunten voor professionalisering in het Boxtels Model:
kwaliteitsbevordering, deskundigheidsbevordering, samenwerkingsbevordering
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
19
Bijlagen
a. b. c. d. e. f.
Opdracht van gemeente Boxtel aan Nederlands Jeugdinstituut Uitnodiging Taskforce Pedagogiek Plan van aanpak pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel Deelnemerslijst Programma van de vier bijeenkomsten Bronnen en literatuur
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
20
Bijlage a
Opdracht gemeente Boxtel aan Nederlands Jeugdinstituut
Opdrachtgever
Gemeente Boxtel, contactpersoon Conny van Aarle (beleidsmedewerker Doorlopende Leerlijn)
Opdrachtnemer
Nederlands Jeugdinstituut, contactpersoon Josette Hoex (senior Educatie & Opvang)
Opdrachtuitvoering
Josette Hoex en Su’en Kwok (medior Educatie & Opvang)
Opdrachttraject
20-11-2010 tot 01-08-2011
Opdracht
Ondersteuning Boxtels Model / Ontwikkeling van het Borgdocument
Doel
Notitie met conclusies en aanbevelingen die als input dient voor het Borgdocument Boxtels model en gedragen wordt door de pedagogenwerkgroep (bo, ko, psz)
Ontwikkeltraject in vier stappen: 1. Oriëntatie op en afstemmen over de huidige stand van zaken Actie Twee gesprekken tussen Conny van Aarle / gemeente Boxtel en Josette Hoex / NJi en Su’en Kwok Inlezen op Boxtels Model (ontwerp C v Aarle) en lokale situatie 2. Ontwikkelen instrument Boxtels Model ten behoeve van discussiebijeenkomsten Actie Ontwikkelen van een aanpak en werkmaterialen die aansluiten op de uitgangspunten van het Borgdocument Boxtels Model. 3. Uitvoeren van vier discussiebijeenkomsten Actie Organiseren en uitvoeren van vier bijeenkomsten met pedagogen uit basisonderwijs (groep 1 en 2), kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, om - inzicht te krijgen in de gezamenlijk gedragen pedagogische visie en - regie te geven aan de verdere versterking c.q. ontwikkeling van pedagogisch –positief- jeugdbeleid. 4. Rapportage Actie Notitie, bestaande uit de trajectbeschrijving en een impressie van de vier discussiebijeenkomsten, die conclusies en aanbevelingen geeft voor het verder uitzetten en borgen van pedagogische beleid binnen kinderopvang en basisonderwijs conform de bedoeling van het Boxtels Model.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
21
Bijlage b
Uitnodiging Taskforce Pedagogie
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
22
Directies en deelnemers basisonderwijs, kinderopvang/peuterspeelzaalwerk
Uitnodiging Boxtels Model - Taskforce Pedagogiek
Boxtels Model
10 03 11
Bijlage: Plan van Aanpak
Telefoon 0411 655958
Geachte deelnemer en directie, Met deze brief nodigt de gemeente Boxtel u uit om zitting te nemen in de Taskforce Pedagogiek. De Taskforce Pedagogiek maakt deel uit van de activiteiten die toeleiden naar het Boxtels Model. Samen met het Nederlands Jeugdinstituut/NJi organiseert de gemeente een reeks van vier Taskforce-bijeenkomsten met de titel:
‘Samen bouwen aan het Boxtels Model’ Wat? De Taskforce Pedagogiek wordt in het leven geroepen om samen met de gemeente Boxtel het ‘Boxtels Model’ te ontwikkelen. De naam ‘Boxtels Model’ is een samenwerkingsverband waarin gewerkt wordt aan een goede pedagogische infrastructuur. Zo’n infrastructuur is belangrijk. Hierdoor krijgen alle kinderen de kans om gebruik te maken van voor- en vroegschoolse educatie / VVE, zoals vastgelegd in de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie / OKE. De gemeente Boxtel vraagt u om mee te denken over een aanpak die het belang van VVE het beste dient: • Hoe leggen we binnen onze voorzieningen het accent op wat kinderen en ouders werkelijk nodig hebben? • Hoe voorkomen we dat bepaalde kinderen en ouders ongewild worden buitengesloten? De antwoorden op deze vragen leggen de basis voor een gezonde en prettige samenleving! Om het Boxtels Model tot een succes te maken is het essentieel dat in de Taskforce alle voorschoolse voorzieningen meepraten: kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, onderwijs en brede school. Ieder werkt in dit model vanuit haar eigen kracht en mogelijkheden aan een positieve opgroeiomgeving voor kinderen die gebruik maken van voor- en vroegschoolse voorzieningen. Tijdens vier bijeenkomsten staat ‘pedagogische visie’ als vertrekpunt voor samenwerking centraal. De visiediscussie levert input voor de concrete vorm die het Boxtels Model moet gaan krijgen. Om respectvol en zinvol met elkaar samen te werken is het noodzakelijk dat alle voorzieningen op de hoogte zijn van elkaars
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
23
pedagogische visie en aanpak. Wat betekent ‘kind- en ouderbelang’ in ieders specifieke dagelijkse praktijk? En hoe voorkom je dat sommige kinderen en ouders in de Boxtelse samenleving buiten de boot vallen? Waarom? Kennis van elkaars pedagogische visie en dienstverlening is een eerste stap naar meer en betere samenwerking. Goed samenwerking kan pas als er een gedeelde visie is over het nut en de noodzaak van samenwerken. Zinvol samenwerken, betekent dat voorschoolse voorzieningen met elkaar afstemmen wat kinderen en ouders nodig hebben. De gemeente Boxtel juicht goede en zinvolle samenwerking van harte toe. Want dat levert op twee fronten winst op: 1. Samenwerken aan een gezamenlijke etalage met eigen spullen. Het aanbod van voorschoolse opvang en educatie is helder en transparant. Partners kennen elkaars dienstverlening en wisselen actief ervaring en kennis uit, waardoor kwaliteitsverbeteringen makkelijker gerealiseerd kunnen worden. Kinderen en ouders krijgen wat ze nodig hebben; niemand wordt uitgesloten. Organisaties stemmen hun activiteiten op elkaar af zodat een rijk en gevarieerd dienstenaanbod ontstaat. Zo wordt duidelijk waar de kracht in Boxtel ligt, maar ook wat nog ontbreekt. Hier kan aan gewerkt worden. 2. Samenwerken aan maatschappelijke zorgzaamheid. De voorschoolse voorzieningen stralen naar opvoeders uit dat zij samen werken aan de pedagogische kwaliteit van leven van de jonge inwoners van Boxtel. Kinderen en ouders krijgen wat ze nodig hebben om achterstand in te lopen, achterstand te voorkomen en gewoon om ‘bij te blijven’. Iedere voorziening draagt hierin haar steentje bij. Al die steentjes vormen samen een solide ‘pedagogische muur’. Een muur die kinderen beschermd en zo nodig een steuntje in de rug geeft. Een muur die de zekerheid geeft van een zorgzame en zorgvuldige opgroei-omgeving. Werkwijze? De eerste klus voor de Taskforce Pedagogiek is dus het verwoorden van ieders eigen pedagogische visie en aanpak. Dit gebeurt tijdens vier bijeenkomsten onder begeleiding van Su’en Kwok en Eva Blaauw, werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut / NJi in Utrecht. De pedagogische basisdoelen van M. RiksenWalraven vormen de basis voor discussie. Waar mogelijk wordt de verbinding tussen partners gelegd; waar nodig worden verschillen geëxpliciteerd. Van de bijeenkomsten maakt het NJi een verslag. Dat verslag dient als basis voor de volgende stappen die de gemeente Boxtel zal zetten voor het ontwikkelen van het Boxtels Model. Wanneer? Dinsdag 12 april, van 9.30 tot 11.30. Doel: Kennismaking, inventarisatieronde Emotionele veiligheid. Dinsdag 26 april, van 15.00 tot 17.00. Doel: Inventarisatieronde Talentontwikkeling bij kinderen. Dinsdag 24 mei, van 9.30 tot 11.30. Doel: Inventarisatieronde Maatschappelijke zorgzaamheid. Dinsdag 7 juni, van 9.30 tot 11.30. Doel: Conclusies en aanbevelingen voor het Boxtels Model Waar? Alle bijeenkomsten vinden plaats in het gemeentehuis van Boxtel: Markt 1 5281 AT Boxtel
Tot slot: an offer you can’t refuse! Het toekomstig succes van het Boxtels Model staat of valt bij de input van alle voorschoolse voorzieningen in de gemeente. Dit is uw kans om mee te praten over het meest gewenste opvang- en educatief aanbod in Boxtel. Gezien het belang van dit gesprek, zijn wij op zoek naar de ‘pedagogische expert’ in uw organisatie. Degene met kennis van de pedagogische visie, maar ook van de concretisering van visie naar dagelijkse praktijk.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
24
Wij beschouwen u als zo’n expert. Daarom is deze uitnodiging persoonlijk aan u gericht en staat uw naam op de deelnemerslijst. Wij hopen dan ook van harte op uw deelname. Mocht u –een keer- niet in de gelegenheid zijn, zoek dan naar een deskundige vervanger. Directie: Graag vragen wij uw akkoord voor deelname van uw medewerker door een mail te verzenden aan Conny van Aarle (
[email protected] ) Ook wanneer u niet akkoord bent, vragen wij u dit door te geven aan Conny van Aarle. Deelnemer: Graag vragen wij u om uw aanwezigheid (of die van uw vervanger) op de vier genoemde data te bevestigen door een mail te verzenden aan Conny van Aarle. Ook wanneer u niet wenst deel te nemen, vragen we u dit door te geven aan Conny van Aarle.
Hoogachtend, HOOFD AFDELING BURGERZAKEN EN WELZIJN, Drs. H.A.M. van Berkel
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
25
Bijlage c
Plan van aanpak pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel
Hoex, J. (2011). Pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel. Plan van aanpak voor de Taskforce Pedagogie – Boxtels Model. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut Op basis van documenten van en in afstemming met Conny van Aarle, beleidsmedewerker Gemeente Boxtel.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
26
Pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel Plan van aanpak voor de Taskforce Pedagogie - Boxtels Model
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
27
Wat? In de gemeente Boxtel is het initiatief genomen tot de ontwikkeling van het zogenaamde ‘Boxtels Model’. De naam ‘Boxtels Model’ staat voor het opzetten en versterken van een lokale pedagogische infrastructuur van voor- en vroegschoolse opvang en educatie die zowel kwalitatief als kwantitatief wil bijdragen aan een kansrijke opgroeiomgeving voor jonge kinderen waarin achterstand wordt ingelopen of voorkomen. In die opgroeiomgeving participeren onderwijs, kinderopvang, speelzaalwerk, brede school en ouders. In gevallen dat extra zorg en aandacht nodig is sluiten organisaties met een specifiek zorgaanbod aan. Op die manier ontstaat een ‘pedagogische zorgstructuur’, waarbij de term ‘zorg’ gelezen moet worden als ‘zorgzaam’. (en dus niet als ‘zorgelijk’!) Kinderen krijgen de kans op een gezonde en voorspoedige ontwikkeling, dankzij de inzet van voorzieningen op het gebied van opvang en vroeg- educatie. Ieder kind heeft recht op maatschappelijke zorgzaamheid. In het Boxtels Model is het bieden van maatschappelijke zorgzaamheid dan ook de kernopdracht.
Waarom? In de voorbije jaren is door de landelijke en lokale overheid ingezet op meer en betere samenwerking tussen opvoedpartners die een rol spelen in het leven van jonge kinderen. Met wetgeving over Harmonisatie en VVE- beleid is die beweging kracht bijgezet. Ook de gemeente Boxtel wil samenwerkingspartners die zich bezighouden met vroeg- en voorschoolse opvang en educatie aan één tafel. Want samenwerken levert op twee fronten winst op: -
Een gezamenlijke etalage met eigen spullen Iedere organisatie in onderwijs, kinderopvang en speelzaalwerk spant zich als vanzelfsprekend in om kwaliteit van werken te leveren. Op grond van eigen missie en uitgangspunten kiest men voor een aanpak die bedoeld is om een kansrijke opgroeiomgeving te bieden aan jonge kinderen. Dit kan gebeuren vanuit het oogpunt van ‘Care’ en/of van ‘Education’, waarbij beide gebieden voor het jonge kind nog dicht bij elkaar liggen. ( ‘EduCare’). Onderwijs, kinderopvang, speelzaalwerk en brede school organiseren met dat doel een passend aanbod. Het belang van kinderen en ouders staat hierin centraal. Talentontwikkeling en het tegengaan van uitsluiting (segregatie) zijn belangrijke pijlers. Aan dat aanbod wordt met overtuiging en betrokkenheid, iedere dag opnieuw, gewerkt door professionals. De inzet van de professional toont zich in de kwaliteit op de werkvloer. Helaas ligt die werkvloer letterlijk en figuurlijk ‘binnen vier muren’. De geleverde kwaliteit wordt nauwelijks gezien door en gedeeld met andere professionals die zich ook inspannen om hun aandeel te leveren in diezelfde pedagogische infrastructuur. Het Boxtels Model wil de geleverde kwaliteit op de diverse werkvloeren zichtbaar maken. Het Boxtels Model is de etalage waarin de diverse professionals hun eigen aanbod kunnen presenteren. Door de bestaande inzet zichtbaar te maken krijgen alle partijen zicht op de aanwezige rijkdom van opgroeiomgeving Boxtel. Zo kan een ieder met trots zijn aandeel hierin laten zien; zo kan in samenspraak bekeken worden wat er nog mist, versterkt of verbeterd kan worden.
-
Een gezamenlijke taak van maatschappelijke zorgzaamheid Naast de opdracht om zorg en/of educatie te leveren, hebben opvoedpartners in de pedagogische infrastructuur ook een maatschappelijke opdracht. Samen met ouders werken zij aan het toerusten van kinderen. Kinderen moeten de kans krijgen om hun persoonlijke en sociale competentie te ontwikkelen. Het jonge kind van nu moet straks een aardige, verstandige en sociale burger worden, die functioneert in gezin, familie, buurt, vriendenkring en werksituatie. Dit vraagt om respect en waardering; dit eist afstemmen en integratie. Het is in ons aller belang dat kinderen zich welbevinden en met plezier en tevredenheid opgroeien. Ieder kind verdient steun en stimulans. Een positieve opvoedomgeving biedt de beste kansen voor ontwikkeling. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat achterblijvers worden opgehaald en meegenomen. En dat ieder kind in eigen tempo en naar beste vermogen ‘bij de les’ wordt gehouden. Onderwijs, kinderopvang, speelzaalwerk en brede school dragen hun opvoedkundig steentje bij aan de talentontwikkeling van kinderen. Opvoedkundige steentjes hebben vooral nut als ze leiden tot een stevig muurtje. Een kind heeft geen steun en houvast aan losse steentjes zonder onderlinge samenhang. In het
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
28
Boxtels Model worden de opvoedkundige steentjes die alle opvoedpartners inbrengen op elkaar afgestemd en aangesloten. Zo wordt het geheel meer en sterker dan de som der delen. Door van en met elkaar te leren wordt zowel de eigen als de gezamenlijke kennis en kunde van de samenwerkende voorzieningen vergroot. In het Boxtels Model wordt toegewerkt naar een haalbaar en afgestemd aanbod bij iedere samenwerkingspartner afzonderlijk, in het gedeelde belang van een kansrijke opgroeiomgeving.
Hoe? De gemeente Boxtel laat zich in de ontwikkeling van het Boxtels Model leiden door de Notitie Harmonisatie voorschoolse opvang en educatie; Samen op weg via het Boxtels Model (gemeente Boxtel, december 2010). Deze notitie sluit aan op de notitie Doorgaande ontwikkelingslijnen 0-6 jarigen VVE; PVA VVE Impuls in Boxtel 2010 – 2013, Ontwerp Boxtels Model (Conny van Aarle, najaar 2010). In de notitie Doorgaande Ontwikkelingslijnen/ Ontwerp Boxtels Model worden twee opbrengstresultaten genoemd: 1. Borgdocument Boxtels Model, waarin beleid en afspraken voor vervolg staan uitgewerkt; 2. Methodiek Boxtels Model, die de systematische aanpak beschrijft van de wijze waarop aan kwaliteit c.q. kwaliteitsverbetering wordt gewerkt. Om de resultaten te bereiken is een routing uitgezet. Als eerste thema wordt de ontwikkeling van het Borgdocument Boxtels Model genoemd. In het voorliggend plan staat de eerste activiteit voor dit thema uitgewerkt naar concrete actie, te weten: Een inventarisatie van het huidige pedagogisch beleid bij de opvoedpartners onderwijs, kinderopvang, speelzaalwerk en brede school. Om zicht te krijgen op wat nodig is voor een volwaardig vroeg- en voorschools aanbod, moeten alle voorzieningen van elkaar weten hoe zij hierover denken. Wat is nou precies dat belang van kinderen en hun ouders? Wat is daarin onze verantwoordelijkheid? En hoe bereiken we de groepen die we ook willen bereiken? Het ligt dan ook voor de hand om met deze visievragen te starten. Pas daarna komen de vragen over ‘hoe verder?’ Na deze eerste fase van visie- inventariseren, volgt de fase van aanpak- verstevigen. Binnen het Boxtels Model krijgen de samenwerkingspartners de gelegenheid om zich verder te ontwikkelen. In het Borgdocumentl Boxtels Model (Gemeente Boxtel, najaar 2011) komen concrete beleidsuitspraken en praktische voornemens. Het Borgdocument maakt duidelijk welke diensten nog ontbreken en welke extra deskundigheid nog nodig is om een voor- en vroegschools aanbod te maken dat kwaliteit biedt en tot zinvolle resultaten voor zoveel mogelijk kinderen en ouders leidt. Wie? De gemeente Boxtel heeft aan het Nederlands Jeugdinstituut gevraagd om deze inventarisatie te organiseren. Tijdens 4 bijeenkomsten in het voorjaar 2011 komen vertegenwoordigers van de organisaties die in Boxtel bekend zijn als opvoedpartners in de pedagogische infrastructuur, voor dat doel bij elkaar. Pedagogisch beleid is het verzamelwoord voor: - Verantwoorden van de pedagogische visie en uitgangspunten; - Pedagogische aanpak op de werkvloer door het realiseren van een afgesproken werkwijze, vastgelegd in werkafspraken, protocollen of methodieken. Bij een inventarisatie van pedagogische visie en aanpak is de inbreng gewenst van professionals die kennis hebben op beide vormen van pedagogisch beleid. Deze professionals vertegenwoordigen bij voorkeur alle relevante opvoedpartners in de gemeente Boxtel om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. In de zomer 2010 is de Werkgroep Pedagogiek bij elkaar geweest voor een eerste kennismaking op samenwerking en afstemming. In deze werkgroep waren onderwijs, kinderopvang, speelzaalwerk en brede school vertegenwoordigd. Deze werkgroep is een vanzelfsprekende startgroep voor de Taskforce Pedagogie. Daarnaast zullen vertegenwoordigers van ontbrekende opvoedpartners worden gevraagd om aan de inventarisatiebijeenkomsten deel te nemen. Aangezien de inventarisatie de basis gaat vormen voor het Borgdocument Boxtels Model en input levert voor de ontwikkeling van de Methodiek Boxtels Model, is het belangrijk dat de inbreng de garantie heeft van 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
29
kwaliteit en continuïteit. Oftewel: de Taskforce Pedagogie moet bestaan uit deskundige professionals die bereid zijn om hun kennis in te brengen tijdens vier bijeenkomsten. Profiel van de Taskforce-deelnemer: - Vertegenwoordiger van een organisatie met een aanbod in de pedagogische infrastructuur in de gemeente Boxtel; - Kennis van pedagogisch beleid op papier (visie en uitgangspunten) en op de werkvloer (handelen); - Geschiktheid om ervaringen uit de eigen organisatie in te brengen en om over ervaringen uit partnerorganisaties mee te denken; - Bereidheid om alle bijeenkomsten aanwezig te zijn en om enige voorbereidende werkzaamheden per bijeenkomst te verrichten (ong. 2 uur per keer).
De bijeenkomsten Het Nederlands Jeugdinstituut stelt het volgende werkschema voor: Week / datum
Inhoud
Voorbereiding Week 12
Uitnodiging voor de eerste bijeenkomst Opzet van de totale reeks bijeenkomsten
Week 15 – dinsdag 12 april
Eerste bijeenkomst: kennismaking, uitleg over doel en aanpak, inventarisatieronde Emotionele veiligheid
Week 17 – dinsdag 26 april
Tweede bijeenkomst: inventarisatieronde Talentontwikkeling bij kinderen, persoonlijke en sociale competentie
Week 21 – dinsdag 24 mei
Derde bijeenkomst: inventarisatieronde Maatschappelijke zorgzaamheid als fundament voor zorg en educatie
Week 23 – dinsdag 7 juni
Vierde bijeenkomst: De inventarisatie als sluitend geheel, conclusies en aanbevelingen voor het Boxtels Model
Het Nederlands Jeugdinstituut maakt een verslag van de gevolgde aanpak en van de resultaten uit de bijeenkomsten. Dit verslag wordt in augustus 2011 overgedragen aan de gemeente Boxtel en dient als input voor het Borgdocument Boxtels Model. Aan de opdracht werken: - Josette Hoex, senior medewerker Educatie & Opvang, Nederlands Jeugdinstituut Utrecht (aanwezig op bijeenkomst 4); - Su’en Kwok, medior medewerker Educatie & Opvang, Nederlands Jeugdinstituut Utrecht (aanwezig op bijeenkomst 1 t/m 4); - Eva Blaauw, junior medewerker Educatie & Opvang, Masterstudent Maatschappelijke Opvoedvraagstukken, Universiteit van Utrecht (aanwezig op bijeenkomst 1 t/m 4).
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
30
Bijlage d
Deelnemerslijst
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
31
Deelnemers Taskforce pedagogiek/pedagogenwerkgroep Boxtels Model- Borgdocument Naam Ans Deneer
Naam organisatie Humanitas
Functie Regiopedagoog Eerste bijeenkomst aanwezig Coördinator VVE Eerste bijeenkomst aanwezig Coördinator zorg
Mailadres
[email protected]
Han Vlamings
Kindertuin
Noortje van Roosmalen Anne van Corven Monique Lauterfeld Franci dan de Loo
Kindertuin
Assistent- manager Op eigen verzoek Locatiemanager
[email protected]
Stichting Peuterhof
Teamleider Peuterspeelzaal
[email protected] [email protected]
Ghislaine de Brouwer Ger van Alphen Hub Janssen Wendy de Haan Corina van Pelt
Brede School Boxtel
Coördinator Brede School Boxtel
[email protected]
Basisschool de Spelelier Angelaschool
Intern Begeleider
[email protected]
Intern Begeleider
[email protected] [email protected]
Martine Ruwiel
Basisschool St.Theresia
Coördinator taalactiever Onderwijs assistent Eerste bijeenkomst aanwezig Intern Begeleider
Iris Vermeer Annelies Engel Hans Kusters Saskia Swinkels
Basisschool St. Theresia Basisschool St. Theresia Basisschool St. Petrus Basisschool de Beemden
Peggie Peters Rianne van Breughel Renske Putmans Anky Melis
Basisschool de Beemden Basisschool de Vorsenpoel Basisschool de Vorsenpoel Molenwijkschool
Noortje van Sambeek
Molenwijkschool
Maartje van Loene
Basisschool de Oversteek
Christine
Basisschool
Kindertuin Speelland
Angelaschool Angelaschool
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Directeur
[email protected]
Leerkracht Eerste bijeenkomst aanwezig Intern Begeleider
[email protected]
Intern begeleider
[email protected]
[email protected]
[email protected] Leerkracht Eerste bijeenkomst aanwezig Intern Begeleider Eerste bijeenkomst aanwezig Leerkracht/coördinator taalactiever Eerste bijeenkomst aanwezig Intern Begeleider
[email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected]
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
32
van de Heijden Kirsten van der Kolk Martin Hemmes
De Hobbendonken
Lucie Robben Mieke Odijk
Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Jeugd en Gezin
Conny van Aarle
Gemeente
Prinses Amalia school Samenwerkingsverband Basisonderwijs
Coördinator taalactiever Coördinator Eerste bijeenkomst aanwezig Pedagogisch Consulent Implementatie zorgstructuur Uitnodiging laatste bijeenkomst Beleidsmedewerker doorgaande leerlijnen Uitnodiging eerste/laatste bijeenkomst
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
33
Bijlage e
Programma van de vier bijeenkomsten
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
34
Bijeenkomst 1 Taskforce Pedagogiek 12 april 2011
Thema: Introductie en Emotionele Veiligheid
Programma: 9.30- 9.45
Kennismaking
9.45- 10.00
Uitleg over doel en aanpak - Uitleg Boxtels model, Conny van Aarle - Uitleg aanpak en onderlegger reeks bijeenkomsten Taskforce
10.00- 11.15
Inventarisatieronde emotionele veiligheid
11.15- 11.30
Afsluiting
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
35
Bijeenkomst 2 Taskforce Pedagogiek 26 april 2011
Thema: Talentenontwikkeling
Programma: 15.00– 15.10
Terugblik bijeenkomst 1
15.10– 15.40
Uitleg persoonlijke competentie & sociale competentie
15.45 - 16.30
Inventarisatieronde persoonlijke competentie & sociale competentie
16.30 – 16.50
Plenaire bespreking
16.50- 17.00
Evaluatie & Afsluiting
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
36
Bijeenkomst 3 Taskforce Pedagogiek 24 mei 2011
Thema: Maatschappelijke zorgzaamheid
Programma: 11.00– 11.10
Terugblik bijeenkomst 2
11.10– 11.50
Uitleg maatschappelijke zorgzaamheid
11.50 - 12.00
Terugkoppeling pedagogische beleidsplannen
12.00– 12.30
Inventarisatie d.m.v. vragenlijsten
12.30- 12.50
Plenaire bespreking inventarisatie
12.50 – 13.00
Evaluatie en afsluiting
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
37
Bijeenkomst 4 Taskforce Pedagogiek 7 juni 2011
Thema: Conclusies en aanbevelingen voor het Boxtels model
Programma: 9.30– 9.40
Welkom en rondje/ Josette Hoex
9.40– 9.45
Introductie op de ochtend: wat gaat er gebeuren? / Josette Hoex
9.45- 9.55
Bouwstenen voor het Boxtels Model / Su’en Kwok
9.55– 10.05
SWOT-analyse voor de stand van zaken / Josette Hoex
10.05- 10.45
Wat hebben we; wat moet & kan nog? / werkvorm
10.45- 11.05
2x 10 minuten presentatie uit de groepen / Josette Hoex
11.05- 11.25
Input voor het Borgdocument Boxtels Model / Josette Hoex
11.25- 11.30
Hoe nu verder? / afsluiting door Conny van Aarle
11.30- 12.30
Gezamenlijke lunch
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
38
Bijlage f
Bronnen en literatuur
Beek, S. en Elenbaas, A. (2011) VVE in Boxtel. Kwaliteit in beeld. KPC Groep. Blaauw, E. (2011). Verslag Bijeenkomst 1 Boxtels model. Introductie aanpak en inventarisatie ‘Emotionele veiligheid’. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Blaauw, E. (2011). Verslag Bijeenkomst 2 Boxtels Model. Talentontwikkeling: ‘Persoonlijke en Sociale competentie’. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Blaauw, E. (2011). Verslag Bijeenkomst 3 Boxtels Model. Maatschappelijke zorgzaamheid: ‘Waarden en Normen; Socialisatie’. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Blaauw, E. (2011). Verslag Bijeenkomst 4 Boxtels Model. Koers bepalen voor de nabije toekomst. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gemeente Boxtel (2010). Notitie Harmonisatie voorschoolse opvang en educatie. Samen op weg via het Boxtels model. Gemeente Boxtel (2010). Doorgaande ontwikkelingslijnen 0 – 6 jarigen VVE. PVA VVE Impuls in Boxtel 2010 -2013. Ontwerp Boxtels model. Hoex, J. (2005). Onderwijs op de ‘gelijke leggers’, werken aan leer- en opvoedingsdoelen. In: De wereld van het jonge kind, januari. Hoex, J. en Kwok, S. (2009). Pedagogische kwaliteit op orde. Een ordeningsinstrument voor pedagogisch beleid in kinderopvang en peuterspeelzaal. Alkmaar: Bureau extern. Hoex, J. (2011). Pedagogische kwaliteit van leven in Boxtel. Plan van aanpak voor de Taskforce Pedagogie – Boxtels Model. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Mesman, J. (2011). Optimale onderwijskansen voor kinderen. Oud geleerd, jong gedaan. HJK, februari. Onderwijsraad (2008). Een rijk programma voor ieder kind. Advies uitgebracht aan het ministerie van OCW. Den Haag: Onderwijsraad. Pronk, I (2011). ‘De ouders blijven verantwoordelijk’. Interview met Micha de Winter. In: Trouw. Riksen–Walraven, J.M.A. (2000). Tijd voor kwaliteit in de kinderopvang. Oratiereeks UvA. Amsterdam: Vossiuspers. Schouten, E. (red) (2010). Talenten! Speciale editie Sardes. Nummer 10, november. Verhoeven, S., Pauw, L. en Winter, M., de (2007). Democratisch burgerschap in de basisschool. In: Jeugd in School en Wereld : JSW; jaargang 91 : nr 1 (mei 2007), p. 18-20 Schreuder, L., Boogaard, M., Fukkink, L. en Hoex, J. (2011). Pedagogisch kader kindercentra 4 – 13 jaar. Maarssen: Elsevier / Reed Business Singer, E. en Haan, D., de (2006). Kijken, kijken, kijken,. Over samenspelen, botsen en verzoenen bij jonge kinderen. Amsterdam: SWP. Singer, E. en Kleerekoper, L. (2009). Pedagogisch kader kindercentra 0 – 4 jaar. Maarssen: Elsevier / Reed Business 110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
39
Verhelst, M. (2011). De peuterwereld: een krachtige taalomgeving. In: Kiddo, 3. Vroom, M (2005). De vier pedagogische basisdoelen. Leidster heeft sleutelrol. In: Kinderopvang, juli- augustus. Winter, M. de (2007). Kinderen als medeburgers. Opvoeden tot democratisch burgerschap. Comeniusvoordracht. Naarden: Comenius Stichting.
110908 Rapportage bijeenkomsten Taskforce Pedagogiek/ ontwikkeling Methodiek Boxtels Model
40