Lid ONRI ISO-9001: 2000 gecertificeerd
Rapport Woningen Nieuw Hoog Catharijne, Utrecht. Onderzoek naar geluid uit de omgeving vanwege installaties en parkeergarages
Rapportnummer GJ 15154-2 d.d. 10 december 2008, gewijzigd 18 mei 2009
Peutz bv Paletsingel 2, Postbus 696 2700 AR Zoetermeer Tel. (079) 347 03 47 Fax (079) 361 49 85
[email protected] www.peutz.nl Peutz bv Lindenlaan 41, Molenhoek Postbus 66, 6585 ZH Mook Tel. (024) 357 07 07 Fax (024) 358 51 50
[email protected] www.peutz.nl Peutz bv L. Springerlaan 37, Groningen Postbus 7, 9700 AA Groningen Tel. (050) 520 44 88 Fax (050) 526 31 78
[email protected] www.peutz.nl Peutz GmbH Düsseldorf, Bonn
[email protected] www.peutz.de
Opdrachtgever:
Hoog Catharijne BV
Rapportnummer:
GJ 15154-2
Datum:
10 december 2008, gewijzigd 18 mei 2009
Ref.:
FK/DJS/MB/MvM/GJ 15154-2-RA
Peutz SARL Paris, Lyon
[email protected] www.peutz.fr Peutz bv London
[email protected] www.peutz.co.uk Daidalos Peutz bvba Leuven
[email protected] www.daidalospeutz.be Köhler Peutz Geveltechniek bv Zoetermeer
[email protected] www.gevel.com Alle opdrachten aan ons bureau worden aanvaard, uitgevoerd en berekend volgens 'De Nieuwe Regeling 2005; Rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur' (DNR 2005). Ingeschreven KvK onder nummer 12028033. BTW identificatienummer NL004933837B01
Inhoud
pagina
1. INLEIDING EN SAMENVATTING
4
2. UITGANGSPUNTEN EN REPRESENTATIEVE BEDRIJFSSITUATIE
8
2.1. Inleiding
8
2.2. Entreegebouw en parkeergarage onder het Entreegebouw 2.3. Warenhuis V&D
9 13
2.3.1. Reguliere representatieve bedrijfssituatie 2.3.2. Representatieve bedrijfssituatie met koopavond
13 14
2.4. Parkeergarage Rijnkade 2.5. Poortgebouw en Catharijnerooms 3. GELUIDMETINGEN 3.1. Meetmethode en meetinstrumenten 3.2. Meetresultaten
14 14 16 16 16
4. GRENSWAARDEN EN WETTELIJKE ASPECTEN
18
5. BEREKENINGEN
20
5.1. Algemeen 20 5.2. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het kader van de procedure ex art. 19 WRO
20
5.2.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage 5.2.2. Warenhuis V&D
20 21
5.2.3. Parkeergarage Rijnkade 5.3. Maximale geluidniveaus in het kader van de procedure ex art. 19 WRO
23 23
5.3.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage 5.3.2. Warenhuis V&D
23 23
5.3.3. Parkeergarage Rijnkade
23
5.4. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het kader van de bestemmingsplanwijziging
24
5.4.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage 5.4.2. Warenhuis V&D
24 24
5.4.3. Parkeergarage Rijnkade 5.4.4. Poortgebouw en Catharijnerooms
25 25
GJ 15154-2-RA
2
5.5. Maximale geluidniveaus in het kader van de bestemmingsplanwijziging
27
5.5.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage
27
5.5.2. Warenhuis V&D 5.5.3. Parkeergarage Rijnkade
27 28
5.5.4. Poortgebouw
28
6. BEOORDELING 6.1. Beoordeling in het kader van de procedure ex art. 19 WRO 6.1.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage 6.1.2. Warenhuis V&D
29 29 29 29
6.1.3. Parkeergarage Rijnkade 6.2. Beoordeling in het kader van de bestemmingsplanwijziging
33 33
6.2.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage 6.2.2. Warenhuis V&D
33 34
6.2.3. Parkeergarage Rijnkade
36
6.2.4. Poortgebouw en Catharijnerooms
36
7. CONCLUSIE
37
BIJLAGE I
Spectrale verdeling van meetresultaten
BIJLAGE II BIJLAGE III
Invoergegevens rekenmodel Entreegebouw Rekenresultaten rekenmodel Entreegebouw
BIJLAGE IV
Invoergegevens rekenmodellen V&D
BIJLAGE V BIJLAGE VI
Rekenresultaten rekenmodellen V&D Invoergegevens rekenmodel Poortgebouw
BIJLAGE VII
Rekenresultaten rekenmodel Poortgebouw
GJ 15154-2-RA
3
1. INLEIDING EN SAMENVATTING In opdracht van Hoog Catharijne B.V. is een onderzoek uitgevoerd naar geluid vanwege diverse installaties en twee parkeergarages op de geprojecteerde woningen in het plan Nieuw Hoog Catharijne. Het plan voorziet onder andere in de ontwikkeling van drie lagen commerciële ruimten (Entreegebouw) en in de ontwikkeling van een nieuw gebouw ter plaatse van de huidige Catharijnebaan (Poortgebouw) dat door middel van twee glazen overkappingen (Catharijnerooms) verbonden wordt met de commerciële ruimten aan beide zijden van de Catharijnebaan. Onder het Entreegebouw wordt een nieuwe parkeergarage ontwikkeld. Het plan ligt in de akoestische invloedsfeer van de bestaande bronnen van V&D en de parkeergarage Rijnkade. Het plan voorziet op een aantal plaatsen in woonfuncties. Het betreft een woonblok met drie lagen appartementen en een woonblok met eengezinswoningen boven op de nieuwe en bestaande commerciële ruimten (samen Westblok genoemd), een woontoren van 8 verdiepingen naast het gebouw van V&D, en 7 lagen appartementen in het Poortgebouw. De commerciële ruimten van het Entreegebouw, de woningen van het Westblok en de appartementen in de woontoren worden mogelijk gemaakt middels een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De ontwikkeling van het Poortgebouw, de beide Catharijnerooms en ontwikkelingen in het Radboudkwartier, Moreelse Park en Singelborghkwartier worden mogelijk gemaakt door een bestemmingsplanwijziging. In het kader van de vrijstellingsprocedure ex art. 19 WRO zijn de geluidbelastingen vanwege nieuw te plaatsen geluidbronnen ten behoeve van het Entreegebouw en de nieuwe parkeergarage onder het Entreegebouw, en vanwege bestaande geluidbronnen van V&D en de parkeergarage Rijnkade op de woningen boven het Entreegebouw, de woontoren en bestaande woningen in de omgeving onderzocht. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder zijn gelijk aan of lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Het Entreegebouw en de parkeergarage veroorzaken geen relevante maximale geluidniveaus. Dit is derhalve eveneens acceptabel. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege V&D bedragen bij de meeste woningen niet hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, hetgeen acceptabel is. Aan twee zijden van de woontoren worden in de reguliere representatieve bedrijfssituatie langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 53 dB(A) in de dagperiode en ca. 49 dB(A) in de avondperiode. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond is
GJ 15154-2-RA
4
dat bij de woontoren tot ca. 51 dB(A) in die avondperiode, en bij de woningen van het Westblok aan één zijde (zijde 2) tot ca. 47 dB(A. Die waarden zijn hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Vanuit akoestisch/technisch oogpunt zijn er in principe meerdere geluidreducerende maatregelen mogelijk aan de geluidbronnen van V&D of in de overdracht naar de betreffende te bouwen woningen, waarmee de geluidbelasting vanwege V&D voldoende kan worden gereduceerd. Daarnaast zijn ook maatregelen mogelijk aan de te bouwen woningen waarmee de geluidbelasting vanwege V&D tot die standaard grenswaarden kan worden beperkt. Het is voorts in principe mogelijk dat de gemeente een maatwerkvoorschrift voor V&D stelt, waarbij dan het akoestisch klimaat van de bewoners middels maatregelen aan gevels, ventilatie e.d. voldoende gewaarborgd blijft. Uiteraard is ook een combinatie van maatregelen e.d. mogelijk. Er zijn derhalve voldoende mogelijkheden om een voldoende woon- en leefklimaat bij de nieuwe woningen te realiseren, en om te zorgen dat V&D aan de voor het warenhuis geldende geluidgrenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit zal blijven voldoen. Van belang in verband met de uitvoerbaarheid van maatregelen is dat voor alle betreffende woningen ook maatregelen bij of aan die woningen mogelijk zijn, waarvoor derhalve geen medewerking of toestemming van derden (V&D) is benodigd. De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege parkeergarage Rijnkade op de woningen van het Westblok en de woontoren zullen niet hoger dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit bedragen. Echter, als gevolg van activiteiten van personenauto's op het parkeerdek zal een overschrijding van grenswaarden voor maximale geluidniveaus kunnen plaatsvinden in de avond- en de nachtperiode. Dit kan in principe worden voorkomen door in de avond- en de nachtperiode aankomst en vertrek van plaatsen nabij de woontoren niet toe te staan, of door een (gedeelte van) het parkeerdek te onttrekken aan de openbare parkeergarage. Ook zijn in principe maatregelen mogelijk aan de gevel van de woningen in het Westblok (geïntegreerd geluidscherm, dan wel niet te openen delen voor de geluidgevoelige ruimten). Ook met betrekking tot de parkeergarage Rijnkade zijn er derhalve voldoende mogelijkheden om een voldoende woon- en leefklimaat bij de nieuwe woningen te realiseren, en om te zorgen dat de parkeergarage aan de voor de parkeergarage geldende geluidgrenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit zal blijven voldoen. Van belang in verband met de uitvoerbaarheid van maatregelen is dat zowel de parkeergarage Rijnkade als de betreffende te bouwen woningen onder de aanvragende partijen vallen. Voor genoemde maatregelen t.b.v. de parkeergarage Rijnkade is derhalve geen medewerking of toestemming van derden benodigd. Ten behoeve van de wijziging van het bestemmingsplan is de geluidbelasting op de woningen in het Poortgebouw vanwege bronnen van het Entreegebouw en de parkeergarage onder het Entreegebouw, V&D en de parkeergarage Rijnkade onderzocht. Voorts is de geluidbelasting onderzocht vanwege de installaties behorende bij het
GJ 15154-2-RA
5
Poortgebouw en de Catharijnerooms op de woningen van het Westblok, de woontoren, het Poortgebouw en andere woningen in de omgeving. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder bij de woningen van het Poortgebouw zijn lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Maximale geluidniveaus vanwege voertuigen die de parkeergarage onder het Entreegebouw in- en uitrijden zijn eveneens lager dan de daarvoor geldende standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Vanwege V&D worden in de reguliere representatieve bedrijfssituatie langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend bij de woningen van het Poortgebouw tot ca. 50 dB(A) in de dagperiode en ca. 45 dB(A) in de avondperiode. Deze waarden zijn gelijk aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond worden in de avondperiode langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 48 dB(A). Deze waarden zijn enigszins hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. In principe kunnen geluidreducerende maatregelen worden getroffen aan de bronnen die de overschrijding veroorzaken, aan de betreffende geveldelen van de woningen in het Poortgebouw (uitvoeren zonder te openen delen, of toepassing van in het Poortgebouw geïntegreerde afschermende voorzieningen), en/of het stellen van een maatwerkvoorschrift door de gemeente Utrecht onder voorwaarden om het woon- en leefklimaat in de woningen te waarborgen. Van belang in verband met de uitvoerbaarheid van maatregelen is dat voor alle betreffende woningen ook maatregelen bij of aan die woningen mogelijk zijn, waarvoor derhalve geen medewerking of toestemming van derden (V&D) is benodigd. Maximale geluidniveaus vanwege installaties en de expeditieruimte van V&D zijn acceptabel want niet hoger dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. De geluidniveaus vanwege de parkeergarage Rijnkade zijn bij de woningen in het Poortgebouw relatief laag, en derhalve acceptabel. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege de installaties in het Poortgebouw en de Catharijnerooms bij de appartementen en woningen van het Westblok, de woningen van de woontoren en de woningen van het Poortgebouw zijn gelijk aan of lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Vanwege de installaties zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten. Dit is derhalve eveneens acceptabel. Geconcludeerd kan worden dat bij een juiste dimensionering en uitvoering van de nieuwbouw (installaties Entreegebouw en daaronder liggende parkeergarage),
GJ 15154-2-RA
6
gecombineerd met maatregelen ten behoeve van V&D en de Rijnkadeparkeergarage, aan te stellen grenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit kan worden voldaan en bij de woningen een acceptabel woon- en leefklimaat verkregen kan worden. Datzelfde is het geval bij realisatie van het Poortgebouw. Welke maatregelen uiteindelijk zullen worden uitgevoerd is afhankelijk van diverse o.a. financiële aspecten, maar het is voor alle woningen mogelijk om voldoende maatregelen te treffen in onderhavige plan (aan of bij de te bouwen woningen dan wel het dek van de parkeergarage Rijnkade). De uitvoering van voldoende maatregelen is derhalve niet afhankelijk van medewerking van derden.
GJ 15154-2-RA
7
2. UITGANGSPUNTEN EN REPRESENTATIEVE BEDRIJFSSITUATIE
2.1. Inleiding In opdracht van Hoog Catharijne B.V. is een onderzoek uitgevoerd naar geluid vanwege diverse installaties en twee parkeergarages op de geprojecteerde woningen in het plan Nieuw Hoog Catharijne. Een overzicht van het plan is weergegeven in figuur 1. Het plan voorziet onder andere in de ontwikkeling van drie lagen commerciële ruimten (Entreegebouw) aangrenzend aan bestaande commerciële ruimten en aan het bestaande gebouw van V&D, en in de ontwikkeling van een nieuw gebouw ter plaatse van de huidige Catharijnebaan (Poortgebouw). Het Poortgebouw wordt door middel van twee glazen overkappingen (Catharijnerooms, ook wel Stadskamers genoemd) verbonden met de commerciële ruimten onder het Westblok aan de ene kant en bestaande bebouwing van het Radboudkwartier, Moreelse Park en Singelborghkwartier aan de andere kant. Onder het Entreegebouw wordt een nieuwe parkeergarage ontwikkeld, waar de bestaande parkeergarage Vredenburg in opgenomen wordt. Op een aantal plaatsen zijn woonfuncties geprojecteerd. Het betreft een woonblok met drie lagen appartementen en een woonblok met eengezinswoningen boven op de nieuwe en bestaande commerciële ruimten (samen Westblok genoemd), een woontoren van 8 verdiepingen naast het gebouw van V&D, en 7 lagen appartementen in het Poortgebouw. De
realisatie
van
het
plan
wordt
deels
mogelijk
gemaakt
middels
een
vrijstellingsprocedure ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en deels door een bestemmingsplanwijziging. De commerciële ruimten van het Entreegebouw, de woningen van het Westblok en de appartementen in de woontoren worden mogelijk gemaakt middels een artikel 19-procedure. De ontwikkeling van het Poortgebouw, de beide Catharijnerooms en ontwikkelingen in het Radboudkwartier, Moreelse Park en Singelborghkwartier worden mogelijk gemaakt door een bestemmingsplanwijziging. Onderhavig onderzoek is uitgevoerd zowel ten behoeve van de vrijstellingsprocedure ex art. 19 WRO als de wijziging van het bestemmingsplan. Ten behoeve van de vrijstellingsprocedure ex art. 19 WRO zijn de volgende aspecten onderzocht: -
-
de geluidbelasting vanwege nieuw te plaatsen geluidbronnen ten behoeve van het Entreegebouw en de nieuwe parkeergarage onder het Entreegebouw, op de woningen van het Westblok, de woontoren en bestaande woningen in de omgeving; de geluidbelasting vanwege bestaande bronnen van V&D op bovengenoemde woningen;
-
de geluidbelasting vanwege parkeergarage Rijnkade op bovengenoemde woningen.
GJ 15154-2-RA
8
Voor de wijziging van het bestemmingsplan zijn vervolgens onderzocht: -
de geluidbelasting vanwege bronnen ten behoeve van het Entreegebouw en de parkeergarage onder het Entreegebouw op de woningen in het Poortgebouw;
-
de geluidbelasting vanwege bronnen van V&D op de woningen in het Poortgebouw; de geluidbelasting vanwege parkeergarage Rijnkade op de woningen in het
-
Poortgebouw; de geluidbelasting vanwege bronnen in het Poortgebouw en de Catharijnerooms op de woningen in het Poortgebouw;
-
de geluidbelasting vanwege bronnen in het Poortgebouw en de Catharijnerooms op de woningen van het Westblok, de woontoren en woningen in de omgeving.
In de volgende paragrafen worden de diverse bedrijfssituaties besproken van de bronnen van het Entreegebouw en de parkeergarage onder het Entreegebouw, V&D, de parkeergarage Rijnkade en het Poortgebouw inclusief Catharijnerooms. Onder de representatieve bedrijfssituatie wordt in dit verband verstaan de bedrijfssituatie met een representatief aantal voertuigbewegingen, representatieve bedrijfsduur van relevante apparatuur en dergelijke. 2.2. Entreegebouw en parkeergarage onder het Entreegebouw Ten behoeve van onderhavig rapport is onder meer gebruikt gemaakt van:
-
rapport "Beoordeling toegang en uitgang parkeergarage Nieuw Hoog Catharijne, concept" door Goudappel Coffeng, kenmerk CNR017/Wyj/0118 d.d. 14 februari 2007; overzicht “Geluidvermogens toegepaste nieuwe ventilatoren en kasten excl. geluiddempers” door Techniplan Adviseurs, kenmerk CNU-103W3-P-UU003c’, d.d. 16 januari 2008;
-
diverse tekeningen, beschikbaar gesteld door Van den Oever Zaaier & Partners.
Met betrekking tot de representatieve bedrijfssituatie van de relevante geluidbronnen in de beschouwde toekomstige situatie is het navolgende gehanteerd. In het navolgende is de representatieve bedrijfssituatie per gebouwdeel beschreven.
-
Parkeergarage onder Entreegebouw
Deze parkeergarage (een uitbreiding van en inclusief de huidige Vredenburggarage), is gesitueerd onder het Entreegebouw en zal 2 toegangen hebben (zie figuur 2). De noordelijke toegang bestaat uit één tunnelbuis die zowel door in- als uitrijdend verkeer wordt gebruikt. Deze toegang is gesitueerd ten noordwesten van de eigenlijke parkeergarage. Op basis van een inschatting van de gemeente Utrecht is gehanteerd dat ca. 75 % van de voertuigen van deze toegang gebruik zal maken. De zuidelijke toegang heeft twee tunnelbuizen; één voor inrijdend verkeer en één voor uitrijdend verkeer. Deze
GJ 15154-2-RA
9
toegang zal door ca. 25 % van de voertuigen gebruikt worden. De bezoekende aantallen auto’s kunnen per dag verschillen. Maatgevend voor het akoestisch onderzoek zijn de normaliter te verwachten maximale aantallen bezoekende personenauto’s. De parkeergarage is geopend in de dagperiode (07.00 – 19.00 uur), de avondperiode (19.00 – 23.00 uur) en de nachtperiode (23.00 – 07.00 uur). Er is gerekend met de in de navolgende tabel aangegeven aantallen personenautobewegingen. Tabel 1 Toegang
Aantal voertuigbewegingen Entreegebouw, per periode
per
toegang
parkeergarage
onder
Dagperiode
Avondperiode
Nachtperiode
(07.00 – 19.00 uur)
(19.00 – 23.00 uur)
(23.00 – 07.00 uur)
In
Uit
In
Uit
In
Uit
Noord
2278
2826
1037
1037
500
491
Zuid in
759
Zuid uit
346 942
166 346
164
Ter plaatse van de toegangen (hellingbanen) is een effectieve rijsnelheid gehanteerd van ca. 30 km/h met een effectieve bronsterkte van ca. 90 dB(A). In de tunnels is gehanteerd dat iedere auto effectief gedurende 15 seconden nabij de tunnelmond aanwezig is en daarbij een equivalent geluidniveau van ca. 69 dB(A) in de opening veroorzaakt. Hierbij is aangenomen dat in de tunnels enig geluidabsorberend materiaal is aangebracht (op het plafond). Als maximale bronsterkte voor de rijdende personenauto’s is ca. 98 dB(A) gehanteerd (rijden over de hellingbanen). Als maximale geluidniveau in de opening van de tunnelmonden is ca. 74 dB(A) gehanteerd. De gehanteerde bronsterkten zijn gebaseerd op ervaringsgegevens (geluidmetingen elders in parkeergarages).
-
Installaties Entreegebouw
Het Entreegebouw bestaat uit drie lagen commerciële ruimten. Op het dak van de commerciële ruimten zijn twee blokken woningen geprojecteerd, te weten één blok met appartementen en één blok eengezinswoningen. De woningen vormen samen het Westblok. De modellering van het Entreegebouw en de woningen van het Westblok is gebaseerd op de volgende tekeningen:
-
586WOdo-03, d.d. 07-03-2008; 586WOdo-04, d.d. 07-03-2008; 586WOdo-05, d.d. 07-03-2008; 586WOdo-06, d.d. 07-03-2008; 578VRdo-101, d.d. 07-03-2008; 578GEdo-201, d.d. 19-11-2007.
GJ 15154-2-RA
10
Op de daken van de appartementen zijn diverse aanzuigroosters en afblaasroosters geprojecteerd. Het betreft een aanzuig- en afblaasrooster ten behoeve van de luchtbehandeling van blok 1 en 2 van de commerciële ruimten van Vredenburg, twee roosters ten behoeve van afvoer van ventilatielucht uit de nieuw te bouwen parkeergarage onder het Entreegebouw (dus tevens onder het Westblok aangezien dat op het Entreegebouw is gesitueerd), en een koeling ten behoeve van de nieuw te bouwen parkeergarage onder het Entreegebouw. Voor het aanzuig- en afblaasrooster van de luchtbehandeling van genoemd blok 1 zijn bronsterkten gehanteerd van respectievelijk ca. 62 en ca. 63 dB(A), voor de luchtbehandeling van blok 2 respectievelijk ca. 63 en ca. 64 dB(A). Met betrekking tot de parkeergarage is als bronsterkte van de beide roosters ca. 66 dB(A) per rooster gehanteerd, gebaseerd op het door Techniplan opgegeven bronsterkte van ca. 81 dB(A), met daarbij toepassing van een geluiddemper die een demping van ca. 15 dB(A) realiseert. Als bronsterkte van de koeling is ca. 63 dB(A) gehanteerd, gebaseerd op het door Techniplan aangeleverde bronsterkte van ca. 83 dB(A), en toepassing van geluidreducerende voorzieningen van ca. 20 dB(A). Op het dak zijn pijpjes van de mechanische ventilatie van de appartementen aanwezig. De geluiduitstraling hiervan is als niet-relevant aangemerkt. Op het dak van één van de eengezinswoningen is een schacht geprojecteerd ten behoeve van de luchtbehandeling van blok 3 van de commerciële ruimten van Vredenburg. Aan de bovenkant van de schacht zijn een aanzuig- en afblaasrooster geprojecteerd, waarvoor bronsterkten gehanteerd zijn van ca. 63 en ca. 64 dB(A). Voorts zijn op het dak pijpjes van de mechanische ventilatie van de woningen aanwezig. De geluiduitstraling hiervan is als niet-relevant aangemerkt. In de binnentuin zijn een toevoer- en afvoerrooster geprojecteerd ten behoeve van ventilatie van de Vredenburg Big Room. Als bronsterkte van het toevoerrooster is door Techniplan ca. 90 dB(A) opgegeven, als bronsterkte van het afvoerrooster ca. 93 dB(A). Voor beide roosters is gehanteerd dat geluidreducerende voorzieningen worden getroffen die de geluiduitstraling met ca. 25 dB(A) dempen, zodat de in het rekenmodel gehanteerde bronsterkte respectievelijk 65 en 68 dB(A) bedraagt. Op het dak van de commerciële ruimten aan kant van V&D tenslotte is een tweede afvoerrooster ten behoeve van ventilatie van de Vredenburg Big Room geprojecteerd. Als bronsterkte hiervoor is eveneens ca. 68 dB(A) gehanteerd (inclusief geluiddemper). Gehanteerd is dat bronnen ten behoeve van commerciële ruimten gedurende ca. 11,5 uur in de dagperiode en ca. 2,5 uur in de avondperiode in bedrijf kunnen zijn. Deze bedrijfstijden zijn gebaseerd op een situatie tijdens koopavond, waarbij de commerciële ruimten tot 21.00 uur geopend zijn. In de praktijk zal deze situatie slechts eenmaal per week optreden. Op de overige dagen zal de geluidbelasting, met name in de avondperiode, lager zijn. Voor de bronnen van de parkeergarage en de Vredenburg Big Rooms is continubedrijf verondersteld.
GJ 15154-2-RA
11
-
Vredenburg Paviljoen
Het Vredenburg Paviljoen bestaat uit drie lagen commerciële ruimten en vier lagen kantoren. De modellering is gebaseerd op de volgende tekeningen:
-
578Cado-04, d.d. 31-03-2008; 25004.03_VP-Maxtrix, niet gedateerd.
In één van de zijgevels zijn een aanzuig- en afblaasrooster geprojecteerd ten behoeve van de luchtbehandeling van de commerciële ruimten van het Paviljoen. Als bronsterkte van beide roosters is ca. 65 dB(A) per rooster gehanteerd, conform opgave Techniplan. Op het dak van het Paviljoen zijn twee roosters geprojecteerd ten behoeve van de luchtbehandeling van de kantoren in het Paviljoen. Voor beide roosters is een bronsterkte van ca. 63 dB(A) per rooster gehanteerd conform opgave Techniplan. Voor de bronnen ten behoeve van commerciële ruimten is gehanteerd dat deze gedurende ca. 11,5 uur in de dagperiode en ca. 2,5 uur in de avondperiode in bedrijf kunnen zijn. Deze bedrijfstijden zijn gebaseerd op een situatie tijdens koopavond, waarbij de commerciële ruimten tot 21.00 h geopend zijn. In de praktijk zal deze situatie slechts eenmaal per week optreden. Op de overige dagen zal de geluidbelasting, met name in de avondperiode, lager zijn. Voor de bronnen ten behoeve van de kantoren is continubedrijf verondersteld. Ook deze geluidbelasting zal in de praktijk lager zijn daar de luchtbehandelinginstallatie met name in de avond- en nachtperiode niet continu op vol vermogen zal draaien. De gemodelleerde situatie is derhalve een worst-case scenario.
-
Woontoren
Ten noordoosten van V&D en ten oosten van het Westblok is een woontoren geprojecteerd. De modellering van het gebouw is gebaseerd op de volgende tekening:
-
586WOdo-0302, d.d. 08-06-2007.
In de noordoost- en zuidoostgevel van de woontoren zijn respectievelijk een aanzuigrooster en een afblaasrooster van luchtbehandeling ten behoeve van de passage Clarenburg geprojecteerd. Als bronsterkte van het aanzuigrooster is ca. 64 dB(A) gehanteerd, als bronsterkte van het afblaasrooster ca. 63 dB(A), conform opgave Techniplan. Op het dak van de woontoren zijn voorts pijpjes van de mechanische ventilatie geprojecteerd. De geluiduitstraling hiervan is als niet-relevant aangemerkt. Gehanteerd is dat bronnen ten behoeve van commerciële ruimten gedurende ca. 11,5 uur in de dagperiode en ca. 2,5 uur in de avondperiode in bedrijf kunnen zijn. Deze bedrijfstijden zijn gebaseerd op een situatie tijdens koopavond, waarbij de commerciële ruimten tot 21.00 h geopend zijn. In de praktijk zal deze situatie slechts eenmaal per
GJ 15154-2-RA
12
week optreden. Op de overige dagen zal de geluidbelasting, met name in de avondperiode, lager zijn. 2.3. Warenhuis V&D
2.3.1. Reguliere representatieve bedrijfssituatie Ten noordoosten van de geprojecteerde commerciële ruimten ligt het bestaande warenhuis V&D. De modellering van de gebouwen van V&D is gebaseerd op de volgende tekeningen:
-
578GEdo-00, d.d. 10-12-2007; 578GEdo-02, d.d. 19-03-2007; GEdo-03, niet gedateerd; diverse tekeningen aangeleverd door BAM Techniek.
Er zijn diverse bronnen aanwezig op het dak van het warenhuis van V&D. Op het dak van de vierde verdieping staat een dakopstand van een ventilatieschacht (bovenzijde: uitlaat coulissendemper, tevens een rooster in gevel van die dakopstand). Tevens zijn er vijf roosters ten behoeve van luchtbehandeling aanwezig in de gevel van de vijfde verdieping (in een 'gang'). Op het dak van de vijfde verdieping zijn diverse luchtbehandelingkasten en afzuigingen aanwezig, een rooster ten behoeve van luchtbehandeling in de gevel van de zesde verdieping en een koeltoren (waterkoeling). Op het dak van de zesde verdieping zijn diverse installaties ten behoeve van luchtbehandeling aanwezig. Voorts zijn er koelcompressoren en -condensoren aanwezig in een trappenhuis aan de noordoostzijde. Aan de zuidoostkant van het gebouw (de kant van de huidige Rijnkade) is een toegang naar de expeditieruimte aanwezig. De bronsterkten van de installaties op het dak van V&D zijn bepaald op basis van geluidmetingen ter plaatse (zie hoofdstuk 3). De installaties kunnen in bedrijf zijn van een half uur voor winkelopeningstijd (7.30 uur) tot een half uur na sluitingstijd (20.30 uur). De bronvermogenniveaus van de compressoren in het trappenhuis zijn eveneens bepaald op basis van geluidmetingen ter plaatse. Gehanteerd is dat de compressoren kunnen draaien gedurende ca. 1,5 uur in de dagperiode en ca. 0,5 uur in de avondperiode. Voor de expeditieruimte is gehanteerd dat deze kan worden bezocht door ca. 12 vrachtwagens in de dagperiode en ca. 4 vrachtwagens in de avondperiode. Gehanteerd is dat het laden en lossen van iedere vrachtwagen in de expeditieruimte gedurende akoestisch effectief een half uur plaatsvindt en dat daarbij een equivalent geluidniveau van ca. 75 dB(A) in de (toegangs-)opening wordt veroorzaakt. Dit is gebaseerd op ervaringsgegevens (geluidmetingen elders, de vrachtwagens staan op enige afstand van de opening van de expeditieruimte).
GJ 15154-2-RA
13
2.3.2. Representatieve bedrijfssituatie met koopavond Eén maal per week vindt er een koopavond plaats waarop het warenhuis tot 21.00 uur geopend is. De installaties op het dak kunnen dan in bedrijf zijn van 7.30 uur tot 21.30 uur, derhalve 11,5 uur in de dagperiode en 2,5 uur in de avondperiode. 2.4. Parkeergarage Rijnkade De modellering van de bestaande parkeergarage Rijnkade is gebaseerd op de volgende tekeningen:
-
578GEdo-00, d.d. 10-12-2007; 578GEdo-02, d.d. 19-03-2007.
De parkeergarage is 24 uur per dag geopend. In de gevel van de opbouw die naast de rijbaan naar het bovenste (open) parkeerdek staat is een rooster aanwezig waarachter een installatie is gelegen. Deze geluidbron was ten tijde van de geluidmetingen bij V&D niet in bedrijf. De geluiduitstraling hiervan is voor onderhavige doeleinden als nietrelevant aangemerkt, omdat die bron door de gebouwen van V&D wordt afgeschermd in de relevante richtingen (naar woningen). Met betrekking tot het open parkeerdek van de parkeergarage Rijnkade wordt opgemerkt dat vooral in de avond- en de nachtperiode geen tot slechts enkele auto's tot bovenaan doorrijden en parkeren, omdat zich daar geen voetgangerstoegang bevindt. Op het bovenste dek parkerende auto's veroorzaken dan ook geen relevante geluidbijdragen ter hoogte van de woningen, en leiden derhalve niet tot overschrijding van de grenswaarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus uit het Activiteitenbesluit (zie ook hoofdstuk 4 en 5). 2.5. Poortgebouw en Catharijnerooms Het Poortgebouw is gesitueerd ten zuidwesten van de bebouwing van het Entreegebouw. Het Poortgebouw is door middel van twee overkappingen (Catharijnerooms) verbonden met de commerciële ruimten van het Entreegebouw aan de ene kant en de commerciële ruimten van het Radboudkwartier, Singelborghkwartier en Moreelse Park aan de andere kant. De modellering van het Poortgebouw en de beide overkappingen is gebaseerd op de volgende tekeningen:
-
578CAdo-03 d.d. 31-03-08; 578CAdo-04 d.d. 31-03-08; 578CAdo-05 d.d. 31-03-08; 578CAdo-06 d.d. 31-03-08; 578CAdo-08 d.d. 31-03-08; 578GEdo-01 d.d. 31-03-08.
GJ 15154-2-RA
14
In de gevel van het Poortgebouw zijn twee aanzuigroosters ten behoeve van ventilatie van commerciële ruimten geprojecteerd. De gehanteerde bronsterkten zijn ca. 79 dB(A). Voor het rooster dat gesitueerd is aan de kant van de woningen, is gehanteerd dat een geluiddemper zal worden toegepast waarmee de bronsterkte beperkt wordt tot 64 dB(A). Tevens zijn twee aanzuigroosters voor de luchtbehandeling van de Catharijnerooms geprojecteerd; de bronsterkten zijn volgens opgave van de leverancier ca. 64 dB(A). Bij het rooster dat dicht bij de woningen van het Poortgebouw geprojecteerd is, is gehanteerd dat een geluiddemper wordt toegepast met een demping van ca. 15 dB(A) zodat
de
bronsterkte
ca.
51 dB(A)
bedraagt.
De
afblaasroosters
van
deze
luchtbehandelinginstallatie zijn geprojecteerd boven het waterniveau van de Catharijnesingel en worden in de richting van woningen afgeschermd. De geluiduitstraling van deze roosters is als niet relevant aangemerkt. Op het dak van het Poortgebouw zijn een luchtbehandelingkast ten behoeve van het museum en één ten behoeve van kantoren geprojecteerd. Voor de luchtbehandeling van het museum zijn voor het aanzuig- en afblaasrooster bronsterkten gehanteerd van ca. 65 dB(A). Met betrekking tot de luchtbehandeling van de kantoren zijn bronsterkten van respectievelijk ca. 64 en ca. 63 dB(A) gehanteerd. Op het dak van de overkapping tussen het Poortgebouw en het Radboudkwartier is een luchtbehandelingkast ten behoeve van leisure geprojecteerd. Voor het aanzuig- en afblaasrooster zijn bronsterkten gehanteerd van respectievelijk ca. 60 en 64 dB(A). Tevens zijn op dit dak vier afzuigingen ten behoeve van de Catharijnerooms geprojecteerd. Per afzuiging is een bronsterkte van ca. 65 dB(A) gehanteerd, gebaseerd op het opgegeven bronsterkte van ca. 94 dB(A), en toepassing van geluidreducerende maatregelen. Voor alle bronnen in continubedrijf aangehouden. Dit is een worst-case benadering aangezien de luchtbehandelinginstallaties van met name de kantoren, de leisure en het museum in de praktijk geen 24 uur per dag continu op vol vermogen zullen draaien.
GJ 15154-2-RA
15
3. GELUIDMETINGEN
3.1. Meetmethode en meetinstrumenten Er zijn metingen verricht op 27 april 2007 en 24 mei 2007. De metingen zijn, voor zover zulks mogelijk is en voorzover hierin voorzien wordt, verricht volgens de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai" in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, uitgave Samsom, Alphen aan den Rijn, 1999. De metingen zijn uitgevoerd met behulp van de volgende instrumenten:
-
Precision Sound Level Meter, fabrikaat RION, type NL-14 met voorversterker, fabrikaat RION, type NH-20, en microfoon, fabrikaat RION, type UC-53A (1/2"), met windbol;
-
Akoestische ijkbron, fabrikaat Brüel & Kjær, type 4230; Digital Audio Tape (DAT) recorder, fabrikaat Sony, type TCD-D10.
In het laboratorium werden de metingen geanalyseerd met behulp van:
-
Digital Audio Tape (DAT) recorder, fabrikaat Sony, type TCD-D10; Digital Audio Tape (DAT) recorder, fabrikaat Sony, type PCM-R500; Level Recorder, fabrikaat Brüel & Kjær, type 2317; Real Time Analyser, fabrikaat Norwegian Electronics, type RTA 830; Computer met Peutz analyseprogrammatuur.
De nauwkeurigheid van de geluidniveaumeter bedraagt overeenkomstig IEC 651 type 1 voor de oktaafband met middenfrequentie van 63 Hz ± 1,5 dB, voor de octaafbanden met middenfrequenties van 125 tot en met 4000 Hz ± 1 dB en kan voor de oktaafband met middenfrequentie van 8000 Hz +2 tot -4 dB bedragen. De akoestische ijkbron geeft een geluidniveau van 93,8 (± 0,25) dB bij 25°C en 93,8 (± 0,5) dB bij 0°C of bij 50°C bij een frequentie van 1000 (± 15) Hz. 3.2. Meetresultaten Op 27 april 2007 en 24 mei 2007 zijn geluidmetingen verricht bij V&D. Gedurende de geluidmetingen waren de beschouwde geluidbronnen, conform opgave van V&D, representatief in bedrijf. De metingen zijn verricht nabij geluidbronnen om de geluiduitstraling van deze geluidbronnen te kunnen bepalen. In tabel 2 zijn de gemeten equivalente geluidniveaus LAeq,T, i.e. het gemeten energetisch gemiddelde geluidniveau, in dB(A) weergegeven. De metingen zijn uitgevoerd in de meterstand “fast”. In bijlage 1 is de spectrale verdeling van meetresultaten, in terts- en oktaafbanden, weergegeven.
GJ 15154-2-RA
16
Tabel 2
Overzicht van relevante resultaten van emissiegeluidniveaumetingen bij V&D te Utrecht.
Geluidbron
Equivalent
Spectrum
geluidniveau Leq in dB(A)
zie figuur
ca. 70
I.1
ca. 74
I.2
ca. 61
I.3
ca. 78
I.4
ca. 74
I.5
ca. 62
I.6
Rooster luchtbehandeling noord gevel 6 verdieping
ca. 76
I.7
Ronde afzuiging noord 1
ca. 84
I.8
Ronde afzuiging noord 2
ca. 72
I.9
Koeltoren, noordwest
ca. 81
I.10
Koeltoren, zuidwest
ca. 80
I.11
Koeltoren, zuidoost
ca. 80
I.12
Koeltoren, noordoost
ca. 81
I.13
Koeltoren, ventilator
ca. 83
I.14
Afzuiging dak bron 1
ca. 66
I.15
Afzuiging dak bron 2
ca. 83
I.16
Afzuiging dak bron 3
ca. 76
I.17
Afzuiging dak bron 4
ca. 82
I.18
Afzuiging dak bron 5, noordwest
ca. 80
I.19
Afzuiging dak bron 5, zuidwest
ca. 81
I.20
Afzuiging dak bron 5, zuidoost
ca. 79
I.21
Afzuiging dak bron 5, noordoost
ca. 77
I.22
Afzuiging dak bron 6, lange kant
ca. 68
I.23
Afzuiging dak bron 6, korte kant
ca. 68
I.24
e
Dak 4 verdieping:
- Uitlaat dakopstand (coulissendemper) - Rooster zijkant dakopstand - Rooster luchtbehandeling zuid gevel 5e verdieping, uitstraling zijkant
- Rooster luchtbehandeling zuid gevel 5e verdieping, uitstraling bovenkant e
Dak 5 verdieping:
-
Luchtkanaal Ventilator e
e
Dak 6 verdieping:
-
GJ 15154-2-RA
17
4. GRENSWAARDEN EN WETTELIJKE ASPECTEN Op geluid is diverse wet- en regelgeving van toepassing:
-
Wet milieubeheer c.a.: geluid vanwege een inrichting moet aan eisen voldoen (die in milieuvergunning staan, of in een Besluit zoals het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer);
-
Bouwbesluit: eisen aan geluidisolatie van een gebouw m.b.t. geluid dat op grond van de Wet geluidhinder beoordeeld moet worden (zoneringsplichtige wegen, spoorwegen, zoneringsplichtige industrieterreinen), alsmede allerlei eisen aan andere
akoestische eigenschappen van het gebouw; Daarnaast is van belang de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Een bouwplan dat niet in overeenstemming is met de bestemming kan een vrijstelling van die bestemming worden verleend op grond van een 'ruimtelijke onderbouwing' waaruit blijkt dat geen strijd met de goede ruimtelijke ordening optreedt. Onderdeel daarvan is dat sprake moet zijn van een acceptabel 'woon- en leefklimaat' waar ook het akoestische klimaat deel van uitmaakt. Dit geldt ook voor een bestemmingsplanwijziging op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening c.q. Wet ruimtelijke ordening. In onderhavige rapport wordt het geluidniveau in de buitenlucht t.g.v. de beschouwde geluidbronnen bezien. Op de betreffende geluidbronnen is in onderhavige situatie de Wet geluidhinder niet van toepassing. Voor de beoordeling van het geluid in het kader van de Wet milieubeheer worden de volgende inrichtingen onderscheiden:
-
Entreegebouw. Hieronder vallen de bronnen die horen bij de nieuwe commerciële ruimten en de passages (incl. Clarenburg) evenals de parkeergarage onder het Entreegebouw;
-
V&D; Parkeergarage Rijnkade; Poortgebouw inclusief Catharijnerooms (en het museum).
Per 1 januari 2008 moeten inrichtingen voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (verder genoemd: het Activiteitenbesluit). In dit besluit worden drie typen inrichtingen onderscheiden: -
type A, dat zijn inrichtingen die zich niet hoeven te melden bij het bevoegde gezag; type B, meldingsplichtig inrichtingen;
-
type C, inrichtingen die tevens vergunningplichtig zijn dan wel waarvoor tevens een
ander besluit geldt (bijvoorbeeld het Besluit landbouw milieubeheer). Voor inrichtingen type A en B gelden de geluidvoorschriften die in het Activiteitenbesluit staan.
GJ 15154-2-RA
18
Voor inrichtingen type C geldt slechts een beperkt deel van de voorschriften uit het Activiteitenbesluit,
verder
gelden
de
vergunningvoorschriften
(waaronder
de
geluidvoorschriften) c.q. de geluidvoorschriften uit het andere toepasselijke Besluit. Voor bedrijven die geclassificeerd dienen te worden als ‘inrichting type A’ of ‘inrichting type B’ uit het Activiteitenbesluit gelden de voorschriften uit afdeling 2.8 van dat Besluit. Als geluidgrenswaarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op de gevels van woningen is opgenomen 50 dB(A) in de dagperiode (07.00 - 19.00 uur), 45 dB(A) in de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) en 40 dB(A) in de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur). Voor de maximale geluidniveaus ('piekgeluiden') gelden in genoemde perioden grenswaarden van resp. 70, 65 en 60 dB(A). In de dagperiode zijn maximale geluidniveaus vanwege laden en lossen en aanverwante activiteiten (o.a. het daartoe aan- en afrijden van voertuigen) van toetsing aan de grenswaarde uitgezonderd. Daarnaast kan het bevoegd gezag ‘maatwerkvoorschriften’ stellen, waarin wordt afgeweken van de algemeen geldende regels. Het Entreegebouw is een inrichting type A of B. Zowel voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus als de maximale geluidniveaus op de gevels van woningen gelden in eerste aanleg de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Aangezien echter vanwege de betreffende geluidbronnen (installaties) geen relevante piekgeluiden te verwachten zijn, is verdere beschouwing hiervan achterwege gelaten. V&D is een inrichting type B. In eerste aanleg gelden eveneens de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. In de dagperiode worden maximale geluidniveaus ten gevolge van laden en lossen (en aanverwante activiteiten zoals aanen afrijden) niet beoordeeld. Aangezien vanwege de onderhavige geluidbronnen (installaties) van V&D geen relevante piekgeluiden te verwachten zijn, is verdere beschouwing hiervan niet nodig. Ook Parkeergarage Rijnkade is een inrichting type B volgens het Activiteitenbesluit. In de dagperiode worden maximale geluidniveaus ten gevolge van laden en lossen (en aanverwante activiteiten zoals aan- en afrijden) niet beoordeeld. Er is van uitgegaan dat het Poortgebouw (inclusief het beoogde museum) en de Catharijnerooms samen eveneens een inrichting type B vormen.
GJ 15154-2-RA
19
5. BEREKENINGEN
5.1. Algemeen Op basis van de verkregen technische en akoestische gegevens is een rekenmodel opgesteld. Met behulp van het rekenmodel, aangevuld met specifieke bedrijfsvoeringgegevens voor de verschillende inrichtingen en bedrijfssituaties (zie hoofdstuk 2), zijn nabij mogelijk relevante woningen de geluidniveaus vanwege de diverse inrichtingen bepaald en in de volgende tabellen weergegeven. Alle berekeningen zijn uitgevoerd conform de methode II van de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai" van het Ministerie van VROM, uitgave 1999 door Samsom te Alphen aan de Rijn, te weten: - II.2 Geconcentreerde bronmethode; - II.3 Aangepast meetvlakmethode; - II.7 Uitstraling gebouwen; - II.8 Overdrachtsmodel. De waarden in de octaafband met middenfrequentie 31,5 Hz zijn niet in de beschouwingen opgenomen, aangezien deze niet relevant blijken te zijn. Gerekend
is
exclusief
gevelreflectie,
conform
de
toepasselijke
Handreiking
industrielawaai en vergunningverlening en het Activiteitenbesluit. Er is gerekend ter hoogte van de woonlagen. De bodem is als akoestisch "hard" ingevoerd. 5.2. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het kader van de procedure ex art. 19 WRO
5.2.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage In tabel 3 zijn de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A) gedurende de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven vanwege het Entreegebouw en de nieuwe parkeergarage onder het Entreegebouw, bij de woningen van het Westblok, de woontoren en bestaande woningen in de omgeving. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT is het energetisch gemiddelde geluidniveau over de beschouwde periode, in dB(A). De berekeningen zijn uitgevoerd voor de maatgevende bedrijfssituaties, zie hoofdstuk 2.
GJ 15154-2-RA
20
Tabel 3
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT vanwege het Entreegebouw en bijbehorende parkeergarage, in dB(A)
Rekenpositie
Entreegebouw en parkeergarage Dag (07.00-19.00 uur)
Avond (19.00-23.00 uur)
Nacht (23.00-07.00 uur)
zijde 1 zijde 2
27 - 37 33 - 39
26 - 36 32 - 38
22 - 34 32 - 38
zijde 3 zijde 4
35 - 39 25 - 32
35 - 39 24 - 31
35 - 39 20 - 26
zijde 5
29 - 31
29 - 31
26 - 28
zijde 1
36 - 38
36 - 38
35 - 38
zijde 2 zijde 3
32 - 41 36 - 40
32 - 41 36 - 40
32 - 40 35 - 40
zijde 4
24 - 39
24 - 37
22 - 30
zijde 1
21 - 44
20 - 42
<<20
zijde 2 zijde 3
25 - 45 28 - 32
24 - 43 28 - 31
<<20 25 - 30
zijde 4
31 - 35
31 - 35
30 - 34
<<30
<<25
<<20
Appartementen Westblok
Woningen Westblok
Woontoren
Noordblok Moreelse park
<<30
<<25
<<20
17 - 32
18 - 32
13 - 27
Gilden Kwartier
32
33
27
Catharijnekade
34 - 38
35 - 39
29 - 33
Radboud Kwartier
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlage II is het rekenmodel van het Entreegebouw inclusief de onderliggende parkeergarage opgenomen. In de figuren in deze bijlagen zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. In bijlage III zijn de berekende geluidniveaus in diverse rekenposities gedetailleerd weergegeven. 5.2.2. Warenhuis V&D In tabel 4 zijn de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A) gedurende de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven vanwege V&D in de reguliere representatieve bedrijfssituatie en in de representatieve bedrijfssituatie met koopavond, bij de woningen van het Westblok, de woontoren en bestaande woningen in de
GJ 15154-2-RA
21
omgeving. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de bedrijfssituaties, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Waarden die de standaard grenswaarden overschrijden zijn vet en onderstreept aangegeven. Tabel 4
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT vanwege V&D, in dB(A)
Rekenpositie
V&D, reguliere representatieve bedrijfssituatie Dag Avond Nacht
V&D, representatieve bedrijfssituatie met koopavond Dag Avond Nacht
(07.0019.00 uur)
(19.0023.00 uur)
(23.0007.00 uur)
(07.0019.00 uur)
(19.0023.00 uur)
(23.0007.00 uur)
Appartementen Westblok zijde 1
26 - 34
23 - 30
<<20
26 - 34
25 - 32
<<20
zijde 2
40 - 46
36 - 42
<<20
40 - 46
39 - 44
<<20
zijde 3 zijde 4
38 - 45 26 - 38
34 - 41 22 - 34
<<20 <<20
38 - 45 26 - 38
36 - 43 24 - 36
<<20 <<20
zijde 5
39 - 40
35 - 36
<<20
39 - 40
37 - 38
<<20
zijde 1
37 - 40
33 - 36
<<20
37 - 40
<<20
zijde 2 zijde 3
39 - 49 39 - 45
35 - 45 35 - 41
<<20 <<20
39 - 49 39 - 45
35 - 38 37 - 47
zijde 4
36 - 43
32 - 39
<<20
33 - 37 46 - 51 44 - 53
29 - 33 44 - 48 41 - 49
<<20
Woningen Westblok
37 - 44
<<20 <<20
36 - 43
34 - 41
<<20
33 - 37 46 - 51 44 - 53
32 - 36 45 - 50 42 - 51
<<20
Woontoren zijde 1 zijde 2 zijde 3
<<20 <<20
<<20 <<20
zijde 4
36 - 43
32 - 39
<<20
37 - 43
35 - 41
<<20
Noordblok
26 - 31
23 - 27
<<20
26 - 31
24 - 29
<<20
Moreelse park
32 - 38
28 - 35
<<20
32 - 38
30 - 37
<<20
Radboud Kwartier
29 - 45
25 - 41
<<20
29 - 45
27 - 43
<<20
Gilden Kwartier
<<30
<<25
<<20
<<30
26 - 27
<<20
Catharijnekade
<<30
<<25
<<20
<<30
<<25
<<20
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlage IV zijn de rekenmodellen van V&D opgenomen. In de figuren in deze bijlage zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. Voor een toelichting op de modellering wordt verwezen naar bijlage II. In bijlage V zijn de berekende geluidniveaus in diverse posities gedetailleerd weergegeven.
GJ 15154-2-RA
22
5.2.3. Parkeergarage Rijnkade Zoals gemeld in paragraaf 2.4 is de te verwachten geluiduitstraling vanwege bronnen van de parkeergarage Rijnkade zo gering dat ter hoogte van woningen geen relevante geluidbijdrage vanwege de geluidbronnen van de parkeergarage verwacht wordt, en geen overschrijding van de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit zal plaatsvinden. 5.3. Maximale geluidniveaus in het kader van de procedure ex art. 19 WRO
5.3.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage Er zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten vanwege de installaties behorende bij het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder, bij de woningen van het Westblok, de woontoren en in de verdere woonomgeving. Gezien de afstanden tussen de toegangen van de parkeergarage onder het Entreegebouw tot de woningen in het Westblok, de woontoren en bestaande woningen, zijn geen relevante maximale geluidniveaus vanwege auto's die de parkeergarage in- of uitrijden te verwachten. 5.3.2. Warenhuis V&D Vanwege de installaties op het dak en aan de gevel van V&D zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten bij de woningen van het Westblok, de woontoren en verdere woningen in de omgeving. Maximale geluidniveaus vanwege laden en lossen in de expeditieruimte worden in het Activiteitenbesluit niet beoordeeld. In het kader van een ‘goede ruimtelijke’ ordening kunnen deze maximale geluidniveaus wel van belang zijn. De afstand tot de woningen van het Westblok, de woontoren en de woningen in de omgeving is echter dermate groot, dat op voorhand gesteld kan worden dat de maximale geluidniveaus vanwege dit laden en lossen niet relevant zijn. 5.3.3. Parkeergarage Rijnkade Relevante maximale geluidniveaus kunnen worden verwacht als gevolg van voertuigactiviteiten (rijden, sluiten portieren) op het parkeerdek van de parkeergarage Rijnkade. Op grond van de maximale bronsterkte die als representatief kan worden aangemerkt (sluiten portieren, LWR = ca. 95 à 100 dB(A)) en de afstand tot de woningen in de woontoren (ruim 10 m, er van uitgaande dat de indeling van het parkeerdek ongewijzigd blijft ten opzichte van de huidige situatie) kunnen bij de woningen (van de woontoren) maximale geluidniveaus optreden van ca. 65 à 70 dB(A).
GJ 15154-2-RA
23
5.4. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het kader van de bestemmingsplanwijziging
5.4.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage In tabel 6 zijn de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT gedurende de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven vanwege het Entreegebouw en de nieuwe parkeergarage onder het Entreegebouw bij de woningen van het Poortgebouw. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de maatgevende bedrijfssituatie, zie hoofdstuk 2. Tabel 5
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT vanwege Entreegebouw en onderliggende parkeergarage, in dB(A)
Rekenpositie
Entreegebouw en parkeergarage Dag (07.00-19.00 uur)
Avond (19.00-23.00 uur)
Nacht (23.00-07.00 uur)
zijde 1 zijde 2
29 - 37 29 - 40
29 - 37 30 - 40
25 - 33 24 - 34
kop
38 - 40
38 - 40
32 - 34
Appartementen Poortgebouw
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlagen II is het rekenmodel van het Entreegebouw opgenomen. In de figuren in deze bijlagen zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. In bijlage III zijn de berekende geluidniveaus in diverse posities gedetailleerd weergegeven. 5.4.2. Warenhuis V&D In tabel 7 zijn de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT gedurende de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven vanwege V&D in de reguliere representatieve bedrijfssituatie en de representatieve bedrijfssituatie met koopavond bij de woningen van het Poortgebouw. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de bedrijfssituaties als besproken in hoofdstuk 2.
GJ 15154-2-RA
24
Tabel 6
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT vanwege V&D in dB(A)
Rekenpositie
V&D, reguliere representatieve bedrijfssituatie Dag Avond Nacht
V&D, representatieve bedrijfssituatie met koopavond Dag Avond Nacht
(07.00(19.00(23.00(07.00(19.00(23.0019.00 uur) 23.00 uur) 07.00 uur) 19.00 uur) 23.00 uur) 07.00 uur)
Appartementen Poortgebouw zijde 1
39 - 50
35 - 45
<<20
39 - 50
38 - 48
<<20
zijde 2 kop
27 - 36 45 - 49
24 - 32 41 - 45
<<20 <<20
27 - 36 45 - 49
26 - 34 43 - 47
<<20 <<20
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlage IV zijn de rekenmodellen van V&D opgenomen. In de figuren in deze bijlage zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. Voor een toelichting op de modellering wordt verwezen naar bijlage II. In bijlage V zijn de berekende geluidniveaus in diverse posities gedetailleerd weergegeven. 5.4.3. Parkeergarage Rijnkade Zoals gemeld in paragraaf 2.4 is de te verwachten geluiduitstraling vanwege bronnen van de parkeergarage Rijnkade zo gering dat ter hoogte van woningen geen relevante geluidbijdrage vanwege de geluidbronnen van de parkeergarage verwacht wordt, en zeker geen overschrijding van de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit zal plaatsvinden. 5.4.4. Poortgebouw en Catharijnerooms In tabel 8 zijn de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT gedurende de dag-, avond- en nachtperiode weergegeven vanwege installaties behorende bij het Poortgebouw (inclusief beoogde museum) en de Catharijnerooms. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de maatgevende bedrijfssituatie, zie hoofdstuk 2.
GJ 15154-2-RA
25
Tabel 7
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT vanwege installaties van het Poortgebouw en de Catharijnerooms in dB(A) Poortgebouw en Catharijnerooms
Rekenpositie Dag
Avond
Nacht
(07.00-19.00 uur)
(19.00-23.00 uur)
(23.00-07.00 uur)
zijde 1
<<30
<<25
<<20
zijde 2 zijde 3
<<30 <<30
<<25 <<25
<<20 <<20
zijde 4 zijde 5
27 - 41 45 - 46
26 - 40 44
22 - 31 30 - 32
zijde 1 zijde 2
<<30 <<30
<<25 20 - 29
11 - 21 <<20
zijde 3 zijde 4
<<30 32 - 40
<<25 30 - 38
<<20 21 - 26
zijde 1 zijde 2
<<30 <<30
<<25 <<25
<<20 <<20
zijde 3 zijde 4
<<30 <<30
19 - 27 18 - 28
<<20 <<20
15 - 42 19 - 40
14 - 40 19 - 40
8 - 31 19 - 40
<<30
<<25
<<20
18 - 32
17 - 30
<<20
<<30
<<25
<<20
30 - 37
30 - 37
30 - 37
Gilden Kwartier
30
29
26 - 27
Catharijnekade
<<30
<<25
<<20
Appartementen Westblok
Woningen Westblok
Woontoren
Appartementen Poortgebouw zijde 1 zijde 2 kop Noordblok Moreelse park Radboud Kwartier
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlage VI zijn de rekenmodellen van de installaties van het Poortgebouw en de Catharijnerooms opgenomen. In de figuren in deze bijlage zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. Voor een toelichting op de modellering wordt verwezen naar bijlage II. In bijlage VII zijn de berekende geluidniveaus in diverse posities gedetailleerd weergegeven.
GJ 15154-2-RA
26
5.5. Maximale geluidniveaus in het kader van de bestemmingsplanwijziging
5.5.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage Vanwege de installaties behorende bij het Entreegebouw zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten bij de woningen van het Poortgebouw. Verkeer dat de tunnelmonden van de parkeergarage onder het Entreegebouw in- en uitrijdt zal wel maximale geluidniveaus tot gevolg kunnen hebben, zowel afkomstig van auto's op de hellingbaan als van auto's in de tunnelmonden. In tabel 10 zijn de berekende maximale geluidniveaus bij de woningen van het Poortgebouw weergegeven. Tabel 8
Maximale geluidniveaus LAmax vanwege de parkeergarage onder het Entreegebouw in dB(A)
Rekenpositie
Parkeergarage onder het Entreegebouw Dag
Avond
Nacht
(07.00-19.00 uur)
(19.00-23.00 uur)
(23.00-07.00 uur)
Appartementen Poortgebouw zijde 1
44 - 54
44 - 54
44 - 54
zijde 2 kop
46 - 59 56 - 58
46 - 59 56 - 58
46 - 59 56 - 58
In figuur 3 en 4 is de nummering van de zijden van de diverse gebouwen aangegeven. In figuur 5 is de nummering van de overige rekenposities aangegeven. In bijlage II zijn de rekenmodellen van het Entreegebouw opgenomen. In de figuren in deze bijlage zijn de gemodelleerde geluidbronnen en afschermingen weergegeven. In bijlage III zijn de berekende geluidniveaus in diverse posities gedetailleerd weergegeven. 5.5.2. Warenhuis V&D Vanwege de installaties op het dak en aan de gevel van V&D zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten bij de woningen van het Poortgebouw. Maximale geluidniveaus vanwege laden en lossen in de expeditieruimte worden in het kader van het Activiteitenbesluit niet beoordeeld. In het kader van een ‘goede ruimtelijke’ ordening kunnen deze niveaus wel van belang zijn. De afstand van de expeditieruimte van V&D tot de woningen van het Poortgebouw is echter dermate groot, dat op voorhand gesteld kan worden dat deze maximale geluidniveaus niet relevant zijn, mede omdat het laden en lossen inpandig plaatsvindt.
GJ 15154-2-RA
27
5.5.3. Parkeergarage Rijnkade De bronnen van de parkeergarage Rijnkade worden worden in de richting van de woningen van het Poortgebouw afgeschermd door de gebouwen van V&D. Bovendien is de afstand van de parkeergarage tot de woningen van het Poortgebouw dusdanig groot, dat op voorhand gesteld kan worden dat geen relevante maximale geluidniveaus vanwege die parkeergarage bij de woningen van het Poortgebouw zullen optreden. 5.5.4. Poortgebouw Vanwege de installaties van het Poortgebouw en de Catharijnerooms zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten bij het de woningen van het Poortgebouw, en evenmin bij het Westblok, de woontoren, en in de verdere woonomgeving.
GJ 15154-2-RA
28
6. BEOORDELING
6.1. Beoordeling in het kader van de procedure ex art. 19 WRO
6.1.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder bedragen bij de appartementen en woningen van het Westblok en de woningen van de woontoren tot ca. 45 dB(A) in de dagperiode, ca. 43 dB(A) in de avondperiode en ca. 40 dB(A) in de nachtperiode. Deze waarden zijn gelijk aan of lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Bij woningen in de omgeving worden lagere geluidniveaus berekend. Dit is derhalve eveneens acceptabel. Vanwege de installaties en de parkeergarage zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten. Dit is derhalve eveneens acceptabel. 6.1.2. Warenhuis V&D - Toetsing In de reguliere representatieve bedrijfssituatie worden bij de appartementen en woningen van het Westblok langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend vanwege V&D tot ca. 49 dB(A) in de dagperiode en ca. 45 dB(A) in de avondperiode. Bij woningen in de omgeving worden geluidniveaus berekend tot ca. 45 dB(A) in de dagperiode en ca. 41 dB(A) in de avondperiode. De standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit van 50 dB(A) in de dagperiode en 45 dB(A) in de avondperiode zullen derhalve gerealiseerd worden. Bij zijde 1 en 4 van de woontoren zijn niveaus berekend tot ca. 43 dB(A) in de dagperiode en ca. 39 dB(A) in de avondperiode, en aan zijde 2 en 3 tot ca. 53 dB(A) in de dagperiode en ca. 49 dB(A) in de avondperiode. Aan zijde 2 en 3 van de woontoren zijn derhalve langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend die hoger zijn dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. De representatieve bedrijfssituatie met koopavond wijkt alleen in de avondperiode van de reguliere representatieve bedrijfssituatie af. Dan bedragen de berekende langtijdgemiddelde geluidniveaus bij de meeste woningen niet hoger dan de standaard grenswaarde van 45 dB(A) uit het Activiteitenbesluit. Bij de woningen van het Westblok aan zijde 2 bedragen de berekende niveaus bij de bovenste laag tot ca. 47 dB(A), bij de laag daaronder bedraagt bij 1 woning het berekende niveau ca. 46 dB(A).
GJ 15154-2-RA
29
Bij de woontoren worden in de avondperiode aan zijde 2 en 3 langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 51 dB(A). Deze waarden zijn hoger dan de standaard grenswaarde uit het Activiteitenbesluit van 45 dB(A) voor de avondperiode. Vanwege de installaties en de expeditieruimte van V&D zijn bij deze woningen en appartementen geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten. Dit is derhalve acceptabel. - Bronmaatregelen De geluidbelasting vanwege V&D kan in principe worden gereduceerd door geluidreducerende maatregelen te treffen aan de bronnen die de overschrijding veroorzaken. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan geluiddempers, omkasting of vervanging door stillere apparatuur. De meest dominante geluidbron is de koeltoren. Indien de koeling van de systemen die op de koeltoren zijn aangesloten op een andere wijze geschiedt (bijv. warmte-koude opslag of betonkernactivering) kan de koeltoren geheel worden verwijderd. De geluidbelasting vanwege V&D neemt in dit geval in de reguliere representatieve bedrijfssituatie in de avondperiode af tot ca. 46 dB(A) aan zijde 2 en 3 van de woontoren. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond bedragen de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus voor de avondperiode bij de woningen van het Westblok dan tot ca. 45 dB(A), en aan zijde 2 en 3 van de woontoren tot ca. 48 dB(A). Zonder koeltoren voldoet de berekende geluidbelasting bij de woningen van het Westblok derhalve aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Bij de woontoren wordt door het berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de avondperiode de standaard grenswaarde aan zijde 2 en 3 in de representatieve bedrijfssituatie met ca. 1 dB(A)
overschreden,
en
in
de
niet-representatieve
bedrijfssituatie met ca. 3 dB(A). De ‘gang’ met roosters op het dak van de vijfde verdieping is na verwijdering van de koeltoren de meest dominante geluidbron, maar om een grenswaarde van 45 dB(A) in de avondperiode te realiseren zullen ook nog geluidreducerende maatregelen aan een of meer andere geluidbronnen van V&D noodzakelijk zijn, zoals geluiddempend uitvoeren van roosters, toepassen van geluiddempers of omkasting of afscherming van geluidbronnen. Het betreft maatregelen die technisch mogelijk zijn, al zal bij de dimensionering daarvan ook aandacht nodig zijn voor niet-akoestische aspecten (zoals bijvoorbeeld apparatuurkoeling in geval van omkasting).
GJ 15154-2-RA
30
- Overdrachtsmaatregelen Ook kan worden gedacht aan geluidreducerende maatregelen in het overdrachtspad. Dat betreft afscherming, bijvoorbeeld in de vorm van een geluidscherm tussen de relevante bronnen (o.a. koeltoren) en de meest geluidbelaste woningen. Dit scherm moet voldoende hoog zijn om ook de geluiduitstraling van de ventilator aan de bovenkant van de koeltoren af te schermen. Indien een scherm van ca. 6 meter hoog in de nabijheid van de koeltoren wordt geplaatst (zoals weergegeven in figuur 6, hoogte t.o.v. het dakvlak waar de koeltoren op staat), dan bedraagt in de reguliere representatieve bedrijfssituatie het berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de avondperiode bij zijde 2 van de woontoren ca. 46 dB(A) en bij zijde 3 ca. 47 dB(A), en in de representatieve bedrijfssituatie met koopavond respectievelijk ca. 48 dB(A) en ca. 49 dB(A). Bij de woningen van het Westblok bedraagt het berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de avondperiode dan bij zijde 2 ca. 45 dB(A) in de representatieve bedrijfssituatie met koopavond. Derhalve zijn dan voor de woontoren nog steeds geluidreducerende maatregelen nodig voor andere bronnen dan de koeltoren. Bij het beschouwde scherm worden andere geluidbronnen dan de koeltoren niet afgeschermd. Maatregelen aan andere geluidbronnen, zoals de al eerder genoemd gang met roosters, kunnen bronmaatregelen betreffen maar ook bestaan uit extra schermen. Ook kan in principe worden gedacht aan een in het gebouwontwerp van de betreffende woningen geïntegreerd geluidscherm. Dit is een maatregel waarvoor geen medewerking van derden is vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregel uitvoerbaar is. Uit ervaring met eerdere projecten blijken geïntegreerde geluidschermen op ca. 1 meter van de gevel - mits goed uitgevoerd - een reductie van de geluidbelasting op de gevels te kunnen geven van circa 6 dB(A). Bijvoorbeeld, indien een dergelijk scherm bij zijde 2 en 3 van de woontoren wordt toegepast, zullen de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus bij de gevels van de woontoren zowel in de reguliere representatieve bedrijfssituatie als in de representatieve bedrijfssituatie met koopavond aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voldoen. In principe kan een dergelijke oplossing ook bij de betreffende woningen boven het entreegebouw worden toegepast. Al deze maatregelen zijn technisch in principe mogelijk, al is hierbij ook aandacht nodig voor andere aspecten dan geluid (zoals o.a. ventilatie, belasting van de bestaande dragende gebouwconstructie, daglichttoetreding e.d.). Voor de woningen Westblok zijde 2 kan worden opgemerkt dat de overschrijding (alleen in de representatieve bedrijfssituatie met koopavond van V&D) van de standaard geluidgrenswaarde uit het Activiteitenbesluit (45 dB(A) in de avondperiode) wordt veroorzaakt door reflectie van het geluid tegen de gevel (zijde 3) van de woontoren. Reflectie kan worden voorkomen door deze gevel van een niet-reflecterende bekleding te
GJ 15154-2-RA
31
voorzien. Grote raampartijen in die gevel dienen te worden vermeden, dan wel zorgvuldig ontworpen te worden (oriëntatie, locatie, ook ten opzichte van eventuele balustrades en andere afschermende gebouwdelen e.d.). Dit zijn maatregelen waarvoor geen medewerking van derden is vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregel uitvoerbaar is. - Maatregelen bij de ontvanger Als maatregel bij de ontvanger kan worden genoemd aanpassing van de relevante geluidbelaste gevels van de woningen. Als een gevel geen (normaliter) te openen delen van de geluidgevoelige ruimten heeft en voldoende geluidisolerend is opgebouwd (zo'n gevel wordt ook wel 'dove gevel' genoemd), dan is het niet mogelijk dat op plaatsen waar personen kunnen verblijven (binnen, achter die gevel) overschrijding van binnengeluidgrenswaarden optreedt. Niet alleen is het binnengeluidniveau in die woningen dan altijd laag genoeg, er is tevens geen sprake meer van een gevel in de de zin van de regelgeving (Wet geluidhinder, Activiteitenbesluit). Toetsing van de optredende geluidniveaus op de gevel (buitenzijde) vindt dan niet plaats. Dit is een maatregel waarvoor geen medewerking van derden is vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregel uitvoerbaar is. - Maatwerkvoorschrift voor V&D Op grond van het Activiteitenbesluit kan de gemeente Utrecht in principe een maatwerkvoorschrift voor V&D stellen, waarin hogere grenswaarden voor V&D dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit worden toegestaan. Uiteraard zal de gemeente dat niet lichtvaardig doen. In ieder geval zal aangetoond moeten worden dat de in de geluidbelaste woningen optredende binnengeluidniveaus voldoen aan de binnengeluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Dat is, gelet op de hoogte van de berekende geluidniveaus op de gevel, technisch bezien zonder ingrijpende voorzieningen in de gevels mogelijk. Daarnaast kan bijvoorbeeld van belang zijn dat het door bewoners over het algemeen meer gewaardeerd zal worden als men zelf kan kiezen voor het openen van ramen of deuren, dan dat woningen niet te openen ramen of deuren bevatten. Een maatwerkvoorschrift kan dan meer voor de hand liggen dan toepassing van een geheel gesloten uitgevoerde gevel met hetzelfde binnengeluidklimaat in de woningen. Voor de representatieve bedrijfssituatie met koopavond is daarbij van belang dat deze situatie slechts éénmaal per week optreedt. - Combinatie van maatregelen e.d. Bovenstaande mogelijkheden kunnen eventueel worden gecombineerd. Een voorbeeld hiervan is een combinatie van het verwijderen van de koeltoren, het doof uitvoeren van die delen van de gevels van zijde 2 en 3 van de woontoren waar de
GJ 15154-2-RA
32
geluidbelasting in de representatieve bedrijfssituatie nog hoger dan 45 dB(A) in de avondperiode bedraagt, en het stellen van een maatwerkvoorschrift voor de nietrepresentatieve bedrijfssituatie. Dit is slechts één voorbeeld; zeer veel verschillende combinaties zijn mogelijk. 6.1.3. Parkeergarage Rijnkade De geluiduitstraling van van auto’s op het open parkeerdek en het rooster in de opbouw naast de toerit naar het parkeerdek is zo gering dat geen overschrijding van de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit te verwachten is. Voor de maximale geluidniveaus zal als gevolg van activiteiten van personenauto's op het parkeerdek een overschrijding van grenswaarden op de gevel van zijde 3 van de woontoren plaatsvinden in de avond- en de nachtperiode. Dit kan in principe worden voorkomen door in de avond- en de nachtperiode aankomst en vertrek van parkeerplaatsen nabij de woontoren niet toe te staan (eventueel 'overblijven' van auto's tot de volgende dag is geen probleem). Een andere oplossing kan zijn om een (gedeelte van) het parkeerdek te onttrekken aan de openbare parkeergarage, en deze plaatsen toe te wijzen aan bewoners van de woningen in Nieuw Hoog Catharijne. Het parkeerdek behoort dan niet meer tot een 'inrichting' in de zin van de Wet milieubeheer, zodat beoordeling van de geluidniveaus vanwege de auto's op grond van de milieuregelgeving meer aan de orde is. Ruimtelijk gezien is dat deel van het parkeerdek dan te vergelijken met een willekeurige parkeerplaats in een woonwijk. Dat is niet als bezwaarlijk aan te merken. Wellicht is het mogelijk het parkeerdek deels te gebruiken voor andere doeleinden dan parkeren (zoals het plaatsen van bergingen voor bewoners). Voor deze maatregelen is geen medewerking van derden vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregelen uitvoerbaar zijn. 6.2. Beoordeling in het kader van de bestemmingsplanwijziging
6.2.1. Entreegebouw en onderliggende parkeergarage De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder bedragen bij de woningen van het Poortgebouw tot ca. 40 dB(A) in de dagperiode, ca. 40 dB(A) in de avondperiode en ca. 34 dB(A) in de nachtperiode. Deze waarden zijn ruimschoots lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel.
GJ 15154-2-RA
33
Vanwege de installaties en zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten. Vanwege voertuigen die de parkeergarage onder het Entreegebouw in- en uitrijden zijn maximale geluidniveaus te verwachten tot ca. 59 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode. Deze waarden zijn lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. 6.2.2. Warenhuis V&D - Toetsing Vanwege installaties en de expeditieruimte van V&D worden langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend bij de woningen van het Poortgebouw tot ca. 50 dB(A) in de dagperiode en ca. 45 dB(A) in de avondperiode. Deze waarden zijn gelijk aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond worden in de avondperiode langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 48 dB(A) op de noordoostelijk gelegen zijgevel van het Poortgebouw en tot ca. 47 dB(A) op de kop van het gebouw. Deze waarden zijn hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Vanwege de installaties op het dak en aan de gevel van V&D zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten bij de woningen van het Poortgebouw. Maximale geluidniveaus vanwege laden en lossen in de expeditieruimte worden op grond van het Activiteitenbesluit niet getoetst. In het kader van een ‘goede ruimtelijke’ ordening dienen deze niveaus wel getoetst te worden. De afstand tot de woningen van het Poortgebouw is echter dermate groot, dat op voorhand gesteld kan worden dat deze maximale geluidniveaus niet relevant zijn. Zoals ook met betrekking tot beoordeling in het kader van de vrijstellingsprocedure (art. 19 WRO), worden er verschillende mogelijkheden beschouwd om de overschrijdingen vanwege V&D te niet te doen. - Bronmaatregelen Bij de woningen in het Poortgebouw is de ‘gang’ met roosters op de vijfde verdieping van V&D de meest dominante geluidbron. Indien de geluiduitstraling via de roosters met ca. 3 dB(A) gedempt wordt (bijvoorbeeld door de roosters te vervangen door geluiddempende roosters), dan zal bij de woningen in het Poortgebouw aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit voldaan worden. - Overdrachtsmaatregelen In principe kan een geluidscherm op het dak van de vierde verdieping van V&D geplaatst worden ter afscherming van de 'gang' in de richting van de woningen in het Poortgebouw.
GJ 15154-2-RA
34
Dit scherm moet voldoende hoog zijn om ook de bovenste woningen van het Poortgebouw voldoende af te schermen. Of dat praktisch realiseerbaar is, dient nog te worden bezien. Het kan meer voor de hand liggen om de 'gang' van met geluiddempende roosters af te dichten. Dat is technisch mogelijk. Ook kan in principe worden gedacht aan een in het gebouwontwerp van de betreffende woningen van het Poortgebouw geïntegreerd geluidscherm. Dat kan bijvoorbeeld ook in de vorm van een verhoogde, geluiddichte (maar eventueel doorzichtige of lichtdoorlatende) balustrade van een balkon of loggia. Dit is een maatregel waarvoor geen medewerking van derden is vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregel uitvoerbaar is. Uit ervaring met eerdere projecten blijken geïntegreerde geluidschermen op ca. 1 meter van de gevel - mits goed uitgevoerd - een reductie van de geluidbelasting op de gevels te kunnen geven van circa 6 dB(A), hetgeen in relatie tot het geluid vanwege V&D voldoende is. - Maatregelen bij de ontvanger Als maatregel bij de ontvanger kan worden genoemd aanpassing van de relevante geluidbelaste gevels van de woningen in het Poortgebouw. Als gevels geen normaliter te openen delen van de geluidgevoelige ruimten hebben en voldoende geluidisolerend zijn opgebouwd, dan is het niet mogelijk dat op plaatsen waar personen kunnen verblijven (binnen, achter die gevel) overschrijding van binnengeluidgrenswaarden optreedt. Niet alleen is het binnengeluidniveau in die woningen dan altijd laag genoeg, er is tevens geen sprake meer van een gevel in de de zin van de regelgeving (Wet geluidhinder, Activiteitenbesluit). Toetsing van de optredende geluidniveaus op de gevel (buitenzijde) vindt dan niet plaats. Mogelijk kunnen de kopse gevels van het Poortgebouw zodanig worden uitgevoerd. Dat hangt ook af van andere aspecten (waaronder eisen of wensen in relatie tot geluid vanwege wegverkeer op de toekomstige Catharijnesingel). Dit is een maatregel waarvoor geen medewerking van derden is vereist. Het is derhalve niet van derden afhankelijk of deze maatregel uitvoerbaar is. - Maatwerkvoorschrift voor V&D Op grond van het Activiteitenbesluit kan de gemeente Utrecht in principe een maatwerkvoorschrift voor V&D stellen, waarin hogere grenswaarden voor V&D dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit worden toegestaan. Uiteraard zal de gemeente dat niet lichtvaardig doen. In ieder geval zal aangetoond moeten worden dat de in de geluidbelaste woningen optredende binnengeluidniveaus voldoen aan de binnengeluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Dat is, gelet op de hoogte van de berekende geluidniveaus op de gevel, technisch bezien zonder ingrijpende voorzieningen in de gevels mogelijk. Daarnaast kan bijvoorbeeld van belang zijn dat het door bewoners over het algemeen meer gewaardeerd zal worden als men zelf kan kiezen voor het openen van ramen of
GJ 15154-2-RA
35
deuren, dan dat woningen niet te openen ramen of deuren bevatten. Een maatwerkvoorschrift kan dan meer voor de hand liggen dan toepassing van een geheel gesloten uitgevoerde gevel met hetzelfde binnengeluidklimaat in de woningen. Voor de niet-representatieve bedrijfssituatie (koopavond) is daarbij van belang dat deze situatie slechts éénmaal per week optreedt. - Combinatie van maatregelen e.d. Bovenstaande mogelijkheden kunnen eventueel worden gecombineerd, al ligt dat voor de woningen in het Poortgebouw in eerste aanleg wellicht minder voor de hand, omdat maatregelen aan een enkele bron voldoende reductie kunnen opleveren. 6.2.3. Parkeergarage Rijnkade De woningen in het Poortgebouw liggen verder van parkeergarage Rijnkade verwijderd dan andere woningen (van de woontoren en boven het Entreegebouw). De woningen in het Poortgebouw zijn derhalve niet maatgevend. Indien bij de woningen van het Westblok en de woontoren een vanwege parkeergarage Rijnkade acceptabele situatie heerst, zal de geluidsituatie vanwege de parkeergarage bij de woningen van het Poortgebouw eveneens acceptabel zijn. 6.2.4. Poortgebouw en Catharijnerooms De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege de installaties van het Poortgebouw en Catharijnerooms bedragen bij de appartementen en woningen boven het Entreegebouw en de woningen van de woontoren tot ca. 46 dB(A) in de dagperiode, ca. 44 dB(A) in de avondperiode en ca. 32 dB(A) in de nachtperiode. Bij de woningen van het Poortgebouw bedragen de berekende waarden ca. 40 dB(A) in de dagperiode, ca. 40 dB(A) in de avondperiode en ca. 40 dB(A) in de nachtperiode. Deze waarden zijn gelijk aan of lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Bij woningen in de omgeving worden nog (veel) lagere langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend, tot ca. 37 dB(A) in de dagperiode, 37 dB(A) in de avondperiode en ca. 37 dB(A) in de nachtperiode. Dit is derhalve eveneens acceptabel. Vanwege de installaties zijn geen relevante maximale geluidniveaus te verwachten. Dit is derhalve eveneens acceptabel.
GJ 15154-2-RA
36
7. CONCLUSIE In het kader van de vrijstellingsprocedure ex art. 19 WRO zijn de geluidbelastingen vanwege nieuw te plaatsen geluidbronnen ten behoeve van het Entreegebouw en de nieuwe parkeergarage onder het Entreegebouw, en vanwege bestaande geluidbronnen van V&D en de parkeergarage Rijnkade op de woningen boven het Entreegebouw, de woontoren en bestaande woningen in de omgeving onderzocht. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder zijn gelijk aan of lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Het Entreegebouw en de parkeergarage veroorzaken geen relevante maximale geluidniveaus. Dit is derhalve eveneens acceptabel. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege V&D bedragen bij de meeste woningen niet hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit, hetgeen acceptabel is. Aan twee zijden van de woontoren worden in de reguliere representatieve bedrijfssituatie langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 53 dB(A) in de dagperiode en ca. 49 dB(A) in de avondperiode. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond is dat bij de woontoren tot ca. 51 dB(A) in die avondperiode, en bij de woningen van het Westblok aan één zijde (zijde 2) tot ca. 47 dB(A. Die waarden zijn hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Vanuit akoestisch/technisch oogpunt zijn er in principe meerdere geluidreducerende maatregelen mogelijk aan de geluidbronnen van V&D of in de overdracht naar de betreffende te bouwen woningen waarmee de geluidbelasting vanwege V&D voldoende kan worden gereduceerd. Daarnaast zijn ook maatregelen mogelijk aan de te bouwen woningen waarmee de geluidbelasting vanwege V&D tot acceptabele waarden kan worden beperkt. Het is voorts in principe mogelijk dat de gemeente een maatwerkvoorschrift voor V&D stelt, waarbij dan het akoestisch klimaat van de bewoners middels maatregelen aan gevels, ventilatie e.d. voldoende gewaarborgd blijft. Uiteraard is ook een combinatie van maatregelen e.d. mogelijk. Er zijn derhalve voldoende mogelijkheden om een voldoende woon- en leefklimaat bij de nieuwe woningen te realiseren, en om te zorgen dat V&D aan de voor het warenhuis geldende geluidgrenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit zal blijven voldoen. Van belang in verband met de uitvoerbaarheid van maatregelen is dat voor alle betreffende woningen ook maatregelen bij of aan die woningen mogelijk zijn, waarvoor derhalve geen medewerking of toestemming van derden (V&D) is benodigd. De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege parkeergarage Rijnkade op de woningen van het Westblok en de woontoren zullen niet hoger dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit bedragen. Echter, als gevolg van activiteiten van personenauto's op
GJ 15154-2-RA
37
het parkeerdek zal een overschrijding van grenswaarden voor maximale geluidniveaus kunnen plaatsvinden in de avond- en de nachtperiode. Dit kan in principe worden voorkomen door in de avond- en de nachtperiode aankomst en vertrek van plaatsen nabij de woontoren niet toe te staan, of door een (gedeelte van) het parkeerdek te onttrekken aan de openbare parkeergarage. Ook zijn in principe maatregelen mogelijk aan de gevel van de woningen in het Westblok (geïntegreerd geluidscherm, dan wel niet te openen delen voor de geluidgevoelige ruimten). Ook met betrekking tot de parkeergarage Rijnkade zijn er derhalve voldoende mogelijkheden om een voldoende woon- en leefklimaat bij de nieuwe woningen te realiseren, en om te zorgen dat de parkeergarage aan de voor de parkeergarage geldende geluidgrenswaarden op grond van het Activiteitenbesluit zal blijven voldoen. Van belang in verband met de uitvoerbaarheid van maatregelen is dat zowel de parkeergarage Rijnkade als de betreffende te bouwen woningen onder de aanvragende partijen vallen. Voor genoemde maatregelen t.b.v. de parkeergarage Rijnkade is derhalve geen medewerking of toestemming van derden benodigd. Ten behoeve van de wijziging van het bestemmingsplan is de geluidbelasting op de woningen in het Poortgebouw vanwege bronnen van het Entreegebouw en de parkeergarage onder het Entreegebouw, V&D en de parkeergarage Rijnkade onderzocht. Voorts is de geluidbelasting onderzocht vanwege de installaties behorende bij het Poortgebouw en de Catharijnerooms op de woningen van het Westblok, de woontoren, het Poortgebouw en andere woningen in de omgeving. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus vanwege het Entreegebouw en de parkeergarage daaronder bij de woningen van het Poortgebouw zijn lager dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Maximale geluidniveaus vanwege voertuigen die de parkeergarage onder het Entreegebouw in- en uitrijden zijn eveneens lager dan de daarvoor geldende standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. Vanwege V&D worden in de reguliere representatieve bedrijfssituatie langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend bij de woningen van het Poortgebouw tot ca. 50 dB(A) in de dagperiode en ca. 45 dB(A) in de avondperiode. Deze waarden zijn gelijk aan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit en derhalve acceptabel. In de representatieve bedrijfssituatie met koopavond worden in de avondperiode langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus berekend tot ca. 48 dB(A). Deze waarden zijn enigszins hoger dan de standaard grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. In principe kunnen geluidreducerende maatregelen worden getroffen aan de bronnen die de overschrijding veroorzaken, aan de betreffende geveldelen van de woningen in het Poortgebouw (uitvoeren zonder te openen delen, of toepassing van in het Poortgebouw geïntegreerde
GJ 15154-2-RA
afschermende
voorzieningen),
en/of
het
stellen
van
een
38